Soms ligt er op de aarde een tintenrïjk tapijt in Katholieke tendenzen in de Protestantse kerken DAVITAMONfffi DINSDAG 22 DECEMBER 1953 PROVINCIALE ZEBVW8B COURANT 11 door BAREND ZWERFMANS kleur en van patroon al naar het aandeel van de samenstellers bestaat uit essen-, esdoorn-, wilgen-, mei doorn-, sleedoorn- of populierenblad. Maar de struiken staan zo dicht op elkaar en de wind heeft op de half- kale takken reeds zoveel vat gehad, dat steeds bladeren van verschillende herkomst tezamen zo'n patroonvari atie te voorschijn roepen. EENHEID.. De resten van de mist scheppen een eenheid in dit kleurenspel, waar aan het oog moet wennen; er zit wel geen fel rood in én geen dtep-bruin, maar deze koele sfeer van geel en groen met wat blauw, waar elzen blad overheerst, werkt >p 't oog, als een schijnwerper waarvoor men ge kleurd glas heeft geplaatst. De scherpe tekening gaat verloren, de tegenstellingen vloeien ineen en al leen het felle wit van een paar ge- weizwammetjes trekt het eerst de aandacht als iets opvallends. Geweizwammetjes zijn de meest ordinaire boomzwammen, die er be staan, maar in dit bosje op kleibo- dem, d.w.z. struikgewas met geheel andere ondergroei dan op zandgrond: dichte lose moskusens, opslag van fluitekruid en hemelsleutel, van lang- sprietige graspollen, moeten ze zich uitrekken om er boven uit te kunnen kijken. Ze nemen hier de meest fan tastische vormen aan. Echte volle geweien met vele takken, maar ook lange draadachtige, die men niet zou herkennen, als men de overgangen er niet naast zag staan. Een grote bruine paddestoel springt dan, om zo te zeggen plotseling door de kleursehemering naar voren, even omgewipt toont hy fraai roze plaat jes. Het is een lage vorm van de her- pQf-V-geiondheiÖ!- %|§- Neem geregeld Uw liet iaeaié yïtamfrrfcVprepfrajjfi ;/- *10 OüOANnN.nss Vrouwelijke hoogleraar aan de T.H. te Delft Met ingang van 1 Januari a.s. is benoemd tot buitengewoon hoogle raar in de afdeling der scheikunde aan de Technische Hogeschool te Delft, om onderwas te geven in de theoretische scheikunde, mej. dr. ir. A. E. Korvezee te Delft. Antonia Elzabeth Korvezee werd 8 Maart 1899 te Wynaldum geboren en studeerde aan de T. H. te Delft, waar zij in 1922 het ingenieursexa men met lof behaalde. Op 5 Juni 1930 promoveerde zij. eveneens met lof, tot doctor in de technische wetenschap. Op 1 September 1922 trad zy als assistente by de T. H. in dienst. In die functie is zü meermalen geduren de een half jaar werkzaam geweest In het laboratorium van Madame Cu rie aan de Sorbonne, waar zy zich specialiseerde In de chemie der radio actieve stoffen en waar zij enige pu blicaties op dit gebied bewerkte. ingedroogd, het kenmerkende steel tje geeft de juiste naam, de Scherpe schelpjeszwam: Panus stipticus. Genoeg over de paddestoelen, die er de spanning weten in te houden, zo stilletjes duiken ze op na een zo zorgvuldig onderduiken tussen de di verse bladvormen. Een aantal schrammen van doornige struiken nopen naar open terrein uit to zien. Wat niet gelukt, dan na een verras sende ontmoeting met een prachtver zameling Fluweelpootjes, diep donker roodbruin van hoed met een pikzwar te steel. OVER DE SLOOT Over de slootwaar vier patrij zen klapperend opvliegen en een braamstruik Zwerfmans terug doet vallen, mèt de buit aan paddestoelen, die uit de begroeiing van de helling moet worden opgediept. Niet leuk, maar met prettig resultaat, een va ren met prachtige veren duikt in dit klei terrein even geheimzinnig op als de paddestoelen. Een mannetjesva ren! Ook welkom als verrassing. Nog altijd bloeien er boterbloemen, nog altijd witte dovenetel, boeren- wormkruid en leverkruid, nog kamil le en vele gele composieten. De sfeer van tu9sen de struiken schijnt overgegaan op het open ge bied; wat warmer, met wat meer rood en paars. Een blik achterom