Doe de hartelijke groeten aan alle
kinderen van Middelburg
H
Tweehonderdduizend vragen per
jaar voor het overzicht
FRANKRIJK LAAT DE ZON EN
DE ZEE WERKEN
J
r
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
DRIE WEKEN IN ZUID-AFRIKA (VII)
En vertel eens iets over Nederland....
Treffend afscheid van Middelburg-Kaap
(Van onze speciale verslaggever).
De laatste avond in Middelburg-Kaap is een onvergetelijke avond ge
worden. Het gemeentebestuur had een cocktailparty georganiseerd met
de raadsleden, de gemeentesecretaris Clias Meyers, de notabelen van het
dorp en de drie Nederlanders, die in Middelburg wonen, de timmerman
J. v. d. Hoven uit Driebergen, de monteur 51. Blankesteyn uit Wecsp
en de veearts Ch. Belogne uit Amsterdam.
Onmiddellijk na de begroeting en het kennismaken vroeg burgemees
ter Glatthaar of ik, nu hij me al zoveel van het Zuid Afrikaanse Mid
delburg had laten zien, maar eens wilde vertellen over Middelburg in
Nederland.
Daar staat men dan, in een kleine kring van goedgezinde mensen, in
een gezellige clubzaal, waarvan alle deuren en vensters wijdopen zijn,
omdat de hete woestijnwind weer een ondraaglijke hitte heeft veroor
zaakt. Daar staat men midden in zo'n piepjong, maar al zo flink uit de
kluiten gewassen Zuid Afrikaans dorp en krijgt,kersvers uit Nederland,
zo maar de opdracht om over Nederland te vertellen.
Ik ben maar begonnen. Over die
meer dan zevenhonderd jaren oude
Zeeuwse hoofdstad, die daar1 precies
in het midden van een groen eiland
ligt, met eromheen de grijze zee van
het kille Noorden.
Over de Romeinen, die over dit ei
land hun weg kozen naar Engeland,
over de dorpen, die er al eeuwen lang
liggen, over de gloriejaren van Mid
delburg, toen Vlaanderens roem be
gon te tanen en over de stilte, die
in de negentiende eeuw over de eens
zo r|jke koopstad daalde. Ik heb de
lof van Walcherens schoonheid ge
zongen, zoals die schoonheid voor de
oorlog was en heb verteld van de
sfeer, die Middelburg heeft als de
schemering aanbreekt. Ik heb ver
teld van de daken der huizen, die
nergens zo prachtig rood zijn als in
Middelburg, van het zilveren Zeeuw
se licht en van de wolken-gevaarten,
die op sombere dagen over Middel
burg drijven.
Natuurlijk ontbrak het relaas niet
van de verwoesting in 1940, toen de
gaafste oude stad van Nederland een
puinhoop werd, van de donkere da
gen van 1944, toen het water over
Walcheren kwam. Maar evenmin het
trotse relaas van de droogmaking,
van de wederopbouw, van herbe
planting en herverkaveling en van
het heimwee, dat de ouderen gehou
den hebben naar hun Middelburg
van voorheenIk heb de stad be
schreven zoals zij thans is, in schoon
heid herrezen en toch voor velen dê
oude niet meeren het verhaal
moet goed geweest zijn, want toen
ik ruim een uur bezig was geweest
en meende, dat de toehoorders er wel
meer dan genoeg van zouden heb
ben, werd er zulk een aandrang uit
geoefend om ten minste nog een half
uur door te gaan, dat een weigering
onheus zou zyn geweest.
