Ook nu is het leven mooi en goed verzekert Til Brugman Parijse staatstheaters gesloten VOOR FILMREGISSEUR DE WEG VAN DE MINSTE WEERSTAND MEVR. OZINGA LIET SOESTDIJK EEN WEEK WACHTEN VRIJDAG 6 NOVEMBER 1953 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 NIEUWE ROMAN OP INTERNATIONAAL PEIL Warm sociaal gevoel met droge humor en idealisme PAS IN DE ALLERLAATSTE JAREN begint het werk van Til Brugman de aandacht te trekken. Deze thans reeds 65-jarige schrijfster achtte het niet nodig, voor haar 50ste jaar iets te publiceren, hetgeen van een zelf discipline getuigt die slechts weinige auteurs zich weten op te leggen. Toen zij besloot haar stem toch te laten horen, luisterde men, want hier sprak iemand, die inderdaad wat te zeggen had. Iemand die, na een zorgvuldige scholing (Til Brugman studeerde o.a. talen en psychologie in Londen en Parijs) en na meer dan een half mensenleven lang zich verdiept te hebben in kunst en wetenschap, natuur en politiek en bovenal in de eindeloos gescha keerde roerselen van het menselijk hart, gekomen was tot een belangwek kend oordeel en een rijpheid van inzicht die respect afdwongen. Haar grote liefde voor de medemens (die geenszins een scherpe critiek uitsluit!), haar warm sociaal gevoel, haar droge humor, liaar idealisme en levensoptimisme, en, natuurlijk niet te vergeten haar flinke, heldere, „doelmatige" schrijf trant, maakten dat haar werk weerklank vond, en steeds meer weerklank vindt. Voor haar gezamelijke werk ontving zij vorig jaar de Marianne Phillpsprjjs. Thans, nu zij haar roman „Span ningen" voor publicatie heeft vrijge- gegeven, moet men opnieuw erken nen: Til Brugman behoort tot onze beste vrouwelijke auteurs van dit ogenblik: dit werk is een indrukwek kend getuigenis, hier heeft weerom een door leven, studie en nadenken gerijpt mens zich strikt eerlijk be zonnen op de uiterste waarden van het menselijk bestaan, met als resultaat een roman die weliswaar niet tot de allerhoogste toppen reikt, maar die toch het internationale peil haalt, wat steeds nog tamelijk zeldzaam is in onze letteren. Bezinken Til Brugman heeft de gewoonte haar manuscripten enige jaren te laten „bezinken": zij legt ze na voltooiing Letterkundige kroniek door HANS WARREN weg om ze van tyd tot tijd te her lezen, te hertoetsen en, indien nodig, wat by te werken. Ook dat is een lof waardige zelfdiscipline. Wanneer meer schrijvers wat langer wachtten met het publiceren van hun nieuwste producten en wat meer zelfcritiek hadden, zou er lang niet zoveel rom mel op de boekenmarkt verschijnen als thans het geval is. Een goed scri bent schrijft omdat hij móét, dat ge tuigt ook Til Brugman van zichzelf. Doch dit feit houdt nog niet in dat elk onder innerlijke drang geschreven werk in alle opzichten geslaagd moet zijn. Integendeel: menig auteur blijkt allereerst volkomen blind voor de ge breken die zijn nieuwste product aan kleven, tot dat hij er enige afstand van genomen heeft, en die afstand brengt meestal de tijd. Ziet hij dan de fouten, dan 'Mn hij ze gaarne herstel len, maar wanneer hij te snel met pu bliceren is geweest, werd die correctie een onmogelijkheid. Het zijn niet de slechtste schrijvers die zich voor deze onaangename verrassing vrijwaren door nun geschriften rustig wat te la ten liggen: nog nooit is een waar kunstwerk in waarde gedaald door enig tijdsverloop. Duidelijk wordt dit in dit. geval nog eens gedemonstreerd door Til Brugman's „Spanningen". Geen oorlogsboek Zij schreef dit werk namelijk tussen Januari en Juli 1945, en zeer opper vlakkig gezien behandelt dit