C
Armoeleven in Tunis onder een
verzengende
zon
Emigratie kan Nederlandse
export bevorderen
EEN SCHRIFTVERVALSING UIT
DE ACHTTIENDE EEUW
ORGEL UIT NIEUWE KERK WAS
V0RSTEUJK GESCHENK
WOENSDAG 15 JULI 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
STREVEN NAAR ONAFHANKELIJKHEID.
Fransen trachten het land tot
ontwikkeling te brengen
PARIJS Wy brachten een bezoek aan de grote stuwdam, die de Fran
sen ergens op de grens tussen Tunis en Algiers aan het bouwen zijn. Mid
den in het kale, nu al door de zon verschroeide landschap lag een berg;
boven op die berg stond een stel fel witte huizen. De Franse ingenieur, die
aan het hoofd van een kleine duizend arbeiders staat, was in een paar jaar
geheel grys geworden. Vanwege de ontstellende hitte, die het leven zelfs
in het Noorden van Tunis schier ondragelyk maakt. Het grote probleem
in het Franse protectoraat Tunis, waar we een week hebben rondgezwor
ven, is dat van de droogte en dat van de hitte.
In het Zuiden van Tunis is het 's
zomers in de schaduw 60 graden,
waarna de temperatuur tegen drie
uur 's morgens tot onder het vries
punt daalt- Sinds het vorige jaar
Mei is er in totaal 2 cm water ge
vallen. Men kan er een hectare grond
voor 5 cent kopen. Maar groeien wil
er niets. Met een beetje water zou
men er de vruchtbaarste tuinen van
kunnen maken. Maar er is geen wa
ter. Mensen noch dieren kunnen er
leven. De Nomaden, die er achter
hun grote kudden koeien en schapen
en kamelen aantrekken, hebben zich
de laatste tijd steeds verder naar het
Noorden verplaatst. Op zoek naar
water. We hebben er tot vlak bij Tu
nis gezien. Reusachtige troepen ma
ger vee, uit India ingevoerde runde
ren (Nederlands vee kan er niet le
ven), kleine zielige zwarte schapen,
ezeltjes zo klein, aat je niet begrijpt,
dat er nog iemand op kan zitten en
verder grote trage kamelen, die
Een bewoonster van Zuid Tunis
spreekwoordelijk lang zonder water
kunnen leven.
De kudden worden gevolgd door
de Nomaden-stam, mooie donkere
[mensen, die ongeveer als zigeuners
gekleed zyn. Hun vrouwen zijn niet
gesluierd, in tegenstelling tot al de
andere Arabische vrouwen, die hun
gezicht onmiddellijk bedekken wan
neer zy een man zien. De Nomaden
wonen in grote, lage tenten. Zy heb
ben geen vaste woonplaats, maar la
ten hun vee bepalen waar ze heen zul
len gaan. De Fransen hebben wel ge
tracht kleine huizen voor hen te bou
wen om hen aan bepaalde stukken
land te binden. Eerst vonden de No
maden dat heel mooi. Maar toen de
Fransen een jaar later terugkwamen,
zagen ze, dat de cementen huisjes als
stal werden gebruikt en dat de No
maden weer onder hun tenten woon
den. Zij vonden die huisjes veel te las
tig. „Wanneer de grond er vuil is,
moet je hem gaan schoonmaken. In 'n
tent is dat veel gemakkelijker. Is de
grond vuil geworden, dan breek je je
tent af en je slaat hem een eindje ver
der weer op".
De enige manier om de Bedouïnen
aan de grond te binden Is te zorgen,
dat er water komt. Maar soms moet
men 400 tot 5000 meter boren voor
men water gevonden heeft. Een put
of een bron is de grootste rykdom,
die men zich in het Zuiden van Tunis
kan voorstellen.
De aanslagen.
Tunis is de laatste maanden het to
neel geweest van een hele serie aan
slagen. Dezer dagen nog werd de on
der-burgemeester van Tunis, de Ara
bier Kastalli, door een van zijn fana-
Het Japanse leger zal
uitgebreid worden.
