Het probleem van het menselijk lijden benaderd in een dagboek Over een stille revolutie in Hollywood Professor Lorentz honderd jaar geleden geboren Leeszalen in Engeland bezitten discotheek ZATERDAG 23 MEI 1953. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT T JOURNALVAN PAULE RÉGNIER De levensgeschiedenis van een begaafde, maar kwetsbare vrouw Bij de uitgeverij Pion te Parijs verscheen in het begin van dit jaar het „Journal" van Paule Régnier, een schrijfster die de Franse literatuur verrijkt heeft met romans, essais en kinderboeken, en zich twee belang rijke litteraire bekroningen toegekend zag. Het dagboek opent met een portret van de schrijfster op 36-jarige leeftijd, en we bekijken het ge boeid en met een zekere ontsteltenis. Een mooi gezicht, maar een ge zicht waarin alle levensvreugde ontbreekt. Het verwondert ons dan ook ternauwernood als we in het voorwoord, dat Jacques Madaule voor dit dagboek schreef, inderdaad moeten lezen dat ze heel haar leven diep ongelukkig was en in 1950, op 62-jarige leeftijd, zelfmoord pleegde. Een dagboek is naar zijn wezen persoonlijk, maar wanneer al wat er- In meegedeeld wordt in het strikt persoonlijke zou blijven steken, zou het geen zin hebben en zelfs van onkiesheid getuigen om het te publi ceren. Dit „journal ïntime" echter, hoe persoonlijk het ook is, gaat daar toch ook bovenuit. Het verhaalt van een ongelukkig leven, maar stelt daarmee tevens het grote probleem van het menselijk lijden. Paule Régnier was mismaakt. Er is, zegt ze in haar dagboek, maar één invaliditeit, die het voorrecht ge niet, als een nobele en ontzag inboe zemende invaliditeit te worden be. schouwd, en dat is de blindheid. Maar de andere vooral de mijne (ze was gebocheld) worden bespot en be lachelijk gemaakt.— En hoewel ze zich in al haar romans een subjectief schrijfster toont, hoewel ze dus in al haar personages iets van zichzelf heeft gelegd, over haar lichamelijk gebrek heeft ze altijd gezwegen. Ze meent: Daarover praten zou een be wijs geweest zijn van gebrek aan waardigheid en een inbreuk geweest zijn op de wetten van de kunst. We voelen hieruit al welk een diep be zeerde ziel zich achter deze woorden verbergt. Ze heeft de liefde en het moederschap moeten ontberen, voelde zich tot eenzaamheid gedoemd en uitsluitend aangewezen op de liefde Gods. Maar hoewel ze onvermoeid heeft getracht in het Katholicisme haar innerlijke rust te verzekeren, was ze te hartstochtelijk op het aard se en menselijke gericht om tot een waarachtige resignatie en een my stiek geluk te kunnen komen. ONGELUKKIGE LIEFDE. Als jong meisje leerde ze de dich ter Paul Drouot kennen voor wie ze een liefde opvatte, die echter alleen met een tedere vriendschap beant woord-werd. Paul Drouot sneuvelde in de eerste wereldoorlog, en sindsdien begon Paule haar ongelukkige liefde voor hem te cultiveren. Heel haar le ven heeft ze getreurd om deze man, met wie ze in feite geen enkele lief deservaring had beleefd. Hoe tra gisch, dat zij het ook was die de posthume uitgave verzorgde van zijn gedicht „Eurydice deux fois perdue", 'n liefdesgedicht, waarin niet zij de bezongen heldin was; tragisch, juist doordat ze niet boven zichzelf kon uitstijgen in belangeloze liefde, maar Bich, ook na zijn dood, tot hem bleef verhouden als de hartstochtelijk ja loerse minnares. Het Is wel begrijpelijk dat een on vervuld verlangen niet zo gemakke lijk overwonnen wordt, dat het voort woekert als een ongeneeslijke ziekte, vooral doordat er in dit vrouwenle ven niets meer gebeurde dat een compensatie had kunnen zijn. En waar lag dat aan, dat er niets meer gebeurde? Aan het leven, of aan haarzelf? En vond ze geen vervulling In haar werk als schrijfster? Zolang ze aan een boek schreef, zeker. Maar dieper dan de zegen van de arbeid voelde ze het