C
Orouioenftagina]
Onze
Corinne Franzen-Heslenfeld; een
onzer grootste beeldhouwsters
KLEURIGE. FLEURIG JURKJES
VOOR ONZE MEISJES
Historie Nederlandse Vrouwen
beweging nog geenszins ten einde
VAN VROUW TOT VROUW
{V
„Vleesloze gerechten" en
„Zelf wassen"
VRIJDAG 29 MEI 1953
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
HAAR WERK HOUDT AL HAAR LIEFDE GEVANGEN
Studietijd werd beëindigd met het
winnen van de „Prix de Rome"
(Van onze speciale verslaggever)
DEN HAAG Merkwaardige tegenstelling! Wie haar robuste beelden als
de fakkeldragende vrouw de bevrijding symboliserende tegen de
Domkerk in Utrecht, de mannenfiguren bij de ingang van het Zuiderpark
in Den Haag en nog enkele andere van haar kunstwerken kent robust
wat de omvang betreft, edel in de details verwacht, wanneer hy het
rustig, tegenover het Huis ten Bosch aan de Bezuidenhoutseweg in Den
Haag gelegen atelier van de beeldhouwster Corinne Fransen-Heslenfeld
binnenstap, een grote, sterke vrouw aan te treffen. Maar tot zijn ver
rassing staat hij tegenover iemand, die men zelfs tenger zou kunnen noe
men. Zy heeft levendige bruine ogen, zolang zij over haar werk spreekt; ze
worden dromerig, wanneer zij ver weg schijnt te staren, in het land van
haar ryke verbeelding. Of zij kykt critisch naar het beeld, dat zij onderhan
den heeft, een in klei gemodelleerd, rank meisjesfiguurtje, dat in brons ge
goten zal worden en dan een tuin zal sieren.
„De Prix maakte het mogelijk", zo
vertelt zy, „dat ik een paar jaar in
Rome ging wonen en studeren. Dat
heeft zeer stimulerend gewerkt. Ik
vestigde my daarna in Den Haag en
maakte er veel portretten, zoals dat
van de koningin-moeder (koningin
Emma) kort voor haar dood, ook een
Prix de Rome-opdracht. En van dr.
A. Pit, de kunsthistoricus, die de
plastiek van het Rijksmuseum bij
staat nu in brons in het Ryksmuse-
Zij luistert naar mijn vragen en op
merkingen en vertelt over haar leven
en haar kunst, doch haar blik dwaalt
voortdurend naar het werk in klei,
midden in haar atelier, dat tot leven
schijnt te willen komen en dat alle
liefde van de kunstenares gevangen
houdt.
Corinne Franzen-Heslenfeld is een
van de bekendste Nederlandse beeld
houwsters van deze tijd en zy is stel
lig de enige vrouw, die zulke grote,
forse kunstwerken geschapen heeft.
Maar dat wil geenszins zeggen, dat
ook de kleinere beelden haar belang
stelling niet hebben. In een hoekje
van haar atelier staat een fragiel
kinderkopje, tevoorschijn toverd uit
een blokje wit marmer. Het is het
portret van haar dochtertje. Met een
eindeloos geduld werkt zy er aan, ter
afwisseling.
Geen vak voor meisjes
Oorspronkelijk was Corinne Fran-
zen-Heslenfold van plan een schil
dersloopbaan te kiezen, maar al
spoedig bleek, dat het beeldhouwen
haar bijzonder lag. De professor, on
der wiens leiding zij op de Academie
studeerde, vond dat echter geen vak
voor meisjes. „Het is physiek te
zwaar", zei hij „en bovendien kan het
wel een gril zijn". Hij stelde haar op
de proef, maar Corinne Franzen-Hes
lenfeld hield vol en zij beëindigde
haar studietijd op de Rijksacademie
in Amsterdam op een prettige manier
door de Prix de Rome te winnen.
De opdracht voor het eerste stipen
diumjaar luidde, iets te maken voor
een kindertuin. Toen ontstond „Gerda
met het rendier", een bijzonder ge
slaagd werk, dat nog altijd in het
park Marlot in Den Haag staat.
