Waarom vieren we in 1954 het
Paasfeest op 18 en 19 April?
DE VELE BESLOMMERINGEN
VAN DE PAASHAAS
-{-lel tucnbczUjke *~j)aas-ei
ZATERDAG 17 APRIL 1954
PROVINCIALE ZE E U W 8 E COURANT
DE MOEILIJKE PAASDATUM
Kaleiiderrekenarij in de
Middeleeuwen een moeilijk vak
(Van een bijzondere medewerker)
Méér dan enig ander feest, vestigt de steeds wisselende Paasdatum im
mer weer de aandacht op de kalendennoeilijkheden, waarmee alle cultuur
volken sinds de oudheid hebben geworsteld. Immers, de as-rotatie van de
aarde, de draaiing van de aarde om de zon, en de wenteling van de maan
om de aarde, zyn drie totaal versclilllende grootheden, die geen verband
met elkaar houden. Maar desondanks heeft de mens deze verschillende
bewegingen gebruikt om de tyd te meten en heeft hy bij voortduring ge
tracht het ongelijksoortige te verbinden. Een poging, even uitzichtloos als
het zoeken naar de quadratuur van de cirkel.
Aan de dag, of het etmaal, ligt de
draaiing van de aarde om haar as
ten grondslag; de maand hing oor
spronkelijk samen met de bewegin
gen van de maan; het jaar is geba
seerd op de wenteling van de aarde
rond de zon. Maar wanneer deze be
wegingen onafhankelijk van elkaar
plaats vinden is het begrijpelijk dat
we deze grootheden niet in ronde ge
tallen in elkaar kunnen uitdrukken.
Een jaar bevat dus niet een rond
'aantal dagen maar een gebroken
getal (36572422), evenals de maand,
die 29.5306 of 27.3217 dagen zou
moeten bevatten, al naar gelang zij
berekend wordt naar haar schijnge
stalten of naar de plaats aan de he
melbol, waar zij na die periode te
rugkeert. Dat we de gebroken maan
den met wat losse dagen hebben
opgevuld en afgerond, zodat deze
perioden wisselen van 28 tot 31 da
gen, moge een wijs besluit zijn maar
met de standen van de maan onder
houden de maanden daardoor geen
enkele betrekking meer.
Weinig uniformiteit
Het ontbreken van enig verband
tussen dag, maand en jaar, blijkt
het duidelijkst met Pasen. De Joden
vierden hun Pascha op de avond van
de 14de op de 15de Nissan, waarbij
de nadruk viel op de historische be
tekenis van dit feest met betrekking
tot de uittocht uit Egypte. Welis
waar was de 14de Nissan een vaste
datum in de maand, maar niet in
het jaar. Want de Joden berekenden
hun maanden op grond van de we
de verschijning van de sikkel van de
nieuwe maan, zodat dus het jaar
aan de maanden moest worden aan
gepast. Door 12 of 13 maanden tot
een jaar samen te vatten, werden op
deze wijze jaren van 353, 354 en 355,
of van 383 en 385 dagen verkregen.
De 14de Nissan werd hierdoor een
wisselende datum, die in Maart of
April van onze kalender kon vallen.
Het is begrijpelijk, dat de oudste
Christenen hun blijde feest van op
standing en verlossing, waaraan het
kruislijaen was voorafgegaan bere
kend hebben naar het Joodse ge
bruik, zodat het Christelijke Paas
feest aanvankelijk eveneens op de
14de Nissan werd gevierd. Geheel
juist was dit niet, want de kruisiging
en de opstanding hadden kort vóór
en nè. het Joodse Paasfeest plaats
gevonden. Westerse kerken gingen
er daarom al spoedig toe over het
Christelijke Paasfeest te vieren op de
Zondag na de 14de Nissan. En op het
einde van de 2de eeuw schreef paus
Victor I voor, dat dit Westerse ge
bruik door de gehele Christenheid
moest worden gevolgd. Vele Oosterse
kerken hielden echter nog aan de
Joodse datum vast, zodat van uni
formiteit voorlopig nog geen sprake
was. Daar kwam nog bij, dat de ka
lender-techniek in het belangrijke
Christelijke centrum Alexandria ver
schillende van de methode die in Ro
me werd gevolgd, zodat door afwij
kende berekeningen deze plaatsen
totaal verschillende Paasdata verkre-
gen.