Des winters,
als het vriest
En toen heb ik dan maar verteld,
in dat woestijnhete zaaltje in het
hart van de Karoo, hoe des winters
het water in de vesten rondom de
stad bedekt wordt met een grijze
ijslaag en hoe dan de ganse bevol
king uitloopt en zich de schaatsen
onder bindt en deint over de gladde
bannen. Hoe de sneeuw pleegt te
vallen en van de stad een sprookje
maakt. En hoe de stormen Zeeland
kunnen kastijden. Ilc heb verteld hoe
Walcheren is als het koolzaad bloeit:
vlammend geel van horizon tot hori
zon. Ik heb onze grazige weiden be
schreven en hun glanzende vee en ik
heb verteld van de mensen bij ons in
Zeeland, van hun noeste werken op
een klein stukje grond, van hun sta
tig ter kerke gaan op Zondag. En
van andere steden in Nederland heb
ik verteld en van de Noord Oost-
Polder met zijn golvend graan
Toen ik ophield, was men daar in
dat verre Zuid Afrika doodstil gewor
den. De drie Nederlanders hadden
de tranen in hun ogen en een van
de oudste Zuid Afrikaners stond op
en zei, dat ze daar in Middelburg-
Kaap altijd al wel geweten hadden,
dat het oude stamland mooi was,
maar dat het zó mooi was, neen, dat
had men niet beseft.
Een voor een hebben toen de men
sen uit het Zuid Afrikaanse Middel
burg verteld van de geschiedenis van
hun dorp en zij verbloemden daarbij
de zonden der vaderen niet. Hebben
de Middelburgse raadsleden in een
grijs verleden niet geweigerd om een
spoorlijn langs hun dorp te krijgen?
Ze gaven de voorkeur aan een onge
stoorde rustMaar zij vertelden
ook de goede dingen van hun mooie
dorp en zij deden dat met een warm
te, die deze avond tot een wel zeer
bizondere belevenis maakte.
Hebben wij water te veel, zodat we
er zonder ophouden tegen moeten
strijden, in Middelburg in de Kaap
provincie vernietigt de droogte meni
ge oogst en legt men een vernuftig
stelsel van stuwdammen aan, om als
het regent het water vast te hou
den. Hebben wij kleine boerenbedrij
ven, Middelburg heeft reusachtig gro
te. Vriezen bij ons de vesten dicht,
ook in Middelburg-Kaap kan het
vriezen, wel acht en twintig graden
soms. Maar ijs is er nooit: zo warm
is de zon overdag, dat het in korte
tyd wegsmelt.
Met stuwdammen als deze houdt Mid
delburg-(Kaap) het regenwater vast.
(Foto P.Z.C.)
Niet terug naar
Nederland
Ik heb met vader Van den Hoven
zitten praten, die vroeger in Drieber
gen gewoond heeft en met zijn gezin
is geëmigreerd. Hij heeft als timmer
man gewerkt op de geneesmiddelen
fabriek, waar een van zijn dochters
op het kantoor zit. Een tijd geleden
is hij voor zichzelf begonnen en hij
is niet ontevreden, hoewel het beter
kon.
Maar naar Nederland terug?
Neen, mijnheer, zegt hij, dat doen we
niet meer. Ik ben nu 53 en ik had
tien jaar eerder moeten gaan om he
lemaal te slagen. Maar de kinderen
hebben hier toekomst, meer dan in
Nederland. En het is hier een goed
land!
Monteur Blankensteyn gaat bin
nenkort trouwen met oen van de
dochters van timmerman Van den
Hoven. En ook hij wil niet terug.
En veearts Belogne heeft het best
naar zijn zin in dit land van paar
den, rundei'en en schapen.
Alleen als je dan hoort vertel
len van Nederland, zeggen ze alle
drie, dan krijg je het te pakken...
Souvenirs
Toen stond burgemeester Glatthaar
op. En nogmaals sprak hij zijn Ne
derlandse gast toe. Zijn woorden gin
gen vergezeld van een fraaie foto
van het nieuwe stadhuis van Middel
burg in lijst met de woorden: Met
Komplimente van die Burgemeester
en Stadsraad, Middelburg K.P.Suid
Afrika.
En alsof dat nog niet genoeg was,
kwam er nog een boek bij, een boek
over MiddelburgKaap, verschenen
in 1952, ter gelegenheid van het eer
ste eeuwfeest der gemeente. Op het
schutblad staat geschreven: Aanden-
De Karei Theronschool, waarin over
Middelburg verteld moest worden.
