Ook minder gesitueerden kunnen
thans van de Rivièra genieten
Loodsenwerk is lang niet altijd
een „kijkspel"
Gigantische vlootrevue op de
rede van Spithead
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 13 JUNI 1953
WAAROM „HUMBUG?"
Alleen: men verwachte geen luxe
voor lage prijs
(Van onze toeristische medewerker).
Een gerenommeerd blad voor de hotelwereld heeft onlangs, sprekende
over de goedkope reizen naar de Rivièra, het woord „humbug" gebruikt.
Niet ten onrechte ,als men vacantie-houden identiek acht aan het ver
blijf in goede hotels, waar men alle comfort en alle service heeft, die een
verwende twintigste-eeuwer zich maar kan wensen. Volkomen ten on
rechte echter, als men zich op een minder verheven standpunt stelt en er
eens rekening mee houdt, dat er ook toeristen zijn, die zelden of nooit
in een hotel hebben geslapen en er nooit zullen slapen ook, omdat zij er
op uit zijn, do wereld „op een koopje" te bezien en zich liever enig com
fort en service ontzeggen dan hun vacantie of hun reisroute in te kor
ten. En deze toeristen vormen zo langzamerhand een geweldig legioen;
het zyn de kampeerders en de mensen, die genoegen nemen met bunga
lows, vacantiehuizen en andere inderdaad vrij primitieve onderkomens
Mensen, die voor het kleine bedrag, dat zij voor hun vacantie hebben af
gezonderd, zo veel mogelijk willen zien en genieten. Is het hun kwalijk
te nemen
Wie wèl iets kwalijk valt te ne- lijke bungalows, volgend jaar zal elk
men, zijn de reisbureau's en trans- kamertje een wastafel en zal elke
portondernemingen, die uit de trek bungalow twee toiletten hebben. Pri-
van de minder gegoeden naar het mitief, inderdaad, maar netjes en
buitenland, een slaatje trachten te voldoende voor hem, die geen
slaan en dat vaak met middelen,
die aan de misleiding grenzen. Als
men annonceert, dat er overnacht
zal worden in een hotel aan zee en
men moet een half uur dalen, eer
men aan het strand is en een uur
klimmen, eer men terug is, dan klopt
er iets niet. Als er op de program
ma's excursies staan en men laat de
deelnemers de kosten daarvan zelf
betalen, dan is dat misleidend. Als er
niets vermeld is over de regelen van
het huis, die ondermeer inhouden,
dat men zelf z'n kamer moet stof
fen en z'n eigen bedden moet opma
ken, dan is dat ten enemale onjuist.
Die dingen gebeuren en nog veel
ergere: massaal in tenten slapen,
terwjjl dat niet van te voren is ver
meld, schermen met een eigen zand
strand, dat dan slechts enkele vier
kante meters groot blijkt tg zijn en
problemen aangaande hefc verkeer
tussen de beide sexen, waartegen
geen stelling wordt genomen.
Humbug
Natuurlijk is het zo, dat men
voor de lage prijzen, waarvoor van-
daag-de-dag vacantietochten naar
de Rivièra worden aangeboden, niet
alles mag verwachten. Portiers en
kamermeisjes tja, „dat is er niet
bij."
Een heerlijke ruime slaapkamer
met een eigen bad, men mag het
niet verwachten, als men voor een
tiendaagse vacantie slechts139
gulden oehoeft neer te tellen.
„Humbug"? Wij hebben het eens
gecontroleerd aan de Rivièra. De
Franse Toeristen Sendee een on
derdeel van de Franse Spoorwegen
organiseert van 18 Mei af elke
week reizen van tien dagen naar
Golfe Juan, een kilometer of drie-
vier ten Oosten van Cannes. Elke
Maandag vertrekt er een speciale
trein van Nederland uit, die linea
recta via Luik, Luxemburg, Metz,
Dijon, Lijon, Marseille en Cannes
naar Golfe Juan rijdt en daar Dins
dagsmorgens arriveert. De vorige
groep gaat dan Dinsdagmiddags te-
rug en is Woensdag weer in het land.
