Brit bestudeerde 15 jaar lang het leven van de mieren LUtKb SCHRIMN RAAD VOOR ONDERZOEK NAAR SPOORWEGONGEVALLEN JIMMY en de Bende van Bolletje Bink Verkouden..? wie ...f Wie... wie PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 19 MAART 1954 HET DICHTST BIJ DE MENS Oorlog zonder genade en rationele arbeidsverdeling (Van een bijzondere medewerker) LONDEN, Maart 1954 Vijftien jaar lang heeft een Engelse insecten- onderzoeker, Derek Wragge Morley, het leven van de mieren bestudeerd. Met een schop ln de hand Is hy iedere mierenhoop, die hy op zijn weg te genkwam, of die hy ergens kon ontdekken te Mjf gegaan en hjj heeft op deze wjjze meer dan 15000 verschillende mierensoorten op de aardbol le ren kennen. Als resultaat van zijn onderzoekingen is hy tot het inzicht ge komen, dat de mieren, die in aantal alle zoogdieren en mensen van de hele wereld tezamen vér overtreffen, een niet te onderschatten economi sche betekenis hebben. Morley heeft in de loop van zijn waarnemingen ook menige dwaling kunnen herstellen, die omtrent de mieren heerst. Het is bijvoorbeeld niet waar, dat een mier altijd maar onvermoeid bezig is. Morley heeft ze vaak verrast, terwijl ze ronduit aan het luieren of suffen waren, terwijl ze zich ontspanden of zich zelfs amu seerden (bij welke bezigheid ze zich gedroegen alsof ze een jitterbug of een rumba dansten). Als ze dan weer bijkomen, rekken sse zich uit, maken een beetje toilet en gaan weer ijverig aan het werk. Enkele van hen spelen de rol van opzichters. Ze instrueren de andere omtrent de te verrichten werkzaam heden en ze doen zelfs deze aanschou welijk voor. Deze werkzaamheden zijn van de meest uiteenlopende eard. De gangen en de cellen van de mierenwoning moeten schoonge maakt, de mierenkoeien gemolken en de miereneieren, waarvan de toe komst afhangt, verzorgd worden. En tenslotte moeten er schildwachten voor het paleis van de mierenkonin ginnen gezet worden, om de onge wenste Insecten weg t« jagen, die zich onder de hoge gasten zouden kunnen mengen. Inderdaad heeft Morley geconstateerd, dat de mieren een werkelijke huiselijkheid kennen, veel vrienden uitnodigen en hun spijs, onderdak en bescherming verlenen. Het meest geliefd zijn de torren en de spinnen. BRUILOFT HOOGTEPUNT Een hoogtepunt Ln het mierenleven Is de bruiloft, die in iedere mieren- familie verschillend gevierd kan worden. Ze vindt meestal plaats aan het einde van een warme lente-, zo mer- of herfstdag. Aan de eigenlijke bruiloft gaan dagen van tevoren duidelijk merkbare bewegingen onder het mierenvolkje vooraf: de arbeid sters zijn door een ware roes over vallen; onvermoeibaar zoeken ze de omgeving van de mierenhoop af, om Iedere eventueel aanwezige vijand te ontdekken. Als ze in dit opzicht gerustgesteld zijn, gaan ze aan het werk om de in gangen van de woning te verbreden, zodat de prinsessen, die enkele ma len groter zijn dan een arbeidster en wier vleugels niet beschadigd mogen worden, erdoor heen kunnen. Op de dag van de bruiloft komen öe paartjes op een plein vóór de ge meenschappelijke woning bijeen. De partners mogen daarbij niet de ge ringste fout tegen de wellevendheid begaan; bij het minste misplaatste gebaar zouden de lijfwachters dade lijk ingrijpen en de orde herstellen. Plotseling vliegen mannetjes en wijf jes zo hoog mogelijk in de lucht en paren daar. Als de vereniging voltrokken is, gaan de paartjes uiteen en de wijfjes zoeken een schuilhoek op, waar ze zich terug kunnen trekken. Want het volk, waaruit ze voortgekomen zijn, wil nu niets meer van haar we ten en haar hele taak bestaat nu uit het stichten van nieuwe families. In haar zorgvuldig bewaarde eenzaam heid ontdoen