boek de gebeurtenissen van de laatste bezet tingsmaanden m een gehucht temid den van 't sompige Hollandse polder land, gebeurtenissen geconcentreerd rondom enige verzetsmensen en hun vrienden. Nogmaals, oppervlakkig ge oordeeld zou men, dat norend, prompt uitroepen: dat liedje kennen we nu zo langzamerhand we hadden er mogelijk in 1945 nog naar willen luisteren, nu werkt ons gehoor er niet meer voor. Til Brugman is wellicht de eerste die dit ook heeft overwogen, nadat ze de laatste hand aan haar werk had ge legd. En toch heeft ze het acht jaar in portefeuille gehouden. En zie, dit boek heeft niets van zyn waarde verloren. Want deze roman is geen oorlogsboek en geen verzetsroman. Het is een ro man van mensen, die, ontdaan van alle sierselen des levens en van elk ge rief, geestelijk en materieel naakt bij elkander worden geworpen en samen door een hel van het leven gaan. Ster ken die sterk blijven, zwakken die ge louterd worden of vergaan. Maar, zelfs onder die omstandigheden leven zij, zij bezinnen zich op dit uiterste leven dat nog nèt leven is, en o won der, het blijkt de moeite waard, zelfs in die barre tijd toen men geen vrijheid kende, toen men, zo men niet van hon ger stierf, telkens opnieuw dreigde om te komen of verminkt te Worden. Dit leven blijkt toch rrOg mooi te zijn, het blijkt geluk te zyn, en aller belangstelling en streven richt zich op een menswaardiger maatschappij, waarin inderdaad gelijkheid voor ie dereen zal heersen, ni«t met de mond, maar met daden verwezenlijkt. Dat is de blijde, en wat meer is: overtuigend? boodschap, die Til Brugman ons hier brengt. Het verhaal concentreert zich rond om een tweetal vrienden die, zoals ge zegd, in een gehucht in de Hollandse polder een drukkerytje voor het ver spreiden van illegale berichten lei den: de schrijver en de uitgever Doma en de Afrikaanse natuurdichter Bas. Financieel worden ze bijgestaan door een advocaat in ruste, Ommeschans, terwijl vele andere figuren die recht streeks of zijdelings met de kunst of de aanstaande materiële en culturele wederopbouw van ons land van doen hebben, als een architect, een binnen- huisarchitecte, een dichteres, een in genieur daarom heen draaien. Boven dien heeft Til Brugman, overtuigd van het feit, dat S.lle mensen in een soort symbiose dienen samen te le ven wanneer men werkelijk tot een gelijkheid voor allen wil komen, vele andere gestalten gecreëerd: van een bootmaker en zijn vrouw die „hoger op wil", van Hollandse boeren en boe rinnen, wier eigenaardig karakter en feloof zij tot in de zwartste afgronden lijkt te hebben gepeild, en dan vooral, bijna als een fantastische bonte draad gevlochten door het gehele oeuvre een vijftal door tyd en leven ontwor telden: twee totaal ontspoorde vrou wen en twee niet minder ontspoorde jongens, die onder leiding van een fi losofisch ouderling die van adel is, volkomen losgeslagen door het ge vaarlijke leven zwalken en die, on danks hun goede kern, zonder uitzon dering op een afgrijselijke manier aan hun einde komen. Het zwakste mo ment van dit boek is mogelijk de be schrijving van de dood van één der vrouwen, Klazina, die, wegens ver raad dat de dood van drie mannen tengevolge had, door de andere vrouw, Zwaantina, om het leven wordt gebracht op een manier zo gru welijk dat het grotesk dreigt te wor den diep ontroerend daarentegen is de dood van deze zelfde half in hal lucinaties levende Zwaantina wanneer ze, na een kopstuk der S.S. te hebben doodgeschoten zich vrijwillig aan meldt om represailles te voorkomen. Zwak slot Minder sterk is ook het slot (spe