Vroiuoenpagina Onze Ondernemende Canadese stichtte „beauty-salon met zelfbediening" VAN VROUW TOT VROUW „Past dat nu heus wel bij mijn meubels?11 LINGERIE VOOR DE KLEINTJES „Met naald en draad paraat", al meer dan dertig jaar 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 17 OCTOBER 1953 c INGENIEUS PLAN WERD SUCCES! Nieuwe perspectieven voor de handel in schoonheidsmiddelen (Van een correspondent). WINNIPEG, October. Dat Canada het land is van onbegrensde moge lijkheden, is wel genoegzaam bekend geworden in de wereld; Over hel algemeen denkt men hierbij aan grote ondernemingen, die industrieën oprichten voor het ontginnen van bodemrijkdommen zoals ertsen en olie. aan millioenen-projecten, zoals het bouwen van stuwdammen of het aan leggen van spoorwegen, en zo meer. Dat er echter ook voor de individuele burger prachtige kansen bestaan, bewijst de volgende geschiedenis over een ondernemende vrouw in Winnipeg, de grote stad in het hart van Ca nada's graangebied. in de club aanwezig om de bezoekster raad te geven en behulpzaam te zijn. Voor een dollar kan een lid van déze in gezellige kleuren gedecoreerde club een volledige schoonheidsbehan deling krijgen met alle crèmes en mid deltjes, die het geheim zijn van de moderne vrouw Roma Kohlbeck had gedurende vijf tien jaren gewerkt als schoonheids specialiste in een der grote beauty salons van de stad. De zaken gingen zeer goed in het „Beauty Chalet", waarvan zij mede-eigenares was, maar toch vond zy, dat het nog beter zou kunnen, indien zij van systeem veranderde. Immers, een groot deel van het vrouwelijke publiek werd nimmer bereikt, omdat honderden kantoormeisjes en huisvrouwen een voudig niet de tijd kunnen missen om zich te laten permanenten, een be werking waarmede enkele uren ge moeid zijn. Mevrouw Kohlbeck liet hierover haar gedachten gaan, die zich langzamerhand ontwikkelden tot een ingenieus plan. Na veel voorbe reidingen en onderzoekingen opende zij verleden herfst in het winkelcen trum van Winnipeg een „self-service beauty salon", de eerste in Canada. Dit is eigenlijk niet zo maar een gewone winkel, doch het is een club, waarvan alle vrouwen lid kunnen worden tegen betaling van een dollar. Elk lid kan een gast introduceren, en behoeft nimmer een afspraak te ma ken. Zij loopt eenvoudig binnen, wan neer het haar schikt. Aan de ingang- toont zij haar kaart en betaalt haar 25 cents voor ieder bezoek. Dan krygt zij een mandje met haar naam erop en een kaartje, waarop staat aange geven, wat zou nodig hebben voor een shampoo of een stortbad. Op dit kaartje streept de bezoekster aan wat zy verlangt en zij geeft het af aan een juffrouw achter de toonbank van de specialiste in schoonheidsmiddelen. Daar krijgt zij dan voor tien cents een handdoek, een flesje shampoo of een haarverfmiddel, alsmede een plas tic schortje om haar japon te be schermen. Vijftien minuten onder de electrische haardroger kost tien cents, het gebruik van een haarbor stel uit de sterjliseermachine, krul spelden en mischien een flesje vlek kenwater komen op vijf cents elk. Voor dertig cents kan zij een heerlijk stortbad krijgen, compleet met bril, haarkap, zeep en een grote badhand doek. Overal zijn schoonheidsspecialisten Wanneer er interlock ondergoed van één der grote leden van het ge zin afgedankt wordt, is dat gewoonlijk slechts op enkele plaatsen versle ten, terwijl de rest nog goed is. Hoe dikwijls denkt moeder dan niet: „Daar zou nog best een hemdje of broekje voor de kleintjes uit kunnen, alsEn dan volgt het bezwaar, dat ze geen geschikt