Fonteijn verdedigt zich tegen
„afschuif-systeem van jaren"
Geen wezenlijke tegenstand bij
behandeling in de Kamer
EINDHOVENSE HUISVROUW
WINT GROTE PRIJSVRAAG
DONDERDAG 12 NOVEMBER 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
FEL DEBAT VOOR HAAGSE HOF
Mr. Zaaijer: Geen schijn van bewijs
en schuldig aan smaadschrift
Woensdag heeft ex-sergeant-konstabel A. H. F. Fonteljn uit Amster
dam, die nu al byna 20 jaar lang tevergeefs opponeert tegen het hem
in 1935 te Den Helder gegeven ontslag uit de Koninklijke Marine, voor
het eerst het wettelijke recht gekregen en benut om in een officieel on
derzoek in het openbaar beschuldigingen te uiten tegen vele figuren
der marine, rechtelijke instanties en regering, die naar hij steeds vol
houdt verantwoordelijk zijn voor het volgens hem geheel onrechtmatige
ontslag wegens bronchiale asthma of die dit ontslag later tegen beter
i in met opzet hebben gehandhaafd.
In hun rapport stelden de artsen
met zekerheid vast, dat Fonteijn niet
aan asthma lijdt en dat er geen aan
wijzingen zijn te vinden, dat hij het
ooit gehad heeft. Overigens, zo zeg
gen de artsen, sluit het huidige on
derzoek niet uit, dat 20 jaar of meer
geleden asthmatische verschijnselen
aanwezig zijn geweest.
Fonteijn heeft Woensdagmiddag
voor de derde maal terecht gestaan
voor het Haagse gerechtshof, gepresi
deerd door jhr. mr. dr. Th. W. C.
Calhoen.
Met een stapel dossiers en documen
ten naast zich stond hij in de ver-
dachtenbank. Hem is ten laste gelegd
dat hij in 1949 in een pamflet de drie
artsen in Den Helder, die hem hebben
afgekeurd, beledigd heeft door hen in
dit pamflet van valsheid in geschrifte
te beschuldigen.
Nadat hij tevergeefs de Amster
damse rechtbank, het Amsterdamse
Hof en het gerechtshof te Den Haag
in de talloze zittingen, waarin hij we
gens gepleegd smaadschrift terecht
heeft moeten staan, verzocht had hem
toe te laten te bewijzen, dat wat hij
zei waar is. is het uiteindelijk de hoog
ste rechterlijke instantie van ons land
geweest, die hem deze kans gegeven
heeft.
Tien maanden lang werkte Fonteijn
aan de verzameling van zijn bewijs
materiaal. De rechter-commissaris
verleende hem daarbij de helpende
hand. Tijdens dit vooronderzoek bleek,
dat een dossier over Fonteijn, dat al
15 jaar bij de centrale raad van beroep
te Utrecht had gelegen, naar Den Haag
was opgezonden ter vernietiging en
inderdaad vernietigd was. Verder be
noemde de rechter-commissaris een
commissie van drie artsen, die o.a. tot
opdracht kreeg Fonteijn opnieuw aan
een lichamelijk onderzoek te onder
werpen.
Er wordt wel eens beweerd, dat
meisjes vaak naar de vader aarden
terwijl de jongens veelal de natuur
van de moeder zouden bezitten. In
hoeverre deze opvatting ver breid is,
kunnen we niet beoordelen, doch het
is bekend, dat zij vaak wordt uit
gesproken.
Uiteraard zullen in vele gevallen de
dochters de natuur van hun vader
hebben. Waarom niet Maar in min
stens evenveel gevallen zal de gelijke
nis naar de kant van de moeder uit
vallen. En wat voor meisjes geldtis
eveneens waar voor de jongens, a.w.z.
de schikking der erfelijke eigenschap
pen kan voor beide geslachten naar
beide kanten uitvallen. En in som
mige gevallen is die schikking zelfs
zodanig dat we in de kinderen géén,
of nauwelijks enkele, eigenschappen
van de ouders kunnen ontdekken.
