Fonteijn verdedigt zich tegen „afschuif-systeem van jaren" Geen wezenlijke tegenstand bij behandeling in de Kamer EINDHOVENSE HUISVROUW WINT GROTE PRIJSVRAAG DONDERDAG 12 NOVEMBER 1953 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 FEL DEBAT VOOR HAAGSE HOF Mr. Zaaijer: Geen schijn van bewijs en schuldig aan smaadschrift Woensdag heeft ex-sergeant-konstabel A. H. F. Fonteljn uit Amster dam, die nu al byna 20 jaar lang tevergeefs opponeert tegen het hem in 1935 te Den Helder gegeven ontslag uit de Koninklijke Marine, voor het eerst het wettelijke recht gekregen en benut om in een officieel on derzoek in het openbaar beschuldigingen te uiten tegen vele figuren der marine, rechtelijke instanties en regering, die naar hij steeds vol houdt verantwoordelijk zijn voor het volgens hem geheel onrechtmatige ontslag wegens bronchiale asthma of die dit ontslag later tegen beter i in met opzet hebben gehandhaafd. In hun rapport stelden de artsen met zekerheid vast, dat Fonteijn niet aan asthma lijdt en dat er geen aan wijzingen zijn te vinden, dat hij het ooit gehad heeft. Overigens, zo zeg gen de artsen, sluit het huidige on derzoek niet uit, dat 20 jaar of meer geleden asthmatische verschijnselen aanwezig zijn geweest. Fonteijn heeft Woensdagmiddag voor de derde maal terecht gestaan voor het Haagse gerechtshof, gepresi deerd door jhr. mr. dr. Th. W. C. Calhoen. Met een stapel dossiers en documen ten naast zich stond hij in de ver- dachtenbank. Hem is ten laste gelegd dat hij in 1949 in een pamflet de drie artsen in Den Helder, die hem hebben afgekeurd, beledigd heeft door hen in dit pamflet van valsheid in geschrifte te beschuldigen. Nadat hij tevergeefs de Amster damse rechtbank, het Amsterdamse Hof en het gerechtshof te Den Haag in de talloze zittingen, waarin hij we gens gepleegd smaadschrift terecht heeft moeten staan, verzocht had hem toe te laten te bewijzen, dat wat hij zei waar is. is het uiteindelijk de hoog ste rechterlijke instantie van ons land geweest, die hem deze kans gegeven heeft. Tien maanden lang werkte Fonteijn aan de verzameling van zijn bewijs materiaal. De rechter-commissaris verleende hem daarbij de helpende hand. Tijdens dit vooronderzoek bleek, dat een dossier over Fonteijn, dat al 15 jaar bij de centrale raad van beroep te Utrecht had gelegen, naar Den Haag was opgezonden ter vernietiging en inderdaad vernietigd was. Verder be noemde de rechter-commissaris een commissie van drie artsen, die o.a. tot opdracht kreeg Fonteijn opnieuw aan een lichamelijk onderzoek te onder werpen. Er wordt wel eens beweerd, dat meisjes vaak naar de vader aarden terwijl de jongens veelal de natuur van de moeder zouden bezitten. In hoeverre deze opvatting ver breid is, kunnen we niet beoordelen, doch het is bekend, dat zij vaak wordt uit gesproken. Uiteraard zullen in vele gevallen de dochters de natuur van hun vader hebben. Waarom niet Maar in min stens evenveel gevallen zal de gelijke nis naar de kant van de moeder uit vallen. En wat voor meisjes geldtis eveneens waar voor de jongens, a.w.z. de schikking der erfelijke eigenschap pen kan voor beide geslachten naar beide kanten uitvallen. En in som mige gevallen is die schikking zelfs zodanig dat we in de kinderen géén, of nauwelijks enkele, eigenschappen van de ouders kunnen ontdekken. Wanneer' we afzien van de vrij ver velende theorieën over de erfelijk heid, moeten we toch verklaren, waar om of we zo uitdrukkelijk „neen" kunnen zeggen op de vraag of meis- pes meestal op papa