Nieuwe luister voor Zeelands Boekerij
„Geen historisch instituut, maar
een levende instelling!"
Honderdzestigduizend boeken
werden prooi der vlammen
Nieuw Bibliotheekgebouw
Bibliothecaris Pieters zegt:
f\ls een ''phoenix
n de geschiedenis van het naoorlogse herstel van
J Zeeland is de 14de Juli 1953 een der laatste mijlpa
len. De nieuwe Provinciale Bibliotheek immers
wordt in gebruik genomen in het trotse complex der Abdij
gebouwen.
Rondom staan de herstelde vleugels van de oude rege
ringszetel van Zeeland. Rondom staan de ruïnes van wat
nog altijd op herstel wacht. Maar nu is dan toch ook de
Kapittelzaal weer als een phoenix uit haar as herrezen.
Eens diende zij de abten van Middelburg, de oorspronke
lijke bewoners der abdij. Na de Hervorming werd zij dienst
baar aan het gewestelijk bestuur. In 1736 werd zij, meer
dan zes eeuwen oud, gedegradeerd tot paardenstal en zg
bleef dat tot de restauratie aan het einde der negentiende
eeuw. Toen werd zij bergplaats voor materialen en werk
tuigen. De oorlog veranderde de gehele abdij in een ruïne,
ook de KapittelzaalThans is zij herbouwd en heeft
eindelijk, schoner dan ooit, tevens een waardige bestem
ming gekregen: zij zal de leeszaal zijn der Provinciale Bi
bliotheek en haar zolders torsen de duizenden en nog eens
duizenden boeken dezer instelling.
Niet zonder weemoed kijkt men naar de afbeelding van
het patriciërshuis aan de Lange Delft, waarin tot 17 Mei
1940 de bibliotheek gehuisvest was. Een fraaie gevelMo
numentaal is de brede deur met de vier arduinen traptre
den ervoor, monumentaal rijst het middenvenster boven die
deur omhoog en monumentaal ook kroont een machtig wa
pen dit van oude luister getuigende architectonische ju
weel.
Zeven rampzalige oorlogsdagen... het laaiende vuur...
Hoe zielig stond op 18 Mei het restant van de gevel in de
Lange Delft te treuren. Nóg koesterde men even de illusie,
dat men een nieuw gebouw met dit oude front zou kunnen
sieren. IllusieDe gevel is verloren. Voor goed.
De Provinciale Bibliotheek echter heeft een blijvende
plaats gevonden. Na lang wikken en wegen deed de rege
ring in 1951 het voorstel om in het kader van de restaura
tie van het gehele abdij-complex de uit 1130 daterende Ka
pittelzaal met de daarboven gelegen zolders in te richten
voor de bibliotheek.
Dankbaar werd dit voorstel aanvaard. Ir. H. de Lussanet
de la Sablonière ontwierp de plannen voor de verbouwing.
Hij deed dat met kunde niet alleen, maar tevens met de
zelfde grote liefdevolle toewijding, die hij ook aan de an
dere abdijgebouwen gaf. Doelmatig en kunstzinnig voerde
hij zijn opdracht uit en het resultaat is van dien aard, dat
men zich geen fraaier, sfeervoller interieur kan denken,
dan dat van deze leeszaal.
Weer een belangrijke dag voor Zeeland.
En wellicht ook voor Nederland. Immers twee Provincia
le Bibliotheken slechts telt ons land en ook de andere
wordt gevonden in een excentrisch gelegen provincie:
Friesland. Het streven bestaat om méér provinciale bibli
otheken te stichten, ten dienste van de cultuurspreiding
met name in de provincie.
Misschien prikkelt de kostelijke aanwinst, die Zeeland
thans ten deel valt, anderen om dit streven in waardevolle
daad om te zetten.
