Internationale politiek speelde
een grote rol in het parlement
Zullen wij
slechter
het in het jaar 1954
of beter krijgen?
HET LOPENDE T0NEELSEIZ0EN
BRACHT GEEN VERRASSINGEN
DONDERDAG 31 DECEMBER 1953
PROVINCIALE ZEEXJWBE COURANT
23
PARLEMENTAIR JAAROVERZICHT
Tijd van neutraliteitspolitiek in
Nederland definitief voorbij
(Van onze parlemen taire redacteur).
De tijd, dat Nederland een zelfgenoegzame leutraliteitspolitiek kon voe
ren, ligt definitief achter ons. Het is thans sterk by de internationale ont
wikkelingen betrokken en al mag zijn invloed als klein land beperkt zjjn, het
laat zich terdege gelden.
Het gevolg daarvan is, dat de parlementaire gebeurtenissen meer en meer
betrekking krijgen op de samenwerking tussen de volken, In het afgelopen
jaar is dat weer duidelyk gebleken. In het middelpunt van Nederlands bui
tenlands heleid heeft gestaan het E.D.G.-verdrag, dat na uitvoerige ge-
dachtenwisseling op 23 Juli met 75 tegen 11 stemmen loor de Tweede Ka
mer werd geratificeerd en dat nu nog wacht op de ratificatie door de
Eerste Kamer.
Het verdrag van de Kolen- en Staalgemeenschap waarbij bepaalde be
voegdheden zjjn overgedragen aan supra-nationale organen, was reeds door
ons land goedgekeurd en een nieuwe stap in de internationale samenwerking
scheen te zijn de vorming van een Europese Politieke Gemeenschap. De
Assemblée ad hoc van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal had
daarvoor e ontwerp-verdrag opgesteld, dat op 29 en 80 April uitvoerig
door de Tweede Kamer daartoe uitgelokt door mr. Burger, die de me
ningsvorming van de regering en van de zogenaamde „Straatsburgers", dat
zijn de Nederlandse vertegenwoordigers in de Raad van Europa, wilde be
vorderen is besproken.
Daarby deed zich een staatsrechte
lijke curiositeit voor. Het is niet de
gewoonte, dat de voorzitter van de
Tweede Kamer aan de debatten deel
neemt hoewel hij daartoe als lid, het
recht heeft. Dr. Kortenhorst mengde
zich echter wel in het debat en werd
gedurende die vergadering door een
ander als voorzitter vervangen.
Uitgangspunt voor de discussie
vormden de verslagen van de zittin
gen in Januari en in Maart van de
Assemblée ad hoe.
In December is by de behandeling
van de begroting van Buitenlandse
Zaken opnieuw breedvoerig in de
Tweede Kamer over de Europese Po
litieke Gemeenschap van gedachten
gewisseld, evenals trouwens bij de be
groting van Economische Zaken. Er
kwam toen enig meningsverschil aan
het licht tussen de P.v.d.A. en de K.
V.P. en wel over het zich al of niet
volledig achter het regeringsstand
punt in feite het Nederlandse
standpunt stellen, dat de Europese
Politieke Gemeenschap onaanvaard
baar is zonder een Europese Econo
mische Gemeenschap Om tot de eco
nomische integratie te komen heeft
de minister van Buitenlandse Zaken
mr. Beyen een methode opgesteld, die
als plan-Beyen zowel in het Neder
landse parlement als op buitenlandse
conferenties onderwerp van discussie
geweest is.
Vrouw achter
regeringstafel
Ook op ander terrein heeft Neder
land een staatsrechtelijke bijzonder
heid te zien gekregen. Op 1 Februari
werd namelijk tot staatssecretaris
van Onderwys, Kunsten en Weten
schappen benoemd mejuffrouw dr. A.
de Waal tevoren lia van de Twee
de Kamer voor de K.V.P. en be
last met de behartiging van de zaken
van het voorbereidend hoger, het mid.
delbaar en het nijverheidsonderwijs.
