Een gesprek van meer dan honderd jaar RUSTHUIS IN KAPELLE NOG DIT NAJAAR GEREED HERODOTUS, HANS WARREN EN DE CHRISTELIJKE PROBLEMATIEK VERGOEDING VOOR GETROFFEN LANDBOUWERS HOESTBUIEN ABDIJSIROOP 10 PROTINCIALE ZBBUW8E COURANT WOENSDAG 17 MAART 1954 Schelde-Rijnverbinding was sinds de scheiding in 1839 in discussie zaken neergelegd. Vandaar, dat een Belgisch-Nederlandse ministerconfe rentie in Maart 1949 besloot weer eens een commissie te benoemen ter bestudering van de waterwegen en ilemcn. Het rapport van de ze commissie, aangeduid als de com- (Van onze parlementaire redacteur). Het was waarlijk niet ongemotiveerd, toen onze minister van Buiten landse Zaken, mr. D. Stikker, op 18 Januari 1951. in de Tweede Kanier zUn begroting verdedigend en over de door België gewenste Schelde-Rjjn- verbinding sprekend, zelde: „Ik zoo slechts willen opmerken, dat een ver der voortgaande studie nauwelijks meer nieuwe gezichtspunten zou kun nen opleveren". Op dat ogenblik had het tussen België en Nederland ge voerde gesprek al........ 105 jaar geduurd. Het vraagstuk van de Belgisch-Ne- derlandse waterwegen en van de ha vens beperkt zich niet tot het Moer- dflkkanaal. ook de zogenaamde stop van Ternaaien, en de sluizen by Ter- neuzen vallen eronder. De Schelde- Rijnverbinding heeft beide landen evenwel de meeste moeilijkheden be zorgd. Ze begonnen in 1846 al duidelijk te spreken. Zelfs moeten we nog verder teruggaan, om tot het wezen van de ze zaak door te dringen. De spanning tussen België en Ne derland, in het begin van de vorige eeuw '■nog verenigd, bereikte zyn hoogtepunt in 1830, toen de groeien de ontevredenheid in de Zuidelyke Nederlanden zich ontlaadde in een complete opstand. In 1839 werd de scheiding uitgesproken. Bij het schei dingsverdrag van dat jaar sloot aan een nader waterwegen- en scheep vaartverdrag van November 1842, be vestigd door het reglement van 1843. In Maait 1846 deed de Belgische gezant in Nederland mededeling aan onze regering, dat in zijn land onge rustheid gerezen was door het be kend worden van het voornemen van Nederland een spoorweg aan te leg gen van Vlissingen naar Maastricht over het Sloe, het verdronken land van Zuid-Beveland en de Ooster- Schelde. Hierdoor, meende men in België, zou inbreuk gemaakt worden op de aan België bij het afscheidings- verdvag gewaarborgde vrije vaart op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse bin nenwateren van de verbinding van de Schelde met de Rijn. Men eiste op grond van het verdrag van 1839, dat voor de onbruikbaar geworden vaarwegen andere in de plaats zouden worden aangelegd. Nederland kende deze verplichting luidende: „Wanneer de bestaande wa terwegen door natuurlijk^ oorzaken of door de aanleg van kunstwerken onbevaarbaar zouden worden, zorgt de Nederlandse regering, dat de Bel gische scheepvaart in de plaats van de onbevaarbaar geworden wegen de beschikking krijgt over andere, even veilige en even goede en gemakke lijke waterwegen", uiteraard ook wel. Ter vervanging van de af te slui ten Ooster-Schelde liet Nederland daarom het kanaal door Zuid-Beve land van Hansweert naar Wemeldin- ge graven. Eind 1866 werd het voor de scheepvaart opengesteld en in dat zelfde jaar besteeddë men de afdam- mingswerken in de Oosterschelde aan Reeds in 1867 begon men met de werkzaamheden. LEIDEN IN LAST. Op nieuw was Leiden in last! Op de dam bij Woensdrecht in het Kreekrak, waardoor dus de recht