Waarom vieren we in 1954 het Paasfeest op 18 en 19 April? DE VELE BESLOMMERINGEN VAN DE PAASHAAS -{-lel tucnbczUjke *~j)aas-ei ZATERDAG 17 APRIL 1954 PROVINCIALE ZE E U W 8 E COURANT DE MOEILIJKE PAASDATUM Kaleiiderrekenarij in de Middeleeuwen een moeilijk vak (Van een bijzondere medewerker) Méér dan enig ander feest, vestigt de steeds wisselende Paasdatum im mer weer de aandacht op de kalendennoeilijkheden, waarmee alle cultuur volken sinds de oudheid hebben geworsteld. Immers, de as-rotatie van de aarde, de draaiing van de aarde om de zon, en de wenteling van de maan om de aarde, zyn drie totaal versclilllende grootheden, die geen verband met elkaar houden. Maar desondanks heeft de mens deze verschillende bewegingen gebruikt om de tyd te meten en heeft hy bij voortduring ge tracht het ongelijksoortige te verbinden. Een poging, even uitzichtloos als het zoeken naar de quadratuur van de cirkel. Aan de dag, of het etmaal, ligt de draaiing van de aarde om haar as ten grondslag; de maand hing oor spronkelijk samen met de bewegin gen van de maan; het jaar is geba seerd op de wenteling van de aarde rond de zon. Maar wanneer deze be wegingen onafhankelijk van elkaar plaats vinden is het begrijpelijk dat we deze grootheden niet in ronde ge tallen in elkaar kunnen uitdrukken. Een jaar bevat dus niet een rond 'aantal dagen maar een gebroken getal (36572422), evenals de maand, die 29.5306 of 27.3217 dagen zou moeten bevatten, al naar gelang zij berekend wordt naar haar schijnge stalten of naar de plaats aan de he melbol, waar zij na die periode te rugkeert. Dat we de gebroken maan den met wat losse dagen hebben opgevuld en afgerond, zodat deze perioden wisselen van 28 tot 31 da gen, moge een wijs besluit zijn maar met de standen van de maan onder houden de maanden daardoor geen enkele betrekking meer. Weinig uniformiteit Het ontbreken van enig verband tussen dag, maand en jaar, blijkt het duidelijkst met Pasen. De Joden vierden hun Pascha op de avond van de 14de op de 15de Nissan, waarbij de nadruk viel op de historische be tekenis van dit feest met betrekking tot de uittocht uit Egypte. Welis waar was de 14de Nissan een vaste datum in de maand, maar niet in het jaar. Want de Joden berekenden hun maanden op grond van de we de verschijning van de sikkel van de nieuwe maan, zodat dus het jaar aan de maanden moest worden aan gepast. Door 12 of 13 maanden tot een jaar samen te vatten, werden op deze wijze jaren van 353, 354 en 355, of van 383 en 385 dagen verkregen. De 14de Nissan werd hierdoor een wisselende datum, die in Maart of April van onze kalender kon vallen. Het is begrijpelijk, dat de oudste Christenen hun blijde feest van op standing en verlossing, waaraan het kruislijaen was voorafgegaan bere kend hebben naar het Joodse ge bruik, zodat het Christelijke Paas feest aanvankelijk eveneens op de 14de Nissan werd gevierd. Geheel juist was dit niet, want de kruisiging en de opstanding hadden kort vóór en nè. het Joodse Paasfeest plaats gevonden. Westerse kerken gingen er daarom al spoedig toe over het Christelijke Paasfeest te vieren op de Zondag na de 14de Nissan. En op het einde van de 2de eeuw schreef paus Victor I voor, dat dit Westerse ge bruik door de gehele Christenheid moest worden gevolgd. Vele Oosterse kerken hielden echter nog aan de Joodse datum vast, zodat van uni formiteit voorlopig nog geen sprake was. Daar kwam nog bij, dat de ka lender-techniek in het belangrijke Christelijke centrum Alexandria ver schillende van de methode die in Ro me werd gevolgd, zodat door afwij kende berekeningen deze plaatsen totaal