Ontroerende jeugdroman van Hubert Lampo in herdruk Stedelijk mu seum te Amsterdam herbergt Limburgse kunst Bi vn na Ie in Antwerpen heeft een staartje Kort gesprek in Den Haag met pianist Jan Smeterlin ZATERDAG 17 OCTOBER 1953 PROVINCIALE ZEEUWSE COURAN1 11 Gedrenkt in weemoed" „Hélène Defraye": begin- en eindpunt in loopbaan van de auteur EEN ZEER GELUKKIGE keuze van de uitgeverij Nijgh en van Dit- inar is het opnemen in haar goedkope cn Literair hoogstaande Nimmer- Dralendreeks van een Nederlandse herdruk van de vlak na de oorlog in België verschenen en te onzent, te weinig bekend gebleven eerste roman van de Vlaamse romancier Hubert Lampo, van wie o.a. in de laatste jaren „Idomeneia en de Kentaur" en in mindere mate „De belof te aan Rachel" de aandacht trokken. „Hélène Defraye", deze eerste roman van zyn hand, geschreven op 23-jarige leeftijd, is een bescheiden, zeer gaaf werkstuk. Hij verenigt zich als de charmes van de jeugd: zy is boordevol ide alen en tederheid, hij is wat uiterlyk-prachtlievend, wat overdadig-barok, maar niettemin ook innig en zuiver, en achter het nog wat weifelend- onzekere van de „mooie" verteltrant voelt men een gedachtenstructuur van bijzondere vastheid en een mensenkennis van ongewone diepte voor een zo jong auteur. Alle problemen van de menselijke liefde, steeds de schering zowel als de inslag in Lampo's stevig gebouwde romans, wor den hier reeds van alle zijden belicht. Ja, eerlijk gezegd, heeft Hubert Lampo alle beloften, gegeven met „Hélène Defraye" nog nimmer inge lost, en in zekere zin is dat te be grijpen: een boek als dit is tegelijk een begin- en een eindpunt in de loopbaan van een auteur: hij heeft met Hélène Defraye een bepaald spoor ten einde toe gevolgd en dien de nadien nieuwe wegen te gaan. Want het is een zeer oud spoor: Hélène Defraye is een roman, zo traditioneel, zo „klassiek" als maar zijn kan, aansluitend bij de grote Franse school uit de vorige eeuw, terwyl Lampo's personages (vooral zijn vrouwengestalten) bovendien een flinke injectie Alain-Fournier kregen, wiens persoonlijkheid Lampo ten zeerste heeft beïnvloed en wiens Letterkundige kroniek door HANS WARltk.N Grand Meaulnes („Het grote avon tuur") juist bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog verscheen. De intrige van het boek is volgens aloud recept opgebouwd, en echt iets nieuws, zelfs op psychologisch ge bied, behalve dan Lampo's eigen, zeer gevoelige persoonlijkheid, brengt het werk niet. Die gevoeligheid is echter in zijn generatie (Lampo werd in 1920 geboren) eigenlijk wel iets aparts: in deze roman is niets hards, niets geforceerds, niets van wat zo vele romans van hedendaagse au teurs tot bittere, uitzichtsloze me talen vestingen maakt waarin ont spoorde mensen elkaar kwellen met hun leegte of hun kreten van waan zin. Nee, Hélène Defraye is een boek waarin, ondanks vele schokkende onthullingen en gebeurtenissen, de mensen elkaar lief hebben, en er naar streven zuiver te 'zijn in hun verhouding tot elkaar, zonder daar bij preuts te worden. Het is een boek waarin de schoonheid van de avondhemel boven de Schelde wordt beschre ven. zélfs als het oorlog is ge worden, en waarin de kleine vreugden van het 'dagelijks be staan niet worden gekleineerd. Het is evenwel een roman die ook vele problemen stelt en oplost die oprijzen bij mensen die innig met elkaar vervlochten leven. TUSSEN VADER EN ZOON. De spil van het boek is de 25-ja- rige doctor in de medicijnen Hélène Defraye. Zij is een mooie, rijzige, wat „strenge" jonge vrouw met zeer gro te gaven in haar beroep. Wanneer de roman begint is zij sinds enige tijd assistente in de ontleedkunde van de beroemde chirurg Joris Morée. Hélène's vader bezit een grote sui kerfabriek bij Antwerpen, haar moe der is negen jaar geleden gestorven. Zij heeft een jongere broer. Erik, die eveneens te Brussel studeert. Prof. Joris Morée is 54 jaar. Hij leeft gescheiden van zijn vrouw Léa en zijn 20-jarige zoon Herman, die onderwijzer is en in zijn vrije tijd Jo Vincent erelid van Handelvereuüghg. Afscheid in Naarden. Na afloop van "de uitvoering van de The Messiah van Handel in de Grote Kerk te Naarden een uitvoering die werd bijgewoond door II M. Konin gin Juliana en H. K. H. Prinses Wil- helmina. is de zangeres Jo Vincent Donderdagavond in de burgerzaal van het Naardense raadhuis gehuldigd, in verband met haar afscheid van haar artistieke loopbaan. Vooraf liet Koningin Juliana in de consistoriekamer van cle Grote Kcrlc alle solisten alsmede de dirigent, de heer Jack P Loorij, aan zich voorstel len, waarbij zij haar grote waardering uitsprak voor de wijze, waarop de uit voering was gegeven. In de burgerzaal sprak de voorzit ter van de Nederlandse Handel-vér- eniging, drs. nu-. J. B. Knipscheer, na mens bestuur en leden Jo Vincent toe, uitte zijn waardering voor de bijzon dere talenten van de zangeres en bood haar het erelidmaatschap der vereni ging aan. Hij liet zijn aanbieding ver gezeld gaan van een oorkonde in lijst, alsmede van een complete opname op langspeelplaten van de Handel-Psal- men 42 en 68, opgenomen door de American Concert Hall Society en uit gevoerd door de Handelvereniging, met medewerking van Jo Vincent. De zangeres zal dit seizoen in ver schillende plaatsen afscheidsconcerten geven, doch het was Donderdag-avond de laatste maal, dat ze als soliste voor de Nederlandse Handelvereniging op trad. Germaanse filologie studeert. Léa is een ideale, zachte en eerlijke moe der en echtgenote, die nimmer opge houden heeft haar man lief te neb ben en te achten. Doch haar karak ter kent geen compromis: toen zij na een zeer kortstondig huwelijks- ,reluk en een vierjarige s'cheiding van taar man door de oorlog '14'18 merkte, dat er een andere vrouw in zijn leven gekomen was. verzaakte ze haar liefde en trok zij zich terug om alleen haar zoon op te voeden. Toch is ook prof. Morée een zeer hoogstaand mens, die, sinds hij voelt dat hij in het leven als echtgenoot en vader heeft gefaald, dat hij zijn menselijk pakt, heeft geschonden, de verloren zuiverheid zoekt in zijn werk. Dat voert hem tot de hoogste grenzen van menselijk kunnen: in hopeloos genoemde gévallen bevecht hij menigmaal de dood met. succes, bijgestaan door Hélène, voor wie hij een late, niet bekende liefde opvat. Öok Hélène heeft hem lief, doch sinds korte tijd heeft ze op een avondje Morée's zoon Herman leren kennen, en veel van wat ze in de vader bewondert vindt ze terug in de kinderlijk-schroomvallige jonge man, aangevuld met de zachte trek ken die hij van zijn moeder Léa erf de. Zij kiest bewust de zoon, maar blijft, innerlijk verscheurd, ook in de ban van de vader leven. Op psychologisch bijzonder knap pe wijze is de zelfstrijd van deze zelf standige jonge vrouw getekend: haar twijfelingen in haar genegenheid voor het ijzeren karakter en de grote kun de van haar bewonderde leraar en haar vrouwelijke, haast moederlijke gevoelens voor de jongere, wat jeug dig-dweperige Herman: „Moet ik in de liefde tot de zoon mij zelf ontwas sen of in de