Middeleeuwse schoonheid tot
nieuw leven gewekt
De leeszaal in het nieuwe home
der Provinciale Bibliotheek van Zee
land heeft de schoonheid, die eenmaal
het gehele interieur van het Abdij
complex moet hebben gesierd. Wie
niet weet. dat hier niet slechts geres
taureerd werd, maar voor een be
langrijk deel geheel nieuw werd ge
bouwd, zal zijn ogen niet kunnen ge
loven. Kr is hier een volmaakte har
monie geschapen tussen de prachtige
Kapittelzaal en de inrichting daar
van.
De wanden zijn behangen met gro
te, antieke wandtapijten van bijzon
dere schoonheid. Tafels en stoelen
hebben de adel van middeleeuwse
kloostermeubelen.
De vensters zijn gothische spits-
boogramen. De zoldergewelven zijn
van blank hout.
Deze leeszaal is één der fraaiste
zalen, op het bezit waarvan Zeeland
kan bogen.
Ook uitwendig mag de restauratie
van de bibliotheek volledig geslaagd
worden genoemd.
De leiding bij deze verbouwing en
restauratie berustte bij ir. H. de Lus
sanet de la Sablonière. die nu reeds
jaren zijn bijzondere gaven aan de
Abdijgebouwen wijdt en van de res
tauratie zijn levenswerk maakt.
Wellicht beschouwt hij zelf de Bi
bliotheek slechts als een detail van
het grote geheel.
Hier moge dan geconstateerd wor
den. dat van dit detail een edelsteen
in de Abdijkroon is gemaakt, voor de
schoonheid waarvan ir. De Lussa
net warme hulde worde gebracht.
Provinciale Bibliotheek is van
onschatbare waarde
Twintigduizend nummers Zeeland
rfy»lein en bedrijvig is hij en ook als er eens toevallig In de verste verte
geen boek in zijn nabijheid te bespeuren valt, bewegen zich zijn han
den telkens, alsof zij een boek willen opvatten. Om het open te slaan,
de inhoud te proeven, papier en druk te onderzoeken en tot besluit de band
te keuren. Kijkt hy aan, het is, alsof hij opkijkt uit een boek, laat zijn
blik U weer los, hy zwerft langs de wanden, alsof daar reeksen boeken
staan, waarvan de titels welkome rustpunten zyn.
Zo zou een beschrijving kunnen beginnen van de man, die nu al sedert
1940 de scepter zwaait In de Provinciale Bibliotheek van Zeeland, de heer
H. Pieters.
En hoe kan het ook anders? Vyf en vijftig jaren heeft hij achter zich
liggen en zeven en dertig daarvan zyn gewyd geweest aan de Provinciale
Bibliotheek. De heer Pieters is met haar vergroeid en men kan zich de bi
bliotheek niet zonder hem, hem niet zonder de bibliotheek denken.
Het fraaie interieur
van de leeszaal
En toch heb ik aanvankelijk
nooit aan zo'n loopbaan gedacht, ver
telt de heer Pieters. Ik werd op
geleid voor onderwijzer, volgde de
normaallessen in Vlissingen en haalde
in 1916 mijn onderwijzersakte. Een
van degenen, die mijn ouders en mij
daarmee kwam gelukwensen, was de
vader van de tegenwoordige Commis
saris der Koningin, de toenmalige Ge
deputeerde jhr. mr. E. A. O. de Casem-
broot. Het gesprek kwam op de Bi
bliotheek. Mijn vader vroeg, of daar
misschien een toekomst voor mij in
zatMei leverde my mijn onder
wijzersakte op, in Juni betrad ik de
Provinciale Bibliotheek. En als ik nu
nog eens kiezen moest, ik zou het
zelfde vak weer kiezen. Want ik houd
van 't mooie en goede boek en ik houd
er van het te distribueren. Mijn lief
hebberij en myn vak zijn één. En
brengt dit vak je toch eigenlijk ook
niet op een merkwaardige wijze in
contact met alle facetten van het le
ven?
