Internationale politiek speelde een grote rol in het parlement Zullen wij slechter het in het jaar 1954 of beter krijgen? HET LOPENDE T0NEELSEIZ0EN BRACHT GEEN VERRASSINGEN DONDERDAG 31 DECEMBER 1953 PROVINCIALE ZEEXJWBE COURANT 23 PARLEMENTAIR JAAROVERZICHT Tijd van neutraliteitspolitiek in Nederland definitief voorbij (Van onze parlemen taire redacteur). De tijd, dat Nederland een zelfgenoegzame leutraliteitspolitiek kon voe ren, ligt definitief achter ons. Het is thans sterk by de internationale ont wikkelingen betrokken en al mag zijn invloed als klein land beperkt zjjn, het laat zich terdege gelden. Het gevolg daarvan is, dat de parlementaire gebeurtenissen meer en meer betrekking krijgen op de samenwerking tussen de volken, In het afgelopen jaar is dat weer duidelyk gebleken. In het middelpunt van Nederlands bui tenlands heleid heeft gestaan het E.D.G.-verdrag, dat na uitvoerige ge- dachtenwisseling op 23 Juli met 75 tegen 11 stemmen loor de Tweede Ka mer werd geratificeerd en dat nu nog wacht op de ratificatie door de Eerste Kamer. Het verdrag van de Kolen- en Staalgemeenschap waarbij bepaalde be voegdheden zjjn overgedragen aan supra-nationale organen, was reeds door ons land goedgekeurd en een nieuwe stap in de internationale samenwerking scheen te zijn de vorming van een Europese Politieke Gemeenschap. De Assemblée ad hoc van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal had daarvoor e ontwerp-verdrag opgesteld, dat op 29 en 80 April uitvoerig door de Tweede Kamer daartoe uitgelokt door mr. Burger, die de me ningsvorming van de regering en van de zogenaamde „Straatsburgers", dat zijn de Nederlandse vertegenwoordigers in de Raad van Europa, wilde be vorderen is besproken. Daarby deed zich een staatsrechte lijke curiositeit voor. Het is niet de gewoonte, dat de voorzitter van de Tweede Kamer aan de debatten deel neemt hoewel hij daartoe als lid, het recht heeft. Dr. Kortenhorst mengde zich echter wel in het debat en werd gedurende die vergadering door een ander als voorzitter vervangen. Uitgangspunt voor de discussie vormden de verslagen van de zittin gen in Januari en in Maart van de Assemblée ad hoe. In December is by de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken opnieuw breedvoerig in de Tweede Kamer over de Europese Po litieke Gemeenschap van gedachten gewisseld, evenals trouwens bij de be groting van Economische Zaken. Er kwam toen enig meningsverschil aan het licht tussen de P.v.d.A. en de K. V.P. en wel over het zich al of niet volledig achter het regeringsstand punt in feite het Nederlandse standpunt stellen, dat de Europese Politieke Gemeenschap onaanvaard baar is zonder een Europese Econo mische Gemeenschap Om tot de eco nomische integratie te komen heeft de minister van Buitenlandse Zaken mr. Beyen een methode opgesteld, die als plan-Beyen zowel in het Neder landse parlement als op buitenlandse conferenties onderwerp van discussie geweest is. Vrouw achter regeringstafel Ook op ander terrein heeft Neder land een staatsrechtelijke bijzonder heid te zien gekregen. Op 1 Februari werd namelijk tot staatssecretaris van Onderwys, Kunsten en Weten schappen benoemd mejuffrouw dr. A. de Waal tevoren lia van de Twee de Kamer voor de K.V.P. en be last met de behartiging van de zaken van het voorbereidend hoger, het mid. delbaar en het nijverheidsonderwijs. Daardoor verscheen voor het eerst in de parlementaire geschiedenis van Nederland een vrouw achter de rege ringstafel. Enige ministers maakten weer bui tenlandse reizen: mr. Luns van Bui tenlandse Zaken ging op 16 Juni naar Azië en Australië, prof. Kernkamp van Overzeese Rijksdelen bezocht Nieuw-Guinea en de minister-presi dent dr. Drees en de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. Algera reisden begin October naar Zuid- Af rika. En om nog even bij de personen te blijven: dr. J. Schouten was op 22 October 35 jaar Kamerlid. De