PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
De laatste spannende uren bij
het gat van Ouwerkerk
BILT
„Ik hoop? dat ons volk de les
geleerd heeft../'
Juichende sirenes, juichende mensen
Het laatste dijkgat dicht
Kantlijn
196e Jaargang-No. 263
Dagblad uitgave van de firma
Provinciale Zeeuwse Courant.
Directie: F. van de Velde en F. B.
den Boer. Adjunct: W. de Pagter.
Hooi'dred.: G. Ballintijn. Pl.-verv.:
W. Leertouwer en H. A. Bo.sshardt.
ABONNEMENTSPRIJS 44 cent per
week, 5,45 p. kw., fr. p. p. 5,70
per kw. Losse nummers 10 cent.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESSE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN
Zaterdag 7 Nov. 1953
ADVERTENTIEPRIJS 22 ct. per
mm. Minimum p. advertentie f 3.-.
Ing. mededelinge» driemaal tarief.
Kleine ndvertenties (max 8 regels
van l5 regels f l.Iedere regel
meer 20 cent. „Brieven of adres
Bureau van dit Blad" 25 oent meer.
Giro nr 355300 P.Z.C., Middelburg.
Bur. Vlissingen, Walstr. 58—60, telef. 2355 4 lijnen (b.g.g. 2861 of 2160); Middelburg, Markt 51. telef. 3841; Goes, Lange Vorststraat 63, telef. 2475 (b.g.g. 2228); Oostburg, Finlandstraat 2, telet. 16; Terneuzen, Brouwerijstr. 2; Zierikzee. N. Bogerdstr. C 160. telef. 2
(Van onze speciale verslaggevers)
Het was een bijna onwerkelijk schouwspel. Inktzwart was het water, inktzwart de besterde, maanloze
hemel. Langs die hemel de felle stralenbundels der zoeklichten. En over het water de gouden spiege
ling der honderden natriumlampen. Een kleine lichtvlek in een zwarte oneindigheid: het gat bij
Ouwerkerk.
Aan weerszijden van dat gat, verzonken in het grijze water, de reeks van eerder geplaatste caissons,
gekroond met batterijen natriumlampen. Ter zijde ervan, hoog oprijzend een enorm, log gevaarte: de
laatste caisson. En daaromheen een vloot van schepen, grote en kleine, met als machtigst élement,
met witte stoompluimen, de zeeslepers, die de caisson verplaatsen moesten.
Een machtige manifestatie van menselijke energie, maar hoe klein onder het uitspansel daar in
het vijftien meter diepe gat bij Ouwerkerk
Hier begonnen om drie minuten voor twaalven, in de nacht van Vrijdag op Zaterdag, de sirenes te
juichen van de talloze schepen, die óf aan de sluiting van het laatste dijkgat hadden medegewerkt,
óf toeschouwers hadden aangevoerd. De dijk was dicht! Minuten lang hield het gejuich aan
Tergend langzaam was de laatste logge caisson gezonken: één meter per
drie minuten. Voortdurend kruiste de Breezand met H.M. de Koningin, mi
nister-president dr. W. Drees, de minister van waterstaat en verkeer, mr.
J. Algera, en jhr. de Casembroot aan boord, in de onmiddellijke nabijheid
van de battery van sleepboten.
Soms helde de zinkende caisson, die een gat van 60 meter afsloot, ver
vaarlijk voorover, soms even vervaarlijk achterover. De duizenden toeschou
wers hielden hun harten vast: ook een reuzencaisson kan kantelen..*.
Maar onverstoorbaar was de rust, waarmede de Waterstaatsmensen en
de werkploeg doorzette. De caisson zonk en zonk
Waarom loeiden de sirenes nog niet? vroeg iedereen zich af, Waarom
Plotseling was er het verlossende gillen en men wist: het werk was vol
bracht.
Op de „Breezand" wuifde H.M. de Koningin de trotse overwinnaars toe.
Het muziekcorps van Zierikzee speelde op de wal, vlak bij de caisson het
Wilhelmus. Een spontaan gejuich brak los.
Zo was het einde van negen maanden zwoegen van ongetelde scharen, die
zich bediend hadden van ongekende massa's materiaal. Verbitterd hebben
zij gevochten, van geen wijken wetend, vaak met de moed der wanhoop. Er
werd gewaagd, brutaal gewaagd soms. Omdat wagen winnen kèn worden.
