President van rechtbank beticht verdediging van oneerlijk spel STRALEND WEER BEDREIGT DE DRINKWATERVOORZIENING FELLE HEIDEBRANDEN WOEDDEN OP DE VELUWE Nederlandse Spoorwegenspuiten! VRIJDAG 14 MEI 1954 PROVINCIALE ZEEUW3E COURANT Het Wereldgebeuren Oude twistappel De Romeinen hebben in de tweede eenw van onze. jaartelling Ter geste gesticht en vandaag aan de dag lijdt de wereld nog aan de gevol gen van die stichting. Tergeste werd Triëst en Triest werd een twistappel. Er is een bibliotheek volgeschreven over de twisten rondom Triëst en het wonderlijke is. dat de bevolking van Triëst eigenlijk zijde spint bij de twis ten. Op het ogenblik zou men in Triëst niets liever willen dan dat de onenigheid tussen Joego-Slavië en Ita lië voortduurdeen dat hangen de de twisten de haven door beide partijen en ook door Oostenrijk werd gebruikt, opdat de Triëstenaren daaraan dik zouden verdienen. Voorts zou men willen, dat de Britse en Amerikaanse bezettingstroepen voor goed in de stad bleven, want die troepen slaan een aardige duit stuk. Het ziet er echter niet naar uit. dat deze rooskleurige toestand nog lang zal duren. De Britten en Amerikanen voelen niets voor eeuwigdurende be zetting van de schone haven. De ministers Eden en Foster Dulles willen hun Britse en Amerikaanse soldaten zo snel mogelijk terugtrek ken en ze hebben daarom met maar schalk Tito een accoord over Triëst bestudeerd. Dat accoord is door de heer Tito enigszins voorbarig bekend gemaakt, omdat hij er blijkbaar nogal trots op is. Tito is bereid te aanvaarden, dat de haven geheel aan Italië komt met het grootste deel van de zone, die thans door Brits-Amerikaanse troepen is bezet. Aan Tito echter zal toevallen ae kleine haven Capodistria. Engeland en Amerika zullen die haven uit breiden en verbeteren en bovendien een weg en een spoorweg aanleggen om Capodistria te verbinden met het Joegoslavische achterland. Het is duidelijk wat Tito wil. Hij wenst niets meer met Triëst te ma ken te hebben en bouwt met buiten landse hulp een eigeh Joegoslavische haven. Dat zou wel eens de genadeslag voor Triëst kunnen worden, want op die wijze wordt Triëst een stad zonder achterland. In Triëst en in Italië begrijpt men dat zeer wel. Vandaar, dat de burge meester van Triëst met een somber gezicht rondloopt en dat de Italiaanse regering zich volstrekt niet gehaast heeft om de heer Tito met gejuich naar Rome te laten komen- Dat moet voor de Engelse en Ame rikaanse bemiddelaars, die Tito tot volledige afstand van Triëst bewogen, wel een beetje teleurstel lend zijn geweest, Zij hadden uit de richting Rome wel enig enthousiasme verwacht. Nu ziet het er naar uit. dat Enge land en de Verenigde Staten zelfs nog enige druk op de Italiaanse regering moeten uitoefenen om de oplossing van het Triëst-geschil door te zetten. Daarbij staat dan op de achtergrond de wens, dat Italië nauwer zal gaan samenwerken met Joego-Slavië. Grie kenland en Turkije, welke drie lan den in het Balkan-pact verenigd zijn. Voorlopig zal dat wel een vrome wens blijven, want de tegenstellingen tussen de Italianen en Joegoslaven zijn vooralsnog te groot om een nau wer contact toe te laten. Maar het Triëst-geschil gaat de we reld uit.... ten koste van de Triëste naren! In Nederland afnemend aantal echtscheidingen Egyptenaren scheiden het meest Uit het zojuist