Henry Miller's visie op de clown
in een magistrale novelle
Wandschildering in
van Middelburgs
Eindhoven
schilder
Kreutzberg's dansen, een
teken aan de wand
Guido van Deth begon eens
een bazar-poppenkast
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1954
PR0VINC1 ALE ZEEUWSE COURANT
7
WERELDLITERATUUR
Symbolisch, uiiersi dichierlijk
verhaal
OF DE HOOFDWERKEN van Henry Miller, romans als de beide Tro
pics, Rosy Crucifixion en Plexus, ooit volledig in het Nederlands vertaald
zullen worden, is twijfelachtig. Het is maar ternauwernood dat ze in de
oorspronkelijke tekst (Amerikaans) of in Franse vertaling in de boekwin
kel mogen worden verkocht. Een t(jdjc is dat zelfs verboden geweest, aan
welke dwaze (o>m geen scherper woord te gebruiken) toestand gelukkig
spoedig een einde werd gemaakt. Want ook boekenlezers zijn als alle an
dere mensen, en als kinderen: wat niet m&g, wil je juist met opzet doen,
al< je Henry Miller niet mag lezen, dan wordt het verlangen om hem te
lezen juist extra aangewakkerd.
Ieder herinnert zich wel verhalen over de „onzedelijkheid" van de boe
ken van Zola, over het proces dat Flaubert moest voeren naar aanleiding
van „Madama Bovary", of in recenter tijden, het eerst verboden, later be
roemde „Ulysses" van James Joyse, of „Lady Chatterley's Lover" van
Lawrence. Waarvan in elk geval „Madame Bovary" en „Ulysses" tot de
meesterwerken van de wereldliteratu ur gerekend moeten worden, terwijl
Zola en Lawrence toch ook niet bepaald kleine jongens zjjn.
Heden ten dage zjjn het Henry Miller, in Amerika, en Jean Genet in
Frankrijk, die het verkorven hebben. Nu kan men kiezen tussen over vijf
tig of honderd jaar bakzeil halen, of de ogen open hebben en erkennen,
dat zowel deze Henry Miller als Jean Genet tot de grootste schrijvers van
deze tyd behoren, tot de belangrijkste die de wereld op dit ogenblik kent.
Om ons nu tot Miller te beperken:
laten al degenen, die graag wat van
hem willen lezen, doch die wat bang
zijn voor het onvermijdelijke ruwe
woord of een louche situatie, de ma-
S'strale novelle eens lezen die Bou-
ïer in Den Haag in een prachtige
editie uitbracht „The Smile at the
Foot of the Ladder", een symbolisch
uiterst dichterlijk, door het vuur van
een diep en rijk leven gelouterd ver
haal, waarin geen onvertogen woord
of situatie voorkomt, en dat ons
Miller niettemin toont zoals hy ook
Is in zijn andere boeken: bezeten
door een liefde voor het leven in al
zyn vormen en een liefde voor zijn
medemens, die alle grenzen door
breekt. Verlicht door een haast al
les omvattende belangstelling, In
zicht en een wijsheid die alleen de
zeer groten hun eigendom kunnen
noemen.
UITBEELDING VAN EEN
CLOWN
De hoofdpersoon is Auguste, een
veertigjarige, beroemde clown. Een
clown, die zijn taak hoog, ja te hoog,
opvat. Een paard blijft een paard m
de arena, een hoepel een hoepel,
maar Auguste, die toch ook een
mens moet blijven, dient iets méér te
worden, een speciaal wezen, dat de
mensen kan doen lachen en huilen.
Op zichzelf is dat niet zo moeilijk:
een clown, die vleesgeworden fout,
die meester van de onpractische
hulpeloosheid en hardleersheid, is
Letterkundige kroniek
door HANS
niemand en iedereen tezelfdertijd.
Auguste echter, wil de toeschouwers
meer geven dan dat: hij wil hen een
onvergankelijke vreugde, een geluk
van hoger orde schenken. En: „Joy
is Godgiven".