gelijken (en de jongens op mama). Wet, we kunnen zo positief zijn, omdat in de Oudheid, en tot voor kort ook hier in het Wes ten, juist het omgekeerde werd be weerd, n.l. dat jongens de natuur van de leader hadden en meisjes die van de moeder! Juist deze volkomen tegen gestelde opvatting bewijst duidelijker dan een zwaarwichtige theorie dat geen van beide opvattingen juist is, maar dat de waarheid in het midden ligt. Aristotéles heeft over het ontstaan en de geboorte van het kind hele the orieën opgesteld, die weliswaar buiten het kader van deze kolom vallen, maar waaruit we toch kunnen aanhalen, dat volgens deze wijsgeer de meest normale gang van zaken die is waar bij de jongen naar de vader en het meisje naar de moeder aardt. Hij geeft toe, dat er allerhande andere moge lijkheden zijn, maar deze overeen komst in de mannelijke en vrouwelijke lijn is toch de natuurlijkste en de meest voorkomende. U kunt hiertegen aanvoeren, dat de ze opvatting da teert van een paar duizend jaar gele den. Inderdaad, maar dokter Par- ré, „raedt ende opperste chirurgyn van vier koningen m Vranckryck", was in het midden van de 11de eeuw dezelfde mening toegedaan, zodat de opvattingen sinds de Oudheid weinig gewijzigd zijn, al thans wat dit punt betreft. Overigens behoeft het ons niet te verwonderen, dat vele mensen thans 'n anders luidende opvatting huldigen want de vraag of 'n kind méér op de ene ouder gelijkt dan de andere is inde meeste gevallen buitengwoon moeilijk te beantwoorden. Het hangt er veelal van af op wélke eigenschappen we de klemtoon leggen. In vroegere tijden, toen kracht een voorname rol speel de in het menselijk verkeer, zullen ■moed, goed. ontwikkelde spieren en een zekere handigheid in het buiten gevecht stéllen van een tegenstander wel 'n grote rol gespeeld hebben bij de beoordeling der eigenschappen en het verwondert ons dan ook geens zins, dat de Ouden een vechtlustige zoon het evenbeeld van zijn vader vonden. Nu in de strijd om het bestaan ook de hersenen een kleine ról gaan spelen, verbaast het ons niet dat hier en daar een gelijkenis wordt gevonden tussen de geestelijke kwaliteiten van moeder en zoon, of van vader en doch ter, zodat een tegengestelde opvatting hier en daar baan breekt. Hoe het ook zij, van enige wetmatig heid is in de practijk niets gebleken en ook theoretisch valt zij niet te berede neren. Wist u tussen twee haakjes dat een mens vraatzuchtiger is dan Aarden een slang Afschuifsysteem. „Al 20 jaar lang wordt er in mijn zaak een afschuif-systeem toegepast", riep hij uit. „Juist zoals een dief, die meent, dat er geen bewijs tegen hem is, zegt: ik kan mij niets herinneren, zo zeggen de artsen dat nu in mijn zaak als getuigen. Die woorden zijn nooit strafbaar". President: „Wilt u nu zelf het woord voeren of uw verdediger?" Fonteijn: ,HÜ mag wel eerst pra ten". President: „Het is hem \yel toever trouwd". Fonteijn: „Het is aan mij ook wel toevertrouwd". President: „Ja, dat hebben we zo langzamerhand gemerkt". De verdediger ,mr. E. de Jongh Swemer, verzocht alleen voorlezing van enkele strophen uit het laatste medische rapport. Daarna kreeg de procureur-generaal, mr. J- Zaaijer, het woord voor zijn requisitoir. Pers ten onrechte geïnteresseerd. „Ik heb vrijwel niets te zeggen", begon mr. Zaaijer zijn requisitoir, „maar wegens de grote belangstelling die de pers ten onrechte in deze zaak toont en wegens de berichten, die zij ten bate van Fonteijn telkens lan ceert, moet ik hier wel even de feiten memoreren". Nadat hij