Zeeland oud...
ZEELAND NIEUW!
De windepijlstaart is een der
zeldzaamste vlinders
r
3
SPANJE LIJDT ERNSTIG ONDER
EEN HARDNEKKIGE DROOGTE
JAN VAN ZUTPHEN (90 JAAR)
NOG ALTIJD ACTIEF
uenwMK
10
PROVIN 01 ALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953.
EEN MERKWAARDIG DIERTJE.
Met fraaie, in elkaar vloeiende,
zachtekleuren
De naam „pijlstaart" moet wel op een bijzondere manier het volk aan
spreken. We hebben niet minder dan drie pijlstaarten onder de dieren,
welke in ons kleine landje voorkomen, te weten: de pijlstaartrog, de pijl
staarteend en de pijlstaartrnps. Behorende tot drie elkaar volkomen vreem
de diergroepen: de vissen, de vogels en de insecten.
Wat de pijlstaartrupsen betreft moet daaraan worden toegevoegd, dat
er meerdere soorten bestaan, die dus elk voor zich een andere vlinder op
leveren.
ter verrast werd met een pop van
de betreffende vlinder.
Ook die pop is merkwaardig. De
meeste vlindersoorten laten in de
poptoestand is de bruine pophuid
wel de toekomstige delen van hun
vlinderlichaam zien, maar deze om
sluit als één geheel de zich ontwik
kelende vlinder. Aan de pop van de
windepijlstaart vinden we als uitzon
dering op de regel een aparte sche
de voor de lange vlindertong. In
verband daarmee is ook de kop dui
delijker zichtbaar en vooral de gro
te ogen.
Mocht men een pop vinden, die deze
gebogen slurfhouder draagt, dan is
men zeker, dat daaruit een Winde-
pijlstaart moet verschijnen. Wel
draagt ook de pop van de liguster
pijlstaart een slurfje, maar dit hangt
recht naar beneden en is veel klei
ner.
Herfstvlinder
De in de nazomer gevonden pop
pen kunnen nog uitkomen. Men zegt
echter, dat deze he'rfstvlinders on
vruchtbaar zjjn. Vermoedelijk staat
dit in verband met het feit, dat de
Windepijlstaarten trekvlinders zjjn,
die met warme luchtstromingen bin
nenvallen; in ons kille klimaat zou-
Dat woordje „pijl" in de samenstel
ling moet men met een korreltje zout
nemen, de rupsen hebben niet eens
een kenteken in de vorm, waarin we
ons een „pijl" voorstellen. Ze dragen
op het achterlijf een gekromde
doorn. Bjj de rups van de doodshoofd
vlinder is het zelfs niet eens meer
een scherpe doorn, eerder een kor
relig, licht gebogen stokje.
Wat wjjzer worden we, als we den
ken aan de vorm van de vlinders.
Al deze hebben inderdaad zeer pun-
door BAREND ZWERFMANS.
tige achterlijven, bovendien staande
vleugels als ze bjjna dichtgevouwen
zijn in de vorm van een pijlpunt.
Al deze vlinders behoren tot de
nachtvlinders, maar worden meest
schemeringvlinders genoemd. Men
krijgt ze zelden te zien en veel min
der nog in handen. Jammer, want
ze hebben in hun vleugels bijzonder
fraaie patronen van in elkaar vloei
ende, zachte kleuren. Het zijn de
vlinders van de pastel-tinten.
Een vlinderliefhebber vindt het al
tijd aardig de gedoomde rupsen op
te kweken. Het vereist enige zorg,
want er komt aarde bij te pas. De
rupsen verlaten de voedselplanten
om in de bodem te verpoppen en het
is moeilijk binnenshuis de natuur na
te bootsen.
W indepijlstaart
In September als de aardappelen
worden gerooid, wordt de bodem over
een grote oppervlakte omgewoeld.
Dan Icomen er rupsen en poppen voor
de dag, die door hun grootte of hun
vreemde vorm de mensen aan het
denken zetten.
Een van de pijlstaartvlinders, die
merkwaardig rupsen en poppen le
vert, is onze grootste: de Windepijl
staart. Evenals de rups van de
Doodshoofdvlinder heeft de rups van
de Windepijlstaart geen vaste kleur.
Er zjjn er, waarvan de hoofdkleur
ligt in 't groen, en andere met als
hoofdkleur grauw. Echt grauw, een
onbestemde tint, die eer aan vuil, dan
aan kleur wordt toegeschreven.