liefde tot de vader mij ondenvorpen plooien naar diens star re wil? Ik weet, dat liefde uit goed heid geven en ontvangen is. Maar hoe geef ik de één en ontvang van de ander in volstrekte zelfsverloo- chening en zonder verraad tegenover hen en tegenover mezelf? Ik moet kiezen. Misschien zou die keus me lichter vallen, waren ze vreemden voor elkaar. En toch weet ik vooraf, dat het de zoon zal zy'n. Zou ik ooit doordringen tot de ongenaakbaarheid van de andere? (pag. 87). Ondertussen is de vader van Hélène en Erik hertrouwd met een jonge vrouw van hun eigen leeftijd op uiterst gevoelige wijze tekent Lampo de reacties van de volwassen kinde ren op deze gebeurtenis en uit geërfde jeugdbrieven van haar moe der leert Hélène dat zij mogelijk niet eens de dochter van haar vader is, doch van de kunstschilder, die eens haar moeders portret schilderde. Ook di'ingt ze diep in het geheime leed van Léa, die een jeugdvriendin van haar moeder is geweest. De tweede wei-eldoorlog breekt uit, en bij een bombardement begeeft Léa's zwakke hart het. Rond haar sterfbed staan ze voor het eerst weer herenigd: prof. Joris Morée. Heiman en Hélène. Bij de grote vlucht tijdens Roos.. Een kwekerij ui lieerde heelt vn 1951 met toestemming van Kathleen Ferrier een nieuwe roos naar de altzangeres ge noemd. Juist op de dag van het overlijden van de zangeres is de naar haar genoemde roos met een gouden medaille be kroond op de internationale tuinbon wtentonstelling te Hamburg. de Duitse intocht, komt ook piot. Morée om. terwijl hij, geassisteerd door Hélène, een kraamvrouw helpt. Hélène haalt hem nog levend van onder bet puin en begraaft hem la ter geheel alleen in de verlaten dui nen. Dit laatste bladzij is van een zeldzaam ontroerende werking. Hoe wel zij zelf reeds gekozen had, heeft nu het lot a.h.w. voor haar mede be slist: van nu af zal ze alleen Her man. de zoon. thans soldaat, beho ren. met de woorden van de vader in de herinnering: ..Ik heb je lief gehad, Hélène. en ik vertrouw je mijn zoon toe, ik weet dat jij hem gelukkig zult maken. Geloof me, dat is het schoonste van onze menselijke roe ping: anderen gelukkig maken. Want in ons zelf ligt slechts een deel van het geluk. Ik zie het nu héél duide lijk, nooit heb ik het zó vast geweten, zelfs niet bij Lea's sterfbed (pag. 170). Dit als liet ware in weemoed en jeugdromantiek gedrenkte, zeer ge slaagde boek, heeft ongetwijfeld een ieder iets te zeggen: het zal in brede kring weten te ontroeren. Hubert Lampo: Hélène De fraye. Nijgh en Van Ditmar N.V. Rotter- dam/'s-Gravenhage. Succes was grooi, maar Gemeente kocht enkele excentrieke stukken (Van onze Brusselse correspondent). De rust en «Ie stilte zijn gedaald over het prachtige Park Middelheim in Antwerpen ais een teken dat dc Biënnale voor de Beeldhouwkunst d>c daar enkele weken lang gehouden werd, afgelopen is. Dc inrichters kun nen meer dan tevreden zyn. want het succes dat op grond van de re sultaten van verleden jaar voorzien was, werd ver overtroffen. Vooral het buitenland heeft zich goed gehouden: niet minder dan 30.000 bezoe kers zyn vandaar de tentoonstelling komen bekijken. Het is ook geen vraag meer of <le expositie liet volgend jaar zal worden voortgezet; men is liet er honderd procent over eens dat zij een blyvende plaats Sn het Belgische kunstleven dient in te nemen. Bellefroid's Laatste Avondmaal Kennismaking nu mogelijk Als factoren, die het weislagen ver zekerden. noemen wij de buitenge woon gunstige achtergrond waarte gen de beelden en reliefs