Wanneer' we afzien van de vrij ver
velende theorieën over de erfelijk
heid, moeten we toch verklaren, waar
om of we zo uitdrukkelijk „neen"
kunnen zeggen op de vraag of meis-
pes meestal op papa gelijken (en de
jongens op mama). Wet, we kunnen
zo positief zijn, omdat in de Oudheid,
en tot voor kort ook hier in het Wes
ten, juist het omgekeerde werd be
weerd, n.l. dat jongens de natuur van
de leader hadden en meisjes die van de
moeder! Juist deze volkomen tegen
gestelde opvatting bewijst duidelijker
dan een zwaarwichtige theorie dat
geen van beide opvattingen juist is,
maar dat de waarheid in het midden
ligt.
Aristotéles heeft over het ontstaan
en de geboorte van het kind hele the
orieën opgesteld, die weliswaar buiten
het kader van deze kolom vallen, maar
waaruit we toch kunnen aanhalen,
dat volgens deze wijsgeer de meest
normale gang van zaken die is waar
bij de jongen naar de vader en het
meisje naar de moeder aardt. Hij geeft
toe, dat er allerhande andere moge
lijkheden zijn, maar deze overeen
komst in de mannelijke en vrouwelijke
lijn is toch de natuurlijkste en de
meest voorkomende.
U kunt hiertegen
aanvoeren, dat de
ze opvatting da
teert van een paar
duizend jaar gele
den. Inderdaad,
maar dokter Par-
ré, „raedt ende
opperste chirurgyn
van vier koningen
m Vranckryck", was in het midden
van de 11de eeuw dezelfde mening
toegedaan, zodat de opvattingen sinds
de Oudheid weinig gewijzigd zijn, al
thans wat dit punt betreft.
Overigens behoeft het ons niet te
verwonderen, dat vele mensen thans
'n anders luidende opvatting huldigen
want de vraag of 'n kind méér op de
ene ouder gelijkt dan de andere is inde
meeste gevallen buitengwoon moeilijk
te beantwoorden. Het hangt er veelal
van af op wélke eigenschappen we de
klemtoon leggen. In vroegere tijden,
toen kracht een voorname rol speel
de in het menselijk verkeer, zullen
■moed, goed. ontwikkelde spieren en
een zekere handigheid in het buiten
gevecht stéllen van een tegenstander
wel 'n grote rol gespeeld hebben bij
de beoordeling der eigenschappen en
het verwondert ons dan ook geens
zins, dat de Ouden een vechtlustige
zoon het evenbeeld van zijn vader
vonden. Nu in de strijd om het bestaan
ook de hersenen een kleine ról gaan
spelen, verbaast het ons niet dat hier
en daar een gelijkenis wordt gevonden
tussen de geestelijke kwaliteiten van
moeder en zoon, of van vader en doch
ter, zodat een tegengestelde opvatting
hier en daar baan breekt.
Hoe het ook zij, van enige wetmatig
heid is in de practijk niets gebleken en
ook theoretisch valt zij niet te berede
neren.
Wist u tussen twee haakjes
dat een mens vraatzuchtiger is dan
Aarden
een slang
Afschuifsysteem.
„Al 20 jaar lang wordt er in mijn
zaak een afschuif-systeem toegepast",
riep hij uit. „Juist zoals een dief, die
meent, dat er geen bewijs tegen hem
is, zegt: ik kan mij niets herinneren,
zo zeggen de artsen dat nu in mijn
zaak als getuigen. Die woorden zijn
nooit strafbaar".
President: „Wilt u nu zelf het woord
voeren of uw verdediger?"
Fonteijn: ,HÜ mag wel eerst pra
ten".
President: „Het is hem \yel toever
trouwd".
Fonteijn: „Het is aan mij ook wel
toevertrouwd".
President: „Ja, dat hebben we zo
langzamerhand gemerkt".
De verdediger ,mr. E. de Jongh
Swemer, verzocht alleen voorlezing
van enkele strophen uit het laatste
medische rapport. Daarna kreeg de
procureur-generaal, mr. J- Zaaijer, het
woord voor zijn requisitoir.
Pers ten onrechte
geïnteresseerd.
„Ik heb vrijwel niets te zeggen",
begon mr. Zaaijer zijn requisitoir,
„maar wegens de grote belangstelling
die de pers ten onrechte in deze
zaak toont en wegens de berichten, die
zij ten bate van Fonteijn telkens lan
ceert, moet ik hier wel even de feiten
memoreren".