(Foto P.Z.C.)
king met U besoek aan Middelburg
KaapProvinsie, Suid-Afrika, van
K. Glatthaar, burgemeester.
Zeshonderd kinderen
Toen ik naar het Commercial Ho
tel terug wilde keren, waar het uit
stekend was, hield het schoolhoofd,
de heer Van Rooyen, mij nog even
staande. Doe me een plezier, vroeg
hij, en kom morgen nog even de
school bekgken. De trein gaat pas
om twee uur 's middags
In de Karei Theronschool zaten
de zeshonderd leerlingen keurig op
banken in de versierde gymnastiek
zaal. Op een podium de 19 leerkrach
ten. Vooraan op het podium stonden
drie stoelen. Een voor de burgemees
ter, een voor het schoolhoofd en een
voor uw verslaggever.
De zeshonderd kinderen zongen
een daverend welkomstlied, een meis
je van een jaar of twaalf speldde
onder enthousiast applaus van haar
medescholieren de gast een grote
rode roos op de borst. Toen nam
eerst de burgemeester het woord en
daarna het schoolhoofd en ik bloos
de van alle vriendelijke woorden. En
voor ik erop verdacht was, kwam
uit de mond van mijnheer Van Rooy
en toen de mededeling, dat ik ook
aan de schooljeugd van Middelburg
Kaap zou vertellen van Middelburg
Nederland
Ik heb het gedaan. En ik heb de
fi-oeten overgebracht van alle school-
:inderen uit de Zeeuwse hoofdstad
aan al die kinderen in Middelburg
Kaap.
En of ik toch vooral niet wilde
vergeten de groeten terug te doen.
Hetgeen bij deze geschied is.
Zeventien uur heb ik nodig gehad
om van Johannesburg in Middelburg-
Kaap te komen. En twee en twintig
uur had ik nodig om van Middelburg
Kaap in Kaapstad te komen.
Het was geen kleinigheid.
Maar het is de moeite méér dan
waard geweest. Tot de prettigste
herinneringen aan Zuid Afrika be
hoort voorzeker dit bezoek aan Mid
delburg Kaap, met zijn talrijke gast
vrije en wel zeer vriendelijke mensen.
G. B.
Zie de P.Z.C. van 28 en 30 October
en 3, 6, 11 en 14 November.
VEERTIEN LANDEN WERKEN SAMEN (II)
Het monument in het Middelburgse
Stadspark voor de Boeren, die sneu-
vélden in de strijd tegen de Engelsen.
(Foto P.Z.C.)
Elke vragenlijst bestaat uit niet
minder dan 300 formulieren!
(Van onze speciale verslaggever).
PARIJS. De Paryzenaars ergeren zich over het feit, dat de twee
smakeloze houten vleugels van het Palais de Chaillot, opgetrokken in de
zomer van 1951 om de staf van Trygve Lie onderdak te verschaffen ge
durende de algemene vergadering van de Verenigde Naties, die in de
herfst van dat jaar te Parijs zou beginpen, nog steeds niet zijn afgebro
ken. Men kan het er spoedig over eens worden, dat zij het stadsbeeld da
nig ontsieren. Als er echter één man is, die zich verheugt over liet feit,
dat zij er nog staan, dan is het wel lord Ismay, vice-voorzitter en secre
taris-generaal van de NATO-raad. Hjj heeft de ruimte hard nodig, want
hoe groot de Franse hoofdstad ook moge zijn, zij legt een ontstellend
gebrek aan kantoorruimte aan de dag. De VN-kantoren zijn NATO-
1 tantoren geworden en zij zullen dat bljjven tot lord Ismay eens over een
eigen gebouw zal beschikken. En dat kan nog wel even duren, want daar
heeft hy zo'n haast niet mee. Er zyn andere zaken, die voorrang hebben
boven de huisvesting. Schrille tegenstelling: in menige nationale hoofd
stad zyn de ministeries indrukwekkende gebouwen, het NATO-secreta-
riaat-generaal zetelt in niet veel meer dan een houten keet.