zeven tigjarige werd hartelijk gehuldigd en benoemd tot Groot-officier in de orde van Oranje-Nassau. Snel handelen De watersnoodramp heeft bewe zen. dat de regering als dat nodig is snel kan handelen. Op 3 Febru ari legde de minister-presi dent een regeringsverklaring in de Tweede Kamer af een onaan gename noot was, dat de commu nistische heer Gortzak in de oppo sitie kwam, en vragen over de verklaring wilde stellen en wer den enige belastingmaatregelen afgekondigd; schenkingen werden vrij van belasting. Op 15 April diende de regering een wetsont werp in tot financiering van de stormschade aan publiekrechte lijke lichamen en op 18 Mei volgde het wetsontwerp tot regeling van de particuliere watersnoodschade 1958. dat op 16 October door de Tweede Kamer werd aangenomen en de laatste dagen van dit jaar bij de Eerste Kamer werd behan deld. Het afgelopen jaar heeft zich op staatsrechtelijk terrein voorts geken merkt door de op 27 Mei gehouden gemeenteraadsverkiezingen. Ten op zichte van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1952 toonde de K.V.P. een licht herstel: de P.v.d.A consolideerde haar toen behaalde Winst; de V.V.D ging opnieuw voor uit en de CP.N. brokkelde verder af. Voor het overige waren er geen ver schuivingen van betekenis. Notafs Het kabinet is in verschillende op zichten niet karig geweest met zijn mededelingen aan dfe Staten-Gene- raal. Er verschenen weer ettelijke no ta's. over de Nederlandse deviezen- positie, over de industrialisatie, over het gasbeleid waarover de Kamer begin December uitvoerig gesproken heeft over de televisie. Laatstge noemde nota komt pas in 1954 in be handeling. Verstoken is ons land evenwel tot dusver gebleven van publiekrechtelrj- goed om de termijn van oprichting van ondernemingsraden met een jaar te verlengen. Wel zyn voor een aan tal bedrijfstakken bedrijfscommissies ingesteld om ondernemingsraden op te richten. De op 15 September na het uitspre ken van de Troonrede ingediende Millioenennota toonde een tekort van ongeveer één milliard gulden. Er werd een belastingverlaging aange kondigd van in totaal circa een half milliard. Al spoedig daarna begonnen de moeilijkheden rondom de loonsverho ging, die nodig geworden was ter compensatie van de huurverhoging, waartoe de Tweede Kamer op 4 No vember een wetsontwerp heeft aan genomen. Op 21 December kwam de huurwet in de Eerste Kamer. De regering hakte de knoop door en bepaalde de loonsverhoging op 5 pet. Tydens de algemene beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1954, toen de loonvraagstukken aan de or de kwamen, diende prof. Romme, de fractievoorzitter van de K.V.P., zijn berucht geworden motie over de „vrijere loonvorming" in. Zij is voor lopig in de „yskast' gezet. De behandeling van de Rijksbegro ting stelde voorts de kwestie van de „hoofdstad des lands" in het licht der schijnwerpers prof. Beel kreeg er heel wat onaangename dingen over te horen en openbaarde, dat de Tweede Kamer lang niet onverdeeld gunstig denkt over de legerplannen van minister Staf, die veel critiek te verduren kreeg. Over zee Wat onze Overzeese Rijksdelen aan gaat herinneren we aan de overeen stemming, die begin April door de ministers Kernkamp en Luns over vijf punten waaronder het zelfbe schikkingsrecht, bereikt werd met de vertegenwoordigers van Suriname en de Nederlandse Antillen. Prof. Kern kamp legde het zelfbeschikkingsrecht tegenover deze Rijksdelen daarna ook uit als het recht op afscheiding. Dat gaf nog enige beroering, vooral toen hij deswege door het kabinet ge desavoueerd werd. Naar Nieuw-Guinea reisde een parlementaire commissie van drie Eerste en vlrjf Tweede Kamerleden. Voor de Ambonezen heeft de rege ring weinig of niets gedaan. Minister Luns verklaarde op 17 December in de Tweede Kamer dat Nederland de Republiek der Zuid-Molukken moet blijven weigeren te erkennen, omdat zij niet rechtsgeldig is opgericht. Wetgeving Er