In het Workoeta-kamp herleefde
de hoop na Stalin's dood
On bekoóèw kao&n
ER IS GEEN EERBIED MEER
VOOR DE ZEEUWSE DRACHT
JIMMY en de Bende van Bolletje Bink
DE LECTUURVOORZIENING
OP HET PLATTELAND
uit nu AETHER
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 14 MEI 1954
DE OPSTAND DER VERTRAPTEN (V)
Nationale groepen tegen de
Russische geheime politie
(door Joseph Scholmer)
Welke voorwaarden voor een dergelijke bereidheid tot staking waren
aanwezig? De belangrijkste was zonder twijfel de dood van Stalin. Sinds
vele jaren werd het eind van de dictator door de gevangenen met een in
tensiteit gewenst, die in de annalen van de menselijke wanhoop zijn weerga
niet vindt. Ieder optreden in het openbaar werd met de grootste aandacht
gevolgd. De foto's, die by de weinig officiële gelegenheden worden gemaakt,
werden uitermate nauwkeurig bekeken.
Het negentiende congres van de communistische partij geeft nieuwe aan
leiding voor vervloekingen van Stalin. ..HU kan al bUna niet meer praten",
zegt een kolchosnik uit de Oekraine. „Een groot congres allemaal hou
den ze lange redevoeringen en de „snor" zegt bijna niets! Hij kan niet
meer. Hij moet al erg oud zijn. God geve, dat zijn ziel spoedig door Satan
wordt gehaald.
Een andere, onontbeerlijke "voor
waarde voor de staking, waren de
reeds sinds lange tijd bestaande ver
zetsgroepen in net lcamp, die op na
tionale grondslag zyn georganiseerd.
De groepen waren niet speciaal voor
de staking gevormd. Zij hadden grote
betekenis in het kamp, als uitdruk
king van de nationale verbondenheid
der gevangenen, hetgeen tevens een
directe materiële hulp door een soort
nationale hulporganisatie is. Toen de
staking binnen het bereik der moge
lijkheden kwam, bestonden reeds alle
technische en persoonlijke voorwaar
den een collectieve verzetactie. De
stakingsleiding, die in de diverse kam
pen uit vertegenwoordigers der ver
schillende naties werd gevormd, kon
reeds van een apparaat gebruik ma
ken, dat betrouwbaar was opgebouwd
en exact werkte. Zodra het noodzake
lijk was, werden ook geïmproviseerde
veiligheidsmaatregelen getroffen; de
eerste stakingsleiding werd gekozen
met de opdracht zich gedurende de
staking te exponeren, op het gevaar
af met grote waarschijnlijkheid te
worden gearresteerd; een tweede sta-
kingsleiaing stond gereed om op te
volgen.
Nationale groepen
Toen de staking was uitgebroken,
moesten de veiligheidsdiensten van de
M.G.B. vaststellen, dat zij in een
reeks mijnen met uitgebreide nationa
le groeperingen hadden te maken,
waarin meestal hun spionnen niet
hadden kunnen binnendringen. De le
den van deze nationale groepen had
den van de eerste dag ar contact met
de groepen der andere nationaliteiten;
een wezenlijk gunstige factor was,
dat tussen de beide voor de staking
belangrijke groepen, de Oekrainers
en de Litauers, geen wederzijdse po
litieke tegenstellingen bestonden,
maar dat zij in Workoeta bereid wa
ren vanuit een oude historisch ge
groeide anti-Poose basis ook gemeen
schappelijk op te treden.
Modern program.
Bij de Russen in het kamp speelt
de rol van verzetscomité de „Groep
der democratische socialisten", een in
hoofdzaak uit jonge, meestal uiter
mate begaafde studenten bestaande
illegale vereniging, die in alle regime
kampen aaijhangers telt. Het pro
gramma van deze groep vertoont naar
inhoud veel overeenkomst met dat
van de Labour Party. Zy hebben hun
ideeën ontwikkeld, zonder contact
met de traditie van de oude Russische
oppositie en zonder kennis van het
programma van de Europese socialis
tische partyen. Des te merkwaardiger
is het, dat deze jonge mensen vanuit
hun eigen overwegingen, zonder de
mogelijkheid deze aan theorie of prac-
tijk van andere socialistische partijen
te toetsen, een programma hebben
ontwikkeld, dat volkomen modern
aandoet.