In die houten keet dan leest men
op menige deur de woorden: Annual
Review, d.w.z. Jaarlijks Overzicht.
Een weinig zeggende aanduiding
voor een karwei van reusachtige om
vang. Toen de NATOrministers in
September 1951 te Ottawa vergader
den, kwamen zij tot de slotsom, dat
het nuttig zou zijn een tamelijk gede
tailleerd overzicht te hebben van wat
elk der veertien landen voornemens
was te doen in 1952 en 1953 en van
de plannen, die zij koesterden voor
het jaar 1954. Zij benoemden een ty-
delijk comité, dat tot opdracht kreeg
de nodige gegevens voor dat over
zicht te verzamelen, alle gegevens te
vergelijken en aan de hand daarvan
aanbevelingen te doen.
Doorgaan
Het tijdelijk comité stelde een aan
tal vragenlijsten samen, zond die
naar de onderscheidene regeringen,
verzamelde de antwoorden en stelde
daaruit een rapport samen, dat de
NATO-ministers, toen zij in 1952- te
Lissabon vergaderden, kon worden
voorgelegd. Zij vonden dat zó nuttig,
dat zij besloten voortaan elk jaar een
overzicht te doen samenstellen, dat
enige jaren ver zou vooruitzien. Het
Veertien landen werken samen
in de NATO. Maar wat bete
kent samenwerking in de prac-
tijk? Het betekent o.m. het
iag-in-dag-uit bestuderen van
rapporten en nog eens rappor
ten, het samenstellen van nieu
we rapporten uit de vorige, het
anderlincr bespreken en in over
leg veranderen van die rappor
ten. Kortom, het betekent een
Dntzaglijke hoeveelheid saai
werk m een nog saaier gebouw.
Over dat werk vertelt dit arti
kel u het een en ander. Het is
sen saai artikel geworden,
maar dat zult u voor lief moe
ten nemen. De NATO-officier
van thans en de kleine Garde-
Dffizier uit de negentiend'
seuwse operette zijn twee figu
ren, die niets met elkander ge
meen hebben.
tijdelijke comité verdween uit de ana
len van de NATO en de afdeling Jaar
lijks Overzicht ontstond. Er gaat nu
elk jaar een vragenlijst naar alle
veertien regeringen en er komen elk
jaar antwoorden binnen. Elke lyst
bestaat uit 300 formulieren en op
elk formulier moeten 50 antwoor
den ingevuld worden. Men verzamelt
derhalve jaarlijks' ruim 200.000 mi
litaire gegevens!
Op het ogenblik heeft de afdeling
Jaarlijks Overzicht het buitengewoon
druk. In bijna elk land verschijnen
de begrotingen in het najaar en de
begrotingen zijn in hoofdzaak de
bronnen, waaraan de gegevens wor
den ontleend voor de beantwoording
der vragenlijsten. De antwoorden
plegen dan ook te Parijs binnen te
komen kort na het verschijnen der
begrotingen.
De werkzaamheden van de afde
ling nu bestaan hierin, dat groepjes
militaire deskundigen uit verschil
lende landen telkens onderdelen van
defensie-begrotingen doornemen en
er hun opmerkingen bij aantekenen.
Hier zitten een Griek, een Noor en
een Amerikaan over de Belgische
antwoorden gebogen, een deur verder
bestuderen een Italiaan, een Engels
man en een Portugees de Deense ge-
gegevens enzovoorts. Men beschikt
thans over alle gedetailleerde plan
nen voor '54, over plannen in grove-
trekken voor 1955 en over vagé plan
nen voor 1956.
Terwijl dus veertien parlementen
de veertien defensie-begrotingen door
Blinde predikant
opgelicht
„Het is helaas niet voor de eerste
maal in mijn leven, dat ik er ben inge
lopen", zo zei de blinde predikant van
de Geref. Kerk van Amsterdam, dr.