Hoewel op het conclllie van Nicea
in 325 werd vastgesteld, dat Pasen
zou vallen op de eerste Zondag na de
eerste volle maan of na de lente
waardoor dus definitief met de 14de
Nissan werd gebroken hielden
verschillende Oosterse kerken nog ge
ruime tyd aan de Joodse datum vast
en bleef ook het verschil in bereke
ningstechniek lange tijd voortbe
staan. Door gebruik te maken van
de berekeningsmethoden van Diony-
sius, archivaris van paus Homisdas,
kon na het begin van de 6de eeuw de
gewenste uniformiteit op dit gebied
geleidelijk uitgroeien.
Theoretische maan
Meer dan 1000 jaar lang heeft de
berekeningsmethode van Dionysius
by het vaststellen van de Paasdatum
stand gehouden en zelfs geldt zij nog
steeds voor kerkelijke aangelegenhe
den in sommige landen. Maar ook
volgens deze Dionysiaanse rekening
was de vaststelling van Pasen hiet
gemakkelijk en in de Middeleeuwen
behoorde de kalender-(reken) kunst
tot de moeilijkste vakken op de kloos
terscholen. Dat het bepalen van de
Paasdatum zelfs met moderne astro
nomische middelen niet zo eenvoudig
is als het de leek toeschijnt, bewijst
wel het geval dat zich in 1924 heeft
voorgedaan. Ter verduidelijking daar
van moeten we vermelden dat onze
maan een veel ingewikkelder bewe
ging volgt dan het ons meestal toe
schijnt, zodat men gemakshalve- een
tweede maan heeft geconstrueerd.
Deze tweede, denkbeeldige maan,
houdt weliswaar ongeveer gelijke
tred met de werkelijke maan, maar
is in haar bewegingen aanzienlijk re
gelmatiger.
De kerkelijke berekeningen voor
het vaststellen van de Paasdatum
zijn gebaseerd op de bewegingen
van deze theoretische maan, waar
door zich ten opzichte van de werke
lijke maan wel eens aanzienlijke ver
schillen kunnen voordoen. De ware
maan was byv. vol op Vrijdag 21
Maart 1924 zodat de volgende Zon
dag Pasen had moeten zijn; dat was
dus 23 Maart. Maar de theoretische
maan was in dat jaar reeds een dag
eerder vol, te weten op 20 Maart, zo
dat de eerstvolgende volle (denkbeel
dige) maan nè. 21 Maart, vér in April
viel. Dientengevolge viel Pasen '24
op 20 April, inplaats van op 23
Maart.
De geniale wiskundige Gauss heeft
ruim anderhalve eeuw geleden een
methode aangegeven, waardoor met
behulp van het jaartal en een paar
eenvoudige getallen de Paasdatum
kan worden becijferd. Voor 1954 gaat
dit aldus:
1954:19; rest 16 (a); 1954:4 rest
2 (b); 1954:7; rest 1 (c); (19a
24): 30; rest 28 (d); 2b+4c
6d -f 5): 7; rest 66 (e).
Aangezien de Paasdatum valt op
22+d-fe Maart, dus op 56 Maart,
zou voor 1954 de 25ste April uit de
bus komen. Maar zelfs Gauss heeft
met betrekking tot Pasen geen for
mule zonder uitzonderingen kunnen
opstellen en hij voegde er dan ook
aan toe dat wanneer de datum op 25
April valt, a. groter is dan 10 en d
gelijk is aan 28, 25 April moet wor
den vervangen door 18 April. Dit
heugelijke feit heeft zich dan dit jaar
voorgedaan. Ook voor 1981 geldt een
uitzondering, maar daar zijn we nog
lang niet aan toe. (Overigens zij hier
aan toegevoegd, dat de getallen 24
en 5, die zojuist aan de berekende
resten werden toegevoegd, bepaalde
constanten zijn, die voor de verschil
lende eeuwen andere waarden kun
nen hebben, zodat de formule van
Gauss alleen betekenis heeft indien
deze constanten bekend zijn).