De aanwezigheid en activiteit van
talryke illegale organisaties in de re
gime-kampen van Workoeta is voor
de zojuist aangekomen Midden-Euro
peanen misschien wel het meest ver
bazingwekkende fenomeen.
De groepen zijn kader-organisaties,
die opzettelijk klein zijn gehouden,
om de M.G.B. in het kamp zo weinig
mogelyk aanknopingspunten voor te
genactie te bieden. Hun activiteit kan
ongeveer worden vergeleken met die
der illegale groepen in de Duitse con
centratiekampen 19331945; bestrij
ding van het spionnen-systeem, waar
bij bijzonder gevaarlijke spionnen
ter dood worden gebracht, zonder dat
de M.G.B. er gewoonlijk in slaagt
achter de daders te komen; verster
king van het nationale saamhorig
heidsgevoel, de belangrijkste morele
factor tegen de door de kampleiding
gevoerde politiek van „nationale ano-
niemisering"; materiële hulpacties
voor behoeftige gevangenen, hulp
voor zieke gevangenen in bijzondere
gevallen, byvoorbeed door het inza
melen van geld voor aankoop van een
anders voor gevangenen onbereikba
re hoeveelheid penicilline; -technische
voorbereidingen voor het geval van
oorlog, waarover in dit artikel om be-
jrljpélljke redenen
San worden bericht.
niet uitvoeriger
De leiders van de afzonderlijke groe-
Sen onderhouden met elkaar contact
oor het uitwisselen van informatie
materiaal, lijsten van spionnen enz.
betrouwbare en de bestge-
De meest 1
organiseerde groepen zijn die van de
Esten, de Letten, en de Litauers. Het
minst betrouwbaar en dikwijls sterk
door spionnen geïnfiltreerd zjjn de
groepen van de Russen, hetgeen be
grijpelijk is, want hier ontbreekt de
band van nationaal verzet, tegen de
vreemde onderdrukker, die by de an
dere nationaliteiten wel aanwezig is.
Het gebrek aan vertrouwen, dat ka
rakteristiek is voor de betrekkingen
tussen de niet-Russische groepen en
de Russische, gaat zelfs zover, dat zij
dikwyls niet eens de gebruikelijke in
formaties uitwisselen.
Helaas behaalde de M.G.B. in 1953
een succes door de arrestatie van het
reeda gekozen illegale stakings-comi-
té in schacht 1, dat ten dele Uit de
zelfde personen bestond, die ook de
illegale verzetsgroepen leidden. Daar
door werd het uitbreken van de sta
king in myn 1 verhinderd, waarvoor
de aatum al was vastgesteld en die
het signaal zou zyn, voor het uitroe
pen van de staking in de vlak by de
stad gelegen mijnen 8, 9, 10 en 11.
Daardoor zou de staking van de reeds
stakende Noordeiyke kampen 6, 7,14,
16, 29 en de T.E.Z. (de in aanbouw
zU'nde grote electriBche centrale van
Workoeta) op de in de nabyheid van
de stad liggende kampen zyn overge
slagen. Daartoe is het echter niet
meer gekomen.
ZOALS DE OUDEN NIET ZONGEN
Vrouw of man in dracht wordt vaak
neerbuigend behandeld.
In de Kantlijn van het no. van 28 April wordt o.a. geschreven, dat men
het Zeeuwse costuum op marktdagen op ruime schaal kan bewonderen.
Ieder zal het echter opvallen, dat he t costuum niet op ruime schaal
maar schaars is te zien. Dat was 30 en meer jaren terug Wel zo. Als dr.
