Zeeland oud... ZEELAND NIEUW! De windepijlstaart is een der zeldzaamste vlinders r 3 SPANJE LIJDT ERNSTIG ONDER EEN HARDNEKKIGE DROOGTE JAN VAN ZUTPHEN (90 JAAR) NOG ALTIJD ACTIEF uenwMK 10 PROVIN 01 ALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953. EEN MERKWAARDIG DIERTJE. Met fraaie, in elkaar vloeiende, zachtekleuren De naam „pijlstaart" moet wel op een bijzondere manier het volk aan spreken. We hebben niet minder dan drie pijlstaarten onder de dieren, welke in ons kleine landje voorkomen, te weten: de pijlstaartrog, de pijl staarteend en de pijlstaartrnps. Behorende tot drie elkaar volkomen vreem de diergroepen: de vissen, de vogels en de insecten. Wat de pijlstaartrupsen betreft moet daaraan worden toegevoegd, dat er meerdere soorten bestaan, die dus elk voor zich een andere vlinder op leveren. ter verrast werd met een pop van de betreffende vlinder. Ook die pop is merkwaardig. De meeste vlindersoorten laten in de poptoestand is de bruine pophuid wel de toekomstige delen van hun vlinderlichaam zien, maar deze om sluit als één geheel de zich ontwik kelende vlinder. Aan de pop van de windepijlstaart vinden we als uitzon dering op de regel een aparte sche de voor de lange vlindertong. In verband daarmee is ook de kop dui delijker zichtbaar en vooral de gro te ogen. Mocht men een pop vinden, die deze gebogen slurfhouder draagt, dan is men zeker, dat daaruit een Winde- pijlstaart moet verschijnen. Wel draagt ook de pop van de liguster pijlstaart een slurfje, maar dit hangt recht naar beneden en is veel klei ner. Herfstvlinder De in de nazomer gevonden pop pen kunnen nog uitkomen. Men zegt echter, dat deze he'rfstvlinders on vruchtbaar zjjn. Vermoedelijk staat dit in verband met het feit, dat de Windepijlstaarten trekvlinders zjjn, die met warme luchtstromingen bin nenvallen; in ons kille klimaat zou- Dat woordje „pijl" in de samenstel ling moet men met een korreltje zout nemen, de rupsen hebben niet eens een kenteken in de vorm, waarin we ons een „pijl" voorstellen. Ze dragen op het achterlijf een gekromde doorn. Bjj de rups van de doodshoofd vlinder is het zelfs niet eens meer een scherpe doorn, eerder een kor relig, licht gebogen stokje. Wat wjjzer worden we, als we den ken aan de vorm van de vlinders. Al deze hebben inderdaad zeer pun- door BAREND ZWERFMANS. tige achterlijven, bovendien staande vleugels als ze bjjna dichtgevouwen zijn in de vorm van een pijlpunt. Al deze vlinders behoren tot de nachtvlinders, maar worden meest schemeringvlinders genoemd. Men krijgt ze zelden te zien en veel min der nog in handen. Jammer, want ze hebben in hun vleugels bijzonder fraaie patronen van in elkaar vloei ende, zachte kleuren. Het zijn de vlinders van de pastel-tinten. Een vlinderliefhebber vindt het al tijd aardig de gedoomde rupsen op te kweken. Het vereist enige zorg, want er komt aarde bij te pas. De rupsen verlaten de voedselplanten om in de bodem te verpoppen en het is moeilijk binnenshuis de natuur na te bootsen. W indepijlstaart In September als de aardappelen worden gerooid, wordt de bodem over een grote oppervlakte omgewoeld. Dan Icomen er rupsen en poppen voor de dag, die door hun grootte of hun vreemde vorm de mensen aan het denken zetten. Een van de pijlstaartvlinders, die merkwaardig rupsen en poppen le vert, is onze grootste: de Windepijl staart. Evenals de rups van de Doodshoofdvlinder heeft de rups van de Windepijlstaart geen vaste kleur. Er zjjn er, waarvan de hoofdkleur ligt in 't groen, en andere met als hoofdkleur grauw. Echt grauw, een onbestemde tint, die eer aan vuil, dan aan kleur wordt toegeschreven. Het