Philips II
Het schijnt onbegrijpelijk dat men
een tijdlang dit bewegelijke en moei
lijk vast te stellen Paasfeest tevens
als aanvang van het Nieuwe Jaar
heeft genomen. Toch was deze ont
wikkeling niet onbegrijpelijk. Aan
vankelijk viel de Nieuwjaarsdag, in
navolging van de Romeinen, op 1
Januari, maar aangezien op die dag
nogal losbandige feesten (de Satur
naliën) werden gevierd, werd in de
eerste eeuwen na Chr. van kerkelij
ke zijde het jaarbegin op 25 Decem
ber vastgesteld. Dat lag eigenlijk in
de rede, want toen door de zojuist
genoemde Dionysius Exiguus de
Christelijke tijdrekening werd ont
worpen en de jaartelling vanaf de
geboorte van Christus werd gere
end, lag het voor de hand ook het
Nieuwe Jaar bij de geboorte van
Christus te laten aanvangen. Maar in
de practijk bleek 't jaarbegin, dat
midden in de maand December viel,
toch wel buitengewoon onhandig.
Daarom kwam men omstreeks de
17e eeuw toch weer op 1 Januari te
recht. Maar onder Karei de Grote
liet men de Nieuwjaarsrede weer op
Kerstmis vallen. En na die tijd is
het geharrewar pas goed begonnen.
Want nóg consequenter is net om
het jaar te laten aanvangen met Ma
ria Boodschap, dus op 25 Maart. Dit
voerde tegen het einde van de 11de
eeuw in Frankrijk tot een andere
nieuwigheid, want men ving het jaar
aan met Pasen, zijnde het belangrijk
ste feest omstreeks 25 Maart.
Deze Paasstijl heeft grote opgang
gemaakt, zodat sinds ca 1100 over
al daarmede rekening moet worden
gehouden. Een onhandiger aanvang
van het jaar dan Pasen is welhaast
niet denkbaar. Over de bewegelijk
heid van dit feest en de moeilijkheid
om het vast te stellen, hebben we
reeds gesproken. Als het nu treft,
dat Pasen het ene jaar vroeg en het
andere jaar laat yalt, hebben de ja
ren een lengte die onderling wel 70
dagen kan verschillen, waardoor be
paalde data het ene jaar in het ge-
neel niet, en het andere jaar dubbel
kunnen voorkomen! Op de vreemde
consequenties die deze Paasstijl tot
fevolg had en op de moeilijkheden
ie zich hierdoor bij de chronologie
voordoen, zullen we kortheidshalve
niet verder spreken. Genoeg zij, dat
wat onze streken betreft, Philips H
in 1575 hieraan een einde maakte,
een maatregel waarvoor we hem bij
alle verwijten die hü te incasseren
heeft gekregen, dankbaar kunnen
zijn.
Voorjaar 195!,: bloemen ontluiken
overal. Dit kleine eis je kijkt vel be
wondering naar de tere prachtdie
opbloeit uit het zachte groen.
Foto P.Z.C).
Een modern sprookje door
Henk Gijsbers
WELLICHT hebt u het nooit willen geloven of erger nog: misschien hebt v
er nog nooit van gehoord. Maar er is eens een tijd geweest een wonder
schone tijd. Er was nog geen PJB.O., geen E.D.G.. geen B.B. kortom er was
nog geen enkele afkorting. Wat er dan wel waren? Feeën bijvoorbeeld. En
niet zo zuinig weg twee of drie, maar feeën bij dozijnen. Je kon zo gek niet
denken of er was wel een fee voor te vinden. Zo had je bijvoorbeeld een fee
voor Goede Tafelmanieren, een voor Rechts Houden In 't Verkeer (want dat
was er toen ook al) en twee voor Quatre Mains Spelen Op Piano's
En dat klinkt nu allemaal wel erge idyllisch maar zo als dat nu eenmaal
altijd gaat met dergelijke dingen: een teveel „doet" het niet goed op de duur.
Toen de algemene feeën-vergadering op een gegeven ogenblik bijeen kwam,
daar gebleken was dat men nog behoefte had aan een paasfee, was de stem
ming der aanwezigen niet dadelijk feëeriek te noemen. „Moet er nou alweer
een fee benoemd worden?" zuchtte de gedelegeerde uit de vakgroep Denne-
bossen. „Waarom nemen jullie nou eens niet iets anders. Er zijn toch ook
nog kabouters over. Of anders probeer het eens met een giraffe of zo. Ja 't is
maar een idee hoor."
Jlè ja Enig riep een van haar collega's kriebelig uit. „En dan die giraffe
zeker met al die paaseieren laten rondhobbelen. Dat worden geen paaseieren,
dat worden roereieren!En dan., „ik zie dat beest die eieren al verstoppen.