Het werd winnen.
En dit einde van de worsteling, het was glorieus!
Het water is over de weiden en
akkers gekomen en heeft er
bezit van genomen. Het heeft
zich kolkend een weg gebaand, met
een verbijsterende snelheid. Het is
gestegen tot aan de vensterbanken,
tot aan de bovenrand der deuren, tot
boven de goten der daken uit. Ver
geefs heeft het vee getracht uit wei
den en stallen te vluchten. Vergeefs
zocht de mens het vege lijf intijds te
bergen. Verwoesting en vernieti
ging sleepte het water met zich mee
en ook de dood sloeg toe.
Zeeuwen echter zijn taai. Zij zijn
geen mensen, die bij de pakken neer
zitten. Zeeuwen zijn mensen, die van
aanpakken weten. Zij hebben de han
den onmiddellijk ineen geslagen. Zij
hebben naar de spaden gegrepen en
zijn in massa naar de bedreigde plaat
sen gesneld. Anderen hebben in de
kolkende golven hun leven gewaagd
in kleine roeiboten, om mensen, die
in nood verkeerden, te redden. De red
ders evenwel slaagden er niet in al
len voor het duister van de Zondag
avond naar ongeteisterd land te ver
voeren
Er is echter gewerkt. Help u zelf,
zo helpt, u God! Naar deze stelregel
hebben de Zeeuwen deze Zondag ge
leefd, naar deze regel en in dit ver
trouwen. Hij, die in Zijn alwijze voor
zienigheid en Zijn ondoorgrondelijke
raad de rampen van Zeeland niet af
hield, zal in Zijn goedertierenheid
oo1 uitkomst bieden.
Uitkomst.
De woorden hierboven zijn een ci
taat uit de Kantlijn in de nood-
uitgave van de Provinciale
Zeeuwse Courant van Maandag 2
Februari. Zij werden geschreven in
het uur van de bitterste nood.
Nu waaien van alle torens de vlag
gen, nu stijgt een zucht van verlich
ting uit millioenen harten. En menige
mond zal een dankgebed stamelen.
Omdat het vertrouwen ook ditmaal
nie; beschaamd werd.
Omdat er uitkomst kwam.
In de afgelopen nacht hebben de
sirenes geloeid, zoals zij geloeid heb
ben bij de sluiting van ieder dijkgat.
Iedere keer als hun schrille geluid
de lucht deed trillen,betekende dat,
dat er weer een overwinning was be
haald op het water, een overwinning
bevochten met de moed der wan
hoop, evenzeer als met koel beleid
en meesterschap.
Vannacht hebben zij voor het laatst
geloeid. Vannacht is de laaste bres
in de zeeweringen gesloten. De laat
ste.
Nog eenmaal hebben de honderden,
die op de dijken stonden, die op de
schepen toefden, die aan de radio
luisterden, het juichen der sirenes
gehoord en zij zullen het, Gode zij
dank, niet mee'r horen.
Maar die laatste keer, zij. zullen
die muziek nooit meer vergeten.
Zwijgend heeft Koningin Juliana
het naderen van de laatste cais
son gade geslagen. Ontelbare
schijnwerpers projecteerden hun wit
te licht op het betonnen fm
Zestig meter was het gat, dat was
overgebleven, zestig meter, slechts een
geringe breedte, waardoor echter de
stroom woelde en doorheen schuim
de als een wilde bergstroom. Alleen
een enorme Phoenix-caisson was in
staat om de vaart van deze woeste,
kolkende rivier te stuiten. Zo sterk
was de stroom, dat de grote Spido-bo-
ten, aan boord waarvan zich tientallen
genodigden bevonden, uren moesten
wachten tot zij het gat op enige af
stand konden benaderen. Ondertussen
klonken door de walkie-talkies en
door de mobilofoons de meldingen
over het verval, het verschil in water
peil van de Oosterschelde en dat van
de Vièrbannenpolder.
„Geen verontrustende verschijnse
len waargenomen", meldden de posten
en aan boord van de honderden boten
en scheepjes, die als een waterstaats-
Armada rond en om het gat zwerm
den, ademde men opgelucht. Zou het
dit keer goed gaan?
