Ruim 6 eeuwen geleden schreef
Juan Ruiz over de liefde
Er zijn weinig kansen voor
Nederlandse toneelschrijvers
Omvangrijk programma van
het 7e Holland-festival
JNederlandse )nderwijsfilm
doet uitstekend werk
Culturele Cavalcade
ZATERDAG 17 APRIL 1954
PROVINOI ALE ZEEUWSE COURANT
Een zeldzaam Geschrift
Nederlandse vertaling is de
iv/eede Ier wereld
AL IS ER de laatste jaren enige verbetering merkbaar, toch wordt de
Nederlandse boekenmarkt over het algemeen nog onvoldoende voorzien
van goede vertalingen uit het Spaans, en dat is te meer te betreuren, daar
de Spaanse literatuur zeer rijk is, en het aantal Nederlanders dat voldoen
de Spaans kent om de werken in het origineel te genieten, toch altijd nog
beperkt. Boeken uit het oud-Spaans blijven uiteraard al heel zeldzaam. Het
is daarom toe te juichen dat de Arbeiderspers in de hoogst belangwekken
de, keurig verzorgde en niettemin goedkope „Scriptorium-reeks" (de Reeks
van eeuwige schriften) een Nederlan dse vertaling 't licht heeft doen zien
van Juan Ruiz' „Libro de Buen Amor", een vertaling die met veel zorg is
vervaardigd door de bekende hispanoloog dr. G. J. Geers. Dit „Boek van
Goede Liefde", daterend uit ongeve er 1330, dat door velen als een van de
voornaamste werken der oude Spaans e literatuur wordt beschouwd, in be
langrijkheid volgend op de „Don Quyote" (van 1609) en „Le Celestina"
(van 1499), is, wat vertalingen betreft, wel een rara avis. Er bestond tot
nu toe alleen een vrijwel onvindbare vertaling in het Engels, daterend uit
1933. Deze Nederlandse vertaling van dr Geers is dus de tweede ter wereld,
en volkomen onafhankelijk tot stand gekomen, daar dr. Geers het werk van
zijn collega Elisha Kent Kane nooit in handen heeft gehad.
Het is een boek dat vele proble
men stelt, en het aantal studies en
beschouwingen, er aan gewijd, is dan
ook niet gering. Overigens wordt
men van die beschouwingen niet
veel wijzer: men weet bitter weinig
over Juan Ruiz, die aartspriester
van Hita'was, en eigenlijk nog min
der over zijn bedoelingen met dit al
lermerkwaardigste geschrift, dat
hier en daardoor afschrijvers waar
schijnlijk min of meer bedorven is,
en dat ook op zeer interessante pas
sages soms (opzettelijk?) is ver
minkt. Het is een amalgaam van
vroomheid en onkuisheid, van mo
raliserende levenswijsheid en aller-
dartelste vrouwenjagerij, van dorre,
vervelende beschouwingen en prach
tige, rijke uitbeeldingen van gevoe
lens en fantasie. Het is, tenslotte,
een mengeling van iets wat enkel
in het middeleeuwse Spanje moge
lijk was, nl. van Christelijk geloof
en moraal met 'n sterke Mohamme
daans-Joodse „laat-maar-lopen" in
slag.
wij zijn het persoonlijk eens met
diegenen die beweren dat men de
Spaanse volksaard en de Spaanse
kunst (vooral muziek, literatuur en
dans) nooit ten volle kan verstaan
als men de eeuwenlange beïnvloe
ding door de Arabische cultuur
(zelfs de uitspraak van de Spaanse
taal is door het Arabisch beïnvloed)
veronachtzaamt. Die invloed geldt
nog heden ten dage, hoeveel sterker
moet ze niet geweest zyn in de 14e
eeuw. Door dit specifieke geestelijke
klimaat onderscheiden de Spaanse
middeleeuwen, speciaal die van Cas-
tilië waar Ruiz leefde, zich sterk
van de „gewone" Europese middel
eeuwen, en wel in het bijzonder op
het gebied van de „buen amor", die
hier, al is er een aartspriester aan
het woord, geenszins de liefde tot
God betekent, maar de sexuele lief-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
de tussen de geslachten. De genoe
gens van die liefde wekten in de
Middeleeuwen (en nog vaak) spoe
dig schuld- of zondegevoelens, wat
weer aanleiding gaf en geeft tot
verdringingen e.d. met hun gevol-
fren, waarvan ook de Middeleeuwse
iteratuur wel voorbeelden geeft.