Het merkwaardigste is wel, dat men
uit deze verschillende rupsen volko
men geljjke vlinders verkrijgt. En
dat nog wel, terwjjl de groene kleur
vergezeld wordt door een bijbehoren
de strepentekening, terwjjl de grau
we in heel andere patronen over het
rupsenlichaam ligt. Zodat men dan
ook beide rupsenvormen af moet
beelden in de vlinderboeken; men
herkent de groene vorm niet, als men
gewend is aan de grauwe.
Zwerfmans was zo gelukkig, dit
jaar kennis te maken met de grauwe
vorm, terwijl hij een paar dagen la-
Vrouwen gewond door
onvoorzichtige vaandrig
Veertien dagen voorwaardelijke ge
vangenisstraf en een boete van vijftig
Salden, zag de 22-jarige dienstplieh-
ge vaandrig A. A. S. zich opgelegd
door de krijgsraad te Velde West. Hij
had op 17 Juli buiten het militaire
oefenterrein een oefengranaat laten
ontploffen, waardoor enige in de
buurt fietsende vrouwen kleine ver
wondingen opliepen.
De eist van de auditeur-militair
tegen S. was een gevangenisstraf van
drie weken.
Maasstation in Rotterdam
wordt opgeheven
Zoals is gemeld zullen met de in
voering van de nieuwe winterdienst-
regeling op 4 October a.s. de treinen
RotterdamUtrecht en verder rich
ting Groningen, Enschede, Nijmegen
of Maastricht niet meer aankomen
of vertrekken van het Maas-station,
maar van 't D.P.-station, dat van die
dag af Rotterdam C.S. zal heten.
Het Maasstation wordt opgeheven.
9 Donderdag is te Lausanne de vroegere
Spaanse ambassadeur te Londen en ex-
minister van buitenlandse zaken van
Spanje de Hertog van Alva op 75-jarige
leeftijd overleden De Spaanse edelman
had zeven hertogelijke titels, was 14 maal
markies en 19 maal graaf.
LEGE STUWMEREN GEEN STROOM
Twee millioen ton graan en veevoer moeten
ingevoerd worden
Van iedere vjjf jaar zjjn er in Spanje drie droge jaren. Het jaar 1953 zal in
de geschiedenis genoteerd blijven ais een bijzonder hardnekkig droogtejaar.
Het is begonnen met een veel te warm voorjaar, waardoor in Aragon het
zaad vernietigd werd. Het houdt In September nog steeds aan met maxi
mum dagtemperaturen van 88 tot 41 graden. In de laatste twee maanden
is er met uitzondering van enkele verspreide onweersbuien geen regen
gevallen. De stuwmeren van Midden-Spanje zijn bijna leeg. De stuwmeren
van de rivieren Jocar, Tajo en Alberehe konden slechts een kwart van het
gemiddelde jaarvolnme aan water vergaren; ze bevatten op het ogenblik
minder dan vijf procent van hun bevattingsvermogen!
De gevolgen daarvan krijgt iedere
bewoner van Spanje aan den lijve
te ondervinden. Het minste is nog,
daf gedurende vier dagen van de
week van drie uur 's morgens tot acht
uur 's avonds de lichtstroom uitge
schakeld wordt. Op het platteland
zijn deze stroomloze tijden nog lan
ger, zodat er net 2 3 uur zijn, dat
men ander licht heeft dan dat van
de sterren, de maan en de voorvader
lijke petroleumpitjes. In de steden Is
iedere lichtreclame verboden en de
straatverlichting tot het uiterste be
perkt. De liften van de wolkenkrab
bers, de koelkasten en de luchtver
versingsinstallaties in de bioscopen
werken niet. Er is maar één voor
deel aan verbonden: de aan lawaai
fewende Spanjaarden kunnen nu niet
hele dag him luidsprekers laten
galmen!
Maar de economische gevolgen zijn
heel ernstig. Om niet al te veel on
rust te wekken, melden de kranten:
„Het oogstjaar is slecht, maar het is
geen ramp" Toch Is het onvermij
delijk gebleken een millioen ton
graan en een millioen ton veevoer in
ïe voeren, Want de oogst van Ara
gon ls totaal mislukt. Malaga, Gra
nada en Almeria schrijven over een
zeer slechte oogst; in Oud-Castillië is
er maar weinig van terechtgekomen.
