Ontroerende jeugdroman van
Hubert Lampo in herdruk
Stedelijk mu seum te Amsterdam
herbergt Limburgse kunst
Bi vn na Ie in Antwerpen
heeft een staartje
Kort gesprek in Den Haag
met pianist Jan Smeterlin
ZATERDAG 17 OCTOBER 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURAN1
11
Gedrenkt in weemoed"
„Hélène Defraye": begin- en
eindpunt in loopbaan van de auteur
EEN ZEER GELUKKIGE keuze van de uitgeverij Nijgh en van Dit-
inar is het opnemen in haar goedkope cn Literair hoogstaande Nimmer-
Dralendreeks van een Nederlandse herdruk van de vlak na de oorlog
in België verschenen en te onzent, te weinig bekend gebleven eerste
roman van de Vlaamse romancier Hubert Lampo, van wie o.a. in de
laatste jaren „Idomeneia en de Kentaur" en in mindere mate „De belof
te aan Rachel" de aandacht trokken.
„Hélène Defraye", deze eerste roman van zyn hand, geschreven op
23-jarige leeftijd, is een bescheiden, zeer gaaf werkstuk.
Hij verenigt zich als de charmes van de jeugd: zy is boordevol ide
alen en tederheid, hij is wat uiterlyk-prachtlievend, wat overdadig-barok,
maar niettemin ook innig en zuiver, en achter het nog wat weifelend-
onzekere van de „mooie" verteltrant voelt men een gedachtenstructuur
van bijzondere vastheid en een mensenkennis van ongewone diepte voor
een zo jong auteur. Alle problemen van de menselijke liefde, steeds de
schering zowel als de inslag in Lampo's stevig gebouwde romans, wor
den hier reeds van alle zijden belicht.
Ja, eerlijk gezegd, heeft Hubert
Lampo alle beloften, gegeven met
„Hélène Defraye" nog nimmer inge
lost, en in zekere zin is dat te be
grijpen: een boek als dit is tegelijk
een begin- en een eindpunt in de
loopbaan van een auteur: hij heeft
met Hélène Defraye een bepaald
spoor ten einde toe gevolgd en dien
de nadien nieuwe wegen te gaan.
Want het is een zeer oud spoor:
Hélène Defraye is een roman, zo
traditioneel, zo „klassiek" als maar
zijn kan, aansluitend bij de grote
Franse school uit de vorige eeuw,
terwyl Lampo's personages (vooral
zijn vrouwengestalten) bovendien
een flinke injectie Alain-Fournier
kregen, wiens persoonlijkheid Lampo
ten zeerste heeft beïnvloed en wiens
Letterkundige kroniek
door HANS WARltk.N
Grand Meaulnes („Het grote avon
tuur") juist bij het uitbreken van
de eerste wereldoorlog verscheen. De
intrige van het boek is volgens aloud
recept opgebouwd, en echt iets
nieuws, zelfs op psychologisch ge
bied, behalve dan Lampo's eigen,
zeer gevoelige persoonlijkheid, brengt
het werk niet. Die gevoeligheid is
echter in zijn generatie (Lampo werd
in 1920 geboren) eigenlijk wel iets
aparts: in deze roman is niets hards,
niets geforceerds, niets van wat zo
vele romans van hedendaagse au
teurs tot bittere, uitzichtsloze me
talen vestingen maakt waarin ont
spoorde mensen elkaar kwellen met
hun leegte of hun kreten van waan
zin. Nee, Hélène Defraye is een boek
waarin, ondanks vele schokkende
onthullingen en gebeurtenissen, de
mensen elkaar lief hebben, en er
naar streven zuiver te 'zijn in hun
verhouding tot elkaar, zonder daar
bij preuts te worden.
Het is een boek waarin de
schoonheid van de avondhemel
boven de Schelde wordt beschre
ven. zélfs als het oorlog is ge
worden, en waarin de kleine
vreugden van het 'dagelijks be
staan niet worden gekleineerd.
Het is evenwel een roman die
ook vele problemen stelt en
oplost die oprijzen bij mensen
die innig met elkaar vervlochten
leven.
TUSSEN VADER EN ZOON.