verschillende Paasdata verkre- gen. Hoewel op het conclllie van Nicea in 325 werd vastgesteld, dat Pasen zou vallen op de eerste Zondag na de eerste volle maan of na de lente waardoor dus definitief met de 14de Nissan werd gebroken hielden verschillende Oosterse kerken nog ge ruime tyd aan de Joodse datum vast en bleef ook het verschil in bereke ningstechniek lange tijd voortbe staan. Door gebruik te maken van de berekeningsmethoden van Diony- sius, archivaris van paus Homisdas, kon na het begin van de 6de eeuw de gewenste uniformiteit op dit gebied geleidelijk uitgroeien. Theoretische maan Meer dan 1000 jaar lang heeft de berekeningsmethode van Dionysius by het vaststellen van de Paasdatum stand gehouden en zelfs geldt zij nog steeds voor kerkelijke aangelegenhe den in sommige landen. Maar ook volgens deze Dionysiaanse rekening was de vaststelling van Pasen hiet gemakkelijk en in de Middeleeuwen behoorde de kalender-(reken) kunst tot de moeilijkste vakken op de kloos terscholen. Dat het bepalen van de Paasdatum zelfs met moderne astro nomische middelen niet zo eenvoudig is als het de leek toeschijnt, bewijst wel het geval dat zich in 1924 heeft voorgedaan. Ter verduidelijking daar van moeten we vermelden dat onze maan een veel ingewikkelder bewe ging volgt dan het ons meestal toe schijnt, zodat men gemakshalve- een tweede maan heeft geconstrueerd. Deze tweede, denkbeeldige maan, houdt weliswaar ongeveer gelijke tred met de werkelijke maan, maar is in haar bewegingen aanzienlijk re gelmatiger. De kerkelijke berekeningen voor het vaststellen van de Paasdatum zijn gebaseerd op de bewegingen van deze theoretische maan, waar door zich ten opzichte van de werke lijke maan wel eens aanzienlijke ver schillen kunnen voordoen. De ware maan was byv. vol op Vrijdag 21 Maart 1924 zodat de volgende Zon dag Pasen had moeten zijn; dat was dus 23 Maart. Maar de theoretische maan was in dat jaar reeds een dag eerder vol, te weten op 20 Maart, zo dat de eerstvolgende volle (denkbeel dige) maan nè. 21 Maart, vér in April viel. Dientengevolge viel Pasen '24 op 20 April, inplaats van op 23 Maart. De geniale wiskundige Gauss heeft ruim anderhalve eeuw geleden een methode aangegeven, waardoor met behulp van het jaartal en een paar eenvoudige getallen de Paasdatum kan worden becijferd. Voor 1954 gaat dit aldus: 1954:19; rest 16 (a); 1954:4 rest 2 (b); 1954:7; rest 1 (c); (19a 24): 30; rest 28 (d); 2b+4c 6d -f 5): 7; rest 66 (e). Aangezien de Paasdatum valt op 22+d-fe Maart, dus op 56 Maart, zou voor 1954 de 25ste April uit de bus komen. Maar zelfs Gauss heeft met betrekking tot Pasen geen for mule zonder uitzonderingen kunnen opstellen en hij voegde er dan ook aan toe dat wanneer de datum op 25 April valt, a. groter is dan 10 en d gelijk is aan 28, 25 April moet wor den vervangen door 18 April. Dit heugelijke feit heeft zich dan dit jaar voorgedaan. Ook voor 1981 geldt een uitzondering, maar daar zijn we nog lang niet aan toe. (Overigens zij hier aan toegevoegd, dat de getallen 24 en 5, die zojuist aan de berekende resten werden toegevoegd, bepaalde constanten zijn, die voor de verschil lende eeuwen andere waarden kun nen hebben, zodat de formule van Gauss alleen betekenis heeft indien deze constanten bekend zijn). Philips II Het schijnt onbegrijpelijk dat men een tijdlang dit bewegelijke en moei lijk vast te stellen Paasfeest tevens als aanvang van het Nieuwe Jaar heeft genomen. Toch was deze ont wikkeling niet onbegrijpelijk. Aan vankelijk viel de Nieuwjaarsdag, in navolging van de Romeinen, op 1 Januari, maar aangezien op die dag