is in het afgelopen jaar een bevredigende wetgevende activiteit door regering en parlement ontplooid. Op 1 Februari trad een nieuwe Hin derwet in werking. Op 20 Februari nam de Tweede Kamer een wetsont werp aan betreffende het ontslag- Goud. en deviezenreserve von dg Ncdcrlandschc Bank De Europese integratieminister president dr. W. Drees begroet de Italiaanse premier G. Pella te '8-Oravenhage. recht en op 27 Februari een wijziging van de Kieswet, die enkele onvol komenheden die bij de Kamerver kiezing in 1952 waren gebleken, weg nam. Op 25 Maart keurde de Tweede Kampr met 60 tegen 24 stemmen de nieuwe Zondagswet goed: zij trad op 7 December in werking. Op 21 April volgde met 69 tegen 10 stemmen de goedkeuring van een wetsontwerp, waardoor ongeveer 70.000 staatlozen het Nederlanderschap kunnen her krijgen. Een nieuwe gezondheidswet werd op 20 April ingediend: op 29 April verenigde de Tweede Kamer zich zonder hpofdelijke stemming met de afschaffing van het weeidetarinf '30 van de omzetbelasting. De Eerste Kamer deed bet op 6 Mei en op 14 Mei trad de wet in werking. Een zeer belangrijk werk is de her ziening van het Burgerlijk Wetboek, die in 1953 energiek is aangepakt De voorbereiding ervan werd opgedragen aan de oud-hoogleraar prof. mr E. M Meyers, die op 5 Mei benoemd werd ontwerp tot goedkeuring van het departement van Justitie. Op 2 Juni ging de Tweede Kamer acnnri met het wetsontwerp tot be veiliging van de registers van de burgerlijke stand. De dag daarvoor was de Beginselenwet-gevangeniswe zen in werking getreden. Een wets- ontwderp tot goedkeuring van het Verdrag betreffende de rechten van de mens bereikte de Tweede Kamer op 17 Juni en een wetsontwerp tot verhoging van het burgerlijk rijksper soneel op 7 Juli. Een zeer belangrijk stuk wetgeving is verricht we bewaarden het voor het laatste door de Tweede Kamer door de aanneming van de verschil lende wetten tot verlaging der belas tingen. bedoeld als huurcompensatie, als middel tot uitbreiding van de werkgelegenheid op lange termijn en als wegneming van de laatste resten der consumptiebeperking. PRODUCTIE STAAT OP HOOG PEIL Een gematigd optimisme is stellig verantwoord (Van onze economische medewerker) Interesseert het U of een bepaalde onderneming in 1954 5 of 6% divi dend uitkeert? Of de jutepryzen zuilen zakken of stygen? Neen toch. Wat U wel interesseert, ja, U nauw raakt, is het verloop van de werkge legenheid,. van de kosten van levensonderhoud, van de lonen. Deze facto ren bepalen of wij het al of niet beter zullen krijgen. De werkgelegenheid echter is afhankelijk van de wil van de ondernemer om te produceren, om te moderniseren, om uit te breiden. Z\j is ook afhan kelijk van de wil van de overheid om in te grijpen en te steunen door wer ken te laten uitvoeren. De kosten van levensonderhoud worden direct bepaald door de pryzen, die op hun beurt weer afhangen van de grootte van de productie, de mo dernisering van het productieapparaat, de groei van de bevolking, etc, Doeh de Ionen hangen ook weer van die productiviteit af en natuurlijk eveneens van de eigen arbeidsproductiviteit. En nu denken wij nog maar niet eens aan de invloed van de geldcircu latie, van een begrotingstekort of -overschot, van de ontwikkeling van de uitvoer. Genoeg is dit alles echter om in te zien, dat al die factoren in elkaar grijpen en elkaar beïnvloeden. Hoe groter de productie, hoe beter de werkgelegenheid, hoe lager de prij zen en hoe gunstiger de levensom standigheden kunnen zijn, theore tisch althans. Laten wy nu eens naar de feiten zien. Onze productie beweegt zich op een hoog peil: ongeveer 10 a 15% boven die van 1953. Er is alle aanleiding om te venvachten, dat dit hoge peil voorlopig gehandhaafd zal blijven. Mits de ondernemers winstmogelyk- heden blyven zien; waarover straks meer. W erkgelegenheid De werkgelegenheid is thans zon der meer gunstig. Er is natuurlyk werkloosheid maar