streekse doorgang voor de Belgen naar de Oosterschelde werd afgeslo ten, trok zich het gehele Belgisch- Nederlandse Schelde-Ryngesprek sa men. De Belgische schepen moesten voortaan verder Westwaarts de Wes- terschelde op en vervolgens door het Kanaal van Hansweert, voorts langs Krammer, Volkerak en Hollands Die]" Waal te komen, waardoor ze de >p de Ryn konden bereiken. Het Zuidelijke deel van deze route van Bath fot de Krammer is altijd het voornaamste onderwerp van het gesprek geweest. België eiste eengunstiger vaarweg. Het verweet Nederland dat het ae kunstwerken eenzjjdig tot stand had febracht. dus zonder België erin te ennen. Onze Zuiderburen wensten mede te bepalen, hoe de verbinding van de Schelde naar de Rijn lopen zou. Nederland daarentegen hield vol, dat het zich strikt aan de bepalingen van het verdrag gehouden had Zo stonden in 1846 de partyen scherp tegenover elkaar, zo was de controverse in 1R67 en zo was zy ook later herhaaldelijk. Tussen de beide wereldoorlogen heeft men eveneens enige mislukte pogingen aangewend om overeen stemming te bereiken. In 1925 ver wierpen de Nederlandse Staten-Gene- raal het Belgisch verdrag. Hoewel de Belgische schepen steeds van het kanaal dooi' Zuid-Beveland februik maken, heeft België zich och formeel nimmer by de gang van missie-Van Cauwelaert-Steenberghe, verscheen in 1951 De kwesties van de stop van Ternaaien en de haven van Temeuzen bleken niet veel mooi- ïykheden meer op te leveren Het Moerdykkanaal bleef het grote strui kelblok vormen. En voor de derde maal na 1846 en 1867 - eiste België in 1952, by monde van de minis'er van Buiten landse Zaken in de Senaat, dat Ne derland op grond van de bepalingen van het scheidingsverdrag van 1839 voor een goede vervangende vaarweg van de Schelde naar de Ryn zou zor gen Zelfs de bewoordingen, waarin dit geschiedde leken op die van een eeuw geleden. De kwestie werd bovendien in een geheel nieuw licht geplaatst, doordat België niet alleen meer zijn ontevre denheid betuigde over het Zuidelijk deel van de vaarweg van de Schelde naar de Ryn. maar de minister van Buitenlandse Zaken op 13 Mei 1952 'n de Rennn* de veronderstelling uitte, dat Nederland het voornemen had nieuwe werken uit te voeren in de tussenwateren van de Schelrte-Rijn- vovhinrnne ne-rp werken zouden dan het Noordelijk deel van de vaarweg moeten betreffen. DE LAATSTE POGING. België wenste een oplossing door een compromis Opnieuw zyn de he ren Van Cauwelaert en Steenberghe aan het onderhandelen gegaan. Hun conclusies zyn aan de beide regerin gen aangeboden en nu schynen niet alleen de stop van Ternaaien en de haven van Temeuzen tot de opgeloste kwesties te behoren, maar ook de Schelde-Rnn-verbinding. waarvoor een kanaal zal worden gegraven. BIJDRAGE TOT OPLOSSING WONINGPROBLEEM Belangstelling van de zijde van de toekomstige bewoners is reeds zeer groot. Wanneer alles een vlot verloop kan hebben, hoopt men nog dit najaar in Kapelle een nieuw rusthuis voor bejaarden in gebruik te kunnen ne men. Zoals bekend, is by de jongste verdeling van bouwvolume hiervoor het volume van elf woningen toegewezen. Dp plannen liggen reeds meer dan een jaar gereed en hei wachten is nu nog slechts op de financle ringsregeling. Verwacht wordt, dat binnen enkele weken tot aanbeste ding kan worden overgegaan. Het Burgerlyk Armbestuur zal met de exploitatie van dit rusthuis een nieuwe taak op zich nemen. De belang stelling van de