Alleen ln het Westen van Andalusië
lean men enigszins tevreden zijn. De
veeboeren zien de toekomst zeer som
ber in: er blijft hun niets anders over
dan hun stallen tegen elke prrjs leeg
te maken. De buitengewoon moei
zaam en zorgvuldig geprojecteerde
kunstmatige bevlooiing functionneert
niet door gebrek aan grondstof en
stroom, waarmee het water van an
dere plaatsen en uit de diepte ge
haald zou kunnen worden.
Alleen het stroombed van de bo-
ven-Ebro en het net van de stuwme
ren in het Noordwesten van het
land zrjn nog in staat stroom te le
veren: hiervan ls letterlijk de electri-
citeitsvoorziening van het hele ove
rige land afhankelijk. Alleen in 1949
en 1950 was Spanje er nog slechter
aan toe wat de water- en electriei-
teitsvoorziening betreft. Als het mor
gen zou regenen, dan zouden niet al
leen de kinderen, maar ook niet wei
nig volwassenen van vreugde begin
nen te dansen en te zingen!
den de rupsen niet voldoende tot
ontwikkeling kunnen komen.
De Windepijlstaart zelf is een ro-
buste vlinder. In rusttoestand geheel
grijs, maar wanneer hij de vleugels
opent komt het fraaie rood en zwart
gestreepte achterlijf voor de dag.
Dit plotseling te voorschijn komen
van helle kleuren schijnt een af
schrikkende werking uit te oefenen
op vijanden.
De lange tong stelt de vlinder in
staat zeer diepliggende honing te
bereiken, zodat-windepijlstaarten bij
voorkeur bloemen met lange kelken
bezoeken. In dit opzicht wordt voor-1
al de tabaksplant genoemd als ho-
ningleverancier. De teelt van tabak
in de oorlogsjaren heeft wel een
vermeerdering van de vlinder ge
bracht, maar 't is nog de vraag of
deze bloemen niet slechts de
heïd tot vangen hebben vergroot]
De voederplant bij uitstek is de
winde en de akkerwinde komt in
voldoende hoeveelheid als onkruid
voor om een regelmatige vlinder
stand te kunnen onderhouden, als dit
slechts mogelijk was in ons klimaat.
Al met al, de geheel grijs gevleu
gelde Herse couvolvuli leeft zeer ver
borgen en enkel de landarbeiders
zouden in staat zijn ons iets over het
veel of minder veelvuldig voorkomen
van het insect in te lichten. Zij im
mers vinden de poppen. Welnu moch
ten zij er vinden dan stelt de afbeel
ding hen in staat met zekerheid de
naam vast te stellen en weten zij
althans welk een interessante pop
zij in de hand houden.
T.B.C.-BESTRIJDING
Een gemeenschappelijke plicht
(Van onze speciale verslaggever)
HILVERSUM, SEPTEMBER Wanneer men de wat onstuimige Jan van
Zutphen omtrent het begin van deze eeuw gezegd zou hebben, dat er in
1953 voor hem een ere-comité opgericht zou worden, waarvan onze lands
vrouwe de beschermvrouwe zou zijn. en waarin acht ministers, vele Kamer
leden en burgemeesters en een ontelbaar aantal andere prominenten uit
heel het land zitting zouden hebben, dan zou hg tien tegen één de zegsman
van dat sprookje smakelijk uitgelachen hebben.
Ome Jan van Zutplf-^
0 De minister van justitie heeft het wen
selijk geacht op deskundige wijze, te wor
den voorgelicht met betrekking tot de
noodzakelijke, bouwkundige voorzienin
gen op het gebied van het gevangeniswe
zen, hetzij door aanpassing van de be
staande gevangenisgebouwen aan de hui
dige eisen op penitentiair gebied, hetzij
door andere aan die eisen tegemoetko
mende voorzieningen. Hij heeft met dat
doel een studie-commissie ingesteld.
Nu is het 1953 en dat verschrik
kelijk dure ere-comité is er voor dat
strijdvaardige mannetje uit het begin
van deze eeuw. Want Ome Jan van
Zutphen wordt 7 October 90 jaar.
En van dat feit wordt een nationale
manifestatie gemaakt. Niet ter meer
dere glorie van deze negentigjarige.
De eerste, die in dat geval zijn mede
werking geweigerd zou hebben, zou
Jan van Zutphen zelf zijn geweest.
