In het Workoeta-kamp herleefde de hoop na Stalin's dood On bekoóèw kao&n ER IS GEEN EERBIED MEER VOOR DE ZEEUWSE DRACHT JIMMY en de Bende van Bolletje Bink DE LECTUURVOORZIENING OP HET PLATTELAND uit nu AETHER PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 14 MEI 1954 DE OPSTAND DER VERTRAPTEN (V) Nationale groepen tegen de Russische geheime politie (door Joseph Scholmer) Welke voorwaarden voor een dergelijke bereidheid tot staking waren aanwezig? De belangrijkste was zonder twijfel de dood van Stalin. Sinds vele jaren werd het eind van de dictator door de gevangenen met een in tensiteit gewenst, die in de annalen van de menselijke wanhoop zijn weerga niet vindt. Ieder optreden in het openbaar werd met de grootste aandacht gevolgd. De foto's, die by de weinig officiële gelegenheden worden gemaakt, werden uitermate nauwkeurig bekeken. Het negentiende congres van de communistische partij geeft nieuwe aan leiding voor vervloekingen van Stalin. ..HU kan al bUna niet meer praten", zegt een kolchosnik uit de Oekraine. „Een groot congres allemaal hou den ze lange redevoeringen en de „snor" zegt bijna niets! Hij kan niet meer. Hij moet al erg oud zijn. God geve, dat zijn ziel spoedig door Satan wordt gehaald. Een andere, onontbeerlijke "voor waarde voor de staking, waren de reeds sinds lange tijd bestaande ver zetsgroepen in net lcamp, die op na tionale grondslag zyn georganiseerd. De groepen waren niet speciaal voor de staking gevormd. Zij hadden grote betekenis in het kamp, als uitdruk king van de nationale verbondenheid der gevangenen, hetgeen tevens een directe materiële hulp door een soort nationale hulporganisatie is. Toen de staking binnen het bereik der moge lijkheden kwam, bestonden reeds alle technische en persoonlijke voorwaar den een collectieve verzetactie. De stakingsleiding, die in de diverse kam pen uit vertegenwoordigers der ver schillende naties werd gevormd, kon reeds van een apparaat gebruik ma ken, dat betrouwbaar was opgebouwd en exact werkte. Zodra het noodzake lijk was, werden ook geïmproviseerde veiligheidsmaatregelen getroffen; de eerste stakingsleiding werd gekozen met de opdracht zich gedurende de staking te exponeren, op het gevaar af met grote waarschijnlijkheid te worden gearresteerd; een tweede sta- kingsleiaing stond gereed om op te volgen. Nationale groepen Toen de staking was uitgebroken, moesten de veiligheidsdiensten van de M.G.B. vaststellen, dat zij in een reeks mijnen met uitgebreide nationa le groeperingen hadden te maken, waarin meestal hun spionnen niet hadden kunnen binnendringen. De le den van deze nationale groepen had den van de eerste dag ar contact met de groepen der andere nationaliteiten; een wezenlijk gunstige factor was, dat tussen de beide voor de staking belangrijke groepen, de Oekrainers en de Litauers, geen wederzijdse po litieke tegenstellingen bestonden, maar dat zij in Workoeta bereid wa ren vanuit een oude historisch ge groeide anti-Poose basis ook gemeen schappelijk op te treden. Modern program. Bij de Russen in het kamp speelt de rol van verzetscomité de „Groep der democratische socialisten", een in hoofdzaak uit jonge, meestal uiter mate begaafde studenten bestaande illegale vereniging, die in alle regime kampen aaijhangers telt. Het pro gramma van deze groep vertoont naar inhoud veel overeenkomst met dat van de Labour Party. Zy hebben hun ideeën ontwikkeld, zonder contact met de traditie van de oude Russische oppositie en zonder kennis van het programma van de Europese socialis tische partyen. Des te merkwaardiger is het, dat deze jonge mensen vanuit hun eigen overwegingen, zonder de mogelijkheid deze aan theorie of prac- tijk van andere socialistische partijen te toetsen, een programma hebben ontwikkeld, dat volkomen modern aandoet. De aanwezigheid en activiteit van talryke illegale organisaties in de re gime-kampen van Workoeta is voor