zelfs de minister van Sociale Zaken erkent, dat wy „full employment" hebben. En bo vendien: er is by de D.U.W. een voorraad van geheel voorbereide wer ken van 250 mlllioen of te wel 3 millioen manweken arbeid. Een druk op de knop is voldoende om dit pro gramma ten dele of geheel in te schakelen. Dat er in bepaalde streken van ons land een ernstige structurele werk- - - v .loosheid bestaat, merken wy volle- ke bedrijfsorganen Op 1.5 Juli keurde digheidshalve even op, doch dit feit de Tweede Kamer en op 4 Augustus doet aan het algemene, gunstige beeld de Eerste Kamer een wetsontwerp 1 voor nu en de naaste toekomst niets af. Het kan het later wel doen. als zy ongestoord blijft voortwoekeren. De'koopkracht is gezien de in dexcijfers van de kosten van levens onderhoud en van de lonen het af gelopen jaar stabiel gebleven. De lo nen staan onder controle, de huren zijn gebonden doch de overige prij zen zijn vry. Op 1 Januari a.s. komt voor grote groepen een loonsverho ging, voor allen een belastingverla ging, een (kleine) prijsverlaging en een (behoorlijke) huurverhoging. De deskundigen hebben berekend, dat allen die in loondienst zijn, er niet slechter op worden. Over de overige groepen zwijgt men. Er treden echter verschuivingen op, die alle gezamenlijk tot resultaat zul len hebben, dat de inkomsten van de overheid door de belastingverlaging Woningbouw In Nederland omlaag gaan, dat het begrotingste kort groter wordt maar dat de totale koopkracht stijgt (de hogere huren toch verhogen de inkomsten van de eigenaren). Deze grotere koopkracht is uiteraard een stimulans voor de ondernemers. Schulden Het gelag wordt echter door de overheid, wier schulden gro ter worden. Grotere schulden op korte termijn vergroten de kans op infla toire spanningen; grotere schulden op lange termijn belasten ons nage slacht. Doch dit terzijde. Matige In flatoire spanningen kunnen overigens de werkgelegenheid gunstig beïn vloeden. De productie van de ondernemin gen blijft echter alleen hoog, ais de winstverwachtingen en de resultaten goed zyn. Een ondernemer werkt nu eenmaal alleen, omdat by winst kan maken. Gaan wij af op de tussentijdse ver slagen, dan zullen ook ondernemingen in 1954 minstens met hetzelfde divi dend als in 1953 voor de dag komen De resultaten zullen dus best meeval len. De grotere koopkracht in 1954 zal bovendien menige industrie zeer ten goede komen. En ten slotte zul len de lagere bedrijfsbelastingen de kosten drukken. Doch dit alles is niet voldoende. Ons land is verre van zelfgenoeg zaam. Wij moeten veel invoeren en dus ook veel uitvoeren. De concur rentie wordt steeds scherper en de grote vraag is dus, of onze onderne mers hun kostprijzen zó kunnen drukken, hun procfuctie en afzet zó kunnen opvoeren, dat ondanks de gedaalde winstmarges de totale winst op zjn minst gelyk bljft. TWEE GEZELSCHAPPEN VERDWENEN Alleen Arthur Miller's Vuurproef was bijzonder (Van onze toneelmedewerker). Met, belangrijke veranderingen in de constellaties van ons toneel 1# September het'seizoen 1953-1954 begonnen, dat wel «-ewondercnswaardige voorstellingen op de planken bracht, maar met één enkele uitzondering nog gee*, stukken van grote betekenis. Twee gezelschappen met een Krote reputatie run geruisloos uit ons toneelleven verdwenen. Het Ara- sterdams Toneel Gezelschap, ondor artistieke leiding van Albert van Dai- sum en A Defresne, had zich ook als oorspronkelijk deels uit t kuns tenaarsverzet voortgekomen groepering min of meer overleefd. Come- dia, bloedarm geworden na het uittreden van de groep, die als Nederlandse Comedia een vooraanstaandej»laat» veroverde, verloor haar bestaansgrond geheel, toen haar leider, CorHermu», overleed.. De leden van het A.T.G. z(jn voor een deel toegetreden tot het nieuwe, in Arnhem zetelende toneelgezelschap „Theater", dat onder artistieke lei ding van Kees van Iersel en Robert de Vries vooral het Oosten van ons land