onheil ln haar verhou ding tot het geloof. Alleen op emotio nele wijze kon ze zich af en toe red den in de verzoeningen die het geloof de ongelukltigen ban schenken, maar haar heldere bijna manlijke manier van denken, haar menselijke, al te menselijke opvattingen van recht vaardigheid maakten haar dan weer ontevreden en wanhopig. Twee uitspraken, zegt ze, zouden kunnen dienen als motto voor haar werk. De eerste is van Goethe: Ten prooi aan kwellingen die men ge woonlijk verzwijgt, is het mij gege ven te zeggen wat ik lijd. En de tweede: Het is goed dat mensen we ten hoezeer een medemens geleden Moderne hélden zoals de film ze ons nu levert. John Wayne (zittend met pet op) als de ruigestoere kerel in The Quiet Man. heeft. En daarom ook heeft ze gewenst, dat haar dagboek na haar dood verschijnen zou. Haar dood. Wat bracht haar er uiteindelijk toe om de hand aan zich zelf te slaan? Haar menselijke en haar metaphysische vertwijfeling, haar vrees voor een eenzame ouder dom waarin misschien nog de enkele mensen die ze liefhad haar zouden kunnen voorgaan in de dood, haar vrees voor een nieuwe oorlog, haar vrees voor de haar bedreigende ar moe. En bovenal; ze was strijdens- moe. MOEDER. Laten we haar niet veroordelen, de ze zeer begaafde, maar al te kwets bare vrouw. Haar levensgeschiedenis, zoals die gegevens is in het dagboek van 1921 tot aan de nacht van 30 November 1950, de nqcht van haar dood, getuigt van een'diepè mense lijkheid, van een genereuze bewonde ring voor al wat mooi is in de wereld, Paule Régnier. Bijbelse handschriften bij Jericho gevonden Zoals bekend, zgn onlangs in de buurt van Jericho bij de Dode Zee ver schillende oude bijbelse handschriften gevond. De directeur voor oudheden in Jordanië, de heer G. Lankester Har ding, heeft deze vondst de belangrijk ste van deze eeuw genoemd. De rollen zijn ouder dan die in 1947 bij de Dode Zee werden gevonden en zij hebben „de heilige schrift" gevormd van de secte der Essenen. De collectie werd in het jaar 70 van onze jaartelling in grotten verborgen om haar te bescher. men tegen oorlogshandelingen. De handschriften, die uit de vierde eeuw voor Christus dateren, zijn ge schreven op leer en papyrus en wel met Phoenlcische letters. in de mensen en in het rjrjk der ideeën. Maar ze beleefde het eigen bestaan met een even diepe mense lijkheid, met een tragische menselijk heid, die geen genoegen nam met de aarde alleen en evenmin genoegen kon nemen met de beschikkingen des hemels, die menselijk niet bevredi gend te peilen zijn. Strijdensmoe schreef ze de laatste bladzijde van haar dagboek; een ontroerende blad zijde, waarmee ze onze liefde wint en onze eerbied voor het lijden dat hier. mee een einde vond. Mogen wrj tot slot twee passages daaruit vertalen: Moeder. Ik zou haar willen terugvinden. Zjj alleen heeft van me gehouden, volkomen, zij alleen. Het enige dat we ooit voor ons zelf heb ben is het hart van onze moeder. Wijsgerige ideeën geven geen vertroosting. Er is alleen de idee van de gekruisigde Christus die ons steunt in zulke ogenblikken. Ik ben klaarblijkelijk in tegenspraak met mezelf, aan de ene kant pleeg ik ver raad, aan de andere kant heb ik lief. dat is vele anderen eveneens overko men, om te beginnen de Apostelen. Ik ben zo moe en ziek dat al mijn gedachten vertroebelenMo ge dit dagboek, een „document hu- main" van grote echtheid, veel be grip en liefde vinden. Bekroonde romans van Paule Régnier: 1924 La vivante Paix (Prix Balzac); 1934 L'Abbaye d'Evolayne (Prix du Roman de 1'Academie- fran- gaise) Het confronteren van kerk en kunst Volgende week wordt in Amsterdam een congres gehouden, georganiseerd door het instituut voor Religieuze en Kerkelijke kunst. Het doel daarvan is het confronteren van kerk en kunst, zo deelde de voorzitter van het comi té van voorbereiding, ds. W. G. Over- bosch aan 'h A.N.P.