De spil van het boek is de 25-ja-
rige doctor in de medicijnen Hélène
Defraye. Zij is een mooie, rijzige, wat
„strenge" jonge vrouw met zeer gro
te gaven in haar beroep. Wanneer
de roman begint is zij sinds enige
tijd assistente in de ontleedkunde van
de beroemde chirurg Joris Morée.
Hélène's vader bezit een grote sui
kerfabriek bij Antwerpen, haar moe
der is negen jaar geleden gestorven.
Zij heeft een jongere broer. Erik,
die eveneens te Brussel studeert.
Prof. Joris Morée is 54 jaar. Hij
leeft gescheiden van zijn vrouw Léa
en zijn 20-jarige zoon Herman, die
onderwijzer is en in zijn vrije tijd
Jo Vincent erelid van
Handelvereuüghg.
Afscheid in Naarden.
Na afloop van "de uitvoering van de
The Messiah van Handel in de Grote
Kerk te Naarden een uitvoering die
werd bijgewoond door II M. Konin
gin Juliana en H. K. H. Prinses Wil-
helmina. is de zangeres Jo Vincent
Donderdagavond in de burgerzaal van
het Naardense raadhuis gehuldigd, in
verband met haar afscheid van haar
artistieke loopbaan.
Vooraf liet Koningin Juliana in de
consistoriekamer van cle Grote Kcrlc
alle solisten alsmede de dirigent, de
heer Jack P Loorij, aan zich voorstel
len, waarbij zij haar grote waardering
uitsprak voor de wijze, waarop de uit
voering was gegeven.
In de burgerzaal sprak de voorzit
ter van de Nederlandse Handel-vér-
eniging, drs. nu-. J. B. Knipscheer, na
mens bestuur en leden Jo Vincent toe,
uitte zijn waardering voor de bijzon
dere talenten van de zangeres en bood
haar het erelidmaatschap der vereni
ging aan. Hij liet zijn aanbieding ver
gezeld gaan van een oorkonde in lijst,
alsmede van een complete opname op
langspeelplaten van de Handel-Psal-
men 42 en 68, opgenomen door de
American Concert Hall Society en uit
gevoerd door de Handelvereniging,
met medewerking van Jo Vincent.
De zangeres zal dit seizoen in ver
schillende plaatsen afscheidsconcerten
geven, doch het was Donderdag-avond
de laatste maal, dat ze als soliste voor
de Nederlandse Handelvereniging op
trad.
Germaanse filologie studeert. Léa is
een ideale, zachte en eerlijke moe
der en echtgenote, die nimmer opge
houden heeft haar man lief te neb
ben en te achten. Doch haar karak
ter kent geen compromis: toen zij
na een zeer kortstondig huwelijks-
,reluk en een vierjarige s'cheiding van
taar man door de oorlog '14'18
merkte, dat er een andere vrouw in
zijn leven gekomen was. verzaakte
ze haar liefde en trok zij zich terug
om alleen haar zoon op te voeden.
Toch is ook prof. Morée een zeer
hoogstaand mens, die, sinds hij voelt
dat hij in het leven als echtgenoot
en vader heeft gefaald, dat hij zijn
menselijk pakt, heeft geschonden, de
verloren zuiverheid zoekt in zijn
werk. Dat voert hem tot de hoogste
grenzen van menselijk kunnen: in
hopeloos genoemde gévallen bevecht
hij menigmaal de dood met. succes,
bijgestaan door Hélène, voor wie hij
een late, niet bekende liefde opvat.
Öok Hélène heeft hem lief, doch
sinds korte tijd heeft ze op een
avondje Morée's zoon Herman leren
kennen, en veel van wat ze in de
vader bewondert vindt ze terug in
de kinderlijk-schroomvallige jonge
man, aangevuld met de zachte trek
ken die hij van zijn moeder Léa erf
de. Zij kiest bewust de zoon, maar
blijft, innerlijk verscheurd, ook in de
ban van de vader leven.
