„Mijn aap lacht", nieuwe roman
van Albert Helman
Holly woods nieuwe ontdekking:
een doodgewoon jongetje
„I )iri^eren is spreken zonder
te praten"
Op zoek naar partituren
en manuscripten
VRIJDAG 10 JULI 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Brave burger, lees dit boek niet!''
Een boek vol platvloerse,
alledaagse wijsheden
ALBERT HELMAN HEEFT ZIJN NIEUWE ROMAN: „Mijn aap lacht",
een „Waarschuwing vooraF' meegegeven die begint: „Brave burger, leg dit
boek weg! Lees het niet!" En even verder „Er bestaat genoeg lectuur voor
U, laat deze apekool U taboe zün".
Misschien is het in Helman's ogen niet zo prettig om tot de klasse der
„brave burgers" te behoren, en stellig heeft hij met die potsierlijke waar
schuwing een ander effect beoogd, maar, brave burger, het is ons hier
bittere ernst: lees het boek niet, het is pure tydsverspilling om die kleine
driehonderd bladzyden onverteerbare, kwasi-diepzinnige maar in feite on-
gelooflyk banale en verwarde „apekool" te doorworstelen; het heeft doel_
noch zin, evenmin als Helman's boek, dat volkomen onbevredigend in het*
niets uitloopt.
Waarom dan niettemin een hele
kolom aan dit boek gewijd, zult u vra
gen? Omdat het tenslotte een „Hel
man" is, en omdat datgene wat dit
boek tot een onherroepelyke misluk
king heeft gevoerd, reeds aanwezig
was in Helman's vroegere werk. Om
dat het dus in zekere zin symptoma
tisch is, al is de aap dan ook mogelijk
nog nooit zo duidelijk uit de mouw ge
komen.
Een paar maanden voor zijn dood, in
1940, schreef Du Perron, die toch voor
Helman's eerste boek „Zuid-Zuid-
West", verschenen in 1926, grote
waardering had, in de hem uitermate
scherpe stijl, die men helaas te wei
nig in onze critische kolommen hoort:
„Ik vind Helman vaak een naar au-
teurtje, een autodidakt die ondanks
al zijn kennis van Freud, de vervelen
de kantjes niet heeft weten te korri-
geren van de typiese autodidakt, te
Letterkundige kroniek
door HANS WARM
duidelijk de kunstenaar die er net bij
neer gekomen was, net bijna genoeg
talent had, maai- die er tenslotte niet
kwam."
Zoals zo vaak, heeft Du Perron, die
gedurende ongeveer tien jaar zo wat
het literaire geweten van onze lette
ren was. en wiéns sterven, nu meer
dan dertien jaar geleden, nog steeds
een grote leegte heeft gelaten, de
spijker precies op zijn kop heeft ge
slagen: Helman heeft de belofte van
„Zuid-Zuid-West" nooit geheel inge
lost en ondanks de zekere bekendheid
die hij geniet, is hij net niet een schrij
ver van formaat geworden. Daarvan
is „Mijn aap lacht" nog eens het evi
dente bewijs, daar men in dit werk
van de thans 50-jarige schrijver ge
rust de neerslag van zijn tot nu toe
veroverde wijsheid en levensfilosofie
mag zien.
Hjj heeft met dit werk een satire
op de menselyke samenleving wil
len gevèn, en te dien einde de we-
reld bekeken door de ogen van een
aap, die nu eens aap en dan weer
mens is- Maar nooit helemaal aap
en nooit helemaal mens, wat het
geheel niet verhelderd en de voor
genomen satire in een verwaterd,
breedsprakig gezeur deed ver
lopen.
