Ruim 6 eeuwen geleden schreef Juan Ruiz over de liefde Er zijn weinig kansen voor Nederlandse toneelschrijvers Omvangrijk programma van het 7e Holland-festival JNederlandse )nderwijsfilm doet uitstekend werk Culturele Cavalcade ZATERDAG 17 APRIL 1954 PROVINOI ALE ZEEUWSE COURANT Een zeldzaam Geschrift Nederlandse vertaling is de iv/eede Ier wereld AL IS ER de laatste jaren enige verbetering merkbaar, toch wordt de Nederlandse boekenmarkt over het algemeen nog onvoldoende voorzien van goede vertalingen uit het Spaans, en dat is te meer te betreuren, daar de Spaanse literatuur zeer rijk is, en het aantal Nederlanders dat voldoen de Spaans kent om de werken in het origineel te genieten, toch altijd nog beperkt. Boeken uit het oud-Spaans blijven uiteraard al heel zeldzaam. Het is daarom toe te juichen dat de Arbeiderspers in de hoogst belangwekken de, keurig verzorgde en niettemin goedkope „Scriptorium-reeks" (de Reeks van eeuwige schriften) een Nederlan dse vertaling 't licht heeft doen zien van Juan Ruiz' „Libro de Buen Amor", een vertaling die met veel zorg is vervaardigd door de bekende hispanoloog dr. G. J. Geers. Dit „Boek van Goede Liefde", daterend uit ongeve er 1330, dat door velen als een van de voornaamste werken der oude Spaans e literatuur wordt beschouwd, in be langrijkheid volgend op de „Don Quyote" (van 1609) en „Le Celestina" (van 1499), is, wat vertalingen betreft, wel een rara avis. Er bestond tot nu toe alleen een vrijwel onvindbare vertaling in het Engels, daterend uit 1933. Deze Nederlandse vertaling van dr Geers is dus de tweede ter wereld, en volkomen onafhankelijk tot stand gekomen, daar dr. Geers het werk van zijn collega Elisha Kent Kane nooit in handen heeft gehad. Het is een boek dat vele proble men stelt, en het aantal studies en beschouwingen, er aan gewijd, is dan ook niet gering. Overigens wordt men van die beschouwingen niet veel wijzer: men weet bitter weinig over Juan Ruiz, die aartspriester van Hita'was, en eigenlijk nog min der over zijn bedoelingen met dit al lermerkwaardigste geschrift, dat hier en daardoor afschrijvers waar schijnlijk min of meer bedorven is, en dat ook op zeer interessante pas sages soms (opzettelijk?) is ver minkt. Het is een amalgaam van vroomheid en onkuisheid, van mo raliserende levenswijsheid en aller- dartelste vrouwenjagerij, van dorre, vervelende beschouwingen en prach tige, rijke uitbeeldingen van gevoe lens en fantasie. Het is, tenslotte, een mengeling van iets wat enkel in het middeleeuwse Spanje moge lijk was, nl. van Christelijk geloof en moraal met 'n sterke Mohamme daans-Joodse „laat-maar-lopen" in slag. wij zijn het persoonlijk eens met diegenen die beweren dat men de Spaanse volksaard en de Spaanse kunst (vooral muziek, literatuur en dans) nooit ten volle kan verstaan als men de eeuwenlange beïnvloe ding door de Arabische cultuur (zelfs de uitspraak van de Spaanse taal is door het Arabisch beïnvloed) veronachtzaamt. Die invloed geldt nog heden ten dage, hoeveel sterker moet ze niet geweest zyn in de 14e eeuw. Door dit specifieke geestelijke klimaat onderscheiden de Spaanse middeleeuwen, speciaal die van Cas- tilië waar Ruiz leefde, zich sterk van de „gewone" Europese middel eeuwen, en wel in het bijzonder op het gebied van de „buen amor", die hier, al is er een aartspriester aan het woord, geenszins de liefde tot God betekent, maar de sexuele lief- Letterkundige kroniek door HANS WARREN de tussen de geslachten. De genoe gens van die liefde wekten in de Middeleeuwen (en nog vaak) spoe dig schuld- of zondegevoelens, wat weer aanleiding gaf en geeft tot verdringingen e.d. met hun gevol- fren, waarvan ook de Middeleeuwse iteratuur wel voorbeelden geeft. De Mohammedaan is in dit opzicht veel argelozer en levensvreugdiger. Juan Ruiz, levend in een wereld, be paald door die twee invloeden, be roepshalve en door zijn Christelijke overtuiging geneigd tot moraliseren, had