Nadat hij dat gedaan had betoogde
hij, dat Fonteijn slechts één weg had
moeten bewandelen: na zijn ontslag
protesteren bij het ambtenarengerecht
en daarna eventueel bij de centrale
raad van beroep te Utrecht.
„De burgerlijke justitie heeft met
deze zaak niets te maken en kan en
mag zich er niet in mengen. Maar
Fonteijn heeft op onbehoorlijke wijze
gebruik gemaakt van een gelegenheid,
die de wet hem bood en heeft er de
burgerlijke justitie toch in weten te
mengen".
De procureur memoreerde hoe de
zaak terug was gewezen naar de rech
ter-commissaris in Amsterdam en hoe
daarbij gebleken was, dat er stukken
waren vernietigd. „Maar dit is in vol
komen overeenstemming met de ar
chiefwet geschied", zo betoogde hij.
„Na 15 jaar worden zulke stukken ver
nietigd en dat is met het dossier van
Fonteijn, dat bij de Centrale Raad van
Beroep lag, ook gebeurd".
Vervolgens oefende hij critlek uit
op de rechter-commissaris. „Die is
verder gegaan dan de passieve rol, die
het Hof hem had toebedeeld. Eigener
beweging heeft hij artsen benoemd,
die Fonteijn zijn gaan onderzoeken.
Him conclusie had ik van tevoren
kunnen mededelen. Er is inderdaad op
het ogenblik geen spoor van asthma
te constateren, maar de juistheid van
de afkeuring is niet na te gaan".
De procureur meende voorts, dat
Fonteijn, „geen schijn of schaduw van
bewijs" geleverd heeft en dus schuldig
is aan smaadschrift. Hy eiste 2 maan
den voorwaardelijk plus f 100.-— hoe-
te, subs. 20 dagen hechtenis-
Pleidooi van raadsman
In zijn pleidooi attaqueerde mr. E.
de Jongh Swemer de procureur aller
eerst voor zijn bewering over de ver
keerde weg, die Fonteijn had bewan
deld
Daarna gaf de raadsman een over
zicht van de gebeurtenissen rond de
„Zeven Provinciën" in 1933 en on
middellijk daarna, doch al spoedig
stond de procureur op en zeide: „Ik
moet bezwaar tegen dit betoog maken.
De raadsman uit tegen iedereen bele
digingen".
President tot raadsman: „Ik verzoek
u zich te matigen".
De raadsman vervolgde zijn plei
dooi. Twee minuten later interrum
peerde mr. Zaaijer voor de tweede
maal en maakte opnieuw bezwaar.
De raadsman nam daarop het laat
ste medische onderzoek onder de lou
pe. Hij sloeg het militaire keurings
reglement, dat in 1935 van kracht was
op. „Volgens artikel 10 kon Fonteijn
alleen worden afgekeurd op grond
van asthma, voor zover deze geoor
deeld wordt ongeneeslijk te zijn of de
genezing daarvan vruchteloos is be
proefd".
Onmiddellijk na zijn afkeuring in
1935 heeft Fonteijn zich als particulier
(Vervolg op pag. 10.)
Principiële verkeerszaak
voor Bossche Hof.
Botsing na slippartij.
Voor het Gerechtshof te Den Bosch
diende gisteren de principiële ver
keerszaak, betreffende een kleine
aanrijding op het tot voor kort be
ruchte weggedeelte by het „Oude
Byltje" te Vught. Daar hier de kwes
tie speelt van de aansprakelijkheid
van de wegbeheerder heeft de A. N.
W. B. en met haar de verkeerswe-
reld en veel juristen zeer veel be
langstelling voor deze zaak.
De advocaat-generaal, mr. S. J.
van der Hoeven was van oordeel,
dat de automobilist op de hoogte
was van het slipgevaar, zelfs van het
abnormaal grote slipgevaar en dat
hij niet alles heeft gedaan om de
aanrijding te voorkomen. Hij eiste
een boete van 1 subs. 1 dag hech
tenis.