De Mohammedaan is in dit opzicht
veel argelozer en levensvreugdiger.
Juan Ruiz, levend in een wereld, be
paald door die twee invloeden, be
roepshalve en door zijn Christelijke
overtuiging geneigd tot moraliseren,
had waarschijnlijk te vurig stromend
Zuidelijk bloed in zijn aderen, en
ook al verzekert hij ons dat de „ik"
in znn boèk niet hijzelf is, al zyn
we desnoods bereid aan te nemen
dat hij zijn vleselijke verzoekingen
op deze manier al schrijvend en in
zyn fantasie levend heeft afgerea
geerd, toch kan men gerust zeggen
dat de „goede" en de „dwaze" lief
de in dit werk dermate door elkaar
lopen, dat de hele basis waarop het
berust, haast verloren gaat. De
hoofdschotel is, om het geheel maar
bij de juiste naam te noemen, een
boeiende verzameling van uiterst pi
kante liefdesperikelen en verleidin
gen, rijkelijk'geïllustreerd met kos
telijke dierfabels en dunnetjes ge
lardeerd met uiterst droge en onbe
zielde zedepreekjes. Het geheel voor
afgegaan en gesloten door gebeden
en lofzangen. Het merkwaardige
daarbij is, dat Ruiz nergens de in
druk wekt, een huichelaar te zijn;
men twijfelt evenmin aan de eerlijk
heid van zijn ootmoed als aan de
warmbloedigheid van zyn tempera
ment
DE KOPPELAARSTER
Een van de belangrijkste person-
nages uit dit boek is Urraca (Ek
ster) de koppelaarster, die door de
aartspriester in dienst wordt geno
men om zijn talloze liefjes gunstig
te stemmen en voor hem in te pal
men. Eenmaal beledigt hy het oude
wijfje nogal diep, en daar hy het
niet zonder haar stellen kan („een
mens kust wel eens een hand die
hij liever afgehouwen zou zien")
noemt hy haar in het vervolg op
haar verzoek „Buen Amor". Een
groot gedeelte van het boek bestaat
uit de gesprekken over en weer van
Urraca met de dames in kwestie,
waarbij allen zeer gul zijn met illu
strerende exempelen. Daaronder zijn
vele staaltjes van meesterlijke ver
telkunst. De aartspriester is echter
nooit erg gelukkig in zijn affaires
de coeur: de dames laten zich mees
tal vergeefs bidden, ofwel ze ster
ven spoedig nadat ze voor de ver
leiding van Urraca bezweken zijn,
zodat deze spoedig weer opnieuw op
het koppelaarspad moet.
Tenslotte sterft het oude wijfje,
wat de aartspriester tot een magis
trale vervloeking van de Dood in
spireert. Hy neemt daarna een
knechtje in dienst als bemiddelaar,
•die een „leugenaar, een drinker, een
dief en een knoeier, een vagebond,
een messetrekker, een vraat, een ru
ziezoeker, een kijver, een bijgelovige,
een vuilpoets, een domkop en een lui
aard" is, en waarmee hy d.n ook
weinig resultaat heeft en dan is het
boek uit.
De kunstige, veelvormige vers
techniek in de originele Spaanse uit
gave, kunnen we hier gevoeglijk bui
ten beschouwing laten, daar dr.
Geers het boek grotendeels in pro
za heeft vertaald, voor welk proza
we meer waardering kunnen oporen-
§en dan voor het enigszins kreupele
icht, waarin hij sommige verzen
overzette. Een kanttekening: in stro
fe 242 vertaalde dr. Geers „Ogen
bloederig rood als die van duiven",
waar de oorspronkelijke tekst heeft
„Rood als de poten van patrijzen".