de zojuist aangekomen Midden-Euro peanen misschien wel het meest ver bazingwekkende fenomeen. De groepen zijn kader-organisaties, die opzettelijk klein zijn gehouden, om de M.G.B. in het kamp zo weinig mogelyk aanknopingspunten voor te genactie te bieden. Hun activiteit kan ongeveer worden vergeleken met die der illegale groepen in de Duitse con centratiekampen 19331945; bestrij ding van het spionnen-systeem, waar bij bijzonder gevaarlijke spionnen ter dood worden gebracht, zonder dat de M.G.B. er gewoonlijk in slaagt achter de daders te komen; verster king van het nationale saamhorig heidsgevoel, de belangrijkste morele factor tegen de door de kampleiding gevoerde politiek van „nationale ano- niemisering"; materiële hulpacties voor behoeftige gevangenen, hulp voor zieke gevangenen in bijzondere gevallen, byvoorbeed door het inza melen van geld voor aankoop van een anders voor gevangenen onbereikba re hoeveelheid penicilline; -technische voorbereidingen voor het geval van oorlog, waarover in dit artikel om be- jrljpélljke redenen San worden bericht. niet uitvoeriger De leiders van de afzonderlijke groe- Sen onderhouden met elkaar contact oor het uitwisselen van informatie materiaal, lijsten van spionnen enz. betrouwbare en de bestge- De meest 1 organiseerde groepen zijn die van de Esten, de Letten, en de Litauers. Het minst betrouwbaar en dikwijls sterk door spionnen geïnfiltreerd zjjn de groepen van de Russen, hetgeen be grijpelijk is, want hier ontbreekt de band van nationaal verzet, tegen de vreemde onderdrukker, die by de an dere nationaliteiten wel aanwezig is. Het gebrek aan vertrouwen, dat ka rakteristiek is voor de betrekkingen tussen de niet-Russische groepen en de Russische, gaat zelfs zover, dat zij dikwyls niet eens de gebruikelijke in formaties uitwisselen. Helaas behaalde de M.G.B. in 1953 een succes door de arrestatie van het reeda gekozen illegale stakings-comi- té in schacht 1, dat ten dele Uit de zelfde personen bestond, die ook de illegale verzetsgroepen leidden. Daar door werd het uitbreken van de sta king in myn 1 verhinderd, waarvoor de aatum al was vastgesteld en die het signaal zou zyn, voor het uitroe pen van de staking in de vlak by de stad gelegen mijnen 8, 9, 10 en 11. Daardoor zou de staking van de reeds stakende Noordeiyke kampen 6, 7,14, 16, 29 en de T.E.Z. (de in aanbouw zU'nde grote electriBche centrale van Workoeta) op de in de nabyheid van de stad liggende kampen zyn overge slagen. Daartoe is het echter niet meer gekomen. ZOALS DE OUDEN NIET ZONGEN Vrouw of man in dracht wordt vaak neerbuigend behandeld. In de Kantlijn van het no. van 28 April wordt o.a. geschreven, dat men het Zeeuwse costuum op marktdagen op ruime schaal kan bewonderen. Ieder zal het echter opvallen, dat he t costuum niet op ruime schaal maar schaars is te zien. Dat was 30 en meer jaren terug Wel zo. Als dr. P. H. Ritter thans zijn Zeeuwse Mijmeringen moest schryven, zou hy het niet hebben over een folklorisclie maskerade. Nu domineren niet meer de witte mutsen tussen de kramen. De vrouw in Walcherse dracht komt ook niet meer op haar Zondags ter markt. De gouden strikken met echte pa rels hangen niet aan de krullen. Het mooiste snoer koralen met slot heeft zij thuis gelaten evenals vaak ook de zwarte schort. Zelfs de zilveren beugeltas, die onder die schort werd gedragen, schynt niet meer te be staan. Dan spreekt de Kantlijnschrijver van bewonderen. Ik geloof wel, dat hy persooniyk dat doet. maar wellicht is het hem met zo bekend, dat het „burgerpubliek" dat niet doet, inte gendeel. Een boer en een boerin in Zeeuws costuum wordt als een min dere beschouwd. Ik zou daarvan frappante voorbeelden kunnen noe men. En dit is de eerste en grootste oorzaak, dat het Zeeuwse costuum verdwijnt en niet, zoals vaak wordt gezegd, omdat de stoffen, waarvan de kleding gemaakt, wo^dt, niet ,meer te krygen zouden zijn. Reeds