verraadt de oorzaak. De tijd is onge looflijk snel voortgeschreden, de zon is reeds aan haar nedergang. De lucht begint te vuren en dit avondlijk rood door de sluiers van de nevel ge zeefd en verspreid legt zich over de velden, waar de roeken voedsel zoe kend wat onrustig beginnen te wor den. Zo dadelijk zullen ze opstijgen om gezamenlijk de slaapplaatsen op te zoeken. Leermiddelen van Nederlands fabrikaat In een rondschrijven zegt de minis ter, dat het voor de economie van ons land van zeer groot belang is, in dien de leerlingen van de onder zyn departement ressorterende scholen leermiddelen van Nederlands fabri kaat gebruiken. Hetzelfde geldt voor do leermiddelen, welke in ae scholen worden gebruikt. De minister verzoekt dringend, in dien in het schoolprogramma leer middelen van een bepaald merk wor den aanbevolen, hiermee rekening te houden en zoveel mogelijk leermid delen van Nederlands fabrikaat aan te bevelen. Zestien nieuwe schepen voor K.N.S.M.-vloot De Koninklijke Nederlandschc Stoom boot Maatschappij te Amsterdam heeft aan de N.V. Amsterdamsche Droogdok Maatschappij te Amster dam opdracht gegeven tot het bou wen van twee motorvrachtschepen, elk met een draagvermogen van on geveer 4300 ton. In totaal heeft de K.N.S.M. nu or ders lopen voor de bouw van 4 mo torvrachtschepen. elk met een draag vermogen van 960 ton; 10 motor- vracht schenen met een draagvermo gen van 3900 ton eik en de 2 eerder genoemde schepen. In totaal 16 sche pen met een draagvermogen van by- na 52.000 ton. Dit bouwprogramma wordt uitgevoerd door zeven Neder landse werven. Advertentie. DRINKT (JtRKCELD «F V> duw ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Een dankbare tocht op een mistige middag Een kille mist hangt over de wereld. Hoe verder Zwerfmans zich van huis verwijdert, hoe dichter en killer de herfstnevel wordt. De vogels zyn door de kijker nauwelijks waarneembaar, al wat kou en vocht schuwt blijft binnen, ook in de dierenwereld. De kansen op een vruchtbare middag ver dunnen zienderogen, zodat het stuur wordt gewend teneinde langs een omweg terug te keren. En zie. Ook de mist schijnt op de weg terug. Hoe dichter by huis, hoe wijder het uitzicht, hoe aangenamer de temperatuur. De omgeploegde akkers hervinden hun zwart. Troepen kieviten zwaaien door de lucht, één troep valt in twee gedeelten uiteen, de een op een wei, de ander op zo'n akker. Het i9 wonderlijk hoe goed die glanzende kluiten de kieviten camou fleren. Men moet scherp toezien om ook maar een van de vogels duidelijk te zien staan. Er zijn ook zangvogels op de wie ken; vinken en sijsjes. Ze vliegen van boom tot boom en steken dan open terrein over in de richting van een bosje opgaand struweel en waarom zou Zwerfmans ze niet eens volgen. De tweewieler krijgt een plaatsje in een diepe greppel; door lastige maar kleurige braamslingers heen, (rood, groen, geel, goud en purper in de meest zonderlinge combinaties aan één stengel) verleent het stru weel toegang. Al de struiken hebben- hun blader kleed zo goed als geheel afgeworpen, maar het tintenrijk tapijt, dat de bo dem bedekt, verraadt de namen dan de milde schenkers. Het wisselt van tenzwam. Pluteus cervinus, zeer wel kom als bewoner van onze kleigrond. Over het geheel biedt de klei min der soorten, maarer staan vaak minder algemene tussen. Na deze roze-sporige paddestoel meldt zich een fel-geel klokje op een lange steel. Het wordt aangezien voor een Wit gele Mycena. Thuis kloppen niet al le kenmerken. Er moet een Frans boekje aan te pas komen om te vin den, dat het een soort betreft zondèr Hollandse naam: Mycena gypsaea. Bijna wordt een schelpjeszwam ge passeerd, omdat de rand van de hoed geschulpt schynt. Hy is echter alleen STEMMEN UIT DE KERKEN. "En Protestantse in de Rooms Katholieke Kerk Er zyn tegenwoordig kathoiiserende verschijnselen