waarschijnlijk te vurig stromend Zuidelijk bloed in zijn aderen, en ook al verzekert hij ons dat de „ik" in znn boèk niet hijzelf is, al zyn we desnoods bereid aan te nemen dat hij zijn vleselijke verzoekingen op deze manier al schrijvend en in zyn fantasie levend heeft afgerea geerd, toch kan men gerust zeggen dat de „goede" en de „dwaze" lief de in dit werk dermate door elkaar lopen, dat de hele basis waarop het berust, haast verloren gaat. De hoofdschotel is, om het geheel maar bij de juiste naam te noemen, een boeiende verzameling van uiterst pi kante liefdesperikelen en verleidin gen, rijkelijk'geïllustreerd met kos telijke dierfabels en dunnetjes ge lardeerd met uiterst droge en onbe zielde zedepreekjes. Het geheel voor afgegaan en gesloten door gebeden en lofzangen. Het merkwaardige daarbij is, dat Ruiz nergens de in druk wekt, een huichelaar te zijn; men twijfelt evenmin aan de eerlijk heid van zijn ootmoed als aan de warmbloedigheid van zyn tempera ment DE KOPPELAARSTER Een van de belangrijkste person- nages uit dit boek is Urraca (Ek ster) de koppelaarster, die door de aartspriester in dienst wordt geno men om zijn talloze liefjes gunstig te stemmen en voor hem in te pal men. Eenmaal beledigt hy het oude wijfje nogal diep, en daar hy het niet zonder haar stellen kan („een mens kust wel eens een hand die hij liever afgehouwen zou zien") noemt hy haar in het vervolg op haar verzoek „Buen Amor". Een groot gedeelte van het boek bestaat uit de gesprekken over en weer van Urraca met de dames in kwestie, waarbij allen zeer gul zijn met illu strerende exempelen. Daaronder zijn vele staaltjes van meesterlijke ver telkunst. De aartspriester is echter nooit erg gelukkig in zijn affaires de coeur: de dames laten zich mees tal vergeefs bidden, ofwel ze ster ven spoedig nadat ze voor de ver leiding van Urraca bezweken zijn, zodat deze spoedig weer opnieuw op het koppelaarspad moet. Tenslotte sterft het oude wijfje, wat de aartspriester tot een magis trale vervloeking van de Dood in spireert. Hy neemt daarna een knechtje in dienst als bemiddelaar, •die een „leugenaar, een drinker, een dief en een knoeier, een vagebond, een messetrekker, een vraat, een ru ziezoeker, een kijver, een bijgelovige, een vuilpoets, een domkop en een lui aard" is, en waarmee hy d.n ook weinig resultaat heeft en dan is het boek uit. De kunstige, veelvormige vers techniek in de originele Spaanse uit gave, kunnen we hier gevoeglijk bui ten beschouwing laten, daar dr. Geers het boek grotendeels in pro za heeft vertaald, voor welk proza we meer waardering kunnen oporen- §en dan voor het enigszins kreupele icht, waarin hij sommige verzen overzette. Een kanttekening: in stro fe 242 vertaalde dr. Geers „Ogen bloederig rood als die van duiven", waar de oorspronkelijke tekst heeft „Rood als de poten van patrijzen". Inderdaad zijn de poten van de in Spanje levende patrijzen koraal rood! Tot de uit artistiek oogpunt aller schoonste gedeelten, behoren behal ve sommige fabels wel de fantas tische, Jeroen-Bosch-achtige stryd tussen Heer Carnaval en Vrouw Vasten en de magnifieke typering van de maanden van het jaar, voor gesteld als mannen, gezeten aan een dis. Om althans enig idee te geven van dit originele oude proza, geven we daaruit enkele typeringen: December: „at gezouten vlees, zijn tafel was gehuld in een donkere mist. Hij perst nieuwe olijfolie, het vuur doet hem niets geen kwaad, soms blaast hij van de kou op zijn vingertoppen". Maart: „stuurt de spitters naar de wijngaard, de uitplanters leggen ve le stekken, van witte druiven ma ken de enters donkere. -Mensen, vo gels en beesten zet hij in liefdesvuur. Drie duivels voert hij mee aan de ketting: de eerste zond hij uit om de vrouwen te kwellen, het smart haar op de plek waar de vrouw het best is. Van dat ogenblik af begint de haver te groeien Juni: „had een zeis in de hand, en ging het veevoeder maaien van