Dr.
Proost schreef een boeiende
grafie over Gorki
mono
c
O8
Muzikaal schoolreisje over het
eiland Walcheren
Russische schrijver werd
naiionale held
Europese filmpool van groot
belang voor Nederland
Mevr. v. d. Broecke-de Man schreef
de feksf en Jan Kuiler de muziek
De Radio-Unie organiseert
dirigentencursus
ZATERDAG 6 JUNI 1953.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
HACHELIJKE ONDERNEMING. MAAR TOCH...
DE RUSSISCHE LITERATUUR VAN DE negentiende eeuw is, evenals
de gelijktijdige Franse, een literatuur van wereldformaat en ze heeft dan
ook de gehele wereld veroverd. De grootste schrijvers, als Poesjkin, Gogolj,
Dostojefski en Tolstoi, genoten en genieten nog steeds in alle landen de
grootste roem: ze behoren tot de onsterfelrjken uit de wereldliteratuur.
Rondom deze figuren van de allereerste grootte bewogen zich nog vele an
deer schrijvers van meer dan gewoon formaat. Bijna allen hebben zij zich
bezig gehouden met sociale problemen, van hoe verschillende afkomst zij
ook waren (Poesjkin bv. had vorstelijk- en negerbloed in de aderen, Tol
stoi was een graaf, Dostojefski stamde uit ambtenaarskringen). Onge
looflik schril waren nL de tegenstellingen tussen armoe en rijkdom, dom
heid en intellect in het 19de-eeuwse Rusland: een thema dat als onder
werp in vele boeken terugkeert. Tegen het einde Van de eeuw gaat echter
de grootheid van de literatuur tanen, en, bijna als sluitstukken, treden
twee schryvers op, wier naam eveneens over de hele wereld zal klinken,
hoe totaal verschillend zjj ook zyn: Anton Tsjeehow (1860-1904), die in fij
ne meesterlijke boeken en toneelstukken de ondergang van het oude Rus
land heeft uitgebeeld, en Maxim Gorki (1868-1936)de talentvolle voor
vechter en uitbeelder van de opkomende arbeidersklasse, die wegen voor
het nieuwe Rusland effent.
Met de woorden „meesterlijk"
„talentvol" is het eigenlijk al
een grote figuur, een nobel, en on
baatzuchtig mens, een veel belang
rijker mens dan Tsjeehow, zo ge wilt,
is Gorki alleszins geweest; een geni
aal schrijver stellig niet. Het laat
zich nu reeds aanzien, dat het over
grote deel van zijn werk, in hoevele
millioenen exemplaren het ook ver
spreid mag zijn, in vergetelheid zal
raken. Want Gorki Is vaak ongeloof
lijk langdradig in zijn dikke turven
van boeken en langdradigheid Is een-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
maal een eigenschap, die in het ge
heel niet meer bij het moderne le
venstempo past. Ook het te zeer ten
dentieuze maakt veel van zijn werk
vergankelijk.
Het is een merkwaardig coïnciden
tie, dat juist de laatste jaren zowel
over Tsjeehow als over Gorki oor
spronkelijke levensbeschrijvingen in
het Nederlands zijn verschenen. Dr.
Eekman schreef een werk over „An
ton Tsjeehow en de Russische intel
ligentsia" en onlangs bereikte ons
van de hand van dr. K. F. Proost
„Maxim Gorki, zijn leven en wer
ken" x)
Dr. Proost ls niet rechtstreeks tot
de bronnen kunnen gaan: hij kent
Russisch noch Rusland en hij bekent
dat eerlijk. Zelf noemt hij het dan
ook een hachelijke onderneming, om
onder die omstandigheden over
iemand te schrijven, en dat ls het
stellig. Zijn boek is meer een compli
catie dan een schepping geworden,
maar zeer zeker is dr. Proost er in
geslaagd voor de belangstellende
Nederlandse lezer een zeer goede en
betrouwbare inleiding te schrijven
tot het werk van Maxim Gorki, en
dat wel in de eerste plaats door de
warme sympathie die hg voor de
schrijver koestert en die hij op de le
zer weet over te dragen.