dat gedaan had betoogde hij, dat Fonteijn slechts één weg had moeten bewandelen: na zijn ontslag protesteren bij het ambtenarengerecht en daarna eventueel bij de centrale raad van beroep te Utrecht. „De burgerlijke justitie heeft met deze zaak niets te maken en kan en mag zich er niet in mengen. Maar Fonteijn heeft op onbehoorlijke wijze gebruik gemaakt van een gelegenheid, die de wet hem bood en heeft er de burgerlijke justitie toch in weten te mengen". De procureur memoreerde hoe de zaak terug was gewezen naar de rech ter-commissaris in Amsterdam en hoe daarbij gebleken was, dat er stukken waren vernietigd. „Maar dit is in vol komen overeenstemming met de ar chiefwet geschied", zo betoogde hij. „Na 15 jaar worden zulke stukken ver nietigd en dat is met het dossier van Fonteijn, dat bij de Centrale Raad van Beroep lag, ook gebeurd". Vervolgens oefende hij critlek uit op de rechter-commissaris. „Die is verder gegaan dan de passieve rol, die het Hof hem had toebedeeld. Eigener beweging heeft hij artsen benoemd, die Fonteijn zijn gaan onderzoeken. Him conclusie had ik van tevoren kunnen mededelen. Er is inderdaad op het ogenblik geen spoor van asthma te constateren, maar de juistheid van de afkeuring is niet na te gaan". De procureur meende voorts, dat Fonteijn, „geen schijn of schaduw van bewijs" geleverd heeft en dus schuldig is aan smaadschrift. Hy eiste 2 maan den voorwaardelijk plus f 100.-— hoe- te, subs. 20 dagen hechtenis- Pleidooi van raadsman In zijn pleidooi attaqueerde mr. E. de Jongh Swemer de procureur aller eerst voor zijn bewering over de ver keerde weg, die Fonteijn had bewan deld Daarna gaf de raadsman een over zicht van de gebeurtenissen rond de „Zeven Provinciën" in 1933 en on middellijk daarna, doch al spoedig stond de procureur op en zeide: „Ik moet bezwaar tegen dit betoog maken. De raadsman uit tegen iedereen bele digingen". President tot raadsman: „Ik verzoek u zich te matigen". De raadsman vervolgde zijn plei dooi. Twee minuten later interrum peerde mr. Zaaijer voor de tweede maal en maakte opnieuw bezwaar. De raadsman nam daarop het laat ste medische onderzoek onder de lou pe. Hij sloeg het militaire keurings reglement, dat in 1935 van kracht was op. „Volgens artikel 10 kon Fonteijn alleen worden afgekeurd op grond van asthma, voor zover deze geoor deeld wordt ongeneeslijk te zijn of de genezing daarvan vruchteloos is be proefd". Onmiddellijk na zijn afkeuring in 1935 heeft Fonteijn zich als particulier (Vervolg op pag. 10.) Principiële verkeerszaak voor Bossche Hof. Botsing na slippartij. Voor het Gerechtshof te Den Bosch diende gisteren de principiële ver keerszaak, betreffende een kleine aanrijding op het tot voor kort be ruchte weggedeelte by het „Oude Byltje" te Vught. Daar hier de kwes tie speelt van de aansprakelijkheid van de wegbeheerder heeft de A. N. W. B. en met haar de verkeerswe- reld en veel juristen zeer veel be langstelling voor deze zaak. De advocaat-generaal, mr. S. J. van der Hoeven was van oordeel, dat de automobilist op de hoogte was van het slipgevaar, zelfs van het abnormaal grote slipgevaar en dat hij niet alles heeft gedaan om de aanrijding te voorkomen. Hij eiste een boete van 1 subs. 1 dag hech tenis. De raadsman, mr. H. B. S. Holla, te Den Bosch, uitte zijn bezwaren op juridische gronden tegen te termi nologie van de dagvaarding. Hij was voorts van meening, dat de fei telijkheden niet waren nagegaan, zo dat de overtreding in een onjuist daglicht werd gesteld. Hg bepleitte ontslag