Zoals bekend is Albert Helman, die
in het dagelijks leven Lou Lichtveld
heet, in West-Indië geboren en op
gegroeid, temidden van een prach
tige, weelderige natuur die grote in
vloed op hem heeft uitgeoefend. Ook
heeft hij Indiaans bloed in de aderen,
en een onmiskenbaar talent. Wan
neer hij zich had weten te beperken,
zouden de grote kennis van het oer
woudleven en de vreemde, half mythi
sche, half mystische onderstromingen
in ziji bloed, hem tot een zeer uit
zonderlijk auteur hebben kunnen
stempelen. Maar hij is naar Europa
f;ekomen, en blijven hangen tussen
wee stadia: niet helemaal heidens
natuurmens en niet helemaal cultuur-
ulturele
cavalcade
REMBRANDT'S GEBOORTEDAG
zal ook dit jaar niet onopgemerkt
voorbijgaan De schilder, die 15 Juli
1606 werd geboren, zal thans geëerd
worden door een tentoonstelling van
grafisch werk uit zijn naaste om
geving. De expositie wordt gehouden
in het Rembrandt-liuis te Amsterdam.
HET ZEVENDE congres van de in
ternationale vereniging voor de we
tenschappelijke film zal in September
te Londen worden gehouden. Ver
toond zullen worden wetenschappe
lijke, medische, technische, industrië
le en opvoedkundige films, afkom
stig uit dertig landen.
TOT HOOFDLERAAR muziekge
schiedenis aan het Amsterdamse
conservatorium is benoemd drs. F. R.
Noske, als opvolger vam prof. dr. K.
Ph. Bernet Kempers.
TWEE JONGE NEDERLANDSE
beeldhouwsters hebben prijzen ge
wonnen bij de prijsvraag „Susse et
Mitchels", uitgeschreven onder de
leerlingen van de „Academie de la
grande Chaumiere", die op het ate
lier van Zadkine werken, Mej. Rubin
stein won de tweede prijs, groot 50.000
frames, mej. Eecen kreeg voor haar
ontwerpen een prijs van 10.000 francs.
DE CELLISTE FRANCOUSE
VETTER en de pianist Paul Niessing
z'ijn uitgenodigd om voor „Radio Dif
fusion Francaise" een uitvoering te
geven van de tweede sonate van Wil
lem Pijper en de ballade van Frank
Martin, beide voor cello en piano.
mens; een bijna tragische twee
slachtigheid, die nooit tot een har
monische versmelting is gekomen.
Helemaal terug naar de primitieve
oerstaat kan hij niet en een „Euro
peaan" is hij ook niet ten volle ge
worden. Dit zou op zichzelf aanleid
ding kunnen geven tot zeer schrijnen
de goede boeken, doch Helman's on
geluk is, dat hij, om nogmaals Du
Perron aan te halen, „de vervelende
kantjes van de typiese autodidakt
niet heeft weten te korrigeren": hij
slaat vaak een prekerige, pedant-
mededeelzame toon aan, of, zoals de
bekende criticus Van Leeuwen ergens
zegt: „Helman onderschat zijn lezers
en overschat zichzelf".
PLATVLOERS
Die zelfoverschatting heeft
„Myn aap lacht" tot één van de
onuitstaanbaarste boeken ge
maakt, die we ooit onder ogen kre
gen: niets is zo onvergeeflijk dan
om als lezer voor half zacht aan
gezien te worden door een auteur,
die blijkens zyn geschrift deze
maal niets anders te bieden heeft
dan vrij platvloerse, alledaagse
wijsheden, die hij met eindeloze
breedsprakigheid aan de man
brengt. En dat, terwyl men in het
boek hier en daar nog glimpen
opvangt van wat Helman zou kun
nen geven: prachtig is de uitbeel
ding van de negerin Rosalina en
haar dochtertje Jessy; uitstekend
is hier en daar ook de sfeer van.
het overdadige, weelderige oer
woud getekend.
Het boek dan, is verdeeld in drieen:
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
In „Vrijheid" maakt men kennis met
de aap in het oerwoud. Hy beleeft
ALBERT HELMAN
...mijn aap lacht...
er allerlei avonturen, tot hij tenslotte
in een klem gevangen raakt. In „Ge
lijkheid" verkeert hij onder de men
sen, in de diverse, goed getekende,
milieu's van „Beul's Erbarmen", een
verbannings-plantage voor politieke-
en andere delinquenten, waar de aap,
die toch al zeer menselijk was, zijn
mensenkennis opdoet. Aan het eind
van dat deel ontsnapt hij, om dan in
„Broederschap" een soort apendicta-
tor te worden met al de „wijsheid" die
hij bij de mensen heeft opgedaan.