Tot zyn attributen behoort een
ladder, die reikt naar de maan (bol
le geitenblaas inde top van de tent),
Op een avcnd vergeet hij doodge
woon wat hij vervolgens doen moet,
en staart, gezeten aan de voet van de
ladder, beaat glimlachend naar die
maan. Zodra hrj weer bij zyn positie
ven komt, davert een geweldig ap
plaus los; de mensen in het circus
Druilen van plezier en zijn beste
stunt is geboren. Hij cultiveert hem
avond op avond, maar in plaats van
zün hoge vreugde op het publiek over
te brengen, ontvangt hij telkens de
stompzinnigste lach-ovatiesdie hem
wanhopig maken. Tot hij op zekere
avond opeens bekogeld wordt met
allerlei rommel: hij was niet ont
waakt uit zijn trance en de toeschou
wers, die een halfuur in steeds stn-
gende verbazing naar zijn glimlach
hadden zitten kijken, hadden tenslot
te het geduld verloren.
De volgende dag staat Auguste
ontslapen op straat, en dan gaat
hij als onbekende door de wereld
zwerven. In volkomen eenzaam
heid. In het veld, onder de echte
maan, heeft hjj onmenselHke
dromen: hij beklimt een eindeloze
ladder, is omringd door een onein
dig circus vol gekruisigde spo
ken. Waar Is zyn -doel, zijn
kracht? I
Als hü dan op een dag in de
buurt komt van arm kermisvolk,
wordt het hem te machtig, en ne
derig biedt hy zijn diensten aan:
hij zal de tent helpen opzetten,
de beesten verzorgen. Hy wordt
toeschouwer, is vredig en tevra
den. Hy ontvangt geen app' is
meer van de toeschouwers, maar
een glimlach van zyn medemen
sen.
Doch het lot laat hem niet in deze
staat: de clown van de groep, Antoine
wordt ziek. Die Antoine was een
clown zonder talent, die de moed om
Internationale dirigentencursus
Evenals het vorig jaar heeft het be
stuur van de Nederlandse Radio
Unie, in aansluiting op het bestaande
muziekonderwijs in Nederland, een
dirigentencursus georganiseerd,
waaraan door cursisten uit Neder
land en uit het buitenland kan wor
den deelgenomen. Het doel van deze
opleiding is een bijdrage te leveren
tot de vorming van dirigenten voor
symphonle-orkesten. De cursus duurt
van 21 Juni tot en met 23 Juli 1954.
De cursusleiding wordt bygestaan
door een raad van advies, bestaande
uit de heren Willem Andriessen, Jean
Anton ietti„ Paul van Kempen, dr. R
Mengelberg en dr. C. L. Walther
Boer Aan de cursus zullen ten hoog
ste 24 werkende cursisten kunnen
deelnemen, waarvan maximaal 14
Nederlanders. Bovendien kunnen toe
behorende cursisten worden toege
laten.
iets te bereiken al lang opgegeven
had, die zijn dromen had verzaakt.
Auguste valt, onder Antoines naam,
voor hem in, en wil uit pure goed
heid Antoines carrière maken. Hy
denkt niet aan zichzelf. Auguste is
dood, Antoine leeft. Hij brengt An
toines eigen tot de draad versleten
grollen, maar op een wh'ze die het
publiek in extase brengt. En weer
maakt hy een foutje: hy bedenkt niet
dat Antoine dit nooit zo vermag na
te doen. De volgende dag is „Antoi
nes" naam óp ieders lippen, maar de
echte Antoine sterft als hy' die faam
verneemt.
Auguste zwerft opnieuw, en nu
voorgoed, weg uit de circussfeer om
zich onder de mensen te begeven.
Hij wil helemaal opnieuw beginnen,
in een ander land. Op een bank in
de stad overdenkt hy zyn situatie:
„His real tragedy, he began to
perceive, lay in the fact that he was
unable to communicate his know
ledge of the existence of another
world, a world beyond ignorance and
nailty, beyond laughter and tears
It was this barrier which kept him
a clown, God's very own clown, for
truly, there was no one to whom he
could make clear his delima".