In Golfe Juan worden de deelne
mers aan deze reis ondergebracht in
zestien bungalows, staande in een bij
een villa behorend park. Deze bun
galows zijn eenvoudige gebouwtjes
van hardboard (zulks kan in dat
droge klimaat) met kamertjes, waar
in twee eenpersoons-bedden. Dit jaar
nog zijn de wasgelegenheden en
toiletten ondergebracht in afzonder-
eisen stelt en die voor weinig geld
die befaamde Rivièra eens wil zien.
Want: wat wil men voor 139 gulden?
Normaal kost een toeristenretour
MaastrichtCannes al 110.30; in
die 139 zijn dan nog de overnach
ting èn de maaltijden in Golfe Juan
begrepen!
Dit bungalowpark „Centouri" in
Golfe Juan staat onder Nederlandse
leiding: de twee gebroeders Sikkink
uit Apeldoorn met hun echtgenoten.
Een van de echtparen verzorgt de
keuken naar Nederlandse trant om
te voorkomen, dat de vancantiegan-
gers maag-moeilijkheden gaan on
dervinden.
Wij zijn het onmiddellijk met de
hotelier eens, die ons schreef: „Maar
mijnheer, de verzorging in dergelijke
instellingen ltan niet tippen aan die
in de Nederlandse hotels." Maar
daar gaat het in dit geval niet om.
Dit is een van de pogingen, die wor
den gedaan om ook de minder kapi
taalkrachtigen, die daaraan behoef
te hebben en dat zyn er héél wat
in de gelegenheid te stellen, eens
naar de Cóte d'Azur te gaan. En dit
„humbug" te noemen, gaat ons per
soonlijk iets te ver.
Huwelijksreis van
40.000 km.
In Kopenhagen zal Dinsdag a.s. het
huwelijk worden voltrokken tussen
mej. Sylvia van Lennep, dochter van
jhr. W. F. van Lennep, in leven ge
zant te Kopenhagen, en de houtves
ter Niels Juel. De heer Juel is een
zoon van Kathe Juel, die deel uit
maakt van de Deense hofhouding, het
jonge paar zal een huwelijksreis per
auto maken over een afstand van
40.000 km. In Vancouver en Alaska
wil de heer Juel studie maken van de
Canadese bosbouw. Daarna staat nog
een autotocht, naar Califomië op het
programma, aldus Politiken.
De algemene Nederlandse diamantbe-
werkersbond heeft op zijn Donderdag ge
houden ledenverga 'ering zo vernemen
wij een voorstel aangënomen de Ne
derlandse regering te verzoeken op korte
termijn maatregelen te treffen om de
verkoop van ruwe diamant naar het bui
tenland stop te zetten.
I Drieling te Winterswijk
Het gezin Sikkink-Roe ttgers te
Winterswijk is verblijd met de voor
spoedige geboorte van een drieling.
Het zijn drie meisjes, die de namen
Margarete, Bertha Theodora en
Vrouwgien kregen. Moeder en doch
ters maken het uitstekend.
Nationale Vrouwenraad
Te Huis ter Heide werd de jaarver-
gadering van de Nationale Vrouwen-
I raad van Nederland gehouden. Jkvr.
j C. M. L. baronesse Van Boetzelaar te
Velp bracht het verzamelverslag van
de plaatselijke raden uit. Verscheidene
raden zijn zeer actief, maar in Zee
land wil het werk nog niet erg vlot
ten.
Op een heuveltop aan de Moyenne
Comiiclie tussen Monte Carlo en Nice
ligt Eze: Vroeger een roversnestnu
een van de toeristische bezienswaar
digheden van de Rivièra.
Nijmeegse studenten namen
beker uit Groningen mee
Het mysterie van de gasaanval op
le sociëteit van de R.K. studenten
vereniging „Albertus Magnus" te
Groningen is opgehelderd. Twee Nij
meegse studenten hebben deze „aan
val" in opdracht van de Senaat van 't
Nijmeegse studenten-corps uitge
voerd. Zij moesten drie bekers van het
corps terughalen, die enkele Groning
se studenten hadden meegenomen.