Inderdaad zijn de poten van de in
Spanje levende patrijzen koraal
rood!
Tot de uit artistiek oogpunt aller
schoonste gedeelten, behoren behal
ve sommige fabels wel de fantas
tische, Jeroen-Bosch-achtige stryd
tussen Heer Carnaval en Vrouw
Vasten en de magnifieke typering
van de maanden van het jaar, voor
gesteld als mannen, gezeten aan een
dis.
Om althans enig idee te geven
van dit originele oude proza, geven
we daaruit enkele typeringen:
December: „at gezouten vlees,
zijn tafel was gehuld in een donkere
mist. Hij perst nieuwe olijfolie, het
vuur doet hem niets geen kwaad,
soms blaast hij van de kou op zijn
vingertoppen".
Maart: „stuurt de spitters naar de
wijngaard, de uitplanters leggen ve
le stekken, van witte druiven ma
ken de enters donkere. -Mensen, vo
gels en beesten zet hij in liefdesvuur.
Drie duivels voert hij mee aan de
ketting: de eerste zond hij uit om
de vrouwen te kwellen, het smart
haar op de plek waar de vrouw het
best is. Van dat ogenblik af begint
de haver te groeien
Juni: „had een zeis in de hand, en
ging het veevoeder maaien van heel
het veld; hij at de vroege vijgen en
oogstte de rijst; doordat hij ae on
rijpe druiven at, bezorgde hij zich
een hese stem. Hy entte de bomen
met schors van andere bomen, at
van het nieuwe koren, en was niet
bang om te zweten, deed water dat
van nature koud is, veranderen;
Theatertentoonstelling.
De theatertentoonstelling, die tij
dens het Holland Festival in het ge
meentemuseum in Den Haag zal wor
den gehouden, zal, vermoedelijk reeds
in Augustus, naar Djakarta vertrek-
keh. De expositie wil een visueel
beeld geven van het toneel van de
Grieken tot heden. Er komen acht
f;eschilderde panorama's, 20 maquet-
es, vele fotoreproducties, naar oude
prenten en schilderijen en foto's van
het moderne theater, een draaitoneel
op 1/10 van de grootte.
Tientallen grootse manifestaties van
15 Juni tot 15 Juli
Het zevende Holland-Festival, waarvan de officiële opening kan worden
tegemoet gezien te Amsterdam, zal Amsterdam, Den Haag/Scheveningen,
Rotterdam en ook Alkmaar, Amersfoort, Arnhem, Delft, Gouda, Haarlem,
Leeuwarden, Maastricht, Naarden en Utrecht tussen 15 Juni en 15 Juli een
groot aantal door Nederlandse en buitenlandse kunstenaars en gezelschap
pen uit te voeren kunstmanifestaties verschaffen, waaronder zich vele
premières bevinden.
Het Scala-theater te Milaan, dat
niet gewoon is als reisgezelschap op
te treden en dan alleen met 600 zij
ner artisten tegelijk, stuurt zes van
zijn solisten, die met eigen costumes
en decors onder regie van Franco
Zeffirelli en met het Residentie-or
kest onder leiding van hun dirigent
Carlo Maria Giulini in Amsterdam en
Den Haag „La Cenerentola van Ros
sini in het Italiaans zullen uitvoeren.
De Nederlandse Opera brengt o.a.
ter gelegenheid van de eeuwherden
king van de geboortedag van Jana-
eek „Aus einem Totenhaus" ten tone
le, een opera waarin 20 mannen op
treden en één vrouw.
Het Engelse „Sadler's Wells Bal
let", sinds kort terug van een Ame
rikaanse tournee, komt voor zijn eni
ge continentale optreden in 1954
naar Nederland met twee program
ma's, o.a. Tsjaikofski's „Zwanen-
meer" en De Falla's „De Driekante
Steekhoed" met decorg en costumes
van Picasso.