Hy moet zichzelf zyn. clown zyn,
alle uren van dag, zonder make-up
en pakje. En zo de mensheid dat ho
gere geluk brengen. Tranen van
vreugde springen hem op de wangen,
en hy rent de wereld, de mensen die
hy lief heeft, met open armen tege
moet. „Eindelyk, einaeiyk" schreeuwt
hy in extase uit.
Een politieagent slaat hem neer.
Als omstanders zyn iyk omdraaien,
zien ze over zijn bebloed gezicht een
gelukzalige glimlach, gericht naar
het juist rijzend maansikkeltje
Tot zover, uiterst bekort, de inhoud
van deze novelle die, van omvang zo
beknopt (er staat letterlyk geen
woord te veel in) en van inhoud zo
ongelooflijk rijk is. Want de goede
verstaander heeft zelfs uit dit ver
minkte resumé van dit uitermate
poëtische verhaal wel begrepen dat
Henry Miller met „The Smile" meer
heeft willen geven dan een verhaal
over een clown. Deze Auguste, deze
goede, tragische clown is, in ruime
zin: de kunstenaar in de moderne
De wandschildering van Hans Heer en
in de St. Petrusschool te Eindhoven,
(cliché Eindhovens Dagblad)
Is de expressionisiische dans zijn
einde nabij?
(Van onze toneelmedewerker)
Isadora Duncan, de beroemde Amerikaanse danseres, die kort na de
eeuw-wisseling met haar expressionistische danskunst een revolutionaire
reactie verwekte op het klassieke ballet, dat toen tot volkomen verstar
ring was geraakt, stierf in 1927 op 52-jarige leeftyd. ZH had het dansen
reeds geruime tjjd opgegeven en bepaalde zich tot haar Paryse dansschool.
De Duitse expressionistische danser Harald Kreutzberg, die thans een
tournee door ons land maakt, ziet echter in zyn 52 jaar geen bezwaar om
nog regelmatig op te treden. Dit mag ons echter niet verleiden, om onze
natuurlijke bewondering voor deze enorme physieke prestatie als vanzelf
sprekend over te dragen op de artistieke prestatie en dit te meer niet, om
dat Kreutzberg's dansen duidetyk een teken aan de wand zijn.
Hy maakt ans ongewild voortdu
rend duideiyk, dat de expressionisti
sche dans als waardevol uitdruk
kingsmiddel biykbaar zyn einde na-
by is. En dat op een tijdstip, dat het
ballet een nieuwe opbloei vertoont,
ook in ons eigen land gelukkig.
Wanneer wy zeggen, dat Kreutz
berg's dansen, vóór de oorlog krach
tig en mannelijk, thans een sterk
vrouwelijke inslag vertonen, vooral
in de behaagzieke costuums, dan
duiden wy slechts de buitenkant aan
van het fenomeen, dat zich hier ma
nifesteert.
In feite is hij van de pure dans-
lyriek, die uitsluitend door middel
van bewegingen, standen en gebaren
welke sterk contrasteren met de
geijkte vormenspraak van het bal
let, menselyke gemoedsbewegingen
probeert te vertolken, overgescha
keld naar het in hoofdzaak anecdoti-
sche. Door dansen als „Engel der
verkondiging" en „Engel van het
laatste oordeel", welke met een ze
kere pretentie een uiterlijke verhe
venheid demonstreren in costuum en
houding dikwijls fraai om te zien,
vooral door kleuren- en lijnenspel
kon deze overschakeling naar een
gemakkelyker aansprekend genre
niet worden gecamoufleerd. Leunt
hij hierin aan by het picturale en de
coratieve, dat oog-strelend is maar
diepte bezit, in dansen als „De ver
liefde tuinman" en „Spaans trage-
dietje" nadert hy sterk de mimische
kunsten: toneel en pantomime, ter-
wijl daarbij bovendien het costuum
van aanvulling dikwyis tot hoofd
zaak is geworden.