Aan twee eerste jaarsstudenten
werd opdracht gegeven de bekers uit
het Albertus Magnushuis terug te ha
len. Zij gingen: daartoe op stap, gewa
pend met een waterpistooltje, gevuld
met verdunde ammoniak en een
„traangasbom", die werd gemaakt van
een oude lamp. Met deze „moordwerk
tuigen", deden de twee jonge studen
ten in de bewuste nacht een overval
op de twee bestuursleden van Alber
tus Magnus, die administratief werk
verrichtten op hun kantoor. De Nij
meegse jongelui brachten de „traan
gasbom" tot ontploffing. De beide
Groningers kozen daarna het hazen
pad, zodat de jonge studenten rustig
en ongestoord, „gewapend" als zij wa
ren met gasmaskers, naar de drie Nij
meegse bekers konden uitzien.
De bekers prijken nu weer in de soos
van de Nijmeegse studenten
Eén van de zestien bungaloios in het
park van „Centouri" in Golfe Juan,
waarin de deehiemers aan de réizen
van de Franse Touristen Service zul
len overnachten.
TOCHT NAAR NOORDPOST EN NOORDHINDER
Op woelige zee en met slecht zicht
komen de moeilijkheden
Een aardig schouwspel, die beloodsing vlak voor de boulevardZó
is het algemene oordeel van Vlissingers en vreemdelingen, die daar bij
Michiel de Ruyter zo graag gadeslaan hoe de Nederlandse en Belgische
loodsen op slechts enige honderden meters afstand van en op de schepen
Idauteren langs soms gevaarlijk zwieperende tomvladdertjcs. En die dit
soms wel wat „griezelig" vinden, maar dan toch altijd nog geen juiste
indruk hebben van het werk van de loodsen. Jawel: ze moeten het water
hier op hun duimpje kennen, de rivier en de „gronden" voor de Sehelde-
mond met hun steeds veranderende banken en geulen, met hun stromingen
en obstakels. Het is hun vak en men neemt gaarne aan, dat zy dit vak
terdege verstaan. Maar de „beloodsing" in volle zee, ook als die zee zich
eens niet van zijn vriendelijkste zijde laat kennenZo iets is nog heel
wat anders dan het gemoedelyke schouwspel van op en af klauterende
loodsen op de ree vlak voor Vlissingen, dat sinds jaar en dag een van de
grote attracties voor Vlissingens om zijn scheepvaart inderdaad unieke
boulevard vormt.
Om die andere kant van het lood
senwerk te leren kennen, moet men
eens een tocht naar buiten meema
ken, zoals wij dezer dagen hebben
kunnen doen met de Joodskotter „Mar-
kab". Een gewoon reisje, zoals regel
matig wordt gemaakt, zij het niet al
tijd onder dezelfde omstandigheden.
Soms zijn deze immers ideaal, zoals
een oude machinedrijver ons vertel
de: „de vorige reis meneer, met Pink
sterenAls we geen dienst hadden
te doen, lagen we op het dek te brui
nen".
Ja, dat weten we. De zomer viel van
het jaar immers op Pinksteren
Maar op de reis, die wij dezer dagen
mochten meemaken, was van zonne
baden of bruin bakken heus geen
sprake. Wo troffen het dus niet. Of
toch? Want om de juiste waardering
voor het werk van de loodsen buiten
te krijgen, moet men ze bezig zien als
het weer „vuil" is en de zee haar raar
ste kuren vertoont, die zelfs een zee
man nog een draaierig gevoel in z'n
maag kunnen geven.
Het begon al min of meer toen de
„Markab" de Scheldemond uitvoer:
Het loodsvaurtuig „Arcturus".
langs de Walcherse kust en door het
Oostgat naar buiten. Het eerste doel
van de tocht was immers de loods
boot „Arcturus" op de Noordpost, een
zusterschip van de „Markab", dat van
loodsen moest worden voorzien. De
Schelde zat wat men noemt potdicht.
Het zicht was hoogstens 200 meter en
de navigatie vereiste de grootste op
lettendheid en zorgvuldigheid.
Op de radar.