Men zou op deze laatste vraag kun
nen antwoorden, dat dit alleen zo is,
als men zich weet te behoeden voor
het uitdrogen tot iets als vergeeld
perkament te midden van al die boe
ken. Dat gevaar is bij de heer Pieters
echter nimmer groot geweest.
LEVEND INSTITUUT
Als het goed la, zo zegt h$j, mag
een bibliotheek nooit tot een berg
plaats van vergeelde geschriften en
documenten worden. Zij moet een le
vende instelling zjjn.
Naar dit devies heeft hg gehandeld.
Woekerend met het bezit van de Pro
vinciale Bibliotheek en dankbaar ge
bruik makend van wat zich elders
bevond. Ouderen herinneren zich on
getwijfeld nog de Zeeuwse Letter
kundige Tentoonstelling van 1924,
vers in het geheugen ligt nog, wat er
aan belangrgk en waardevol boeken
bezit bijeen werd gebracht op de ten
toonstelling „Zie Zeeland!" in Gent.
En getuigen de artikelen, die de heer
Pieters publiceerde in het Zeeuwsch
Tijdschrift (waarvan hg redacteur is)
en de talrijke lezingen, die hij over
De heer H. Pieters zyn domein
Uit de geschiedenis der Provinciale
Slechts twintig duizend bleven
er behouden
De meest droevige dag in de geschiedenis der Provinciale Bibliotheek
van Zeeland is de 17e Mei 1940 geweest. In enkele uren tijds werden toen
niet minder dan 160.000 boeken een reddeloze prooi der vlammen. Wat
van de 180.000 banden, welke de Bibliotheek bevatte, overbleef, was voor
het overgrote deel zwaar beschadigd door het laaiende vuur of het blus
water. Toch waren dat nog 20.000 banden en zij vormden de kern, waaruit
de tegenwoordige Provinciale Bibliotheek weer werd opgebouwd.
In enkele uren tyds was het werk van tachtig jaren nauwgezet byeen-
brengen van belangryke boekwerken vernietigd. Geen wonder, dat al die
genen, die de Provinciale een goed hart toedroegen, als verpletterd waren
door deze slag. Te sterker was de slag, omdat zich nimmer iets van deze
aard had voorgedaan. Want hoe rustig had zich gedurende acht decennia
de Provinciale Bibliotheek ontwikkeld!
Mr. G. A. Fokker, die van 1853 tot
1865 en van 1871 tot 1878 lid van
het college van Gedeputeerde Staten
was, de belangen van Zeeland ook ge
ruime tijd in de Tweede Kamer be
hartigde en beschouwd mag worden
als een van de meest vooraanstaande
Zeeuwen van zijn tyd, mag geacht
worden de geestelijke vader van deze
zo uitermate nuttige instelling te zijn
geweest. Hg kwam er op een gegeven
ogenblik toe eens na te gaan, wat de
Provincie aan boekenbezit had en
constateerde toen, dat dit zó belang
wekkend en waardevol was, dat het
de moeite loonde om het te ordenen
en onder te brengen in een biblio
theek. Nutteloos zou dit boekenbezit
blijven, als het verborgen lag op stof
fige zolders en kasten met zware slo
ten. Nut zou het afwerpen, als het
bereikbaar was voor ieder, die er be
langstelling voor had.
Op 11 Februari 1S59 werd tot op
richting besloten en reeds op 30 No
vember daaraanvolgend kon de bi
bliotheek voor het publiek worden
opengesteld.
Zij was ondergebracht in het ge
deelte van de Abdij, dat gelegen is
tussen de tegenwoordige Commissa
riswoning en de Balanspoort en... een
bibliothecaris had zij niet. Men liet
de verzorging en het beheer over aan
een der ambtenaren van de Provinci
ale Griffie. Dit laatste bleef zo, tot
de heer J. Broekema, die van 1874
tot 1911 leraar aan de R.H.B.S. was,
tevens benoemd werd tot bibliotheca
ris der Provinciale Bibliotheek.