Ik maakte de beelden aan de ingang
brand herbouwde Leidse stadhuis,
van het Zuiderpark en vele reliefs
Ook vervaardigde ik de beelden aan
een stuk of zestien voor het na de
de gevel van de „Centrale" in de Ryn-
straat in Den Haag".
Van verschillende harer scheppin
gen bevinden zich nog de gipsmodel
len in haar atelier. Vooral naar die
van het Leidse stadhuis kijkt zij met
enige vertedering. In de oorlog is
niets van haar werk naar buiten ge
treden. Daarna beeldhouwde zij in re-
lief een grote, zittende vrouwenfiguur
voor het stadhuis in Haaksbergen.
Er ontwikkelt zich een interessant
fesprek, in de loop waarvan zij be
ent, dat het dikwijls heel moeilijk
is om een idee vast te houden, vooral
wanneer men in steen werkt en het
afmaken van een beeld soms maan
den vergt. „Ik moet dan oppassen
niet onder de stenen bedolven te ra
ken. Maar het werk is heel boeiend.
Het liefst werk ik toch, geloof ik, in
steen
Steen en nog eens steen
„Daar komt soms wat voor kijken.
Nadat ik een ontwerp had gemaakt
De Meimaand heeft de zomer In
ons land meegebracht. En daarom
ziet U hier drie verschillende uitvoe
ringen van een echt zomers patroon
tje voor onze meisjes. Geheel van
dezelfde stof is er ca. 2 m. van
cm. breed voor nodig.
U kunt het maken met een rond
halsje, zoals het eerste jurkje, dat in
tweeërlei stof afgebeeld is, of met 'n
volgens de stippellijn dieper uitgesne
den hals. Het kan dan als overgooier
en als zonnejurkje gedragen worden.
Het rokje is één rechte lap van 180
c.m. lang, die U in de breedte kunt
knippen. Leent de stof zich hiervoor
niet, dan kunt U er zoveel banen in
maken als U wilt-
Bij het eerste jurkje heeft de rok
een rand van afstekende stof- Het
bovengedeelte is daarbij met schulpen
geknipt en op de rand gestikt. Vindt
u dit te bewerkelijk, dan kunt u de
rand gewoon recht nemen. De breed
te is ca. 10 c.M.
Bij het ronde halsje maakt U op de
rug een sluiting. U knipt hiervoor
middenachter een overslag van 2
c.M. en een beleg van 4 c.M. breedte
aan. By de andere hals is dit niet no
dig. De schulpen van voor- en rug
pand worden met een in de vorm ge
knipte bies afgewerkt. Desgewenst
stikt u daarbij een ruche of kantje
mee, zoals het middelste meiske U
laat zien. Als U het voorpand met de
zijpandjes verbindt, naait U in de
deelnaden de 2% 3 c.M. brede cein
tuureinden mee. Ze zijn 125 c.M lang
en worden op de rug gestrikt. Rug-
deelnaden, zij- en schoudernaden
voor het bevrijdingsbeeld in Utrecht
en dat goedgekeurd was, ben ik in
Amerika geweest. Bij mijn terug
maakte een nieuw ontwerp. Bij de
komst beviel het me echter niet en ik
uitwerking daarvan kreeg ik 35 ton
steen voor mijn neus. Een leek be
grijpt niets van de omvang daarvan.
Het zijn wagonladingen
Het beeld is zes en een halve meter
hoog!
Ik heb sterk het gevoel, dat het
materiaal een enorme zeggingskracht
heeft. Het stelt bepaalde eisen en het
is daarom noodzakelijk er zelf veel
aan te werken. Het persoonlijke moet
in het beeld vastgehouden worden".
In November van het vorige jaar
is een herdenkingsmonument een
knielende vrouwenfiguur in Noord-
wijk aan Zee onthuld. Corinne Fran
zen-Heslenfeld vervaardigde boven
dien, behalve veel andere beelden, de
figuren aan de gevel van de Rotter
damse Verzekeringsbank op de hoek
van de Schiedamsesingel en de Witte
de Withstraat in Rotterdam.