Was het eigenlijk geen gelukkig toe
val, dat de „Markab" deze reis voor
het eerst met de radar-installatie uit
voer Schipper C. Braam en z'n man
nen waren weliswaar nog niet volle
dig „ingeschoten", maar nog voor ze
de Schelde af waren hadden z. het
helemaal „door" Met ^ehulp van de
radar werd ter hoogte van Wustka-
pelle dan ook keurig tussen twqe ten
anker liggende schepen door gekoerst:
een Duitser en een Japannees, die
blijkbaar beter zicht wilden af
wachten. Op drie mijl afstand had het
radarscherm hun aanwezigheid reeds
verraden, maar we zagen ze pas „in
levenden lijve" op het moment, dat
we er al vrijwel tussen zaten....
Toen de loodsen aan de „Arcturus"
waren afgeleverd, werd de reis voort
gezet naar het lichtschip „Noordhin-
der"; midden op de Noordzee, onge
veer 28 mijl Westelijk van de Mid-
steenbank. waar de loodsboot pleegt
te kruisen om de binnenkomende en
uitvarende schepen op te vangen en
van een loods te voorzien of deze weer
op te nemen.
D'e bemanning van de „Nocdhir,-
der" rftoest afgelost worden. Althans
een deel daarvan. Vier weken hadden
de mannen op hun eenzame post op
de Noordzee doorgebracht en de ze
ven, die de „Markab" nu mee naar
buiten nam. zouden hun plaatsen gaan
innemen. Bovendien was er de nodige
proviand meegenomen en natuurlijk
niet te vergeten de post. Die levens
middelen en brieven worden elke
week gebrac! maar de aflossing ge
schiedt slechts éénmaal in de veer
tien dagen.
Door een woelige zee, opgezwiept
doof een straffe bries uit het Noorden
„windkracht zes" meldde de radio
die juist op deze gronden de gol
ven altijd hun raarste kuren «ioet ver
tonen, werd na een tocht van ruim
zes uur het lichtschip bereikt. Na
enig zoeken, want het zicht was nog
steeds bar slecht en met behulp van
radar kan men wel veel uitvin
den. maar toch nog niet welk streep
je nu precies het lichtschip zou aan
geven.
In de jol.
En hier was het dan, dat wij eens
van heel dichtbij konden meemaken
hoe de mannen van 't
lichtschip, evenals de
loodsen bij de loods-
kotter trouwens, in
volle zee van het ene
schip naar het andere
worden overgezet. Niet
met zo'n stevig af-
haalbootje als we op
de rede voor Vlissin
gen zien gebruiken,
maar met een kleine,
lichte motor-jol leeg
toch altijd nog ander
halve ton! die met
behulp van een lier
gestreken wordt.
Aan dek van de
„Markab" klommen
ze er al in. Allemaal
voorzien van een
zwemvest, want in
zo'n notedopje kan ten
slotte van alles gebeu
ren. Drie, vier man
nen met de twee ma
trozen, die de jol „be
dienen", en dan de
proviand en wat er
verder meer aan boord
van het lichtschip
moest worden ge
bracht.
„Iedeieen op zijn
plaats? Z ':ken dan
maar
De man aan de lier
laa.t de kabel vieren en vijf seconden
later danst de kleine jol op de wild
bewogen golven.
Soms lijkt het of het vaartuigje
geheel in de golven zal verdwijnen,
maar altijd duikt het weer op en slin
gerend en dansend schiet het in een
wijde boog naar zijn doel: het licht
schip „Noordhinder". En daar staat
men al klaar om de jol alweer met
een lier aan dek te hijsen. Of met een
lijntje, waarlangs de mannen zich
naar boven kunnen wer1 i.
Zo ging het bij het lichtschip en zo
gaat het, in grote lijn althans, ook bij
de beloodsing van de loodskotters, zij
het dan, dat hier de loodsen heel vaak
oolj: van de touwladder gebruik moe
ten maken, wat bij een woelige zee
een nog hachelijker onderneming kan
zijn.
Wellicht begrijpt men nü waarom
bij ruw weer wel eens gemeld wordi
dat de loodsdienst gestaakt moes',
worden. Want het kan tenslotte -:o bai
worden, dat het beslist niet meer mo
gelijk is zonder mens'-nlevens in de
waagschaal te stellen.
MEER DAN 300 GEPAVOISEERDE SCHEPEN.