P. H. Ritter thans zijn Zeeuwse Mijmeringen moest schryven, zou hy het
niet hebben over een folklorisclie maskerade. Nu domineren niet meer de
witte mutsen tussen de kramen. De vrouw in Walcherse dracht komt ook
niet meer op haar Zondags ter markt. De gouden strikken met echte pa
rels hangen niet aan de krullen. Het mooiste snoer koralen met slot heeft
zij thuis gelaten evenals vaak ook de zwarte schort. Zelfs de zilveren
beugeltas, die onder die schort werd gedragen, schynt niet meer te be
staan.
Dan spreekt de Kantlijnschrijver
van bewonderen. Ik geloof wel, dat hy
persooniyk dat doet. maar wellicht
is het hem met zo bekend, dat het
„burgerpubliek" dat niet doet, inte
gendeel. Een boer en een boerin in
Zeeuws costuum wordt als een min
dere beschouwd. Ik zou daarvan
frappante voorbeelden kunnen noe
men. En dit is de eerste en grootste
oorzaak, dat het Zeeuwse costuum
verdwijnt en niet, zoals vaak wordt
gezegd, omdat de stoffen, waarvan
de kleding gemaakt, wo^dt, niet ,meer
te krygen zouden zijn. Reeds meer
dan 25 jaar terug begon het met de
jeugd en thans is er geen. enkel
schoolkind meer in Zeeuws costuum.
Zeer velen hebben zich ook „ver
kleed" tussen de 15 en 25-jarige
leeftyd, zodat het een zeldzaamheid
is een vrouw in dracht te zien bene
den de 30 jaar.
Waarom, Omdat een z.g. boerin
als een minderwaardig persoon
wordt beschouwd. Zelfs de winke-
Prbus Charles en Prinses Anne, de
kinderen van Koningin Elisabeth en
dê hertog van Edinburgh aan boord
van het Koninklijke jacht Brittania
voor Gibraltar.
lier* in de stad doen daaraan mee,
ofschoon het wel een weinig verbe
terd is terwille van de klandizie. Een
Walcherse boerin werd vroeger toe
gesproken als „bazinne." Maar nog
zyn er winkels, waar een Walcherse
boerin anders wordt toegesproken dan
en „dame" met een japon aan, of
schoon de winkeliers zeer goed we
ten, welke betrokking haar man in
het burgerlijk leven bekleedt.
Saskia schreef een paar jaar ge
leden in haar rubriek „Van Vrouw
tot Vrouw" letterlijk: In de winkels
der provinciesteden laat rnen een
„boerin" rustig wachten voor een
„dame", ook al draagt de boerin voor
honderden guldens aan het lijf en kan
de dame van armoe de deur niet
vinden."
Over die achteruitstelling zou nog
heel wat te schryven zyn. Wij willen
eindigen met een paar voorbeelden
van recente datum.
In het maandblad Vrouwenpost
van Februari 1954 schrijft mevr. M.
V. W.—W. te S. (klaarblijkelijk Se-
rooskerke), dat een vrouw in dracht
buiten de provincie wordt aange
gaapt als een byzonderheid en ook
soms erg lastig gevallen." In Zee
land wordt zij niet lastig gevallen,
maar over het algemeen toch als
minderwaardig beschouwd, hetgeen
ook blijkt uit het volgende. Onder
een groepje Vlissingse jeugd was,
zoals dat meer voorkomt ruzie. Een
der kinders riep met minachting tot
zyn wederparty: „En jouw moeder
is een boerin!"
Zoals de ouden zingen, niet zon
gen, piepen de jongen. Men kan het
begrypen, dat veel meisjes of vrou
wen de hoerendracht niet willen dra
den als boerenstraf en zich „verkle
ien.'-' B. J. de M.
Naschrift der redactie. Reden te
meer om, zOals wy in onze Kantlijn
bepleitten, te streven naar eerherstel
voor het Zeeuws costume, desnoods
door het tot Zeeuwse -feestdracht te
maken.