D.e Ver. Staten overwegen het op
de been brengen van Japanse veilig
heidstroepen, die tenslotte 350.000
man zouden kunnen tellen, aldus
heeft de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken, Foster Dulles,
Maandag verklaard. Zijn verklaring
is door een woordvoerder van zijn
ministerie aan de pers medegedeeld.
Dulles legde er evenwel de nadruk
op, dat in deze kwestie de Japanse
regering en het Japanse volk moe
ten beslissen. Indien een besluit in
genoemde zin genomen zou worden,
zouden de Ver. Staten bereid zijn,
„in het belang van de collectieve
veiligheid van de vrije wereld, tot de
uitrusting van dergelijke troepen bij
te dragen".
tieke tegenstanders vermoord. Kom
je in het Franse protectoraat, dan
merk je ook duidelijk, dat de blanken
er, om het eens zacht te zeggen, niet
bijzonder geliefd meer zijn. In de Ara
bische wijken kun je bij het vallen
van de duisternis al niet meer komen.
De Neo Destour, die vooral in de
steden veel aanhang heeft, voert een
felle strijd om van Tunis een onaf
hankelijk land te maken. De leiders
van deze partij voeren in het buiten
land en vooral in Amerika een felle
propaganda tegen die „kolonialisti
sche Fransen". De leiders die in Tunis
gebleven zijn worden voor het groot
ste gedeelte in het Zuiden van Tunis
gevangen gehouden.
Toch geloof ik, dat het goed is,
wanneer men de politieke kant van
de problemen niet te zeer overdrijft.
Ik heb met erg veel Tunesiërs ge
sproken, die de misère in hun land
zeker niet alleen aan de Fransen ver
weten. Trouwens er wordt in heel
Noord Afrika zo verschrikkelijk veel
armoede geleden, dat het begrip mi
sère er iets vanzelfsprekends is ge
worden. En de toestand in Tunis is in
vele opzichten veel en veel beter dan
in b.v. Egypte of de Libanon.
Het is ook absoluut niet mogelijk
de situatie in dit door de zon ver
brande land naar Westerse maatsta
ven te beoordelen.
Wij vinden de Arabieren, die werke
lijk maar heel weinig werken en
eigenlijk het liefst in de schaduw lig
gen, lui- Maar zij weten veel te goed,
dat er met die warmte op de duur
niet te werken is. En zij slapen liever
wat op een koel plekje, dan dat ze
zich in de hitte vermoeien. Over geld
denken ze, vooral op het nog wel zeer
achterlijke platteland, ook heel an
ders dan wy. De zucht tot geldverdie-
nen bestaat er bijna niet. Geld bete
kent werken en dat doe je zo min mo
gelijk.
Heel de moeilijkheid schuilt mis
schien in het feit, dat de Europe
anen de Arabieren hun manier
van leven willen opdringen. Toen
de Fransen aan het einde van de
vorige eeuw Tunis tot hun pro
tectoraat maakten, gingen er in
totaal 3000 kinderen naar school.
Nu zijn het er 250.000 (van de
700.000). Maar de meeste Ara
bieren zien niet in, dat zij in de
eerste plaats voor zichzelf leren
lezen en schrijven. Zodra zij de
lagere school met goed gevolg
hebben afgelopen, vinden zij dat
zij nu automatisch recht hebben
op een bureaubaantje. Om de
grond te bewerken hadden ze
toch echt niet zulke geleerde stu
dies behoeven te maken.
Agrarisch land.