Dan is er immers niks meer aan! Je ziet 'm minstens op een mul afstand".
„Nou neem dan een struisvogel",
riep de fee afdeling pluimvee. „Die
weet tenslotte wat een ei is
„Hoe wou jij een struisvogel eieren
laten beschilderen?" vinnigde de fee
van het departement voor Schone
Kunsten en Subsidies". Moet dat ar
me dier zeker met z'n vleugels in de
verfpot dippen en wat blijft er dan
over van zijn schutkleur? Nou jij
weer!"
„Dames, dames! Beheers u!" riep de
voorzitster uit, „zoals gewoonlijk
zoekt u het weer veel te ver van buis.
Wat dacht u van de koe? Daar heb
ben we er hier in ieder geval genoeg
ET BELOOFDE geen
•ƒ-/ prettig Paasfeest te
worden bij de familie
Van Steenderen. Vader was
juist aan een ernstige ziekte
geopereerd en lag in het
ziekenhuis en moeder, die
zelf al niet zo sterk was,
stond voor alles alleen. De
drie kinderen van elf, acht
en zes jaar bezorgden haar
handen vol werk en het leek
wel of zij de ernst van de
toestand niet inzagen. Iede
re middag onderbrak moe
der haar werk om naar
het ziekenhuis te gaan en
haar man te bezoeken,
maar meestal kwam zij er
ellendiger vandaan dan zij
er naar toe geaan was.
Haar man was al lang in
ïen neerslachtige stemming.
De zaken gingen al gerui
me tijd niet goed en hij
meende, dat zijn kwaal on
geneeslijk was. Af en toe
zei hij ronduit, dat hij ei
genlijk maar liever dood
zou zijn. Natuurlijk ging
zijn vrouw daartegenin en
probeerde hem op te monte
ren, maar als hij naar haar
door zorgen doorgroefd
gezicht keek, dan zakte hem
de moed opnieuw in de
schoenen.
De dokter had haar al
een paar maal onderhanden
genomen en haar verzekerd,
dat alleen de wil om beter
te worden hem zou kunnen
fenezen. Zoals het nu ging,
on het wel jaren duren
want er was geen vooruit
gang te bespeuren.
Iedere avond bad moeder
de lieve God om beterschap
voor haar man, maar het
leek haar toe alsof haar ge
bed niet zou worden ver
hoord. Ja, nadat hem toe
vallig een paar slechte be
richten over zijn zaak ter
ore waren gekomen, ging
zijn toestand zelfs achter
uit.
xXx
E KINDEREN begre-
fl pen het niet en meest-
al nam zij ze niet mee,
trouwens dat kon door de
week ook niet omdat ze
school hadden. Alleen op
Zondag mocht het wel, maar
dan werd hun door moeder
angstig op het hart gedrukt
vooral rustig te zijn bij va-
der's ziekbed. En het resul
taat was meestal, dat ze
met timide gezichtjes zon
der een woord te zeggen
naar hem zaten te staren
en bij het afscheid stil een
handje gaven en maar niet
begrepen, wat er met hun
vroeger altijd vrolijke en
sterke vader toch eigenlijk
aan de hand was.
De eerste dag van de paas-
vacantie maakten Jan de
oudste en Anneke van acht
jaar samen een plan. Zij
zouden hun zieke vader eens
verrassen. Zonder dat moe
der het merkte, haalden zij
een schop, een schoffel en
een hark uit de schuur en
gingen op stap. Hier en
daar belden ze aan in de
buurt en vroegen of zij de
tiaïi mochten opknappen.
Sommige mensen gingen op
hun aanbod in en lieten de
kinderen het pad aanhar
ken, het onkruid wieden en
de grasrandjes bijsteken.
Zij hadden vroeger van va
der het tuinieren geleerd,
want die was altijd erg op
zijn tuintje gesteld geweest
en hij redeneerde: jong ge
leerd is oud gedaan en nu
konden ze het in praktijk
brengen.