van rechtsvervolging subs, vrijspraak. Be lieer Louis de Jong, békend als redacteur en omroeper van Radio Oranje te Londen tijdens de oorlog, is Dinsdag te Amsterdam met lof ge promoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte. Prof. Gerbrandy biedt dr. De Jong geheel links) zijn gelukwensen aan. SLAGZIN LEVERDE EEN HUIS OP Haar man vernam het eerst het blijde nieuws Mevr. W. Jouwersma-Kok aan de Blaartheimseweg No. 60 te Zeelst on der de rook van Eindhoven is in één slag de gelukkige eigenares geworden van een volledig ingericht huis of een bedrag van 40.150 gulden, al naar ge lang haar keuze zal uitvallen. Deze bepaald niet onaanzienlijke bezitsver- meerdering, waarin uiteraard ook haar echtgenoot deelt, is ontstaan doordat de jury van de door de Le ver's Zeepmaatschappü N.V. te Rot terdam uitgeschreven Omo-prijsvraag de door haar ingezonden slagzin „Sinds Omo domineert, is alles dub- belblank" met de eerste prijs be kroonde. Het echtpaar, dat nog slechts een paar weken te Zeelst woont, vernam gisteren van de jury onder leiding van mevr. dr. W. H. Posthumus-van der Goot de blijde mededeling. Dit geschiedde in twee etappes. Drs. C. Jouwersma, die sinds kort werkzaam is op het natuurkundig laboratorium der N.V, Philips, ontving de opdracht, zich naar ,,'t Silveren Seepaerd" te spoeden, waar enkele heren hem wil den spreken over een plastic-affaire. Hg keek wel enigszins verbluft toen hg daar een groot aantal heren er was een legertje journalisten mede aanwezig ontmoette en hij werd een tikkeltje bleker toen hem werd medegedeeld, dat zijn vrouw de eerste prijs had gewonnen in de Omo- prijsvraag. „Als u nou gezegd had, dat het 100 gulden was, dan kon ik het begrij- Koningin Juliana heeft het voornemen te kennen gegeven om de lezing bij te wonen, die Sir Edmund Hillary over zijn bestijging van de Mount Everest Vrijdag avond in het Concertgebouw te Amster- dam geeft. VERBETERDE VESTIGINGSWET Behoefte-element wordt niet doorslaggevend geacht (Van onze parlementaire redacteur). De vestigingswet kleinbedrijven 1937, waarbij zoals de naam reeds doet vermoeden zekere eisen worden gesteld, waaraan moet zijn voldaan, wil men van de overheid vergunning krijgen een bedrijf te vestigen, heeft in menig opzicht gunstig voor de middenstand gewerkt. De goede bedrijfs- uitvoering, waarmede niet alleen het belang is gediend van de ondernemer zelf, maar ook van het kopend publiek, vorderde indertijd de uitvaardiging van de vestigingswet kleinbedrijven. Zij was wenselijk in het algemeen be- lang. Toch mag men niet blind zijn voor haar tekortkomingen.. By de regeling van de vestiging van bedrijven kan te weinig rekening worden gehouden met de gedifferentiëerde structuur en de wijze van bedrijfsuitoefening in de verschillende takken van bedrijf. De regering heeft deze tekortkomingen als van zó ernstige aard gevoeld en zózeer de noodzaak van een nieuwe re geling van deze materie begrepen, dat zij een verbeterde vestigingswet be drijven ter vervanging van die van 1937 indiende. Na een langdurige schriftelijke voorbereiding kwam zij Woensdag middag in de Tweede Kamer in open bare behandeling. Zij is van toepas sing op kleinhandels- en -ambaclits- bedrijven, op hotel-, café. of restau rantbedrijven en op andere bedrgven in besloten ruimten, waar men recht streeks met het publiek in aanraking komt. Niet vallen er onder de land bouw, de visserij, het bankbedrijf, het verzekeringsbedrijf en het ver voersbedrijf. De vestiging van een be- drijf bindt