heel het veld; hij at de vroege vijgen en oogstte de rijst; doordat hij ae on rijpe druiven at, bezorgde hij zich een hese stem. Hy entte de bomen met schors van andere bomen, at van het nieuwe koren, en was niet bang om te zweten, deed water dat van nature koud is, veranderen; Theatertentoonstelling. De theatertentoonstelling, die tij dens het Holland Festival in het ge meentemuseum in Den Haag zal wor den gehouden, zal, vermoedelijk reeds in Augustus, naar Djakarta vertrek- keh. De expositie wil een visueel beeld geven van het toneel van de Grieken tot heden. Er komen acht f;eschilderde panorama's, 20 maquet- es, vele fotoreproducties, naar oude prenten en schilderijen en foto's van het moderne theater, een draaitoneel op 1/10 van de grootte. Tientallen grootse manifestaties van 15 Juni tot 15 Juli Het zevende Holland-Festival, waarvan de officiële opening kan worden tegemoet gezien te Amsterdam, zal Amsterdam, Den Haag/Scheveningen, Rotterdam en ook Alkmaar, Amersfoort, Arnhem, Delft, Gouda, Haarlem, Leeuwarden, Maastricht, Naarden en Utrecht tussen 15 Juni en 15 Juli een groot aantal door Nederlandse en buitenlandse kunstenaars en gezelschap pen uit te voeren kunstmanifestaties verschaffen, waaronder zich vele premières bevinden. Het Scala-theater te Milaan, dat niet gewoon is als reisgezelschap op te treden en dan alleen met 600 zij ner artisten tegelijk, stuurt zes van zijn solisten, die met eigen costumes en decors onder regie van Franco Zeffirelli en met het Residentie-or kest onder leiding van hun dirigent Carlo Maria Giulini in Amsterdam en Den Haag „La Cenerentola van Ros sini in het Italiaans zullen uitvoeren. De Nederlandse Opera brengt o.a. ter gelegenheid van de eeuwherden king van de geboortedag van Jana- eek „Aus einem Totenhaus" ten tone le, een opera waarin 20 mannen op treden en één vrouw. Het Engelse „Sadler's Wells Bal let", sinds kort terug van een Ame rikaanse tournee, komt voor zijn eni ge continentale optreden in 1954 naar Nederland met twee program ma's, o.a. Tsjaikofski's „Zwanen- meer" en De Falla's „De Driekante Steekhoed" met decorg en costumes van Picasso. Uit Wenen komt het „Burgthea ter", o.a. om Lessings „Nathan der Weise" te spelen. Het Theatre Natio nal Populaire (onder Jean Vilar, de leider der weekendvoorstellingen in het Palais de Chaillot te Parijs) voert o.a. „Le Cid" van Corneille uit. Uitvoeringen van „Electra" zijn opgedragen aan de Nederlandse Co- medie, en van „Caesar en Cleopatra" van Shaw aan de Haagse Comedie De orkesten, die hun medewerking verlenen, zijn het Concertgebouwor kest (onder Ansermet, Van Beinum, Krips, Ormandy). Het Residentieor kest, (Bernstein. Giulini. Klemperer, Van Otterloo). Het BBC Symphony Orchestra (Sir Malcolm Sargent). Het Radio Philharmonisch Orkest (Paul van Kempen Daniel Sterne- feld) en het Rotterdams Philharmo nisch Orkest (Eduard Flipse). Ver der werken mee het Nederlandse Bachgenootschap, het Stuttgart Ka merorkest, het Amadeus Strijkkwar tet, het Kamermuziek Gezelschap Alma Musica, het Holland-Festival pianoquintet. Het Nederlands Kamer koor onder leiding van Felix de No bel enz. zijn handen waren rood van de vele kersen". Het „Boek van Goede Liefde", men versta ons wel, is geen „ro man" en ook geen verstrooiingslec- tuur. Men dient zich, om het ten volle te kunnen genieten, wel enigs zins voor tjjd en onderwerp te in teresseren. Doet men dat echter, dan geeft het een ongemeen boeiend beeld van dat ons Nederlanders zo onbekende terrein: de Spaanse middeleeuwen. Juan Ruiz: Boek van Goede Liefde. Vert. dr. G. J. Geers. N.V. Arbeiderspers, Amsterdam. Jaarlijks worden ongeveer 15 smalfilms gemaakt (Van onze filmmedewerkster) Tot de legende van leien en griffels, plakken en sponzendozen zal zo lang zamerhand ook de toverlantaarn gaan behoren. Projectie-lantaarn noemden we op school dit instrument deftig. Een nieuwe tyd gaat echter nieuwe we gen, die