Hij is degene geweest, die aan dit
ambt een eigen karakter wist te ge
ven en die een volledige, monumen
tale catalogus heeft samengesteld, in
vijf delen, welke van 1907 tot 1910
het licht zagen.
Onder zijn leiding werd de biblio
theek, in verband met het voortdu
rend toenemen van de boekenschat,
in 1898 verplaatst naar de Lange
Delft, waar een architectonisch zeer
fraai patriciërshuis haar zetel werd.
KOSTELIJK EN KOSTBAAR
Kostelijk en kostbaar was de boe
kenverzameling in de loop der jaren
toen reeds geworden. Van hetgeen de
provincie bij de oprichting reeds be
zat, mogen hier genoemd worden de
Kroniek van Hartman Schedel van
1493, een eerste druk van de Rijm
kroniek van Melis Stoke, een uit
1598 daterende geschiedenis van Van
Meteren, en vele andere. Aangekocht
werden eveneens uitermate belang
rijke werken zoals het werk van Pau-
lus van Middelburg over de kalender
hervorming en een zeldzame uitgave
van Philibert van Borsseles Strande
ofte gedichte van de schelpen. In
1905 verwierf de Provincie een bijbel
uit een Zeeuwsch klooster, welke la
ter zou blijken de enige bewaard ge
bleven Zeeuwse kloosterbgbel te zijn.
Zij was afkomstig uit het klooster
Sion bij Zierikzee.
Een ander belangrijk werk was een
uit vier delen bestaand plaatwerk,
geschonken door baron de Lampsins,
afkomstig uit de bibliotheek van Lo-
dewijk XV en uit die van Madame de
Pompadour. De banden gingen tijdens
de brand verloren, doch zyn na de
oorlog prachtig hersteld.
Vermelding verdient voorts, dat
ook het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen zijn bibliotheek af
stond aan de Provinciale Bibliotheek.
Geleidelijk werd in de Provinciale
een keurcollectie van literatuur over
Zeeland bijeengebracht.
NA DE BRAND
Mei 1940 bracht de ondergang.
Zoals gezegd, werd onmiddellijk na
de brand een begin gemaakt met het
herstellen van wat behouden was ge
bleven.
Drie en twintig wagenvrachten
boeken werden overgebracht naar de
zolder van het P.Z.EM.-gebouw en
daar gedurende maanden gedroogd.
Daarna kon met h'<t zeer omvangrij
ke bindwerk een aanvang worden ge
maakt, waarbij opgemerkt dient te
worden, dat het vanzelfsprekend een
onmogelijkheid was om de boeken
weer te voorzien van even fraaie ban
den, als die, waarin zij voor de brand
gehuld waren geweest. Slechts voor
de fraaie kloosterbgbel en de genoem
de werken uit de bibliotheek van Lo-
Het exterieur van de nieuwe
Provinciale Bibliotheek
Zeeland hield, niet evenzeer van de
rijke inhoud, die „zijn" bibliotheek
heeft?
Mocht dit alles nog niet overtuigend
genoeg zijn, dan ligt. daar ten over
vloede het waardevolle boekwerk
„Zeeland door de Eeuwen heen", ge
schreven door ds. M. van Empel en
H. Pieters, waarvan het eerste deel
in 1940 gereed kwam en waarvan
weldra ook het tweede deel voltooid
zal zijn.
Ja, de literatuur over Zeeland
is mijn hobby, merkt de geïnter
viewde op. Gelukkig werd de verza
meling Zeeland van de Provinciale
Bibliotheek in 1940 grotendeels gered
en ik heb er steeds naar gestreefd,
die uit te breiden. In de loop van de
twaalf jaar, waarin ik met de dage
lijkse leiding van de Bibliotheek be
last ben, zgn er enige duizenden num
mers bijgekomen. De collectie omvat
nu ruim 20.000 nummers!