Koningin Elisabeth II van Engeland
inspecteert haar oorlogsbodems
(Van onze Londense correspondent)
PORTSMOUTH Op de rede, van Spithead de vvyde strook water tus
sen Portsmouth en het eiland Wight wordt Maandag a.s. de grootste
vlootrevue ter wereld gehouden. Engeland's nieuw gekroonde vorstin, ko
ningin Elizabeth H, neemt hier het saluut van meer dan driehonderd fees
telijk gepavoiseerde schepen af, waaronder 230 oorlogsbodems van vele
nationaliteiten. Behalve Engeland en de Gemenebestlanden zijn zestien
buitenlandse mogendheden met kruisers, fregatten of korvetten vertegen
woordigd. Nederland heeft de lichte kruiser „Tromp" gestuurd, het tijde
lijk vlaggeschip van Schout-by-Nacht F. Th. Burghard.
Aan boord van het koerierschip
H.M.S. „Surprise" zal koningin Eli
zabeth II langs de oneindig lijkende
rijen schepen varen, vergezeld van
haar gemaal, de hertog van Edin
burgh. en de overige leden van het
Engelse Koninklijke Huis. En overal,
waar ze langs komt, zullen de beman
ningen een luid hoera op de vorstin
uitbrengen. „Jantjes" uit alle wereld
delen zullen op de dekken staan, in
donkerblauwe, witte en zelfs licht
blauwe uniformen.
Een derde van Engeland's vloot
bijna tweehonderd oorlogsbodems
zal door koningin Elizabeth II geïn
specteerd worden. In de zware klas
se ligt het accent anders dan in vroe
gere jaren, want, waren er tijdens de
vlootrevue van 1914 liefst 59 slag
schepen en tijdens die van 1937 nog
11, op het ogenblik is er slechts één
aanwezig (de 35.000-ton-m etende
„Vanguard"). Als gevolg van de ont
wikkeling van het duikbootwapen en
de veranderingen van de zeeoorlogs
tactiek hebben de kleine, meer be-
weeglrjke-vliegtuigmoederschepen de
slagschepen vrijwel geheel van de zee
verdrongen. Er zijn er niet minder
dan negen de helft van Engelands
totale bezit en net zoveel als er
nog op stapel staan.
Spithead en de Engelse marine zijn
sinds vele eeuwen onafscheidelijk met
elkaar verbonden. Het was koning
Hendrik V, die hier in 1415 voor het
eerst zyn vloot inspecteerde, toen hij
op het punt stond naar Frankrijk
over te steken. De kleine zeilschepen
zagen er toen waarschijnlijk weinig
indrukwekend uit, en ze zullen ook
wel niet feestelijk versierd zijn ge
weest. Maai- een kroniekschrijver uit
die dagen verhaalt, dat er een vlucht
De jol wordt gestreken.
Terug ging de reis: van het vuur
schip zoals de zeelui veelal zeggen
naar de loodskotter bij de Mid-
steenbanlc. Want ook die moest af
gelost worden. Niet alleen de beman
ning, maar het hele schip. En wilden
wij niet met de mannen van de „Mar
kab" veertien dagen buiten blijven,
dan moesten ook wij met de jol over
naar de „Arcturus"
Aldus is geschied. En het is goed
afgelopen!
Met de „Arcturus" onder schippei
J. van Gelder kwamen we tegen het
vallen van de avond weer voor Vlis
singen aan, waar we ons, juist als een
echte loods, met .iet afhaalbootje aan
het Roeiershoofd a. wal konden la
ten zetten. Moe en een beetje ver
kleumd van ons „zomers" klimaat
rnaar voldaan en een belangrijke erva
ring rijker. En vooral met nog mee
espect voor het werk van de loodsei
en allen, die daar buiten op hun pos
zijn om te waken voor de veilighei-
van de scb°°pvaart in de Zeeuws
kustwateren.
zwanen tussen de verankerde vloot
dobberde; een „onomstotelijk bewijs",
dat de expeditie gunstig verlopen
zou.