meer dan 25 jaar terug begon het met de jeugd en thans is er geen. enkel schoolkind meer in Zeeuws costuum. Zeer velen hebben zich ook „ver kleed" tussen de 15 en 25-jarige leeftyd, zodat het een zeldzaamheid is een vrouw in dracht te zien bene den de 30 jaar. Waarom, Omdat een z.g. boerin als een minderwaardig persoon wordt beschouwd. Zelfs de winke- Prbus Charles en Prinses Anne, de kinderen van Koningin Elisabeth en dê hertog van Edinburgh aan boord van het Koninklijke jacht Brittania voor Gibraltar. lier* in de stad doen daaraan mee, ofschoon het wel een weinig verbe terd is terwille van de klandizie. Een Walcherse boerin werd vroeger toe gesproken als „bazinne." Maar nog zyn er winkels, waar een Walcherse boerin anders wordt toegesproken dan en „dame" met een japon aan, of schoon de winkeliers zeer goed we ten, welke betrokking haar man in het burgerlijk leven bekleedt. Saskia schreef een paar jaar ge leden in haar rubriek „Van Vrouw tot Vrouw" letterlijk: In de winkels der provinciesteden laat rnen een „boerin" rustig wachten voor een „dame", ook al draagt de boerin voor honderden guldens aan het lijf en kan de dame van armoe de deur niet vinden." Over die achteruitstelling zou nog heel wat te schryven zyn. Wij willen eindigen met een paar voorbeelden van recente datum. In het maandblad Vrouwenpost van Februari 1954 schrijft mevr. M. V. W.—W. te S. (klaarblijkelijk Se- rooskerke), dat een vrouw in dracht buiten de provincie wordt aange gaapt als een byzonderheid en ook soms erg lastig gevallen." In Zee land wordt zij niet lastig gevallen, maar over het algemeen toch als minderwaardig beschouwd, hetgeen ook blijkt uit het volgende. Onder een groepje Vlissingse jeugd was, zoals dat meer voorkomt ruzie. Een der kinders riep met minachting tot zyn wederparty: „En jouw moeder is een boerin!" Zoals de ouden zingen, niet zon gen, piepen de jongen. Men kan het begrypen, dat veel meisjes of vrou wen de hoerendracht niet willen dra den als boerenstraf en zich „verkle ien.'-' B. J. de M. Naschrift der redactie. Reden te meer om, zOals wy in onze Kantlijn bepleitten, te streven naar eerherstel voor het Zeeuws costume, desnoods door het tot Zeeuwse -feestdracht te maken. 74. Het liefst had Jlmmy tegen Miebet gezegd, dat zij hem wat meer over dat kasteel en wat minder over die dwaze jonkheer Van Doezelen moest vertellen, maar hij wi6t wel, dat, als Miebet eenmaal aan het vertellen was geslagen, er geen remmen aan was „Ja", zei Miebet en zij lachte al bij voorbaat over hetgeen ze vertellen ging, „....en eens op een nacht is-ie bij de oude barones van de Broekenburg gaan spoken. Het goeie mens is zich een ongeluk ge schrokken. Hij had aan z'n moeder een groot linnen laken gevraagd, want dat had-ie van t'n vrouw na tuurlijk nooit los gekregen en toen is-ie door de onderaardse gang die de twee kastelen verbindt, toen is-ie daar doorheen...." Maar Miebet Kreeg nu geen kans meer haar verhaal te beëindigen, want Jimmy maakte van louter vreugde een luchtsprong van wei anderhalve meter. „Mtebet!" riep hij. .Miebet, nu is het raadsel opgelost. Nu weet ik zeker waar de die venbende zit en waar Jantien is en de barones en ik weet nu ook waar onze Jack isl" Miebet keek haar broodheer met stomme verbazing aan.. „Omdat ik u van die onderaardse gang vertelde?" vroeg zij. „Jaaa Miebet!" riep Jimmy uitgelaten „Om die on deraardse gang die de twee kastelen verbindt. Je weet toch zeker dat dat zo is?" „Mijn moeder heeft me d'r vaak genoeg van verteld", zei ze. „Die gang móét er zijn. Hoe zou de jonkheer anders bij de barones heb ben kunnen gaan spoken?" RAPPORT BIJNA GEREED Uitbreiding bibliotheekwezen (Van onze parlementaire redacteur) Het rapport van de onder voorzitterschap van de heer D. van Staveren staande, indertyd door de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen benoemde commissie voor de lectuurvoorziening: is met haar werkzaamheden gereed gekomen. Dezer dagen zo vernemen we zal haar rapport, een belangwekkend overzicht met nuttige adviezen, vooral van gewicht voor lectuurvoorziening ten plattelande, verschijnen. Mr. Kra nenburg heeft dit rapport samengesteld. Minister Cals zal het dan bestuderen en aangenomen mag worden, dat liet een aantal voorstellen van zyn kant tot gevolg zal hebben, die de lec tuurvoorziening zeer ten goede zullen komen. De kwestie is zeer urgent. Reeds enkele keren heeft minister Cals in de beide Kamérs der Staten-Generaal medegedeeld, dat hy het. rapport van de commissie wil afwachten, alvorens zyn standpunt in een aantal kwesties van lectuurvoorziening te bepalen. Vermoedelyk zullen, als hij de bedoe lingen van het rapport volgt, in de toeKomst enige honderdduizenden fuldens aan de lectuurvoorziening en koste worden gelegd. Het rapport gaat over ruim hon derd openbare leeszalen en bibliothe ken en hun werkzaamheden in de uit gebreidste zin, het behandelt het win- kelbibliothekenprobleem en besteedt vooral aandacht aan de lectuurvoor ziening op het platteland. Er zijn zes organisaties, die zich met het verspreiden van boeken op het platteland bezig houden: de Cen trale Vereniging voor reizende bibli otheken. de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, de Christelyke Jonge Mannen Vereniging, de Katholieke Centrale voor lectuurvoorziening, de Protestants-Christeiyke Lectuurraad en de Stichting ter bevordering van het particuliere bibliotheekwezen. Het zijn alle uitstekende organisaties, die eigen mensen in dienst hebben, zodat by de uitbreiding van de lec tuurvoorziening, die aan de minister zal worden voorgesteld, wat van hen verwacht kan worden. Toen het Rampenfonds verleden jaar vele tienduizenden guldens schonk voor de wederopbouw van de bibliotheken en leeszalen in de nood- gebieden, hebben deze organisaties de handen ineen geslagen en in onder ling beraad een comité gevormd, dat de verdeling der gelden op zich nam. De laatste tyd ontwikkelt zich ten plattelande een nieuwe methode van lectuurvoorziening. Wellicht zal het rapport van de commissie adviseren daaraan, onder medewerking van de zes organisaties, uitbreiding te ge ven. Meer en meer gaat men over tot de stichting van centrale bibliothe ken, ook wel genoemd districtsbiblio theken. Het zyn moederbibliotheken, van waaruit bepaalde streken of pro vincies bediend kunnen worden, zodat het platteland niet meer steeds is aangewezen op de grote steden. Er bestaat reeds zo'n bibliotheek by Zwolle voor Overijssel. Er is er een in Eindhoven en een in Breda. Ook Tiel heeft er een, daar gtreekboekerij Vogelpest in Oldebroek De vogelpest schynt in ons land nog steeds niet bedwongen te zijn. In Ol debroek zijn tot nu toe weer vier ge vallen van pseudo-vogelpest gecon stateerd. Vele honderden hoenders moesten worden afgemaakt. Door de burgemeester is een ophokgebod uit gevaardigd voor een groot deel der gemeente. genoemd en Alkmaar bezit zyn rei zende bibliotheek, die gébruik maakt van een „bibliobus", die de boeken rechtstreeks 'tot aan ver verwyderde agrariërs brengt. Aan deze methode, die nog geper- fectionneerd kan worden, zal vermoe delyk uitbreiding worden gegeven. mm\ ZATERDAG 15 MEI. HILVERSUM L 402 m 746 kc/S. 7.00— 24.00 KRO. - KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gewijde muz. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Gram. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.33 Waterst 9.40 Gram. 10.00 Voor de kleuters, 10.15 Dansmuz. 10.40 Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00 Angelus. 12,03 Gram. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Lichte muz. 12,50 Rep 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20 Amus. ork. 13.50 Gram. 14.00 Boekbespr. 14.10 Gram. 14.20 Engelse les 14.40 Ge- var. muz. 15.15 Kron. van letteren en kunsten 15.55 Promenade ork. en solist. 