nogal losbandige feesten (de Satur naliën) werden gevierd, werd in de eerste eeuwen na Chr. van kerkelij ke zijde het jaarbegin op 25 Decem ber vastgesteld. Dat lag eigenlijk in de rede, want toen door de zojuist genoemde Dionysius Exiguus de Christelijke tijdrekening werd ont worpen en de jaartelling vanaf de geboorte van Christus werd gere end, lag het voor de hand ook het Nieuwe Jaar bij de geboorte van Christus te laten aanvangen. Maar in de practijk bleek 't jaarbegin, dat midden in de maand December viel, toch wel buitengewoon onhandig. Daarom kwam men omstreeks de 17e eeuw toch weer op 1 Januari te recht. Maar onder Karei de Grote liet men de Nieuwjaarsrede weer op Kerstmis vallen. En na die tijd is het geharrewar pas goed begonnen. Want nóg consequenter is net om het jaar te laten aanvangen met Ma ria Boodschap, dus op 25 Maart. Dit voerde tegen het einde van de 11de eeuw in Frankrijk tot een andere nieuwigheid, want men ving het jaar aan met Pasen, zijnde het belangrijk ste feest omstreeks 25 Maart. Deze Paasstijl heeft grote opgang gemaakt, zodat sinds ca 1100 over al daarmede rekening moet worden gehouden. Een onhandiger aanvang van het jaar dan Pasen is welhaast niet denkbaar. Over de bewegelijk heid van dit feest en de moeilijkheid om het vast te stellen, hebben we reeds gesproken. Als het nu treft, dat Pasen het ene jaar vroeg en het andere jaar laat yalt, hebben de ja ren een lengte die onderling wel 70 dagen kan verschillen, waardoor be paalde data het ene jaar in het ge- neel niet, en het andere jaar dubbel kunnen voorkomen! Op de vreemde consequenties die deze Paasstijl tot fevolg had en op de moeilijkheden ie zich hierdoor bij de chronologie voordoen, zullen we kortheidshalve niet verder spreken. Genoeg zij, dat wat onze streken betreft, Philips H in 1575 hieraan een einde maakte, een maatregel waarvoor we hem bij alle verwijten die hü te incasseren heeft gekregen, dankbaar kunnen zijn. Voorjaar 195!,: bloemen ontluiken overal. Dit kleine eis je kijkt vel be wondering naar de tere prachtdie opbloeit uit het zachte groen. Foto P.Z.C). Een modern sprookje door Henk Gijsbers WELLICHT hebt u het nooit willen geloven of erger nog: misschien hebt v er nog nooit van gehoord. Maar er is eens een tijd geweest een wonder schone tijd. Er was nog geen PJB.O., geen E.D.G.. geen B.B. kortom er was nog geen enkele afkorting. Wat er dan wel waren? Feeën bijvoorbeeld. En niet zo zuinig weg twee of drie, maar feeën bij dozijnen. Je kon zo gek niet denken of er was wel een fee voor te vinden. Zo had je bijvoorbeeld een fee voor Goede Tafelmanieren, een voor Rechts Houden In 't Verkeer (want dat was er toen ook al) en twee voor Quatre Mains Spelen Op Piano's En dat klinkt nu allemaal wel erge idyllisch maar zo als dat nu eenmaal altijd gaat met dergelijke dingen: een teveel „doet" het niet goed op de duur. Toen de algemene feeën-vergadering op een gegeven ogenblik bijeen kwam, daar gebleken was dat men nog behoefte had aan een paasfee, was de stem ming der aanwezigen niet dadelijk feëeriek te noemen. „Moet er nou alweer een fee benoemd worden?" zuchtte de gedelegeerde uit de vakgroep Denne- bossen. „Waarom nemen jullie nou eens niet iets anders. Er zijn toch ook nog kabouters over. Of anders probeer het eens met een giraffe of zo. Ja 't is maar een idee hoor." Jlè ja Enig riep een van haar collega's kriebelig uit. „En dan die giraffe zeker met al die paaseieren laten rondhobbelen. Dat worden geen paaseieren, dat worden roereieren!En dan., „ik zie dat beest die eieren al verstoppen. Dan is er immers niks meer