74. Het liefst had Jlmmy tegen Miebet gezegd, dat
zij hem wat meer over dat kasteel en wat minder over
die dwaze jonkheer Van Doezelen moest vertellen,
maar hij wi6t wel, dat, als Miebet eenmaal aan het
vertellen was geslagen, er geen remmen aan was
„Ja", zei Miebet en zij lachte al bij voorbaat over
hetgeen ze vertellen ging, „....en eens op een nacht
is-ie bij de oude barones van de Broekenburg gaan
spoken. Het goeie mens is zich een ongeluk ge
schrokken. Hij had aan z'n moeder een groot linnen
laken gevraagd, want dat had-ie van t'n vrouw na
tuurlijk nooit los gekregen en toen is-ie door de
onderaardse gang die de twee kastelen verbindt, toen
is-ie daar doorheen...." Maar Miebet Kreeg nu geen
kans meer haar verhaal te beëindigen, want Jimmy
maakte van louter vreugde een luchtsprong van wei
anderhalve meter. „Mtebet!" riep hij. .Miebet, nu is
het raadsel opgelost. Nu weet ik zeker waar de die
venbende zit en waar Jantien is en de barones en ik
weet nu ook waar onze Jack isl" Miebet keek haar
broodheer met stomme verbazing aan.. „Omdat ik
u van die onderaardse gang vertelde?" vroeg zij.
„Jaaa Miebet!" riep Jimmy uitgelaten „Om die on
deraardse gang die de twee kastelen verbindt. Je weet
toch zeker dat dat zo is?" „Mijn moeder heeft me d'r
vaak genoeg van verteld", zei ze. „Die gang móét er
zijn. Hoe zou de jonkheer anders bij de barones heb
ben kunnen gaan spoken?"
RAPPORT BIJNA GEREED
Uitbreiding bibliotheekwezen
(Van onze parlementaire redacteur)
Het rapport van de onder voorzitterschap van de heer D. van Staveren
staande, indertyd door de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen benoemde commissie voor de lectuurvoorziening: is met haar
werkzaamheden gereed gekomen. Dezer dagen zo vernemen we zal
haar rapport, een belangwekkend overzicht met nuttige adviezen, vooral
van gewicht voor lectuurvoorziening ten plattelande, verschijnen. Mr. Kra
nenburg heeft dit rapport samengesteld.
Minister Cals zal het dan bestuderen en aangenomen mag worden, dat
liet een aantal voorstellen van zyn kant tot gevolg zal hebben, die de lec
tuurvoorziening zeer ten goede zullen komen.
De kwestie is zeer urgent. Reeds
enkele keren heeft minister Cals in
de beide Kamérs der Staten-Generaal
medegedeeld, dat hy het. rapport van
de commissie wil afwachten, alvorens
zyn standpunt in een aantal kwesties
van lectuurvoorziening te bepalen.
Vermoedelyk zullen, als hij de bedoe
lingen van het rapport volgt, in de
toeKomst enige honderdduizenden
fuldens aan de lectuurvoorziening
en koste worden gelegd.
Het rapport gaat over ruim hon
derd openbare leeszalen en bibliothe
ken en hun werkzaamheden in de uit
gebreidste zin, het behandelt het win-
kelbibliothekenprobleem en besteedt
vooral aandacht aan de lectuurvoor
ziening op het platteland.
Er zijn zes organisaties, die zich
met het verspreiden van boeken op
het platteland bezig houden: de Cen
trale Vereniging voor reizende bibli
otheken. de Maatschappy tot Nut van
't Algemeen, de Christelyke Jonge
Mannen Vereniging, de Katholieke
Centrale voor lectuurvoorziening, de
Protestants-Christeiyke Lectuurraad
en de Stichting ter bevordering van
het particuliere bibliotheekwezen.
Het zijn alle uitstekende organisaties,
die eigen mensen in dienst hebben,
zodat by de uitbreiding van de lec
tuurvoorziening, die aan de minister
zal worden voorgesteld, wat van hen
verwacht kan worden.
Toen het Rampenfonds verleden
jaar vele tienduizenden guldens
schonk voor de wederopbouw van de
bibliotheken en leeszalen in de nood-
gebieden, hebben deze organisaties de
handen ineen geslagen en in onder
ling beraad een comité gevormd, dat
de verdeling der gelden op zich nam.