lend na de wat de idealen betreft zo teleurstellende bevrijding) waarin al te zeer wordt geboomd over sociale verbeteringen, vóór de progressievi- teit, tegen de reactie, op een wijze die met romankunst niet meer zo erg veel van doen heeft, ook al heeft de schrijfster overal voor wat opluiste ring van de zwaarte gezorgd door on gedwongen tafereeltjes en humoriti- sche opmerkingen. Deze uit vele lagen der bevolking samengestelde mensengroep, deels door studie en denken bewust gewor den, deels nog worstelend met proble men of dolend in duisternis, geeft zich onder de nood der tijden steeds meer rekenschap van de waarde van het menselijk bestaan. Zij komen in conflict met elkaar, ze discussiëren vurig, allen verlangend daar een scho ner, rechtvaardiger toekomst. Wat Til Brugman zelf verworf aan rijk dommen van inzicht, geeft zij in dit boek met milde hand door tot over denking aan al haar lezers. En dit met een hartversterkend, weldoor dacht en geenszins dwaas-idealistisch optimisme. Nu denke men niet dat het alleen IN KRONACH IN BEln wordt ter gelegenheid van het feit, dat het 16 October 400 jaar geleden was dat de Duitse schilder en graveur Lucas Cranach werd geboren, een grote ten toonstelling vrm 't werk van de schil der gehouden. „Een vriendelijk, spraakzaam, vrijgevig, vrolijk en aan genaam mens", zo werd Cranach door zijn tijdgenoten genoemd. Hjj leefde geruime tijd in Wittenberg en werd later in diplomatieke dienst naar Nederland gezonden, waar hij ook een portret van de latere Karei V schil derde. aangeklede Kus" in de film alleen maar lokmiddel. deze innerlijke „spanningen" zijn die dit boek a.h.w. tot een soort filoso- fi8ch-socialistische oorlogsroman zou den maken. Verre van dat: ook de uiterlijke handeling en spanning, tot het diep ontroerende en dramatische toe, ontbreekt niet in dit boek, dat groeide tot een ryk organisch geheel. Niet zo maar een totaal overbodig verzinsel-romannetje, niet zomaar één van die aardige „damesboeken", nee, een kloek, in voortreffelijk Nederlands gesteld, noodzdkelyk getuigenis van een bekwaam schrijfster die zich eer lijk en diep heeft bezonnen op datgene waarop het in dit leven aankomt. Een boek van formaat, dat diepe indruk zal maken op elke lezer. Til Brugman„Spanningen". Uitgeverij „Contact", Amsterdam. HET GROOTSTE KASSUCCES Iets over de „aangeklede kus" (Van onze filmmedewerkster) Reeds vanaf de tijd. dat de film niet veel meer dan een geperfectionneerde toverlantaarn was, hebben haar exploitanten met het onfeilbaar instinct dat handige zakenmensen tot wereldberoemdheden maakt, geweten, hoe ze het publiek op hun hand moesten krygen. Toen het nieuwtje van het bewegende beeld eraf was, was het de zaak, vvèlk beeld wel het grootste kassucces zou opleveren. Degene, die voor liet eerst in 1896 een langdurige kusscène in close up op het filmscherm bracht, zou in onze dagen waarschijnlijk gëen gek figuur als psycholoog geslagen hebben. Zoals in boeken zo vaak de dames kopjes thee schenken en drinken, te lefoneren en brieven schryven om de hiaten in de scheppingskracht van de auteur te overlappen, schuwt de regie in de meeste films niet de „aangekle de" kus. Waarmee men dan onder dat aangekleed dient te verstaan, de zo schoonklinkende motiveringen als te derheid. passie, troost, medelijden, wanhoop, berekening. Doch met tederheid, passie, troost, medelijden, wanhoop nocli berekening hebben deze kussen ook maar iets te maken. (Of het zou moeten zijn met berekening van de film-maatschappij). Zou men ze immers in close up alle maal naast elkaar