Zij gaat nu een portret maken van
de Nederlandse dichter A. Roland
Holst uit Bergen, die in haar atelier
komt poseren
Corinne Franzen-Heslenfeld heeft
prachtige beelden gehakt, heel tere
en heel fijnzinnige, maar ook ruwere,
naar gelang van het materiaal, dat zij
bewerkte. Steeds hield zij zich afzij
dig van de opvattingen van sommige
moderne beeldhouwers, die hun sculp-
turele gaven uitleefden in voor de ge
wone mens onbegrijpelijke steenklom
pen. Of zij dan geen waardering heeft
voor sommige van de modernen?
Zadkine vindt zij prachtig, omdat er
iets overtuigends achter zijn werk
zit. Ook Corinne Franzen-Heslenfeld
is de vormgeving betrekkelijk onder
geschikt,, als het kunstwerk maar
van binnen uit ontstaat. „Kunst moet
niet aan de weg timmeren", zegt zij.
„Men moet kunst belijden. In deze
chsc-ïdsche stijl zijn er veel zoekers,
onder wie zeer ernstige".
Corinne Franzen-Heslenfeld, Ne
derlands grote beeldhouwster, heeft
gevonden en zij heeft daarvan in tal
van haar scheppingen op overtuigen
de wijze getuigenis afgelegd.
LANDDAG IN HET HART VAN NEDERLAND
Woningvraagstuk en fiscusprobleem der werkende
vrouw in middelpunt der belangstelling
(Van een medewerkster.)
Nederland lelt, evenals verschillende andere landen, een groot aantal wer
kende vrouwen. Onlangs is daarop in Amersfoort, waar de Nederlandse Bond
van Vrouwen, werkzaam in bedrijf en beroep, zyn bondsdag en jaarvergade
ring hield en de afdeling Amersfoort van de Nationale Unie de Nederlandse
Soroptimistclubs haar vijfjarig bestaan vierde, weer eens bijzonder de aan.
dacht gevestigd. -v ia
Voor de vrouw van tegenwoordig spreekt vanzelf, dat zy in alle vryheid
een beroep kan kiezen en daarvoor de opleidingsmogelijkheden heeft, ma«r
een halve eeuw geleden was daarvan nog geen sprake. De vrouw was uitslui
tend moeder en huishoudster en elk ander roepingsbesef had zij maaY te on
derdrukken.
Ontspanningslectuur.
In de Zilvermeeuw-serie is bij de
N.V., Servire in Den Haag onlangs
ook 'n verhaal van de bekende Ame
rikaanse schrijver van detectivesto-
ries Ellery Queen verschenen: „Het
mysterie van de hoge hoeden". Wie
de uitstekend - en vooral buitenge
woon spannend - geschreven verhalen
van Ellery Queen kent, weet dat de
liefhebbers van dit genre daarbij al
tijd het volle pond krijgen.
Zo is het ook met dit hoge hoeden-
mysterie, dat bovendien door me
vrouw E. J. van den Steen-Sonneborn
zeer vlot en levendig werd vertaald.
Het is Ellery Queen op z'n best ge
worden en dat zegt waarschijnlijk wel
voldoende!
Corinne Franzen-Heslenfeld, de begaafde Nederlandse beeldhouwster, met
het door haar vervaardigde -portret van haar moeder.
In de jaren 18601870 begon de
emanciDatiestrijd en Aletta Jacobs
van wier leven men, met medewerking
van de ingeschakelde vrouwenvereni
gingen, met het oog op het herdenken
van haar honderdste geboortedag in
Februari 1954, binnenkort een film
wil gaan maken was het eerste
meisje, dat op de H.B.S.-banken plaats
nam, van minister Thorbecke toe
stemming kreeg te gaan studeren en
in 1876 de eerste vrouwelijke arts
werd. Er kwamen meer middelbare
meisjesscholen en langzaam maar ze
ker baande de vrouw zich een weg
naar tal van beroepen. Het is 't „lang
zaam ontwaken".