aan! Je ziet 'm minstens op een mul afstand". „Nou neem dan een struisvogel", riep de fee afdeling pluimvee. „Die weet tenslotte wat een ei is „Hoe wou jij een struisvogel eieren laten beschilderen?" vinnigde de fee van het departement voor Schone Kunsten en Subsidies". Moet dat ar me dier zeker met z'n vleugels in de verfpot dippen en wat blijft er dan over van zijn schutkleur? Nou jij weer!" „Dames, dames! Beheers u!" riep de voorzitster uit, „zoals gewoonlijk zoekt u het weer veel te ver van buis. Wat dacht u van de koe? Daar heb ben we er hier in ieder geval genoeg ET BELOOFDE geen •ƒ-/ prettig Paasfeest te worden bij de familie Van Steenderen. Vader was juist aan een ernstige ziekte geopereerd en lag in het ziekenhuis en moeder, die zelf al niet zo sterk was, stond voor alles alleen. De drie kinderen van elf, acht en zes jaar bezorgden haar handen vol werk en het leek wel of zij de ernst van de toestand niet inzagen. Iede re middag onderbrak moe der haar werk om naar het ziekenhuis te gaan en haar man te bezoeken, maar meestal kwam zij er ellendiger vandaan dan zij er naar toe geaan was. Haar man was al lang in ïen neerslachtige stemming. De zaken gingen al gerui me tijd niet goed en hij meende, dat zijn kwaal on geneeslijk was. Af en toe zei hij ronduit, dat hij ei genlijk maar liever dood zou zijn. Natuurlijk ging zijn vrouw daartegenin en probeerde hem op te monte ren, maar als hij naar haar door zorgen doorgroefd gezicht keek, dan zakte hem de moed opnieuw in de schoenen. De dokter had haar al een paar maal onderhanden genomen en haar verzekerd, dat alleen de wil om beter te worden hem zou kunnen fenezen. Zoals het nu ging, on het wel jaren duren want er was geen vooruit gang te bespeuren. Iedere avond bad moeder de lieve God om beterschap voor haar man, maar het leek haar toe alsof haar ge bed niet zou worden ver hoord. Ja, nadat hem toe vallig een paar slechte be richten over zijn zaak ter ore waren gekomen, ging zijn toestand zelfs achter uit. xXx E KINDEREN begre- fl pen het niet en meest- al nam zij ze niet mee, trouwens dat kon door de week ook niet omdat ze school hadden. Alleen op Zondag mocht het wel, maar dan werd hun door moeder angstig op het hart gedrukt vooral rustig te zijn bij va- der's ziekbed. En het resul taat was meestal, dat ze met timide gezichtjes zon der een woord te zeggen naar hem zaten te staren en bij het afscheid stil een handje gaven en maar niet begrepen, wat er met hun vroeger altijd vrolijke en sterke vader toch eigenlijk aan de hand was. De eerste dag van de paas- vacantie maakten Jan de oudste en Anneke van acht jaar samen een plan. Zij zouden hun zieke vader eens verrassen. Zonder dat moe der het merkte, haalden zij een schop, een schoffel en een hark uit de schuur en gingen op stap. Hier en daar belden ze aan in de buurt en vroegen of zij de tiaïi mochten opknappen. Sommige mensen gingen op hun aanbod in en lieten de kinderen het pad aanhar ken, het onkruid wieden en de grasrandjes bijsteken. Zij hadden vroeger van va der het tuinieren geleerd, want die was altijd erg op zijn tuintje gesteld geweest en hij redeneerde: jong ge leerd is oud gedaan en nu konden ze het in praktijk brengen. Met deze werkjes ver dienden ze hier een paar dubbeltjes en daar een kwartje. Zo hadden ze na een dag van hard werken voldoende bij elkaar om hun plan ten uitvoer te brengen. xXx E VOLGENDE DAG fj namen ze Keesje, de jongste, bij de hand en wandelden naar een choco laterie. Vol spanning druk ten ze hun neuzen tegen de étalageruit en wisten uit de veelheid van chocolade eie ren, kippen, paashazen