De hele satire is echter zo troebel
en onklaar dat men er niet wijs uit
wordt en als de zaak helemaal in het
honderd gelopen is en Helman er zelf
blijkbaar ook geen weg meer mee
weet, laat hij de aap maar via enige
bezwijmingen, vluchten en rare dro
men in een mens veranderen. Dan is
het boek uit en vraagt men zich voor
de laatste maal af: wat moet dat
nu allemaal Wat wijsheid die elkeen
al weet en nog eens schoolmeester
achtig herkauwd, wat reeds lang open
deuren met veel vertoon ingetrapt.
Het spy't ons, „brave burger", maar
houd u liever aan Helman's eigen
waarschuwing en lees dit boek niet!
Amsterdamse Boek- en Courant Mij.
Amsterdam.
Alphons Franken t
Te "s-Gravenhage is op 74-jarige
leeftijd overleden de heer Alphons
Franken. Hij was o.a. dirigent van het
a capelle-koor „Bel Canto" en van
verscheidene Rooms Katholieke kerk
koren. Grote bekendheid verwierf hij
door het introduceren van koorwer
ken van Alphons Diepenbrock, Pales-
trina en van werken van Philips de
Monte. Zijn compositie „Haec Dies"
wordt nog veelvuldig gezongen. In
April van dit jaar heeft de heer Fran
ken te Amsterdam zijn gouden jubi
leum als toonkunstenaar gevierd.
Schilder-herbergier overleden
Paul Roux, eigenaar van de her
berg „La Colombe d'or", waarin hij
zich in 1918 in Saint-Paul-de-Vence
(Alpes-Maritimes) had gevestigd, is
vorige maand overleden.
Paul Roux, man van smaak, zelf
kunstenaar en beschermer van de
schilders, had zijn „Colombe d'Or"
in een waar museum voor moderne
kunst veranderd; in zyn herberg hin-
fen doeken van de beroemdste heden-
aagse schilders als Matisse, Picas
so, Braque, Vlaminck, Utrillo.
Paul van Kempen
(Van een medewerker).
Wat doet een dirigent van een symphonie-orkest eigenlijk? Slaat hij
alleen maar de maat? Daarvoor zou men toch ook een machine (een grote
metronoom bijvoorbeeld) kunnen gebruiken. Men kan zelfs een ingenieus
apparaat vervaardigen dat vlugger en langzamer, harder en zachter op het
juiste ogenblik aangeeft.
Er is blijkbaar een „mens" nodig: de orkestleider. Wij maken zelfs onder
scheid tusen grote en minder grote dirigenten. Zij worden niet gemaakt;
zij worden geboren. Zij moeten niet slechts terdege weten wat zij willen,
zij moeten dit ook zonder moeite aan anderen weten op te leggen. Op de
dirigentencursus,die thans door de N ederlandse Radio Unie in Hilversum
wordt gehouden, in navolging van de jaarlijkse cursussen te Siena in Italië,
maakt men geen dirigenten. Daartoe zouden de docenten, Paul van Kem
pen en Carlo Zecchi niet in staat zijn. Wat zij doen is aan de jonge lieden,
die na een strenge selectie overbleven, aanwijzingen geven, hoe men een
groot orkest „bespeelt".
Indien iemand geen aanleg heeft
om bijvoorbeeld viool te leren spelen,
zullen zelfs de vereende krachten
van Jacques Thibaud en Yehudi Me-
nuhin van hem geen violist maken.
Is deze aanleg er echter wel, dan zal
hy toch nog het „handwerk" van de
frond af moeten leren. Allereerst
ouding van rechterhand met stok,
van linkerhand op de snaren; dan
posities, vingeroefeningen toonlad
ders, études.