Op psychologisch bijzonder knap
pe wijze is de zelfstrijd van deze zelf
standige jonge vrouw getekend: haar
twijfelingen in haar genegenheid voor
het ijzeren karakter en de grote kun
de van haar bewonderde leraar en
haar vrouwelijke, haast moederlijke
gevoelens voor de jongere, wat jeug
dig-dweperige Herman: „Moet ik in
de liefde tot de zoon mij zelf ontwas
sen of in de liefde tot de vader mij
ondenvorpen plooien naar diens star
re wil? Ik weet, dat liefde uit goed
heid geven en ontvangen is. Maar
hoe geef ik de één en ontvang van
de ander in volstrekte zelfsverloo-
chening en zonder verraad tegenover
hen en tegenover mezelf? Ik moet
kiezen. Misschien zou die keus me
lichter vallen, waren ze vreemden
voor elkaar. En toch weet ik vooraf,
dat het de zoon zal zy'n. Zou ik ooit
doordringen tot de ongenaakbaarheid
van de andere? (pag. 87).
Ondertussen is de vader van Hélène
en Erik hertrouwd met een jonge
vrouw van hun eigen leeftijd op
uiterst gevoelige wijze tekent Lampo
de reacties van de volwassen kinde
ren op deze gebeurtenis en uit
geërfde jeugdbrieven van haar moe
der leert Hélène dat zij mogelijk niet
eens de dochter van haar vader is,
doch van de kunstschilder, die eens
haar moeders portret schilderde. Ook
di'ingt ze diep in het geheime leed
van Léa, die een jeugdvriendin van
haar moeder is geweest.
De tweede wei-eldoorlog breekt uit,
en bij een bombardement begeeft
Léa's zwakke hart het. Rond haar
sterfbed staan ze voor het eerst weer
herenigd: prof. Joris Morée. Heiman
en Hélène. Bij de grote vlucht tijdens
Roos..
Een kwekerij ui lieerde heelt
vn 1951 met toestemming van
Kathleen Ferrier een nieuwe
roos naar de altzangeres ge
noemd. Juist op de dag van het
overlijden van de zangeres is
de naar haar genoemde roos
met een gouden medaille be
kroond op de internationale
tuinbon wtentonstelling te
Hamburg.
de Duitse intocht, komt ook piot.
Morée om. terwijl hij, geassisteerd
door Hélène, een kraamvrouw helpt.
Hélène haalt hem nog levend van
onder bet puin en begraaft hem la
ter geheel alleen in de verlaten dui
nen. Dit laatste bladzij is van een
zeldzaam ontroerende werking. Hoe
wel zij zelf reeds gekozen had, heeft
nu het lot a.h.w. voor haar mede be
slist: van nu af zal ze alleen Her
man. de zoon. thans soldaat, beho
ren. met de woorden van de vader in
de herinnering: ..Ik heb je lief gehad,
Hélène. en ik vertrouw je mijn zoon
toe, ik weet dat jij hem gelukkig
zult maken. Geloof me, dat is het
schoonste van onze menselijke roe
ping: anderen gelukkig maken. Want
in ons zelf ligt slechts een deel van
het geluk. Ik zie het nu héél duide
lijk, nooit heb ik het zó vast geweten,
zelfs niet bij Lea's sterfbed
(pag. 170).
Dit als liet ware in weemoed en
jeugdromantiek gedrenkte, zeer ge
slaagde boek, heeft ongetwijfeld een
ieder iets te zeggen: het zal in brede
kring weten te ontroeren.
Hubert Lampo: Hélène De fraye.
Nijgh en Van Ditmar N.V. Rotter-
dam/'s-Gravenhage.
Succes was grooi, maar
Gemeente kocht enkele excentrieke stukken
(Van onze Brusselse correspondent).
De rust en «Ie stilte zijn gedaald over het prachtige Park Middelheim
in Antwerpen ais een teken dat dc Biënnale voor de Beeldhouwkunst d>c
daar enkele weken lang gehouden werd, afgelopen is. Dc inrichters kun
nen meer dan tevreden zyn. want het succes dat op grond van de re
sultaten van verleden jaar voorzien was, werd ver overtroffen. Vooral
het buitenland heeft zich goed gehouden: niet minder dan 30.000 bezoe
kers zyn vandaar de tentoonstelling komen bekijken. Het is ook geen
vraag meer of <le expositie liet volgend jaar zal worden voortgezet; men
is liet er honderd procent over eens dat zij een blyvende plaats Sn het
Belgische kunstleven dient in te nemen.