Dr. Proost geeft grif toe, dat ook
hem allereerst Gorki's boodschap:
het geloof en vertrouwen in de mens
en zijn mogelijkheden, zijn streven
naar waarachtigheid en zijn strijd
voor de verdryving van het lijden
hebben getroffen. Een figuur uit een
stuk was Gorki stellig niet, daarvoor
was hij toch te zeer individualist. Het
is een van de verdiensten van Proosts
werk, dat hij dit duidelijk naar voren
brengt en dat hij geenszins schroomt
kritische opmerkingen over zijn held
te maken.
GORKI'S JEUGD
Daar het onmogelijk is in dit be
stek een bevredigend overzicht van
Gorki's leven en werken te geven en
we U gaarne het boek van Proost ter
lezing aanbevelen, eindigen we met
enkele opmerkingen over Gorki's
jeugd, waaraan hij zelf zijn o.i. beste
en blijvendste boeken heeft gewijd,
<*e
DE ZESTIGJARIGE Britse film-
magnaat Sir Alexander Korda heeft
zijn verloving bekend gemaakt met
de 25-jarige Canadese Alexandra
Boycnn. Korda is reeds tweemaal
gehuwd geweest.
VAN DE bij Querido verschenen
roman van Hétta S. Haasse ,J)e
scharlaken stad" Zijn thans vertalin
gen in voorbereiding. Een Zioitserse
uitgave verschijnt bij Gutenberg, Zu
rich, een Engelse bij Mc. Graw-HiU,
Londen en een Amerikaanse uitgave
b\j dezelfde firma in New York.
TER GELEGENHEID van het hon
derdjarig bestaan van de mannen-
zangvereniging ,^.póllo" is de diri
gent van dit koor, de 84-jarige Fred
Roeske benoemd tot officier in de
orde van Oranje Nassau.
DE MINISTER van onderwijs,
kunsten en wetenschappen heeft aan
de architect G. Rietveld te Utrecht
opdracht verleend tot het maken
van een ontwerp voor een nieuw
Nederlands paviljoen op het terrein
van de Biennale te Venetië. Het zal
worden opgetrokken op de plaats
van het oude, dat thans wordt afge
broken. Er zal in 1954 reeds in kun
nen worden geëxposeerd.
AAN DE FLUITIST Everard van
Royen is op zijn verzoek eervol ont
slag verleend als conservator van de
muziekhistorische afdeling van het
Haagse Gemeentemuseum.
zijn mémoires, getiteld: „Kinderja
ren", „Onder Vreemden" en „De jon
ge stormvogels".
Maxim Gorki (gorki=de bittere)
is een pseudoniem. De schrijver werd
gedoopt, als Alexej Maximitsj Pesj-
kow, en hij stamt eigenlijk uit de
kleine burgerij. Pas door tegensla
gen kwam de familie letterlijk tot de
bedelstaf. Gorki's moeder was oor
spronkelijk zelfs van ryke familie.
Zijn beide grootvaders waren allebei
niet veel meer dan barbaren, die op
de afschuwelijkste manier hun vrou
wen, kinderen en kleinkinderen mis
handelden, wat overigens regel was
in hét Rusland van die tijd. Gorki's
vader stierf zeer vroeg, en zijn moe
der, die nooit erg veel voor hem be
tekend heeft, trok met het kind in
bij haar familie. Het was daar een
ware hel in huis en enkel de aanwe
zigheid van zyn grootmoeder, van wie
hij zielsveel hield, vergoedde veel van
de onbeschrijfelijke narigheid. Ook
die goede ziel werd af en toe half
dood geranseld, maar haar wijsheid
is: „Hij (d.i. haar man) moet voor
God verantwoording afleggen; myn
plicht is, alles te dragen". Die groot
moeder is een van de onvergetelijk-
ste figuren uit Gorki's boeken. Als
zijn moeder, in 1877, nertrouwt, en
ook mishandeld wordt, vermoordt het
kind Gorki byna zijn stiefvader en
daarna wordt hij naar zgn groot
ouders teruggezonden, die inmiddels
hun geld verloren hebben. In 1879
sterft zijn moeder, en dan, 11 jaar
oud, krijgt hij van zijn grootvader te
horen: „Alexis, jongen, het gaat niet
aan dat je op mijn zak blijft teren,
trek liever de wereld in
Dan begint die afschuwelijke en
rijke leerschool „Onder Vreemden",
en tot welke wanhoop de jongen
kwam, bljjkt wel uit de poging tot
-zelfmoord, waarby hjj zich een kogel
door de long schoot wat hem, hoewel
hy oersterk was, levenslang tuber
culose heeft bezorgd. Dat was in
1887. Uit deze leerschool des levens
heeft Gorki telkens weer geput voor
zijn talloze werken: hier komen al die
trieste, verlopen, nutteloze typen
vandaan, hieruit stamt ook zijn liefde
en begrip voor de diepst gezonkenen,
zijn hele levenshouding voor later.