zyde der bejaarden i s verheugend groot en ongetwyl'eld zal dit rusthuis mede bijdragen aan de oplossing van het woningtekort in Kapelle. Er wordt althans op gerekend, dat hierdoor aeht a tien woningen, thans door ouden van dagen bewoond, vry zullen komen. LEZERS SCHRIJVEN Een kanttekening en een antwoord Veroorlooft U mij een enkele kant tekening bij het artikel van uw let terkundige medewerker in uw blad van j.l. Zaterdag? Daar stond o.m te lezen: „Het grijze en mistige van onze streken en onze door twintig eeuwen Christendom beïnvloede min of meer Noordse karakters, rherken we pas recht, als we binnentreden in een heldere wereld waar een stralen de zon in een emailblauwe hemel staat. We verkeren er onder mensen die onvertroebeld en veel natüürlijker leven dan wy". En verderop: „Het is een èndere wereld, volkomen vrij van de speci fiek Christelijke problematiek, zon der welke wy ons haast geen samen leving voor kunnen stellen; een we reld vol ongetemperde hartstochten Lichaam en geest zyn er gelykwaar- dig, enz.''. Het is verre van my, ieders goed recht te betwisten met Goethe „das Land der Griecken mit der Seele su- chend" te zijn. Persoonlijk las ik des- tyds Herodotus en zijn consorten trouwens liever dan de „Nordische" verhalen, waar winden om rotsen waaien en zo. Maar het artikel van uw medewer ker wekt de indruk, alsof het land der Grieken met z'n „edle Einfalt und stille Grösze" enerzijds en z'n ongetemperde hartstochten ander zijds, nog het ideaal kan zy'n van SCHAAL 1:250 TRACE. ANTW_O.SC ons, die leven moeten in deze late Chr. eeuwen met hun „specifieke Chr. problematiek". Alsof er een te rug mogelyk zou zyn „naar de vleeschlyke dalen in de onschuld van vóór het Berouw", zoals Marsman in zijn schone Tempel en Kruis zegt en alsof wy ooit zullen vinden „den ou den Eros, goddelyk en rein", waar Aafjes, in zyn onderhoudende Voet reis, naar Loekt. Vandgl. philhelleen- se uitingen kan men met Fr. Schlegel zeggen: „Jeder hat noch in den Al ten gefunden was er brauchte oder wünschte, vorsilglich sich selbst" Op het gevaar af myzelf op andere wij ze hier eveneens schuldig aan te ma ken, zou ik willen wijzen op andere zijden van de Griekse geest: op de wereld van Eleutis, van Orpheus, op het dorsten naar het heil en naar verlossing uit de ellende. Wie over de Grieken schrijft, verlieze dit, mèt de Dionysische drang, waarin de mens zichzelf wil verliezen in de god, niot uit het oog. Wat ook te denken van de zinsnede „lichaam en geest zyn er gelijkwaar dig". als men weet hoe het Griekse denken uitloopt op het Neo-platonis- me met z'n verachting van de stof, rwyl Israel al eeuwen tevoren de mens had gekarakteriseerd als jn de eerste plaats een waardevol lichaam met een geest en niet als een waardevolle geest met een-vuig lichaam, zoals de nazaten van Hero dotus c,s. deden. Toegegeven, dat dit bijbels Chr. besef verduisterd werd Maar daar zou de humanistische 19e eeuwse „Philosophie des Geistes" wel eens meer schuld aan kunnen hebben dan de Chr. traditie, al gaat die niet vry uit. Summa summarum: wie heimwee heeft naar een „onvertroe beld en natuurlijk leven" probere het eerst nog eens met de profeten van Israel en de apostelen van Christus, alvorens zich te wagen aan een re- firise van een wereld, die door Chris- uj werd „vervuld". IJzendijke Ds. C. Blomaard. Na kennisneming van deze, ik zou haast zeggen „vriendeiyke terecht wijzing" van ds. Blomaard, heb