verschenen demo grafisch jaarboek 1953 van de Ver enigde Naties blijkt, dat het percenta ge echtscheidingen in Egypte verre weg het grootste ter wereld is, name lijk 209 op elke 10 000 huwelijken. Dit is altijd nog dubbel zoveel als in de Verenigde Staten, waar „slechts" 104 van elke 10.000 huwelijken door echt scheiding worden ontbonden. In West-Berlijn weerspiegelen zich ook in dit opzicht de gevolgen van oorlog en bezetting. Alleen al in de periode van 1949 tot 1951 eindigden in deze stad 139 van alle 10.000 huwe lijken door echtscheiding. Voor de overige Europese landen ligt dit cij fer veel lager. In België werd ten aan zien van 30 op elke 10.000 huwelijken de echtscheiding uitgesproken, in Lu xemburg 20. in Frankrijk 49. in West- Duitsland 64, in het Verenigde Ko ninkrijk 26. in Denemarken 68. in Zweden 49 en in Noorwegen 32. Wat Nederland betreft is volgens het jaarboek een daling in 't aantal echt scheidingen te constateren, namelijk van 45 in de periode 19461948 tot 28 in de periode 1950—1952. Terwijl vrij wel alle landen een verhoging van het aantal echtscheidingen te zien geven, is dus in Nederland een omgekeerde tendenz merkbaar. Vrijspraak inzake „luchtmachtaffaire" De Rotterdamse rechtbank heeft de 57-jarige E. G. uit Rotterdam, die vroeger adjunct-directeur van een Rotterdams handelshuis was, vrijge sproken. Volgens de officier van justitie zou hij medeplichtig geweest zijn aan een oplichting, ten nadele van het ryk ge pleegd door W. J. van B.. die enige jaren geleden als reserve eerste lui tenant belast is geweest met de inkoop van textiel voor de luchtmachtaan- schaffingsdienst. Het was B. als inko per verboden aan het rijk te leveren en om dit toch te kunnen doen vroeg hij de hulp van G. B. leverde goede ren aan het rijk en G. zou tweemaal een factuur van zijn firma hebben in gediend, zodat het leek alsof het Rot terdamse handelshuis de goederen had geleverd. De eis was een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek. ZEVENDE DAG VAN PRO CES TEGEN BERKELSE A RTS Mysterieuze „zelfmoordbriefjes" van mevrouw O. Op de zevende dag van het proces te gen de Berkelse arts O., heeft de Haagse rechtbank een begin gemaakt met het horen van getuigen in de mysterieuze „briefjeskwestie". Allereerst werd verdachte verhoord. In'Juni 1953 had O. aan zyn ver dedigers een briefje ter hand gesteld, dat volgens O. afkomstig was van zijn vrouw. In dit briefje zegt mevrouw O. zelfmoord te willen plegen en zy zet er in uiteen hoe zij de zelfmoord zal plegen. In het in blokschrift geschreven briefje verklaart mevrouw O., dat zy de zelfmoord zo zal plegen, dat op niemand verdenking zal vallen. Het briefje had O. gevonden in een fotomapje, nadat hy 9 maanden was gedetineerd geweest. In het mapje, dat O. in zyn colbertjasje had bewaard, bevond zich een foto van twee van zijn kinderen. Toen O. het mapje wilde weggooien, vond hy achter de foto het briefje van zyn vrouw. O. heeft daarop het briefje aan zijn beide raadslieden ter hand gesteld. Deze hadden hem gezegd, dat zij het briefje zouden onderzoeken en vroe gen om vergelijkingsmateriaal, zodat zij konden laten nagaan of het hand schrift van het briefje inderdaad van mevrouw O. was. Hoewel op de foto het handschrift van mevrouw O. stond, had verdachte de foto niet aan zijn verdedigers gegeven. „Waarom