Tunis is in de eerste plaats een ag
rarisch land, dat met zijn sterk groei
ende bevolking moet zien te leven van
het graan, de olijven, de dadels en de
citroenen. Men rekent, dat er in dit
uitgestrekte land nog 'n millioen hec
tare te bebouwen grond is. Maar dit
land moet bebouwbaar gemaakt wor
den en dat vergt zwaai- werk. waar
de Arabieren het vanwege de hitte
niet op begrepen hebben. De Fransen
trachten hier zoveel mogelijk bij te
helpen. Zij boren putten, bouwen
stuwdammen, die kunstmatige me
ren vormen, waarmede men nieuw
land kan irrigeren. Maar zij vinden,
dat de Arabieren zelf niet in staat
zijn om de gehele leiding van hun
land over te nemen, dat de Tunesi
sche grootgrondbezitters hun perso
neel veel erger uitbuiten dan zy zelf
en dat het nog jaren zal duren voor
het begrip democratie in Tunis is
doorgedrongen.
Dat zij van deze situatie profiteren
door nagenoeg alle macht In eigen
handen te houden is een verwijt, dat
niet geheel tegen tc spreken is. Dat
zij zelf de beste grond bezitten en dat
aileen de Tunesiërs die hun gunstig
gezind zijn, de goede baantjes krygen,
valt ook niet te ontkennen. Maar dat
het Franse bestuur er naar streeft
het levensniveau van de Tunesiërs te
verhogen, dat heeft onze Tunesische
reis ons ook wel duidelijk getoond.
TunisTypisch Tunesisch huis
het platteland.
Parlementaire familie
in Zuid-Afrika
(Van onze correspondent in Kaapstad).
De nieuwe Volksraad van Zuid-Afri
ka zal de voorzitter en zijn secretaris
sen een grote moeilijkheid opleveren:
er zijn zes „achtbare leden" die de
naam Du Plessis dragen. Alle zes zijn
ze afkomstig van de Hugenoten, alle
zes behoren zij tot de Nationale Partij
en alle zes zijn ze ongeveer even groot.
Alle zes hebben ze tegelijk de eed van
trouw afgelegd, zodat ze alle zes onder
elkaar staan ingeschreven in het par
lementaire stemregister: zesmaal Du
Plessis! En tot overmaat van ramp
hebben zij zes plaatsen naast elkaar ge
kregen, een soort parlementaire fami-
liebank, welker bezetting natuurlijk in
de eerste tijd tot de zotste verwarrin
gen aanleiding moet geven. De heren
hebben al gedreigd, dat ze sterk ge
noeg zijn om een eigen partij te vor
men, Hun voorlopig partijprogram
heeft maar één artikel: Versterking
van het geslacht Du Plessis!
Ambtenaren van de P.T.T. in Tilburg
hebben 4 clandestiene zenders opge
spoord, die misbruik maakten van Bel
gische roepletters. Tegen de bezitters
werd proces-verbaal opgemaakt. De ap
paratuur werd in beslag genomen.
CULTUREEL EN ECONOMISCH CONTACT.
Vertrek van emigranten behoeft
geen verlies te zijn
Prins Bernhard heeft enige tijd geleden voor de Nederlandse Maat
schappij voor Nyverheid en Handel te Dordrecht een korte openingsin
leiding gehouden, waarin hy erop wees, dat de emigratie nog vaak met
verkeerde ogen wordt gezien. Maar al te dikwijls wekt men by het bui
tenland de indruk dat wy Nederlanders blij zouden zijn ons bevolkings-
surplus kwyt te raken. Nu is er wel degelijk sprake van een surplus, doch
van een waardevol surplus, dat het bevolkingstekort en inzonderheid het
tekort aan geschoolde arbeidskrachten in onderbevolkte gebieden kan
aanvullen.
Tot zover Prins Bernhard, die ons
met zijn woorden in zekere zin een
hart onder de riem heeft gestoken,
want inderdaad, onze visie op het
emigratieprobleem is vaak te défai-
tistisch geweest. Kon men niet aller
wegen de klacht vernemen, dat wy
vele millioenen ten koste leggen aan
het onderwijs en aan de opvoeding
door dr. F. J. KROP.
van de kinderen, die mettertijd ons
land als emigranten zullen verlaten?
En daarbij werd nog gewezen op de
uitzonderlijk hoge belastingen die ter
bestrijding van deze nutteloze kosten
worden geheven.