Wie Gorki wil 'eren begrijpen en
waarderen, leze, liever nog dan zijn
overbekende werken als bv. „De Moe
der", die uiterst bloeiende mémoires.
Weinig heeft Gorki, toen hij onder
de penibelste omstandigheden begon
te schrijven, kunnen vermoeden dat
zijn werk later in 62 talen zou worden
vertaald, dat er 42 millioen exempla
ren van zijn werken zouden worden
verkocht, dat hij, ook nog tijdens zijn
leven, beroemd en vereerd zou wor
den als een nationale held.
En na zijn dood sprak Molotow:
„Na Lenin is de dood van Gorki het
zwaarste verlies voor ons land en
voor de mensheid". Niemand minder
dan Stalin zette zijn schouder onder
het draagstel met zijn as.
Heel dit boeiende, grootse leven
beeldt dr. Proost op bevredigende,
onpartijdige wijze uit, en deze Neder
landse monografie over de grote
Russische schrijver kan dan ook zon
der voorbehoud een aanwinst worden
genoemd.
x) Uitgave: Van Lofkum Sloterus,
Arnhem. (Met portretten).
Ernest Hemingway, de Amerikaanse
schrijver, die de Pulitzer-prize 1953
behaalde voor zijn „The Old Man and
the Sea". Het was zijn eerste Pulitzer-
onderscheiding, hoewel hij reeds grote
bekendheid genoot sinds 1929, toen
zijn beroemde „A Farexoéll to Arms"
werd gepubliceerd.
Ballet over de watersnood
Deze week werd in de Stads
schouwburg te Amsterdam in het
kader van de derde Kunstmaand een
voorstelling gegeven door de groep
„Ballet Recital" onder de artistieke
leiding van Sonia Gaskell en met me-
rerking van de Haarlemse Orkest
vereniging. Er waren enkele novitei
ten, waarbij de grootste interesse uit
ging voor het in opdracht van de
Kunstmaand-organisatie door me
vrouw Gaskell op muziek van Geza
Frid gezette ballet „Luctor el Emer-
go", de Zeeuwse wapenspreuk „Ik
worstel en kom boven". Reeds bij de
Elannen was er enige deining merk-
aar, omdat men de ellende van de
watersnood geen onderwerp voor een
ballet achtte. Natuurlijk was die
zienswijze hoe verklaarbaar ook
niet juist, omdat immers de beweging
zeer wel in staat is de emotie, ook de
meest tragische, waardige gestalte te
feven. De grondgedachte van het
allet was uitdrukking te geven aan
de neiging van de in vreedzaamheid
levende mens, aanvankelyk niet te
geloven in de verstoring van zijn ge
luk. Zodra hij evenwel tot het besef
is gekomen, vindt hy kracht om zijn
moeilijkheden te overwinnen.
