C Armoeleven in Tunis onder een verzengende zon Emigratie kan Nederlandse export bevorderen EEN SCHRIFTVERVALSING UIT DE ACHTTIENDE EEUW ORGEL UIT NIEUWE KERK WAS V0RSTEUJK GESCHENK WOENSDAG 15 JULI 1953 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT T STREVEN NAAR ONAFHANKELIJKHEID. Fransen trachten het land tot ontwikkeling te brengen PARIJS Wy brachten een bezoek aan de grote stuwdam, die de Fran sen ergens op de grens tussen Tunis en Algiers aan het bouwen zijn. Mid den in het kale, nu al door de zon verschroeide landschap lag een berg; boven op die berg stond een stel fel witte huizen. De Franse ingenieur, die aan het hoofd van een kleine duizend arbeiders staat, was in een paar jaar geheel grys geworden. Vanwege de ontstellende hitte, die het leven zelfs in het Noorden van Tunis schier ondragelyk maakt. Het grote probleem in het Franse protectoraat Tunis, waar we een week hebben rondgezwor ven, is dat van de droogte en dat van de hitte. In het Zuiden van Tunis is het 's zomers in de schaduw 60 graden, waarna de temperatuur tegen drie uur 's morgens tot onder het vries punt daalt- Sinds het vorige jaar Mei is er in totaal 2 cm water ge vallen. Men kan er een hectare grond voor 5 cent kopen. Maar groeien wil er niets. Met een beetje water zou men er de vruchtbaarste tuinen van kunnen maken. Maar er is geen wa ter. Mensen noch dieren kunnen er leven. De Nomaden, die er achter hun grote kudden koeien en schapen en kamelen aantrekken, hebben zich de laatste tijd steeds verder naar het Noorden verplaatst. Op zoek naar water. We hebben er tot vlak bij Tu nis gezien. Reusachtige troepen ma ger vee, uit India ingevoerde runde ren (Nederlands vee kan er niet le ven), kleine zielige zwarte schapen, ezeltjes zo klein, aat je niet begrijpt, dat er nog iemand op kan zitten en verder grote trage kamelen, die Een bewoonster van Zuid Tunis spreekwoordelijk lang zonder water kunnen leven. De kudden worden gevolgd door de Nomaden-stam, mooie donkere [mensen, die ongeveer als zigeuners gekleed zyn. Hun vrouwen zijn niet gesluierd, in tegenstelling tot al de andere Arabische vrouwen, die hun gezicht onmiddellijk bedekken wan neer zy een man zien. De Nomaden wonen in grote, lage tenten. Zy heb ben geen vaste woonplaats, maar la ten hun vee bepalen waar ze heen zul len gaan. De Fransen hebben wel ge tracht kleine huizen voor hen te bou wen om hen aan bepaalde stukken land te binden. Eerst vonden de No maden dat heel mooi. Maar toen de Fransen een jaar later terugkwamen, zagen ze, dat de cementen huisjes als stal werden gebruikt en dat de No maden weer onder hun tenten woon den. Zij vonden die huisjes veel te las tig. „Wanneer de grond er vuil is, moet je hem gaan schoonmaken. In 'n tent is dat veel gemakkelijker. Is de grond vuil geworden, dan breek je je tent af en je slaat hem een eindje ver der weer op". De enige manier om de Bedouïnen aan de grond te binden Is te zorgen, dat er water komt. Maar soms moet men 400 tot 5000 meter boren voor men water gevonden heeft. Een put of een bron is de grootste rykdom, die men zich in het Zuiden van Tunis kan voorstellen. De aanslagen. Tunis is de laatste maanden het to neel geweest van een hele serie aan slagen. Dezer dagen nog werd de on der-burgemeester van Tunis, de Ara bier Kastalli, door een van zijn fana- Het Japanse leger zal uitgebreid worden. D.e Ver. Staten overwegen het op de been brengen van Japanse veilig heidstroepen, die tenslotte 350.000 man zouden kunnen tellen, aldus heeft de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Foster Dulles, Maandag verklaard. Zijn verklaring is door een woordvoerder van zijn ministerie aan de pers medegedeeld. Dulles legde er evenwel de nadruk op, dat in deze kwestie de Japanse regering en het Japanse volk moe ten beslissen. Indien een besluit in genoemde zin genomen zou worden, zouden de Ver. Staten bereid zijn, „in het belang