geëxposeerd waren, en in de tweede plaats, het overwegend "up to datese" karakter van de inzendingen. Zeker, er waren enkele ouderwetse werken. Er waren Dumeuniers, die verleden jaar ook te zien waren. Er waren Hildo Krop's die evenmin tot de jongeren gere kend kunnen worden. Maar het me rendeel was modern, hyper-modern zelfs; vooral de hedendaagse Italia nen hadden inzendingen gestuurd, on der wie Arturo Martini bijzonder de aandacht trok. Geen wonder dat de tentoonstelling voortdurend veel jeugd trok, jonge mannen vooral, met fladderende haren, die de dreven van Middelheim met hun polyglotte ge sprekken opvrolijkten. Het excentrieke karakter van vele stukken heeft aan deze tweede Biën nale voor de Beeldhouwkunst een staartje gegeven. Het Antwerpse Ge meentebestuur, misschien een beetje dronken geworden door het enorme succes van de expositie, besloot enke le van de geëxposeerde stukken aan te schaffen om ze tot blijvend eigen dom van de gemeente te maken. In een van haar laatste zittingen trok zij niet minder dan 1.990.000 franken 140.000) voor deze aankoop uit. Het grootste deel van de som is be steed om een stuk van Arturo Mar tini aan te schaffen, vervaardigd in 1931 en voorstellend een naakte man naast een vrouw in een lange rok en in een dikke bontmantel gewikkeld. Dit stuk oogstte niets dan kritiek op de tentoonstelling en werd juist door de Raad uitgekozen. Men vraagt zich lüer nu af of een bevoegde com missie de koop in handen heeft gehad en of zij andere bevoegde kunstenaars geraadpleegd heeft. ANDER STUK. Een ander stuk, van Germaine Ri- chier, zal aan de Antwerpse belas tingbetalers 120.000 franken (ruim achtduizend gulden) kosten. Men zegt verontwaardigd dat de heren van de gemeenteraad een beetje meer aan dacht moeten besteden aan de droe vige toestand van de Antwerpse ha ven, die juist in de dagen toen dit be sluit werd genomen, door grote ver liezen bedreigd werd, inplaats van millioenen uit te geven voor de aan koop van stukken die bij velen wei nig bewondering oogstten. Niet on aardig schreef een plaatselijk dagblad boven een artikel over de Raadszit- Expressionist Beliefroid toont er deze maand zijn werken (Van onze redacteur beeldende kunsten). Van het bruisende Limburgse kunstleven dringt helaas nog te weinig tot boven de grote rivieren door. De Noorderlingen kennen nauwelijks iets anders dan de kunst van groten als Charles Eyck en Joep Nicolas, alsmede het trieste schandaal om de nalatenschap van meester Henri Jonas. Die in Maastricht komt, ontdekt echter allerwege de kostelijkste schilderijen van hedendaagse jongeren. Het begint tijd te worden, dat het Noorden zijn aandacht richt op wat daar gaande is en er een oprechte belangstelling voor toont. Misschien kan er een aansporing uitgaan van het werk van de Maastrichte naar Edmond Bellefroid, dat deze maand in Amsterdams Stedelijk Museum te zien is. Het is een nagekomen verjaarscadeau van deze kunstenaar voor Holland. Bellefroid werd namelijk op 3 Juli van dit jaar zestig. Bellefroids talent werd al vroeg ontdekt. Zijn eerste tekenlessen kreeg hij toen hij veertien jaar oud was. De schilder Graafland leidde hem op, maar pas onder invloed van kunste naars als Henri Jonas ontwikkelde hy zich tot wat hij in wezen was: expressionist. Hij staat in dezen dus naast Noordelijke schilders als Her man Kruyder en Hendrik Chabot. Is hiermee de verwantschap van Bellefroid getypeerd de naam van een Permeke zou men in dit verband ook nog kunnen noemen tegelijk is daarmee het