Het geschiedt alles alleen ter meer
dere glorie van het doel, dat deze no
bele mens zich in het leven gekozen
heeft en waarvoor hij nog dagelijks
in het strijdperk staat: de strijd te
gen de sluipende volksvijand der tu
berculose, die wel aanzienlijk^ is te
ruggedrongen, maar toch altijd nog
aandacht eist.
Ome Jan van Zutphen zou Ome Jan
van Zutphen niet geweest zijn wan
neer hij zich bij dit alles bescheiden
op de achtergrond gehouden zou heb-
De oude en de
nieuwe Kerk
„Weshalve wil Ulieden ge-
„strengelijk verbieden om lm
„den vervolge nog vogels,
hondenkonijnen, of ander fri-
„vool gedierte mee ter Ker-
„ke te brengen, waardoor de
„godsdienstoefening wordt ver-
..stoord en het ziéleheil der ge
lovigen in ernstig gevaar
„wordt gebracht." Met deze
woorden ongeveer moest een
bisschop zijn kudde vermanen
in de tijd, dat de oude Kerk
te Ellewoutsdijk werd gebouwd.
Of het veel hielp De edele
Vrouwe bracht haar schoot
hondje mee, de edele Heer
kerkte met de valk op de vuist,
als hem dat zo uitkwam, en de
bisschop was ver weg; wie zou
het hun hebben kunnen verhin
deren? We weten het niet, of
het nu precies in het oude Els-
dijk (of Elfsdijk) óók zo ge
weest is, maar uit deze tijd in
ieder geval stamde de oude
Kerk, er is eens 'n jaartal van
lJfOS gevonden. Ze heeft geleefd,
ze is jong geweest in de tijd dat
Jan van Eyck de aanbidding
van 't Lam schilderde. In de tijd,
dat Karei de Stoute sneuvelde
tegen de Zwitserse boeren bij
Nancy. In de tijd, dat Jeroen
Bosch zijn helse verhalen deed
en dat Lorenzo de Medici heer
ste over Florence. Zuidenwind
aTlemaal! Zeker, we zijn hier in
Zeeland altijd nogal nuchter en
modderig geweest; de eeuwige
strijd met 't water noopte daar
wel toe en de Elsdjjkse wate
ring stond, door zijn „menig-
„vüldighe en zwaare grondbra-
„Icen bekend als de gevaarlfijk-
„ste en kostelijkste van alle de
„wateringhen des Eilands",
toren en kerk van Koudorpe zijn
er als zinksteen bi verdwenen
<v wt
niettemin heeft hier de Zui
denwind gewaaid als op zc
"e Vla
o vele
■ML.-. i als op
plekken in Zeeland, c.
wind, en het Kerkje had er een
vleug van, het was een voor
beeld van Schélde-gothiék. Wat
dat nu was, weten we óók niet
zo heel precies, maar het moet
een vroeg, Vlaams soort gothiek
geweest zijn, dat zijn Romaanse
herinneringen nog niet héle
maal kwijt was, en er sohijnt
niet te veel meer van over te
zijn hier; bouwmeesters vonden
het nogal merkwaardig, dat
Kerkje. Zuidenwind" zeggen
ioij, die géén bouwmeester zijn,
en we proeven de zachtheid, de
mildheid, de tofjsheid ervan in
dit oude prentje. Een plaatsbe
schrijver van een honderd jaar
geleden noemde het een^steen-
.--.np, f
overblijfsel van een veel groter
gebouw. Het gravuretje ver
toont er nog de resten van in
de omvangrijke steunberen van
de achterkant, overschotten
van het oude koor; de tegen
woordige tijd heeft deze niet
meer gekend. Wel goed dan:
een steenklomp. Maar dan een
goedige, waar de tijd, de his
torie, de élementen alle jeug
dige pedanterie aan ontnomen
hadden, alle scherpe puntjes af
geslepen: de Kerk van dit
prentje heeft de natuurlijkheid
van een stuk r.ots, de eenvoudi
ge goedheid van gras en bomen,
de souplesse van een oude hond,
ze koestert zich in het zonnetje
en droomt
Ja, en de dingen, die zó van
goedheid broos geworden zijn,
die leven meestal niet lang
meer. Wat dat voor moraal te,
weten we niet, maar je ziet het
vaak gebeuren. Zo ook hier, de
oorlog heeft het aTlemaal radi-
kaal verknoeid en opgeruimd.