„Wij financieren het buitenland
met deze dwaze handelwijze", hoor
de men dikwijls beweren, uit welke
bewering toch wel bleek, dat men
het nut van de emigratie voor het
buitenland onderkende.
AFZET PROBLEEM.
Nu gaan wij dit nut als het ware
vooropstellen en verbinden daaraan
nog een andere gedachte, samen
hangend met onze economische po-
de wereld. Zal Nederland zich
sitie im
op de duur kunnen handhaven, dan
zal het blijvend goederen en diensten
moeten exporteren. Op het ogenblik
is het afzetprobleem nog niet zo'n
nijpend probleem, doch het komt
weer op, nu Duitsland en Japan weer
als geduchte concurrenten op de
markt komen. Onze lage lonen en
dientengevolge onze lage exportpry-
zen helpen ons vandaag de dag nog,
doch weldra zullen wy niet meer de
goedkoopste natie van de wereld
zyn. Hoe zullen wij onze export
handhaven? Het antwoord luidt nu:
met behulp van onze emigranten!
VOORDEEL.
Op welke wijze kunnen onze emi
granten ons van dienst zijn Zy zul
len onze goodwill in het buitenland
bevorderen, zy zullen door hun plaat
selijke kennis de wegwijzers voor
onze exporteurs vormen en zij zullen
de Nederlandse consumptiegewoon
ten verbreiden, niet alleen door hun
nakomelingschap, doch ook door him
contact met de niet-Nederlanders
overzee. Een klein voorbeeld daar
van leveren de Verenigde Staten van
Noord Amerika, in welk land wij
sinds jaren onze typisch eigen pro
ducten zoals haring, kaas, jenever en
bier hebben geïntroduceerd. Deze
producten worden alom door de in
Noord Amerika gevestigde voorma-
voorzover ook andere bevolkingsgroe
pen der Amerikaanse smeltpot van
deze producten genieten, is het door
contact met de Nederlanders.
NADEEL.
Dit lijkt heel mooi, doch er zyn
net zo goed voorbeelden aan te wij
zen, dat de emigratie van Neder
landers leidt tot een bedreiging van
onze export. In de jongste oorlog
b.v. zyn de van oorsprong Neder
landse boeren in de Amerikaanse
staat Wisconsin met de productie
van Goudse- en van Edammer kaas
begonnen. In Argentinië werd door
voormalige Nederlanders onze jene
ver nagemaakt en de Nederlandse
bollenkwekers hebben in Noord-
Amerika een inheemse bollencultuur
gesticht. Indien wij dus in een ge
schoolde arbeidskracht 27.000 in
vesteren, aleer hy als emigrant wordt
uitgezonden, dan is het lang niet
zeker, dat wij dit niet geringe be
drag met rente terugbetaald kry
gen; integendeel, het is heel goed
mogelijk dat zo'n emigrant ons nog
ettelijke millioenen schade berokkent
ook.
CONTACT.
Doch laat ons niet te somber zyn;
wellicht valt er iets te bereiken, in
dien wij contact met onze geëmi
greerde landgenoten onderhouden en
hen erop wijzen, dat het voormalige
moederland zoveel goeds voor hen
gedaan heeft, dat zy aan de overzij
de van de oceaan moreel verplicht
zyn het moederland te steunen.
Accoord, deze steun heeft zich
vlak na de oorlog overal gemanifes
teerd; ieder, die overzeese familie
had kon op iets rekenen en trouwens
ons gehele volk heeft op ruime
schaal van overzeese „charity" ge
profiteerd. Wy moeten onze emigran
ten cultureel en economisch steunen,
zoals dat b.v. van Duitsland, Zwit
serland en Denemarken uit gebeurt.
„Nederlanders gaan vlugger dan an
deren in de bevolking van een nieuw
land op", aldus zei mr. J. A. Halff-
man onlangs op een vergadering van
het instituut „Plan Export."
WANTROUWEN.