persoonlijke element van zijn kunst afgebakend. Want Bel lefroid mist het getourmenteerde van Kruyders angstvisioenen. Hij mist ook de verbittering van Chabot om de verwording van de mens en zijn samenleving en diens huivering om het dreigende en schrikwekkende in de natuur. Bellefroid put zijn bezieling uit twee bronnen: in het begin van zijn loopbaan was het vooral 'een sterke religieuze aandrift, nader hand ook een grote sociale bewo genheid. Maar nergens krijgt zijn werk de kracht van een schreeuw of een fel proLest. Er kan eerder worden gesproken van een stille, diepe smart om gewonde mense lijkheid. Deze innerlijke ontwikkeling uit zich in het karakter van zijn werk. De schilder begint met een recks van in donkere tonen geschilderde doeken, waarvan vele het lijden van Jezus tot onderwerp hebben, en met zwaar opgezette tekeningen, waarin vegen dunne waterverf een vleug van kleur brengen. Er is soms een heftige dramatiek in deze stukken met hun sterk getordeerde figui-en. Aan de curven van het gekruisigde lichaam in een zijner tekeningen kan men de smarten haast lijfelijk ondergaan. Daar lijkt de aandrift eerder mense lijk dan religieus. Maar er komt een langzame verstilling in dit werk. Het wordt minder heftig in zijn uitingen en de innerlijke bewogenheid wordt er eerder de grondtoon van. Tege lijkertijd komt er meer oog voor het mysterie, dat in een stille verwon dering wordt ondergaan. Laatste Avondmaal. Een tekenend voorbeeld is het in 1950 ontstane Laatste Avondmaal, dat hier wordt gereproduceerd. Hier in is Christus niet meer de gefolter de, maa r de stille, in zichzelf gekeer de mysticus, die over de onthutste leerlingen en over de toeschouwer heen in hemelse verten staart. Als hij dit doek schildert, is er ook in zijn kleuren veel veranderd. De sombere eentonigheid is verdwenen. Een periode van een vrij sterk eolo- riet, dat niet altijd geheel vrij van een zekere zoetigheid kan worden genoemd, is gevolgd. Het wordt poë tisch zonder aan kracht te winnen. De geladen lyriek van een Kruyder wordt echter nei-gens bereikt. Sam Swaap 65 iaar. Donderdag vierde de oud-concert meester van het Residentieorkest. Sam Swaap, zijn 65-ste verjaardag. Sam Swaap werd in Amsterdam ge boren cn studeerde aan het conserva torium van de maatschappij ter be vordering der toonkunst. Zijn leer meester was Carl Flesch. Achtereenvolgens was hij hoofd leraar aan het Amsterdams conserva torium, eerste violist van het Concert gebouworkest en eerste concertmees ter, plaatsvervangend dirigent te Abo (Finland). Als soloviolist maakt hij veel buitenlandse reizen, onder andere (met het Philharmoniseh Orkest) naar Praag, Berlijn. Parijs, Londen en Ma drid. Tot 1948 is hij eerste concert meester van het Residentieorkest ge weest, dat hij herhaaldelijk gediri geerd heeft. In zijn laatste werk bereikt Bel- lefroid een nieuw evenwicht en zijn kleuren verstillen. Zo ook in dit Laatste Avondmaal: de Christus staat er in een prachtig blank wit, de leerlingen verschijnen in een wat voorzichtig groen, blauw en grijs. De poëzie van kleuren mag stiller zijn, maar er is winst aan expressiviteit. In „een.Graflegging" kan een sterk bewogen dramatiek worden waarge nomen in het schilderij „Korea" (vijf als op een hoop geworpen, in eengedoken figuren) de stille smart om liet leed van de machtelozen, zwaar getroffen medemens. In enkele prachtige landschappen komt de kleur tot zingen. En is een zuivere lyriek voelbaar, waarin Lim burgs zinderende hoogzomer een prachtige klank