ik myn artikeltje nog eens over gelezen om te zien of ik werkelyk een bok had geschoten dan wel de schyn had gewekt, dat ik persoonlyk „terug; zou willen naar de Grieken". Ik wil nl. helemaal niet terug, en leven in dit heden: het leven heeft me nog nooit zó de moeite waard geschenen als in deze „verscheurde' etc. tyd. Wel heb ik sympathieën in het verleden, en de Griekse wereld in zijn grootste bloeiperiode: de 5e eeuw voor Chr. (niet de latere, toen allerlei mysterie- en de helderheid gingen overwoeke ren) is er één van. Ik durf haast ver onderstellen dat mijn geachte oppo nent die sympathie met my deelt. Herodotus leêfde ten volle in die bloeitijd en myn artikel had alleen be trekking op de toestanden in zyn tyd. Er heerste toen een edele har monie in het leven, zoals die later niet meer is bèreikt. Deze harmonie vertroebelde reeds in vóór-Chr. tyden meer en meer; zy werd tenslotte voorgoed verbroken door de Chr boodschap. Het zou te ver voeren, hier na te gaan, hoever het Christen dom in de loop der eeuwen van zyn oorsprong is afgedwaald, en hoeverre de Chr. „problematiek", de „theorie- en", het leven in deze streken hebben vertroebeld o.a. door die scheiding van geest en lichaam, die inderdaad on-Joods en bovendien ook on-Chris- In het verleden gijn verschillende tra ces voor een eventueel Moerdijkka- naal vastgesteld. Het rapport van de commissie- Van Canwelaert-Steen ber- ghe, dat in Februari 1951 aan de bei de regeringen werd aangeboden, be vat een aantal kaarten, waarop tel kens weer een andere loop van het ka naal Is aangegeven. Tijdens de laatste BelgischNederlandse onderhande lingen schtpit men tot overeenstem ming gekomen te zijn over een pro ject, dat 't meest het op bovenstaand kaartje aangegeven tracé nabij komt. Na het inwerkingtreden van de Noodwet-Drees zag het Burgeriyk Armbestuur zich voor een deel van zyn onlersteuningstaak ontheven Daardoor werd de mogelykheid ge schapen zich meer aan andere zaken te wijden. Temeer gingen toen de fedachten uit naar een rusthuis voor ejaarden, omdat een bestuurslid van het B. A., wylen de heer C. D. Vreeke, bh zyn overlyden een villa, twee h.a. boomgaarc en een bedrag van 25.000 aan het Burgerink Armbestuur had gelegateerd voor dit doel Daar nog niet over de villa kan worden beschikt, werd de naast gelegen villa Pomona aan de Bieze- ïingsestraat aangekocht. Vlak voor de watersnoodramp was men zover gevorderd, dat Ged. Staten goed keuring hadden verleend tot aanbe steding van de verbouwing, doch na de ramp haalde een ministerieel be sluit een streep door de rekening. Er zou slechts gebouwd kunnen worden, wanneer hiervoor bouwvolume werd toegewezen Thans is dit zover en daar de plannen niet meer gewyzigd zyn, kan spoedig begonnen worden De bestaande villa zal als dienst gebouw worden ingericht met o.a op de benedenverdieping een conversa tiezaal en boven een bestuurskamer, een linnenkamer en drie slaapka mers. waarvan men er twee wil be stemmen. voor logeerkamers De kamers voor de bejaarden zullen worden ondergebracht in twee vleu gels ter weerszyden van het be staande gebouw en een derde vleu gel, welke aan de achterzijde lood recht op de villa Is geprojecteerd Voor echtparen zyn op de twee ver diepingen totaal zes „flats" gedacht. Behalve een woonkamer van 4 x 3.65 m„ krijgt men de beschikking over een slaapkamer van 3 x 3.11 m. als mede een keuken en W C Er wordt dus een volkomen zelfstandige