van de collectieve veiligheid van de vrije wereld, tot de uitrusting van dergelijke troepen bij te dragen". tieke tegenstanders vermoord. Kom je in het Franse protectoraat, dan merk je ook duidelijk, dat de blanken er, om het eens zacht te zeggen, niet bijzonder geliefd meer zijn. In de Ara bische wijken kun je bij het vallen van de duisternis al niet meer komen. De Neo Destour, die vooral in de steden veel aanhang heeft, voert een felle strijd om van Tunis een onaf hankelijk land te maken. De leiders van deze partij voeren in het buiten land en vooral in Amerika een felle propaganda tegen die „kolonialisti sche Fransen". De leiders die in Tunis gebleven zijn worden voor het groot ste gedeelte in het Zuiden van Tunis gevangen gehouden. Toch geloof ik, dat het goed is, wanneer men de politieke kant van de problemen niet te zeer overdrijft. Ik heb met erg veel Tunesiërs ge sproken, die de misère in hun land zeker niet alleen aan de Fransen ver weten. Trouwens er wordt in heel Noord Afrika zo verschrikkelijk veel armoede geleden, dat het begrip mi sère er iets vanzelfsprekends is ge worden. En de toestand in Tunis is in vele opzichten veel en veel beter dan in b.v. Egypte of de Libanon. Het is ook absoluut niet mogelijk de situatie in dit door de zon ver brande land naar Westerse maatsta ven te beoordelen. Wij vinden de Arabieren, die werke lijk maar heel weinig werken en eigenlijk het liefst in de schaduw lig gen, lui- Maar zij weten veel te goed, dat er met die warmte op de duur niet te werken is. En zij slapen liever wat op een koel plekje, dan dat ze zich in de hitte vermoeien. Over geld denken ze, vooral op het nog wel zeer achterlijke platteland, ook heel an ders dan wy. De zucht tot geldverdie- nen bestaat er bijna niet. Geld bete kent werken en dat doe je zo min mo gelijk. Heel de moeilijkheid schuilt mis schien in het feit, dat de Europe anen de Arabieren hun manier van leven willen opdringen. Toen de Fransen aan het einde van de vorige eeuw Tunis tot hun pro tectoraat maakten, gingen er in totaal 3000 kinderen naar school. Nu zijn het er 250.000 (van de 700.000). Maar de meeste Ara bieren zien niet in, dat zij in de eerste plaats voor zichzelf leren lezen en schrijven. Zodra zij de lagere school met goed gevolg hebben afgelopen, vinden zij dat zij nu automatisch recht hebben op een bureaubaantje. Om de grond te bewerken hadden ze toch echt niet zulke geleerde stu dies behoeven te maken. Agrarisch land. Tunis is in de eerste plaats een ag rarisch land, dat met zijn sterk groei ende bevolking moet zien te leven van het graan, de olijven, de dadels en de citroenen. Men rekent, dat er in dit uitgestrekte land nog 'n millioen hec tare te bebouwen grond is. Maar dit land moet bebouwbaar gemaakt wor den en dat vergt zwaai- werk. waar de Arabieren het vanwege de hitte niet op begrepen hebben. De Fransen trachten hier zoveel mogelijk bij te helpen. Zij boren putten, bouwen stuwdammen, die kunstmatige me ren vormen, waarmede men nieuw land kan irrigeren. Maar zij vinden, dat de Arabieren zelf niet in staat zijn om de gehele leiding van hun land over te nemen, dat de Tunesi sche grootgrondbezitters hun perso neel veel erger uitbuiten dan zy zelf en dat het nog jaren zal duren voor het begrip democratie in Tunis is doorgedrongen. Dat zij van deze situatie profiteren door nagenoeg alle macht In eigen handen te houden is een verwijt, dat niet geheel tegen tc spreken is. Dat zij zelf de beste grond bezitten en dat aileen de Tunesiërs die hun gunstig gezind zijn, de goede baantjes krygen, valt ook niet te ontkennen. Maar dat het Franse bestuur er naar streeft het levensniveau van de Tunesiërs te verhogen, dat heeft onze Tunesische reis ons ook wel duidelijk getoond. TunisTypisch Tunesisch huis het platteland. Parlementaire familie in Zuid-Afrika (Van onze correspondent in Kaapstad). De nieuwe Volksraad van Zuid-Afri ka