Uit Wenen komt het „Burgthea
ter", o.a. om Lessings „Nathan der
Weise" te spelen. Het Theatre Natio
nal Populaire (onder Jean Vilar, de
leider der weekendvoorstellingen in
het Palais de Chaillot te Parijs)
voert o.a. „Le Cid" van Corneille uit.
Uitvoeringen van „Electra" zijn
opgedragen aan de Nederlandse Co-
medie, en van „Caesar en Cleopatra"
van Shaw aan de Haagse Comedie
De orkesten, die hun medewerking
verlenen, zijn het Concertgebouwor
kest (onder Ansermet, Van Beinum,
Krips, Ormandy). Het Residentieor
kest, (Bernstein. Giulini. Klemperer,
Van Otterloo). Het BBC Symphony
Orchestra (Sir Malcolm Sargent).
Het Radio Philharmonisch Orkest
(Paul van Kempen Daniel Sterne-
feld) en het Rotterdams Philharmo
nisch Orkest (Eduard Flipse). Ver
der werken mee het Nederlandse
Bachgenootschap, het Stuttgart Ka
merorkest, het Amadeus Strijkkwar
tet, het Kamermuziek Gezelschap
Alma Musica, het Holland-Festival
pianoquintet. Het Nederlands Kamer
koor onder leiding van Felix de No
bel enz.
zijn handen waren rood van de vele
kersen".
Het „Boek van Goede Liefde",
men versta ons wel, is geen „ro
man" en ook geen verstrooiingslec-
tuur. Men dient zich, om het ten
volle te kunnen genieten, wel enigs
zins voor tjjd en onderwerp te in
teresseren.
Doet men dat echter, dan geeft
het een ongemeen boeiend beeld van
dat ons Nederlanders zo onbekende
terrein: de Spaanse middeleeuwen.
Juan Ruiz: Boek van Goede Liefde.
Vert. dr. G. J. Geers.
N.V. Arbeiderspers, Amsterdam.
Jaarlijks worden ongeveer 15 smalfilms
gemaakt
(Van onze filmmedewerkster)
Tot de legende van leien en griffels, plakken en sponzendozen zal zo lang
zamerhand ook de toverlantaarn gaan behoren. Projectie-lantaarn noemden
we op school dit instrument deftig. Een nieuwe tyd gaat echter nieuwe we
gen, die niet alleen leiden tot verbetering van het oude, maar vooral ook toe
passing van het nieuwe. En al is de film dan niet nieuw te noemen, de film
in dienst van het onderwijs is nog even jong als een scholier van de eerste
klas middelbare school. Zo jong eigenlijk, dat de meeste buitenstaanders in
dit soort onderwijs niet veel meer denken te kunnen zien dan een geperfec
tioneerde toverlantaarn.
Doch het rhythme van het bewegen
de beeld en de lenigheid van de film
montage betrekken de jeugdige toe
schouwer veel meer bij de handeling,
die zich voor hun ogen afspeelt. Niet
slechts omdat hier van een handeling
sprake is, in tegenstelling met het
vroegere statische beeld, maar ook
omdat deze handeling in haar sugges
tie het eenmaal op gang gebrachte
denken stimuleert tot het ontwikke
len van een eigen gedachtengang. Het
door de film getoonde dat door
gaans beter aanspreekt dan de werke
lijkheid, omdat de camera verder, die
per en langer kan doordringen tot het
essentiële en een scherper registratie-
vermogen bezit dan het menselijk oog
leert de jonge toeschouwer het le
ven ervaren op een heel bijzondere
wijze. Dat er zich hier ook nog andere
factoren doen gelden, die voor volledig
welslagen vereist zijn. ligt voor de
hand.
De intentie, de geestelijke instelling
van de scenarioschrijver» zowel als van
de cameraman, zijn even onmisbare at
tributen als een voor zijn taak bere
kende leerkracht, die de leerlingen
niet alleen het aanschouwde moet hel
pen verwerken, maar vooral moet le
ren de film op de juiste wijze zien.
Al deze. op zich reeds zware, taken
rusten als één gewicht op de schou
ders van de Stichting Nederlandse On-
derwijs-Film.