Daardoor verscheen voor het eerst in
de parlementaire geschiedenis van
Nederland een vrouw achter de rege
ringstafel.
Enige ministers maakten weer bui
tenlandse reizen: mr. Luns van Bui
tenlandse Zaken ging op 16 Juni naar
Azië en Australië, prof. Kernkamp
van Overzeese Rijksdelen bezocht
Nieuw-Guinea en de minister-presi
dent dr. Drees en de minister van
Verkeer en Waterstaat, mr. Algera
reisden begin October naar Zuid-
Af rika.
En om nog even bij de personen te
blijven: dr. J. Schouten was op 22
October 35 jaar Kamerlid. De zeven
tigjarige werd hartelijk gehuldigd en
benoemd tot Groot-officier in de orde
van Oranje-Nassau.
Snel handelen
De watersnoodramp heeft bewe
zen. dat de regering als dat nodig
is snel kan handelen. Op 3 Febru
ari legde de minister-presi
dent een regeringsverklaring in de
Tweede Kamer af een onaan
gename noot was, dat de commu
nistische heer Gortzak in de oppo
sitie kwam, en vragen over de
verklaring wilde stellen en wer
den enige belastingmaatregelen
afgekondigd; schenkingen werden
vrij van belasting. Op 15 April
diende de regering een wetsont
werp in tot financiering van de
stormschade aan publiekrechte
lijke lichamen en op 18 Mei volgde
het wetsontwerp tot regeling van
de particuliere watersnoodschade
1958. dat op 16 October door de
Tweede Kamer werd aangenomen
en de laatste dagen van dit jaar
bij de Eerste Kamer werd behan
deld.
Het afgelopen jaar heeft zich op
staatsrechtelijk terrein voorts geken
merkt door de op 27 Mei gehouden
gemeenteraadsverkiezingen. Ten op
zichte van de verkiezingen voor de
Tweede Kamer in 1952 toonde de
K.V.P. een licht herstel: de P.v.d.A
consolideerde haar toen behaalde
Winst; de V.V.D ging opnieuw voor
uit en de CP.N. brokkelde verder af.
Voor het overige waren er geen ver
schuivingen van betekenis.
Notafs
Het kabinet is in verschillende op
zichten niet karig geweest met zijn
mededelingen aan dfe Staten-Gene-
raal. Er verschenen weer ettelijke no
ta's. over de Nederlandse deviezen-
positie, over de industrialisatie, over
het gasbeleid waarover de Kamer
begin December uitvoerig gesproken
heeft over de televisie. Laatstge
noemde nota komt pas in 1954 in be
handeling.
Verstoken is ons land evenwel tot
dusver gebleven van publiekrechtelrj-
goed om de termijn van oprichting
van ondernemingsraden met een jaar
te verlengen. Wel zyn voor een aan
tal bedrijfstakken bedrijfscommissies
ingesteld om ondernemingsraden op
te richten.
De op 15 September na het uitspre
ken van de Troonrede ingediende
Millioenennota toonde een tekort van
ongeveer één milliard gulden. Er
werd een belastingverlaging aange
kondigd van in totaal circa een half
milliard.
Al spoedig daarna begonnen de
moeilijkheden rondom de loonsverho
ging, die nodig geworden was ter
compensatie van de huurverhoging,
waartoe de Tweede Kamer op 4 No
vember een wetsontwerp heeft aan
genomen. Op 21 December kwam de
huurwet in de Eerste Kamer.
De regering hakte de knoop door en
bepaalde de loonsverhoging op 5 pet.
Tydens de algemene beschouwingen
over de Rijksbegroting voor 1954,
toen de loonvraagstukken aan de or
de kwamen, diende prof. Romme, de
fractievoorzitter van de K.V.P., zijn
berucht geworden motie over de
„vrijere loonvorming" in. Zij is voor
lopig in de „yskast' gezet.