de wet aan een vergun ning; die vergunning wordt echter uitsluitend verleend, als voldaan is aan de eisen van credietwaardipheid, H. Petition, handelskennis en vakbekwaamheid. Het spreekt vanzelf, dat de wet tal rijke bepalingen bevat, die een juiste uitvoering van de regeling moeten waarborgen. Niet komt er in voor en dat is een kwestie van gewicht het behoefte element. De wet be perkt dus niet het aantal bedrgven, als er naar het oordeel van de over heid al voldoende zijn. Wat dat be treft neemt de regering zeer positief het standpunt in, dat behoudens het stellen van objectieve vestigings eisen de ontwikkeling van de mid denstand zoveel mogelijk dient te worden vrijgelaten. Geschiedt dit niet, zo oordeelt zij. dan dreigt het gevaar, dat de bedrijfstakken, waar in het behoeftecriteiium wordt toe gepast, gesloten eenheden, worden, "waarin het behoeftecriterium wordt toegepast, gesloten eenheden worden, waarin de prikkel tot vooruitgang bij individuele ondernemers afneemt en plaats maakt voor zelfgenoegzaam heid en verstarring op ieder gebied. Voorstanders. De socialisten zgn uit hoofde van hun beginsel voorstanders van de vastlegging van het behoefte ele ment in de- wet. Da.t bleek ten over vloede uit de rede van de heer Schilthuis (Arb.) die de opneming van een desbetreffende bepaling ver dedigde in tegenstelling tot de neren N. van den Heuvel (K.V.P.), Van Eijsden (AJt.), die zijn maiden-speech hield, Cornelissen (V.V.D.) en Schmal (C.H.), die daarvan niets moesten hebben. De heer Gortzak (C.P.N.) voelde slechts voor een beperkt over heidsingrijpen op dit gebied. Het ei genaardige is, dat het wetsontwerp is ondertekend door twee A.R.-mi- nisters, een R.K. minister en een R. K. staats-secretaris endrie soci alistische ministers. Laatstgenoem den hebben dus hun fiat gegeven aan de opvattingen van de A.R. minister van Economische Zaken, prof. Zijl stra., die in eerste instantie verant woordelijk is voor de goede uitvoe ring van de wet en over wiens afwij zing van socialistische verlangens tot een vrij vergaand overheidsingrij pen in het economisch leven geen enkele twijfel behoeft te bestaan. De heer Schilthuis kan dus wel met veel woorden de opneming van het be hoefte element bepleiten; het staat wel vast, dat hij zijn stem aan het pen", zo was zijn eerste reactie. Hij herinnerde zich min of meer, dat zijn vrouw met hem diep in de nacht na een bridge-partijtje een aantal rijm pjes had gemaakt, en dat deze op de laatste dag van de termijn van in zending nog waren opgestuurd. Het hele gezelschap is vervolgens naar Zeelst gereden, waar mevr. Jou wersma de heugelijke tgding werd medegedeeld. Een maquette van het huis alsmede bloemen werden haar tevens aangeboden. „Ik kan het niet geloven", riep zij stralend van blijdschap. „Ja, ik ook niet", was het antwoord van haar man, die zijn nuchterheid weer had teruggevonden, „maar het zal wel moeten' Behalve de hoofdprijs heeft het echtpaar Jouwersma met zijn tien in zendingen nog twee prijzen gewon nen, waaronder een horloge. De tweede prijs is ten deel geval len aan mevr. A. C. Kloens-Siegeman te Dordrecht, de derde prijs aan mevr. L. Meyer te Nijmegen en de vierde prijs aan mej. Mia Jansen te Heer- Schoorsteenveger Kortenhorst „Als U zich als zelfstandig schoorsteenveger zou willen ter", zo wendde de R.K. heer vestigen, mijnheer de voorzit- Peters zich Woensdagmiddag in de Tweede Kamer tot de president mr. Kortenhorst, „dan zou U examen moeten doen in de handelskennis. Maar dat zou U nog