ze zich van haar bruids gewaad, dat wil zeggen van de vleu gels, die haar voorlopig als voedsel moeten dienen. Want het duurt veer tien weken, eer uit de eieren, waar van de mier er duizend per dag legt, zoveel jongen gekropen zijn, dat de ze voedsel voor haar kunnen aansle pen. De stammoeder van het mierenge slacht heeft waarschijnlijk twee hon derd milüoen jaar geleden in de vlak ten en moerassen van Middcn-Azië geleefd. Ze had by al haar taaiheid en sterkte een groot gebrek: ze be zat geen beschermend pantser. Der tig millioen jaar later had de natuur deze „fout" hersteld. Er zijn fossie len van mieren gevonden, die van kop tot teen gepantserd zyn. Gewoonlijk zijn alleen de koningin nen in staat zich voort te planten. Maar er zijn ook arbeidsters, die eie ren leggen. Van ae3thetisch stand punt bekeken, zijn de mieren, die men in de Afrikaanse woestijn vindt, de mooiste; ze zijn slank en gracieus. Andere soorten daarentegen hebben een zwaar pantser, dat hen tege'ijk als schop voor het onderaardse graafwerk dient. Als mieren met elkaar in strijd ge raken, dan wordt er een oorlog zon der erbarmen gevoerd. De oorzaak is meestal een botsing op een gunstig jachtgebied, waar geen van de beide partijen wil wijken, of tè grote hitte, waardoor de gemoederen in opstand komen. Maar vaak is er ook alleen maar een particuliere vechtpartij tussen leden van verschillende fami lies voor nodig, die dan in een alge mene veldslag ontaardt. Dan wordt er tot in de nacht gevochten en na de slag bedekken duizenden mieren lijken net slagveld. De overwinnaars eten na gedaan werk al het eetbare op, dat ze bij de overwonnenen vin den. Met de kop van dc slachtoffers keren ze triomfantelijk terug naar hun eigen woning. Maar hoe wild het ook toegaat in de slag, toch is er onder de mieren een soort hulpdienst, die zich om de stervende krijgslieden bekommert en ze wegsleept, om ze niet in de han den van de vijand te laten vallen. Na de strijd lopen er dagenlang patrouil les over het slagveld, om bij een eventuele terugkeer van de versla gen vijand het mierenvolk onmiddel lijk te waarschuwen. WERKVERDELING In vredestijden is de mierenfami- lie in verschillende funoties verdeeld, zodat men van een moderne arbeids verdeling zou kunnen spreken. Er zijn schildwachten en arbeiders, ma gazijnbeheerders, die hun leven door brengen met het opstapelen van voedselvoorraden in uitgestrekte ma gazijnen en nog vele andere catego rieën. Er zijn enkele soorten, die het zich heel makkelijk maken en slaven aanschaffen, die ze voor zich laten werken. Dat gaat zó: er wordt een vijandig kamp overvallen. Daarbij worden de eieren geroofd en meege nomen. Deze worden thuis uitge broed, waarop de nieuwgeboren gene ratie gedwongen wordt slavendienst te verrichten. Van oudsher bestaat er een dode lijke vijandschap tussen de mieren en de termieten. De bewoner van de tro pen heeft er het voordeel van, omdat de mieren hun vijanden bij hun ergste verwoestingen belemmeren. Inder daad heeft de mier een zeker nut, doordat ze dagelijks enorme hoeveel heden schadelijke insecten verdelgt. In de insectenwereld staat ze in hoog aanzien; bijna 5000 soorten van in secten laten zich door de mieren be schermen en werken met hen samen. Morley vat zijn mening over de mie ren samen in de woorden: „Ze zijn de dieren, die het dichtst bij de mens staan. Ze overtreffen ons aardbe woners in aantal, want men kan schatten, dat er minstens tien mil lioen milliard mieren op aarde zyn" Een voor gezondheid! Neem geregeld Uw DAVITAMON (Q het ideale vitamine-preparaat MINISTER TREFT VOORBEREIDINGEN Treinloopbeveiliging vindt voortgang. De minister van verkeer en