patroontje bij de hand heeft, of dat tricot niet zo gemakkelijk met ee nmachine zonder zigzag-apparaat te naaien zou zün. Kunstvezels verliezen aan populariteit De fabricage en het gebruik van de zogenaamde kunstvezels (syntheti sche vezels) heeft in Amerika sinds de ontdekking van dit materiaal een enorme vlucht genomen. De Verenig de Staten, met hun bevolking van 150 millioen zielen, zyn de grootste afne mers, en tussen de jaren 1920 en 1948 nam het verbruik van synthetische vezels geweldig toe. De laatste jaren evenwel is er niet zo'n sterke toeneming meer tg con stateren. In 1952 was het verbruik la ger dan in 1950. Het wolverbruik daarentegen steeg met 50 en het verbruik van katoen met bijna 60 Uit Canada komen eveneensberich ten dat, hoewel het. verbruik van kunstvezels is toegenomen, dè ver bruikers allesbehalve tevreden zijn over het uiteindelijk product. De fa brikanten schijnen hun producten ei genschappen toe te schrijven, die dei- ze in het geheel niet bezitten. Geweldig succes. Deze club is een geweldig succes gebleken, en in drie maanden tijds is het aantal leden tot duizend geste- fen. Vele kantoormeisjes brengen ier hun lunch-uurtje door onder de haardroger, maar ook om vijf uur is het er zeer druk. Vele zakenvrouwen namelijk, die die avond uitgaan, ver kiezen in de club te blijven en zich daar „op te knappen", dan in 'n over volle autobus naar huis te rijden, zich in grote haast om te kleden èn dan dezelfde tocht naar de stad weer te aanvaarden. Voor „vermoeide voe ten" levert de club heerlijke zachte pantoffels en er is een leeszaal, inge richt met behaaglijke fauteuils, waar huisvrouwen kunnen uitrusten van de vermoeienissen van het winkelen. Het laat zich indenken, dat dit lu mineuze idee weldra door anderen in Canada gevolgd zal worden en ook in de Verenigde Staten blijkt er grote belangstelling te bestaan voor dit soort clubs, die geheel nieuwe pers pectieven openen voor de handel in schoonheidsmiddelen, waar de moder ne vrouw nu eenmaal niet meer bui ten kan. Zoutook op de toilettafel! Dat zout niet alleen in de keuken, maar ook op de toilettafel goede diensten kan bewijzen, werden wij gewaar uit het „schoonheidshoekjè" van het Zwitserse blad „Die Wo- chenzeitung". Daar lazen wij onder meer, dat een dagelijkse mondspoe- ling met een glas water, waarin een flinke schep keukenzout is opgelost, een probaat middel moet zijn tegen zwakte en overgevoeligheid van het tandvlees. Wanneer we tobben met een schil ferige hoofdhuid, kan zout eveneens redding uit de nood betekenen. Al vorens ons haar te wassen, masseren we die lastige hoofdhuid lang en grondig met een handvol zout, en we houden pas op met deze massage, wanneer de gehele huid prikkelt. Ook bij een vale gelaatshuid blijkt zout uitkomst te kunnen brengen! Drie eetlepels zout worden in een schoteltje met wat water - aange mengd tot een dik papje, waarmede we gezicht en hals insmeren. De tere huid rondom de ogen slaan we over! Met beide handen masseren we de huid nu zo lang, tot gezicht en hals gloeien. Nu een flinke afspoeling met veel koud water, na het afdrogen een goede crème opbrengen, en... een rozig gezicht zal u vanuit de spiegel tegenstralen! Een nieuw Amerikaanse snufje' op cos metisch gebied is een lippenstift, waar van de kleur naar gelang der belichting wisselt. Onder dagli-./ht krijgen lippen, die ermee aangezet zyn. een zachtrode kleur, dóch komt men binnen in een vertrek, waar een rozig schemerlicht brandt, dan lijken de lippen plotseling diep-Karmijn- kleurip GESPREK MET IDA DE LEEUW VAN REES Meer dan honderdduizend leerlingen in Nederland, Indonesië en Z.