-verslaggever mé de. De tijd, waarin het standpunt „l'Art pour l'art" werd gehuldigd, ls reeds lang voorbij en de openheid naai' de zijde van de artistieke vormgeving is in protestantse kring'en de laatste jaren sterk groeiende. De verwoestin gen aan kerkgebouwen ,als gevolg van de oorlog hebben dit proces zeer ver sneld. Er zijn daarna zoveel kerken verrezen, als nooit te voren in zulk klein tijdsbestek, zo zeide ds. Over- bosch. Dit heeft vele architecten voor de noodzaak van een verantwoorde bouw van godshuizen geplaatst. Nog vele kerken zullen verrijzen. Op welke architectonische wijze? Welke toe passing zullen de beeldende kunsten daarbij vinden? Deze en nog talrijke andere grotendeels practische vragen zullen tijdens het congres onder ogen worden gezien. Het congres wil wegen zoeken voor een binding tussen eisen van de godsdienstige gemeenschap en artistiek verantwoorde vormen. Het congres is genoemd naar het boek „Wegen en grenzen" van wijlen prof. dr. G. de Leeuw, die er altijd de na druk op heeft gelegd, dat de toenade ring tussen kerk en kunst slechts ge toetst kan worden aan geslaagde spe cimina van kerkelijke kunst (kerkge bouwen, kerkmuziek bijv.) en gestimu leerd door de onderlinge bespreking daarvan, zoals de organisatoren dit op het congres voornemens zijn te Aan de rand van Delft is een gro te circustent verrezen, waarin de vie ring van het 21e lustrum van het Delftse Studentencorps haar climax zal beleven met de opvoering van het spektakel „Tizzenigi". Deze grootse show telt enige honderden medewer kers. De laatste weken gaan er regelmatig geruchten, dat Albert van Dalsum naar de Antillen zou gaan om daar enige tijd als voordrachtskunstenaar en toneelspeler op te treden. Hij zou door zijn vriend en collega. Paul Storm, die voor ,J5ticusa" op Curagao ver blijft, uitgenodigd zijn. Fan Dalsum zélf heeft verklaard, nog geen vaste plannen te hébben. Vier Rotterdamse kunstschilders, Wim Notz, Wim Strörmann, Paul Suurland en Jaap Visser, zullen ge zamenlijk in verscheidene plaatsen in Nederland exposeren. Zij menen, dat zij samen meer kunnen bereiken, dan wanneer zij individueel naar buiten treden. Hun samenwerking berust daarom niet op een gelijkgerichtheid van stijl, maar op economische nood- GRONDLEGGER VAN DE MODERNE PHYSICA Man van geniale gaven van hoofd en hart Wie het waagt in liet bestek van een enkel krantenartikel de betekenis te schetsen van een figuur als de 18 Juli honderd jaar geleden te Arn hem geboren Hendrik Anton Lorentz, weet by voorbaat te kort te zullen schieten in volledigheid. Dit rijke en ongelooflijk arbeidzame leven ls niet te vertellen in zo klein bestek. Hoogstens zou men er een facet uit kun nen lichten: Lorentz als Nobelprijswinnaar, Lorentz als theoretische na tuurkundige, Lorentz als docent, Lorentz als internationale figuur, Lo rentz als mens, als vader, als vriend van zijn studenten, alsJa, wat eigenlijk niet? Wie uit de geschriften probeert zich een beeld te vormen van deze opmerkelijke persoonlijkheid, krijgt al deze facetten onder ogen. En tel kens weer opnieuw wordt men ge drongen naar dezelfde conclusie: een geniaal mens. Geniaal voor wat be treft zijn geleerdheid, maar geniaal ook wanneer men zijn karakterstruc tuur in ogenschouw neemt. Een een voudig en ongekunsteld mens. Be minnelijk, vriendelijk en van een grote persoonlijke charme, heeft iemand uit zijn omgeving geschre ven die als iedereen, die met hem in aanraking kwam, een groot be wonderaar van hem werd. Een op gewekt mens en huisvader, die gro te belangstelling voor zijn gezin had, die de lessen der kinderen overhoor de, die hen en zelfs hun vriendjes te hulp kwam bij hun sommen, en die bijzonder veel plezier kon hebben in ONMIDDELLIJK POPULAIR