De behandeling van de Rijksbegro
ting stelde voorts de kwestie van de
„hoofdstad des lands" in het licht der
schijnwerpers prof. Beel kreeg er
heel wat onaangename dingen over
te horen en openbaarde, dat de
Tweede Kamer lang niet onverdeeld
gunstig denkt over de legerplannen
van minister Staf, die veel critiek te
verduren kreeg.
Over zee
Wat onze Overzeese Rijksdelen aan
gaat herinneren we aan de overeen
stemming, die begin April door de
ministers Kernkamp en Luns over
vijf punten waaronder het zelfbe
schikkingsrecht, bereikt werd met de
vertegenwoordigers van Suriname en
de Nederlandse Antillen. Prof. Kern
kamp legde het zelfbeschikkingsrecht
tegenover deze Rijksdelen daarna
ook uit als het recht op afscheiding.
Dat gaf nog enige beroering, vooral
toen hij deswege door het kabinet ge
desavoueerd werd.
Naar Nieuw-Guinea reisde een
parlementaire commissie van drie
Eerste en vlrjf Tweede Kamerleden.
Voor de Ambonezen heeft de rege
ring weinig of niets gedaan. Minister
Luns verklaarde op 17 December in
de Tweede Kamer dat Nederland de
Republiek der Zuid-Molukken moet
blijven weigeren te erkennen, omdat
zij niet rechtsgeldig is opgericht.
Wetgeving
Er is in het afgelopen jaar een
bevredigende wetgevende activiteit
door regering en parlement ontplooid.
Op 1 Februari trad een nieuwe Hin
derwet in werking. Op 20 Februari
nam de Tweede Kamer een wetsont
werp aan betreffende het ontslag-
Goud. en deviezenreserve von dg Ncdcrlandschc Bank
De Europese integratieminister
president dr. W. Drees begroet de
Italiaanse premier G. Pella te
'8-Oravenhage.
recht en op 27 Februari een wijziging
van de Kieswet, die enkele onvol
komenheden die bij de Kamerver
kiezing in 1952 waren gebleken, weg
nam. Op 25 Maart keurde de Tweede
Kampr met 60 tegen 24 stemmen de
nieuwe Zondagswet goed: zij trad op
7 December in werking. Op 21 April
volgde met 69 tegen 10 stemmen de
goedkeuring van een wetsontwerp,
waardoor ongeveer 70.000 staatlozen
het Nederlanderschap kunnen her
krijgen. Een nieuwe gezondheidswet
werd op 20 April ingediend: op 29
April verenigde de Tweede Kamer
zich zonder hpofdelijke stemming met
de afschaffing van het weeidetarinf
'30 van de omzetbelasting. De
Eerste Kamer deed bet op 6 Mei en
op 14 Mei trad de wet in werking.
Een zeer belangrijk werk is de her
ziening van het Burgerlijk Wetboek,
die in 1953 energiek is aangepakt De
voorbereiding ervan werd opgedragen
aan de oud-hoogleraar prof. mr E. M
Meyers, die op 5 Mei benoemd werd
ontwerp tot goedkeuring van het
departement van Justitie.
Op 2 Juni ging de Tweede Kamer
acnnri met het wetsontwerp tot be
veiliging van de registers van de
burgerlijke stand. De dag daarvoor
was de Beginselenwet-gevangeniswe
zen in werking getreden. Een wets-
ontwderp tot goedkeuring van het
Verdrag betreffende de rechten van
de mens bereikte de Tweede Kamer
op 17 Juni en een wetsontwerp tot
verhoging van het burgerlijk rijksper
soneel op 7 Juli.
Een zeer belangrijk stuk wetgeving
is verricht we bewaarden het voor
het laatste door de Tweede Kamer
door de aanneming van de verschil
lende wetten tot verlaging der belas
tingen. bedoeld als huurcompensatie,
als middel tot uitbreiding van de
werkgelegenheid op lange termijn en
als wegneming van de laatste resten
der consumptiebeperking.
PRODUCTIE STAAT OP HOOG PEIL
Een gematigd optimisme is stellig
verantwoord
(Van onze economische medewerker)
Interesseert het U of een bepaalde onderneming in 1954 5 of 6% divi
dend uitkeert? Of de jutepryzen zuilen zakken of stygen? Neen toch.