krijgt. Ook is er een sterke spanning, die echter nergens, als bij Chabot, tot dreiging wordt. Zo spreekt uit dit werk een mens tot ons die, anders van aard dan de Noordelijke expressionisten, het te gen deze zeker uithoudt, ook in zijn boeiende grafiek. Het is een reden tot grote vreugde, dat Noord-Neder land thans de kans wordt geboden, met deze schilder kennis te maken, Film over Vondel Naar wij vernemen zijn er plannen voor de vervaardiging van een onder- wijsfilm over het leven van Joost van den Vondel. Een deel èr van zal in Delft worden opgenomen. Het scenario is reeds geschreven en de Stichting Nederlandse Onderwijsfilm is thans bezig met de voorbereidingen. Behal ve in Delft zullen ook scènes worden opgenomen in Amsterdam en het Mui- derslot. Voor de opnamen in Delft heeft men een kamer nodig van drie en een half tot vier meter hoog. Het ministerie heeft nu de heer J. M. ten Hoope te Delft aangezocht behulpzaam te zijn bij het zoeken naar een geschikte ruimte De inrichting er van zal ook door de heer Ten Hoope, die over een unieke zeventiende eeuwse woningin richting beschikt, worden verzorgd. De heer Ten Hoope is ook gevraagd het glas-iii-loodraam te vervaardigen, waar Vondel zijn glas wijn doorheen werpt. Na de Vondelfilm zal in Delft, even eens ten behoeve van het onderwijs, een film worden gemaakt over het le ven van Antoni van Leeuwenhoek. Een beminnelijk mens Een leven vol muziek Precies dertig jaar geleden speelde een Poolse jongeman zijn eerste pia noconcert in Nederland. Het was het begin van een grote carrière, die hem in de volgende jaren over de gehele wereld voerde en in de meeste van die jaren keerde hij enkele weken stee vast terug naar Nederland, naar liet publiek dat hem na zijn eerste con cert zo geestdriftig had toegejuicht. Deze goede gewoonte iieeft Jan ook dit jaar voortgezet en op het ogen blik' viert hij avond aan avond triom fen op de kleine recital-podia, waarop hij even graag gezien is als op het indrukwekkende orkest-podium. Jan Smeterlin is een beminnelijk mens; dat ondervonden wij toen wij dezer dagen een uurtje op zyn Haag se hotelkamer 'met hem hebben zit ten praten. Hij praat met evenveel hartelijkheid over zyn kunst als over de kleine gebeurtenissen die zijn le ven hebben begeleid: „Ik weet niet waarom" begint hjj, „maar het publiek wil haast altyd Chopin van mij horen; misschien om dat ik in Polen ben geboren, waar ik toch heus niets aan kon doen. Wat pianoconcerten betreft, heb ik een persoonlijke voorkeur voor het twee de pianoconcert van Brahms, het vierde van Beethoven en voor prac- tisch alle pianoconcerten van Mozart. Weet U dat ik al op mijn 9e jaar in het publiek een pianoconcert van Mo zart speelde Alsof het zo maar niets was; een mens denkt al gauw dat hij iets kan! Mijn ouders waren zo onmuzikaal als je maar kan deknen en mijn vader wilde van mijn pianostudie helemaal niets weten. „Waarom kies je niet een behoorlijk vak? vroeg hij altijd. Hij was zelfs zó dwars, dat hij al 75 was geworden voor hij mij de eerste keer hoorde spelen. Na afloop zei hij: „Ik heb heel veel gemist" en dat maakte.veel goed. Zoals gezegd ben ik in Polen geboren, in Bielsko, een klein plaats je. Maar ik ben al in 1925 naar Enge land gegaan, want Polen is geen land om carrière te maken; althans niet als kunstenaar. Maar in de eerste wereldoorlog moest ik natuurlijk in het Poolse leger; ik was bij de cava lerie. Mijn eerste „echte" concert speelde ik daardoor pas in 1919 en in 1923 speelde ik voor de