kunnen zien. dan zou er weinig onderscheid te ontdek ken zijn. Integendeel, cén grote over eenkomst zou direct opvallen: de aan verveling grenzende gelatenheid, waarmee de gelieven hun „emotie" ondergaan. Hierdoor blijven die scènes te duide lijk lapmiddel, lokmiddel, pleister op TEKENEN IS EEN WERELDTAAL Contacten met andere landen (Van onze speciale verslaggever). Mevrouw C. Ozinga, lerares tekenen en kunstgeschiedenis aan het Nieuwe Lyceum te Hliversum, is de organisatrice voor Nederland van 't „Art for World Friendship"-werk. Zy ontving begin 1952 uit Amerika 'n brief, waarin haar gevraagd werd, of het niet mogelyk was in liet ka der van de goodwill-reis van koningin Juliana en prins Bernhard naar de Verenigde Staten in April 1952 een collectie kindertekeningen te zen den, die in verschillende Amerikaanse steden tentoongesteld zouden kun nen worden. Mevrouw Ozinga stuurde de brief door naar liet Paleis Soestdijk, om te vernemen, of dit plan de instemming zou hebben van het koninklijk paar. Telefonisch werd erop gereageerd. Maar het duurde een week voor Soestdijk mevrouw Ozinga aan de lijn had. Een vriendelijke, maar ver geetachtige huisgenote verzuimde al die tijd door te geven, datSoestdijk gebeld had Enfin, het koninklijk paar was enthousiast voor het idee. En in Amerika vormde het materiaal tij dens de koninklijke reis een sympa thiek facet in de organisatie, die De schilder Piet van Wijngaardt, die in 1873 werd geboren vierde op 4 No vember zyn tachtigste verjaardag. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De schilder be zocht van 1890 tot 1895 de Rijksaca demie in Amsterdam. Hij legt zich vooral toe op het schilderen van boe- renfiguren. Ook het portret- en stil leven-schilderen heeft zijn liefde. Van 15 Januari tot 22 Februari 1354 zal een eretentoonstelling van zijn wer ken worden gehouden in het Stedelijk Museum te Amsterdam. VAKBONDEN HOUDEN HET BEEN STIJF Reorganisatie als gevolg van te hoge subsidies (Van onze correspondent) PARIJS. De vier Paryse staatstheaters zijn nu al veertien dagen lang gesloten. Het gehele, byna drieduizend man sterke, personeel is ontslagen en de poorten van de eerbiedwaardige gebouwen worden door politieagen ten bewaakt. De een-en-negentig toneelknechten van de Opéra waren na melijk in staking gegaan, met het gevolg dat het practiseh niet meer moge lijk was in het Paleis van Garnier (zoals men de Opéra noemt) te spelen. De Franse minister van Kunstzaken is hierop erg boos geworden en heeft onmiddellijk bevel gegeven zowel hetThéatre Francais, het Odéon, de Opéra als de Opéra Comique te sluiten. De vier nationale theaters zullen nu geheel gereorganiseerd worden. Om eens na te gaan in hoeverre de Opéra van Parijs nu te veel geld uitgeeft heeft een Franse krant de Opera vergeleken met de Scala te Milaan en Covent-Garden in Londen. Toen bleek, dat de Parijse Opéra jaarlijks een subsidie krijgt van liefst tien millioen gulden, terwijl de beroemde Italiaanse opera van Mi laan het met drie millioen gulden en Covent-Garden met slechts an derhalf millioen guldens moet doen. Nu speelt de Paryse opera jaar lijks wel 480 keer tegen de Scala van Milaan 200 en Covent-Garden 280 maal, maar dit neemt toch niet weg dat het Paleis van Garnier per voorstelling verreweg het meeste aan de staat kost. Bij iedere voor stelling van de Opéra past de staat 20.000 gulden bij. Wanneer u een avond naar Faust gaat kyken en u betaalt vijf guldens voor uw plaats, dan kost die plaats in werkelijkheid ruim 15 gulden; het ministerie van kunsten legt er het verschil van 