16.30 „De Schoonheid van het Grego riaans" 17.00 Voor de Jeugd. 18.15 Jour nalistiek weekoverz. 18.25 Lichte muz. 18.40 Regeringsuitz.: Atlantisch allerlei. 19.00 Nws. 19.10 Licnte muz. 19.20 Pari. overz. 19.30 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 „Lichtbaken", caus. 20.50 Gr. 21.00 Gevar. progr. 2150 Act. 22.00 „Een mens kan wat meemaken". 22.30 ,Wij lulden de Zondag in!", avondgebed en lit kal. 23.00 Nws. 23.15 Nws. in Esperanto. 23.22 Omr, ork. 23.50—24.00 Gram. HILVER8UM IL 298 m 1007 kc/s. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.05 VARA. 19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram.. 7.15 Gym, 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.35 Or gelspel. 8.55 Voor de vrouw 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgeschakeld", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Voor de ar beiders in de continubedrijven. 11.40 Cla- vecimbelrecital. 12.00 Gram 12.30 Land en tuinb. meded. 12.33 Gram 13.00 Nws. 13.15 VARA-Varia. 13.20 Dansork. 13.45 Sportpraatje. 14.00 Orgelspel. 14.20 Viool en piano 14.40 Amateursprogr. 15.15 PoL Kapel. 15.45 Boekbespr. 16.00 Radio Philh. orkest. 17.00 Weekjoumaal. 17.30 U.SA- Cabaret 18.00 Nws. en comm 18.20 Piano spel. 18.35 Lichte muziek. 19.00 Artistieke Staalkaart. VPRO: 19.30 .Passepartout", caus. 19.40 „Het Boek Handelingen", caus. 19.55 „Deze week", caus. VARA» 20.00 Nws. 20.05 Gevar. progr. 22,00 So cialistisch comm. 22.15 Weense muz. 22.40 „Onder de pannen", hoorspel. 23.00 Nws. 23.15—24 00 Gram. MAR' MARYBURCHELL De reis was tameiyk lang. maar ook nog al vermoeiend; ze moest twee maal overstappen en één keer lang op aansluiting wachten. Gelukkig kende Fiora het eerste deel van het traject uit de dagen, dat ze nog van haar huis naar de kostschool en van school weer huiswaarts re.sde. Toch was ze bij aankomst te Bellerton niet be paald fris meer en ook een tikje ze nuwachtig. Als de namiddagzon niet zo stralend had geschenen, zou ze zich erg in de put hebben gevoeld, vooral bij de herinnering aan het koele, ab soluut geen belangstelling tonend briefje, dat haar tante had gezonden. Tydens de reis had Fiora nog ge hoopt, dat tante Nan dit goed zou ma ken door haar aan het station te ko men afhalen. Helaas, er zat geen tante Nan in de enige wachtende auto. Een man van middelbare leeftyd, vermoe delyk zowel boerenarbeider als chauf feur, sprong van de bestuurdersplaats en tikte beleefd aan zijn pet. „Juffrouw Palmerey? zei hy, de naam zorgvuldig en vol nadruk op el ke lettergreep uitsprekend. „Ja", antwoordde Fiora. nu extra vriendeiyk glimlachend. Ten slotte vormde deze man het eerste aanra kingspunt met haar nieuwe omgeving, waar ze wel wat tegenop zag. „Is u van Brierly Manor V' „Ja, juffrouw". Hy hield de achter deur van de auto open en Fiora stapte in, al had ze liever op de voorbank plaats genomen en wat met hem ge praat. Onder het wegrijden stelde ze aar zelend de vraag: „Is het ver weg?" „Drie of vier myl" (een Eng. myi is 1609 m), luidde het antwoord, op vriendelyke toon gegeven. Blijkbaar was de man niet bijzonder spraak zaam en Fiora verviel dus in een nog al verlegen zwijgen. Gelukkig reed zy door een buitengewoon mooi land schap, dat niet naliet op het meisje meer gewend aan de strengere natuur van het Noorden, die, indruk te ma ken. Weldra kwamen ze in een nogal verwilderde, maar schilderachtige op- rylaan en na nog enkele minuten was de open plek voor Brierley Manor be reikt! By de eerste aanblik schatte Fiora het huis op de eerbiedwaardige ouder dom van circa een eeuw; ofschoon het gebouw er wel aantrekkelijk uitzag, miste het elke bepaalde stijl, "c Was niet meer dan een bekoorlyk, ietwat rommelig aandoend 19e eeuws land huis. De voordeur stond open, zodat Fio ra al dadelyk de lichte vierkante „hall" opmerkte, waardoor, naar zij bij het uitstappen verwachtte, wel ie