zal de voorzitter en zijn secretaris sen een grote moeilijkheid opleveren: er zijn zes „achtbare leden" die de naam Du Plessis dragen. Alle zes zijn ze afkomstig van de Hugenoten, alle zes behoren zij tot de Nationale Partij en alle zes zijn ze ongeveer even groot. Alle zes hebben ze tegelijk de eed van trouw afgelegd, zodat ze alle zes onder elkaar staan ingeschreven in het par lementaire stemregister: zesmaal Du Plessis! En tot overmaat van ramp hebben zij zes plaatsen naast elkaar ge kregen, een soort parlementaire fami- liebank, welker bezetting natuurlijk in de eerste tijd tot de zotste verwarrin gen aanleiding moet geven. De heren hebben al gedreigd, dat ze sterk ge noeg zijn om een eigen partij te vor men, Hun voorlopig partijprogram heeft maar één artikel: Versterking van het geslacht Du Plessis! Ambtenaren van de P.T.T. in Tilburg hebben 4 clandestiene zenders opge spoord, die misbruik maakten van Bel gische roepletters. Tegen de bezitters werd proces-verbaal opgemaakt. De ap paratuur werd in beslag genomen. CULTUREEL EN ECONOMISCH CONTACT. Vertrek van emigranten behoeft geen verlies te zijn Prins Bernhard heeft enige tijd geleden voor de Nederlandse Maat schappij voor Nyverheid en Handel te Dordrecht een korte openingsin leiding gehouden, waarin hy erop wees, dat de emigratie nog vaak met verkeerde ogen wordt gezien. Maar al te dikwijls wekt men by het bui tenland de indruk dat wy Nederlanders blij zouden zijn ons bevolkings- surplus kwyt te raken. Nu is er wel degelijk sprake van een surplus, doch van een waardevol surplus, dat het bevolkingstekort en inzonderheid het tekort aan geschoolde arbeidskrachten in onderbevolkte gebieden kan aanvullen. Tot zover Prins Bernhard, die ons met zijn woorden in zekere zin een hart onder de riem heeft gestoken, want inderdaad, onze visie op het emigratieprobleem is vaak te défai- tistisch geweest. Kon men niet aller wegen de klacht vernemen, dat wy vele millioenen ten koste leggen aan het onderwijs en aan de opvoeding door dr. F. J. KROP. van de kinderen, die mettertijd ons land als emigranten zullen verlaten? En daarbij werd nog gewezen op de uitzonderlijk hoge belastingen die ter bestrijding van deze nutteloze kosten worden geheven. „Wij financieren het buitenland met deze dwaze handelwijze", hoor de men dikwijls beweren, uit welke bewering toch wel bleek, dat men het nut van de emigratie voor het buitenland onderkende. AFZET PROBLEEM. Nu gaan wij dit nut als het ware vooropstellen en verbinden daaraan nog een andere gedachte, samen hangend met onze economische po- de wereld. Zal Nederland zich sitie im op de duur kunnen handhaven, dan zal het blijvend goederen en diensten moeten exporteren. Op het ogenblik is het afzetprobleem nog niet zo'n nijpend probleem, doch het komt weer op, nu Duitsland en Japan weer als geduchte concurrenten op de markt komen. Onze lage lonen en dientengevolge onze lage exportpry- zen helpen ons vandaag de dag nog, doch weldra zullen wy niet meer de goedkoopste natie van de wereld zyn. Hoe zullen wij onze export handhaven? Het antwoord luidt nu: met behulp van onze emigranten! VOORDEEL. Op welke wijze kunnen onze emi granten ons van dienst zijn Zy zul len onze goodwill in het buitenland bevorderen, zy zullen door hun plaat selijke kennis de wegwijzers voor onze exporteurs vormen en zij zullen de Nederlandse consumptiegewoon ten verbreiden, niet alleen door hun nakomelingschap, doch ook door him contact met de niet-Nederlanders overzee. Een klein voorbeeld daar van leveren de Verenigde Staten van Noord Amerika, in welk land wij sinds jaren onze typisch eigen pro ducten zoals haring, kaas, jenever en bier hebben geïntroduceerd. Deze producten worden alom door de in Noord Amerika gevestigde voorma- voorzover ook andere bevolkingsgroe pen der Amerikaanse smeltpot van deze producten genieten, is het door contact met de Nederlanders. NADEEL. Dit