Bellefroid's Laatste Avondmaal
Kennismaking nu mogelijk
Als factoren, die het weislagen ver
zekerden. noemen wij de buitenge
woon gunstige achtergrond waarte
gen de beelden en reliefs geëxposeerd
waren, en in de tweede plaats, het
overwegend "up to datese" karakter
van de inzendingen. Zeker, er waren
enkele ouderwetse werken. Er waren
Dumeuniers, die verleden jaar ook te
zien waren. Er waren Hildo Krop's
die evenmin tot de jongeren gere
kend kunnen worden. Maar het me
rendeel was modern, hyper-modern
zelfs; vooral de hedendaagse Italia
nen hadden inzendingen gestuurd, on
der wie Arturo Martini bijzonder de
aandacht trok. Geen wonder dat de
tentoonstelling voortdurend veel
jeugd trok, jonge mannen vooral, met
fladderende haren, die de dreven van
Middelheim met hun polyglotte ge
sprekken opvrolijkten.
Het excentrieke karakter van vele
stukken heeft aan deze tweede Biën
nale voor de Beeldhouwkunst een
staartje gegeven. Het Antwerpse Ge
meentebestuur, misschien een beetje
dronken geworden door het enorme
succes van de expositie, besloot enke
le van de geëxposeerde stukken aan
te schaffen om ze tot blijvend eigen
dom van de gemeente te maken. In
een van haar laatste zittingen trok
zij niet minder dan 1.990.000 franken
140.000) voor deze aankoop uit.
Het grootste deel van de som is be
steed om een stuk van Arturo Mar
tini aan te schaffen, vervaardigd in
1931 en voorstellend een naakte man
naast een vrouw in een lange rok en
in een dikke bontmantel gewikkeld.
Dit stuk oogstte niets dan kritiek
op de tentoonstelling en werd juist
door de Raad uitgekozen. Men vraagt
zich lüer nu af of een bevoegde com
missie de koop in handen heeft gehad
en of zij andere bevoegde kunstenaars
geraadpleegd heeft.
ANDER STUK.
Een ander stuk, van Germaine Ri-
chier, zal aan de Antwerpse belas
tingbetalers 120.000 franken (ruim
achtduizend gulden) kosten. Men zegt
verontwaardigd dat de heren van de
gemeenteraad een beetje meer aan
dacht moeten besteden aan de droe
vige toestand van de Antwerpse ha
ven, die juist in de dagen toen dit be
sluit werd genomen, door grote ver
liezen bedreigd werd, inplaats van
millioenen uit te geven voor de aan
koop van stukken die bij velen wei
nig bewondering oogstten. Niet on
aardig schreef een plaatselijk dagblad
boven een artikel over de Raadszit-
Expressionist Beliefroid toont er
deze maand zijn werken
(Van onze redacteur beeldende kunsten).
Van het bruisende Limburgse kunstleven dringt helaas nog te weinig tot
boven de grote rivieren door. De Noorderlingen kennen nauwelijks iets
anders dan de kunst van groten als Charles Eyck en Joep Nicolas, alsmede
het trieste schandaal om de nalatenschap van meester Henri Jonas. Die
in Maastricht komt, ontdekt echter allerwege de kostelijkste schilderijen
van hedendaagse jongeren. Het begint tijd te worden, dat het Noorden zijn
aandacht richt op wat daar gaande is en er een oprechte belangstelling
voor toont.
Misschien kan er een aansporing uitgaan van het werk van de Maastrichte
naar Edmond Bellefroid, dat deze maand in Amsterdams Stedelijk Museum
te zien is. Het is een nagekomen verjaarscadeau van deze kunstenaar voor
Holland. Bellefroid werd namelijk op 3 Juli van dit jaar zestig.
Bellefroids talent werd al vroeg
ontdekt. Zijn eerste tekenlessen kreeg
hij toen hij veertien jaar oud was.
De schilder Graafland leidde hem op,
maar pas onder invloed van kunste
naars als Henri Jonas ontwikkelde
hy zich tot wat hij in wezen was:
expressionist. Hij staat in dezen dus
naast Noordelijke schilders als Her
man Kruyder en Hendrik Chabot.