water staat treft voorbereidingen tot de in stelling van een raad, die tot taak zal h?bbeu na elk ernstig spoorweg- ongeval een onderzoek in te stellen. Voorzover spoorwegongevallen te vytj- ten zUn aan menseiyke tekortkomin gen van het spoorwegpersoneel kan uitkomst worden geboden door auto matisering van de algemene trein loopbeveiliging, waarmee in gepast tempo wordt voortgegaan; menseiy- ke handelingen kunnen echter nim- Ook proefmobilisatie in de watersportcentra De ramp van 1 Februari 1953 heeft de gevaarlijke ligging beneden de zeespiegel van half Nederland nog eens sterk naar voren getracht. Wy moeten er, ondanks alle voorzorgs maatregelen, steeds op bedacht zyn, dat een dergelyke situatie zich kan herhalen. Bij de reddingswerkzaamheden hadden ook de watersportcentra, in dien zij beter voorbereid waren ge weest, veel belangrijk werk kunnen doen. Als voorzitter van een kleine vereniging heb ik dit zelf ervaren: er was geen platbodem of aanhang- motor in orde. Opdat situaties als deze in de toe komst niet opnieuw voor zullen ko men, zou ik de volgende voorstellen willen doen: 1. Iedere watersportvereniging of jachthaven kan zorgen, dat een aan tal platbodem vaartuigen vooraan lig- fen in de winterberging. De aan- angmotoren dienen Bedrijfsklaar te zyn; 2 Behalve de zeil weken, die ieder watersportcentrum organiseert, dient er in net najaar een gemeen- schappeiyke oefenweek te zin Alle krachten kunnen dan naar een zoge naamd bedreigd gebied ergens in Nederland gedirigeerd worden. Hier bij zouden van belang zijn de snelheid waarmede men in het gebied aanwe zig is, de vaardigheid in het hante ren van de boten, zowel op het wa ter als het land, het verlenen van eerste hulp enz.; S In de grote water sportcentra zouden de jachthavens en de verenigingen gezamenlijk een duck kunnen aanschaffen, 's Zomers kunnen deze als rondvaartboten of als watertaxi geëxploiteerd worden. Voor Zeeland zouden directe diensten van Noord-Beveland en Schouwen in aanmerking komen. Wellicht zouden de Nederlandse autofabrikanten en botenbouwers deze ducks kunnen vervaardigen. Zoals er voor brand een vrywllli- ge brandweer is, dienen er ook op 't gebied van de redding te water plaat- selyke en landelijke organisaties te zijn van marine- en watersportmen sen. IJmuiden T. D. BIEWINGA Voorzitter K.R.Z.V. 29. Jimmy en Karei Krukas reden regelrecht naar het kasteel „De Broekenburg" dat uit de 15e eeuw da teerde én dat sinds mensenheugenis dooi de baronnen Geitsma van Meckeren werd bewoond. De laatste telg van het geslacht was de 77-jarige barones Melanle Geitsma van Meckeren, die tn grote eenzaamheid haar oude dag sleet op "t grote, sterk in verval zijnde kasteel. Zij had samen met haar hulshoudster juffrouw Jantien wel veertig kamers tot haar beschikking, de zolder, de Vliering én de kelders niet meegerekend. Zij was lang niet onbemiddeld en door haar zin voor liefdadigheid stond zij bij de arme boerenarbeiders in de omgeving van ..De Broekenburg" in hoog aanzien. 'Niemand had ooit 'iets onaangenaams van haar ondervonden. Wel meende men. dat de oude barones de laatste tijd niet zo goed meer ter been was en wat suffig deed. Dat alles wist Karei Krukas Jimmy nauwkeurig te vertellen Hij wist dat zo precies, omdat zijn vrouw nog al be vriend was met Jantien. Zij zaten samen in het bestuur van het naaikransje 't Nijvere Naaldje" Krukas reed de oprijlaan in en stopte vqor het bordes van het kasteel. Het was pikkedonker. Nergens viel ook maar een straaltje licht te ontdekken. Jimmy bedacht zich niet lang. HU liet de deurklopper een trotse leeuwen kop met veel geraas op het houtwerk van de deur neerkomen. En daar niemand