niet?", zo vroeg de pre sident. „Het was de enige die ik van mijn kinderen had", aldus O. „Maar er staat hier zoveel op het spel", zei de president. Het handschrift achter op de foto wilden de verdedigers bij voorkeur niet gebruiken, omdat de foto af komstig was van O. Het tweede briefje had O. zo zeide hij het eerst gezien op het bureau van de adjunct-directeur van de gevangenis, waar O. zich bevond. Het briefje zou volgens O. op de proppen zijn gekomen, toen hg naar zyn manchetknopen liet zoeken. Hij was er zelf voor naar de badcellen gegaan om er ook tussen zgn fouil lering te zoeken. De badmeester vond het briefje in de portefeuille van O. Het dateerde van 1951 en bevatte o. m. een verzoekje aan O. om mevrouw O. op te halen met de auto uit Am stelveen, waar zij toen logeerde. Mevrouw O. schreef meestal geen blokschrift, merkte de president op. „Zij schreef mij altijd in blokschrift" aldus verdachte. Toen ik in militaire dienst was, kon ik haar brieven niet ontcijferen. Toen heb ik haar ge vraagd voortaan in blokschrift te schrijven". Mr. van 't Hoff Stolk, een der ver dedigers, deelde aan de rechtbank mede, dat de verdedigers aanvanke lijk met zeer grote reserve en twijfel de briefjes hadden geaccepteerd en dat zij eerst veel later, na een eer ste onderzoek door een grafoloog de mogelijkheid dat de briefjes echt .wa ren, toch nog met enige twijfel. Had den willen aanvaarden. De Officier van Justitie, mr. De Lint, wilde de verklaring van O. blij ven betwijfelen, omdat men zyns in- 805. De moderne schaakmeesters onder scheiden verschillende openingèn, die reeds bij de aanvang van het spel het verloop enigszins aangeven. Precies hetzelfde deden de Perzen en Ara bieren 1000 jaar geleden. De Perzi sche grootmeester Allajlaj die in 970 in Sjiraj woonde en wiens volledige naam Abdoelfaraj Almuzaffar ibn Sa'id of, afgekort Lilaj luidde, schreef een standaardwerk over schaken waarin hij vier openingen noemde t.w. muhjannah (de snelle), saif (het zwaard), maslia'ickni (de sheik) en say gal' (de rivierWe vermelden dit slechts opdat u wete, dat de oudste partij die volledig tot ons is gekomen, volgens de sayyal (rivier-) opening werd gespeeld. Daar gaat dan de schaakpartij die bijna 1000 jaar oud is (en waarbij u in nnnninft herinnering wilt UlluIIlllU houden de bewe- r gingsbeperking van de verschillen de stukken, wélke wij de vorige maal hebben opgenoemd? Opening: sayyal. 1 gZgS, g7—g6; 2 gSgh, Pƒ6; S eZeS, e7e6; 4 Pgl—eZ, d7d6; 5 Thl—gl, c7—c6; 6 f2fs,b7b6; 7 f3—f4, o7a6; 8 f4—f5, g6Xf5; 9 g4Xf5, e6Xf5; 10 Lfl—hS, Pg8—e7; 11 Tgl—fl, Th 8—g8; 12 PeZgS, Tg8—g5; 18 LhS f5, h7h6 paard e7 neemt natuurlijk de minder waardevolle f5 niet. 1/, Lf5—h8, Pb8d7; 15 d2d8, d6— d5; 16 cZcS, Dd8c7; 17 bZbS, Ta8a7; 18 c3—c4, Lf8d6; 19 Pbl cS, Lc8e6; 20 cJfXd5, c6Xd5; 21 dS—dJ,. Ld6—f8; 22 Tfl—fZ, Dc7— d6; 23 bS—bl,, Ta7c7; 21, Kel—bZ, b6b5 op Le6c4 ware 25: b4b5 gevolgd. 25 Lela8J3d7b6; 26 La3 c5, Pe7c6; 27 a2—a3, Ke8—f 7; 28 Ddlc2, Le6cl,; 29 Talfl, Tg5— g6 of Pb6d7; Tf2—f5, Tg5Xf5 (niet Pc6Xd4 wegens eSXdl,); TflXf5, Pd7—b6: PgSh5.' 