Laten wy hier nog even wijzen op
een gevaar. Nauwe culturele samen
werking met voormalige landgeno
ten overzee kan door de autoentho-
ne bewoners van het nieuwe vader
land met wantrouwen worden be
groet, omdat men er vaak politieke
drijfveren achter zoekt. Men denke
aan de vereniging Dante Alleghori
en de Deutsche Bund in de Verenig
de Staten van Amerika kort voor
lige Nederlanders geconsumeerd en, het uitbreken van de tweede wereld
oorlog. Culturele betrekkingen met
het moederland, accoord, doch deze
mogen een assimilatie niet in de weg
staan. Assi: lilatie wil overigens niet
zeggen, dat men de banden met het
voormalige moederland geheel ver
breekt. Veeleer voelen wij voor nau
we economische betrekkingen met de
geëmigreerden. Hoeveel ondernemin
gen laten hun emigrerend personeel
maar lopen, zonder te denken aan
de mogelijkheid, dat deze mannen en
vrouwen haar in het buitenland een
pied a terre van onschatbare waar
de kunnen geven?
SLAGEN!
Inderdaad, op dit gebied kan heel
wat worden gedaan. Nederland's po
sitie in de wereld is goeddeels afhan
kelijk van de goodwill die wij kwe
ken en wij bezitten reeds een good
will. „You are an industrious Peop
le" (u bent een arbeidzaam volk)
zei een Amerikaan, die ik in Wash
ington ontmoette. „And therefore
you will succeed in this country" (en
daarom zult u in dit land slagen)
voegde hij eraan toe. Ja, onze emi
granten zullen economisch en men
selijk moeten slagen, dan zullen zij
ons onschatbare diensten bewijzen.
Daarvoor is echter ook activiteit
van onze kant noodzakelijk. De be
langen van onze geëmigreerden zyn
ook onze belangen; indien wij hen
zoveel mogelijk terzijde staan, zul
len wij daarvan de vruchten plukken.
Moeilijkheden bij de oogst
in Rusland.
De „Prawda", het blad van de
-ommunistische partij in de Sowjet-
Unie. schrijft dat het begin van de
oogst vele tekortkomingen by de
tractorstations aan het licht heeft
gebracht, aldus radio Moskou. In ve
le streken was de productie te laag.
De Prawda zoekt de oorzaak in het
slechte onderhoud van de landbouw
machines, slechte organisatie van
herstelwerkzaamheden tijdens de
oogst en slechte brandstofvoorzie
ning.
„De regering heeft alles gedaan
om machines te verschaffen en per
soneel op te leiden. De resultaten
hangen nu af van de provinciale
Sowjets en de partycomité's".
De zaakFinaly.
De Franse minister van justitie,
Rieyre, heeft stappen gedaan om de
vrijlating te verzekeren van de vijf
Baskische R.K.-geesteljjken, die
Maandag waren gearresteerd in ver
band met de ontvoering van de Jood
se oorlogswezen Robert en Gerald
j Finaly naar Spanje.
GORCUMSE RECTOR WIST RAAD
Middelburgse familie wilde van de
Van Borssele's afstammen
In de gehele Zeeuwse historie is de eeuwen door wel geen doorluchtiger
adellijk geslacht dan dat der van Borssele's opgetreden. Met de dood van
Philips, Heer van Borssele en Kortgene in 1431, Adriaen van Borssele,
Heer van Brigdamme, Duiveland, enz., in 1468, Frank van Borssele, graaf
van Oostervant, weduwnaar van Jaco ba van Beieren in 1470 en Wolfaard
van Borssele, graaf van Grandpré en Buchan in 1487, die alle stierven
zonder zoons na te laten, waren alle takken in mannelijke lijn van deze
familie uitgestorven. Het gehele machtige en met zoveel vorstelijke ge
slachten vermaagschapte huis was daarmede voorgoed verdwenen en
Zeeland een in de gehele toen beschaafde wereld bekende en geziene fa
milie armer geworden.