23 WAGENS NATTE BOEKEN
Men kan niet met de heer Pieters
over de bibliotheek spreken, of het
gesprek komt telkens weer op de
noodlottige Meidagen van 1940.
Dankbaar herinnert hij zich zijn vroe
gere chefs: de heer W. O. Swaving,
die iedere week twee avonden be
steedde aan zijn letterkundige vor
ming en ds. M. van Empel. Maar als
hij daarover uitgepraat is, komt
steeds weer de brand van de 17e Mei
aan de beurt.
Een ramp was het verloren gaan
van zeer veel kostbaars en onver
vangbaars. Maar 23 wagens met
dryfoatte boeken konden gered wor
den en naar de zolders van het P.Z.
E3L-gebouw getransporteerd. Maan
den. lang hebben de heer Pieters, die
toen met zijn tegenwoordige functie
was belast en zijn medewerkers, de
heren P. J. v. d. Koorden en P. C. H.
Peeters (concierge), zich beijverd om
de geredde boekenschat zorgvuldig te
drogen, te registreren en te catalogi
seren. Dat was het begin van wat de
Provinciale Bibliotheek thans weer is.
En zij omvat niet minder dan 78.000
delen!
Jammer, aldus besluit de
heer Pieters. Zeeland weet
nog al tyd onvoldoende, welk een
kostbaar bezit het in deze bibli
otheek heeft. Zesduizend boeken
lenen wjj per jaar uit en dat is
veel te weinig. Er komen duizenden
bezoekers. Maar een van mijn illusies
is, dat met het betrekken van ons
prachtige nieuwe gebouw de uitleen
aanzien!ijk zal stijgen.
Moge die wens m vervulling gaan.
Er staan speciale catalogi op sta
pel van de rubrieken Beeldende Kun
sten, Psychologie, Wijsbegeerte en
Paedagogiek en van Sociale Weten
schappen, die straks op grote schaal
verspreid zullen worden, er bestaan
reeds catalogi van wat de Provinciale
aan Literatuur over Zeeland bevat.
Wie wil kan dus de wegen der ken
nis, die naar de wijsheid voeren, zon
der moeite vinden. Dank zij al weer:
de figuur, die van dit interview de
hoofdpersoon is.
M De historische gegevens, in M
deze Bibliotheek-pagina ver-
werkt, ontleenden wij aan het
ee werkje „De Provinciale Biblio-
theek van Zeeland" van dr. B.
D. H. Teilegen, dat dezer da- m
H gen het licht zag.
lllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllf
dewijk XV en Madame de Pompa
dour werd een uitzondering gemaakt.
De befaamde Amsterdamse boekbin
dersfirma J. Brandt en Zoon heeft de
banden schitterend gerestaureerd.
De tegenwoordige beheerder van
de Provinciale Bibliotheek, de heer
H. Pieters, die merkwaardig genoeg
niet de titel bibliothecaris heeft,
maar „belast is met het beheer
der Provinciale Bibliotheek", heeft in
het weer op orde brengen van de bi
bliotheek en de uitbreiding van de
boekenschat door belangrijke aanko
pen, een uiterst belangrgk aandeel
gehad.
Aan zijn werkkracht en toewijding is
het ongetwijfeld mede te danken, dat
de bibliotheek thans opnieuw een on
vervangbaar bezit voor de Zeeuwse
gemeenschap mag worden genoemd.
Twintig duizend boekwerken bevat
te de bibliotheek na de brand, het
aantal banden was te schatten op
22.000. Op 1 Januari 1953 bedroeg
het aantal boekwerken 78.000 met te
zamen 110.000 banden.
In dertien jaren 58.000 waardevolle
boeken byeen brengen en zorg dragen
voor de restauratie van 20.000 andere,
het is voorwaar een werk geweest,
waarvoor men het grootst mogelijke
respect moet hebben.