lijkt heel mooi, doch er zyn net zo goed voorbeelden aan te wij zen, dat de emigratie van Neder landers leidt tot een bedreiging van onze export. In de jongste oorlog b.v. zyn de van oorsprong Neder landse boeren in de Amerikaanse staat Wisconsin met de productie van Goudse- en van Edammer kaas begonnen. In Argentinië werd door voormalige Nederlanders onze jene ver nagemaakt en de Nederlandse bollenkwekers hebben in Noord- Amerika een inheemse bollencultuur gesticht. Indien wij dus in een ge schoolde arbeidskracht 27.000 in vesteren, aleer hy als emigrant wordt uitgezonden, dan is het lang niet zeker, dat wij dit niet geringe be drag met rente terugbetaald kry gen; integendeel, het is heel goed mogelijk dat zo'n emigrant ons nog ettelijke millioenen schade berokkent ook. CONTACT. Doch laat ons niet te somber zyn; wellicht valt er iets te bereiken, in dien wij contact met onze geëmi greerde landgenoten onderhouden en hen erop wijzen, dat het voormalige moederland zoveel goeds voor hen gedaan heeft, dat zy aan de overzij de van de oceaan moreel verplicht zyn het moederland te steunen. Accoord, deze steun heeft zich vlak na de oorlog overal gemanifes teerd; ieder, die overzeese familie had kon op iets rekenen en trouwens ons gehele volk heeft op ruime schaal van overzeese „charity" ge profiteerd. Wy moeten onze emigran ten cultureel en economisch steunen, zoals dat b.v. van Duitsland, Zwit serland en Denemarken uit gebeurt. „Nederlanders gaan vlugger dan an deren in de bevolking van een nieuw land op", aldus zei mr. J. A. Halff- man onlangs op een vergadering van het instituut „Plan Export." WANTROUWEN. Laten wy hier nog even wijzen op een gevaar. Nauwe culturele samen werking met voormalige landgeno ten overzee kan door de autoentho- ne bewoners van het nieuwe vader land met wantrouwen worden be groet, omdat men er vaak politieke drijfveren achter zoekt. Men denke aan de vereniging Dante Alleghori en de Deutsche Bund in de Verenig de Staten van Amerika kort voor lige Nederlanders geconsumeerd en, het uitbreken van de tweede wereld oorlog. Culturele betrekkingen met het moederland, accoord, doch deze mogen een assimilatie niet in de weg staan. Assi: lilatie wil overigens niet zeggen, dat men de banden met het voormalige moederland geheel ver breekt. Veeleer voelen wij voor nau we economische betrekkingen met de geëmigreerden. Hoeveel ondernemin gen laten hun emigrerend personeel maar lopen, zonder te denken aan de mogelijkheid, dat deze mannen en vrouwen haar in het buitenland een pied a terre van onschatbare waar de kunnen geven? SLAGEN! Inderdaad, op dit gebied kan heel wat worden gedaan. Nederland's po sitie in de wereld is goeddeels afhan kelijk van de goodwill die wij kwe ken en wij bezitten reeds een good will. „You are an industrious Peop le" (u bent een arbeidzaam volk) zei een Amerikaan, die ik in Wash ington ontmoette. „And therefore you will succeed in this country" (en daarom zult u in dit land slagen) voegde hij eraan toe. Ja, onze emi granten zullen economisch en men selijk moeten slagen, dan zullen zij ons onschatbare diensten bewijzen. Daarvoor is echter ook activiteit van onze kant noodzakelijk. De be langen van onze geëmigreerden zyn ook onze belangen; indien wij hen zoveel mogelijk terzijde staan, zul len wij daarvan de vruchten plukken. Moeilijkheden bij de oogst in Rusland. De „Prawda", het blad van de -ommunistische partij in de Sowjet- Unie. schrijft dat het begin van de oogst vele tekortkomingen by de tractorstations aan het licht heeft gebracht, aldus radio Moskou. In ve le streken was de productie te laag. De Prawda zoekt de oorzaak in het slechte onderhoud van de landbouw machines, slechte organisatie van herstelwerkzaamheden tijdens de oogst en slechte brandstofvoorzie ning. „De regering heeft alles gedaan om machines te verschaffen en per soneel op te leiden. De resultaten hangen nu af van de provinciale Sowjets en de partycomité's". De zaakFinaly. De Franse minister van justitie, Rieyre, heeft stappen gedaan om de vrijlating te verzekeren van de vijf Baskische R.K.