Zo gaat het ook met de leerling
dirigent. In Hilversum worden uren
besteed aan de houding van het bo
venlichaam, aan de soepelheid der
arm-bewegingen,1 aan het volkomen
'onafhankelijk zyn van de ene hand
Betty Grable in het kwadraat
George Winslow heeft een
diepe basstem...
(Van onze filmmedewerker).
Al zijn er mensen, die het nog zo goed met de film menen, haar tot kunst
verheven willen zien en een muze te harer vertegenwoordiging hebben aan
geroepen, toch blijft voor de grote massa de film een rol-„prent": plaatjes,
dié bewegen, de opvolgster van de toverlantaarn. En hoe interessanter en
verbluffender het plaatje, des te groter de roep van de rolprent. Hoe die
plaatjes nu precies rollen, en wie ze laat rollen en of de volgorde, waarin
ze rollen, wel verantwoord is, doet allemaal minder ter zake. Voor deze
plaatjeskijker zijn de grote filmmaatschappijen steeds weer uit op nieuwe
wonderen, waar ze de camera op kunnen richten: Francis, de sprekende
ezel, Lassy, de hond, een leeuw en een gorilla zijn al als hoofdrolspelers in
films gesignaleerd. Doch ook op hen raakt het publiek uitbewonderd.
Er is dus weinig voorstellingsvermogen voor nodig om de opluchting te
begrijpen, die er in Hollywood heerste, toen daar het bericht van een nieuwe
„ontdekking" binnenkwam. Nu was het alleen maar de vraag, wie er met
de buit strijken ging. Dat is Twentieth Century Fex geworden. De nieuwe
ontdekking wasschrikt u nietgewoon een gewoon jongetje.
Iets mankeerde er natuurlijk wel
aan, anders zou het zo wereldschok
kend niet zijn. Met zijn toncillen en
stembanden bleek er het één en ander
niet helemaal zoals dat hoort te
zijn bij zevenjarige jongetjes. Gevolg:
George Wentzlaff bij de burger
lijke stand in Hollywood ingeschre
ven als George Winslow) 'heeft een
diepe basstem. In plaats van een neus-
keel-en-oorarts kwam Hollywood er
eraan te pas met een filmcontract
voor zeven jaar. Gras hebben ze er
daar niet over laten groeien en deze
nieuwe magneet om de zozeer be
geerde kasmiddelen binnen te lokken
maar meteen aan het werk gezet. In
de film „Room for one more" speelt
hij samen met Cary Grant en Betsy
Drake en in „My Pal Gus" (Guusje
fröbelt met harten) is hij hetlie
verdje, dat iedere orde en goede gang
van zaken bedreigt.
Doch al deze „glorie" vermocht
niets te veranderen aan Georges ware
aard; hy is de kwajongen gebleven,
die het land heeft aan mooidoenerij;
in de hogere filmgoden niet meer dan
gewone meneren ziet en iedere ge-
gelegenheid, die zich voordoet om kat-
tekwaad uit te halen, dankbaar be
nut. Volgens de verhalen heeft men
in de filmstudio meer capriolen te
verduren van hem dan van een
(blijkbaar ook niet zeer plooibare)
Betty Grable in het kwadraat!
e meest dringende filmopname
kan George niet weerhouden, even
naar de „Heren" te verdwijnen. En
als de scène beneden zijn stand en
waardigheid is, wandelt hij rustig-
weg en zegt met een cherubynenglim-
lach tegen de razende regisseur, dat-
ie toch zo'n verschrikkelijke dorst
heeft en onmogelijk één woord meer
kan zeggen met zo'n droge keel.