niet alleen leiden tot verbetering van het oude, maar vooral ook toe passing van het nieuwe. En al is de film dan niet nieuw te noemen, de film in dienst van het onderwijs is nog even jong als een scholier van de eerste klas middelbare school. Zo jong eigenlijk, dat de meeste buitenstaanders in dit soort onderwijs niet veel meer denken te kunnen zien dan een geperfec tioneerde toverlantaarn. Doch het rhythme van het bewegen de beeld en de lenigheid van de film montage betrekken de jeugdige toe schouwer veel meer bij de handeling, die zich voor hun ogen afspeelt. Niet slechts omdat hier van een handeling sprake is, in tegenstelling met het vroegere statische beeld, maar ook omdat deze handeling in haar sugges tie het eenmaal op gang gebrachte denken stimuleert tot het ontwikke len van een eigen gedachtengang. Het door de film getoonde dat door gaans beter aanspreekt dan de werke lijkheid, omdat de camera verder, die per en langer kan doordringen tot het essentiële en een scherper registratie- vermogen bezit dan het menselijk oog leert de jonge toeschouwer het le ven ervaren op een heel bijzondere wijze. Dat er zich hier ook nog andere factoren doen gelden, die voor volledig welslagen vereist zijn. ligt voor de hand. De intentie, de geestelijke instelling van de scenarioschrijver» zowel als van de cameraman, zijn even onmisbare at tributen als een voor zijn taak bere kende leerkracht, die de leerlingen niet alleen het aanschouwde moet hel pen verwerken, maar vooral moet le ren de film op de juiste wijze zien. Al deze. op zich reeds zware, taken rusten als één gewicht op de schou ders van de Stichting Nederlandse On- derwijs-Film. Van een Paedagogische Adviescom missie dezer Stichting gaan de plan nen uit voor de nieuw te maken films. Voor de ongeveer 15 smalfilms met tijdsduur van een kwartier, die de technische staf van de N.O.F. jaarlijks kan maken, worden daarna door spe cialisten op het gebied van het ge vraagde onderwerp, scenario's ont worpen. Na het scenario komt het draaiboek aan de beurt en dan kunnen de cameraploeg en de technische staf het project afwerken. Voor de grotere films, die een half uur duren en soms drie kwartier zoals de in Mei a.s. uit te brengen film over Vondel, opgenomen in het Muiderslot wordt een enkele maal gebruik gemaakt van muziek en bij behorende dialoog. Voor de eerste drie klassen van het L. O. heeft de filmotheek van de N.O. F. filmpjes over: Doornroosje, Jonge beren, Jonge leeuwen. Voorjaar op de boerderij. De hogere klassen zyn al weer toe aan eenvoudige industrie films en de z.g. taaifilms, waarnaar opstellen gemaakt moeten worden. Geen nieuwe stukken EDUARD VAN BEINUM er komen drukke dagen Er heersf thans stilte om „Mariken van Nimweghen" (Van onze toneelmedewerker) Hoe groot het aantal stukken van he dendaagse Nederlandse toneelschrij vers is, dat sluimert in de schrijftafelladen van onze toneel-directies is een pikant geheim. Dat daarbjj geen enkel speelbaar werk zou zijn, is niet aan te nemen, doch wy staan niettemin tegenover de ontstellende zekerheid, dat op het repertoire van de door Rjjlc en Gemeenten gesubsidieerde to neelgezelschappen praktisch geen nieuwe Nederlandse stukken verschijnen, ondanks dat aanvaarding van subsidie een verplichting inhoudt tegenover onze toneelschrijfkunst. En als 'n enkele keer 'n Nederlands stuk als een witte raaf zyn beschroomde vlucht in de Nederlandse toneelhemel ónder- neemt een Franse „leeuwerik" (Anouilh) heeft meer kans! is het dikwijls een overbejaard beestje, dat na enkele keren te hebben geklap wiekt, terugwijkt in het dichte woud van het verleden, totdat het weer op geroepen wordt voor een nieue subsidie-vlucht. Omtrent de andere gesubsidieerde gezelschappen verkeren wij nog vol komen in het onzekere, ofschoon het einde van het toneelseizoen 1953- 1954 snel nadert. De overheid blijkt zich bij het onvermogen der gezel schappen van onwil spreken