merkwaardigste is wel, dat men uit deze verschillende rupsen volko men geljjke vlinders verkrijgt. En dat nog wel, terwjjl de groene kleur vergezeld wordt door een bijbehoren de strepentekening, terwjjl de grau we in heel andere patronen over het rupsenlichaam ligt. Zodat men dan ook beide rupsenvormen af moet beelden in de vlinderboeken; men herkent de groene vorm niet, als men gewend is aan de grauwe. Zwerfmans was zo gelukkig, dit jaar kennis te maken met de grauwe vorm, terwijl hij een paar dagen la- Vrouwen gewond door onvoorzichtige vaandrig Veertien dagen voorwaardelijke ge vangenisstraf en een boete van vijftig Salden, zag de 22-jarige dienstplieh- ge vaandrig A. A. S. zich opgelegd door de krijgsraad te Velde West. Hij had op 17 Juli buiten het militaire oefenterrein een oefengranaat laten ontploffen, waardoor enige in de buurt fietsende vrouwen kleine ver wondingen opliepen. De eist van de auditeur-militair tegen S. was een gevangenisstraf van drie weken. Maasstation in Rotterdam wordt opgeheven Zoals is gemeld zullen met de in voering van de nieuwe winterdienst- regeling op 4 October a.s. de treinen RotterdamUtrecht en verder rich ting Groningen, Enschede, Nijmegen of Maastricht niet meer aankomen of vertrekken van het Maas-station, maar van 't D.P.-station, dat van die dag af Rotterdam C.S. zal heten. Het Maasstation wordt opgeheven. 9 Donderdag is te Lausanne de vroegere Spaanse ambassadeur te Londen en ex- minister van buitenlandse zaken van Spanje de Hertog van Alva op 75-jarige leeftijd overleden De Spaanse edelman had zeven hertogelijke titels, was 14 maal markies en 19 maal graaf. LEGE STUWMEREN GEEN STROOM Twee millioen ton graan en veevoer moeten ingevoerd worden Van iedere vjjf jaar zjjn er in Spanje drie droge jaren. Het jaar 1953 zal in de geschiedenis genoteerd blijven ais een bijzonder hardnekkig droogtejaar. Het is begonnen met een veel te warm voorjaar, waardoor in Aragon het zaad vernietigd werd. Het houdt In September nog steeds aan met maxi mum dagtemperaturen van 88 tot 41 graden. In de laatste twee maanden is er met uitzondering van enkele verspreide onweersbuien geen regen gevallen. De stuwmeren van Midden-Spanje zijn bijna leeg. De stuwmeren van de rivieren Jocar, Tajo en Alberehe konden slechts een kwart van het gemiddelde jaarvolnme aan water vergaren; ze bevatten op het ogenblik minder dan vijf procent van hun bevattingsvermogen! De gevolgen daarvan krijgt iedere bewoner van Spanje aan den lijve te ondervinden. Het minste is nog, daf gedurende vier dagen van de week van drie uur 's morgens tot acht uur 's avonds de lichtstroom uitge schakeld wordt. Op het platteland zijn deze stroomloze tijden nog lan ger, zodat er net 2 3 uur zijn, dat men ander licht heeft dan dat van de sterren, de maan en de voorvader lijke petroleumpitjes. In de steden Is iedere lichtreclame verboden en de straatverlichting tot het uiterste be perkt. De liften van de wolkenkrab bers, de koelkasten en de luchtver versingsinstallaties in de bioscopen werken niet. Er is maar één voor deel aan verbonden: de aan lawaai fewende Spanjaarden kunnen nu niet hele dag him luidsprekers laten galmen! Maar de economische gevolgen zijn heel ernstig. Om niet al te veel on rust te wekken, melden de kranten: „Het oogstjaar is slecht, maar het is geen ramp" Toch Is het onvermij delijk gebleken een millioen ton graan en een millioen ton veevoer in ïe voeren, Want de oogst van Ara gon ls totaal mislukt. Malaga, Gra nada en Almeria schrijven over een zeer slechte oogst; in Oud-Castillië is er maar weinig van terechtgekomen. Alleen ln het Westen