Is hiermee de verwantschap van
Bellefroid getypeerd de naam van
een Permeke zou men in dit verband
ook nog kunnen noemen tegelijk
is daarmee het persoonlijke element
van zijn kunst afgebakend. Want Bel
lefroid mist het getourmenteerde van
Kruyders angstvisioenen. Hij mist
ook de verbittering van Chabot om
de verwording van de mens en zijn
samenleving en diens huivering om
het dreigende en schrikwekkende in
de natuur.
Bellefroid put zijn bezieling uit
twee bronnen: in het begin van
zijn loopbaan was het vooral 'een
sterke religieuze aandrift, nader
hand ook een grote sociale bewo
genheid. Maar nergens krijgt zijn
werk de kracht van een schreeuw
of een fel proLest. Er kan eerder
worden gesproken van een stille,
diepe smart om gewonde mense
lijkheid.
Deze innerlijke ontwikkeling uit zich
in het karakter van zijn werk. De
schilder begint met een recks van in
donkere tonen geschilderde doeken,
waarvan vele het lijden van Jezus
tot onderwerp hebben, en met zwaar
opgezette tekeningen, waarin vegen
dunne waterverf een vleug van kleur
brengen. Er is soms een heftige
dramatiek in deze stukken met hun
sterk getordeerde figui-en. Aan de
curven van het gekruisigde lichaam
in een zijner tekeningen kan men de
smarten haast lijfelijk ondergaan.
Daar lijkt de aandrift eerder mense
lijk dan religieus. Maar er komt een
langzame verstilling in dit werk. Het
wordt minder heftig in zijn uitingen
en de innerlijke bewogenheid wordt
er eerder de grondtoon van. Tege
lijkertijd komt er meer oog voor het
mysterie, dat in een stille verwon
dering wordt ondergaan.
Laatste Avondmaal.
Een tekenend voorbeeld is het in
1950 ontstane Laatste Avondmaal,
dat hier wordt gereproduceerd. Hier
in is Christus niet meer de gefolter
de, maa r de stille, in zichzelf gekeer
de mysticus, die over de onthutste
leerlingen en over de toeschouwer
heen in hemelse verten staart.
Als hij dit doek schildert, is er ook
in zijn kleuren veel veranderd. De
sombere eentonigheid is verdwenen.
Een periode van een vrij sterk eolo-
riet, dat niet altijd geheel vrij van
een zekere zoetigheid kan worden
genoemd, is gevolgd. Het wordt poë
tisch zonder aan kracht te winnen.
De geladen lyriek van een Kruyder
wordt echter nei-gens bereikt.
Sam Swaap 65 iaar.
Donderdag vierde de oud-concert
meester van het Residentieorkest. Sam
Swaap, zijn 65-ste verjaardag.
Sam Swaap werd in Amsterdam ge
boren cn studeerde aan het conserva
torium van de maatschappij ter be
vordering der toonkunst. Zijn leer
meester was Carl Flesch.
Achtereenvolgens was hij hoofd
leraar aan het Amsterdams conserva
torium, eerste violist van het Concert
gebouworkest en eerste concertmees
ter, plaatsvervangend dirigent te Abo
(Finland). Als soloviolist maakt hij
veel buitenlandse reizen, onder andere
(met het Philharmoniseh Orkest) naar
Praag, Berlijn. Parijs, Londen en Ma
drid. Tot 1948 is hij eerste concert
meester van het Residentieorkest ge
weest, dat hij herhaaldelijk gediri
geerd heeft.
In zijn laatste werk bereikt Bel-
lefroid een nieuw evenwicht en zijn
kleuren verstillen. Zo ook in dit
Laatste Avondmaal: de Christus
staat er in een prachtig blank wit,
de leerlingen verschijnen in een wat
voorzichtig groen, blauw en grijs. De
poëzie van kleuren mag stiller zijn,
maar er is winst aan expressiviteit.
In „een.Graflegging" kan een sterk
bewogen dramatiek worden waarge
nomen in het schilderij „Korea"
(vijf als op een hoop geworpen, in
eengedoken figuren) de stille smart
om liet leed van de machtelozen,
zwaar getroffen medemens.