Wat U wel interesseert, ja, U nauw raakt, is het verloop van de werkge
legenheid,. van de kosten van levensonderhoud, van de lonen. Deze facto
ren bepalen of wij het al of niet beter zullen krijgen.
De werkgelegenheid echter is afhankelijk van de wil van de ondernemer
om te produceren, om te moderniseren, om uit te breiden. Z\j is ook afhan
kelijk van de wil van de overheid om in te grijpen en te steunen door wer
ken te laten uitvoeren.
De kosten van levensonderhoud worden direct bepaald door de pryzen,
die op hun beurt weer afhangen van de grootte van de productie, de mo
dernisering van het productieapparaat, de groei van de bevolking, etc,
Doeh de Ionen hangen ook weer van die productiviteit af en natuurlijk
eveneens van de eigen arbeidsproductiviteit.
En nu denken wij nog maar niet
eens aan de invloed van de geldcircu
latie, van een begrotingstekort of
-overschot, van de ontwikkeling van
de uitvoer.
Genoeg is dit alles echter om in te
zien, dat al die factoren in elkaar
grijpen en elkaar beïnvloeden. Hoe
groter de productie, hoe beter de
werkgelegenheid, hoe lager de prij
zen en hoe gunstiger de levensom
standigheden kunnen zijn, theore
tisch althans. Laten wy nu eens naar
de feiten zien.
Onze productie beweegt zich op een
hoog peil: ongeveer 10 a 15% boven
die van 1953. Er is alle aanleiding
om te venvachten, dat dit hoge peil
voorlopig gehandhaafd zal blijven.
Mits de ondernemers winstmogelyk-
heden blyven zien; waarover straks
meer.
W erkgelegenheid
De werkgelegenheid is thans zon
der meer gunstig. Er is natuurlyk
werkloosheid maar zelfs de minister
van Sociale Zaken erkent, dat wy
„full employment" hebben. En bo
vendien: er is by de D.U.W. een
voorraad van geheel voorbereide wer
ken van 250 mlllioen of te wel 3
millioen manweken arbeid. Een druk
op de knop is voldoende om dit pro
gramma ten dele of geheel in te
schakelen.
Dat er in bepaalde streken van ons
land een ernstige structurele werk-
- - v .loosheid bestaat, merken wy volle-
ke bedrijfsorganen Op 1.5 Juli keurde digheidshalve even op, doch dit feit
de Tweede Kamer en op 4 Augustus doet aan het algemene, gunstige beeld
de Eerste Kamer een wetsontwerp 1 voor nu en de naaste toekomst niets
af. Het kan het later wel doen. als
zy ongestoord blijft voortwoekeren.
De'koopkracht is gezien de in
dexcijfers van de kosten van levens
onderhoud en van de lonen het af
gelopen jaar stabiel gebleven. De lo
nen staan onder controle, de huren
zijn gebonden doch de overige prij
zen zijn vry. Op 1 Januari a.s. komt
voor grote groepen een loonsverho
ging, voor allen een belastingverla
ging, een (kleine) prijsverlaging en
een (behoorlijke) huurverhoging. De
deskundigen hebben berekend, dat
allen die in loondienst zijn, er niet
slechter op worden. Over de overige
groepen zwijgt men.
Er treden echter verschuivingen op,
die alle gezamenlijk tot resultaat zul
len hebben, dat de inkomsten van de
overheid door de belastingverlaging
Woningbouw In Nederland
omlaag gaan, dat het begrotingste
kort groter wordt maar dat de totale
koopkracht stijgt (de hogere huren
toch verhogen de inkomsten van de
eigenaren). Deze grotere koopkracht
is uiteraard een stimulans voor de
ondernemers.
Schulden
Het gelag wordt echter
door de overheid, wier schulden gro
ter worden. Grotere schulden op korte
termijn vergroten de kans op infla
toire spanningen; grotere schulden
op lange termijn belasten ons nage
slacht. Doch dit terzijde. Matige In
flatoire spanningen kunnen overigens
de werkgelegenheid gunstig beïn
vloeden.