De raadsman, mr. H. B. S. Holla,
te Den Bosch, uitte zijn bezwaren
op juridische gronden tegen te termi
nologie van de dagvaarding. Hij
was voorts van meening, dat de fei
telijkheden niet waren nagegaan, zo
dat de overtreding in een onjuist
daglicht werd gesteld. Hg bepleitte
ontslag van rechtsvervolging subs,
vrijspraak.
Be lieer Louis de Jong, békend als
redacteur en omroeper van Radio
Oranje te Londen tijdens de oorlog,
is Dinsdag te Amsterdam met lof ge
promoveerd tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte. Prof. Gerbrandy
biedt dr. De Jong geheel links) zijn
gelukwensen aan.
SLAGZIN LEVERDE EEN HUIS OP
Haar man vernam het eerst
het blijde nieuws
Mevr. W. Jouwersma-Kok aan de
Blaartheimseweg No. 60 te Zeelst on
der de rook van Eindhoven is in één
slag de gelukkige eigenares geworden
van een volledig ingericht huis of een
bedrag van 40.150 gulden, al naar ge
lang haar keuze zal uitvallen. Deze
bepaald niet onaanzienlijke bezitsver-
meerdering, waarin uiteraard ook
haar echtgenoot deelt, is ontstaan
doordat de jury van de door de Le
ver's Zeepmaatschappü N.V. te Rot
terdam uitgeschreven Omo-prijsvraag
de door haar ingezonden slagzin
„Sinds Omo domineert, is alles dub-
belblank" met de eerste prijs be
kroonde.
Het echtpaar, dat nog slechts een
paar weken te Zeelst woont, vernam
gisteren van de jury onder leiding
van mevr. dr. W. H. Posthumus-van
der Goot de blijde mededeling. Dit
geschiedde in twee etappes. Drs. C.
Jouwersma, die sinds kort werkzaam
is op het natuurkundig laboratorium
der N.V, Philips, ontving de opdracht,
zich naar ,,'t Silveren Seepaerd" te
spoeden, waar enkele heren hem wil
den spreken over een plastic-affaire.
Hg keek wel enigszins verbluft
toen hg daar een groot aantal heren
er was een legertje journalisten
mede aanwezig ontmoette en hij
werd een tikkeltje bleker toen hem
werd medegedeeld, dat zijn vrouw de
eerste prijs had gewonnen in de Omo-
prijsvraag.
„Als u nou gezegd had, dat het 100
gulden was, dan kon ik het begrij-
Koningin Juliana heeft het voornemen
te kennen gegeven om de lezing bij te
wonen, die Sir Edmund Hillary over zijn
bestijging van de Mount Everest Vrijdag
avond in het Concertgebouw te Amster-
dam geeft.
VERBETERDE VESTIGINGSWET
Behoefte-element wordt niet
doorslaggevend geacht
(Van onze parlementaire redacteur).
De vestigingswet kleinbedrijven 1937, waarbij zoals de naam reeds
doet vermoeden zekere eisen worden gesteld, waaraan moet zijn voldaan,
wil men van de overheid vergunning krijgen een bedrijf te vestigen, heeft
in menig opzicht gunstig voor de middenstand gewerkt. De goede bedrijfs-
uitvoering, waarmede niet alleen het belang is gediend van de ondernemer
zelf, maar ook van het kopend publiek, vorderde indertijd de uitvaardiging
van de vestigingswet kleinbedrijven. Zij was wenselijk in het algemeen be-
lang.
Toch mag men niet blind zijn voor haar tekortkomingen.. By de regeling
van de vestiging van bedrijven kan te weinig rekening worden gehouden
met de gedifferentiëerde structuur en de wijze van bedrijfsuitoefening in de
verschillende takken van bedrijf. De regering heeft deze tekortkomingen
als van zó ernstige aard gevoeld en zózeer de noodzaak van een nieuwe re
geling van deze materie begrepen, dat zij een verbeterde vestigingswet be
drijven ter vervanging van die van 1937 indiende.