En daar staat dan dat jonge
ding, pril en Imps en hóóg op
de benen als een jong meidje
en ze verdraagt zich nog m.aar
nauwelijks met haar Mentor, de
Toren, die wél niet van oudere
datum, maar wél van oudere
allure is en die daar ook recht
op heeft, want hij mag het enige
brokstuk Ouderdom dragen, dat
er van het vorig bestel nog te
overgebleven: de zware klok,
mens name is Adriaan en die in
1523 is gegoten. In de oorlog
verbleef hij een tijdlang op de
bodemvan de Zuiderzee
„such is life" voor torenklokken
in deze troebele bijden maar
hij hangt er weer! Het geeft die
Toren een zéker overwicht, een
zekere bezadiadheid, die het
jonrte Kerkje non maar moeilijk
zetten kan. .Meisje, meisje
zon je baar wiVen zeggen: „je
zdl nog he één en het ander
moeten leren." O, we zullen er
geen kwaad van zeggen, bet te
'n helder, klaar wakker Kerkje,
het droomt geen soezele dromen
als haar voorgangster, het heeft
niets toevalligs, niets ongemoti
veerds, niets dat dwaas of dom
is en niemand zal het in zijn
hoofd halen om bier een schoot
hondje of konijn mee te bren
gen. Het heeft de sereniteit van
het zuiver uitgebalanceerde,
van het klaar overwogene; het
is een heel verstandig meisje, ze
te nog mooi ook en er zit een
goed kopje op, zou je loiuen
zeggen, zoals je dat van sym
pathieke meisjes zegt. Heel
comfortabel en de centrale ver
warming te keurig in orde.
En tooh mogen we haar een
zegenwens meegevenDeze:
dat, als ze nu eens een dagje
ouder wordt, ze een beetje van
deze perfectie mag kwijt raken.
Dat ze een beetje onredélijker
worden mag, een beetje onge
makkelijker. een beetje dom en
gebrekkig misschien, een beetje
soezélig en kinderlijk raar mis
schien, maar dat ze daarmee
dan óók wat binnenhalen mdg
van de wijze mildheid van haar
voorgangster. Oude dames kun
nen wel eens nóg charmanter
zijn dan jonge meisjes!
De duiven zijn er alvast mee
begonnen. Zó brandnieuw kan
een Toren niet wezenzó de
gelijk kan een kerkbestuur de
Klankgaten niet met wreedaar
dig kivvengaas afschutten, of
de duiven vinden hun weg
getje wel en daarmee het leven.
'Een pracht van een volgende
stap zon het zijn, wanneer de
Kerkvnnadii of de gulle Am
bachtsheer? nu eens ter weers
zijden van de ingang een deoe-
liiJee kastanjeboom zou willen
minuten. Want bomen, dat te vo
geltjes en wat te ntt een Kerk
zonder vogeltjes f
J. C. v. 3.
ben. Wis en waarachtig hij is niet
bescheiden deze kaalhoofdige oude
heer met de lange, witte vlasachtige
baard. „Dat ben ik gelukkig nooit
geweest!" durft hn zelfs te bewe
ren. „Ik heb 'n patent op bedelarij.
Pas bedelde ik nog 150.000,voor
„De Hoop" bij elkaar," laat hg er sne
dig op volgen.
Het comité, dat Ome Jan in het
prachtige sanatorium „Zonnestraal"
bij de verzamelde persmensen zou in
troduceren, stelde het geduld van deze
temperamentvolle baas wat te lang op
de proef. Althans naar de duidelijke
Inzichten van de betrokkene zelf.
Vitaal,
Méér dan een uur, voordat hij de
pers te woord zou staan, vingen we al
een glimp op van zijn kaarsrechte ge
stalte en markante kop. Het was hem
eenvoudig onmogelijk stil te blijven
afwachten, totdat het gezelschap zich
bij hem zou voegen. Hg ging de wacht
tijd doden met een rondje langs de
driehonderd patiënten, die hier in de
weldoende boslucht, verspreid over
een terrein van niet minder dan 126
hectare, herstel zoeken voor hun ge
schokte gezondheid.
En toen zat hg dan eindelijk tegen
over ons. Onbegrijpelijk vitaal. Als een
lawine stortte hij zijn woordenvloed
over ons uit. Een woordenvloed, die
hij zo nu en dan kruidde met een
kwinkslag.
„Het Bijbelse woord voor diamant is
Adamaa. Dat betekent de Ontembare",
zei de oude baas. „Wanneer men het
diamantstof door een microscoop be
kijkt, merkt men hoe juist die bena
ming is. Ieder stofje is een diamant
gebleven. Scherp en hoekig."