Vrouwen als Mina Drucker, Johan
na Naber, Ida Heyermans, Suze Groe-
neweg zullen in de ontwikkelingsge
schiedenis van de vrouw altijd een be
langrijke plaats blyven innemen. In
1892 was het een bijzonderheid, dat 'n
vrouw voorzitster was van een con
gres (mej. Jeltje de Bosch Kemper,
voorzitster Nea. Bond voor Zieken
verpleging) doch in onze dagen is het
de gewoonste zaak van de wereld ge
worden. dat vrouwen hun eigen ver
enigingen hebben, haar congressen
beleggen en presideren.
Woningvraagstuk
Er is op de landdag, in het „hart
van Nederland", de Int. School voor
Wijsbegeerte, dat „conferentieoord in
de dennen" veel belangrijks bespro
ken. Zo is het woningvraagstuk voor
de werkende vrouw nog eens terdege
belicht. Het is een vraagstuk, dat in
het brandpunt van de belangstelling
staat. Immers, de werkende vrouw,
door haar aard méér nog dan de man,
verlangt naar een eigen „home", doch
zij is voor het overgrote deel afhanke
lijk van „wonen op kamers". Daar
wordt zij veelal als een noodzakelijk
kwaad getolereerdmen heeft nu een
maal liever heren op kamers dan vrou
wen. die haar eigen wasje doen, met
strijkijzers experimenteren en nogal
eens zelf plegen te „kokkerellen", met
alle lasten en bezwaren van dien.
In tal van steden is men ernstig be
zig met het projecteren van wooncom
plexen, flats e,d, voor alleenwonenden.
De fiscus
Een ander zorgenkind in het bestaan
van de werkende vrouw isde fis
cus. Wanneer men bedenkt, dat de ta-
1 rieven van 5% (in 1914) gestegen zijn
1 tot 60% (op heden)dat gehuwde wer
kende vrouwen geen verwervingskos
ten mogen aftrekken voor de nodige
huishoudelijke hulp en dat haar inko
men bij dat van de man gevoegd wordt,
zodat er van haar eigen verdiensten
i weinig of niets meer overblijft, dan
zal men inzien, dat het tijd wordt in
deze-onrechtvaardige-politiek wijzi
gingen te brengen. Een klein voor
beeld ter illustratie: een man verdient
4000,-. de vrouw 3000,-. Na aftrek
van belastingen blyft van deze 3000,-
over411.-. Een man verdient
mèt zijn drie kinderen 9000,-. Na af
trek blijft over 8217,-. Werkt nu, in-
plaats van de drie kinderen, de vrouw,
dan blijft over: j 5847,- m.a.w. het
werken van de vrouw komt het gezin
op 2570,. te staan!
De geschiedenis van de vrouwenbe
weging in Nederland is nog geenszins
aan haar eind gekomen. De verbon-
deheid van vrouwen in het vereni
gingsleven berust in vele opzicht op
ideële gronden, doch niet minder op
basis van bittere noodzaak. Immers,
kenmerkend voor de staat van bescha
ving in een land is de positie, die de
vrouw inneemt. In de Bond van Vrou
wen, werkzaam in bedrijf en beroep,
zyn vrouwen verenigd met zeer uit
eenlopende gezichtspunten en levens
verhoudingen, maar op één punt zijn
zij allen gelijk: zij strijden met elkan
der, en ieder voor zich, met volle inzet
van haar persoonlijkheid, voor de po
sitie van de vrouw in de huidige maat
schappij.
De Givenchy en Fath
kunstenaars in hun vak
sluiten en het lijfje aan de ingerim-
pelde rok zetten. De hals en de arms
gaten worden met schuine reepjes af
gewerkt.
Bij het eerste jurkje is de hals tus
sen een biesje gezet en van een strik
je voorzien. De garnering bestaat uit
geborduurde of opgenaaide noppen.