en kuikens Dijna geen keuze te doen. Tenslotte stapten ze de winkel binnen en lieten de kleine Keesje kiezen. Hij mocht aanwijzen wat hij het mooist vond en dat zouden ze voor vader kopen. De juffrouw had plezier in de kinderen en liet hen rustig rondsnuffelen. Eindelijk viel de keus van de kleuter op een prachtig groot paasei, met een zacht donsen kui ken er bovenop. Voorzichtig pakte de juffrouw het in en nadat Jan betaald had, mocht Anneke het dragen. Gedrieën stapten ze nu in de richting van het zieken huis. Onderweg liepen ze druk te fantaseren over wat vader wel zeggen zou. Wat zou «hg het heerlijk vinden, want hij hield zo van choco lade. Toen ze voor de grote deuren stonden en Jan ver legen aan de bel trok, zakte de moed hen toch wel een beetje in de schoenen. Een zuster deed open en vroeg wat de kinderen kwamen doen. Met een kleurenhak- kelend zei Jan, terwijl hg op de grote doos wees, die Anneke in haar arm hield: „we komen een Paasei voor vader brengen". „Maar kinderen", zei de zuster vriendelijk, „het is nu geen bezoekuur. Dan moeten jullie vanmiddag te rugkomen". Jan keek verlegen naar de grond en Anneke's lip begon te trillen. Zij zagen hun plan zo in duigen val len. „Ja maar," begon Jan weer, „vanmiddag komt moeder en die mag er niets van weten, want het is een verrassing en ehver der kwam hij niet. De zuster lachte. „Nu, kom maar even binnen", zei ze, „ik zal het aan de hoofdzuster vragen". Daar stonden de drie kin deren in de grote hal van het ziekenhuis en zij hadden zich nog nooit zo klein ge voeld. Als ze nu eerst maar bij vader waren. De zuster kwam terug en vertelde, dat het bij uitzon dering dan even mocht, maar niet te lang. Zij bracht hen door de lange gangen naar de ziekenzaal waar vader lag. Die kon zijn ogen niet geloven. Zgn drie kin deren en niet op het bezoek uur. Wat was da* nu? De zuster legde het even uit en met trillende handen maak te hij het pakje open, dat Anneke op zijn bed had ge legd. xXx £—7* OEN HET GROTE v paasei tevoorschijn kwam, verscheen er na zo lange tijd een glim lach op zijn gezicht en zijn ogen vulden zich met tra- DOOR C0BY MARTIUS nen. Daarop barstten de kinderstemmen los. „We hebben het zelf verdiend". „Ja, met tuintjes aanhar ken en onkruid wieden." „En Keesje heeft het uitge zocht". houdt toch veel van chocolade?" „En nu moet U gauw beter worden hoor vader, dan kunnen we weer met zijn allen wande len". „Ja, en de eendies voeren". „Hè, we zouden het zo fijn vinden!" De zuster moest de kin deren tot rust manen. Als in een droom hoorde vader dat alles aan en met grote ogen keek hij naar de opge wonden blijde kindergezich ten. Zgn kinderen, wat wa ren het toch fijne jongens! Er knapte iets binnen in hem en terwijl de tranen over zijn wangen stroom den, zei hij met schorre stem: „Ja, jongens, nu wordt vader gauw beter en dan zal ik weer bij jullie zijn. Heus ik beloof net!" En toen draaide hij met een snik zijn hoofd in de kus sens. Verwonderd keken de kin deren naar hem, zo hadden zij hun vader nog nooit ge zien en een beetje teleurge steld verlieten ze met de zuster de ziekenzaal. Maar buiten was het gauw over, want vader had beloofd, dat hij gauw beter zou zgn en als vader dat zei, dan was het zo. Moeder wist 's middags bij het bezoek niet wat ze zag, toen haar man haar lachend begroette. Verbaasd keek ze hem aan. Ook zii begon te lachen, ze wist wel niet waarom, maar hii lach te en dat zou het begin van de beterschap zgn. Ze zag het paasei op het tafeltje naast zijn bed staan en keek hem verwonderd aan, maar hij knikte. „Dat is een wonder-paas-ei, ik