SPEELSE COSTUUM-
GRAPJES
Met het costuum permitteert
hy zich bovendien vele speelse
grapjes, welke met danskunst
weinig te maken hebben. Hy de
monstreert daarby een vinding
rijkheid, welke een transformatie-
artist in het variété hem zou
kunnen benjjden. Nu wy toch het
woord variété gebruiken, overi
gens zonder geringschatting,
kunnen wy de conclusie moeilijk
uit de weg gaan, dat een dans als
„De verliefde tuinman" eigeniyk
In het variété thuis behoort, of als
men dat liever hoort: in het caba
ret, zoals dat ook het geval is
met veel Spaanse dansen, door
echte of imitatie-Spanjaarden ge
presenteerd.
Een schijnbaar diep indringende
dans als „Gesprek met de dood",
waarin angst, bezwering, berusting
om beurten optreden, grotendeels
met gebruik van toneelmatige mid
delen, en waarin Kreutzberg zich
soms in vertwyfeling over de grond
wentelt, staat met de danskunst
slechts in een nog al ver verwijderd
verband.
Wy willen wel aannemen, dat de
verandering in de styi van Kreutz
berg's danskunst mede is toe te
schryven aan een door de natuur op-
mogeiyk»-eid en uithoudingsvermo-
gelegde beperking van bewegings
gen, doch zy manifesteert tegelyker-
tyd de nu langzamerhand wel aan
de dag getreden ontoereikendheid
van de expressionistische danskunst,
als uitdrukkingsmiddel. Ontegenzeg-
lyk heeft, deze dansvorm, die er zelfs
in z|jn bloeitijd (Mary Wigraan, La-
ban, later Kurt Joess) niet in ge
slaagd is om het sterk aangevoch
ten klassieke ballet te verdringen,
een bevruchtende invloed gehad op
de evolutie van de traditionele kunst
dans.
Doch uit hetgeen Kreutzberg ons
nu op zyn tournee liet zien, kan men
moeilijk iets anders afleiden dan dat
expressionistische dans thans wel
aan het eind gekomen schynt van
zyn, soms glorierijke, tocht door de
wereld. Hij behoort tot het tijdperk
van vóór de oorlog, waarin voor de
kunst andere maatstaven golden dan
op het ogenblik. W|j menen, dat be
wonderaars of aanhangers-nit-princi-
pe van de expressionistische dans
zich moeilijk aan deze conclusie zul
len kunnen onttrekken.
samenleving. In enger zin: een ver
momming van Henry Miller zelf. Hun
missie, hun eenzaamheid is dezelfde.
De kunstenaar wil, in alle eenvoud,
de mensheid waarmee hy zich in el
ke vezel verbonden weet en voelt, iets
hogers, iets beters brengen, iets dat
nauweiyks van deze aarde is. Hy kan
gelukkig zyn met een ladder naar een
maan die, als men hem goed bekijkt,
maar een opgepompte geitenblaas is.
Het publiek lacht en huilt en denkt
dat het begrijpt, maar het begrypt
hem niet.
Auguste dacht, dat hij zyn toe
schouwers meegenomen had naar zyn
baast bovenaardse gelnk, maar nee,
zij zagen alleen de clown en zijn
uiterst geslaagde toer met de geiten
blaas. En zo leze men het hele ver
haal overnieuw in heel zyn nederige
eenvoud, tot aan het ontroerende
einde dat als een begin is: Auguste
heeft zyn weg gevonden, zal de mens
heid hem nu begrijpen, zal men Mil
lers boodschap verstaan?
Rest ons te zeggen dat Boucher
van dit boekje ook typografisch een
meesterkwerkje maakte, verlucht
met zeer geslaagde illustraties van
Dick Elffers.
Henry Miller: The smile at the foot
of the ladder.