in de Protestantse Kerken. Daarbij zal men tegenwoordig onmiddellijk denken aan een figuur als van ds Loos, Ned. Herv. predikant te Hilversum. Enige tyd is het stil geweest rondom hem. Het was een stilte die aan een storm vooraf ging. Een paar maanden geleden begon het opnieuw, toen hij zyn ambtswerk weer wilde beginnen en zijn wljkkerkeraad, oc een o «d rU na '"rad Deze ene is niet gebleven, zoals wel eens verondersteld is, omdat hij het met de theologie van ds Loos eens was, maar omdat ds Loos niet eigener beyveging weer wilde beginnen. Het Breed Moderamen van de Prov. Kerk vergadering van N. Holland hnd daarover een schrijven tot hem gericht. Na dien zyn alle stukken die op deze zaak betrekking hebben, gepubliceerd in het Hervormd Weekblad: De Gereformeerde Kerk. Ds Loos meende, om des gewetenswil, niet langer in de Hervormde Kerk te kunnen blyven. Later is hy op het gevraagde ontslag terug gekomen. Sindsdien Zit de zaak volkomen vast, terwijl er geen oplossing in zicht schynt te zyn. Ds Loos is de enige niet om wie het gaat. Hij is wel degene wiens naam in deze zaken het meest bekend is geworden. Hij was trouwens ook de voorzitter van het zgn. Hilversumse Convent. Een dezer dagen konden wij in de pers lezen dat hy als zodanig is afgetreden en als voorzitter is op gevolgd door ds Gerritsen. Deze laat ste heeft dit jaar een boek gepubli ceerd over Het Apostolische Ambt. Dit is een van de belangrijkste pun ten waarom het gaat in deze groep. Uit gehoorzaamheid aan de fi. Schrift als de enige regel voor geloof en leven, zoals de kerkorde van de N. H. Kerk het vraagt, meent hy te kunnen bewijzen dat de Hervormers zich vergist hebben, toen zy welover wogen braken met de overlevering der Kerk, dat de overdracht der amb telijke bevoegdheden door de opleg ging der handen in regelrechte lrjn terug gaat tot de apostelen. Dit is de zgn. Apostolische successie. In de groep van het Hilversumse Convent legt men hierop zo zeer de nadruk dat men tot bewegingen komt als de ze,, dat de zin van hét ambt verloren gast. wanneer er geen bisschoppelijke wijding door handoplegging is ge weest. Deze apostolische successie is niet een bijkomstig iets. maar vloeit voort uit een geheel andere gedach- tengang dan die, welke wy gewoon zijn in de kerken der Hervorming. De Synode van de Ned. Herv. Kerk lieeft duidelijk uitgesproken dat zij niets wil weten van enige bisschop- peiyke wyding. In deze groep be roept men zich op de H. Schrift, maar telkens blykt ook het boek van ds Gerritsen doet het dat men daarnaast ook de traditie, waarmee de' R.K. Kerk zoveel rechtvaardigt Wil laten mee spreken. En dan draait het er op uit dat by het licht van die bepaalde traditie het woord van de Schrift wordt uit gelegd. Door ds Loos is de aandacht by de ze zaken vooral op de N.H. Kerk ge richt. Er wordt wel eens gesproken van een Hervormde Kathoiiserende modaliteit. Deze gedachtengang, die ons persoonlijk zo volkomen vreemd is, dat wy ze niet kunnen begrypen, komt ook voör in andere Prol. ker ken. We kunnen er alleen iets van begrijpen, in zover daar achter ligt het vurig verlangen naar de ene kudde van de ene Herder. We geloven ér echter niets van dat deze op die manier zou kunnen worden be reikt. Er zijn kerken met bisschop pelijke wijdingen, die terug gaan tot op de apostelen, zoals zy zeggen, en die van eikaars wijdingen weer n*2ts moeten weten. Tegenover dit alles staat dat er Ook in de R.K. Kerk het een en an der omgaat, wat we zouden kunnen noemen Protestantse verschynselen. Wie het boekje heeft gelezen: De ko gel door de kerk, weet dat daar uit éigen gelederen de kritiek niet wordt gespaard en hier en daar Prot. ker ken ten voorbeeld worden gesteld. Wat er echter bij Rome omgaat, wordt niet zo direct aan de grote klok gehangen als dat bij de verschil_ len in de Prot. kerken het