Vijf minuten voor negen: stroom
snelheid in het gat twee meter twintig
per secondeProfessor Thijsse, die
zich aan boord van de Prinsesseplaat
bevond, wordt weggeroepen: hij moet
zich bij de staf vervoegen. Enige tijd
later gaat ook professor Jansen. Enke
le. ingenieurs, die haastig wat gegeten
hebben aan boord van de Spido-boot,
trekken ijlings hun jassen aan en
schepen zich in op een vlet: de strijd
komt langzamerhand in de eindfase.
Twee enorme zoeklichten trekken
met hun felle blauwe lichtbundels
rechte strepen langs de nachtelijke
sterrenlucht, een merkwaardig con
trast vormend met de vaalgele na-
triumschijn van de duizenden lampen,
die het werkterrein verlichten. Op de
kapotte en gebroken eenheidscaissons
in het brokkengat staan honderden en
nog eens honderden arbeiders, die de
warme beslotenheid van hun barakken
hebben verlaten om toch niets van dit
werk hun werk te
gigantische i
Rondom heei'ste de bedrijvigheid, de
voelbare spanning, die iedere sluiting
weer kenmerkt. Doodstil stond Ne
derlands Koningin, die in de uren van
het gevaar als kroon een zuidwester
had gedragen, en zag de sluiting van
dit laatste dijkgat.
Men kon de bewogenheid van haar
trekken lezen. Wat is er in haar om
gegaan? Zij moet gedacht hebben
aan de wonden, die nooit geheeld
zullen worden. Maar ook haar hart
moet met de duizenden harten luide
gebonsd hebben van trotse vreugde
en mateloze dankbaarheid.
Omdat eindelijk het uur sloeg,
waarnaar: zovele maanden reikhal
zend is uitgezien. Omdat eindelijk 't
water, dat negen maanden geleden
toesloeg en schijnbaar zegevierde, be
dwongen is en teruggedreven.
De velden van Zeeland zijn vaal en
doods. De hoge wolken zeilen er bo
ven. De zee' ligt als een kille grijze
gordel aan de dijken. In het dode
land keert de mens terug. Naar de
plaats waar hij gezaaid had.
Voor hem li°;t het werk. Titanen-
werk. Hrj zal het verrichten. Want
de dijken van Zeeland zijn gedicht.
Gode zij dank!
De „Breezand" van de Rijkswater
staat, aan boord waarvan zich H. M.
de Koningin en de ministers Drees en
Algera bevinden, kruist langzaam
voor het gat
Tien uur vijf en dertig: de caisson,
die totdusver onbewogen had gelegen,
alsof zij niets met deze hele blokke
ring te maken had, komt in beweging.
NOG DRUKKER.
Het is nog drukker geworden. In de
lucht cirkelen vliegtuigen, die af en
toe gevangen worden in de bundels
van de zoeklichten. En van de Armada
is er geen schip meei\ dat nog stil ligt.
Tien uur vijftig: het gevaart
zwaait naar het gat, uiterst langzaam,
bestuurd en vastgehouden door mach
tige sleepboten.
Centimeter voor centimeter wordt
de enorme caisson op haar plaats ge
bracht. Het is een adembenemend en
gigantisch schouwspel en de duizen
den om en bij het „slagveld" houdi?
de adem in: tergend langzaam ver
schuift de betonmassa, bijna even
langzaam als de wijzers van de klok.
Hoog in dv. lucht gooit een vliegtuig
een fakkel uit, die de omgeving in
een fel, wit licht zet.
Twintig over elf: de kleppen wor
den opengedraaid. Kwart voor twaalf:
de sleepboten krijgen opdracht met
halve kracht te duwen. Het verval is
nog drie centimeter, zodat de stroom
nu ook meewerkt. Het gevaarte
maakt trage zig-zag bewegingen en
De Koningin
„Ik ben zo blij, zo blij"
Vier maal bezocht H. M. de
Koningin geteisterd Schouwen
en Duiveland. Nu, in de laatste
uren van de rampspoed, stond
zij méé op de bres.