L. J. C. Boucher, Den Haag. 1953.
Fr komt een iconografische
catalogus van 25 delen
By de Amsterdamse kunstenaar
uitgever Menno Hertzberger, zal het
eerste deel verschynen van een ca
talogus van Duitse etsen, gravures
en houtsneden, die 25 delen zal om
vatten, te publiceren over een tyd-
perk van acht jaar, naar het manu
script van de kunsthistoricus F, W
H. Hollstein.
Deze in het Engels gestelde uit
gave, die ruim drieduizend gulden
zal kosten, zal omstreeks 200.000
prenten registreren en van de 8.000
illustraties, zijn er vyfduizend nooit
tevoren afgedrukt. De heer Hind, ex-
directeur van het British Museum
heeft het voorwoord geschreven. Het
tweede deel kan in April worden ver
wacht, de volgende delen telkens drie
maanden later.
De auteur houdt zich. met het ver
garen van zyn materiaal al sinds 1910
bezig.
AAN DE ZEE VAN TIBERIAS
Uiisiekend werk van Hans Heeren:
Uiibeelding van Johannes 21
DE 27-JARIGE MIDDELBURGSE SCHILDER HANS HEEREN heeft
een grote wandschildering aangebracht in het trappenhuis van do Sint
Petrusschool te Woensel(Eindhoven). Deze schildering geeft een uitbeelding
van Christus' verschyning, zeals die beschreven is in Johannes 21„Hierna
openbaarde Jezus zich opnieuw aan de discipelen bij de zee van Tiberias".
Het is de eerste wandschildering van Heeren. Hy bekwaamde zich in de
vrye schilderkunst in Rotterdam op de Academie en in Maastricht op de
Jan van Eyk-academie by professor Lau en schilderde In Maastricht en
Zeeland diep doorwerkte stadsgezichten in rijpe kleuren en sterk van vorm,
weinig opgewekt, consciëntieus en doorvoeld. Tegenover de witte muur In
het grote ouderwetse maar ruime schoolgebouw moet de schilder zich even
onwennig hebben gevoeld, want tussen het maken van een muurschildering
en van een schildery bestaat een groot verschil, dat werkeiyk niet kleiner
wordt omdat een aantal schilders dat graag willen vergeten.
Zo biykbaar niet Heeren. Het re
sultaat, dat thans in de Sint Petrus
school aan de Woenselsestraat 316 In
Eindhoven te zien valt, toont dat hy
begrepen heeft wat de muur toe
kwam. Hij componeerde In grote
vlakken zyn verbeelding van die
ochtend aan het meer van Tiberias,
hrj deed het naar de trant van de
Vlaamse primitieven en plaatste de
gebeurtenis in de eigen omgeving,
op de achtergrond werd in een zacht
silhouet Veere gestyleerd en Vrou
wenpolder werd de plaats waar deze
wonderbaarlyke verschyning even
noodwendig geschieden moest als
aan het meer.
De schilder kleedde zijn aposte
len, die b\j de verschyning aanwe
zig waren, in de kledij van de vis
sers van vandaag. Johannes draagt
er zelfs een speelse matrozenmuts
bij, die het tafereel even blijmoe
dig maakt als het weerzien met
Jezus moet zijn geweest. In het
midden staat de verrezen Chris
tus, naast hem ter rechterzijde Pe
trus, sterk, geprononceerd, want
h\j staat tenslotte in de Sint Pe
trusschool en daar moet men ge
zien de durf van het schoolhoofd,
die deze 'wandschildering maken
liet, niet gerina over denken, zo
lezen toy tn het Eindhovens Dag
blad.
Ter linkerzyde van Jezus staat
weifelend, wantrouwig bijna en cri-
tisch de moderne mens, net is Tho
mas, ook Didymus geheten, die niet
zo licht geloven kan.