geval is en wanneer éen priester over gaat tot een van de kerken der Hei-vor ming, hoort men daarvan niet of nauwelijks. Toch wordt zo hier en daar open baar dat de traditionele gedachten- gang by Rome op verschillende pun ten doorbroken wordt. We willen nier enkele dingen noemen. Er ziin in de laatste 30 jaar een aantal boeken verschenen van R.K. geleerden, waarin een andere geschie denisbeschouwing te vinden is ten op zichte van de kerkhervorming der 16e eeuw dan vroeger dat het geval was. Natuurlijk zien ze de hervormers nog als ketters, maar het is toch ob jectiever dan vroeger het geval was. De toestanden die er in de Kerk heer sten voor dat de Hervorming los brak. worden eerlijker bloOt gelegd Een figuur als Luther komt er tegen woordig veel beter af dan vroege*. De Reformatie wordt wel als een kwaad gezien, maar als een' nood zakelijk kwaad. Dan zouden we er op willen wijzen dat er een andere houding te genover de Bijbel gekomen is. Aan de ene kant raakt de R.K. Kerk verd-vr van de Bijbel af. De steeds verder gaande uitbouw van de-Maria-leer, laat dat zien Maar, aan de andere kant is er toch ook een dichter komen bij de Bijbel. Men heeft gezorgd voor goede vertaling. In de be kende Spectrum-uitgave is het N- Teatamcht al voor 1.25 verkrijg baar. Mij is verzekerd dat in R.K. kringen de Bijbel tegenwoordig veel meer wordt gelezen dan dat vr.—ger het geval was. Dit moet van invloed wezen. We lazen daarover eens de uitspraak: „Van het standpunt der R.K. Kerk gezien, is dit spelen met vuur". In de Prot. kerken mag men een liturgische beweging hebben, in de R.K. Kerk kent men deze ook. Men is er niet helemaal meer tevreden mee dat de gemeente alleen maar passief in de kerk aanwezig is. Op meer ac tieve wijze wil men aan de liturgie laten deel nemen. En dan is daar tenslotte de Ka tholieke actie en het lekenaposto- laat. Dit gaat onherroepelijk in de richting van hetgeen de protestanten kennen in het priesterschap van alle gelovigen. Rechtzetting Ds. J. A. Quak, directeur van de Stichting Hervormde Emigratie Com missie. aan wiens jaarverslag onze kerkelyke medewerker onlangs een beschouwing wijdde, verzoekt ons om een rechtzetting. In ons artikel stond de zinsnede: „De regering stelt „de productie van emigranten" afhankelijk van de situ atie op de arbeidsmarkt in Neder land en in het buitenland". In het jaar-verslag van ds Quak stond ech ter te lezen: .Waar bij de overheid be grijpelijkerwyze de „productie" van emigranten afhankelyk gesteld van de situatie op de arbeidsmarkten in Nederland en in het buitenland gemakkelijk een overheersende trek in het emigratie-beleid zou kunnen worden, is het een gelukkig ver schijnsel, dat de Wet op de Emigra tie aan de maatschappelijke organi saties zulk een grote mate van in vloed waarborgt". Daar beide formuleringen aanzien lijk verschillen, verlenen wy aan deze rechtzetting gaarne een plaats, ook al laten zij de kern van het betoog van ons artikel onaangetast. FEUIUETON Ilc vertonen beeldles DOOR PATRICIA WENTWORTH HOOFDSTUK XXXHI Toen juffrouw Silver de pilaren aan de ingang van de oprijlaan was scheen plotseling een licht op haar gelaat, 't Verschrikte haar even, maar uit de onmiddellijk er op gevolgde fluisterend aangebo- deh verontschuldiging concludeerde 2e, dat de eigenaar van wat een fiets- lamp scheen had gemeend zyn aange bedene te herkennen. Derhalve stak ze kalm de weg over en liep langs de rand van l.et dorpsplein naar het pad, dat haar weer by de woning van me vrouw Voycey moest brengen. Zenuwachtigheid was juffrouw Sil ver vreemd en zou ook slecht by haar detective-beroep hebben gepast. Toen 2e dus voetstappenachter zich hoorde, nam ze er eerst geen notitie van. Er was genoeg licht om het pad in kwestie te onderscheiden en ze maakte dan ook geen gebruik van de zaklantaarn. Inmiddels kwamen