De productie van de ondernemin
gen blijft echter alleen hoog, ais de
winstverwachtingen en de resultaten
goed zyn. Een ondernemer werkt nu
eenmaal alleen, omdat by winst kan
maken.
Gaan wij af op de tussentijdse ver
slagen, dan zullen ook ondernemingen
in 1954 minstens met hetzelfde divi
dend als in 1953 voor de dag komen
De resultaten zullen dus best meeval
len. De grotere koopkracht in 1954
zal bovendien menige industrie zeer
ten goede komen. En ten slotte zul
len de lagere bedrijfsbelastingen de
kosten drukken.
Doch dit alles is niet voldoende.
Ons land is verre van zelfgenoeg
zaam. Wij moeten veel invoeren en
dus ook veel uitvoeren. De concur
rentie wordt steeds scherper en de
grote vraag is dus, of onze onderne
mers hun kostprijzen zó kunnen
drukken, hun procfuctie en afzet zó
kunnen opvoeren, dat ondanks de
gedaalde winstmarges de totale
winst op zjn minst gelyk bljft.
TWEE GEZELSCHAPPEN VERDWENEN
Alleen Arthur Miller's Vuurproef
was bijzonder
(Van onze toneelmedewerker).
Met, belangrijke veranderingen in de constellaties van ons toneel 1#
September het'seizoen 1953-1954 begonnen, dat wel «-ewondercnswaardige
voorstellingen op de planken bracht, maar met één enkele uitzondering
nog gee*, stukken van grote betekenis. Twee gezelschappen met een
Krote reputatie run geruisloos uit ons toneelleven verdwenen. Het Ara-
sterdams Toneel Gezelschap, ondor artistieke leiding van Albert van Dai-
sum en A Defresne, had zich ook als oorspronkelijk deels uit t kuns
tenaarsverzet voortgekomen groepering min of meer overleefd. Come-
dia, bloedarm geworden na het uittreden van de groep, die als Nederlandse
Comedia een vooraanstaandej»laat» veroverde, verloor haar bestaansgrond
geheel, toen haar leider, CorHermu», overleed..
De leden van het A.T.G. z(jn voor
een deel toegetreden tot het nieuwe,
in Arnhem zetelende toneelgezelschap
„Theater", dat onder artistieke lei
ding van Kees van Iersel en Robert
de Vries vooral het Oosten van ons
land zal gaan bestrijken. Voor een an
der deel vonden zij onderdak by de
Toneelvereniging met welke beroem
de naam uit de eerste twintiger jaren
dezer eeuw zich het geheel gereorga
niseerde Nederlandse Volkstoneel
tooide. Het gezelschap kreeg A. De
fresne als kunstzinnig leider, hetgeen
de uitstoting betekende van Ben
Groeneveld, die een reeks van jaren
zjn kracht en talent heeft gegeven
voor het tot stand brengen van een
verantwoord /olkstoneel.
De plaats van het A.T.G. als vaste
bespeler van de Amsterdamse Stads
schouwburg is voor de eerstvolgende
drie jaren ingenomen door de Neder
landse Comedie onder leiding van Jo-
han de Meester, Guns Oster en Han
Rentz van den Berg. Den Haag en
R 'terdam behielde^ hun in een
kunstst;chting ondergebrachte vaste
gezelschappen.
Voor de Haagse Comedie, die zich
onder leiding van Cee;. Laseur en Paul
Steenbergen heeft ontwikkeld tot een
van onze beste gezo'-chappen zo
niet het beste is dat min of meer
vanzelfsprekend. Het Rotterdams To
neel, onder leiding van Ko Arnoldi en
Frits van Dijk, staat minder vast in
zijn schoenen- In feite is het een Am
sterdams gezelschap de acteurs
wonen vrijwel allen in de hoofdstad
voor wie Rotterdam niet meer is
dan een vasts klant.