ALLERAARDIGST GEHEEL
Dr. VROOM MEENT:
Enige tijd geleden hebben dertien afgevaardigden in de Raad van Europa
te Straatsburg het voorstel ingediend een Europese filmpool in het leven te
roepen. Het hoofd van de afdeling kunsten van het ministerie van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, dr. N. R. A. Vroom, heeft thans aan een
A.N.P.-redacteur de achtergronden van dit voorstel nader belicht. Daarby
wees dr. Vroom er op, dat het beeld van de financiering In Europa weinig
rooskleurig is. Zonder steun van de overheid is geen filmproductie moge
lijk.
king op het gebied der filmproductie
te geraken omdat, naar zijn mening,
in deze samenwerking de enig moge
lijke ontplooiing is gelegen om de
Europese filmindustrieën een econo
misch gezonde basis te verschaffen.
Een gezonde filmèconomie betekent
verlaging van de productiekosten en
zal een groter mogelijkheid openen
om in de culturele en kunstzinnige
sector te experimenteren. Voor dit
laatste is men thans huiverig. Met de
huidige productiekosten komt men
amper met de hakken over de sloot
en men moet het publiek dus steeds
naar de ogen zien. De middelmatig
heid is daarvan dikwijls het begrijpe
lijk gevolg.
Dr. Vroom acht een filmpool voor
ons land, dat thans nog meer „con
sument" dan „producent" is, van de
grootste importantie. Naar zijn me
ning kan Nederland niet alleen uit
stekende documentaires, maar ook
goede speelfilms maken, want ons
land beschikt over voortreffelijke
krachten.
Enerzijds verkrijgt het Nederlandse
publiek door een filmintegratie de
mogelijkheid van een zo groot moge
lijke keuze van films. Anderzyds zal
de Nederlandse filmproductie van de
faciliteiten die door een filmpool ont
staan, mede kunnen profiteren.
De documentaires zullen gemakke
lijker haar weg vinden naar de bio
scopen der wereldsteden: de nationa
le speelfilmproductie zal door deze
integratie een dankbaar te aanvaar
den impuls verkrygen.
Doordat de nationale filmindustrie-
en noodlydend zijn en kunstmatig in
het leven worden gehouden, stemmen
deze natuurlijk hun producten vrijwel
uitsluitend op de behoeften van de
eigen markt af. Zo ziet men, dat
waar op vele terreinen de Europese
gedachte meer en meer begint door
te dringen, in de filmindustrie de na
tionalistische tendenzen hand over
hand toenemen.
A.„ tweede moeilijkheid, waarvoor
de Europese filmindustrie zich ge
plaatst ziet, noemde dr. Vroom de
snelle groei van de televisie. De uit
zending van de kroningsplechtigheid
te Londen bijvoorbeeld was niets an
ders dan een integratie op televisie
gebied, waarby het Verenigd Konink
rijk een uiterst belangrijke rol speel
de. De Amei'ikaanse filmindustrie
tracht dit gevaar te overwinnen door
steeds grotere films in kleuren te ma
ken.
In verband met deze ontwikkeling
heeft minister Cals reeds anderhalf
jaar geleden het internationale ter
rein der filmproductie laten verken
nen en de mogelijkheden doen aftas
ten om tot een filmpool voor Europa
tc komen.
Dat was dan ook de "eden, waarom
deze bewindsman bij de huldiging van
Herman van der Horst in bedekte
termen zinspeelde op de mogelykheid
om in de toekomst tot een samenwer-
EEN VROLIJKE MENGELING van ldnderjolyt, „aanschouwelijk" on-
derwys en goed-klinkende muziek! Ziedaar een uiterst-korte samenvatting
van de kindercantate „Walcheren", waarvan mevrouw E. J. van den
Broecke-de Man de woorden en Jan Kuiler de muziek schreef. Er wordt in
dit alleraardigste werk verteld van een aantal kinderen, dat een reisje
naar Walcheren maakt en daar allerlei plaatsen bezoekt: Middelburg, Vee-
re, Berkenbos, Westhove, Domburg, Westkapelle, Zoutelande en Vlissingen,
om tenslotte van deze stad uit weer op huis aan te gaan.