30 Pg3—h5, Kf7 e8 of Kf7—a8; Ph5Xf6 Kh8; Pf6 Xd5, Pb6Xd5; Tf2Xf8 Kg7; PcS Xdö! 31 Ph5Xf6', Ke8d8; 32 Pf6X d5. Tc7—b7 of 'Pb6Xd5; Tf2Xf8 Kd 7; PcS X d5; 33 Tf2Xf8', Kd8—d7; SI, LhS—f5', Kd7—e6; 35 Pd5—f4" mat, het véld e7 wordt bestréken doorLcS. Waaruit u kunt zien, dat een par tijtje schaak 1000 jaar geleden aan zienlijk minder dynamisch was dan tegenwoordig. Ziezo, nu stappen ice direct over op een andere vraag die een lezer ons stélde, n.l. waarom we iet op broeie rige dagen toch zo benauwd hébben. Inderdaad een passende vraag voor het voorjaar 1954'. H. Pétülon. I ziens wat dit betreft, in een dode hoek was geraakt. Het is in het hele proces steeds de houding van de ver dachte geneest troeven achter d« hand te houden. De president meende, dat de verde diging een betrouwbare indruk zou hebben gepiaakt, als zij direct de briefjes en de foto hadden gegeven ter onderzoeking. Verbazing en verontwaardiging Tot grote verbazing van de recht bank en tot heftige verontwaardi ging van de rechter-commissaris, mr. Stoffels, verklaarde O., dat hij al veel eerder van het bestaan van het briefje wist. Hy had het briefje niet gevonden, maar teruggevonden. Hij had het briefje het eerst ge zien veertien dagen nadat mevrouw O. uit het ziekenhuis was terugge keerd. Het briefje zou volgens O. slaan op een eergte zelfmoordpoging van zijn echtgenote met morphine, welke O. nog, zoals Hij zegt, heeft kunnen beletten. „Waarom hebt U'hierover niet eer der gesproken? Dit is allemaal ach teraf bedacht", aldus mr. Stoffels. Thans vertelde O. het gehele ver haal van de zelfmoordpoging van zyn vrouw. Het briefje had hij gevonden in de slaapkamer bij de teieloon toen zijn vrouw in de badkamer morphine poeders wilde innemen. In de apotheek, zo vervolgde O., had zijn vrouw de doos morphine poeders zo behandeld dat het leek, zoals ze ook in het briefje schreef, alsof er een vergissing was gemaakt. O. had later de doos poeders wegge gooid. Mevrouw O. had die nacht reeds poeders ingenomen. O. had de gehele nacht rondgelopen met haar om haar wakker te houden. Toen 's morgens om 6 uur de telefoon ging, vond hij het briefje. „En het briefje zou verstopt zgn, volgens wat er in staat"? vroeg de president. „Het was ook verstopt in een schrijfblokje bij de telefoon", ant woordde O. „Dus U wilt zeggen dat uw vrouw met opzet met morphinepoeders in de apotheek had geknoeid, riskeren de dat iemand, die zo'n poeder kreeg, er mogelijk aan zou kunnen ster ven?", vroeg de president. „Daar heeft zij natuurlijk niet aan gedacht", antwoordde O. Een der verdedigers, mr van 't Hoff Stolk zeide dat net zgn insziens be kend was dat het briefje sloeg op de eerste zelfmoordpoging. „Het begint er verdacht veel op te lijken, dat er bij de verdediging on eerlijk spel gaande is", merkte de president op. „Moeten wy dit nemen zo vroeg mr. Huygens aan mr. C. H. Telders, lid van de raad van toe zicht, die voor deze raad de zitting bijwoont. Mr. Telders richtte zich tot de president van de rechtbank: „Ilc ben hier, ter verdediging van de ver dedigers. Voor de goede gang van zake moge ik opmerken dat dit een incident is, dat de gestelde grenzen te buiten gaat. U uit verdenkingen te gen de verdediging". Mr. Telders verzocht de president deze verdenking terug te nemen. Na een toelichting door de rechter commissaris merkte mr. Telders op dat hy zich kon indenken, dat beide partyen langs elkaar heen hebben gesproken. Terwyl de ene party dacht aan de eerste zelfmoordpoging, dacht de andere party aan het wer kelijke overlyden van mevrouw O. De president wijzigde zyn