wo ning ingericht. Voor bejaarden al leen komen er zeventien zitslaapka mers van 3 x 3.65 m., met jok voot elk /een keukentje en een WC met wastafel. Het gebouw wordt geheel centraal verwarmd, terwijl men de Onlangs werd te Seattle in de Noord westelijke Amerikaanse staat Wash ington de zevende Amerikaanse kustmjjnenveger aan de Nederlandse Marine overgedragen. Hr. Ms. .yBrui- nisse", zoals het schip thans heet, is het zevende vaartuig van dit soort dat overeenkomstig het programma voor wederzijdse militaire bijstand, de Amerikaanse vlag voor hel Neder landse dundoek verwisselde. Eerste normenlijsten werden gepubliceerd In de Staatscourant ts thans een vyftal normenlijsten voor de schade vergoeding aan de landbouw, inge volge de wet op de watersnoodscha- de. gepubliceerd. Voor de bydrage in de schade aan gewassen te velde, wordt de oogst- waarde Van het voldragen gewas, ver minderd met de niet gemaakte kosten vastgesteld in twee groepen. Voor land na 1 Februari 1953 nog ingezaaid: voor onbewerkt land f 80 per ha, land op wintervoor f 120, win tergraan f 210, karwy t 200 koolzaad f 200 en lucerne f 160. Indien het 'and na 1 Februari 1953 niet meer is inge zaaid: voor onbewerkt land f 540 per ha, land op wintervoor i' 580, winter graan f 665, karwy f 605, koolzaad f 655, lucerye f 555, grasland f 355. LEVENDE HAVE. Een uitvoerige lijst geeft de normen voor de verloren gegane levende ha ve Voor paarden, met uitzondering van hoogwaardige fokdieren, worden b.v voor jaarlingen de volgende ver goedingen gegeven: ongeregistreerde merries f 550, ruins f >00 en stam boekmerries f 600. Voor paarden van 4 tot en met 8 jaai zijn deze bedragen resp. f 1200, f 1125 en f 1325. By het rundvee, met uitzondering van hoogwaardig fokvee, wordt on derscheid gemaakt tussen gebruiks- telyk is, een feit, dat thans in de voorste gelederen van predikanten e d. j*rif erkend wordt, maar wat nog lang niet in alle lagen van de Chris telijke bevolking is doorgedrongen Bovendien ben ik geen cuïtuurphilo- soof. Myn opmerkingen kwameD voort uit de verrassing die men tel kens weer gevoeld voor dit „won der": een leven Rónder Chr. proble matiek. (Het gaat hier niet om een vóórkeur ik heb ook geschreven dat wy ons zo'n samenleving haast niet kunnen voorstellen, en vooral ook: „Normen, die als vanzeifsprc kend gelden voor ons, bestonden toen niet". Zegt dit woord „vanzelfspre kend" niet genoeg?) Samenlevingen zonder bedoelde problematiek, vindt men ook elders er in het heden, zodra men Europa verlaat: het element van verrassing biyft geiyk en het is zeker ten zeerste de moeite waard met die culturen uit verleden of heden kennis te ma ken. Een beetje bewondering of wee- lykt moed zelfs, 11 men rezond: zelfs, lijkt my daarbij gen biyft toch „buitenstaander!" H. W. vee (runderen zonder officieel be kende afstammings-productie-gege- vens), productie-vee (van veestapels door erkende melkcontróleverenigin- gen op productie gecontroleerd) en stamboekvee Voor melk- en kalfkoeien. geboren voor i946. is b.v. de vergoeding in deze drie genoemde klassen bepaald op resp f 900, f 950 en f 1050. geboren na 1945 op f 900. f 1050 en f 1150 Deze normen worden voor de pro ductie- en stamboekklassen nog met f 50 per dier verhoogd, indien over de laatst bekende lactatie-periode de gemiddelde productie pei dier op het bedrijf van de getroffenen tenminste bedroeg: 4600 kg melk, vetgehalte 3,60 procent, 170 