Toch is dit nog lang niet het kost
baarste kattekwaad, dat hy uithaal-
Hij zou wél een braaf jongetje willen
zijn, maar het gaat niet! George Win-
slow in ,My Pal Gus",
de. Op een voor de studio kwade
dag werd George tijdens een nogel
moeilijke opname even met moeder
weggestuurd om zijn rol wat beter
te leren. Helemaal een smoes om hem
weg te werken was dat niet, want de
avond tevoren had hij zich met meer
hartstocht overgegeven aan het knik
keren dan aan het leren van zijn film
tekst. Eenmaal buiten het gehoor van
de regisseur echter troonde hij zyn
weerloze moeder mee naar een „echte
spoorbaan", die ergens achter de stu
dio moest zijn aangelegd. In de gau
wigheid pikte hij nog even een levens
grote speer weg bij een decor, waar
Tyrone Power even te voren iets met
Indianen uitstaande had gehad, waar
schijnlijk wel om een schone vrouw.
En met die moordspeer beproefde
George de spoorbaan op zijn deug
delijkheid. Omdat by de film zoveel
wat reëel lijkt, maar schijnis, de
stalen rails van beton waren, en de
speer blijkbaar echt, porde George
voor een 400 dollar schade in de spoor
weg.
Al krygt George een aardig salaris
voor zijn baantje 400 dollar per
week zo erg er mee ingenomen is hij
niet. Dat zei hij tenminste tegen de
rechter in Los Angeles, die zijn con
tract moest goedkeuren en hem vroeg
hoe-ie het nou wel vond. Georges ap
preciatie lag ergens tussen „rot" en
„stomvervelend".
Om deze afkeer van de jongen
enigszins ten goede te keren, is moe
der Wentzlaff meteen door Fox ge
huurd voor 175 dollar. Maar ze vindt
dat ze onderbetaald wordt! Want het
is geen sinecure het lieve zoontje
iedere dag heelhuids aan de studio
af te leveren, bovendien in het juiste
humeur en om hem tussen de opna
men door in bedwang te houden. Om
nog niet te spreken van haar ouder
van de andere, kortom er wordt als
het ware gymnastiek gedaan.
Pas daarna komt de eigenlijke ge-
baren-taal aan de beurt. Deze taal
moet onmiddellijk te begrijpen zijn,
dus duidelijk en eenvoudig. Immers,
tijdens de repetities kan de dirigent
laten herhalen, aftikken en monde
ling zijn bedoelingen kenbaar maken,
zo vaak hij wil. Dit alles is geduren
de de uitvoering niet meer mogelijk.
Toch mag hy er niet op vertrouwen,
dat het orkest het nu „wel weet".
Bovendien moet hij ook dan de ver
tolking bezielen. Ziedaar enkele din
gen, die op deze dirigentencursus
worden geleerd Het is zoals Paul van
Kempen het uitdrukte: „Leren tegen
het orkest te spreken, zonder te pra
ten
Onder de cursisten zijn er ver
schillende, die reeds gedirigeerd heb
ben. Anderen zetten hun eerste schre
den op het dirigentenpodium. Van
degenen, die zich aanmelden, is door
een strenge selectie een groot deel
afgevallen. Met de overige wordt nu
gewerkt aan een gewone repetitie.
De cursisten komen eerst voor een
strykquintet, waar de vijf strijkers-
groepen van het orkest slechts enkel
bezet zijn. De partijen van de blazers
worden indien beslist noodzakelijk
lijk eergevoel, waar het de goede op
voeding betreft. Want dat eergevoel
gedoogt niet, dat George een loopje
neemt met zijn meerderen!
GENTLEMEN PREFER BLONDES
Zoals voor alle kinderen die voor
de film spelen, is ook voor George een
geduldige en begrijpende regisseur
een eerste vereiste en dan natuurlijk
een buitengewoon goed op 't kind af
gestemd scenario. In dit gevai zal dat
het speciale effect van Georges merk
waardige basstem op de voorgrond
moeten plaatsen, maar hem boven
dien het joch laten zijn, dat hrj wer
kelijk is. Want funest is een excuus
zoals men dat vond, om voor George
op het laatste moment toch nog een
rol bij te schrijven in „Gentlemen
prefer Blondes". Daarin is hij noch
een prefererende gentleman noch een
geprefereerd blondje, doch dient hij
om de populariteit van Jane Russel
en Marilyn Menroe te ondersteunen!