-Afrika Op de reizende tentoonstelling van naai- en handwerk van haar leer lingen hebben we met mevrouw Ida de I/eemv van Rees gesproken, die al dertig jaar niet- naald en draad paraat is. „Al méér dan dertig jaar", zei ze, „want ik kwam nog maar net boven de tafel uit kyken, toen ik al naaien leerde niet van moeder, maar van vader, die kleermaker was en leraar aan een mode-vakschool. Van hem leerde ik van overgeschoten lapjes poppekleertjes te maken, die echt pasten. En wat liij mij leerde passen en meten en vooral: netjes afwerken heb ik doorgegeven aan meer dan honderdduizend leerlingen, in Nederland, in Indonesië en Zuid- Af rika. Ik wilde wel dat het er tienmaal meer geweest waren, want het echt vrouwelijke vak te leren van omgaan met schaar, naald en draad, is de beste levensverzekering die een meisje sluiten kan. Vijftien jaar was ik toen ik leerlin ge werd in het duurste Amsterdamse mode-paleisje op het Leidseplein; er mocht alleen Frans worden gespro ken en als er mevrouwen kwamen om door een face main de laatste modesnufjes te bekijken, werd er thee geserveerd door lakeién met kuit broeken en schoenen met zilveren ben er gebleven, tot op de vak school van vader een lerares ziek werd; met een lastig brok in mijn keel van zenuwen heb ik toen mijn eerste naailes gegeven. Hetzelfde brok zat nog in mijn keel, toen ik in dat jaar 1923 voor het eerst voor de Nederlandse Draadloze Om roep in Hilversum een naai-praatje begon. Ik was in die tijd het enige programmapunt van Willem Vogt's radio-probeersel, samen met Vaz Diaz, s Avonds kondigde Vogt zelf wat gramofoonplaatjes aan die allereerste plaatjes van Caruso en zo. Ik begon met een stuk of twintig leerlingen en vijf en twintig, jaar la ter volgden er vijftienduizend vrou wen en meisjes de radio-knip- en naai-eursus. Voor de oorlog werden de cursussen ook op de gramofoon- plaat opgenomen en naar Indonesië gestuurd, voor uitzending door de Nirom. De laatste cursus ging weg Tegen het laatste behoeft u niet op te zien, als u maar als volgt te werk gaat. Gebruik een dunne naald, bv. nr. 9, en ook dun machinegaren nr. 60. Draai de spanning losser en neem een kleine steek; daardoor wordt het stiksel rekbaar. Na het stikken legt u de naad open en stikt beide kanten zonder inslag op 3 a 4 mm. nog eens door. Zomen doet u het beste met een flanelsteekje. En nu de patroontjes! Het stip pellijntje in dat van het hemdje geeft de hals van het voorpand aan. ij het jongensbroekje werkt u de sluitkanten met een belegje als aan gegeven af. De beennaadjes worden gesloten, de middenachter- en voor naad tot het split eveneens. Desge wenst kunt u het kruis versterken door het volgens de stippellijntjes te voeren. Langs de bovenrand wordt een schuifzoom gemaakt, waardoor u elastiek haalt. Hetzelfde patroon kunt u voor een directoirtje gebrui ken. Alleen tekent u dan de midden- voorlijn, zoals hij in het midden van de sluitpat aangegeven staat. De Pijpjes krijgen, evenals de boven kant, een schuifzoom met elastiek. Vanzelfsprekend kunt u deze me delletjes ook van katoen of flanel maken. Voor de meisjes is het dan wel leuk, het hemdje met een kantje of siersteekje te garneren. ELLA BEZEMER. Kijk, dit is nu eigenlijk niet in de haak. Deze kolom had en- hele weken geleden moeten ver'-: schijnen. Toen stonden we alte- gader, tien millioen sterkaan., de vooravond van dé Dierendag, en had het mij dud gepast, mijn '-* stem te verheffen vn het koor van al degenen