wij liever niet om hedendaagse Ne derlandse stukken tot uitvoering te brengen, berustend neer te leggen. Om de Nederlandse toneelschryvers toch een kansje te geven, heeft zij thans haar toevlucht moeten nemen tot het organiseren van opvoerin gen van nieuwe Nederlandse stukken met speciaal voor dit doel samenge stelde en onder beroepsregie ge plaatste groepen van amateur-to neelspeler. Niettegenstaande de opvoering van „Mariken van Nimweghen" o.i. niet kan worden erkend als het na komen van de aan de subsidie-aan vaarding verbonden verplichting, dient zjj toch ruimer bekendheid te hebben dan thans blijkbaar het ge val is. Dit zowel om het stuk zelf als om de wijze, waarop het werd geregisseerd (Max Croiset) en ge speeld (vooral Andrea Domburg als Mariken). Dit mirakelspel is niet al leen prachtig van taak (het Middel eeuws is zonder al te grote inspan ning te verstaan), doch ook boeiend van handeling en bovendien schynt het voorbestemd om klassiek te wor den. Het is in de laatste vjjftig ja ren in Nederland en in Vlaanderen ,vrH regelmatig gespeeld, in de open lucht zowel als op de planken. Zo is het de laatste jaren met de „Gysbreght van Aemstel", waaraan dit seizoen door de Neder landse Comedie een breder vlucht werd gegeven, zo dreigt het blijkbaar ook het middeleeuwse mirakelspel „Mariken van Nimweghen", te ver baan, waarvan de première bij het Rotterdams toneel slechts door enke le uitvoeringen gevolgd is. Of de Rotterdamse toneel-debacle daarvan de oorzaak is, of een te beperkte pu blieke belangstelling, is ons niet be kend. Het lijkt ons echter niet misplaatst om, nu er na de uitbundigheid van de met veel bijval ontvangen pre mière een betreurenswaardige stilte om „Mariken" gevallen is, deze met een enkele opmerking te doorbre ken, waarmee wij de verdienste der Rotterdamse opvoering niet willen aantasten. DE OVERHEID BERUST Het lijkt ons niet voor betwis ting vatbaar, dat het bindend voorschrift voor de gezelschap pen der Toneel-coördinatie om per seizoen minstens één Neder lands stuk te spelen, niet be doeld is om speciaal toneel schrijvers uit vroeger eeuwen te eren. Dit eerbetoon, dat fi nancieel ook voordelig is, om dat aan die oude schrijvers geen auteursrechten verschuldigd zijn, geschiedt echter veelvuldig, getuige de hier genoemde voor- Beelden. NADRUK OP HET WOORD Mariken, „die meer dan seven ja ren metten duvel woende en ver keerde" en na boete te hebben ge daan door een wonder God's verge ving erlangt, is in ons land op het toneel geïntroduceerd door de Rot terdamse Onderwijzers Toneelvereni ging. Het eerste beroepsgezelschap, dat zich aan dit buiten het gangba re repertoire vallende spel waagde, was „Het Schouwtoneel" in 1920. Nadat het in Vlaanderen herhaalde lijk was opgevoerd, o.a, door het om zijn toneel-vernieuwende invloed be kende „Vlaams Volkstoneel", bracht Johan de Meester het in 1941 ten tonele by het Residentie-Toneel met Mimi Boesnack als een ontroerende Mariken! In 1950 gaf het Amster dams Toneel Gezelschap er onder leiding van Albert van Dalsum schil derachtige openluchtvoorstellingen van op de Markt te Nijmegen, met de Waag als achtergrond. In de voorstelling van het Rotter dams Toneel is vooral de sterke na- _Goede Manieren", een filmstrip van de N.O.F. Voor het M.O. is de keus uit films tot nu toe zeer beperkt, beperkter nog dan voor het Nijverheids Onderwijs. Daarom wordt er de laatste tijd hard gewerkt aan het kopen van buiten landse films, geschikt voor deze sec tor van het onderwijs, Steeds weer wordt er getracht nieuwe wegen te vinden om het jonge leermiddel een zo groot mo gelijke intrensieke waarde te go- ven, en niet door de monotonie van de herhaling tot vervlakking te doemen Een biologische film, een muziekfilm over de Pastorale van Beethoven (met thematiek en harmonie op originele wijze uitge werkt en gedemonstreerd), een film over bouwkunst, costumes, opgravingen, kortom* cultureel- historische