Wat er al niet kan gebeuren, als
Hollywood het vertrouwen in de toch
altijd voor de kas zo betrouwbare
gebleken „sex" gaat verliezen!
Komen er wereldprijzen voor
de schone kunsten?
„Wij hebben reeds meer dan 12.000 originele composities in Duitsland
opgespoord en teruggezonden aan de bibliotheken, waar zij behoren te
zyn", zo ver Jtelde dr. Carleton Smith, de directeur van de Nationale Kunst
stichting, „National Arts Foundation", te New York, die op een reis door
20 Europese landen thans Nederland bezoekt. Deze Stichting speurt in
Europa naar de originele partituren en manuscripten van beroemde com
ponisten, waarvan er tijdens en na de oorlog talloze zijn verdwenen.
„Opgespoord zijn inmiddels de Matthaeus-Passion van Baeh. Lieder ohne
Worte van Mendelsohn en Schubert's Goethe Lieder".
Twee groepen zijn echter nog steeds
spoorloos. De eerste betreffen Wag
ner's opera partituren, die voor de
oorlog waren gekocht door de Ka
mer van Koophandel in Duitsland en
in 1939 aan Hitier werden aangebo
den bij diens 50e verjaardag. Men ge
looft, dat ze in de laatste bombarde
menten van Berlijn verloren zyn ge
gaan.
De tweede groep omvat Beetho
ven's 7e en 9e symphonie, waarvan
slechts één exemplaar in Beethoven's
eigen handschrift heeft bestaan. Bo
vendien zoekt men nog naar drie van
zijn laatste strijkkwartetten. Samen
met de viool-sonate van Brahms, Mo
zart's Zauberflöte en twee acten van
de opera „Figaro", bevonden deze
originele manuscripten zich in de
Rijksbibliotheek te Berlijn, toen ze
tegen het einde van de oorlog naar
een Benedictijns klooster in Grussau
(Silezië), dat thans in Polen ligt,
werden gebracht.
„We kunnen daarover geen inlich
tingen krijgen", vertelde dr. Smith
een A.N.P.-verslaggever. „Misschien
zijn ze nog in Polen, misschien in
Rusland. We zullen echter voortgaan
met onze speurtocht. De abt van dit
klooster, die thans in West-Duits-
land is, heeft ons gezegd, dat de par
tituren in kisten door soldaten zijn
weggehaald en naar het Oosten zijn
vervoerd".
Tenslotte zoekt men ook nog naar
een klerk van dezelfde bibliotheek in
De dirigent Paul van Kempen (voor
tegen de wand) volgt de eerste po
gingen van zijn leerlingen nauwgezet.
aangevuld door een vierhandig be
speelde vleugel. Pas na enkele dagen
worden de volledige orkesten inge
schakeld; eerst een kamer-orkest
vervolgens het omroep-ojkest. dan
tenslotte het volledige Radio Phil-
harmonisch Orkest, zo nodig met
koor.
Kempen verschilt sterk van die van
De wijze van doceren van Paul van
Carlo Zecchi. Van Kempen is één en
al rust. Hij geeft zijn aanwijzingen
meestal zittend, staat hoogstens een
keer op om achter de cursist met
deze samen het stokje vast te hou
den.
Carlo Zecchi daarentegen is één en
al beweging. Tegelijkertijd met de
leerling hanteert hy het dirigeerstok-,
je. Hij dirigeert als het ware de di
rigent. Maar beiden bezitten een
maken van het Hilversumse dirigen-
gxote kundigheid en ervaring en zij
ten-„materiaal" wat er van te ma
ken is.
GROTE DIRIGENTEN
Of er grote dirigenten onder dit
„materiaal" schuilt, verklaarde Paul
van Kempen ook na afloop van de
cursus nog niet te kunnen voorspel
len. Het spreekt vanzelf dat hij in
staat is direct te zien of iemand voor
dit werk aanleg heeft, maar of de
candidaat hoogstens de leider van een
middelmatig orkest zal worden, of
iemand met een wereldnaam, is voor
uit onmogelijk te zeggen.