W. G. Harrensteln, voor de Amster
damse rechtbank als getuige in de
zaak tegen de 52-jarlge gewezen ste
ward L. J. H. B., die terecht stond
wegens oplichting. Hij had het mede
lijden van de predikant opgewekt met
een verzonnen verhaal en hem tot af
gifte van geld bewogen.
„Met de man valt niets te beginnen
aldus citeerde de Officier van Justitie
mr W. B. J. Aberson, uit een reclas-
seringsrapport. dat bij één der twaalf
vroegere veroordelingen wegens op
lichting was uitgebracht. De Officier
eiste tegen verdachte een jaar en ze»
maanden gevangenisstraf.
25.000 er uit
In de 521e staatsloterij, vierde klas
se, tweede lijst is de prys van 25.000
gevallen op lot nummer: 9662.
MEER ELECTRICITEIT
Veertien millioen boeren hebben
nog geen aansluiting
(Van onze Parijse correspondent)
PARIJS, November De Franse professor Trom be en zijn twintig mede
werkers hebben in 't stadje Montlouis, dat op een hoogte van 1600 meter
in de Pyreneeën ligt een enrome zonn e-oven gebouwd. Deze oven, die dus
alleen door de zonnestralen verwarmd wordt, is in staat om in de tijd van
een uur een blok ijzer van 50 kg. te doen smelten. Hiermede wil professor
Trombe bewijzen dat de zonnewarmte geleidelijk in staat zal zijn om de
electriciteit te vervangen. Dit is voor een land als Frankrijk van het aller
grootste belang. Zoals bijna in alle landen hebben ook de Fransen behoefte
aan steeds meer electriciteit.
Het verbruik bedroeg in 1939 twin
tig milliard kilowatt; het is nu geste
gen tot veertig milliard kilowatt. En
wanneer men rekent dat er hier veer-
10 millioen boeren zijn die nog geen
electriciteit hebben, dan ligt het voor
de hand dat de electriciteitsbehoefte
zal blijven stijgen. De energiebedrij
ven moeten dus alles op alles zetten
om er voor te blijven zorgen, dat zij
aan de stijgende behoefte kunnen vol
doen. Daartoe heeft men in de Rhöne
en in andere snelstromende rivieren
enorme stuwdammen gelegd. Deze
dammen zetten hele dalen onder wa
ter en met de zo gevormde waterre
serves fabriceert men grote hoeveel
heden electriciteit. Dat dit vaak met
ernstige moeilijkheden gepaard gaat
heeft het drama van Tignes bewezen.
Ook de zee
Er bestaat nu een nieuw plan waar
mede men in 1954 zal beginnen en dat
de zee wil gebruiken om electriciteit
op te wekken. Aan de Bretonse kust,
niet ver van het totaal verwoeste
stadje St. Malo bedraagt het verschil
tussen eb en vloed namelijk niet min_
der dan dertien meter. Nu wil men 'n
dam gaan bouwen in de twintig kilo
meter diepe inham, die het riviertje
de Rance in Bretagne heeft uitgesle
pen. Legt men hier een stuwdam in
dan ontstaat er aan de landzijde eën
kunstmatig meer, waarvan het ni
veau bij laag water dertien meter ho
ger zal zijn dan dat van de zee. Bij
opkomende vloed opent men dus de
schuiven in de dam. Is de hoogste
stand bereikt dan worden ze gesloten.
Aan de zeezijde begint het water nu
te zakken. Na een bepaalde tijd opent
men de schuiven opnieuw, waarbij
het met kracht terugstromende wa
ter de aangebrachte turbines doet
draaien. Deze centrale zal jaarlijks
550 millioen kilowatt kunnen fabri
ceren. De dam wordt 800 meter lang
en 47 meter breed. 2000 Arbeiders
zullen er vijf jaar aan moeten wer
ken.