Voor onze havenstad, die bezig is
ook op cultureel gebied een vooraan
staande plaats in on: land in te nemen
en die in het verleden voor de ontwik
keling van ons toneel zelfs baanbre
kende betekenis heeft gehad, is dat
op de duur een onaanvaardbare situa
tie. Dat zy zal worden gehandhaafd
ligt niet in do ljn der verwachtingen,
ondanks de tegenspraak van het be
richt aangaande het toekomstig op
treden van Paul Steenbergen als di
recteur van het Rotterdams Toneel.
Buitenlands toneel
Men kan hela niet zeggen, dat on
ze zwaar gesubsidieerde toneelgezel
schappen daarnaast werken in de
Export
Nu is het een gelukkig teken, dat
de ruilvoet in het afgelopen jaar
gunstiger is geworden, hetgeen wil
zeggen dat de prijsdaling van de in
gevoerde goederen (vooral van de
grondstoffen i groter is gewe.est dan
die van de uitvoer. De ondernemer
kan dus iets g?makkelyker exporte
ren.
Het is nu maar de vraag wat de
grondstoffenprijzen doen en hoe de
prijzen van de eindproducten zich
ontwikkelen. J\* hebben de Neder
landse ondernemers niet in de hand.
Hier moeten wj dus een vraagteken
z.g. „vrye sector" nog de Rotterdam
se Comedie een afsplitsing van het
Rotterdams Toneel het Vrye Toneel
(de nalatenschap van Cor Ruys),
„Puck" (voor kinderen) en de troep
van Johan Kaart ons in de eerste
vier maanden van het nieuwe seizoen
een specifiek Nederlands toneelleven
hebben gebracht. Wfl bezitten voor
treffelijke acteurs en toneelleiders,
maar hun aller inspanning bracht
tot nu toe slecht; buitenlands toneel
op Nederlandse planken. Bovendien
was dit buitenlands fabrikaat niet van
de beste kyvabteit.
Aan het ophalen van enkel oude
Franse boulevard-stukken („Bataille
de fernmes") van Scribe onder de titel
„Hart tegen hart" door de Nederland
se Comedie en ,Le chapeau de paille
dTtalie" van Labiche (onder de titel
„Paard heet hoed" door Theater) was
bepaald geen behoefte. Een stuk als
„Het dagboek van een deugniet" van
Ostrowski, door de in Italië wonende
Russische regisseur Sjarow bij de Ne
derlandse Comedie voortreffelijk ge
regisseerd, heeft althans literair his
torische waarde. Doch de genoemde
Franse stukken zijn doodgewoon
maakwerk aan de lopende band.
Bij de Haagse Comedie regisseerde
Sjarow, sinds vele jaren een geziene
gast in ons toneelleven, ,.De blauwe
heuvel" vtr Keith Winter. De voor
stelling vond bij publier en pers grote
waardering, niettegenstaande het
zwakke stuk. Ook van de uitstekende
opvoeringen door de Haagse Comedie
van „Het huis der verrukking" van
Anna Bonacci en „K'.eine Sheba. kom
terug" van William Inge kan men
eigenlyk alleen zeggen: te veel eer
voor het stuk.
De vuurproef
Alleen de Nederlandse Comedie
vroeg met recht aandacht voor „De
vuurproef" van Arthur Miller, wiens
„Dood van een handelsreiziger" een
openbaring is geweest. Zijn nieuwe
stuk grijpt ver in het verleden terug,
maar het behandelde probleem heeft
een trieste actualiteit: de onderdruk
king van de menselijke waardigheid
en de waarheid doe: massa-hysterie.
De Nederlandse Comedie bracht ook
„Het leven een droom" van de zeven-
tiende-eeuwse Spaanse schryver Cal-
deron, van wie Theater „De onzicht
bare Dame" opvoerde.
Het Rotterdams Toneel, dat blijk
baar een depressie doormaakt, heeft
voor een deel geteerd op stukken uit
het vorig seizoen; by de nieuwe stuk
ken kwamen geen verrassingen voor.