die in gevoel volle woorden de liefde tot het dier bezongen. Maar dat is nu zo akelig: dat kan ik niet. Met alle goede wil is het mij onmogelijk, om iets te gaan beweren, dat' voorge schreven, uitgeschreven óf op enigerlei wijze verplicht is ge steld. Dan rebelleert mijn trouwe vulpen en wordt op slag een steigerende dwarskop. Dan moet ik wel wachten tot het collectieve enthousiasme is weggeëbd, en kam het mij ge beuren, dat ik achteraf toch nog opeens een soort „esprit d'es- callier" krijg, waar mijn vulpen dan wel gestalte aan wil geven. Zo ook over die dierenmin. Op vier October behoef ik niet te proberen daar iets drage lijks over te berde te brengen. Doch op zes October heb ik het zó maar te pakken. Nu goed, een nabetrachting is altijd toch beter dan niets, en de dieren zelf zullen mij dat uitstel niet nageven. Nu moet n mij goed begrijpen: ik persoonlijk ben uitermate van dieren gecharmeerd. Ik heb er iets tegen om ze aan mijn hart te prangen en ik kan mij er ook onmogelijk in smeltende termen over uitlaten. Maar ik heb dikwijls hele gesprekken met hen gevoerd, en in het le ven ongelofelijk veel van hen geleerd. Dieren zijn, met bloe men en kinderen, de belang wekkendste voortbrengselen der schepping. Volivassen mensen bijvoor beeld kunnen het er op geen voeten of vamen na bij halen. Die zijn allang niet écht meer.. Die spreken anders dan zij den ken en leven in volslagen con flict met de natuur. Maar bloe men, dieren en kinderen, mits in ongerepte staat betrapt, ge dragen zich vólkomen logisch en verstandig, en varen daar in de regel zeer wel bij. Of hebt ooit een nerveuze 1 een overspannen poes of een pessimistisch kind gezien? Geen wonder dat die drie: de bloem,: hei. dier en het kind zo Volkomen bij elkaar passen en mits de bedorven volwassene daar óók al niet tussen komt in de grootste harmonie met elkaar leven. En evenwél is het broodnodig dat er in ons goed (dikwijls al te goed) georganiseerd land ein delijk eens een dierenwet komt. Want tot nu toe is het nauwe lijks strafbaar om een vrijwel weerloos en meestal doodon schuldig schepsel als een dier Kameraadschap der argelozen levend te verbranden, langzaam te verdrinken of anderszins met voorbedachten rade dood te martelen. Men moet van binnen wel er gens een vreemde constructie fout hebben om zoiets uit te ha- len. Het lijkt ook weinig ver dienstelijk om als grote kerel niet een gespierde soortgenoot van zes-voet-op-zijn-sokken li chamelijk letsel toe te brengen, maar voor dat doel zyn kracht te beproeven op een geitje of een kleine hond. Ik geloof ook niet, dat men dergelijke barba- rie kan afleren met boeten of zelfs met opsluiting; lichame lijke tuchtiging zou misschien tijdelijk, enige afschrik texveeg kunnen brengen. Wat eenmaal scheef gegroeid is, buigt men niet zo licht weer recht. Maar misschien dat het scheefgroeien te voorkomen is en daar zijn wij weer by het kind beland. Het kinddat vol gens het wijze spreekxooord de vader is van de man. Wie een kind in zijn argeloos heid niet vergiftigd, hem zoveel mogelijk in zijn natuurstaat laat: die van onbevangen ka meraadschap met al wat leeft zal bij het opgroeien geen ge voelvolle toespraken behoeven te houden over onze lieve vrien den, de dieren. Een kind, dat in een natuurlijke, wiet door haat en nijd vertroebelde sfeer is op gegroeid, noch met bedenke lijke voorvaderVijke karakter trekken bezwaardzal geen hond schoppen of een kikvors doodtrappen. Het zal hoogstens voorzeide hond ietwat onge makkelijk onder de arm sjorren om aan u te vertonen, of