opmer king hierna in zoverre, dat hy vond dat de verdediging weinig openhartig, heid had getoond door zo weinig in lichtingen te geven voor het onder zoek. Hierna werd als getuige gehoord mevrouw I. M. H.O. uit Arnhem, tante van O. Getuige verklaarde dat mevrouw O. erg onhartelijk was. Voorts zou zij vrij ruw zijn opgetre den tegen de kinderen. Mevrouw H. verklaarde dat mr. Huygens haar had gevraagd een verklaring te geven, dat zij een brief had gekregen van mevrouw O. in blokschrift, die ze later had wegge gooid. Zij had dit geweigerd. Mr. Huygens zou toen volgens de ze getuige hebben gezegd: „Het is toch uw neef. Dan kunt U toch best liegen". (Vervolg op pag. 7) DE ZON SCHROEIT Hongerend vee door onvoldoende hooivoorraad en slechte grasgroei. In ons ryk met water gezegende land wordt de voorziening met zoet wa ter met de dag actueler. Moeilijkheden bij de drinkwatervoorziening blyven niet uit. De geringe regenval van April en in de eerste helft van Mei heeft de grond waterstand reeds aanzienlijk lager dan normaal gehouden. Dit had tot ge volg, dat in nog niet door een drinkwaterleiding ontsloten gebieden vele putten droog vielen. In sommige gemeenten in het Oosten en Zuiden des lands moet thans drinkwater per tankwagen worden aangevoerd. Amsterdam is de eerste grote stad, die een beroep deed op de zuinig om springen met zoet water. In de pro vincie Utrecht is nog voldoende wa tervoorraad, maar dan moet de droogte niet te lang meer duren. De grondwaterstand is al een meter be neden het normale peil. Het Utrecht se bedrijf moet per dag 50.000 kubie ke meter water leveren. Door onder hoogspanning te werken, kan aan de vraag worden voldaan. Maar ook daar wordt reeds om zuinigheid met drink water gevraagd. De stad Den Haag kan het nog wel redden, dank zij de watervoorraden in de duinen. Toch kan bij aanhou dende droogte de toestand ook moei lijk worden, omdat de zoetwaterreser ves nu eenmaal niet onuitputtelijk zgn. Rotterdam met zyn rivierwaterlei ding kent op het ogenblik weinig zorgen. Alleen wanneer iedereen te- ~elyk zyn tuintje gaat sproeien kan ,et voorkomen, dat bewoners van hoog gelegen verdiepingen van water verstoken blijven. De landbouw, voor al in de hoog gelegen gebieden, snakt naar water. De droge, koude periode heeft de gewassen over het algemeen veertien dagen tot drie weken terug gehouden. In sommige streken ont stonden zandstormpjes, waarbij de jonge haver- en roggeplanten de men sen om de oren vlogen. De grote droogte van de laatste weken dreigt funest te worden voor de agrarische bedrijven in Kenne- merland. De aardbeien staan er slechter voor dan ooit. Indien de droogte nog 14 dagen zou aanhouden, moet men rekenen op minder dan de helft ener normale oogst. De kwe kers staan er eveneens slecht voor, doordat de bloembollen zich niet kun- nen ontwikkelen. Voor de boeren is de situatie reeds kritiek. Het vee hongert doordat de hooivoorraad onvoldoende ls en op de weilanden nog maar weinig gras groeit. Komt er spoedig regen, dan is het te verwachten dat gedeeltelijk de schade teniet zal worden Henry Morton Stanley, die op 10 Mei 1901, stierf, werd op zyn sterfdag m de Congo op waardige wijze her dacht. Bij het standbeeld van de grote ontdekkingsreiziger werd een plech tigheid gehouden, geleid door de gou. verneur-generaal van de Congo, de heer Petition. Het standbeeld, dat thans nog in Leopoldstad staat op gesteld, zal worden geplaatst op de top van de Leopoldsberg in de om geving van de hoofdstad van de Congo. Verdediging Z.O.