Vijfhonderd jaar later deed zich
een soortgelijk gebeuren voor. Koning
George V kwam in 1914 naar Spit
head om zijn machtige, vanwege de
oorlogsdreiging, totaal gemobiliseer
de vloot te inspecteren. Zwanen wa
ren er toen weliswaar niet, hetgeen
echter niet wegneemt, dat de Engel
sen toch als overwinnaars uit de eer
ste wereldoorlog te voorschijn zijn
gekomen.
Koning Karei II (1630—1685) is de
grondlegger van de vlootreveu in
haar huidige vorm geweest. Hij was
het, die nauwkeurig het ceremonieel
vastgelegde, dat nog heden ten dage
de basis van elke vlootsehouw is. De
schepen moesten van binnen en van
buiten geschrobd en opgepoetst wor
den. Alle manschappen moesten zich
op de dekken verzamelen en zodra
het koninklijke jacht naderde, moest
er verwoed op bootsmanfluitjes wor
den geblazen. En tussen al dat gil
lend gefluit door moesten de beman
ningen de souverein met „grote, ge
zamenlijke schreeuwen" begroeten.
Vrolijkheid.
De Hannoveriaanse koningen heb
ben de vlootrevue's van Spithead een
bepaald vrolijk karakter gegeven. In
Buckingham Palace hangt een enorm
schilderij, dat Serras in 1773 van de
toenmalige vlootsehouw heeft ge
maakt, en waarop dit lichtere ele
ment duidelijk naar voren komt. Op
de schepen kringelt rook naar boven
voorloopster van het vuurwerk,
dat nu 's avonds wordt gegeven
terwijl zich vele, overvolle plezier
boot jes op het wijde wateroppervlak
bevinden. Talrijke bemanningsleden
houden brandende fakkels in de hand
een gebruik, dat tegenwoordig in
de illuminatie van romplijnen en
masten kan worden teruggevonden.
De meest ontijdige vlootsehouw
werd in 1814 gehouden. De Prins-Re
gent beval toen, dat de hele Engelse
vloot zich op de rede van Spithead
verzamelen moest om de beëindiging
van de Napoleontische oorlogen te
vieren. Dat de oorlog met Frankrijk
door Napoleon's vlucht uit Elba an
dermaal zou oplaaien, had de Prins-
Regent zeker niet verwacht, evenmin
trouwens als de keizer van Rusland
en de koning van Pruisen, die voor de
inspectie waren uitgenodigd. De on
conventionele Czar Alexander be
zorgde de leden van het Engelse hof
de schrik van hun leven door plotse
ling in de kwartieren der matrozen
te duiken en met hen een maaltijd
van gezouten varkensvlees en ge
droogde erwten te gebruiken
Revolutie.
De acht vlootrevues, welke konin
gin Victorie, in haar lange regering-
afgenomen heeft, tonen duidelijk aan,
dat er zich in een betrekkelijk korte
tijd een revolutionnaire omwenteling
in de scheepstechniek en de zee-oor
logstactiek heeft voorgedaan. In 1842
en 1845 lagen er alleen nog maar
houten zeilschepen op de rede van
Spithead. In 1853 hadden de eerste
door raderen en schroeven voortbe
wogen stoomschepen hun intrede ge
daan, en in het laatst van de negen
tiende eeuw maakten de eerste ge
pantserde schepen hun debuut. On
derzeeboten heeft koningin Victoria
net niet meegemaakt, want deze ver
schenen vis voor het eerst op het wa
ter tijder.* ile vlootsehouw van 1909.
De metoie Engelse vlootrevues zijn
door koningen of prinsen afgeno
men allen mensen, die uitstekend
op schepen thuis waren en zelf heel
1 vaak 7oor de mast hadden gevaren,
i Maar voor de tweede keer in de ge-
-chiedenis van Spithead zal een niet
van marine-aangelegenheden op de
hoogte zijnde koningin het cencrum
•■an deze indrukwekkende manifesta-
ie van macht en glorie zijn. De show
net haar vrolijk zowel plechtig ka
ak ter zal er echter niet minder door
ijn. In feite is het zelfs zo, dat er
tog nooit zoveel schepen in volle
staatsie op de zilveren waterspiegel
i van de wijde Solent verzameld heb
ben gelegen.