Met deze werkjes ver
dienden ze hier een paar
dubbeltjes en daar een
kwartje. Zo hadden ze na
een dag van hard werken
voldoende bij elkaar om hun
plan ten uitvoer te brengen.
xXx
E VOLGENDE DAG
fj namen ze Keesje, de
jongste, bij de hand en
wandelden naar een choco
laterie. Vol spanning druk
ten ze hun neuzen tegen de
étalageruit en wisten uit de
veelheid van chocolade eie
ren, kippen, paashazen en
kuikens Dijna geen keuze te
doen. Tenslotte stapten ze
de winkel binnen en lieten
de kleine Keesje kiezen. Hij
mocht aanwijzen wat hij het
mooist vond en dat zouden
ze voor vader kopen. De
juffrouw had plezier in de
kinderen en liet hen rustig
rondsnuffelen. Eindelijk viel
de keus van de kleuter op
een prachtig groot paasei,
met een zacht donsen kui
ken er bovenop. Voorzichtig
pakte de juffrouw het in en
nadat Jan betaald had,
mocht Anneke het dragen.
Gedrieën stapten ze nu in
de richting van het zieken
huis. Onderweg liepen ze
druk te fantaseren over wat
vader wel zeggen zou. Wat
zou «hg het heerlijk vinden,
want hij hield zo van choco
lade.
Toen ze voor de grote
deuren stonden en Jan ver
legen aan de bel trok, zakte
de moed hen toch wel een
beetje in de schoenen. Een
zuster deed open en vroeg
wat de kinderen kwamen
doen. Met een kleurenhak-
kelend zei Jan, terwijl hg
op de grote doos wees, die
Anneke in haar arm hield:
„we komen een Paasei voor
vader brengen".
„Maar kinderen", zei de
zuster vriendelijk, „het is
nu geen bezoekuur. Dan
moeten jullie vanmiddag te
rugkomen".
Jan keek verlegen naar
de grond en Anneke's lip
begon te trillen. Zij zagen
hun plan zo in duigen val
len. „Ja maar," begon Jan
weer, „vanmiddag komt
moeder en die mag er niets
van weten, want het is een
verrassing en ehver
der kwam hij niet. De zuster
lachte. „Nu, kom maar even
binnen", zei ze, „ik zal het
aan de hoofdzuster vragen".
Daar stonden de drie kin
deren in de grote hal van
het ziekenhuis en zij hadden
zich nog nooit zo klein ge
voeld. Als ze nu eerst maar
bij vader waren.
De zuster kwam terug en
vertelde, dat het bij uitzon
dering dan even mocht,
maar niet te lang. Zij bracht
hen door de lange gangen
naar de ziekenzaal waar
vader lag. Die kon zijn ogen
niet geloven. Zgn drie kin
deren en niet op het bezoek
uur. Wat was da* nu? De
zuster legde het even uit en
met trillende handen maak
te hij het pakje open, dat
Anneke op zijn bed had ge
legd.
xXx
£—7* OEN HET GROTE
v paasei tevoorschijn
kwam, verscheen er
na zo lange tijd een glim
lach op zijn gezicht en zijn
ogen vulden zich met tra-
DOOR
C0BY MARTIUS
nen. Daarop barstten de
kinderstemmen los. „We
hebben het zelf verdiend".
„Ja, met tuintjes aanhar
ken en onkruid wieden."
„En Keesje heeft het uitge
zocht". houdt toch veel
van chocolade?" „En nu
moet U gauw beter worden
hoor vader, dan kunnen we
weer met zijn allen wande
len". „Ja, en de eendies
voeren". „Hè, we zouden
het zo fijn vinden!"
De zuster moest de kin
deren tot rust manen. Als
in een droom hoorde vader
dat alles aan en met grote
ogen keek hij naar de opge
wonden blijde kindergezich
ten. Zgn kinderen, wat wa
ren het toch fijne jongens!
Er knapte iets binnen in
hem en terwijl de tranen
over zijn wangen stroom
den, zei hij met schorre
stem: „Ja, jongens, nu
wordt vader gauw beter en
dan zal ik weer bij jullie
zijn. Heus ik beloof net!"
En toen draaide hij met een
snik zijn hoofd in de kus
sens.
Verwonderd keken de kin
deren naar hem, zo hadden
zij hun vader nog nooit ge
zien en een beetje teleurge
steld verlieten ze met de
zuster de ziekenzaal. Maar
buiten was het gauw over,
want vader had beloofd,
dat hij gauw beter zou zgn
en als vader dat zei, dan
was het zo.
Moeder wist 's middags
bij het bezoek niet wat ze
zag, toen haar man haar
lachend begroette. Verbaasd
keek ze hem aan. Ook zii
begon te lachen, ze wist wel
niet waarom, maar hii lach
te en dat zou het begin van
de beterschap zgn. Ze zag
het paasei op het tafeltje
naast zijn bed staan en
keek hem verwonderd aan,
maar hij knikte. „Dat is een
wonder-paas-ei, ik heb het
van de kinderen gekregen".