de kik ker in zyn broekzak naar de naastbyzjnde sloot vervoeren. Enigszins penibel voor de be trokkenen, maar volstrekt goe dig bedoeld. De beste dierenbescherming is dan ook nog altijd: de natuur lijke, laconieke vriendschap tus sen kind en dier ongerept te la ten. En alle belangstelling op dat terrein, hoe onhandig ook gedemonstreerd, zoals met hond en kikker bovengenoemd, op de juiste waarde te schatten en hoogstens voorzichtig te corri geren. Laat kind en dier maar op hun eigen manier met elk aar optrekken; in negen van de tien gevallen loopt het voor beide partijen zeer bevredigend af. Als u toch beslist iets doen wilt: geef het kind vanaf de eerste schooljaren zoveel aar dige, plezierige en vooral gui tige boeken over dieren te lezen, als u maar opschommelen kunt. Als mijn kolomniet zoetjesaan vol was geraakt, zou ik u op de valreep nog enige voortreffe lijke titels noemen. Nu wilt u deze van mij nog wel te goed houden: als Sinter klaas in zicht komt, is de tijd daarvoor misschien juist rijp. Tot zolang: mopper niet te hard over élke vleugeïlamm,e spreeuw of onooglijke zwerfkat, die de kinderen in uw keuken xoillen installeren. Het is de ka meraadschap der argelozen, en die is enig ongerief xoaard! SASKIA. in Mei 1940 en werd in het Verre Oosten nog uitgezonden, toen wij hier wel andere zorgen aan ons hoofd hadden. Ik heb nog Indische leerlin gen: Ambonese vrouwtjes, die ik op leid tot lerares, en die haar kennis doorgeven aan de meisjes en vrou wen in de Ambonezenkampen. Ook uit Zuid-Afrika kreeg ik radio-leerlingen en er zijn er zelfs een paar naar Nederland geko men, om bij my in Amsterdam verder te studeren. Ui heb nn scholen in alle provincies en in de grote steden. De leerlingetjes van net platteland zijn het degelykst en h,et ijverigst; de meisjes in de steden komen vaalt omdat ze op mode-ateliers carrière willen ma ken of omdat ze, door zelf te le ren naaien, zelfs uit een smalle beurs dan toch met de laatste mode mee kunnen doen. Toen ik vijf en twintig jaar naai les gegeven had, kreeg ik uit het he le land honderden bruidsfoto's ge stuurd van oud-leerlingen, die zelf haar bruidsjapon hadden gemaakt. Mijn meest succesvolle leerling is overigens een man: de jonge Jan Riksman, die 24 jaar oud is en uit Den Helder komt. Hij is vorig jaar in Parijs geweest en heeft er de helft van de collectie van het modehuis Charles Montaigne ontworpen; hij ;aat nu naar Rome, naar het mo- lehuis Schuberth. En mijn liefste leerling is ook een man; een invalide die al jaren bed legerig is en alleen zijn handen; kan gebruiken. Ik heb hem nooit ont moet, maar hij schreef me dat hij met de luidspreker naast zijn bed had leren naaien, en dat hg sindsdien alle jurken en mantels vóór zijn vrouw en zijn dochters maakt," Hoe groter de sieraden, hoe moderner! Het zachte herfstweer, dat de na tuur ons de laatste weken schonk, heeft zjjn uitwerking ook op de Zeeuwse huisvrouw niet gemist: de najaarsschoonmaak woedt in alle he vigheid! Allerwege worden bedden, gordynen, kleden en kussens geklojpt en zo en passant inspecteert de huis vrouw, welke spulletjes voor repa ratie of vernieuwing in aanmerking komen. Het ene is verschoten, op het andere is zij „uitgekeken" en aangezien het najaar wel een geschikt tijdstip is om tot vernieuwingen in het interieur over te gaan gedurende de komen de winter speelt het gezinsleven zich immers grotendeels binnenskamers af! zal zij op een goede middag.de voordeur achter zich dicht trekken, en koers zetten naar de winkelstraten. Mèt de aankopen blijven