In het midden van de 18e eeuw
dook er echter toch plotseling een
familie op. die aanspraak maakte op
de afstamming in wettige mannelij
ke lijn uit het aloude geslacht en
wel de Middelburgse burgemeesters
familie Van der Hooghe. Inderdaad
voerde deze familie een wapen, dat
overeen kwam met dat der Van Bors
sele's. In het werk van de Zeeuwse
edelman Jacob van Grypskerke, dat
in het midden van de 17e eeuw ge
schreven werd, maar niet uitgegeven,
werd als vaststaand vermeld, dat de
Van der Hooghe's uit het huis Van
Borssele stamden. Kort daarop noem
de Jacob van der Hooghe zich Jacob
van Borssele van der Hooghe, ter
wijl zijn nakomelingen er zonder
meer Van Borssele van maakten.
AFGEWEZEN.
Tot zover ging alles de familie Van
der Hooghe, die geweldig trots op
haar afstamming was, naar wens.
Maar toen één hunner als edelman
moest zitting nemen in een Utrecht
se bestuursraad, verzette de geza-
melyke Utrechtse ridderschap zich
tegen deze toelating, omdat naar hun
mening de Van der Hooghe's geen
edellieden waren.
Deze afwijzing trof de Middelburg
se familie diep en onmiddellijk stelden
zij alles in het werk om hun afstam
ming uit het geslacht Borssele te be
wijzen. Zij traden in overleg met de
bekende Axelse dominee-historicus
Willem te Water, die daarop het nog
onuitgegeven werk van Van Grijps-
kerke in druk liet verschijnen. Ook
namen zy de Gorcumse rector en
hoogleraar in de welsprekendheid in
Australische immigranten
in hongerstaking.
25 Immigranten in het centrum te
Cowra hebben zich Dinsdag in hun
gebouw verschanst en zij zijn in
hongerstaking gegaan als protest
tegen een rantsoenbeperking. Ook
hesen zij een zwarte vlag.
In het centrum bevinden zich 1200
tot 1500 personen. Het merendeel
van hen is afkomstig uit de Balti-
sche staten. Het kamp iigt in het
Zuidelijk deel van Nieuw-Zuid-Wales.
BIJ DE SLOPING VAN EEN VLISSINGSE KERK.
Het werd in 1904 geschonken door de heer en
mevrouw J. H. Blum-de Niet.
De Nieuwe Kerk te Missingen, die thans onder slopershanden haar
laatste levensdagen tegemoet gaat, werd op 1 December 1861 in gebruik
genomen met een dienst, waarin voorging ds. J. J. van Toorenbergen.
Deze predikant had bijzonder veel gedaan voor de totstandkoming van
het gebouw, waarvoor op 2 April 1860 de eerste steen werd gelegd. Ds.
van Toorenbergen hield een predikatie over Psalm 48 10: „O, God, wij
gedenken Uwe weldadigheid in het midden Uws Tempels."
De aannemingssom bedroeg 56.000,
maar dit bedrag moest later door de
vele bijkomende kosten aanmerkelijk
worden verhoogd. Ds. F. W. Merens,
die één jaar voor de ingebruikne
ming naar Vlissingen was gekomen,
schonk een orgel, weliswaar geen
brillant instrument, maar voor de
eredienst in elk geval te gebruiken.
In 1904 echter kwam er een nieuw
orgel in de kerk. De heer en mevrouw
Blum, de latere stichters van het
ziekenhuis „Bethesda", schonken ter
gelegenheid van hun zilveren huwe
lijksfeest een nieuw instrument, dat
geleverd werd door de firma Van
Dam uit Leeuwarden. Op het orgel
is een koperen plaat aangebracht,
waarop staat „Geschenk van de
heer en mevrouw J. H. Blumde
Niet, ter gelegenheid hunner 25-jari-
ge huwelijksvereniging. 31 Juli 1904".