Na een langdurige schriftelijke
voorbereiding kwam zij Woensdag
middag in de Tweede Kamer in open
bare behandeling. Zij is van toepas
sing op kleinhandels- en -ambaclits-
bedrijven, op hotel-, café. of restau
rantbedrijven en op andere bedrgven
in besloten ruimten, waar men recht
streeks met het publiek in aanraking
komt. Niet vallen er onder de land
bouw, de visserij, het bankbedrijf,
het verzekeringsbedrijf en het ver
voersbedrijf. De vestiging van een be-
drijf bindt de wet aan een vergun
ning; die vergunning wordt echter
uitsluitend verleend, als voldaan is
aan de eisen van credietwaardipheid,
H. Petition, handelskennis en vakbekwaamheid.
Het spreekt vanzelf, dat de wet tal
rijke bepalingen bevat, die een juiste
uitvoering van de regeling moeten
waarborgen. Niet komt er in voor
en dat is een kwestie van gewicht
het behoefte element. De wet be
perkt dus niet het aantal bedrgven,
als er naar het oordeel van de over
heid al voldoende zijn. Wat dat be
treft neemt de regering zeer positief
het standpunt in, dat behoudens
het stellen van objectieve vestigings
eisen de ontwikkeling van de mid
denstand zoveel mogelijk dient te
worden vrijgelaten. Geschiedt dit
niet, zo oordeelt zij. dan dreigt het
gevaar, dat de bedrijfstakken, waar
in het behoeftecriteiium wordt toe
gepast, gesloten eenheden, worden,
"waarin het behoeftecriterium wordt
toegepast, gesloten eenheden worden,
waarin de prikkel tot vooruitgang bij
individuele ondernemers afneemt en
plaats maakt voor zelfgenoegzaam
heid en verstarring op ieder gebied.
Voorstanders.
De socialisten zgn uit hoofde van
hun beginsel voorstanders van de
vastlegging van het behoefte ele
ment in de- wet. Da.t bleek ten over
vloede uit de rede van de heer
Schilthuis (Arb.) die de opneming
van een desbetreffende bepaling ver
dedigde in tegenstelling tot de neren
N. van den Heuvel (K.V.P.), Van
Eijsden (AJt.), die zijn maiden-speech
hield, Cornelissen (V.V.D.) en Schmal
(C.H.), die daarvan niets moesten
hebben. De heer Gortzak (C.P.N.)
voelde slechts voor een beperkt over
heidsingrijpen op dit gebied. Het ei
genaardige is, dat het wetsontwerp
is ondertekend door twee A.R.-mi-
nisters, een R.K. minister en een R.
K. staats-secretaris endrie soci
alistische ministers. Laatstgenoem
den hebben dus hun fiat gegeven aan
de opvattingen van de A.R. minister
van Economische Zaken, prof. Zijl
stra., die in eerste instantie verant
woordelijk is voor de goede uitvoe
ring van de wet en over wiens afwij
zing van socialistische verlangens
tot een vrij vergaand overheidsingrij
pen in het economisch leven geen
enkele twijfel behoeft te bestaan. De
heer Schilthuis kan dus wel met veel
woorden de opneming van het be
hoefte element bepleiten; het staat
wel vast, dat hij zijn stem aan het
pen", zo was zijn eerste reactie. Hij
herinnerde zich min of meer, dat zijn
vrouw met hem diep in de nacht na
een bridge-partijtje een aantal rijm
pjes had gemaakt, en dat deze op de
laatste dag van de termijn van in
zending nog waren opgestuurd.
Het hele gezelschap is vervolgens
naar Zeelst gereden, waar mevr. Jou
wersma de heugelijke tgding werd
medegedeeld. Een maquette van het
huis alsmede bloemen werden haar
tevens aangeboden.
„Ik kan het niet geloven", riep zij
stralend van blijdschap.
„Ja, ik ook niet", was het antwoord
van haar man, die zijn nuchterheid
weer had teruggevonden, „maar het
zal wel moeten'
Behalve de hoofdprijs heeft het
echtpaar Jouwersma met zijn tien in
zendingen nog twee prijzen gewon
nen, waaronder een horloge.
De tweede prijs is ten deel geval
len aan mevr. A. C. Kloens-Siegeman
te Dordrecht, de derde prijs aan mevr.
L. Meyer te Nijmegen en de vierde
prijs aan mej. Mia Jansen te Heer-
Schoorsteenveger
Kortenhorst
„Als U zich als zelfstandig
schoorsteenveger zou willen
ter", zo wendde de R.K. heer
vestigen, mijnheer de voorzit-
Peters zich Woensdagmiddag
in de Tweede Kamer tot de
president mr. Kortenhorst,
„dan zou U examen moeten
doen in de handelskennis.