heb het van de kinderen gekregen". Na het bezoek werd moe der op de gang door de dokter opgewacht. „Het gaat goed met uw man me vrouw, de crisis is over wonnen!" zei hij en schud de haar verheugd de hand. van„Niks geen gemier met de koe", sprak de landbouw, en vee teeltfee, „die zorgt al voor de melk, voor de schoenen en tassen, voor het vlees, voor boter en kaas. als ze nou ook nog voor de eieren moet zorgen, is het hek helemaal van de dam". „Ja, hoort u nou eens" zei de voor zitster, „ik ben hier tenslotte alleen maar om leiding te geven, voor de rest kan ik zeggen: mijn naam is haas, dus als u „Haas! We nemen een haas! Laten we een haas uitnodigen!" kwetterde de hele vergadering opeens opgelucht. ^Wat hebben we toch een geniaSe voorzitster". En direct werd per aan getekende post een verzoekschrift aan een alleenwonende haas in ruste ge zonden, die ergens in het belendende hakhout resideerde". „Ik ben het haasje", mompelde deze toen hij de in rijk-krullerige letters gestelde boodschap ontving. „Gewoon niet op reageren, jó. Kies eieren voor je geld, d'r zit zit een levenspositie in voor jou en je hele, eventueel nog komende nageslacht", adviseerde de die weet tenslotte wat een eiis.., fee voor postverbindingen en expres sestukken, die de brief kwam bren gen. En met dit voor ogen zwichtte de a.s. paashaas en begon zich ijverig op zijn taak te bezinnen. „Dan heb ik dus nodig, laat es kij- keeen mandje, om de eieren in te doen, een wagentje om het mandje in te doen, verf om de eieren in te do pen en een penseel om in de verf te dopen, enne.... strikken, kuikens en lintjes.allemensen, ga daar es als alleenstaande haas tegen aan staan." Maar ziet, dit was nu een van die ogenblikken waarop bleek hoe goed het is om in een door feeën geregeer de maatschappij te leven. De fee van de afdeling beeldende kunsten lever de kwasten, verf en eerst ook nog een mandje, doch later bleek dat dit een modern beeldhouwwerk was, zodat het ijlings weer teruggenomen werd, want je kunt je goedheid ook overdrijven. En overdrijven is nooit goed, zelfs niet bij de wolken; als die altijd maar ble ven overdrijven, kwam er nooit regen. Maar goed, een goedwillende fee had meegedaan aan een slagzinnenwed- strïjd voor een nieuw soort wasmiddel en dan zodoende een wagentje kunnen winnen, terwijl eieren en kuikens (in deze volgorde) van een zelfde lever ancier betrokken konden worden. Vol goede moed begon de paashaas dus aan zijn kunstzinnige (en voedza me) taak toen tot ieders onsteltenis bleek, dat er nog geen linten waren uitgevonden. Ja, wat nou weer. Een paasmanaje zonder strik is als een kat zonder staart dus „Vriendinnen", sprak de voorzit ster der Alg. Feeën Federatie, „vrien dinnen, laten wij ons opofferen voor het goede doel.... of lieverlaten wij onze gewaden opofferen, opdat deze goedwillende haas er linten en strikken van kan knippen". En daar feeën over werkelijk belangrijke din gen nooit erg lang nadenkén (het eni ge punt waarin ze op de mensen lij ken) gingen ze onmiddellijk tot de daad over en zag het de paashaas groen en geel voor de ogen van de feeënjurken. Doch daar feeën vrese lijk verlegen wezens zijn als 't er op aan komt, vluchtten ze tjilpend van opwinding naar alle windstreken zo- dia ze elkaar in haar feeënonderjurk- jes zagen. Dat is gelijk de reden, dat men ze tegenwoordig practisch nooit meer in t openbaar ziet optreden. Trouwens, ziet u de paashaas eigenlijk nog wel geregeld? Nee, dan vroegermaar tja, daar was het ook „vroeger" voor. H. G. niet op reagerenM

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 5