De laatste tyd ontwikkelt zich ten
plattelande een nieuwe methode van
lectuurvoorziening. Wellicht zal het
rapport van de commissie adviseren
daaraan, onder medewerking van de
zes organisaties, uitbreiding te ge
ven. Meer en meer gaat men over tot
de stichting van centrale bibliothe
ken, ook wel genoemd districtsbiblio
theken. Het zyn moederbibliotheken,
van waaruit bepaalde streken of pro
vincies bediend kunnen worden, zodat
het platteland niet meer steeds is
aangewezen op de grote steden.
Er bestaat reeds zo'n bibliotheek
by Zwolle voor Overijssel. Er is er een
in Eindhoven en een in Breda. Ook
Tiel heeft er een, daar gtreekboekerij
Vogelpest in Oldebroek
De vogelpest schynt in ons land nog
steeds niet bedwongen te zijn. In Ol
debroek zijn tot nu toe weer vier ge
vallen van pseudo-vogelpest gecon
stateerd. Vele honderden hoenders
moesten worden afgemaakt. Door de
burgemeester is een ophokgebod uit
gevaardigd voor een groot deel der
gemeente.
genoemd en Alkmaar bezit zyn rei
zende bibliotheek, die gébruik maakt
van een „bibliobus", die de boeken
rechtstreeks 'tot aan ver verwyderde
agrariërs brengt.
Aan deze methode, die nog geper-
fectionneerd kan worden, zal vermoe
delyk uitbreiding worden gegeven.
mm\
ZATERDAG 15 MEI.
HILVERSUM L 402 m 746 kc/S. 7.00—
24.00 KRO.
- KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gewijde
muz. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00
Nws.- en weerber. 8.15 Gram. 9.00 Voor
de huisvrouw. 9.33 Waterst 9.40 Gram.
10.00 Voor de kleuters, 10.15 Dansmuz.
10.40 Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.45
Gram. 12.00 Angelus. 12,03 Gram. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Lichte muz.
12,50 Rep 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20
Amus. ork. 13.50 Gram. 14.00 Boekbespr.
14.10 Gram. 14.20 Engelse les 14.40 Ge-
var. muz. 15.15 Kron. van letteren en
kunsten 15.55 Promenade ork. en solist.
16.30 „De Schoonheid van het Grego
riaans" 17.00 Voor de Jeugd. 18.15 Jour
nalistiek weekoverz. 18.25 Lichte muz.
18.40 Regeringsuitz.: Atlantisch allerlei.
19.00 Nws. 19.10 Licnte muz. 19.20 Pari.
overz. 19.30 Gram. 20.25 De gewone man.
20.30 „Lichtbaken", caus. 20.50 Gr. 21.00
Gevar. progr. 2150 Act. 22.00 „Een mens
kan wat meemaken". 22.30 ,Wij lulden de
Zondag in!", avondgebed en lit kal. 23.00
Nws. 23.15 Nws. in Esperanto. 23.22 Omr,
ork. 23.50—24.00 Gram.
HILVER8UM IL 298 m 1007 kc/s. 7.00
VARA. 10.00 VPRO. 10.05 VARA. 19.30
VPRO. 20.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram.. 7.15 Gym,
7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.35 Or
gelspel. 8.55 Voor de vrouw 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00
„Tijdelijk uitgeschakeld", caus. 10.05
Morgenwijding. VARA: 10.20 Voor de ar
beiders in de continubedrijven. 11.40 Cla-
vecimbelrecital. 12.00 Gram 12.30 Land
en tuinb. meded. 12.33 Gram 13.00 Nws.
13.15 VARA-Varia. 13.20 Dansork. 13.45
Sportpraatje. 14.00 Orgelspel. 14.20 Viool
en piano 14.40 Amateursprogr. 15.15 PoL
Kapel. 15.45 Boekbespr. 16.00 Radio Philh.
orkest. 17.00 Weekjoumaal. 17.30 U.SA-
Cabaret 18.00 Nws. en comm 18.20 Piano
spel. 18.35 Lichte muziek. 19.00 Artistieke
Staalkaart. VPRO: 19.30 .Passepartout",
caus. 19.40 „Het Boek Handelingen",
caus. 19.55 „Deze week", caus. VARA»
20.00 Nws. 20.05 Gevar. progr. 22,00 So
cialistisch comm. 22.15 Weense muz. 22.40
„Onder de pannen", hoorspel. 23.00 Nws.