De twee discipelen, die m het Jo-
hannes-Evangelie (Joh. 21 3) niet
met name worden genoemd, keren
de beschouwer 'de anonieme rur toe.
maar zy laten toch een glimp op
vangen van htm stoere Zeeuwse
koppen, die vertrouwenwekkend
kyken boven het werk. Op de ach
tergrond nog naar Veere ligger
de schepen, twee hoogaarzen en een
botter en dit eenvoudige ongezocht
voor de hand liggende geheel ademt
„IN ALLE ONSCHULD
Hij werd een van Nederlands begaafdste
poppenspelers
„OCH, HET GAAT SOMS zo vreemd met poppen. Je begint er In alle
onschuld aan. maarGuido van Deth maakte een vaag gebaar me*
zyn handen en glimlachte een beetje berustend. Jaren geleden fabriekte
hy als jongen een poppenkast in elkaar, omdat zyn moeder een bazar or
ganiseerde. De kast werd in elkaar gezet en bespeeld volgens het oude,
beproefde recept: Jan Klaassen, Katrijn en de andere illustere figuren
waren aanwezig. Bij dat recept en die éne keer bleef het echter niet Gui
do van Deth zag wat in de poppenkas t, begon met eeti paar vrienden zelf
poppen te maken, droomde van een eigen theatertje, maakte van die droom
werkeiykheid en is thans een van Nederlands begaafdste poppenspelers"
tja, en toch ben ik er In alle onschuld aan begonnen
nen worden. De oorlog verhinderde
echter de uitvoering van deze plan
nen.
EIGEN THEATER
De bevrijding bracht het moment,
waarop het mogeiyk was de ambte
lijke beslommeringen voor goed aan
de kant te zetten. Guido van Deth
stichtte een eigen theater en ging
op tournee. Maar ln diezelfde na-óor-
logse jaren veranderde er ook letj ln
zyn spel. Hy ontdekte, dat e. met
poppen ook ernstige en niet uitslui
tend amusante dingen tot uiting
waren te brengen In 1948 kreeg hy
nameiyk tn Parys de Doppen in han
den van een Frans kerstspel en by
het monteren van dit spel in een Ne
derlandse versie, werd hy zich be
wust van de grote kansen, die hier
lagen. Daarop ontstonden twee van
zijn voornaamste werken: „Spel van
zeeman, dood en duivel" en „Vade-
re lk ga reizen
Een pastorale ln zes taferelen, ge
baseerd op een oud gegeven, zo noem
de hy dit laatste spel. Op een eigen
aardige manier kwan deze pastorale
tot stand: jaren liep Van Deth met
de gedacht^ rond de middel-Neder
landse Beatrijs voor zijn poppenkast
te bewerken, maar waren enkrie
practlsche bezwaren. Totdat het hem
plotseling duidetyk werd dat de Bea
trijs een variant was van de oude
parallel, die verhaalt van de verloren
zoon. En hy schreef „l'Eternel Re
tour". de geschiedenis van de mens,
die huis en hof verlaat om het geluk
te zoeken, dat tenslotte zo dirhtby
ligt. Bfj de uitvoering van dit pp ge
ven schrikt h|j niet terug voor ster
ke tegenstellingen, vooral niet aan
het slot. Hier komt nc het gedragen
einde Jan Klaassen plotseling te voor
schijn. terwijl de muziek een wilde
samba laat horen. En daarmede
wordt de oude gelijkenis met één
ruk geplaatst in de harde realiteit,
in de actualiteit van vandaag.
Van Deth's kunst is niet alleen ln
Nederland opgevallen. Met een En
gelse en Franse versie van zyn wer
ken gaf hy voorstellingen in de Ver
enigde Staten. Zuid-Amerika, Frank
rijk en België. Zo gaat Guido van
Deth zyn weg door vele landen als
een modern poppenkastbaas. als een
man. die aanvankeiyk louter artistiek
vermaak wilde brengen, maar die
tenslotte zag, dat hy zyn hoorders
niet met lege handen naar huis
mocht sturen. En onvermoeid vertelt
hy daarom van die oude waarheid
Ie Eternel Retour".
In onberispeiyk Nederlands ver
telde Van Deth ons hoe dat allemaal
in zyn werk is gegaan. Onberispeiyk
Nederlandsop zichzelf reeds is
dat iets byzonders, want hy werd
geboren in Brussel weliswaar uit
Nederlandse ouders, maar zyn groot
ouders van beide zijden woonden al
in België. Als kind leerde hy het
Vlaams en het is zijn moedertaal.