10 guldens per plaats b\j. Bij de Scala di Milano is dat verschil 7 gulden bij de Convent-Garden 4 gulden. Daarbij dient men echter niet te vergeten dat de Parijse Opéra een ballet in dienst heeft van 80 perso nen (Milaan 65, Londen 35). een or kest van 140 musici (Milaan 105 en Londen 85) en een koor dat 94 zan gers telt (Milaan 121 en Londen 45). Deze op zichzelf natuurlijk bijzon der vreemde geschiedenis, waar m Parijs erg veel over gesproken en geschreven wordt, heeft de vraag nog eens opgeworpen in hoeverre deze staatstheaters in onze moder ne tijd nog levensvatbaar zijn. Het grote verschil tussen b.v. de Comé- die Frangaise, die nog door Molière is gesticht en de particuliere schouw burgen op de boulevards is, dat de Comédie Frangaise in de eerste plaats een opvoedende taak heeft, terwijl de boulevardtheaters zich la ten richten door de smaak van net publiek, speelt voornamelijk oude stukken op een ouderwets degelijke manier. Er wordt nooit geëxperimen teerd en nieuwe ideeën komen in het Huis van Molière niet binnen. Aangezien de Parijse staatstheaters zuiver culturele instellingen zyn, waarby de artistieke directeuren zich niet om commerciële overwe gingen behoeven te bekommeren, ter wijl bovendien de toegangsprijzen aanmerkelijk lager zijn dan by de particuliere schouwburger, ligt het voor de hand dat de staat bij iede re voorstelling handenvol geld moet leggen. Dit wordt door iedereen aan vaard. Levensvatbaar zijn die natio nale theaters al lang niet meer. De frote vraag is echter hoeveel geld e staat voor subsidies kan uittrek- Toch schijnen deze sterke bezet tingen niet in hoofdzaak de oorzaken té zijn van de geweldige bedragen die de Opéra nodig heeft De musici, de technici, de dansers en de belich ters zijn onder-gebracht in machtige syndicaten, die de belangen van hun leden fel verdedigen. Misschien wel eens te fel. De musici werken bij voorbeeld slechts 17 uur per week, maar zij worden betaald alsof aij heel hun tyd ter beschikking van de Opéra stellen. In werkelijkheid zorgt hun vakvereniging er voordat zy niet meer dan 17 uur behoeven te werken opdat zy alle tyd hebben om er iets by te verdienen. Het ge volg is dat er van de 140 musici nooit meer dan 70 tegelijk aanwezig zijn, zodat de Opéra eigenlijk twee orkesten moet onderhouden. Dit gaat in mindere mate ook op voor de to neelknechten, die 40 uur werken en geen overuren willen maken. Peil middelmatig. Maar daarbij blijven de moeilijk heden niet. Naast enkele van de bes te zangers, waarover Frankrijk be schikt heeft de Opéra ook een heel stel zeer middelmatige artisten in dienst, die een behoorlijk maandin komen hebben, die „monsieur de l'Opéra" op him visitekaartje mogen zetten, maar die eigenlijk nooit zin gen. Ze zijn door middel van een machtige politieke vriend bij de Opé ra gekomen, waar zij als èen soort rentenierende ambtenaren leven. An dere, ronduit slechts zangers of zan geressen kunnen niet ontslagen wor den, aangezien hun vakbond zich hier met grote vastberadenheid te gen verzet. Van het ballet kan vrij wel hetzelfde gezegd worden. Al deze moeilijke verhoudingen zijn nu eindelijk op springen uitge lopen. De minister heeft iedereen op straat gezet en de onderhande lingen over een eventuele hervatting van het werk vorderen maar heel langzaam. Iedereen is er echter van overtuigd dat een fikse reorganisa tie* de Parijse staatstheaters geen kwaad zal doen. rond deze reis moest worden opge bouwd. Uit deze gebeurtenis zijn duizenden contacten met Nederlandse kinderen met kinderen uit andere landen voortgekomen. Want