aanstalten maakte de deur te openen, herhaalde hij dat verschillende malen Eindelijk kwam er wat leven. Jimmy en Karei hoorden, hoe er ergens boven hun hoofd een venster werd open geschoven. mer geheel worden uitgesloten, zo zegt de minister in zyn antwoord aan de Eerste Kamer over de begroting 1954 van zijn departement. Automatische flikkerlichten bij on bewaakte overwegen kunnen bijdra gen tot het uitschakelen van mense lijke fouten. Welke worden gemaakt door weggebruikers, al is het dikwijls verwonderlyk, hoe weinig in sommige fevallen door de weggebruikers wordt egrepen, dat zulke installaties in hun belang zyn opgesteld. Met het aanbrengen van deze installaties wordt voortgegaan tot een naar be hoefte en kosten verantwoorde grens is bereikt. Door het aanbrengen van automatische halve afslu;tbomer bij overwegen kan op de duur vermoede lijk enigermate worden tegemoetge komen aan tekortkomingen van net spoorwegpersoneel, dat met de be diening van overwegen is belast. De verwachtingen omtrent dit type af sluiting zijn gunstig en het list in de 11--- daarvan lelangrij- ke uitbreiding te geven. De minister onderschrijft gaarne de opmerkingen dat het wegnemen van gelykvloerse spoorwegkruisingen een niet minder urgent vraagstuk is. Met de minister van financiën wordt bereids overleg gepleegd om in de ja ren 1955 t/m 1959 telkenjare aan de Staten-Generaal machtiging te vra gen voor een crediet van 4 millioen als Rijksbijdrage ln de kosten van het opheffen van deze kruisingen. De di rectie van de N S. is eveneens ver zocht in de genoemde vy'f jaren jaarlijks 4 millioen voor dit doel te reserveren. Artverievne neem tijdig 60 tabletten f 0.93 Sterk desinfecterend 0 In het Metropole-Tuschinski-theater te Den Haag werd Woensdagavond de film „Vieren maar!", die werd vervaardigd in opdracht van het bedrijfschap voor vis serij-producten, voor de eerste maal ver toond. Wie ls niet bang voor groot l gevaar, rijdt in een rode wagen? Wie staat er altijd voor on« klaar, alle nachten, alle dagen? Wie is die man daar met [die pet, waarom een rude band? Wie loopt er haast de hele Idag met een (luitje in 4jn hand? Wie is die man die steeds Iweer zorgt dat ieder op tyd reist? En altyd pas zijn bordje [zwaait als de klok vertrektijd wijst? schijnen tussen de pijltjes van boven naar beneden. Om je wat op weg te hel pen: Je kunt het beste eerst alle woorden opschrijven. Je ziet dat Je er twee nodig hebt van 9 letters, twee van zeven letters en twee van vijf letters. En dan maar passen en meten. DE KERMIS EN KABOUTER PUNTNEUS Kabouter Puntneus was zó blij dat hij de hele dag door zyn huisje huppelde. „Nog één nachtje slapen!" riep hij „dan ga Ik in de draaimolen!" Ja, Kabouter Puntneus had er al maan den op gewacht Zóveel ke ren had hü zijn vriendjes al over de kermis horen praten en zóveel keren had hij zijn kermis-prentenboek al door gekeken dat hij nog maar één wens had; zelf ook eens naar de kermis te gaan. En nu was het haast zover. De kermisgasten waren al gekomen. Wel twintig wa gentjes stonden op een open plek in het bos opgesteld en men was druk bezig de ver schillende attracties op te bouwen. „Hoeveel kost een rit ln de draaimolen?" had Ka bouter Puntneus al eens aan een van de mensen ge vraagd. „Drie dennen appels!", had deze gezegd „Maar je kunt ook een knipkaart van twaalt ritten krijgen en die kost maar dertig dennenappels!" Toen bad Puntneus zijn hele spaarpot omgekeerd. „Ik moet zien dat Ik er der tig bij elkaar kryg!", zei hi). „Stel je voor, dan kan Ik zo maar twee keer voor niets draaien!" Hö telde en telde drie vier... zeven acht. dertien veertien... twintic een-en-twlntig... acht