wel mee vallen, omdat U op dit gebied een grote kennis bezit, meer waarschijnlijk dan de examina toren, doch ook zóu U worden geëxamineerd in vakbekwaam- eid en de eerste vraag zou luiden: „Wat is een schoor steen?" U bent getraind in de wetten van de logica ende bedenkleer; ik betwijfel echter of U deze waag tén genoege van uw examinatoren zou kun nen beantwoorden. Wat is er moeilijker, dan definiëren? Vermoedelijk zou U de vraag endosseren aan de staatssecre taris van Economische Zaken, onder wiens verantwoordelgk- heid zij is gesteldEr zou den voorts potjes met roet voor U worden neergezet; roet van magere kolen, van steenkolen, van bruinkool, van kolenslik en U zou moeten détermine- renOnder grote vrolijk- heïd van de Kamer gunde de heer Peters de voorzitter een kgkje in de keuken van het onderzoek naar de vakbe kwaamheid van lieden, die zich willen vestigen. „Grote eerbied heb ik", zo zeide hij, „voor de wetenschap van een kolensjouwer, want hij moet op de hoogte zgn van al les, wat een dik boek over de „genese van carbonformaties" vermeldtDe heer Peters hekelde scherp het perfectio nisme en het gebrek "aan psy chologie, dat zich menigmaal bij de examinatoren demon streert; het gemis van theore tische bekwaamheid behoeft in het geheel geen beletsel te zgn voor de degelijke uitoefening van een bedrijf. vsv wetsontwerp ook zonder een desbe treffende bepaling zal geven. Over allerlei detailpunten van dc wet zijn veel desiderata geuit, doch wezenlijke tegenstand is er niet tegen gerezen. Minister Zijlstra verduide lijkte nog eens met enkele korte ar gumenten de weglating van het be hoefte element uit de wet en de staatssecretaris, dr. Veldkamp streef de er bij de beantwoording van dé talrijke opmerkingen naar, ieder zo veel mogelijk tevreden te stellen. He denmiddag gaat de Tweede Kamer met de behandeling van het wetsont werp verder. Het Wereldgebeuren Verjaardag Ze hebben weer op het Rode Plein in Moskou gestaande heren Malenkow, Molotow, Kroestsjef n hun vrienden. De 36ste verjaardag van de Russische revolutie werd ge vierd. De buitenlandse belangstelling voor de viering was onbelangrijk be halve dan een opmerkelgk telegram van Tito uit Joego-Slavië, die zgn beste wenseg aanbood en opnieuw be wees, dat ook het communistische bloed kruipt, waar het niet gaan kan. Het Rode Plein had op de dag van het feest de gebruikelijke aankleding met ijselgk-grote portretten van de Sowjet-leiders, wier gezichten vier verdiepingen hoog opbolden in de wind. De rode vanen wapperden en hon derdduizenden sloegen de parade ga de. Dat was ditmaal een kleine para deHet militaire vertoon duurde slechts 20 minuten, daarna kwamen de sportclubs en toengewone burgerverenigingen met vaandels en banierenwel een millioen mensen trokken voorbij de plek, waar Malen kow stond met Boelganin. Malenkow droeg een soort half-mi- 4itair uniform, waarvoor destijds Sta lin reeds een voorliefde had. Boelganin, die gekleed was in giaar- schalk-uniform, hield ook de ver jaardagstoespraak. Een tikkeltje ongewoon was die toespraakZo helemaal niet een klaroenstoot van een geestdriftig aanvoerder tot zijn strijdvaardige troepen. Wel had Boel ganin lof voor zijn soldaten, die bij de herfstmanoeuvres hadden getoond hoezeer hun paraatheid was toegeno men. maar hg schakelde daarna over op het thema van de verhoogde le vensstandaard voor het volk en op de noodzaak om de productie van consumptiegoederen op te voeren Men kan zich moeilijk voorstellen, dat een onzer Westelijke generaals