Een gezellig uitstapje, waar de kinderen héél wat van opsteken, omdat
het eiland tal van bezienswaardigheden heeft, die vanzelfsprekend niet
worden overgeslagen. Dagen van tevoren zijn de jonge reizigers van streek
en de nacht vóór de grote dag kunnen zij byna niet slapen van opwinding.
Dat ervaart de luisteraar al spoedig door de piano-inleiding: drukke figu
ren suggereren de agitatie van de woelige Irinderbent. HA, daar gaat de
wekker, gelukkig maar, want nu kan het feest beginnen: „Naar Walcheren
gaat het deze keer. Hiep-hiep-hoera, het is mooi weer!"
Haastig worden alle ingrediënten
voor onderweg samengepakt, „de
broodjes hier, de melkfles daar", ter
wijl moes, die ongerust is over de reis
van haar kroost, de verzekering
krijgt, dat ze dat niet behoeft te zijn:
,,'t Is immers al de tweede keer. En
heus ik ben geen kleuter meer!"
De schare trekt opgewekt naar de
trein, waar van harte meegeleefd
wordt met twee reizigers, die te laat
komen en ondanks hard draven niet
meer meekunnen. En men komt,
vooral met het oog op de heerlykhe-
den die deze dag nog wachten, tot de
conclusie: „O, wat moet dat vreselijk
zijn. Te laat komen voor de trein..."
Het bewegelijke geloop en ge
drang, zoals men dat nu eenmaal
van kinderen ziet, is in deze can
tate suggestief weergegeven, zo
wel In de woorden als in de mu
ziek. Kuiler schreef ten opzichte
van de melodieën een vrij zelf
standige pianopartij, technisch
lang niet gemakkelijk, waarin op
muzikale wijze de ervaringen van
de kinderen worden onderstreept,
zonder dat dit evenwel tot goed
kope effecten leidt.
Ondertussen nadert de trein via de
Sloedam („het lijken wel taarten,
ginds die je daar ziet. De schorren-
beplanting van sterk Engels riet")
Middelburg en daar aangekomen gaat
men vanzelfsprekend naar de Markt,
want het stadhuis moét men zien.
Breed en statig klinkt ditmaal de
muziek: „Het gotisch stadhuis uit de
zestiende eeuw, de trots en de glorie
van iedere Zeeuw. De gevel vol'beel
den van Graven er in, Van Holland
en Zeeland, Prinses en Vorstin".
Even hoort men in de begeleiding het
Wilhelmus-motief, maar niet lang,
want de jongens hebben iets leuks
ontdekt: „Daarboven die ruiters, joh,
dat is mooi, galopperende vechten,
een echt tournooi".
De manier, waarop in deze cantate
de jongens- en meisjesstemmen af
wisselend worden gebruikt, is dik-
wyls vermakelijk. Als het zaken be
treft, die de interesse van de knapen
opwekken, zwijgen de meisjes, maar
zij komen onmiadelljjk aan het woord
afe er te vermanen valt. Zo ook hier:
de jongens staan vol bewondering te
turen naar de ruitertjes van de stad
huistoren, maar hun vrouwelijke reis
genoten dwingen hen dit object te la
tei schieten: „Kom jongens, nu ver
der, niet blijven staan
De stoet trekt naar de Abdij, be
klimt de Lange Jan om daarna per
autobus naar Veere te vertrekken,
waar. de Campveerse toren wordt
aangedaan: „O, kijk eens daarbuiten,
pas op voor de ruiten aan de
overkant ligt Noord-Beveland". En
passant wordt verteld van Veere's
historie, toen deze plaats nog een ry-
ke stad was.
Voort gaat het weer, naar Berken-
bos, naar de goudvisvijver en het ka
bouterlaantje. Daar ligt Westhove,
het „zomerhuisje" van de Middel
burgse Abdijbewoners, waarvan de
plechtige rust in statig c-mineur is
geschilderd. Even verder komt men
voorbij het Zeehospitium „Zonne
veld" („hier is Jan's kleine broer
hersteld").
HOOGTEPUNT.