kg botervet Voor ingeschreven stieren voor de fokkerij worden bedragen van f 250 (tot 1 maand) tot f 600 (van 8—13 maanden) betaald De normen voor fok- en gebruiks- vee worden met 10 procent verlaagd voor de op t.b.c. reagerende dieren Voor ouder mestvee zyn vergoe dingsnormen van f 1,50- 1,60 per kg levend gewicht vastgesteld Voor ongeregistreerde varkens, w.o. niet-drachtige opfokzeugen van 25 tot en met 40 kg levend gewicht is de vergoeding bepaald op f 60 van 41 tot en met 55 kg op f 85 en 56 tot en met 70 kg op f 110. De vergoeding voor mestvarkens varieert van f 1,45 tot f 1,85 per kg levend gewicht Om verder slechts een greep te doen: voor ooien (ongeregistreerd) f 100. 'stamboek) f 100 voor leghen nen op gewone bedrijven f 8 (broed 1952), f 6 (broed 1951 en ouder). VOOREADEN. Een derde normenlijst geeft de ver goeding voor verloren gegane voor raden landbouwproducten Vooi zelf geteelde producten is de ze bepaald voor granen (ongedurst) op f 935 per ha, peulvruchten (onge- dorst) 1 1165 en bandelsgewassen <on- gedorst) f 1080. Voor tarwe imarkt- schoon» t 25 per 100 kg. gerst (idem) f 27. mais (idem) f 33. naver ridemi f 24, groene erwten .idem) f 50 schokkers (idem) f 58, bruine bonen (idem) f 75, blauwmaanzaad (idem) f 100, vynpeen (idem) 1 10 en uien (idem) f 23 Voor middelmatig vlas 'ongerepeld) f 0,15 per kg, (gerepeld) f 0,18. voor goed vlas resp t 0,21 en f 0.24, voor prima vlas resp f 0,26 er "30. Voederbieten f 21 en voed er- aardappelen f 30 per ton Voor consumptie-aardappelen wordi b.v. voor de Eigenheimer 88 mm opw f 12 per 100 kg voor gesorteerde en t 10,50 voor ongesorteerde gegeven, Het ontwerp van architect M. J. la Clerq voor het Rusthuis te Kapelle. lnwonenden zoveel mogeiyk vanuit een centrale keuken wil bedienen. De bouw en inrichting sa! onge veer twee ton vergen Behalve net legaat wil men voor de financiering o.a. ook de herbouwplichten van en kele armenhuizen hierin verwerken, terwijl men voor ditzelfde doel een drietal in het bezit van het B. A, zynde hulzen te Schore zal verko pen. Interesse van ouden van dagen biykt er voldoende te bestaan Toen twee jaar geleden de mogelykheid tot aanmelding werd gegeven, werd het huis reeds geheel volgeboekt. Daar intussen verschalende gegadig den zyn overleden of een andere op lossing hebben gevonden, zal binnen kort een nieuwe oproep worden ge daan. Verwacht wordt, dat een gedeelte van de toekomstige bewoners hun hulsvesting zelf zal kunnen bekosti gen. doch daarnaast zullen er ook minderkapitaalkrachtigen kunnen worden ondergebracht Er zyn bhv. gevallen van ouden van dager die reeds geheel of gedeclteiyk op kos ten van het B. A. elders in en rust huis vertoeven. Ongetwijfeld zal dit gebouw In een grote behoefte voorzien, terwijl het eveneens een sieraad voor de gemeente zal blyken te zyn. die al erger worden als gij Uzelf niet goed ver zorgt. zijn een ernstige bedreiging^ voor Uw ge zondheid- Neem van daag nog het genees middel dat Uw hard nekkige hoest spoedig stilt AKKERS Werelds beste hoestsiroop - vooi Bintje en Meerlander resp. fll en f 10 Voor goedgekeurde pootaardappelen van het soort Bintje, Eigenheimer (ge sorteerd) zijn de normer voor de klas sen A, AB. B en C in de maat 25/28 resp. f 25. f 22, f 20 en f 18 per 100 kg. Voorts zijn er normenlijsten voor de kunstmeststoffen en de aangekoch te voedermiddelen gepubliceerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 12