van Andalusië lean men enigszins tevreden zijn. De veeboeren zien de toekomst zeer som ber in: er blijft hun niets anders over dan hun stallen tegen elke prrjs leeg te maken. De buitengewoon moei zaam en zorgvuldig geprojecteerde kunstmatige bevlooiing functionneert niet door gebrek aan grondstof en stroom, waarmee het water van an dere plaatsen en uit de diepte ge haald zou kunnen worden. Alleen het stroombed van de bo- ven-Ebro en het net van de stuwme ren in het Noordwesten van het land zrjn nog in staat stroom te le veren: hiervan ls letterlijk de electri- citeitsvoorziening van het hele ove rige land afhankelijk. Alleen in 1949 en 1950 was Spanje er nog slechter aan toe wat de water- en electriei- teitsvoorziening betreft. Als het mor gen zou regenen, dan zouden niet al leen de kinderen, maar ook niet wei nig volwassenen van vreugde begin nen te dansen en te zingen! den de rupsen niet voldoende tot ontwikkeling kunnen komen. De Windepijlstaart zelf is een ro- buste vlinder. In rusttoestand geheel grijs, maar wanneer hij de vleugels opent komt het fraaie rood en zwart gestreepte achterlijf voor de dag. Dit plotseling te voorschijn komen van helle kleuren schijnt een af schrikkende werking uit te oefenen op vijanden. De lange tong stelt de vlinder in staat zeer diepliggende honing te bereiken, zodat-windepijlstaarten bij voorkeur bloemen met lange kelken bezoeken. In dit opzicht wordt voor-1 al de tabaksplant genoemd als ho- ningleverancier. De teelt van tabak in de oorlogsjaren heeft wel een vermeerdering van de vlinder ge bracht, maar 't is nog de vraag of deze bloemen niet slechts de heïd tot vangen hebben vergroot] De voederplant bij uitstek is de winde en de akkerwinde komt in voldoende hoeveelheid als onkruid voor om een regelmatige vlinder stand te kunnen onderhouden, als dit slechts mogelijk was in ons klimaat. Al met al, de geheel grijs gevleu gelde Herse couvolvuli leeft zeer ver borgen en enkel de landarbeiders zouden in staat zijn ons iets over het veel of minder veelvuldig voorkomen van het insect in te lichten. Zij im mers vinden de poppen. Welnu moch ten zij er vinden dan stelt de afbeel ding hen in staat met zekerheid de naam vast te stellen en weten zij althans welk een interessante pop zij in de hand houden. T.B.C.-BESTRIJDING Een gemeenschappelijke plicht (Van onze speciale verslaggever) HILVERSUM, SEPTEMBER Wanneer men de wat onstuimige Jan van Zutphen omtrent het begin van deze eeuw gezegd zou hebben, dat er in 1953 voor hem een ere-comité opgericht zou worden, waarvan onze lands vrouwe de beschermvrouwe zou zijn. en waarin acht ministers, vele Kamer leden en burgemeesters en een ontelbaar aantal andere prominenten uit heel het land zitting zouden hebben, dan zou hg tien tegen één de zegsman van dat sprookje smakelijk uitgelachen hebben. Ome Jan van Zutplf-^ 0 De minister van justitie heeft het wen selijk geacht op deskundige wijze, te wor den voorgelicht met betrekking tot de noodzakelijke, bouwkundige voorzienin gen op het gebied van het gevangeniswe zen, hetzij door aanpassing van de be staande gevangenisgebouwen aan de hui dige eisen op penitentiair gebied, hetzij door andere aan die eisen tegemoetko mende voorzieningen. Hij heeft met dat doel een studie-commissie ingesteld. Nu is het 1953 en dat verschrik kelijk dure ere-comité is er voor dat strijdvaardige mannetje uit het begin van deze eeuw. Want Ome Jan van Zutphen wordt 7 October 90 jaar. En van dat feit wordt een nationale manifestatie gemaakt. Niet ter meer dere glorie van deze negentigjarige. De eerste, die in dat geval zijn mede werking geweigerd