mand ter verwelkoming op haar zou toetreden. Er kwam echter geen ster veling opdagen, zodat ze, zich omke rend, de chauffeur aarzelend vroeg: „Moet ik soms bellen of zo „Ik zou maar naar binnen gaan, Juf frouw; u zult wel iemand vinden", ried hy aan, zonder verder enige hulp te bieden dan wat het binnenbrengen van haar kofifcm betreft. „Die neem ik mee door het achterhuis; gaat u maar door de voordeur". Na deze woorden reed de man weg, terwyl Fiora nog buiten stond, in een naar ze vond, vry belachelijke positie. Maar kom. hij had haar gezegd, dat ze maar moest binnentreden en dat scheen het enige wat haar te doen stond. Nog een beetje weifelend, gaf zij tenslotte aan 's mans raad gehoor. Nog steeds zag ze niemand en na enige ogenblikken liep ze in de rich- huis besloeg. De kamer was streng maar smaak vol gemeubeld. In een stoel by het raam zat of beter lag een man met een krant, die htj met twee handen vasthield, voor zich. Fiora sag weinig meer van hem dan zijn lange, in hoge laarzen gestoken benen en zijn ry- broek. „Weet u, waar ik mevrouw Cardew kan vinden vroeg ze koeltjes, lang zamerhand enigszins ontstemd over de tot nu toe genoten, of juister niet genoten, ontvangst! „Niet precies", antwoordde de aan gesprokene, zonder zelfs de krant wat lager te houden. „Maar ik denk, dat ze wel voor de spiegel zal staan in nog weer een ->ndere nieuwe jurk. U zult haar waarschynlyk vinden als u de trap oploopt en zo gauw moge- ïyk naar links afslaat". Het gevoel van onbehagen nam bij Fiora vastere vormen aan. „Is u soms Lucas Cardew?" vroeg ze, op de bedriegeiyk zachte toon, die volgens Sarah „gevaar" betekende. „Die ben ik", klonk het, maar de krant bleef waar ze was, „Heeft iemand u ooit manieren ge leerd of aan het verstand gebracht, dat een heer behoort op te staan wan neer een dame binnenkomt „Mijn opvoeding is nogal verwaar loosd antwoordde de ander. „En ik twyfel of ik op de kwalificatie „heer" aanspraak kan maken". Toch liet hy nu zijn krant wat zak ken en Fiora werd zich plotseling be wust van bijna lichameiyk contact met een felle, open, ietwat spottende blik uit helblauwe ogen. Toen stond hy op en kon ze zyn lange, lenige gestal te waarnemen. „Ik ben Fiora... juffrouw Falme- rey", sprak ze wat onzeker, gevoelend dat er toch iets gezegd moest worden en ze elkaar niet sprakeloos konden biyven aanstaren. „Zo, zo", hernam hij haar koel en kritisch gadeslaand, ,,'t Lijkt byna of hy me by het gewicht wil kopen", dacht Fiora ontstemd. „Zo, dus jy bent Fiora, de bekoor lijke erfdochter, naar wie onze vriend Ashley Burrel zyn netten heeft uitge zet. Foei, je bent veel te knap voor Ashley Burrel. We zullen er een stok je voor moeten steken, denk ik". Fiora was nooit tevoren in haar nog jonge leven meer verbaasd en meer verontwaardigd geweest. Ash ley had haar gewaarschuwd, dat deze Lucas Cardew een fortuinjager was en ze had zich dan ook tevoren daar tegen gewapend. Maar ziet, reeds by zijn eerste woorden had hh laten ver luiden, dat hy alles van Asnley afwist en diens beschuldiging koel-onbe- schaamd naar hem zelf terug verwe zen. De vraag was: Hoe kende hy Ashley van naby en hoe wist hy van hun geheime verloving? Sterker nog: Hoe durfde hii op 't een en ander zul ke duidelyke, byna rechtstreekse toe spelingen maken? Tenslotte vond ze de spraak terug, maar haar stem klonk ijl en koud van ontstemming en achterdocht. „Probeert u my uit myn tent te lokken?" vroeg ze, terwyi ze zichzelf tot het beantwoorden van de blik uit die cynische, flikkerende ogen wist te dwingen. „Dat niet, maar ik schyn er toch in geslaagd", grinnikte hij. „Nu loop maar door. juffertje kruidje-roer-me- niet", en probeer Nan te vinden. Ik zei je al: ze zal wel op haar kamer zyn, paraderend in een nieuwe japon en bg zichzelf overleggend, hoe ze nu wel rt best nog méér geld kan uit geven". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 8