Maar dat zou U nog wel mee
vallen, omdat U op dit gebied
een grote kennis bezit, meer
waarschijnlijk dan de examina
toren, doch ook zóu U worden
geëxamineerd in vakbekwaam-
eid en de eerste vraag zou
luiden: „Wat is een schoor
steen?" U bent getraind in
de wetten van de logica ende
bedenkleer; ik betwijfel echter
of U deze waag tén genoege
van uw examinatoren zou kun
nen beantwoorden. Wat is er
moeilijker, dan definiëren?
Vermoedelijk zou U de vraag
endosseren aan de staatssecre
taris van Economische Zaken,
onder wiens verantwoordelgk-
heid zij is gesteldEr zou
den voorts potjes met roet voor
U worden neergezet; roet van
magere kolen, van steenkolen,
van bruinkool, van kolenslik
en U zou moeten détermine-
renOnder grote vrolijk-
heïd van de Kamer gunde de
heer Peters de voorzitter een
kgkje in de keuken van het
onderzoek naar de vakbe
kwaamheid van lieden, die zich
willen vestigen.
„Grote eerbied heb ik", zo
zeide hij, „voor de wetenschap
van een kolensjouwer, want hij
moet op de hoogte zgn van al
les, wat een dik boek over de
„genese van carbonformaties"
vermeldtDe heer Peters
hekelde scherp het perfectio
nisme en het gebrek "aan psy
chologie, dat zich menigmaal
bij de examinatoren demon
streert; het gemis van theore
tische bekwaamheid behoeft in
het geheel geen beletsel te zgn
voor de degelijke uitoefening
van een bedrijf.
vsv
wetsontwerp ook zonder een desbe
treffende bepaling zal geven.
Over allerlei detailpunten van dc
wet zijn veel desiderata geuit, doch
wezenlijke tegenstand is er niet tegen
gerezen. Minister Zijlstra verduide
lijkte nog eens met enkele korte ar
gumenten de weglating van het be
hoefte element uit de wet en de
staatssecretaris, dr. Veldkamp streef
de er bij de beantwoording van dé
talrijke opmerkingen naar, ieder zo
veel mogelijk tevreden te stellen. He
denmiddag gaat de Tweede Kamer
met de behandeling van het wetsont
werp verder.
Het Wereldgebeuren
Verjaardag
Ze hebben weer op het Rode Plein
in Moskou gestaande heren
Malenkow, Molotow, Kroestsjef
n hun vrienden. De 36ste verjaardag
van de Russische revolutie werd ge
vierd. De buitenlandse belangstelling
voor de viering was onbelangrijk be
halve dan een opmerkelgk telegram
van Tito uit Joego-Slavië, die zgn
beste wenseg aanbood en opnieuw be
wees, dat ook het communistische
bloed kruipt, waar het niet gaan kan.
Het Rode Plein had op de dag van
het feest de gebruikelijke aankleding
met ijselgk-grote portretten van de
Sowjet-leiders, wier gezichten vier
verdiepingen hoog opbolden in de
wind.
De rode vanen wapperden en hon
derdduizenden sloegen de parade ga
de. Dat was ditmaal een kleine para
deHet militaire vertoon duurde
slechts 20 minuten, daarna kwamen
de sportclubs en toengewone
burgerverenigingen met vaandels en
banierenwel een millioen mensen
trokken voorbij de plek, waar Malen
kow stond met Boelganin.
Malenkow droeg een soort half-mi-
4itair uniform, waarvoor destijds Sta
lin reeds een voorliefde had.
Boelganin, die gekleed was in giaar-
schalk-uniform, hield ook de ver
jaardagstoespraak. Een tikkeltje
ongewoon was die toespraakZo
helemaal niet een klaroenstoot van
een geestdriftig aanvoerder tot zijn
strijdvaardige troepen. Wel had Boel
ganin lof voor zijn soldaten, die bij
de herfstmanoeuvres hadden getoond
hoezeer hun paraatheid was toegeno
men. maar hg schakelde daarna over
op het thema van de verhoogde le
vensstandaard voor het volk en op
de noodzaak om de productie van
consumptiegoederen op te voeren
Men kan zich moeilijk voorstellen, dat
een onzer Westelijke generaals
noem Montgomery of Ridgway bij
een troepenparade zouden oreren
over meer boter op het brood van de
kleine man en betere schoenen voor
schoolmeisjes
Men verwacht dat niet, maar in
Rusland is dat blijkbaar mogelijk.