Van een Paedagogische Adviescom
missie dezer Stichting gaan de plan
nen uit voor de nieuw te maken films.
Voor de ongeveer 15 smalfilms met
tijdsduur van een kwartier, die de
technische staf van de N.O.F. jaarlijks
kan maken, worden daarna door spe
cialisten op het gebied van het ge
vraagde onderwerp, scenario's ont
worpen. Na het scenario komt het
draaiboek aan de beurt en dan kunnen
de cameraploeg en de technische staf
het project afwerken.
Voor de grotere films, die een half
uur duren en soms drie kwartier
zoals de in Mei a.s. uit te brengen
film over Vondel, opgenomen in het
Muiderslot wordt een enkele maal
gebruik gemaakt van muziek en bij
behorende dialoog.
Voor de eerste drie klassen van het
L. O. heeft de filmotheek van de N.O.
F. filmpjes over: Doornroosje, Jonge
beren, Jonge leeuwen. Voorjaar op de
boerderij. De hogere klassen zyn al
weer toe aan eenvoudige industrie
films en de z.g. taaifilms, waarnaar
opstellen gemaakt moeten worden.
Geen nieuwe stukken
EDUARD VAN BEINUM
er komen drukke dagen
Er heersf thans stilte om
„Mariken van Nimweghen"
(Van onze toneelmedewerker)
Hoe groot het aantal stukken van he dendaagse Nederlandse toneelschrij
vers is, dat sluimert in de schrijftafelladen van onze toneel-directies is een
pikant geheim. Dat daarbjj geen enkel speelbaar werk zou zijn, is niet aan
te nemen, doch wy staan niettemin tegenover de ontstellende zekerheid,
dat op het repertoire van de door Rjjlc en Gemeenten gesubsidieerde to
neelgezelschappen praktisch geen nieuwe Nederlandse stukken verschijnen,
ondanks dat aanvaarding van subsidie een verplichting inhoudt tegenover
onze toneelschrijfkunst. En als 'n enkele keer 'n Nederlands stuk als een
witte raaf zyn beschroomde vlucht in de Nederlandse toneelhemel ónder-
neemt een Franse „leeuwerik" (Anouilh) heeft meer kans! is het
dikwijls een overbejaard beestje, dat na enkele keren te hebben geklap
wiekt, terugwijkt in het dichte woud van het verleden, totdat het weer op
geroepen wordt voor een nieue subsidie-vlucht.
Omtrent de andere gesubsidieerde
gezelschappen verkeren wij nog vol
komen in het onzekere, ofschoon
het einde van het toneelseizoen 1953-
1954 snel nadert. De overheid blijkt
zich bij het onvermogen der gezel
schappen van onwil spreken wij
liever niet om hedendaagse Ne
derlandse stukken tot uitvoering te
brengen, berustend neer te leggen.
Om de Nederlandse toneelschryvers
toch een kansje te geven, heeft zij
thans haar toevlucht moeten nemen
tot het organiseren van opvoerin
gen van nieuwe Nederlandse stukken
met speciaal voor dit doel samenge
stelde en onder beroepsregie ge
plaatste groepen van amateur-to
neelspeler.
Niettegenstaande de opvoering
van „Mariken van Nimweghen" o.i.
niet kan worden erkend als het na
komen van de aan de subsidie-aan
vaarding verbonden verplichting,
dient zjj toch ruimer bekendheid te
hebben dan thans blijkbaar het ge
val is. Dit zowel om het stuk zelf
als om de wijze, waarop het werd
geregisseerd (Max Croiset) en ge
speeld (vooral Andrea Domburg als
Mariken). Dit mirakelspel is niet al
leen prachtig van taak (het Middel
eeuws is zonder al te grote inspan
ning te verstaan), doch ook boeiend
van handeling en bovendien schynt
het voorbestemd om klassiek te wor
den. Het is in de laatste vjjftig ja
ren in Nederland en in Vlaanderen
,vrH regelmatig gespeeld, in de open
lucht zowel als op de planken.