-Azië De Nieuwzeelandse minister van buitenlandse zaken, Clifton Webb, heeft Donderdagavond te Londen ver klaard, dat de Westelijke geallieer den in beginsel zyn overeengekomen militaire besprekingen over een Zuid- Oost-Aziatisch verdedigingsverdrag te voeren. Indien de conferentie te Genève vastloopt beginnen deze besprekin gen misschien voor het einde van de conferentie, aldus Webb. Webb deed Londen aan, op weg van Genève naar Australië. De militaire besprekingen, die waar schijnlijk zullen worden bijgewoond door de Britse, Amerikaanse, Franse, Australische en Nieuw-Zeelandse stafchefs, hebben ten doel het gebied van 't voorgestelde pact vast te stel len en misschien het bepalen van een verdedigbare linie, zo zeide Webb. HONDERDEN BLUSSERS IN ACTIE Twee bungalows werden prooi der vlammen Het centrum van de Veluwe heeft gisteren te lijden gehad van twee hei debranden. Omstreeks elf uur werd vuur ontdekt in de hei bij het vlieg veld Teriet aan de weg Arnhem Apeldoorn. De strijd tegen de vlam- men werd begonnen met groot ma teriaal en om kwart over twaalf kon men zeggen dat men de toestand mees ter was Maar op hetzelfde ogenblik kwam de mededeling binnen, dat niet ver weg, onder Hoenderloo, ook een heidebrand was uitgebroken en dat die zich zeer ernstig liet aanzien. Blussers van Teriet vertrokken naar Hoender- lo en omstreeks twee uur kon worden gezegd dat men ook daar de vlammen meester was geworden. Bij Hoenderlo zijn vijfenvijftig ha heidegrond verloren gegaan. De brand bewoog zich in Zuidelijke richting naar het Deelerwoud en de schade had nog veel groter kunnen zijn als men er niet in was geslaagd de vlammen juist aan de grens van dit bos een halt toe te roepen. Bij Hoenderlo namen niet alleen de blussingsploegen aan de brandbestrijding deel die een uur te voren bij Teriet hadden gewerkt, maar ook militairen uit Apeldoorn, Stroe, de Wittenberg en andere plaatsen. In totaal streden rond vijftienhonderd ma ntegen de vlammen, die in de kurkdroge hei gretig voedsel vonden, terwijl ze nog werden aangewakkerd door de wind. Ook nu cirkelden vlieg tuigen van Deelen boven het branden de heideveld om aanwijzingen te ge ven, maar de rook was soms zo dik dat de toestellen niet te zien waren en de zon zelfs werd verduisterd. Tussen één uur en half twee sloeg het vuur op enkele plaatsen over de weg van Woeste Hoeve naar Hoenderlo en over de Krimpweg by Hoenderlo. Van dat ogenblik af liep ook het Deelerwoud ernstig gevaar. Twee op de hei ge bouwde bungalows werden een prooi van de vlammen, maar vlak voordat het vuur het Deelerwoud bereikte slaagden de honderden blussers erin de vlammen te bedwingen. Het vuur is ontstaan in het kam peercentrum Veluwshof. Met vuur gespeeld Donderdagmiddag is tussen Halle en Varsseveld circa vijf hectare hei de verbrand. De brand ontstond om streeks half zes, nadat twee jongens met vuur hadden gespeeld. De Nederlandse Spoorwegen gaf te Rotterdam een brandweerdemonstra tie. Een kijkje op het Haagse veer, waar op een gegeven moment niet minder dan 90 stralen een waar wa tergordijn produceerden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 5