De heer Blum, die destijds school
opziener was, stelde als voorwaarde,
dat het orgel onder toezicht van de
heer A. P. Varel, organist van de
Grote Kerk te Vlissingen, gebouwd
de arm. Deze mijnheer ongetwij
feld op de hoogte van de bedoelingen
van de Van der Hooghe's! ging 'n
stapje verder dan de serieuze Te Wa
ter, die slechts een hem geloofwaar
dig werk uitgaf en stelde voor zelf
een oud handschrift te maken en
daarin dan de noodzakelijke bewij
zen te verwerken! „Mijn advijs is
voor het werk het oudste en geelste
papier te gebruyken dat te becomen
is, dog dat door jaertal of wapen zig
zeiven niet verraed. Kan men het
niet geel bekomen, dan 1 egge men
het een weinig in regenwater, waer-
in eenige geelzel en drooge het dan
weder. Om de copy te schrijven, heb-
be ik hier wel iemand", schryft deze
„historicus" aan Van der Hooghe!
Dominee Te Water, die het schrij
ven ter inzage kreeg, wees het voor
stel met minachting van de hand en
blijkt dan ook niet langer in de zaak
betrokken te zyn geworden. Kost wat
kost wilde de familie Van der Hoo
ghe echter de haar in Utrecht aan
gedane schande uitwissen en ten be-
wyze daarvan legde zij in 1757 en
kele stukken aan de Staten van
Utrecht over, die de afstamming uit
de Van Borssele's moesten bewyzen.
Een huwelijksacte uit 1651 en een
testament uit 1588 waren daarvoor
van te voren „geprepareerd"! Met 'n
bijtende vloeistof werd de burgerlij
ke ondertekening Van der Hooghe
uitgewist en vervangen door de adel
lijke van Borssele van der Hooghe en
„mijnheer" vervangen door ,.jonck-
heer". Daar niet de originelen', maar
door een notaris opgemaakte authen
tieke afschriften werden overgelegd,
zal de vervalsing niet zyn opgevallen,
maar toch viel nog het bewijsmate
riaal ter beschaming van de familie
Van der Hooghe uit!
UITGEKOMEN.
Naast de beide genoemde stukken
werd eveneens overgelegd een af
schrift van een acte uit het Leenre-
gister van de Utrechtse St. Paulus-
abdy, die vroeger veel bezittingen in
Zeeland had en dus bij vele eigen
domszaken betrokken was geweest.
Ook in dit. afschrift was van een
Van Borssele sprake, maar de Van
der Hooghe's hadden vergeten te be
denken. dat het origineel van hun
„bewijsstuk" te Utrecht berustte en
toen dit werd opgezocht en vergele
ken met 't afschrift, bleek dat waar
in het afschrift Van Borssele stond,
in het origineel Van der Hooghe ge
schreven stond. Dit deed. wat wij zou
den noemen, de deur dicht. Het spel
was voor goed uit!
zou worden. De heer Varel ontworp
de dispositie van het instrument,
waaruit bleek, dat hij een man was
met een grote smaak en een groot
inzicht in de orgelbouwkunst. Juist
in die dagen was het met de orgel
bouw niet al te best gesteld, maar
dank zij de uitstekende samenwer
king tussen de heren Varel en Van
Dam, kwam een orgel tot stand, dat
er ook naar huidige begrippen zijn
mag!
Dat het instrument van uitsteken-
de kwaliteit was, werd wel in de af
gelopen jaren bewezen. In de oorlog I
was het demonterend en opgeslagen
in Krabbendijke. Nadien werd net
opnieuw gemonteerd en geïntoneerd
door de fa. Flentrop uit Zaandam
In de Nieuwe Kerk, die zoals bekend
beschadigd uit de oorlog kwam, stond
het bloot aan temperatuurs-wisselin-
gen, aan tocht enz., maar dit alles
heeft het gelukkig zo goed als geen
kwaad gedaan.
Het orgel wordt nu opnieuw ge- ~>e Nieuwe Kerk te Vlissingen onder
demonteerd en voorlopig opgeborgen
in de St. Jacobskerk,
slopershanden. Op de achtergrond
het oruel