zou hebben, zou Jan van Zutphen zelf zijn geweest. Het geschiedt alles alleen ter meer dere glorie van het doel, dat deze no bele mens zich in het leven gekozen heeft en waarvoor hij nog dagelijks in het strijdperk staat: de strijd te gen de sluipende volksvijand der tu berculose, die wel aanzienlijk^ is te ruggedrongen, maar toch altijd nog aandacht eist. Ome Jan van Zutphen zou Ome Jan van Zutphen niet geweest zijn wan neer hij zich bij dit alles bescheiden op de achtergrond gehouden zou heb- De oude en de nieuwe Kerk „Weshalve wil Ulieden ge- „strengelijk verbieden om lm „den vervolge nog vogels, hondenkonijnen, of ander fri- „vool gedierte mee ter Ker- „ke te brengen, waardoor de „godsdienstoefening wordt ver- ..stoord en het ziéleheil der ge lovigen in ernstig gevaar „wordt gebracht." Met deze woorden ongeveer moest een bisschop zijn kudde vermanen in de tijd, dat de oude Kerk te Ellewoutsdijk werd gebouwd. Of het veel hielp De edele Vrouwe bracht haar schoot hondje mee, de edele Heer kerkte met de valk op de vuist, als hem dat zo uitkwam, en de bisschop was ver weg; wie zou het hun hebben kunnen verhin deren? We weten het niet, of het nu precies in het oude Els- dijk (of Elfsdijk) óók zo ge weest is, maar uit deze tijd in ieder geval stamde de oude Kerk, er is eens 'n jaartal van lJfOS gevonden. Ze heeft geleefd, ze is jong geweest in de tijd dat Jan van Eyck de aanbidding van 't Lam schilderde. In de tijd, dat Karei de Stoute sneuvelde tegen de Zwitserse boeren bij Nancy. In de tijd, dat Jeroen Bosch zijn helse verhalen deed en dat Lorenzo de Medici heer ste over Florence. Zuidenwind aTlemaal! Zeker, we zijn hier in Zeeland altijd nogal nuchter en modderig geweest; de eeuwige strijd met 't water noopte daar wel toe en de Elsdjjkse wate ring stond, door zijn „menig- „vüldighe en zwaare grondbra- „Icen bekend als de gevaarlfijk- „ste en kostelijkste van alle de „wateringhen des Eilands", toren en kerk van Koudorpe zijn er als zinksteen bi verdwenen <v wt niettemin heeft hier de Zui denwind gewaaid als op zc "e Vla o vele ■ML.-. i als op plekken in Zeeland, c. wind, en het Kerkje had er een vleug van, het was een voor beeld van Schélde-gothiék. Wat dat nu was, weten we óók niet zo heel precies, maar het moet een vroeg, Vlaams soort gothiek geweest zijn, dat zijn Romaanse herinneringen nog niet héle maal kwijt was, en er sohijnt niet te veel meer van over te zijn hier; bouwmeesters vonden het nogal merkwaardig, dat Kerkje. Zuidenwind" zeggen ioij, die géén bouwmeester zijn, en we proeven de zachtheid, de mildheid, de tofjsheid ervan in dit oude prentje. Een plaatsbe schrijver van een honderd jaar geleden noemde het een^steen- .--.np, f overblijfsel van een veel groter gebouw. Het gravuretje ver toont er nog de resten van in de omvangrijke steunberen van de achterkant, overschotten van het oude koor; de tegen woordige tijd heeft deze niet meer gekend. Wel goed dan: een steenklomp. Maar dan een goedige, waar de tijd, de his torie, de élementen alle jeug dige pedanterie aan ontnomen hadden, alle scherpe puntjes af geslepen: de Kerk van dit prentje heeft de natuurlijkheid van een stuk r.ots, de eenvoudi ge goedheid van gras en bomen, de souplesse van een oude hond, ze koestert zich in het zonnetje en droomt Ja, en de dingen, die zó van goedheid broos geworden zijn, die leven meestal niet lang meer. Wat dat voor moraal te, weten we niet, maar je ziet het vaak gebeuren. Zo ook hier, de oorlog heeft het aTlemaal radi- kaal verknoeid en opgeruimd. En daar staat dan dat jonge ding, pril en Imps en hóóg op de benen als een jong meidje