Scherp en hoekig. Ontembaar.
Ome Jan van Zutphen is ondanks
zijn negentig jaren nog altijd als dia
mant. Flonkerend in oneindig aantal
facetten. Nog altijd ontembaar.
„Koningin Emma was de eerste uit
de hoogste kringen van het land, die
waarachtige belangstelling toonde
voor de T.B.C. Zij gaf het Oranje Nas
sau landgoed niet alleen als geschenk
aan het volk ten behoeve van de
T.B.C.-bestrijding, maar ook nog twee
ton gouds, omdat ze wel begreep, dat
je met een landgoed zonder gebouwen
nog niets kunt beginnen. Ik ben er op
m'n oude dag nog dankbaar voor,"
alus ome Jan. „Ik heb de naïeve hoop
gehad, dat haai- voorbeeld doorde re
gering zou worden gevolgd/Maar niks
hoor. Kgkt u de landsbegroting van
190f> er maar eens op na. Daar staat
't ontstellende bedrag, de belachelijke
som, ja schandelijke som van 10.000
uitgetrokken voor Je T.B.C.-bestrij
ding. U begrijpt wel, dat me dat bui
tengewoon heeft gehinderd. Daar heb
ik dan ook een brochure over geschre
ven. Die stuurde ik naar alle Kamer
leden. Schaper en Van Kol zgn toen
aan het pleiten gegaan. En waarach
tig, de tien duizend gulden wei-den zo
maar vijf-en-twintig mille. En Neder
land is niet failliet gegaan in die da
gen.
Toen dat besluit gevallen was, is
er een belangrijk" staatsman als De
Savornin Lohman opgestaan. Met
profetische zin heeft die door de Ka
mer geroepen: „Nuf is er 25 mille ge
voteerd. Het kunnen er wel millioenen
worden."
Millioen.
Het zijn millioenen geworden. Jam
mer genoeg nu pas. Toen echter was
Nederland nog rijk. Als in die tijd mil
lioenen waren uitgetrokken voor de
T.B.C.-bestrijding, had die verschrik
kelijke ziekte ingedamd kunnen wor
den.
Volgens dokter Piet Muntendam, de
secretaris-generaal van Volksgezond
heid, die straks een professoraat zal
worden toegekend, komen er ieder
jaar nog altijd 14.000 nieuwe patiënten
bij. Dat was niet hodig geweest. Mil
lioenen zjjn er thans vrijwillig voor
bij elkaar gebtacht. Mijn ervaring is,
dat een ziek gezin meer nodig heeft
dan een gezond gezin.
Honderden wrijven zich in de han
den voor de 80% loon, die ze bij ziekte
ontvangen. Ze zouden 120% van bun
loon moeten ontvangen, willen ze niet
voor een periode van armoede komen.
Ik heb mijn arme vrouw na tien jaar
lijden aan T.B.C. verloren. Acht jaar
na haar dood was ik pas uit de schul
den. Armoede gaat gepaard met
ziekte in de arbeidersklasse. Wij heb
ben de gemeenschappelijke plicht voor
de zieken te doen wat nodig is.
Het moest niet nodig zijn in een be
schaafde maatschappij dat de vrouw
uit werken moet gaan, als de man ziek
wordt Dat ontwricht de gezinnen nog
meer.
Ik weet het, er zijn bezwaren tegen
dit denkbeeld.
De simulatie en de arbeidsschuw-
heid. Twee afschuwelijke woorden. Ze
betekenen parasiteren. Ik ben er van
overtuigd, dat het gebeurt. Maar als
er een gering percentage is, dat mis
bruik maakt, moet het hele volk daar
dan de dupe van worden? Wij zijn
«reen volk met vleugeltjes. Maar on
danks onze tekortkomingen kunnen
we trots zijn op dat volk om zijn be
langeloze offervaardigheid. Speciaal
wat het geofferd heeft voor de T.B.C-
bestrijding draagt dat kenmerk ln
zich. Het stuivertje van de weduwe
voor de teringlijders is gegeven alleen
om anderen te helpen."
9 De schrijver Howard Fast heeft Woens
dag in New York uit naam van de Jury
te Moskou aan de zanger Paul Robeson
de Stalinprijs overhandigd, die Robeson
in December J.l. is toegekend, doch die
hij niet in ontvangst kon nemen, daar
hem een paspoort was geweigerd.