Heeft U een streep of een ruitje, dan
is het aardig om de stof van de zij-
pandjes in een andere richting te ne
men als die van voor- en rugpand.
Als u mij vertelt, dat het u
niet interesseert, dat u er geen
stap extra voor lopen zult en
geen letter extra erover lezen
dan geloof ik er geen woord
van. Want er is geen vrouw ge
boren waar ter wereld ook en in
wélke omstandigheden, die zich
niet hevig zou interesseren in
een kroning.
En dat nog wél de kroning
van een koningin: jong, knap,
élégant en daarenboven ook nog
stralend gelukkigDe beker
is boordevol tot aan de uiterste
rand, er kan geen druppel van
de vreugdewijn meer bij; en in
deze tijd waarin het nieu ws alle
mansgading is geworden, waar
bij wij onze neus kunnen steken
achter élke deur, hebben wij al
lemaal toch het gevoel, alsof
wij persoonlgk onze lippen aan
die beker hebben gezet.
Natuurlijk: wij hebben dege
lijk onze wenkbrauwen gefronst
bij de slordige millioenen, die
dat luisterrijk kijkspel gaat kos
ten, en dat in een land dat zich
zelf schraaltjes probeert te be
druipen. Maar dat was maar,
ornaat wij zo ingeboren wys
voor de lui willen lyken: in ons
hart zijn toy zo heerlijk mal om
het hoekje, en denken met de
royale nonchalance van de toe
schouwster die hel lekker alle
maal gratis krijgt: vooruit, wat
zouden die paar millioen meer
of minder, zij worden wel aan
nuttelozer en gevaarlijker din
gen weggesmeten dan aan een
kroning. En gun ons eindelijk
in deze grauwe efficiënte uni
forme wereld eens een beetje
kleurig plezier. De verrukking
om 't tot leven gekomen sprook
je. De zeldzame aanblik van
een luisterrijk tableau vivant,
als een kostbaar en historisch
wandtapijt', dat eenmaal in een
mensenleven voor onze gretige
ogen wordt uitgerold.
Juwelen en hermelijn, kant
en fluweel, herauten en yeomen,
kerkgewaden en uniformen, di
ademen rond één kroon, en dat
alles tegen de grijze middel
eeuwse rust van dè kathedraal,
waar de bloem van Engélands
geestesadel: schrijvers, bouw
meesters, poëten van h-ion graf
monumenten toeschouwen. Al
le schone historische traditie
uit de tijd van de eerste Eliza
beth omringt als een fonkelende
lijfwacht haar beminnelijke
naamgenote.
Het verleden zingt haar toe
in de waterklare stemmen der
Westminster koorknapen in hun
prachtige rood en zwart met de
gepijpte ringkragen. (Ik heb
eens vlakbij in een kerkbank
ademloos verrukt naar hen zit
ten kijken op een Zondagmor
gen in Londen, en de kristallen
fontein van hun zingen in dat
ontzaglijk klankbord van spits
bogen was om nooit te verge
ten).
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllüllülllllllllllllllllll
éjcb saoe
the Queen j
IiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiniiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif
En 't heden zal haar toejuichen
in de ontroerde kreet, die uit
deinen zal als een machtige golf
over het ganse rijk tot de verst
afgelegen posten: God save the
Queen!
God save the Queen zij zal
het nodig hebben. Want als vrij
uitgekeken zyn op de schitte
ring van gexoaden en ceremoni
eel; als de kroon is opgezet, het
donkere haar gezalfd, 't zwaard
aangegord en de eed uitgespro
ken: laten wij dan een ogenblik
beseffen wat dit in wezen bete
kent voor een jonge, levenslus
tige vrouw, moeder van twee
aardige kinderen.
Niet meer of minder dan le
venslang een ijzeren keurslijf
van plichten, van onafgebroken
allure, van achterstelling van
eigen persoon, eigen voorkeur,
eigen wensen by de onverbidde
lijke dienst van het algemeen
belang.