Zo is het de laatste jaren
met de „Gysbreght van Aemstel",
waaraan dit seizoen door de Neder
landse Comedie een breder vlucht
werd gegeven, zo dreigt het blijkbaar
ook het middeleeuwse mirakelspel
„Mariken van Nimweghen", te ver
baan, waarvan de première bij het
Rotterdams toneel slechts door enke
le uitvoeringen gevolgd is. Of de
Rotterdamse toneel-debacle daarvan
de oorzaak is, of een te beperkte pu
blieke belangstelling, is ons niet be
kend.
Het lijkt ons echter niet misplaatst
om, nu er na de uitbundigheid van
de met veel bijval ontvangen pre
mière een betreurenswaardige stilte
om „Mariken" gevallen is, deze met
een enkele opmerking te doorbre
ken, waarmee wij de verdienste der
Rotterdamse opvoering niet willen
aantasten.
DE OVERHEID BERUST
Het lijkt ons niet voor betwis
ting vatbaar, dat het bindend
voorschrift voor de gezelschap
pen der Toneel-coördinatie om
per seizoen minstens één Neder
lands stuk te spelen, niet be
doeld is om speciaal toneel
schrijvers uit vroeger eeuwen
te eren. Dit eerbetoon, dat fi
nancieel ook voordelig is, om
dat aan die oude schrijvers geen
auteursrechten verschuldigd
zijn, geschiedt echter veelvuldig,
getuige de hier genoemde voor-
Beelden.
NADRUK OP HET WOORD
Mariken, „die meer dan seven ja
ren metten duvel woende en ver
keerde" en na boete te hebben ge
daan door een wonder God's verge
ving erlangt, is in ons land op het
toneel geïntroduceerd door de Rot
terdamse Onderwijzers Toneelvereni
ging. Het eerste beroepsgezelschap,
dat zich aan dit buiten het gangba
re repertoire vallende spel waagde,
was „Het Schouwtoneel" in 1920.
Nadat het in Vlaanderen herhaalde
lijk was opgevoerd, o.a, door het om
zijn toneel-vernieuwende invloed be
kende „Vlaams Volkstoneel", bracht
Johan de Meester het in 1941 ten
tonele by het Residentie-Toneel met
Mimi Boesnack als een ontroerende
Mariken! In 1950 gaf het Amster
dams Toneel Gezelschap er onder
leiding van Albert van Dalsum schil
derachtige openluchtvoorstellingen
van op de Markt te Nijmegen, met
de Waag als achtergrond.
In de voorstelling van het Rotter
dams Toneel is vooral de sterke na-
_Goede Manieren", een filmstrip van
de N.O.F.
Voor het M.O. is de keus uit films
tot nu toe zeer beperkt, beperkter nog
dan voor het Nijverheids Onderwijs.
Daarom wordt er de laatste tijd hard
gewerkt aan het kopen van buiten
landse films, geschikt voor deze sec
tor van het onderwijs,
Steeds weer wordt er getracht
nieuwe wegen te vinden om het
jonge leermiddel een zo groot mo
gelijke intrensieke waarde te go-
ven, en niet door de monotonie
van de herhaling tot vervlakking
te doemen Een biologische film,
een muziekfilm over de Pastorale
van Beethoven (met thematiek en
harmonie op originele wijze uitge
werkt en gedemonstreerd), een
film over bouwkunst, costumes,
opgravingen, kortom* cultureel-
historische en aesthetisch-vormen
de films lenen zich hiertoe het best
Naast de films is de N.O.F. zich het
laatste jaar ook gaan toeleggen op het
vervaardigen van z.g. filmstrips, die
vaak een bepaald onderdeel van een
film nog eens nader toelichten. Deze
deels getekende, deels gefotografeer
de aanvullingen zijn een groot succes
gebleken, ook wanneer zij een sterk
moraliserend karakter hebben, zoals:
„Goede Maniren", en „Let op je
houding".
Huishoudboek j e
ontcijferd.
Michael Ventris, een Britse
amateur-archeoloog, was een
weinig teleurgesteld toen bleek
dat de pre-alfabetische ge
schriften, die hij had weten te
ontcijferen, slechts huishoude
lijke aantekeningen bevatten.