en ze verdraagt zich nog m.aar nauwelijks met haar Mentor, de Toren, die wél niet van oudere datum, maar wél van oudere allure is en die daar ook recht op heeft, want hij mag het enige brokstuk Ouderdom dragen, dat er van het vorig bestel nog te overgebleven: de zware klok, mens name is Adriaan en die in 1523 is gegoten. In de oorlog verbleef hij een tijdlang op de bodemvan de Zuiderzee „such is life" voor torenklokken in deze troebele bijden maar hij hangt er weer! Het geeft die Toren een zéker overwicht, een zekere bezadiadheid, die het jonrte Kerkje non maar moeilijk zetten kan. .Meisje, meisje zon je baar wiVen zeggen: „je zdl nog he één en het ander moeten leren." O, we zullen er geen kwaad van zeggen, bet te 'n helder, klaar wakker Kerkje, het droomt geen soezele dromen als haar voorgangster, het heeft niets toevalligs, niets ongemoti veerds, niets dat dwaas of dom is en niemand zal het in zijn hoofd halen om bier een schoot hondje of konijn mee te bren gen. Het heeft de sereniteit van het zuiver uitgebalanceerde, van het klaar overwogene; het is een heel verstandig meisje, ze te nog mooi ook en er zit een goed kopje op, zou je loiuen zeggen, zoals je dat van sym pathieke meisjes zegt. Heel comfortabel en de centrale ver warming te keurig in orde. En tooh mogen we haar een zegenwens meegevenDeze: dat, als ze nu eens een dagje ouder wordt, ze een beetje van deze perfectie mag kwijt raken. Dat ze een beetje onredélijker worden mag, een beetje onge makkelijker. een beetje dom en gebrekkig misschien, een beetje soezélig en kinderlijk raar mis schien, maar dat ze daarmee dan óók wat binnenhalen mdg van de wijze mildheid van haar voorgangster. Oude dames kun nen wel eens nóg charmanter zijn dan jonge meisjes! De duiven zijn er alvast mee begonnen. Zó brandnieuw kan een Toren niet wezenzó de gelijk kan een kerkbestuur de Klankgaten niet met wreedaar dig kivvengaas afschutten, of de duiven vinden hun weg getje wel en daarmee het leven. 'Een pracht van een volgende stap zon het zijn, wanneer de Kerkvnnadii of de gulle Am bachtsheer? nu eens ter weers zijden van de ingang een deoe- liiJee kastanjeboom zou willen minuten. Want bomen, dat te vo geltjes en wat te ntt een Kerk zonder vogeltjes f J. C. v. 3. ben. Wis en waarachtig hij is niet bescheiden deze kaalhoofdige oude heer met de lange, witte vlasachtige baard. „Dat ben ik gelukkig nooit geweest!" durft hn zelfs te bewe ren. „Ik heb 'n patent op bedelarij. Pas bedelde ik nog 150.000,voor „De Hoop" bij elkaar," laat hg er sne dig op volgen. Het comité, dat Ome Jan in het prachtige sanatorium „Zonnestraal" bij de verzamelde persmensen zou in troduceren, stelde het geduld van deze temperamentvolle baas wat te lang op de proef. Althans naar de duidelijke Inzichten van de betrokkene zelf. Vitaal, Méér dan een uur, voordat hij de pers te woord zou staan, vingen we al een glimp op van zijn kaarsrechte ge stalte en markante kop. Het was hem eenvoudig onmogelijk stil te blijven afwachten, totdat het gezelschap zich bij hem zou voegen. Hg ging de wacht tijd doden met een rondje langs de driehonderd patiënten, die hier in de weldoende boslucht, verspreid over een terrein van niet minder dan 126 hectare, herstel zoeken voor hun ge schokte gezondheid. En toen zat hg dan eindelijk tegen over ons. Onbegrijpelijk vitaal. Als een lawine stortte hij zijn woordenvloed over ons uit. Een woordenvloed, die hij zo nu en dan kruidde met een kwinkslag. „Het Bijbelse woord voor diamant is Adamaa. Dat betekent de Ontembare", zei de oude baas. „Wanneer men het diamantstof door een microscoop be kijkt, merkt men hoe juist die bena ming is. Ieder stofje is een diamant gebleven. Scherp en hoekig." Scherp en hoekig. Ontembaar. Ome Jan van Zutphen is ondanks zijn negentig jaren nog altijd als dia mant. Flonkerend in oneindig aantal facetten. Nog altijd ontembaar. „Koningin Emma was de eerste uit de hoogste kringen van het land, die waarachtige belangstelling toonde voor de T.B.C. Zij gaf het Oranje Nas sau landgoed niet alleen als geschenk aan het volk ten behoeve van de T.B.C.