Dan komt een hoogtepunt van de
trip: stoeien en spelen in de duinen,
pootje-baden, schelpen zoeken en nog
meer van die zonnige heerlijkheden,
die men tijdens een zomerse dag aan
strand en zee kan beleven. Tussen de
regels door wordt allerlei verteld van
de strandvogels, over meeuwen, het
sterntje, een wulp, strandlopers en
pieren, maar „het hardst
schi'eeuwt bonte Piet, trie, trie. trie,
trie, trie, trie, trie, triet".
Men kan echter niet blijven spelen,
want de bus staat al te wachten in
de begeleiding keert het .„busmotief"
terug; en de reis moet verder. Door
Domburg met zijn pensions en het
badhotel rijdt men langs het golfter
rein naar Westkapelle, waar iedereen
is geïmponeerd door de vuurtoren.
En als het doel van deze oude wach
ter wordt uiteengezet, dan geschiedt
dat zeer toepasselijk op de wijze van
„Daar was laatst een meisje loos...".
Kuiler heeft driemaal in deze can
tate gebruik gemaakt van de moge
lijkheid om bepaalde indrukken te
versterken door een bestaande melo
die, namelyk door een Wilhelmus-
fragment by het Middelburgs stad.
huis, door het beroemde „loze meis
je", dat by de Westkappelse vuurto
ren te voorschijn komt enna
tuurlijk door „de blauwgeruite kiel",
die weerklinkt als de kinderschaar
voor het standbeeld van De Ruyter in
Vlissingen staat-
Via Zoutelande is men in de Schel-
destad gearriveerd, waar de scheeps
werf en de zeevaart ieders grote be
langstelling hebben. Hier stapt men
in de trein naar huis en iedereen is
het er over eens de hele groep
zingt het uit volle borst „O, het
was zo reuze fijn, Om in Walcheren
te zijn".
REËEL.
Deze kindercantate, die 11 Juni
door de zangschool van de Koninklij
ke Vereniging „Uit het Volk voor
het Volk" te Middelburg zal worden
uitgevoerd, is een alleraardigst ge
heel geworden. Zij boeit vooral, om
dat zij zo reëel is. Slechts eenmaal
wordt een uitstapje gemaakt naar
een minder „echt" land, namelijk als
het kabouterlaantje in Berkenbos
wordt bezocht en daarbij het Kabou-
terland blijkbaar niet vermeden kan
worden.
De tekst was voor de componist
een dankbaar object, omdat mevrouw
Van den Broecke de verhalende trant
van het verhaal regelmatig onder
breekt door korte passages van meer
lyrische aard. De beschrijving van de
reis gaat dan over in een minder
puntige, meer bewogen aanduiding
van een bepaald object; het Middel
burgs stadhuis, de kerk van Veere
enz. De muziek past zich hierbfl uit-
De nieuwe eigenaar van kasteel Borg
haren, de heer A. de Cock uit Amster
dam. zal binnenkort een juegdherberg
vestigen in 't kasteel, waartoe hij enige
veranderingen aan het interieur
heeft laten aanbrengen. Ook zal de
slotgracht met water uit het beekje de
Kanjel worden gevuld, zodat het ge
vaar voor verzakking zal zijn gewe
ken. De nieuwe jeugdherberg zal 53
kamers bevatten en een restaurant.
Amerikaans koor naar
i\eder)and
Het „Roger Wagner Chorale" uit
Hollywood, een Amerikaans koor,
dat uit 24 jeugdige zangeressen en
zangers bestaat, zal volgende week
voor het eerst naar Nederland komen
om in Den Haag op te treden.
Aan dit optreden zal de mezzo
sopraan Nan Merriman van de Me
tropolitan Opera te New-York als so
liste, en een kamerorkest, bestaande
uit 22 musici, medewerken.
Het „Roger Wagner Chorale" dat
onder leiding van de in Frankrijk ge
boren dirigent Roger Wagner staat,
geeft in Amerika regelmatig eigen
concerten. Het werkte aan een groot
aantal films mede (o.a „Jeanne
d'Arc"), trad met het Philharmonisch.
Orkest van Los Angeles op en con
certeerde in het „Los Angeles Musio
Festival".