23.15—24 00 Gram.
MAR'
MARYBURCHELL
De reis was tameiyk lang. maar ook
nog al vermoeiend; ze moest twee
maal overstappen en één keer lang op
aansluiting wachten. Gelukkig kende
Fiora het eerste deel van het traject
uit de dagen, dat ze nog van haar
huis naar de kostschool en van school
weer huiswaarts re.sde. Toch was ze
bij aankomst te Bellerton niet be
paald fris meer en ook een tikje ze
nuwachtig. Als de namiddagzon niet
zo stralend had geschenen, zou ze zich
erg in de put hebben gevoeld, vooral
bij de herinnering aan het koele, ab
soluut geen belangstelling tonend
briefje, dat haar tante had gezonden.
Tydens de reis had Fiora nog ge
hoopt, dat tante Nan dit goed zou ma
ken door haar aan het station te ko
men afhalen. Helaas, er zat geen tante
Nan in de enige wachtende auto. Een
man van middelbare leeftyd, vermoe
delyk zowel boerenarbeider als chauf
feur, sprong van de bestuurdersplaats
en tikte beleefd aan zijn pet.
„Juffrouw Palmerey? zei hy, de
naam zorgvuldig en vol nadruk op el
ke lettergreep uitsprekend.
„Ja", antwoordde Fiora. nu extra
vriendeiyk glimlachend. Ten slotte
vormde deze man het eerste aanra
kingspunt met haar nieuwe omgeving,
waar ze wel wat tegenop zag. „Is u
van Brierly Manor V'
„Ja, juffrouw". Hy hield de achter
deur van de auto open en Fiora stapte
in, al had ze liever op de voorbank
plaats genomen en wat met hem ge
praat.
Onder het wegrijden stelde ze aar
zelend de vraag: „Is het ver weg?"
„Drie of vier myl" (een Eng. myi is
1609 m), luidde het antwoord, op
vriendelyke toon gegeven. Blijkbaar
was de man niet bijzonder spraak
zaam en Fiora verviel dus in een nog
al verlegen zwijgen. Gelukkig reed zy
door een buitengewoon mooi land
schap, dat niet naliet op het meisje
meer gewend aan de strengere natuur
van het Noorden, die, indruk te ma
ken. Weldra kwamen ze in een nogal
verwilderde, maar schilderachtige op-
rylaan en na nog enkele minuten was
de open plek voor Brierley Manor be
reikt!
By de eerste aanblik schatte Fiora
het huis op de eerbiedwaardige ouder
dom van circa een eeuw; ofschoon het
gebouw er wel aantrekkelijk uitzag,
miste het elke bepaalde stijl, "c Was
niet meer dan een bekoorlyk, ietwat
rommelig aandoend 19e eeuws land
huis.
De voordeur stond open, zodat Fio
ra al dadelyk de lichte vierkante
„hall" opmerkte, waardoor, naar zij
bij het uitstappen verwachtte, wel ie
mand ter verwelkoming op haar zou
toetreden. Er kwam echter geen ster
veling opdagen, zodat ze, zich omke
rend, de chauffeur aarzelend vroeg:
„Moet ik soms bellen of zo
„Ik zou maar naar binnen gaan, Juf
frouw; u zult wel iemand vinden",
ried hy aan, zonder verder enige hulp
te bieden dan wat het binnenbrengen
van haar kofifcm betreft. „Die neem ik
mee door het achterhuis; gaat u maar
door de voordeur".
Na deze woorden reed de man weg,
terwyl Fiora nog buiten stond, in een
naar ze vond, vry belachelijke positie.
Maar kom. hij had haar gezegd, dat
ze maar moest binnentreden en dat
scheen het enige wat haar te doen
stond. Nog een beetje weifelend, gaf
zij tenslotte aan 's mans raad gehoor.