Westminster-bibliotheek beschikt reeds over 11.000 platen Sinds enkele jaren bezit een aantal openbare leeszalen in Engeland een discotheek-afdeling, waaruit men op uiterst billyke voorwaarden platen kan lenen. Enige jaren geleden begon men met dit werk aan de openbare leeszaal te Westminster en met een slag was de nieuwe afdeling populair! Een week na de opening was elke plaat men startte met 5000 stuks in de circula tie en menige aanvrager moest worden teleurgesteld. Onmiddellijk werd de verzameling uitgebreid, zodat de Westminster bibliotheek thans over niet minder dan 11.000 platen beschikt, terwijl er ruim 4000 vaste „hoorders" zjjn ingeschreven. Vanzelfsprekend ls het noodzakelijk, dat de „platenlezers" voorzichtig met het kostbare materiaal omgaan en juist op dit punt waren de directies Van de leeszalen nogal somber ge stemd. Zij verwachtten aanvankelijk, dat de teruggebrachte platen terug zouden komen met krassen, met bars ten of soms zelfs gebroken. En dat zou betekenen, dat de plaat waarde loos was geworden. Vetvlekken of pot- loodkrassen in boeken zijn weliswaar niet plezierig, maar zij maken het boek nog niet volmaakt waardeloos. Met gramofoonplaten echter ligt de zaak wel helemaal anders Maar gelukkig hadden de heren zich ernstig vergist. Beschadigingen komen slechts sporadisch voor en over het algemeen blijkt, dat de meeste mu ziekliefhebbers de platen met grote zorg behandelen. Af en toe zijn er weliswaar beschadigingen, maar dan wordt aan de gebruiker gevraagd een kleine vergoeding hiervoor te betalen. Men heeft daarvoor een tariefje sa mengesteld: één shilling voor een krasje, een wat ernstiger beschadi ging twee shilling, terwijl volledige vergoeding wordt gevraagd, wanneer een nieuwe plaat wordt gebroken. En „nieuw" betekent in dit geval „binnen zes maanden na de ingebruikneming". Is de plaat meer dan een jaar in ge bruik wordt hoogstens de helft van de aanschaffingskosten gevraagd. Er worden geen jazz- of swingpla ten in de discotheek opgenomen, ook niet van de nieuwste amusements „hot"-nummers, zódat alles wat te maken heeft met „lichte populaire mu ziek" wordt geweerd. Daarentegen zijn alle bekende werken van het „klas sieke" repertoire opgenomen, meestal in de twee-thans bekende snelheden (78 en 33 omwentelingen). In sommige bibliotheken is Mozart de meest gevraagde componist, maar ook Beethoven, Tsjaikowsky, Schu bert, Dvorak, Mendelssohn en Dellus worden veel gevraagd. Saint-Saens, Chabrier, Bach, Brahms, Haydn, De bussy, Handel, Rachmaninoff, Grieg, Ravel, Puccini, Berlioz, Rossini, Sme- tana en Richard Strauss staan even eens in de catalogus en worden even eens vaak uitgeleend. Ook de moder nen kregen een plaats. Bij de uitwerking van de diseotheek- Slannen is niet vergeten te denken aan iegenen, die niet beschikken over een eigen gramofoon. Voor hen worden wekelijks of maandelijks door de lees zalen bijeenkomsten georganiseerd, tijdens welke diverse platen worden gedraaid. Er bestaat voor dergelijke „draai-avonden" grote belangstelling zowel bij oudere mensen als bij de jeugd. Bij alle revoluties die de wereld al gehad heeft en die er in stilte nog aan de gang zijn, mogen we ook die éne geruisloze uit Holly wood wel rekenen: de filmster met zijn rompslomp van verhalen, rod del en reclame is zo zoetjes aan verdwenen. De mythen, die het publiek tientallen jaren zijn opge drongen om het uit de filmspelers zijn lievelingen te laten kiezen, die tot gestandaardiseerde wensdromen werden met de gladde vanzelfspre kendheid van iedere illusie en de stupiditeit van ieder commercieel bedrog, zijn zelf mythen gewor den. De komst van de televisie o-a. dwong de grote filmproducers zoals een Goldwyn, om in de films het accent te verleggen van de ster naar het verhaal. Niet dat de spe ler van