Daar juicht ook het leger mee als
een grote slag om verhoogde produc
tie van brood, boter en huishoudelij
ke goederen wordt geleverd.
Maarschalk Worosjilow, de oude
strijder, die z'n uniform aan de
kapstok hing om president
van de verenigde Sowjet-republieken
te worden, roerde in zijn verjaardags
rede voor de Opperste Sowjet ook al
dat thema van de verhoogde produc
tie aan.
Malenkow en z'n vrienden woonden
de zitting bij en men lette zoals
gewoonlijk scherp op de plaatsen
van de ministers, want daaruit kon
men afleiden wie nummer 2 was na
Malenkow, wie nummer drie en zo in
afdalende lijn tot nummer 16, dat
was dan de heer Tsjkiriatow, van wie
velen nog nooit gehoord zullen heb
ben.
Worosjilow eerde de nagedachtenis
van Stalin, wiens heengaan hij een
groot verlies voor de Sowjet-Unie
noemdedaarna had hij het over
de productieverhoging, welke een feit
van historische betekenis zou zijn en
tenslotte sprak hij over de buiten
landse politiek. Hij verweet aan de
Amerikanen gewapende agressie in
Koreaverlangde voor Rood Chi
na het lidmaatschap van de Verenig
de Natiesen veroordeelde de her
bewapening van West-Duitsland
mitsgaders het Amerikaanse streven
om vooruitgeschoven bases te vesti
gen in Europese, Aziatische en Afri
kaanse landen.
Zgn toespraak duurde 45 minuten
en zij opende geen enkel nieuw
gezichtspunt.
Worosjilow gaf dit zelf toe door te
verklaren, dat de Russische buiten
landse politiek niet is veranderd.
Toch is er nog wel een conclusie uit
de rede van Worosjilow te trekken.
Die rede bevestigt namelijk hetgeen
reeds enige maanden werd vermoed:
De Russen zijn niet meer geïnteres
seerd in het vinden van een oplossing
voor Duitsland en ze versterken him
thuisfront, terwijl speculeren op on
enigheid tussen Engeland, Frankrijk
de Verenigde Staten.
Welnu, die onenigheid over het
Duitse vraagstuk is erïOok
zonder Rusland zal het nog heel lang
duren voordat de Westelijke Grote
Dne met zoiets als een regeling van
het Duitse vraagstuk uit de bus ko
men.
Twee Britse ministers
van Staat.
Voor buitenlandse zaken.
Churchill heeft lord Reading be
noemd als tweede minister van Staat
voor Buitenlandse Zaken teneinde de
werkzaamheden van minister Eden
te verlichten. Tot dusverre was lord
Reading onderminister in het „Fo
reign Office". De andere minister
van Staat, Selwyn Lloyd, leidt op
het ogenblik de Britse delegatie bij
de Verenigde Naties.
EEN BOEKJE OVERi
VOGELS ONDERWEG
Dr. L. Tinbergen.
Uitg. Scheltema en Holkema N.V.
Amsterdam.
In de trektijd van de vogels hebben
wij gaarne een gids, die ons inleidt in
de problemen van de trek en de moge
lijkheden van de waarneming er van.
Dr. Tinbergen geeft ons wat wij nodig
hebben. Hg vertelt ons over de eigen
aardigheden, die zich voordoen bij het
trekken van bepaalde vogelsoorten, de
invloeden van de aard der vogels, van
de landstreken en het water, van het
weer en van de wind. Hij geeft schet
sen van vliegbeelden van vogeltroe
pen, maar ook de kenmerken, waar
door de enkele vliegende vogel zich
onderscheidt van andere. Verder
de nodige maatregelen, die bg eigen
waarnemingen moeten worden geno
men en voorts vele gegevens in sche
ma's, kaartjes en situatieschetsen.
Dit eenvoudig geschreven boekje is
aanschaffen ten volle waard. Z.