zal gaan bestrijken. Voor een an der deel vonden zij onderdak by de Toneelvereniging met welke beroem de naam uit de eerste twintiger jaren dezer eeuw zich het geheel gereorga niseerde Nederlandse Volkstoneel tooide. Het gezelschap kreeg A. De fresne als kunstzinnig leider, hetgeen de uitstoting betekende van Ben Groeneveld, die een reeks van jaren zjn kracht en talent heeft gegeven voor het tot stand brengen van een verantwoord /olkstoneel. De plaats van het A.T.G. als vaste bespeler van de Amsterdamse Stads schouwburg is voor de eerstvolgende drie jaren ingenomen door de Neder landse Comedie onder leiding van Jo- han de Meester, Guns Oster en Han Rentz van den Berg. Den Haag en R 'terdam behielde^ hun in een kunstst;chting ondergebrachte vaste gezelschappen. Voor de Haagse Comedie, die zich onder leiding van Cee;. Laseur en Paul Steenbergen heeft ontwikkeld tot een van onze beste gezo'-chappen zo niet het beste is dat min of meer vanzelfsprekend. Het Rotterdams To neel, onder leiding van Ko Arnoldi en Frits van Dijk, staat minder vast in zijn schoenen- In feite is het een Am sterdams gezelschap de acteurs wonen vrijwel allen in de hoofdstad voor wie Rotterdam niet meer is dan een vasts klant. Voor onze havenstad, die bezig is ook op cultureel gebied een vooraan staande plaats in on: land in te nemen en die in het verleden voor de ontwik keling van ons toneel zelfs baanbre kende betekenis heeft gehad, is dat op de duur een onaanvaardbare situa tie. Dat zy zal worden gehandhaafd ligt niet in do ljn der verwachtingen, ondanks de tegenspraak van het be richt aangaande het toekomstig op treden van Paul Steenbergen als di recteur van het Rotterdams Toneel. Buitenlands toneel Men kan hela niet zeggen, dat on ze zwaar gesubsidieerde toneelgezel schappen daarnaast werken in de Export Nu is het een gelukkig teken, dat de ruilvoet in het afgelopen jaar gunstiger is geworden, hetgeen wil zeggen dat de prijsdaling van de in gevoerde goederen (vooral van de grondstoffen i groter is gewe.est dan die van de uitvoer. De ondernemer kan dus iets g?makkelyker exporte ren. Het is nu maar de vraag wat de grondstoffenprijzen doen en hoe de prijzen van de eindproducten zich ontwikkelen. J\* hebben de Neder landse ondernemers niet in de hand. Hier moeten wj dus een vraagteken z.g. „vrye sector" nog de Rotterdam se Comedie een afsplitsing van het Rotterdams Toneel het Vrye Toneel (de nalatenschap van Cor Ruys), „Puck" (voor kinderen) en de troep van Johan Kaart ons in de eerste vier maanden van het nieuwe seizoen een specifiek Nederlands toneelleven hebben gebracht. Wfl bezitten voor treffelijke acteurs en toneelleiders, maar hun aller inspanning bracht tot nu toe slecht; buitenlands toneel op Nederlandse planken. Bovendien was dit buitenlands fabrikaat niet van de beste kyvabteit. Aan het ophalen van enkel oude Franse boulevard-stukken („Bataille de fernmes") van Scribe onder de titel „Hart tegen hart" door de Nederland se Comedie en ,Le chapeau de paille dTtalie" van Labiche (onder de titel „Paard heet hoed" door Theater) was bepaald geen behoefte. Een stuk als „Het dagboek van een deugniet" van Ostrowski, door de in Italië wonende Russische regisseur Sjarow bij de Ne derlandse Comedie voortreffelijk ge regisseerd, heeft althans literair his torische waarde. Doch de genoemde Franse stukken zijn doodgewoon maakwerk aan de lopende band. Bij de Haagse Comedie regisseerde Sjarow, sinds vele jaren een geziene gast in ons toneelleven, ,.De blauwe heuvel" vtr Keith Winter. De voor stelling vond bij publier en pers grote waardering, niettegenstaande het zwakke stuk. Ook van de uitstekende opvoeringen door de Haagse Comedie van „Het huis der verrukking" van Anna Bonacci en „K'.eine Sheba. kom terug" van William Inge kan men eigenlyk alleen zeggen: te veel eer voor het stuk. De vuurproef Alleen de Nederlandse Comedie vroeg met recht aandacht voor „De