er twintig! Jammer, precie: twee te kort... hoe kom il nog aan twee dennenappels Wacht eens... misschie kan ik het tuintje van buur man wel omspitten vooi twee stuks!" En zo spitte kaboutei Puntneus de hele middagen kreeg zijn dertig dennen appels bij elkaar Héél vroeg ging het mannetje naar bed „Dan is het gauw morgen!" zei hü De volgende morgen stond de kabouter al bijtijds op het kermisterrein. Het wbs er een vrolijke drukte Over al klonk muziek. Er waren zweven in een kiein stoeltje over alle andere kabou ters neen... dit was het., en niet één keer. nee. twaalf keer ging hij zweven! Puntneus ging er maai gauw heen, kocht een knip kaart en zei tegen de man die hem stevig aan zyn stoeltje Dond: „Laat mij maar zitten hoor. ik ga twaalf keer achter elkaar i" De molen zette zich in be- veging. „Heerlijk!" juichte 'untneus Steeds hoger en loger ging het. Alle ker- nistentjes schoten onder iem door Soms zag hij een oekende en dan riep hy. „Hoera... Ik zweef de zon tegemoet!" Ja. kabouter Puntneus genoot de '•erste drie ritten maar toen. begon hij zich een klein beetje duizelig te voelen Vooral als de molen ging stoppen kreeg hy -zo'n vreemd gevoel in zijn maag ie en als hij stilstond en an dere kabouters instapten was het net of de hele ker mis nog steeds om hem heen draaide Maar de ker- misman deed wat Puntneus gevraagd had Hü liet de ka bouter zitten en keer op keer ging Puntneus hoog de lucht in. Alles draaide tenslotte in he1 rond. Hü werd bleker en bleker en voelde zich helemaal niet lekker „Ik wil er uit!" huilde hü toen de negende rit was afgelo pen. Maar de kermisman hoorde hem niet en zo ging Puntneus voor de tiende keer in het rond Toen maakte men hem eindelük van zün stoeltje los De Kabouter wankelde de trapjes af en ging maar gauw op de veilige grond zitten Hü zag allerlei ster ren en ballen om zich heen tollen en hoorde niet eens het gelach Ier omstanders. Kabouter Puntneus ver liet ongemerkt het kermis terrein en was bly weer thuis te zijn. „Poeh!" zei hU „ik ben mün spaarcentjes kwüt buurman heeft een mooi omgespit tuintje en ik ik ga mün leven langnie! meer in een draaimolen. Wie heeft een jas vol gaten, een -afelige boek? Wie heeft een afgedankte [hoed. en om 4Jr nek een doek? Wie staat er altijd heel [alleen op pas gezaaide grond. En zwaait de hele dag laaneen met arm en benen rond? Wie heeft een leren lekker [aan een helm vaak op zün hoofd? Die liefst geheel geen vlam- [men ziet en éls ze er zün snel dooft? PASSEN EN METEN Om deze vakjestekening staan zes voorstellingen. De namen van deze voorstellin gen moeten ln de vakjes worden geplaatst. Er zün echter maar vüf regels zo dat er één woord overblüft en dit woord moet dan ver- Op een mooie Zondagmiddag, Liep Mies langs een voetbalveld. Maar Mies houdt heel niet van voetbal. Gaat nóóit kijken, voor geen geld. Maar daar rolt de grote voetbal. Juist voor kleine Mies haar voet! Zal ze er nu tegen trappen? Ze weet haast niet hoe het moet! Maar ze neemt kordaat een aanloop En ze geeft een harde trap. Nu, dat valt erg mee van Miesje, Want ze gaf die trap maar knap! schiettenten en grabbelton nen. Je kon er schommelen en wippen. Je kon er wer- kelyk van alles doen en overal liepen de kabouters en hadden pret voor tien. Maar Puntneus hield zün dennenappels in zün zak. De draaimolen., déór ging hü in. hoog door dp lucht En ineens gaat veel gejuich op. „Goal-Goal-Goal!" roept iedereen De wedstrijd is juist afgelopen Ieder loopt naar Miesje heen. En men neemt haar op de schouders. Miesje heeft de goal gezet! Met één-nul de strijd gewonnen Iedereen heeft heel veel i pret! i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 8