en aesthetisch-vormen de films lenen zich hiertoe het best Naast de films is de N.O.F. zich het laatste jaar ook gaan toeleggen op het vervaardigen van z.g. filmstrips, die vaak een bepaald onderdeel van een film nog eens nader toelichten. Deze deels getekende, deels gefotografeer de aanvullingen zijn een groot succes gebleken, ook wanneer zij een sterk moraliserend karakter hebben, zoals: „Goede Maniren", en „Let op je houding". Huishoudboek j e ontcijferd. Michael Ventris, een Britse amateur-archeoloog, was een weinig teleurgesteld toen bleek dat de pre-alfabetische ge schriften, die hij had weten te ontcijferen, slechts huishoude lijke aantekeningen bevatten. „Het is wel bevredigend als uitkomst van een intellectuele oefening, maar ik had gehoopt kennis te krijgen van stukjes literatuur, mogelijk van twaalfduizend jaar voor Chris tus", aldus zei hij. Ventris, die 31 jaar oud is, heeft in samenwerking met Emett Bennett, assistent-pro fessor in de klassieken van de Yale universiteit, en dr. Alice Kobey van Brooklyn (in 1950 overleden), reeds vijf jaren be steed aan het ontcijferen van teksten op tafelen, die in het begin van deze eeuw door Sir Arthur Evans in de ruïnes van het paleis van Konnos op Kre ta gevonden zijn. Ook hebben de drie archeolo gen him krachten beproefd op teksten, die in 1939 te Pylos in Zuid-West-Griekenland ont dekt zijn door professor Ble- gen van de universiteit van Cincinnati. Ventris verklaarde overi gens. dat zijn werk nog lang niet voltooid was en dat er geen overdreven waarde aan het tot nog toe gevonden ge hecht moest worden. druk gevallen op het woord. Max Croiset Is in zyn toneelinrichting dermate sober geweest, dat de vijf tien taferelen van het stuk slechts schematisch werden aangeduid. Dit vergt natuurlijk veel van het voor stellingsvermogen van het publiek, dat echter in zyn bereidheid om me de te leven met alles wat Mariken moet meemaken daardoor niet werd gehinderd. En hij bereikte daarmede volledig zyn doel: de schoonheid van de Middeleeuwse tekst te doen le- VAN 15 JULI TOT 11, AUGUSTUS zal te Salzburg in de 1000 jaar oude vesting Hohen-alzburg een internatio nale zomeraa over beeldende kunst worden gehouden, waarvan in ternationaal bekende kunstenaars en deskv in de leiding op zich heb' 1 genomen, zoals Oskar Kokoschka (schilderkunst), Giacomo Manzu beeldhouwi.x' st), Clemens Holz- meister architectuurde Weense hoogleraar Bruno Grimschits (kunst geschiedenis) en prof Robert Eigen berger scl.Üdertecniek1 DE VIOLIST Mischa Elman komt na een afwezigheid vr-i vele jaren weer naar X Ierland en zal eind Mei recitals in Den Haag en in Amster dam geven. ONDER DL NAAM „Paletmani- festatie 1951, Vlaardingen" zal van 31 Juli tot 22 Augustus a.s. in de har. monie te Vlaardingen een tentoon- steHinworden gehouden van olie verfschilderijen, betrekkin c hebbende op Vlaardinnen. Het gemeentebestuur heeft enige tyd geleden aan verschei dene kunstenaars een uitnodiging ge zonden om hieraan deel te nemen. MEN HEEFT IN AMERIKA het plan opgevat de Nederlandse Opera uit te nodigen tot het geven van een reeks voorstellint Aan het adres van de wethouder voor Kunstzaken in Amsterdammr. A. de Roos werd dienaanr"*ar,*e een brief gezonden. Hierin wordt voorgesteld een Mozart- cyclus onder leiding van Josef Krips. OP EEN AAN DE HEDENDAAG SE MUZIEK gewijde internationale bijeenkomst te Rome zijn drie prijzen toegekend aan vyf componisten. De Italiaanse com ...jt Mario Peragal- la kreeg een prijs van 12.000 'rr-.k voor een vioolconcert, de 28-jarige Berlyner Giselher Klebe en de 58-ja- rige in Ascona gevestigde Duits-Rus sische componist WUidimir Vogel deelden een prijs van 8.000 frank voor een kort symvhonisch werk en ae prijs tyin 5.000 frank voor kamermu ziek moest worden gedeeld door de Amerikaan Lou Harrison en de T -isman Jen Louis Martinet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 7