Carlo Zecchi toonde zich zeer te
vreden over zijn leerlingen. Er schuilt
veel talent onder. Een onderscheid in
de qualificatie van Nederlanders en
buitenlanders kan hij niet maken.
„Ieder heeft zo zijn eigen aard", zei
hij.
Tenslotte hebben wij nog met en
kele orkestleden gesproken. Het is
namelijk een feit, dat een musicus
reeds na de eerste ogenblikken voelt
of de man met het dirigeerstokje een
orkest kan aanvoeren of niet. Ook zij
toonden zich geestdriftig. Bovendien
vinden zij deze cursus een aangena
me afwisseling. Dat zij de eerste vier
maten van Haydn's 101e symphonie
tienmaal moeten herhalen, is ten
slotte niets bijzonders. Zulke dingen
gebeuren op iedere normale repetitie.
Provincie Overijssel geeft
10.000 voor toneel
De Provinciale Staten van Over
ijssel hebben lang gesproken over het
voorstel, de toneelgroep ,fTheater"
te Arnhem een subsidie van 10.000
te geven. Deze groep zal de provin
cies Gelderland en Overijssel als
werkterrein kiezen. Vooral van Staat,
kundig Gereformeerde en Anti-Revo-
lutionnaire zijde werd heftig tegen
dit voorstel geageerd. Een van de
woordvoerders dezer partijen zei:
„Ons belastinggeld moet niet ter be
schikking gesteld worden van het to
neel. Het moderne toneel is ziek, er
gaat een zedenbedervende, zielsver-
giftigende invloed van uit".
Van andere zijde werd betoogd, dat
de nieuwe groep veel stimulerend
werk kan verrichten ten behoeve
van het provinciale amateurtoneel.
De fracties van de Partij van de
Arbeid en van de Katholieke Volks
partij schaarden zich unaniem achter
het voorstel.
Namens Gedeputeerde Staten werd
verklaard, dat men deze hele zaak
zien moet tegen de achtergrond van
de culturele ontwikkeling van de
provincie. Nu is er de mogelijkheid,
dat de provincie, door middel van de
Stichting „Toneel Oost-Nederland",
die de gelden beheert, invloed kan
uitoefenen op de keuze van het reper
toire, nu deze grote toneelgroep zich
buiten de grote centra vestigt. Voor
heen was dat niet mogelijk, en moest
men in de provincie maar afwachten,
wat er kwam. Het voorstel werd ten
slotte met 33 tegen 6 stemmen aan
vaard.
Berlijn, die 1% jaar. geleden spoor
loos verdwenen is met meer dan 100
van Beethoven's originele conversa
tie-boeken. Naar bekend, was Beet
hoven doof geworden. Hij voerde
steeds een schriftelijke conversatie
met zyn omgeving.
Het doel van de reis van dr. Smith
is echter tweeledig. Hy is n.l. tevens
naar Europa gekomen om in 20 lan
den advies te krijgen voor de uitrei
king, die door zijn stichting zal ge
schieden van prijzen, die in waarde
vergeleken kunnen worden met No-
bel-prijzen. De Stichting heeft het
plan ieder jaar vier tot vijf van deze
prijzen uit te reiken aan lieden, die
zich voor de wereld bijzonder ver
dienstelijk hebben gemaakt op ter
reinen, waarvoor geen Nobel -prijzen
worden verstrekt, zoals architectuur,
de beeldhouwkunst, muziek, toneel,
schilderkunst en opvoeding. Hij is
reeds in Engeland geweest, waar hij
o.a. bij Churchill, Attlee en de aarts
bisschop van Canterbury advies heeft
ingewonnen. Twintig Britten zijn
hem daarbij voor een prijs aangera
den.
Dr. Smith voert thans in ons land
soortgelijke besprekingen.