Toen het gezin-Van Deth naar Ne
derland verhuisde, moest Guido zich
vooral taalkundig aanpassen maar
er is nu géén spoor van een accent
meer te horen m zyn goed-lopende
Nederlandse zinsbouw. Zyn stukken
echter speelt hij in het Vlaams: „Het
ligt my makkelyker", zo zegt hy.
En daarmede verraadt hy eigen
iyk hoe zeer dit werk met zyn
poppen hem lief is. Want hH wil
het beste geven wat in hem is en
daarvoor moet hy zich van zyn
moedertaal bedienen. Immers
schoonste taalWie wel eens
een voorstelling van Van Deth
heeft bygewoond. weet hoe innig
en hoe zoet-gevooisd het Vlaams
in zijn mond kan klinken.
LIEFHEBBERIJ
Voor de oorlog waren de poppen
voor Guido van Deth liefhebbery. Hij
was ambtenaar, hoewel hy steeds
kansen zocht om zich uitsluitend aan
zyn hobby te kunnen wyden. In '39
woonde hy in een hofje en toen meen
de hy, dat de omstandigheden gun
stig waren: in het regentenhuis zou
een uitstekend theater gemaakt kun-
in de grote vlaken en de acht meer
dan levensgrote figuren een grote
rust.
UITERSTE SOBERHEID
De schilder heeft gestreefd
naar uiterste soberheid en zyn
werk afgestemd op de behoefte
van de kinderen dier er naar
op moeten zien en er bun
verhaaltje bij moeten kunnen
bedenken en hun pril geloof aan
moeten kunnen sterken.
Niet overal Is de verf even
rijp als in de schilderyen van
Heeren, niet overal komen de
vormen volledig tot uitdrukking,
want de weg tussen uiterste sty-
lering en nog leesbare vereen
voudiging is geen gemakkeiyke
maar mee kan toch met vreugde
constateren, dat hier een man
aan het werk was met die grote
liefde voor met métier zonder
welke nooit iets goeds geboren
kan worden, al is men vandaag
graag geneigd uit louter eigen
liefde geboren bedenksels tot
kunst te verheffen. Als een eer
steling is deze wandschildering
zelfs een byzondere prestatie.
Er is reden tot vreugde, dat het
mogeiyk is gebleken een kunstenaar
voor een school een dergeiyk werk
op te dragen
Het Is echter zo, dat hier van de
zyde van opdrachtgever en makei
nog al wat offervaardigheid geëist
werd, voordat dit alles mogelijk
werd.
Niet elke school zal dit (evenmin
ais elke kunstenaar) kunnen op
brengen. maar de voldoening ai»
ook van officiële zijde over het hier
bereikte tot uiting ts gebracht, zal
wellicht aanleiding vormen op deze
weg door te gaan.
Culturele
Cavalcade
TOT LEDEN VAN DE JUKY voor
de Koninklijke subsidie voor vrije
schilderkunst zijn genoemd de heren
R. J. Droayer te Den Haag en H. H.
Kamerlingh Onnes te Delft.
„PJ?~ZA?'GERES JOHANNA DE
OEUS zal eind deze maand een
concert geven var. liederen van de
Zwitserse componist Oswald Jaeggi.
De componist zal haar daarby bege
leiden. Voorts is zij uitgenodigd liede
ren te zingen van N ederlamtse com*
ponisten. Hiertoe heeft zij werken
uit gekozen van ijperHendrik An-
driesse, B. van den Sigtenhnrst Mey
er en Adriaan C. Schuurman.
EEN EEUWENOUD ERASMUS-
BEELD, een hekbeeld afkomstig pan
het schip. ,J)e Liefdedal in 1598
'apan aandeed, zal in'April te Rot
terdam worden tentoongesteld. Het
heeld is eigendom van het Keizerlyk
museum en bevindt zich reeds SVz
ieuw in Japan. Het kreeg de naam
Holanda Ebisu' hetgeen JHollandsc
barbaar" betekent