een Nederland se collectie kindertekeningen is opgenomen in een internationaal tentoonstellingsverband en heeft, dank zij de „Art for World Friendship"-organisatie, die een onderdeel is van de Internati onale Vrouwenliga voor Vrede en Vriendschap, geleid tot een interna tionale uitwisseling van tekeningen en gelijktijdig een briefwisseling tus sen degenen in de verschillende lan den, die de tekeningen vervaardig den. Daar de hoop op een vreedza me toekomst voor de mensheid af hankelijk is van de kinderen van vandaag, mag men deze contacten als uitermate belangrijk beschouwen voor de toekomstige maatschappe lijke verhoudingen. Met mevrouw Ozinga een kor date vrouw met een ongemeen vrien delijk en open gezicht hebben wij op de tentoonstelling van de inter nationale collectie bij Gerzon in Am sterdam start van deze uitgebrei de verzameling voor een tournee door ons land over al deze dingen gesproken. Zij vertelde ons, dat er over heel de wereld op dit ogenblik uniform inzicht rypt over dc beteke nis van het tekenonderwijs voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van het kind en over de houding, die moet worden aangenomen te genover de leeftijdsfasen, die zicli in het tekenen openbaren. „Over de hele wereld wordt gezocht naar or namenteel tekenen. Heel merkwaar dig zijn de ervaringen. Het kind herstelt zich psychisch als het de kans krijgt zich creatief te uiten. Het komt los van z'n remmingen. Nog een andere ervaring? Er zijn tekenaars- en schilders-talenten in de kinderen. Het is uitermate be langrijk dat de leraar de specifieke kwaliteit onderkent. In Nederland wordt nog te veel getekend" op de scholen, en te weinig geschilderd. In het buitenland schildert men te veel. Het juiste evenwicht moet nog gevonden worden Twee opdrachten voor Jurriaan Andriessen. Schrijver van balletmuziek Jurriaan Andriessen, die steeds gro ter naam in de Nederlandse en inter nationale muziekwereld verwerft, heeft thans twee nieuwe opdrachten voor het schryven van balletmuziek ontvangen. De Joh. Wagenaarstichting droeg hem op muziek te componeren voor een „boekenballet". waarin de bete kenis van het boek voor de lezer tot gelding moet komen. Het is de be doeling, dat dit ballet tijdens het jaar lijkse boekenfeest in 1954 zal worden uitgevoerd. De Rotterdamse afdeling van de Mij. tot Bevordering van de Toon kunst. droeg aan Jurriaan Am'ras sen op de muziek te schrijven vo.r een ballet, dat ter viering van hoi eeuwfeest dezer afdeling zal worrier: vertoond. De choreographie van riil de wond van een dikwijls heel wat belangrijker maar minder aangenaam aan de orde gesteld probleem. Nu mag in de laatste jaren met de groei van de film ook de „kus-tech- nïek" zijn meegegroeid en ten goede of ten kwade het ligt eraan vanuit welk standpunt men het bekijkt 7-ij geperfectionncerd, in negen van de tien gevallen is de motivering van die handeling volkomen zoek. MUZIEK. Het publiek in de zaal „voelt" het aankomen; niet door de psychologisch juist opgebouwde situatie, of de psy chisch enige logische reactie van de persoon-in-kwestie, maar door het ietwat triomfant-nadrukkelijk zie-zo- toontje van de muziek. De mens is hierdoor op het tweede plan geschoven en in deze situatie niet meer belangrijk. Alleen de situatie telt, als situatie! Natuurlijk geeft de censuur dergelijke situaties ook niet te veel armslag, maar daarin hoeft het ook zeker niet gezocht te worden. Het enige gevoelselement legt men nu in hel zéér vrouwelijk zijn van de vrouw, het zéér mannelijk zijn van de man ende verbeeldingskracht van de