In enkele prachtige landschappen
komt de kleur tot zingen. En is een
zuivere lyriek voelbaar, waarin Lim
burgs zinderende hoogzomer een
prachtige klank krijgt. Ook is er een
sterke spanning, die echter nergens,
als bij Chabot, tot dreiging wordt.
Zo spreekt uit dit werk een mens
tot ons die, anders van aard dan de
Noordelijke expressionisten, het te
gen deze zeker uithoudt, ook in zijn
boeiende grafiek. Het is een reden
tot grote vreugde, dat Noord-Neder
land thans de kans wordt geboden,
met deze schilder kennis te maken,
Film over Vondel
Naar wij vernemen zijn er plannen
voor de vervaardiging van een onder-
wijsfilm over het leven van Joost van
den Vondel. Een deel èr van zal in
Delft worden opgenomen. Het scenario
is reeds geschreven en de Stichting
Nederlandse Onderwijsfilm is thans
bezig met de voorbereidingen. Behal
ve in Delft zullen ook scènes worden
opgenomen in Amsterdam en het Mui-
derslot.
Voor de opnamen in Delft heeft men
een kamer nodig van drie en een half
tot vier meter hoog. Het ministerie
heeft nu de heer J. M. ten Hoope te
Delft aangezocht behulpzaam te zijn
bij het zoeken naar een geschikte
ruimte De inrichting er van zal ook
door de heer Ten Hoope, die over een
unieke zeventiende eeuwse woningin
richting beschikt, worden verzorgd. De
heer Ten Hoope is ook gevraagd het
glas-iii-loodraam te vervaardigen,
waar Vondel zijn glas wijn doorheen
werpt.
Na de Vondelfilm zal in Delft, even
eens ten behoeve van het onderwijs,
een film worden gemaakt over het le
ven van Antoni van Leeuwenhoek.
Een beminnelijk mens
Een leven vol muziek
Precies dertig jaar geleden speelde
een Poolse jongeman zijn eerste pia
noconcert in Nederland. Het was het
begin van een grote carrière, die hem
in de volgende jaren over de gehele
wereld voerde en in de meeste van die
jaren keerde hij enkele weken stee
vast terug naar Nederland, naar liet
publiek dat hem na zijn eerste con
cert zo geestdriftig had toegejuicht.
Deze goede gewoonte iieeft Jan ook
dit jaar voortgezet en op het ogen
blik' viert hij avond aan avond triom
fen op de kleine recital-podia, waarop
hij even graag gezien is als op het
indrukwekkende orkest-podium.
Jan Smeterlin is een beminnelijk
mens; dat ondervonden wij toen wij
dezer dagen een uurtje op zyn Haag
se hotelkamer 'met hem hebben zit
ten praten. Hij praat met evenveel
hartelijkheid over zyn kunst als over
de kleine gebeurtenissen die zijn le
ven hebben begeleid:
„Ik weet niet waarom" begint hjj,
„maar het publiek wil haast altyd
Chopin van mij horen; misschien om
dat ik in Polen ben geboren, waar ik
toch heus niets aan kon doen. Wat
pianoconcerten betreft, heb ik een
persoonlijke voorkeur voor het twee
de pianoconcert van Brahms, het
vierde van Beethoven en voor prac-
tisch alle pianoconcerten van Mozart.
Weet U dat ik al op mijn 9e jaar in
het publiek een pianoconcert van Mo
zart speelde Alsof het zo maar niets
was; een mens denkt al gauw dat hij
iets kan!
Mijn ouders waren zo onmuzikaal
als je maar kan deknen en mijn
vader wilde van mijn pianostudie
helemaal niets weten. „Waarom
kies je niet een behoorlijk vak?
vroeg hij altijd. Hij was zelfs zó
dwars, dat hij al 75 was geworden
voor hij mij de eerste keer hoorde
spelen. Na afloop zei hij: „Ik heb
heel veel gemist" en dat maakte.veel
goed. Zoals gezegd ben ik in Polen
geboren, in Bielsko, een klein plaats
je. Maar ik ben al in 1925 naar Enge
land gegaan, want Polen is geen land
om carrière te maken; althans niet
als kunstenaar. Maar in de eerste
wereldoorlog moest ik natuurlijk in
het Poolse leger; ik was bij de cava
lerie. Mijn eerste „echte" concert
speelde ik daardoor pas in 1919 en in
1923 speelde ik voor de eerste keer
in Holland. Ik denk met warmte aan
de Nederlandse muziekcritici terug
die in die tijd door him artikelen veel
tot mijn carrière hebben bijgedra
gen".
ting in kwestie: „Van de statuten van
Middelheim naar de statuten der be
lasting".