Altijd een overbezet pro
gramma, altijd glimlachen en
wuiven, altijd figuurlijk met die
drukkende kroon van plichtsbe
sef op het hoofd, de zware ma n-
tel van staat immer slepend
achter élke stap. Nimmer spra
ke van morgenhumeur, van de
gordijnen sluiten en de lastige
buitenwereld niet willen zien.
Tochten met een staatsiesloep
bij een ingeboren afkeer van de
zee, het grauw vermoeide ge
zicht onmiddellijk plooien tot de
verwachte glimlach bij de aan
komst op de steiger. Afmatten
de treinreizen met altijd dezelf
de plechtige begroeting bij eik
oponthoud, dezelfde bouquet-
ten, dezelfde zanghulde en de-
zélfde toespraak.
Eindeloze tentoonstellingen
die geopend, kindertehuizen die
bezocht, staatsstukken die be
studeerd, afgevaardigden die
ontvangen moeten worden.
Een familieleven in een gla
zen paleis, persfotografen bij
elke stap, met hoogstens een
paar v:eken respijt per jaar van
zorgvuldig bewaakte vacantie.
En als hoogtepunt van dit alles
de jaarlijkse ceremonie, die haar
plichtsgetrouwe grootvader zo
bitter karakteriseerde als: Met
een zwaar stuk metaal op je
hoofd een stuk voorlezen, dat
een ander heeft opgesteld.
De absolute vorst was een al
machtig tiran, die naar wille
keur kon beschikken over leven
en goed van zijn onderda
nen. Maar die onderdanen
waren tenminste met hun dui
zenden nog enigszins veilig:
Zijne Majasteit kon maar op één
punt tegelijk toeslaan.
De constitutionele monarchie
sluit één vorstin luisterrijk,
maar onverbiddelijk in temid
den van millioenen vrije onder
danen. Benijd haar niet: het
duurt levensin.ut. God save the
Queen.
SASEIA.
V, - Y/,V,VvVv\\WvVvVvVvV,VAVWW/A\*\VWvV*VW*
Naast Jacques Fath en Christian
Drior staat tegenwoordig in Parijs 'n
derde modekoning op het eerste plan:
de nog jeugdige Hubert de Givenchy,
aan wie wy op deze pagia destijds al
eens een artikel wijdden. Hij is zeer
populair en boekt zelfs in het veeleis
ende Amerika grote successen met zijn
collecties. Dit succes is verklaarbaar,
want zijn creaties zijn natuurlijk, zijn
kleuren jong en fris, en hij weet met
zeer eenvoudige materialen toch exo
tische effecten te bereiken.
Op bijstaande illustratie ziet U twee
creaties van twee der grote concurren
ten. Het bovenste model is een avond-
robe van De Givenchy; en wel een van
zyn weinige japonnen waarbij het ac
cent (in dit geval het décolleté) aan
de voorkant valt. De uitsnijding wordt
gecamoufleerd door een strik.
Jacques Fath heeft een voorliefde
voor witte zijde met zwarte noppen en
schiep uit deze stof de onderste japon,
die voor de middaguren bestemd is.
Ook hier een décolleté, dat wel zeer
het vakmanschap van de maker ver
raadt.
Onder bovenstaande titels heeft de
N.V. Uitgeversmij. Kosmos te Amster
dam twee boekjes het licht doen zien.
„Vleesloze gerechten" werd geschre
ven door M. J. Krabbe, lerares aan de
Amsterdamse Huishoudschool, en be
vat meer dan 200 recepten voor het
klaarmaken van vleesloze schotel?
Ook is verschenen de zesde druk van
het boekje „Zelf wassen", geschreven
door W. J. G. Hoffman, eveneens lera
res aan de Amsterdamse huishoud
school. Het is een handleiding voor de
volledige behandeling van de gewone
wekelijkse was, doch daarnaast zijn
vele wenken opgenomen omtrent de
behandeling der verschillende stoffeq
en de moeilijkheden, welke deze be«
handeling kan opleveren.