„Het is wel bevredigend als
uitkomst van een intellectuele
oefening, maar ik had gehoopt
kennis te krijgen van stukjes
literatuur, mogelijk van
twaalfduizend jaar voor Chris
tus", aldus zei hij.
Ventris, die 31 jaar oud is,
heeft in samenwerking met
Emett Bennett, assistent-pro
fessor in de klassieken van de
Yale universiteit, en dr. Alice
Kobey van Brooklyn (in 1950
overleden), reeds vijf jaren be
steed aan het ontcijferen van
teksten op tafelen, die in het
begin van deze eeuw door Sir
Arthur Evans in de ruïnes van
het paleis van Konnos op Kre
ta gevonden zijn.
Ook hebben de drie archeolo
gen him krachten beproefd op
teksten, die in 1939 te Pylos in
Zuid-West-Griekenland ont
dekt zijn door professor Ble-
gen van de universiteit van
Cincinnati.
Ventris verklaarde overi
gens. dat zijn werk nog lang
niet voltooid was en dat er
geen overdreven waarde aan
het tot nog toe gevonden ge
hecht moest worden.
druk gevallen op het woord. Max
Croiset Is in zyn toneelinrichting
dermate sober geweest, dat de vijf
tien taferelen van het stuk slechts
schematisch werden aangeduid. Dit
vergt natuurlijk veel van het voor
stellingsvermogen van het publiek,
dat echter in zyn bereidheid om me
de te leven met alles wat Mariken
moet meemaken daardoor niet werd
gehinderd. En hij bereikte daarmede
volledig zyn doel: de schoonheid van
de Middeleeuwse tekst te doen le-
VAN 15 JULI TOT 11, AUGUSTUS
zal te Salzburg in de 1000 jaar oude
vesting Hohen-alzburg een internatio
nale zomeraa over beeldende
kunst worden gehouden, waarvan in
ternationaal bekende kunstenaars en
deskv in de leiding op zich heb'
1 genomen, zoals Oskar Kokoschka
(schilderkunst), Giacomo Manzu
beeldhouwi.x' st), Clemens Holz-
meister architectuurde Weense
hoogleraar Bruno Grimschits (kunst
geschiedenis) en prof Robert Eigen
berger scl.Üdertecniek1
DE VIOLIST Mischa Elman komt
na een afwezigheid vr-i vele jaren
weer naar X Ierland en zal eind Mei
recitals in Den Haag en in Amster
dam geven.
ONDER DL NAAM „Paletmani-
festatie 1951, Vlaardingen" zal van 31
Juli tot 22 Augustus a.s. in de har.
monie te Vlaardingen een tentoon-
steHinworden gehouden van olie
verfschilderijen, betrekkin c hebbende
op Vlaardinnen. Het gemeentebestuur
heeft enige tyd geleden aan verschei
dene kunstenaars een uitnodiging ge
zonden om hieraan deel te nemen.
MEN HEEFT IN AMERIKA het
plan opgevat de Nederlandse Opera
uit te nodigen tot het geven van een
reeks voorstellint Aan het adres
van de wethouder voor Kunstzaken in
Amsterdammr. A. de Roos werd
dienaanr"*ar,*e een brief gezonden.
Hierin wordt voorgesteld een Mozart-
cyclus onder leiding van Josef Krips.
OP EEN AAN DE HEDENDAAG
SE MUZIEK gewijde internationale
bijeenkomst te Rome zijn drie prijzen
toegekend aan vyf componisten. De
Italiaanse com ...jt Mario Peragal-
la kreeg een prijs van 12.000 'rr-.k
voor een vioolconcert, de 28-jarige
Berlyner Giselher Klebe en de 58-ja-
rige in Ascona gevestigde Duits-Rus
sische componist WUidimir Vogel
deelden een prijs van 8.000 frank voor
een kort symvhonisch werk en ae
prijs tyin 5.000 frank voor kamermu
ziek moest worden gedeeld door de
Amerikaan Lou Harrison en de
T -isman Jen Louis Martinet.