Na het bezoek werd moe
der op de gang door de
dokter opgewacht. „Het
gaat goed met uw man me
vrouw, de crisis is over
wonnen!" zei hij en schud
de haar verheugd de hand.
van„Niks geen gemier met de
koe", sprak de landbouw, en vee
teeltfee, „die zorgt al voor de melk,
voor de schoenen en tassen, voor het
vlees, voor boter en kaas. als ze nou
ook nog voor de eieren moet zorgen,
is het hek helemaal van de dam".
„Ja, hoort u nou eens" zei de voor
zitster, „ik ben hier tenslotte alleen
maar om leiding te geven, voor de rest
kan ik zeggen: mijn naam is haas, dus
als u
„Haas! We nemen een haas! Laten
we een haas uitnodigen!" kwetterde
de hele vergadering opeens opgelucht.
^Wat hebben we toch een geniaSe
voorzitster". En direct werd per aan
getekende post een verzoekschrift aan
een alleenwonende haas in ruste ge
zonden, die ergens in het belendende
hakhout resideerde".
„Ik ben het haasje", mompelde deze
toen hij de in rijk-krullerige letters
gestelde boodschap ontving. „Gewoon
niet op reageren, jó. Kies eieren voor
je geld, d'r zit zit een levenspositie in
voor jou en je hele, eventueel nog
komende nageslacht", adviseerde de
die weet tenslotte wat een eiis..,
fee voor postverbindingen en expres
sestukken, die de brief kwam bren
gen. En met dit voor ogen zwichtte de
a.s. paashaas en begon zich ijverig op
zijn taak te bezinnen.
„Dan heb ik dus nodig, laat es kij-
keeen mandje, om de eieren in te
doen, een wagentje om het mandje in
te doen, verf om de eieren in te do
pen en een penseel om in de verf te
dopen, enne.... strikken, kuikens en
lintjes.allemensen, ga daar es als
alleenstaande haas tegen aan staan."
Maar ziet, dit was nu een van die
ogenblikken waarop bleek hoe goed
het is om in een door feeën geregeer
de maatschappij te leven. De fee van
de afdeling beeldende kunsten lever
de kwasten, verf en eerst ook nog een
mandje, doch later bleek dat dit een
modern beeldhouwwerk was, zodat het
ijlings weer teruggenomen werd, want
je kunt je goedheid ook overdrijven.
En overdrijven is nooit goed, zelfs niet
bij de wolken; als die altijd maar ble
ven overdrijven, kwam er nooit regen.
Maar goed, een goedwillende fee had
meegedaan aan een slagzinnenwed-
strïjd voor een nieuw soort wasmiddel
en dan zodoende een wagentje kunnen
winnen, terwijl eieren en kuikens (in
deze volgorde) van een zelfde lever
ancier betrokken konden worden.
Vol goede moed begon de paashaas
dus aan zijn kunstzinnige (en voedza
me) taak toen tot ieders onsteltenis
bleek, dat er nog geen linten waren
uitgevonden. Ja, wat nou weer. Een
paasmanaje zonder strik is als een
kat zonder staart dus
„Vriendinnen", sprak de voorzit
ster der Alg. Feeën Federatie, „vrien
dinnen, laten wij ons opofferen voor
het goede doel.... of lieverlaten
wij onze gewaden opofferen, opdat
deze goedwillende haas er linten en
strikken van kan knippen". En daar
feeën over werkelijk belangrijke din
gen nooit erg lang nadenkén (het eni
ge punt waarin ze op de mensen lij
ken) gingen ze onmiddellijk tot de
daad over en zag het de paashaas
groen en geel voor de ogen van de
feeënjurken. Doch daar feeën vrese
lijk verlegen wezens zijn als 't er op
aan komt, vluchtten ze tjilpend van
opwinding naar alle windstreken zo-
dia ze elkaar in haar feeënonderjurk-
jes zagen.
Dat is gelijk de reden, dat men ze
tegenwoordig practisch nooit meer in
t openbaar ziet optreden. Trouwens,
ziet u de paashaas eigenlijk nog wel
geregeld? Nee, dan vroegermaar
tja, daar was het ook „vroeger" voor.
H. G.
niet op reagerenM