-geesteljjken, die Maandag waren gearresteerd in ver band met de ontvoering van de Jood se oorlogswezen Robert en Gerald j Finaly naar Spanje. GORCUMSE RECTOR WIST RAAD Middelburgse familie wilde van de Van Borssele's afstammen In de gehele Zeeuwse historie is de eeuwen door wel geen doorluchtiger adellijk geslacht dan dat der van Borssele's opgetreden. Met de dood van Philips, Heer van Borssele en Kortgene in 1431, Adriaen van Borssele, Heer van Brigdamme, Duiveland, enz., in 1468, Frank van Borssele, graaf van Oostervant, weduwnaar van Jaco ba van Beieren in 1470 en Wolfaard van Borssele, graaf van Grandpré en Buchan in 1487, die alle stierven zonder zoons na te laten, waren alle takken in mannelijke lijn van deze familie uitgestorven. Het gehele machtige en met zoveel vorstelijke ge slachten vermaagschapte huis was daarmede voorgoed verdwenen en Zeeland een in de gehele toen beschaafde wereld bekende en geziene fa milie armer geworden. In het midden van de 18e eeuw dook er echter toch plotseling een familie op. die aanspraak maakte op de afstamming in wettige mannelij ke lijn uit het aloude geslacht en wel de Middelburgse burgemeesters familie Van der Hooghe. Inderdaad voerde deze familie een wapen, dat overeen kwam met dat der Van Bors sele's. In het werk van de Zeeuwse edelman Jacob van Grypskerke, dat in het midden van de 17e eeuw ge schreven werd, maar niet uitgegeven, werd als vaststaand vermeld, dat de Van der Hooghe's uit het huis Van Borssele stamden. Kort daarop noem de Jacob van der Hooghe zich Jacob van Borssele van der Hooghe, ter wijl zijn nakomelingen er zonder meer Van Borssele van maakten. AFGEWEZEN. Tot zover ging alles de familie Van der Hooghe, die geweldig trots op haar afstamming was, naar wens. Maar toen één hunner als edelman moest zitting nemen in een Utrecht se bestuursraad, verzette de geza- melyke Utrechtse ridderschap zich tegen deze toelating, omdat naar hun mening de Van der Hooghe's geen edellieden waren. Deze afwijzing trof de Middelburg se familie diep en onmiddellijk stelden zij alles in het werk om hun afstam ming uit het geslacht Borssele te be wijzen. Zij traden in overleg met de bekende Axelse dominee-historicus Willem te Water, die daarop het nog onuitgegeven werk van Van Grijps- kerke in druk liet verschijnen. Ook namen zy de Gorcumse rector en hoogleraar in de welsprekendheid in Australische immigranten in hongerstaking. 25 Immigranten in het centrum te Cowra hebben zich Dinsdag in hun gebouw verschanst en zij zijn in hongerstaking gegaan als protest tegen een rantsoenbeperking. Ook hesen zij een zwarte vlag. In het centrum bevinden zich 1200 tot 1500 personen. Het merendeel van hen is afkomstig uit de Balti- sche staten. Het kamp iigt in het Zuidelijk deel van Nieuw-Zuid-Wales. BIJ DE SLOPING VAN EEN VLISSINGSE KERK. Het werd in 1904 geschonken door de heer en mevrouw J. H. Blum-de Niet. De Nieuwe Kerk te Missingen, die thans onder slopershanden haar laatste levensdagen tegemoet gaat, werd op 1 December 1861 in gebruik genomen met een dienst, waarin voorging ds. J. J. van Toorenbergen. Deze predikant had bijzonder veel gedaan voor de totstandkoming van het gebouw, waarvoor op 2 April 1860 de eerste steen werd gelegd. Ds. van Toorenbergen hield een predikatie over Psalm 48 10: „O, God, wij gedenken Uwe weldadigheid in het midden Uws Tempels." De aannemingssom bedroeg 56.000, maar dit bedrag moest later door de vele bijkomende kosten aanmerkelijk worden verhoogd. Ds. F. W. Merens, die één jaar voor de ingebruikne ming naar Vlissingen was gekomen, schonk een orgel, weliswaar geen brillant instrument, maar voor de eredienst in elk geval te gebruiken. In 1904 echter kwam er een nieuw orgel in de kerk. De heer en mevrouw Blum, de latere stichters van het ziekenhuis „Bethesda", schonken ter gelegenheid van hun zilveren huwe lijksfeest een nieuw instrument, dat geleverd werd door de firma Van Dam uit Leeuwarden. Op het orgel is een koperen plaat aangebracht, waarop staat „Geschenk van de heer en mevrouw J. H. Blumde Niet, ter gelegenheid hunner 25-jari- ge huwelijksvereniging. 