Intussen is Middelheim een begrip
geworden dat van zich Iaat spreken,
al is het in cle zin van pro en contra.
De felste critici hebben misschien
nog het meest bijgedragen om d«s
naam beroemd te maken. Daarom
kunnen de inrichters tevreden zijn en
mogen zij met de Prins van Oranje
zeggen, «lat het niet nodig is in alle
opzichten te. slagen en de bewonde
raars honderd procent op dc hand te
hebben, om rustig op de ingeslagen
weg verder te gaan.
Amateur-artisten
Olympiade
Niet lang geleden werd in Nederland
de „nationale amateur-artisten Olym
piade". kortweg genoemd de „N.A.A.
O", opgericht. Deze instelling stelt zich
ten doel de amateurs, wier prestaties
op het gebied der lichte muze uitblin
ken, bij het Nederlandse publiek te in
troduceren- Men tracht in elke pro
vincie van ons land epn afdeling te
stichten om de amateur in wedstrijd
verband te laten optreden. Het pu
bliek zal als jury fungeren door mid
del van puntenkaarten, waarop men
een aantal punten kan toekennen aan
de amateur, die optreedt-
De deelnemers zullen zoveel moge
lijk in hun eigen provincie optreden,
maar in Maart 1954 zullen de amateurs
van elke provincie, die de meeste
punten hebben verkregen, in de lande
lijke finale hun krachten meten om
de grote beker der Olympiade te ver
werven.
Nelly Burbach bij de
Nederlandse Opera
De Nederlandse sopraanzangeres Nel
ly Burbach zal met ingang van 1 De
cember vast verbonden zijn aan de Ne
derlandse Opera. Mevrouw Petroneila
Burbach, die geboren werd in Den
Haag, is nu woonachtig te De Bilt, en
sinds twee jaren lid van het Neder
lands Kamerkoor van Felix de Nobel.
Zij heeft haar muzikale opleiding ge
noten bij prof. Lohmann Marticnsen
te Postdam en van mevrouw Ruth
Horna.
Nelly Burbach stamt uit een muzi
kale familie. Haar vader was trompet
tist, haar zuster is verbonden aan de
opera te Oldenburg (Duitsland) en een
broer is trompettist in het U.S.O.. Ver
moedelijk zal zij bij de Nederlandse
Opera debuteren in de rol van konin
gin van de nacht in de ..Zauberflote.
Paul Robesonde bekende Ameri
kaanse negerzanger met de Russische
sympliatieëndie onlangs zelfs de Sta-
lin-prijs verwierf.
Niettemin ontkwam hy nog steeds
aan de verreikende arm van commu
nisten jager McCarthy. Zou de sena
tor gevoelig zijn voor Robeson's
kunst
Culturele
Cavalcade
AAN DE IN UTRECHT geboren
toonkunstenaar Willem van Hoog
straten is in opdracht van de minis
terraad. vaai Baden en Wuertemberg
de titel ..professor" verleend. Willem
van Hoogstraten, die zijn loopbaan
als violist begon, doch zich later op
orkestdirectie toelegde, was vele jaren
in Amerika als dirigent werkzaam. In
19.'f9 werd hij leider van de ,J3tu1t-
garter Philharmoniker" en als zoda
nig is hij thans onderscheiden.
GOUNOUD's FAUST zal in liet
seizoen van de Neio Yorlcsc Metropo
litan Opera worden opgeroerd in
costuums uit het begin vaoi de negen
tiende eeuw. De regie zal in handen
zijn van de jonge Engelsman Pet' r
Brooks, terwijl de muziek onder lei
ding van Pierre Monteux ten gehore
zal worden gebracht.
DE SALZBURGER Fcstspiele vau
dit jaar hebben het grootste aanta
bezoekers opgeleverd] dat cr ooit us
verschenen. Ér zijn in totaal meer dar
85000 gasten uit Oostenrijk en uit het
buitenland geweest!