Men zoekt echter ook naar heel an
dere mogelijkheden om energie te
doen ontstaan. Men wil dus niet al
leen de zee gaan gebruiken, maar
men wil ook meer van de zonne
warmte gaan profiteren. Het was na
tuurlijk al eeuwenlang bekend, dat
men via de zonnestralen een enorme
hitte kon doen ontstaan.
door JAN BRU8SB
Professor Trombe heeft het pro
bleem nog eens geheel opnieuw be
studeerd. Aan de hand van zijn stu
dies heeft hij by een fort bij het
stadje Montlouis een zonne-oven ge
bouwd. Dit eigenlijk heel eenvoudige
apparaat bestaat uit een „oriëntator"
van 120 vierkante meters, die de zon
nestralen opvangt en ze op een para
bolische spiegel van 90 vierkante me
ters richt. Deze spiegel concentreert
de stralen tot een bundel, die de
eigenlijke oven verhit tot een tempe
ratuur van 3500 graden. Zoals ge
zegd, deze hitte doet 50 kilogram
ijzer in een uur tijd smelten. Op een
hoogte van 1600 meter in de Pyre
neeën is er zon genoeg om de oven 250
dagen per jaar en acht tot tien uur
per dag te doen werken. In Noord-
Afrika waar men op warme dagen in
derdaad een ei op een in de zon ge
legde plaat kan laten hakken, zou de
oven zelfs 300 dagen kunnen werken.
Het grote voordeel van de zon als
energiebron is dat men een volkomen
zuivere warmte krijgt. Men neemt
aan dat het mogelijk is met deze zon-
neovens een speciaal soort, ongekend
hard staal te fabriceren terwijl men
er eveneens ceramiek in kan bakken
dat een zeldzaam grote weerstand zal
bezitten.
Het nadeel van de zonne-oven Is
natuurlijk, dat men afhankelijk is
van het mooie weer. Dit is voor o#is
land natuurlijk een groot bezwaar.
Maar aangezien in Zuid-Frankrijk en
in Afrika de zon gedurende tfen
maanden per jaar schijnt zal daar
deze oven, die gratis warmte leefó-t,
in staat zijn om een grote hoeveelheid
energie te leveren.
de onderscheidene politieke brillen
bekijken, zijn tezelfdertijd in alle
stilte veertien groepjes militaire des
kundigen doende de veertien militai
re plannen aan hun feitelijke mérites
te toetsen. Dat is op zichzelf al een
verbazingwekkend verschijnsel. Vóór
1940 zou geen enkele regering er aan
gedacht nebben zijn defensie-begro
tingen plus een aantal niet-openbare
bijzonderheden nopens de militaire
plannen voor de naaste toekomst ter
bestudering te geven aan buitenland
se officieren. In de kring der NATO-
landen is dat een normale gedrags
lijn geworden. Dat is een belangrijke
stap vooruit op het gebied der inter
nationale samenwerking.
Het is duidelijk, dat de analyse, die
getrokken wordt uit de vergelijking
der talloze gegevens, de grondslag
vormt voor het militaire program
ma, dat de NATO van jaar tot jaar
samenstelt. Bovendien is aan de hand
De Middelburgs-club, waar het
gemeentebesttiur ontving.
(Foto PJi.C.)
van die analyse reeds menige on
doelmatigheid weggewerkt, menige
bezuiniging doorgevoerd, menige sa
menwerking tot stand gebracht. Men
weet waar men dit en waar men dat
het best kan doen vervaardigen, men
kent elkander kracht en elkanders
zwakke plekken. Men weet waartoe
men gezamenlijk in staat is op D-
day en D+15 of D+30 enzovoorts.
Dat me ndit alles weet is het werk
van de officieren van het Jaarlijks
Overzicht, de stille werkers in de
houten vleugels van het Palais de
Chaillot, waarvan niemand de namen
kent en die door niemand worden be
nijd, maar die nuttig werk verrich
ten zij het gespeend van alle ro
mantiek ten bate van de veilig
heid der Atlantische landen van
Alaska tot de Kaukasus