31 Juli 1904". De heer Blum, die destijds school opziener was, stelde als voorwaarde, dat het orgel onder toezicht van de heer A. P. Varel, organist van de Grote Kerk te Vlissingen, gebouwd de arm. Deze mijnheer ongetwij feld op de hoogte van de bedoelingen van de Van der Hooghe's! ging 'n stapje verder dan de serieuze Te Wa ter, die slechts een hem geloofwaar dig werk uitgaf en stelde voor zelf een oud handschrift te maken en daarin dan de noodzakelijke bewij zen te verwerken! „Mijn advijs is voor het werk het oudste en geelste papier te gebruyken dat te becomen is, dog dat door jaertal of wapen zig zeiven niet verraed. Kan men het niet geel bekomen, dan 1 egge men het een weinig in regenwater, waer- in eenige geelzel en drooge het dan weder. Om de copy te schrijven, heb- be ik hier wel iemand", schryft deze „historicus" aan Van der Hooghe! Dominee Te Water, die het schrij ven ter inzage kreeg, wees het voor stel met minachting van de hand en blijkt dan ook niet langer in de zaak betrokken te zyn geworden. Kost wat kost wilde de familie Van der Hoo ghe echter de haar in Utrecht aan gedane schande uitwissen en ten be- wyze daarvan legde zij in 1757 en kele stukken aan de Staten van Utrecht over, die de afstamming uit de Van Borssele's moesten bewyzen. Een huwelijksacte uit 1651 en een testament uit 1588 waren daarvoor van te voren „geprepareerd"! Met 'n bijtende vloeistof werd de burgerlij ke ondertekening Van der Hooghe uitgewist en vervangen door de adel lijke van Borssele van der Hooghe en „mijnheer" vervangen door ,.jonck- heer". Daar niet de originelen', maar door een notaris opgemaakte authen tieke afschriften werden overgelegd, zal de vervalsing niet zyn opgevallen, maar toch viel nog het bewijsmate riaal ter beschaming van de familie Van der Hooghe uit! UITGEKOMEN. Naast de beide genoemde stukken werd eveneens overgelegd een af schrift van een acte uit het Leenre- gister van de Utrechtse St. Paulus- abdy, die vroeger veel bezittingen in Zeeland had en dus bij vele eigen domszaken betrokken was geweest. Ook in dit. afschrift was van een Van Borssele sprake, maar de Van der Hooghe's hadden vergeten te be denken. dat het origineel van hun „bewijsstuk" te Utrecht berustte en toen dit werd opgezocht en vergele ken met 't afschrift, bleek dat waar in het afschrift Van Borssele stond, in het origineel Van der Hooghe ge schreven stond. Dit deed. wat wij zou den noemen, de deur dicht. Het spel was voor goed uit! zou worden. De heer Varel ontworp de dispositie van het instrument, waaruit bleek, dat hij een man was met een grote smaak en een groot inzicht in de orgelbouwkunst. Juist in die dagen was het met de orgel bouw niet al te best gesteld, maar dank zij de uitstekende samenwer king tussen de heren Varel en Van Dam, kwam een orgel tot stand, dat er ook naar huidige begrippen zijn mag! Dat het instrument van uitsteken- de kwaliteit was, werd wel in de af gelopen jaren bewezen. In de oorlog I was het demonterend en opgeslagen in Krabbendijke. Nadien werd net opnieuw gemonteerd en geïntoneerd door de fa. Flentrop uit Zaandam In de Nieuwe Kerk, die zoals bekend beschadigd uit de oorlog kwam, stond het bloot aan temperatuurs-wisselin- gen, aan tocht enz., maar dit alles heeft het gelukkig zo goed als geen kwaad gedaan. Het orgel wordt nu opnieuw ge- ~>e Nieuwe Kerk te Vlissingen onder demonteerd en voorlopig opgeborgen in de St. Jacobskerk, slopershanden. Op de achtergrond het oruel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 3