vuurproef" van Arthur Miller, wiens „Dood van een handelsreiziger" een openbaring is geweest. Zijn nieuwe stuk grijpt ver in het verleden terug, maar het behandelde probleem heeft een trieste actualiteit: de onderdruk king van de menselijke waardigheid en de waarheid doe: massa-hysterie. De Nederlandse Comedie bracht ook „Het leven een droom" van de zeven- tiende-eeuwse Spaanse schryver Cal- deron, van wie Theater „De onzicht bare Dame" opvoerde. Het Rotterdams Toneel, dat blijk baar een depressie doormaakt, heeft voor een deel geteerd op stukken uit het vorig seizoen; by de nieuwe stuk ken kwamen geen verrassingen voor. De Toneelvereniging luidde naar eer ste seizoen in met Prandello's „Wat is d^ waarheid", dat vóór de oorlog hier ook reeds gespeeld is. Veel lof heeft zy daarmede niet geoogst. En na dit summiere overzicht ryst onwillekeurig de vraag: en wat is nu de plaats van de Nederlandse toneeL schrijver in ons toneelbestel? Doch dat is een apart hoofdstuk, dat echter weinig opwekkend is. Indexcijfers von de industriële productie In Nederland 170 too JA LG M NE pr oc JCTIEj__ - 170 160 ISO H "V 140 k y 140 IJO IJO 120 Ill 120 HO 4 PRODUCTIE PER «Efl KN EM R ioo 3o Is 93 r OO /- 100 30 i 90 60 ?'f. 1952 1953 Iss.iAlV HL? plaatsen. Het enige wat wy kunnen zeggen is, dat aan de daling op de Amerikaanse grondstoffenmarkten (sedert Juli jl.) een einde gekomen schy'nt te zyn. Ook de Engelse goe derenmarkten schijnen zich gestabili seerd te hebben. Van die kant behoe ven onze ondernemers vermoedeiyk geen verlaging van de kostpryzen te verwachten. Een daling van de kostprys Is dan ook, mede met het oog op ae stijgende lonen, alleen te verwachten van ratio nalisatie. betere organisatie, vernieu wing. Wij komen hier automatisch op het terrein van de investering: het beschikbaar stellen van grote delen van de bruto winst en het aantrekken van nieuw gespaarde kapitalen. Industrie In de industrialisatie-nota zyn de bedragen aangegeven, die geïn vesteerd moeten worden om de be staande bevolking het huidige wel vaartsniveau te garanderen en de er by komende bevolking zonder schok ken aan het werk te helpen .Ook in de komende jaren. Verschillende belastingmaatregelen maken in 1954 het investeren gemak- kelyker. Het hangt nu van de onder nemers af, of die investeringen er komen. Dat wil dus zeggen van hun winstverwachtingen en van de mate, waarin zy kapitaal kunnen aantrek ken. Aangezien er maatregelen op komst zyn om het risico-mydende kapitaal bij de verzekeringsmaat- schappyen enz. dank zy een transformatorfonds op ruimere schaal naar de industrie te doen stro men, is er dus hoo- dat de investerin gen uit dien hoofde in 1954 niet ver traagd behoeven te worden. Spaarpot Naar mate onze ondernemers meer en beter kunnen produceren en con- currerender kunnen aanbieden, kan de uitvoer niet alleen gehandhaafd blyven doch op zich zelf is dat zelfs een gebiedende eis opgevoerd worden. Los hiervan kan geconsta teerd worden, dat onze betalingsba lans als de verhouding van in- en uitvoer tegen mocht lopen een behoorlyk stootje kan hebben door de zeer mooie reserves aan valuta en goud. Wy hebben het terrein nu vluchtig verkend. Onze conjunctuur is thans nog goed, de productiviteit groot en de werkgelegenheid laag. Er zitten evenwel zwakke plekken: door de structurele werkloosheid, door de kleiner geworden winstmarges,door de belemmeringen die het buitenland onze exporteurs in de weg leggen. Sterk zijn wy ook door onze in- en uitvoer van de buitenlandse conjunc tuur afhankelyk. Dit maant dus. af gezien nog van onverwachte revolu ties, gewapende conflicten en natuur rampen, tot voorzichtigheid. Wy behoeven echter de toekomst alles behalve met bezorgdheid tege moet te zien. De overheid kan door haar ingrijpen sterk stabiliserend werken. Al met al een gematigd opti misme is volkomen verantwoord.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 15