eerste keer in Holland. Ik denk met warmte aan de Nederlandse muziekcritici terug die in die tijd door him artikelen veel tot mijn carrière hebben bijgedra gen". ting in kwestie: „Van de statuten van Middelheim naar de statuten der be lasting". Intussen is Middelheim een begrip geworden dat van zich Iaat spreken, al is het in cle zin van pro en contra. De felste critici hebben misschien nog het meest bijgedragen om d«s naam beroemd te maken. Daarom kunnen de inrichters tevreden zijn en mogen zij met de Prins van Oranje zeggen, «lat het niet nodig is in alle opzichten te. slagen en de bewonde raars honderd procent op dc hand te hebben, om rustig op de ingeslagen weg verder te gaan. Amateur-artisten Olympiade Niet lang geleden werd in Nederland de „nationale amateur-artisten Olym piade". kortweg genoemd de „N.A.A. O", opgericht. Deze instelling stelt zich ten doel de amateurs, wier prestaties op het gebied der lichte muze uitblin ken, bij het Nederlandse publiek te in troduceren- Men tracht in elke pro vincie van ons land epn afdeling te stichten om de amateur in wedstrijd verband te laten optreden. Het pu bliek zal als jury fungeren door mid del van puntenkaarten, waarop men een aantal punten kan toekennen aan de amateur, die optreedt- De deelnemers zullen zoveel moge lijk in hun eigen provincie optreden, maar in Maart 1954 zullen de amateurs van elke provincie, die de meeste punten hebben verkregen, in de lande lijke finale hun krachten meten om de grote beker der Olympiade te ver werven. Nelly Burbach bij de Nederlandse Opera De Nederlandse sopraanzangeres Nel ly Burbach zal met ingang van 1 De cember vast verbonden zijn aan de Ne derlandse Opera. Mevrouw Petroneila Burbach, die geboren werd in Den Haag, is nu woonachtig te De Bilt, en sinds twee jaren lid van het Neder lands Kamerkoor van Felix de Nobel. Zij heeft haar muzikale opleiding ge noten bij prof. Lohmann Marticnsen te Postdam en van mevrouw Ruth Horna. Nelly Burbach stamt uit een muzi kale familie. Haar vader was trompet tist, haar zuster is verbonden aan de opera te Oldenburg (Duitsland) en een broer is trompettist in het U.S.O.. Ver moedelijk zal zij bij de Nederlandse Opera debuteren in de rol van konin gin van de nacht in de ..Zauberflote. Paul Robesonde bekende Ameri kaanse negerzanger met de Russische sympliatieëndie onlangs zelfs de Sta- lin-prijs verwierf. Niettemin ontkwam hy nog steeds aan de verreikende arm van commu nisten jager McCarthy. Zou de sena tor gevoelig zijn voor Robeson's kunst Culturele Cavalcade AAN DE IN UTRECHT geboren toonkunstenaar Willem van Hoog straten is in opdracht van de minis terraad. vaai Baden en Wuertemberg de titel ..professor" verleend. Willem van Hoogstraten, die zijn loopbaan als violist begon, doch zich later op orkestdirectie toelegde, was vele jaren in Amerika als dirigent werkzaam. In 19.'f9 werd hij leider van de ,J3tu1t- garter Philharmoniker" en als zoda nig is hij thans onderscheiden. GOUNOUD's FAUST zal in liet seizoen van de Neio Yorlcsc Metropo litan Opera worden opgeroerd in costuums uit het begin vaoi de negen tiende eeuw. De regie zal in handen zijn van de jonge Engelsman Pet' r Brooks, terwijl de muziek onder lei ding van Pierre Monteux ten gehore zal worden gebracht. DE SALZBURGER Fcstspiele vau dit jaar hebben het grootste aanta bezoekers opgeleverd] dat cr ooit us verschenen. Ér zijn in totaal meer dar 85000 gasten uit Oostenrijk en uit het buitenland geweest!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 7