De Toneelvereniging luidde naar eer
ste seizoen in met Prandello's „Wat
is d^ waarheid", dat vóór de oorlog
hier ook reeds gespeeld is. Veel lof
heeft zy daarmede niet geoogst.
En na dit summiere overzicht ryst
onwillekeurig de vraag: en wat is nu
de plaats van de Nederlandse toneeL
schrijver in ons toneelbestel? Doch
dat is een apart hoofdstuk, dat echter
weinig opwekkend is.
Indexcijfers von de industriële productie In Nederland
170
too
JA
LG
M
NE
pr
oc
JCTIEj__
-
170
160
ISO
H
"V
140
k
y
140
IJO
IJO
120
Ill
120
HO
4 PRODUCTIE PER
«Efl
KN
EM
R
ioo
3o
Is
93
r
OO
/-
100
30
i
90
60
?'f. 1952
1953 Iss.iAlV HL?
plaatsen. Het enige wat wy kunnen
zeggen is, dat aan de daling op de
Amerikaanse grondstoffenmarkten
(sedert Juli jl.) een einde gekomen
schy'nt te zyn. Ook de Engelse goe
derenmarkten schijnen zich gestabili
seerd te hebben. Van die kant behoe
ven onze ondernemers vermoedeiyk
geen verlaging van de kostpryzen te
verwachten.
Een daling van de kostprys Is dan
ook, mede met het oog op ae stijgende
lonen, alleen te verwachten van ratio
nalisatie. betere organisatie, vernieu
wing. Wij komen hier automatisch op
het terrein van de investering: het
beschikbaar stellen van grote delen
van de bruto winst en het aantrekken
van nieuw gespaarde kapitalen.
Industrie
In de industrialisatie-nota zyn de
bedragen aangegeven, die geïn
vesteerd moeten worden om de be
staande bevolking het huidige wel
vaartsniveau te garanderen en de er
by komende bevolking zonder schok
ken aan het werk te helpen .Ook in
de komende jaren.
Verschillende belastingmaatregelen
maken in 1954 het investeren gemak-
kelyker. Het hangt nu van de onder
nemers af, of die investeringen er
komen. Dat wil dus zeggen van hun
winstverwachtingen en van de mate,
waarin zy kapitaal kunnen aantrek
ken. Aangezien er maatregelen op
komst zyn om het risico-mydende
kapitaal bij de verzekeringsmaat-
schappyen enz. dank zy een
transformatorfonds op ruimere
schaal naar de industrie te doen stro
men, is er dus hoo- dat de investerin
gen uit dien hoofde in 1954 niet ver
traagd behoeven te worden.
Spaarpot
Naar mate onze ondernemers meer
en beter kunnen produceren en con-
currerender kunnen aanbieden, kan
de uitvoer niet alleen gehandhaafd
blyven doch op zich zelf is dat
zelfs een gebiedende eis opgevoerd
worden. Los hiervan kan geconsta
teerd worden, dat onze betalingsba
lans als de verhouding van in-
en uitvoer tegen mocht lopen een
behoorlyk stootje kan hebben door
de zeer mooie reserves aan valuta
en goud.
Wy hebben het terrein nu vluchtig
verkend. Onze conjunctuur is thans
nog goed, de productiviteit groot en
de werkgelegenheid laag. Er zitten
evenwel zwakke plekken: door de
structurele werkloosheid, door de
kleiner geworden winstmarges,door
de belemmeringen die het buitenland
onze exporteurs in de weg leggen.
Sterk zijn wy ook door onze in- en
uitvoer van de buitenlandse conjunc
tuur afhankelyk. Dit maant dus. af
gezien nog van onverwachte revolu
ties, gewapende conflicten en natuur
rampen, tot voorzichtigheid.
Wy behoeven echter de toekomst
alles behalve met bezorgdheid tege
moet te zien. De overheid kan door
haar ingrijpen sterk stabiliserend
werken. Al met al een gematigd opti
misme is volkomen verantwoord.