Nachtelijk „begin"
van Holland-Festival.
Donderdagavond hadden zich
tientallen personen geposteerd
voor de Stadsschouwburg te
Amsterdam, w* arin het cen
traal bespreekbureau voor het
Holland Festival van Vrijdag
af zijn poorten voor de kaart
verkoop zou openen.
's Nachts om 12 uur werden
reeds 115 gegadigden geteld,
die door enige heren van het
Holland Festival op warme
koffie en broodjes werden ge-
tracteerd.
De directeur van de Neder
landse opera, Abraham van
der Vies, de directeur van de
schouwburg, Johan Beudien en
de heren Peter Diamant en
Elsendoorn van het Holland
Festival reikten enige gratis
abonnementsplaatsen uit aan
sommige wachtenden en spra
ken daarby enige toepassely-
ke woorden. Het nachtelijk
tafereel in de open lucht trok
veel bekijks.
Shirley Booth, de Amerikaanse film
ster, die de onderscheiding ,J3este ac
trice van het jaar" voor 1953 ver
wierf tijdens het filmfestival te Can
nes. Zij kreeg deze onderscheiding
voor de rol van huisvrouw in „Come
back little Sheba".
De Nederlandse Radio-unie zal van 15 Juni tot 12 Juli een internationale
dirigenten-cursus organiseren. De plannen voor een dergelijke cursus zijn
reeds in 1949 geopperd, maar worden eerst thans na rijp beraad tot
uitvoer gebracht- In Hilversum zullen circa 24 leerlingen lessen, gegeven
door de dirigenten Paul van Kempen en Carlo Zecchl, bijwonen als „werk-
cursisten". Bovendien zal een aantal adspirant-dirigenten de lessen als
„toehorend cursist" volgen.
Op de sluitingsdatum (1 Mei) had
den zich 44 candidaten aangemeld als
werkend cursist, waarvan 27 Neder
landers en 17 buitenlanders, t.w. uit
België 2, Duitsland 1, Engeland 2,
Finland 2, Frankrijk 2, Israël 1, Italië
3, Zuid-Slavië 1, Portugal 1 en Zwit
serland 2.
Van de Nederlandse candidaten
zijn er inmiddels 12 afgevallen na de
toelatingsexamens op het gebied van
muzikale en algemene vorming.
Volgende week zullen in Hilversum
stekend aan, waarby het verschil ln
sfeer soms mede wordt aangeduid
door het gebruik van een andere
toonsoort. Voor de Middelburgse
zangschool, die door de Gehrels-me-
thode niet voor modulaties uit de weg
gaat, is dit een kolfje naar haar
hand.
Dank zij een goede samenwerking
tussen deze twee Zeeuwse kunste
naars kwam een cantate tot stand,
die niet alleen de jeugdige zangers
voldoet, maar zeker ook de luiste
raars genoegelijke ogenblikken zal
bezorgen.
de K.
de overige candidaten en de buiten
landers, vier kennis men uiteraard
nog niet heeft kunnen toetsen, aan
nadere toelatingsexamens onderwor
pen worden.
De verschillende examencommis
sies worden gevormd door dc heren:
Paul van Kempen, Carlo Zecchi, Wil
lem Andriessen, Jean Antonietti, dr.
R. Mengelberg, Henk Spruit en dr. C-
L. Walther Boer.
Het doel van de cursus is, in aan
sluiting op het bestaande muziekon
derwijs bij.te dragen tot de vorming
van dirigenten voor symphonie-or-
kesten in het belang niét alleen van
de Nederlandse maar ook van de in
ternationale muziekwereld.
Tijdens de cursusweken zullen Wil
lem Andriessen en Sem Dresden le
zingen houden over „De Nederlandse
muziek na 1900". De docenten zullen
lezingen houden over instrumenten-
kimde.
Aan het einde van de cursus zullen
ten hoogste zes der bekwaamste cur
sisten in het openbaar concerten van
net Radio Philharmonisch Orkest,
eventueel met koor, dirigeren: op 13
figji Am-