toeschouwer. Net als in 1896! Voor de regisseur Is het ongetwij feld de weg van de minste weerstand. Hij spaart de kool en de geit, oftewel de censuur en het publiek. Bovendien is het een klein kunstje op volkomen verantwoorde wijze een physiek aan trekkelijke heldin in de armen van een acceptabele man te drijven. Want is het in werkelijkheid ook niet vaak zo? Doch dit stadium is per slot van voorbijgaande aard en dan blijken er andere waarden te tellen. Waar blijft de ware man, de ware vrouw achter dit masker van uiterlijk schoon en achter de vermomming van het char mante gebaar van de kus? Er zijn gelukkig wel films, waarin men deze anti-climax in de filmhari- deling die juist een climax poogt te zijn heeft weten te voorkomen. Maar doorgaans zijn deze toch niet vrij van lichte ironie (de Franse film bijvoorbeeld). In dit opzicht staat de Oosterse film veel zuiverder b.v. Ras- homon. Niettegenstaande de andere zeden worden hier de uitingsvormen van de liefde op zo intrinsieke wijze verbeeld en met zo'n poëtische zeg gingskracht geopenbaard, dat we vol komen voorbijzien aan 't gemis (voor ons) aan uiterlijk schoon van de per sonen en alleen de felle levensdrift van deze mensen ervaren in hun in dividuele strijd om zich uit de geza menlijke strijd (van de liefde) te red den. Zo is het dus ook mogelijk, zonder dat men nu direct vervalt tot de z.g. „blue" films, waarvan dr. Kinsey er bij het verzamelen van gegevens voor zijn befaamde rapporten, enige in han den kreeg. Culturele Cavalcade IN HET HAAGSE GEMEENTE MUSEUM. kan men tot 6 December een tentoonstelling zien van moderne Amerikaanse grajiek. De tentoonstel ling omvat een zestigtal werken van grotendeels jonge Amerikaanse kun stenaars. Zij werd samengesteld door de conservatrice van het Brooklyn- museum, mej. Una. E. Johnson. Er wordt een beeld gegeven van alle grafische technieken, inclusief vele experimenten met combinaties van be kende procéd&s, met nieuwe werk tuigen en materialen als plasticIncite en celluloid. HET WERK VAN ADRIAEN VAN OSTADE kan men thans in Amster dam bewonderen. In het Rijksmuseum is in de tentoonstellingszalen van het Rijksprentenkabinet tot 15 December él», een tentoonstelling ingericht van zijn tekeningen en aquarellen. Eén en ander is afkomstig uit het prenten kabinet en het museum Fodor. EEN UNIEKE VERZAMELING KOSTBAARHEDEN wordt dit week end in Londen geveild. In deze collec tie bevinden zich onder meer hand tekeningen van Holbein en Rem brandt, brieven van Thomas Garlyle, Cromwell, Dickens, David Hume, La fayette, Lord Nelson en Voltaire, een eo;emplaar van een druk uit 1465 van Cicero's ,JJe officiis paradoxa-en tenslotte verschillende met miniatu ren verluchte brevieren uit de vijf tiende en zestiende eeuw. De gehele verzameling is afkomstig uit de be zittingen van de graaf van Derby. RENE LERICHE, een Franse beeld houwer, verkreeg voor zijn beeld van de muze Melpomene, een prijs van 400.000 francs (ongeveer 4000 gulden die ieder jaar door de stad Parijs be schikbaar wordt gesteld voor het bes te werk op het 'gebied der beeldende kunst. KOMENAJES" „Eerbetuigin gen") een werk voor verschillende in strumenten in kamerbezetting van de Spaanse componist Manuel de Falla, beleefde zyn Europese première op 7e Biënnale in Venetië. Het stuk be taal wit vier delen, die opgedragen aan de componisten Arbos, Pe- drelX. D-hussy en Dukas. De wereld- ballet zal aan Corrie Hartong worden prew'-rr. van deze compositie vond toevertrouwd. plaats in 1938 in Buenos Aires.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 7