Nog steeds zag ze niemand en na
enige ogenblikken liep ze in de rich-
huis besloeg.
De kamer was streng maar smaak
vol gemeubeld. In een stoel by het
raam zat of beter lag een man met
een krant, die htj met twee handen
vasthield, voor zich. Fiora sag weinig
meer van hem dan zijn lange, in hoge
laarzen gestoken benen en zijn ry-
broek.
„Weet u, waar ik mevrouw Cardew
kan vinden vroeg ze koeltjes, lang
zamerhand enigszins ontstemd over
de tot nu toe genoten, of juister niet
genoten, ontvangst!
„Niet precies", antwoordde de aan
gesprokene, zonder zelfs de krant
wat lager te houden. „Maar ik denk,
dat ze wel voor de spiegel zal staan
in nog weer een ->ndere nieuwe jurk.
U zult haar waarschynlyk vinden als
u de trap oploopt en zo gauw moge-
ïyk naar links afslaat".
Het gevoel van onbehagen nam bij
Fiora vastere vormen aan.
„Is u soms Lucas Cardew?" vroeg
ze, op de bedriegeiyk zachte toon, die
volgens Sarah „gevaar" betekende.
„Die ben ik", klonk het, maar de
krant bleef waar ze was,
„Heeft iemand u ooit manieren ge
leerd of aan het verstand gebracht,
dat een heer behoort op te staan wan
neer een dame binnenkomt
„Mijn opvoeding is nogal verwaar
loosd antwoordde de ander. „En ik
twyfel of ik op de kwalificatie „heer"
aanspraak kan maken".
Toch liet hy nu zijn krant wat zak
ken en Fiora werd zich plotseling be
wust van bijna lichameiyk contact
met een felle, open, ietwat spottende
blik uit helblauwe ogen. Toen stond hy
op en kon ze zyn lange, lenige gestal
te waarnemen.
„Ik ben Fiora... juffrouw Falme-
rey", sprak ze wat onzeker, gevoelend
dat er toch iets gezegd moest worden
en ze elkaar niet sprakeloos konden
biyven aanstaren.
„Zo, zo", hernam hij haar koel en
kritisch gadeslaand, ,,'t Lijkt byna of
hy me by het gewicht wil kopen",
dacht Fiora ontstemd.
„Zo, dus jy bent Fiora, de bekoor
lijke erfdochter, naar wie onze vriend
Ashley Burrel zyn netten heeft uitge
zet. Foei, je bent veel te knap voor
Ashley Burrel. We zullen er een stok
je voor moeten steken, denk ik".
Fiora was nooit tevoren in haar
nog jonge leven meer verbaasd en
meer verontwaardigd geweest. Ash
ley had haar gewaarschuwd, dat deze
Lucas Cardew een fortuinjager was
en ze had zich dan ook tevoren daar
tegen gewapend. Maar ziet, reeds by
zijn eerste woorden had hh laten ver
luiden, dat hy alles van Asnley afwist
en diens beschuldiging koel-onbe-
schaamd naar hem zelf terug verwe
zen. De vraag was: Hoe kende hy
Ashley van naby en hoe wist hy van
hun geheime verloving? Sterker nog:
Hoe durfde hii op 't een en ander zul
ke duidelyke, byna rechtstreekse toe
spelingen maken?
Tenslotte vond ze de spraak terug,
maar haar stem klonk ijl en koud
van ontstemming en achterdocht.
„Probeert u my uit myn tent te
lokken?" vroeg ze, terwyi ze zichzelf
tot het beantwoorden van de blik uit
die cynische, flikkerende ogen wist te
dwingen.
„Dat niet, maar ik schyn er toch in
geslaagd", grinnikte hij. „Nu loop
maar door. juffertje kruidje-roer-me-
niet", en probeer Nan te vinden. Ik
zei je al: ze zal wel op haar kamer
zyn, paraderend in een nieuwe japon
en bg zichzelf overleggend, hoe ze nu
wel rt best nog méér geld kan uit
geven".
(Wordt vervolgd).