noem Montgomery of Ridgway bij een troepenparade zouden oreren over meer boter op het brood van de kleine man en betere schoenen voor schoolmeisjes Men verwacht dat niet, maar in Rusland is dat blijkbaar mogelijk. Daar juicht ook het leger mee als een grote slag om verhoogde produc tie van brood, boter en huishoudelij ke goederen wordt geleverd. Maarschalk Worosjilow, de oude strijder, die z'n uniform aan de kapstok hing om president van de verenigde Sowjet-republieken te worden, roerde in zijn verjaardags rede voor de Opperste Sowjet ook al dat thema van de verhoogde produc tie aan. Malenkow en z'n vrienden woonden de zitting bij en men lette zoals gewoonlijk scherp op de plaatsen van de ministers, want daaruit kon men afleiden wie nummer 2 was na Malenkow, wie nummer drie en zo in afdalende lijn tot nummer 16, dat was dan de heer Tsjkiriatow, van wie velen nog nooit gehoord zullen heb ben. Worosjilow eerde de nagedachtenis van Stalin, wiens heengaan hij een groot verlies voor de Sowjet-Unie noemdedaarna had hij het over de productieverhoging, welke een feit van historische betekenis zou zijn en tenslotte sprak hij over de buiten landse politiek. Hij verweet aan de Amerikanen gewapende agressie in Koreaverlangde voor Rood Chi na het lidmaatschap van de Verenig de Natiesen veroordeelde de her bewapening van West-Duitsland mitsgaders het Amerikaanse streven om vooruitgeschoven bases te vesti gen in Europese, Aziatische en Afri kaanse landen. Zgn toespraak duurde 45 minuten en zij opende geen enkel nieuw gezichtspunt. Worosjilow gaf dit zelf toe door te verklaren, dat de Russische buiten landse politiek niet is veranderd. Toch is er nog wel een conclusie uit de rede van Worosjilow te trekken. Die rede bevestigt namelijk hetgeen reeds enige maanden werd vermoed: De Russen zijn niet meer geïnteres seerd in het vinden van een oplossing voor Duitsland en ze versterken him thuisfront, terwijl speculeren op on enigheid tussen Engeland, Frankrijk de Verenigde Staten. Welnu, die onenigheid over het Duitse vraagstuk is erïOok zonder Rusland zal het nog heel lang duren voordat de Westelijke Grote Dne met zoiets als een regeling van het Duitse vraagstuk uit de bus ko men. Twee Britse ministers van Staat. Voor buitenlandse zaken. Churchill heeft lord Reading be noemd als tweede minister van Staat voor Buitenlandse Zaken teneinde de werkzaamheden van minister Eden te verlichten. Tot dusverre was lord Reading onderminister in het „Fo reign Office". De andere minister van Staat, Selwyn Lloyd, leidt op het ogenblik de Britse delegatie bij de Verenigde Naties. EEN BOEKJE OVERi VOGELS ONDERWEG Dr. L. Tinbergen. Uitg. Scheltema en Holkema N.V. Amsterdam. In de trektijd van de vogels hebben wij gaarne een gids, die ons inleidt in de problemen van de trek en de moge lijkheden van de waarneming er van. Dr. Tinbergen geeft ons wat wij nodig hebben. Hg vertelt ons over de eigen aardigheden, die zich voordoen bij het trekken van bepaalde vogelsoorten, de invloeden van de aard der vogels, van de landstreken en het water, van het weer en van de wind. Hij geeft schet sen van vliegbeelden van vogeltroe pen, maar ook de kenmerken, waar door de enkele vliegende vogel zich onderscheidt van andere. Verder de nodige maatregelen, die bg eigen waarnemingen moeten worden geno men en voorts vele gegevens in sche ma's, kaartjes en situatieschetsen. Dit eenvoudig geschreven boekje is aanschaffen ten volle waard. Z.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 9