ook dit maal bepaalde teleurstellingen niet uit. De mooie velours gordijnen bij voorbeeld, waarnaar zij diverse ma len verlangend heeft gekeken, alvo rens ze te kopen, blijken na thuis komst tot haar gróte schrik helemaal niet te kleuren bij de bekleding van haar meubeltjes. Het begeerde divan kleed met het ingewikkelde patroon lijkt schreeuwend druk in haar kamer, omdat daar een vloerkleed met een ook nogal levendig patroon ligt. Dt kleur rood van het tafelkleed blijkt te „vloeken" tegen het rood van de stoel- bekleding, die juist een nuance lich ter of donkerder is... Dat zijn kleine geniepige teleurstel lingen, waardoor zij dan vaak meei verdriet dan 'plezier van haar kost bare aankopen heeft. Desillusies, die ze echter had kunnen voorkomen, door zich tevoren goed in haar hoofd te prenten, dat men bij het kopen van meubelen of meubeltextiel niet direct moet denken „Vind ik dat mooi?", maar zich in de eerste plaats moet af vragen: „Past dat bg mijn overige spulletjes?" Door maar klakkeloos te kopen, wat zy mooi en goed van kwaliteit vindt, zal de kooplustige huisvrouw op een gegeven moment in een huiskamer zetelen, waarin alle denkbare patroon tjes verzameld zijn, van lengtestrepen via bloemen tot dwarsstrepen en ba tikpatronen! Van de rustige sfeer, die in de woonkamer, waar alle gezins leden na gedane arbeid komen uit blazen, toch wel een vereiste is, blijft op die manier weinig over. Om u een paar tips te geven: een effen vloerbedekking waarborgt altijd een zekere rust in het vertrek. Op zo'n effen ondergrond kunnen heel goed meubels met gebloemde bekleding ge zet worden, terwijl ook de gordynen of de tafelkleden wel een „werkje" mogen vertonen. In het omgekeerde geval echter, namelyk wanneer u een vloerbedekking hebt met „sprekende" motieven, doet u er verstandig aan, om in elk geval de gordijnen en de meubelstoffering, en liefst ook de ta felkleden en een eventueel divankleed zoveel mogelijk effen te houden. Bij het moderne meubilair daarentegen, dat zo vaak met lichte, rustige textiel gestoffeerd is, kunnen we heel goed een fleurig gestreept of gebloemd gor dijn ophangen. Met wat aanleg, goede smaak èn goede wil zal de doorsnee-huisvrouw er ongetwijfeld wel in slagen, de juis te verhoudingen te vinden. Mits zy zich by haar aankopen niet blind staart op het fraaie uiterlijk alléén van het geëtaleerde, maar zich vóór alles afvraagt: „Past het in mjjn ka mers Kleurt het bij mijn vloerkleed, bij de gordynen, bij de bekleding van mijn stoeltjes?" Op deze manier zal zij geen wrange nasmaak beleven van haar najaarsinkopen De bijou's die de grote modecentra voor de komende winter lanceren, val len in de eerste plaatsop door hun grootte. Dat ziet u op bovenstaand plaatje zowel aan de zwartfluwelen, met pareltjes bezette vlinder, die het bovenste avondkapje versiert, als aan de gevlochten armband van metaal en namaak-edélstenen welke over de lan ge handschoen gedragen wordt, die bij het avondkapje hoort. De halsver siering van de txoeede mannequin be staat uit een brede krans vaxi na- maak-edelsteentjes in bloemmotief en is speciaal ontworpen, om een laag- uitgesneden avondtoilet te complete ren. De derde marmeqwn draagt een sportieve halsketting geïnspireerd op een hondenhalsband! De grote oor ringen tenslotte zijn dit jaar groter dan ooit, meestal glad, doch dikwijls ook versierd met parels of imitatie juwelen. (Advertentie) een verstandige vrouw koopt uitsluitend gemitiniseerde j wol en wolgoedêè 'f' .AUTItr

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 6