Toen de sirene's eindelijk los
barstten in htm mateloos jui
chen, wendde de Koningin, die
zwijgend en gespannen de slui
ting van 't laatste dijkgat had
gevolgd, zich tot wie naast haar
stonden, dr. Drees, mr. Algera,
jhr. de Casembroot. Zij slikte
iets weg. En zei alleen maar:
Ik ben zo blij, zó blij
Kon het eenvoudiger? En
ontroerender
llllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Vrijdagmorgen om, elf uur voer de i zinlcen verliep zonder moeilijkheden, i
derde Phoenixcaisson in het slijkgat De derde caisson is zojuist ingebracht
te Ouwerkerk. Het invaren en latent (derde van liniesJ. Het vierde caisson
(thans nog eerste van links) zal inliet
gat worden gevaren
DROOGMAKER VAN WALCHEREN
langzaam zakt de grendel van Ouwer-
Even voor twaalf het is nog zes
November! de afsluiting van het
rat is een feit! De symphonie van
fluiten en sirenes barst los!
GELUKKIG!
Geen gelukkiger mens op het gehe
le terrein te vinden dan burgemeester
Romeijn van Ouwerkerk: „Wat zijn
we teleurgesteld geweest toen het de
vorige keer mislukte.
En wat zjjn we nu blij!"
„Ik had altjjd vertrouwen, dat het in
orde zou komen. Maar nu het zo ver is
pakt het me geweldig. Het is aangrij
pend! We putten uit deze grootse ge
beurtenis moed vóór de toekomst.
Neen, defaitisten zijn we gelukkig niet
géworden".
Prins Bernhard heeft als gevolg van
een lichte verkoudheid op het laatste
moment moeten afzien van de voor-
f enomen tocht naar het rampgebied
er gelegenheid van de sluiting van
het laatste gat bij Ouwerkerk.
Dankbaarheid in
Zeeland
Te Goes luidde de stadhuisklok di
rect nadat de sluiting van het gat bij
Ouwerkerk een feit was geworden.
In geheel Zeeland hebben duizenden
mensen via de radio het verslag van
de plechtigheid beluisterd. Bij het zien
van de vele verlichte vensters in dor
pen en steden en het passeren van tal
rijke voorbijgangers op straat, werd
- .w.uygcmgClC UjJ O Li öu, w, v-A W
meer dan eenmaal de opmerking ge-
udejaars-
«aii ^ciuucuu ÜC UUiUeiKlTl
maakt: „Het lijkt wel een Oude
avond".
Tientallen autoriteiten woonden de
sluiting by. Zo zagen wij om. de le
den van Ged. Staten C. Hamelink, A.
Schout, C. Philipse, de griffier der
Staten, mr. Pilaar, enkele Kamerleden
mr. W. F. baron van der Feltz, drs.
Nederhorst, ir. Posthumus, de Ruiter,
ir. Van Meel, H. Gortzak, de hoofd
ingenieur-directeur van de provinciale
waterstaat ir. H. D. J. Swaters, en de
vroegere hoofdingenieur-directeur van
de rijkswaterstaat in de directie Zee
land, ir. Th. Heyblom.
Slaapt men reeds in
Denkt U op dit moment ook terug aan die andere sluiting van een „laat
ste dijkgat". aan Rammekens, in 1946
Wjj stelden bij Ouwerkerk deze vraag aan prof. P. Ph. Jansen, de man,
die de droogmaking van Walcheren leidde.
Ja, antwoordde prof. Jansen, en ik geef me er rekenschap van, hoe
moeilijk het sluiten van dykgaten is..... Op Walcheren, daar kon men bij
tegenslag nog zeggen: Och, we hebben het ook nooit bij de hand gehad.
Blaar hier op Schonwen-Duiveland, daar werkten we met de ervaring van
Walcheren en we moesten erkennen, dat het wederom een titanenwerk was.
U zult zien, dat hier caissons gebruikt worden, die tweemaal zo groot zijn,
als bij Rammekens. En hoe enorm zjjn toch d© moeilijkheden niet geweest!
Maar één ding hoop ik, vervolgde
prof. Jansen, namelijk dat het Neder
landse volk uit de ramp en de ge
schiedenis de Ie© heeft geleerd.
En die les is? vroegen wij.
Dat herhaling voorkomen moet
worden.