-bestrijding, maar ook nog twee ton gouds, omdat ze wel begreep, dat je met een landgoed zonder gebouwen nog niets kunt beginnen. Ik ben er op m'n oude dag nog dankbaar voor," alus ome Jan. „Ik heb de naïeve hoop gehad, dat haai- voorbeeld doorde re gering zou worden gevolgd/Maar niks hoor. Kgkt u de landsbegroting van 190f> er maar eens op na. Daar staat 't ontstellende bedrag, de belachelijke som, ja schandelijke som van 10.000 uitgetrokken voor Je T.B.C.-bestrij ding. U begrijpt wel, dat me dat bui tengewoon heeft gehinderd. Daar heb ik dan ook een brochure over geschre ven. Die stuurde ik naar alle Kamer leden. Schaper en Van Kol zgn toen aan het pleiten gegaan. En waarach tig, de tien duizend gulden wei-den zo maar vijf-en-twintig mille. En Neder land is niet failliet gegaan in die da gen. Toen dat besluit gevallen was, is er een belangrijk" staatsman als De Savornin Lohman opgestaan. Met profetische zin heeft die door de Ka mer geroepen: „Nuf is er 25 mille ge voteerd. Het kunnen er wel millioenen worden." Millioen. Het zijn millioenen geworden. Jam mer genoeg nu pas. Toen echter was Nederland nog rijk. Als in die tijd mil lioenen waren uitgetrokken voor de T.B.C.-bestrijding, had die verschrik kelijke ziekte ingedamd kunnen wor den. Volgens dokter Piet Muntendam, de secretaris-generaal van Volksgezond heid, die straks een professoraat zal worden toegekend, komen er ieder jaar nog altijd 14.000 nieuwe patiënten bij. Dat was niet hodig geweest. Mil lioenen zjjn er thans vrijwillig voor bij elkaar gebtacht. Mijn ervaring is, dat een ziek gezin meer nodig heeft dan een gezond gezin. Honderden wrijven zich in de han den voor de 80% loon, die ze bij ziekte ontvangen. Ze zouden 120% van bun loon moeten ontvangen, willen ze niet voor een periode van armoede komen. Ik heb mijn arme vrouw na tien jaar lijden aan T.B.C. verloren. Acht jaar na haar dood was ik pas uit de schul den. Armoede gaat gepaard met ziekte in de arbeidersklasse. Wij heb ben de gemeenschappelijke plicht voor de zieken te doen wat nodig is. Het moest niet nodig zijn in een be schaafde maatschappij dat de vrouw uit werken moet gaan, als de man ziek wordt Dat ontwricht de gezinnen nog meer. Ik weet het, er zijn bezwaren tegen dit denkbeeld. De simulatie en de arbeidsschuw- heid. Twee afschuwelijke woorden. Ze betekenen parasiteren. Ik ben er van overtuigd, dat het gebeurt. Maar als er een gering percentage is, dat mis bruik maakt, moet het hele volk daar dan de dupe van worden? Wij zijn «reen volk met vleugeltjes. Maar on danks onze tekortkomingen kunnen we trots zijn op dat volk om zijn be langeloze offervaardigheid. Speciaal wat het geofferd heeft voor de T.B.C- bestrijding draagt dat kenmerk ln zich. Het stuivertje van de weduwe voor de teringlijders is gegeven alleen om anderen te helpen." 9 De schrijver Howard Fast heeft Woens dag in New York uit naam van de Jury te Moskou aan de zanger Paul Robeson de Stalinprijs overhandigd, die Robeson in December J.l. is toegekend, doch die hij niet in ontvangst kon nemen, daar hem een paspoort was geweigerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 12