ue voetstappen steeds naderbij en einde- ylk zei een stem: „Mag... mag ik u even lastig vallen?" Ja nu hoorde ze het duidelijk. Dit was dezelfde stem, die excuus had ge vraagd voor de manoeuvre met de fietslamp, een jonge stem, waaruit verlegenheid sprak. Juffrouw Silver stond stil, liet de Voetstappen heel dicht naderen en vroeg toen: „Wat wilt u?" De lamp was zeker afgezet, want ze zag slechts een zwarte schaduw, maar die stem hernam: „Pardon, lo- r;srt u niet by mevrouw Voycey en is uw naam niet juffrouw Silver...?" „Wat kan ik voor u doen „Ik vraag u duizendmaal excuus en hoop, dat ik u niet aan het schrik ken hebt gemaakt. Ik ben Allan Gro ver. Mijn ouders hebben de kruide nierswinkel, u weet wel. En ik werk op het kantoor van meneer Holder- ness in Lenton." Nu begon juffrouw Silver belang in het gesprek te stellen. Dit was de knappe jongeman van de schoolprij zen, waarover Cecilia Voycey had ge sproken, Ze herinnerde zich ook, dat de lieve Cecilia iets had geweerd over een bevlieging voor Catherine Welbv, „die meer dan oud genoeg is om zijn moeder te kunnen wezen". Juffrouw Silver begon zich af te vragen waar om hy bij het huls van Catherine had staan wachten. Gold het hier de oude historie van de mot en de kaars en zo ja, wat had hij dan nu in de zin? Ze besloot, recht op de man af te gaan en uw naam genoemd. Wat kan ik voor u doen, meneer Grover?" Hy stond nu vlak by haar en her nam nog altijd verlegen: „Ik wilde u spreken." Juffrouw Silver kuchte, een beetje verrast. „My spreken, meneer Grover? U kon toch niet weten, dat ik in het Poortgebouw was?" „Neen... neen... dat wist ik ook niet, dat kon ik ook niet weten. Ik ging eigenlyk naar mevrouw Welby... maar ik wilde u toch spreken en toen ik u uit het huis zag komen, leek dat mij een mooie gelegenheid..." Ondanks zyn verlegenheid maakte de manier waarop hy sprak een goe de indruk, wegens de beschaafde toon. „Waarom wilde u my spreken?" vroeg ze nu, heel ernstig. En zijn da delijk zonder omwegen gegeven fint woord deed ha-' prettig aan. ,U logeert by mevrouw Voycey en haar huishoudster. Juffrouw Crook, is een vriendin van mijn moeder. Ik heb gehoord, dat u een detective is en juf frouw Cray bijstaat." „Zo, zo, meneer Grover? Zullen we niet wat oplopen? 't Is te kil om hier te blgven staan en men zou ons kun nen zien." Beiden liepen dus verder, juffrouw Silver wat langzamer dan ze placht te doen. Allan Grover begon met wat hy op het hart had. „Ik wist niet, wat lk doen moest. Eerst was ik Van plan naar het huis van mevrouw Voycey te gaan, maar dan zou zy r ook bij zijn en ook juf frouw Crook zou er van weten. Ik wilde u alleen spreken, maar ik wist niet, hoe dat gedaan te krygen. Toen ik u het Poortgebouw zag uitkomen, dacht 'k, van deze gelegenheid ge bruik te moeten maken en dus volgde ik u. 't Gaat over Cyril... Cyril May- héw." „En. meneer Grover?" „Hoort u eens juffrouw Silver, dit blyft toch zeker geheel en al tussen ons? Ik mag feitelijk niet over zaken van het kantoor praten, maar toen ik vanmorgen met meneer Holdemess naar Mellin" House ging, om met de nolitie een inventaris op te stellen, ontdekten we, dat er op de schoor steenmantel vier vergulde beeldjes ontbraken". „Ja, ze stelden de vier jaargetijden voor. nietwaar?" „Dus u weet er van?" „Zeker, meneer Grover." „Dar Weet u ook. dat ze CjTil ver denken, die beeldjes te hebben gesto len." „Is u enige reden bekend waarom hy dat gedaan zou hebben?" .Integendeel, ik ben er zeker van, dat hy het niet gedaan heeft en dit wilde ik u vertelllen." „Weet u x>k, of ze van byzondere waarde zyn?" vroeg juffrouw Silver, even kuchend. Na een ogenblik te hebben geaar zeld, antwoordde Allan: „In de inven taris staan ze vermeld als vier ver gulde beeldjes." (Wordt vervolgd). Advertentie.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 9