Uiteindelijk is het 't Nederlandse volk
dat daartoe besluiten moet, en us
krjjg wel eens de indruk, dat men
zich weer in slaap laat sussen. Men
praat alweer over de belangen van de
oestercultuur, over de belangen van
de visserij. Blaar wegen die op
tegen ruim 1700 doden en de ontzag
lijke bedragen, die dichting en herstel
kosten
Blen denkt: het duurt onze tyd weL
Een noodlottige samenloop van om
standigheden als op 1 Februari
zich niet meer voor.
Maar je kunt ten opzichte van de
natuur geen kansberekening toepas
sen. Als je twee dobbelstenen hebt,
kun je zeggen: Als ik 36 keer gooi,
heb ik kans op eenmaal dubbel zes.
Maar dat betekent nog niet, dat je
dubbel zes gooit. Pas als je zeer vaak
gooit, bereik je vrij zeker het gemid-
Bij de natuur Is dat anders. Daar
heb je de kans, dat de dobbelstenen
plotseling magnetisch worden en dat
er in 36 keer gooien, zes dubele zes
sen uit de bus komen! Wat weten
wy van vlooden en stórmen? We be
schikken slechts over waarnemingen
van 200 jaar
t doet
Landsvrouwe zag eindoverwinning
H.M. Konmgin Juliana slaat naaat
minister Algera vanaf de „Breezand'
het sluiten van het dykgat gade.
Daarom nogmaals: ik hoep, dat ons
volk de les geleerd heeft en ter hart©
neemt. De Delta-commissie zal moe
ten nitmaken wat de beste weg is om
herhaling te voorkomen. Het Neder
landse volk zal moeten uitmaken, of
het er dan het geld voor over heeft.
Het moet rekenen op een bedrag, dat
minstens zo groot is, als wat deze
ramp heeft gekost
Aldus prof. Jansen.
Een ernstig woord in het uur van
de zegepraal.
Zal het gehoord worden?
H.M. de Koningin sprak
Na de sluiting van het gat bij
Ouwerkerk richtte H.M. de Koningin
via de radio een zeer kort woord tot
het Nederlandse volk. Zij zeide:
„Landgenoten, ik zal morgen nog
wat zeggen, maar ik wens U nu vast
allen van harte geluk met dit grate
moment".
De minister van Verkeer en Wate-
staat, mr. J. Algera, dankte daarop
Hare Majesteit hartelijk voor de
woorden die zij zo juist had gespro
ken.
„De regering, aldus de minister,
stelt het op hoge prijs dat U hier
vanavond, ik mag wel zeggen van
nacht, aanwezig hebt willen zjjn.
Het is voor Nederland
rlsoh ogenblik, nu de djjken zijn ge
dicht, na een natuurramp, zoals ge
euwen niet heeft plaats ge-
Dat U dit grootse moment
heeft willen meemaken stemt ons
volk tot grote vreugde en ge-erft een
neiuw beivjjs van de innige verbon
denheid van vorstin en vaderland.
„Landgenoten, op dit ogenblik zyn
wij allen trots en dankbaar.
W|j zyn trots op al die werkers van
hoog tot laag, die gedurende zovele
maanden hebben medegewerkt om dit
resultaat te bereiken, die bij dag en
bij nacht hebben gearbeid. Aan al die
werkers betuig ik mijn hartelijke
en diepgevoelde bewondering.
Wij zijn dankbaar jegens God, Die
ons dit werk deed gelukken.
Wjj hebben in de laatste maanden
dikwijls onze diepe afhankelijkheid
gevoeld. Hat is geweest een strijd
een nederlaag en overwinning en no
zjjn wjj zo gelukkig te mogen consta
teren, dat voorlopig alle dijken zijn
gedicht en naar wjj hopen zal dit gat,
dat nu voorlopig is gedicht, ook defi
nitief gedicht bljjven".
Spreker besloot in dit gevoel van
dankbaarheid zjjn korte woord met
het uitspreken van de wens, dat ook
het verdere herstel spoedig zal tot
stand komen.
VERWACHT
MEER WND.
Geleidelijk toenemende bewolking
maai waarschijnlijk nog tot de avond
droog weer. Matige tot krachtige en
langs de kust later tot hard toenemen
de wind tussen Zuidwest en Zuid. On
geveer dezelfde temperaturen als gis
teren.