geen importantie meer was. Hij werd juist de laatste ja ren van des te groter belang, om dat men hem niet langer meer be schouwde als vertegenwoordiger van een standaardtype, maar als een individu, als een doodgewoon mens, als een kunstenaar, die op eerlijke en verantwoorde wijze zijn kunst tracht te beleven. De jon gere acteurs bedden hierbij op die van de oude garde een voorsprong, omdat zij niet de last van topzwa- ï'e reclame in de vorm van een aandoenlijk levensverhaal en een waas van halfgodendom met zich mee hadden te torsen. Tot in de oorlog is practisch ie dere filmster in een of ander ty pen-systeem ingedeeld geweest. Zo mogelijk werd ieder in een hem of haar passend hok geperst. Voor sommige waren de resultaten ni hil en een Micheline Presle (uit Frankrijk, ze speelde o.a. in „Le Diable au Corps") werd evenals de Italiaanse Valentina Cortese geen succes in Hollywood. Doch in an dere gevallen slaagde men beter, en het merkwaardige is juist, dat het meestal in die gevallen was, waar de ster juist een uitzonder lijke persoonlijkheid bezat. Bewijs hiervoor is wel, dat vele sterren, die de gunst van het publiek geno ten ook voorkwamen op de lijst van de officiële filmbekroningen! Of zij nu hun succes bevochten door of niettegenstaande de my then. is zo vlug niet uit te maken Doch een feit is het, dat men de reclame rond een ster niet zo maai lukraak verzon, doch wel degelijk rekening hield met een bepaalde aanleg en die in sommige gevallen daardoor zelfs stimuleerde- Zo is van Katherine Hepburn en Doro thy McGuire steeds hun groot «ge voel van vrijheid en hun individua liteit naar voren gebracht en wer den zij in de praktijk ook vrij ge laten hun werk op het toneel te blijven doen. Doch waar de per soonlijkheid niet al te groot was, bleef de mythe overheersen. En een Garbo en Dietrich zijn altijd meer mythe dan actrice geweest- leder gerucht over hen verhoog de de recettes van de bioscoop-ex ploitant. In onze dagen zal nie mand persé Rita Hayworth willen gaan zien, omdat ze nu wel of niet weer eens ruzie gehad heeft met haar gouden Ali. En de scheiding van Ingrid Bergmann heeft zelfs velen anoniem uit het publiek tot verontwaardiging gebracht over het mensonterende van de uitbui tende reclame. De geruchtenhandel over de filmsterren of het indelen in be paalde klassen, typen was dus wel degelijk een zeer nauwgezet werk, waarbij de producers de tijd voor al '-iet uit het oog mochten verlie zen. In de dagen van de stille film waren de hartstochtelijke zuidelij ke minnaars favoriet, geflankeerd door vamps en engelachtige maag den als representanten van slecht en goed! De man, met de fijne neus waar het 't aanwakkeren van het publiek kunstgevoel betreft ons aller Cecil B. de Mille vond in de twintiger jaren het sex-appeal uit. Geen wonder dat hij daarmee het grage publiek aan zijn beurs en met zorg geselecteerde sterren bond. De „ster" werd voor de bi- oscoopganger een onbereikbare liefde door wie men een paar uur aan het daagse stof kon ontsnap pen. Juist die onbereikbaarheid maakte, dat men zich het wezen van zijn verering op andere wijze wilde toeëigenen- Vooral de komst van de geluidsfilm heeft toen de doorslag gegeven, dat het privéle- ven van iedere enigszins belangrij ke ster gemeengoed werd. Want men kon dat bepaald type, dat men tot zijn favoriet had verkozen, nu de dingen hóren zeggen, die men tot dan toe er maar zelf bij had moeten fantaseren. De door het geluid vacant gekomen fanta sie vroeg dus ander voedsel Was er geen „achtergrond" voor een filmspeler, dan waren er altijd wel wat handige jongens, die een aan doenlijk, doch altijd pakkend en psychologisch, decortje voor wat harde dollars in elkaar wisten te timmeren. Voor de ster brak de tijd aan. dat hij of zij voortaan slechts in het kader van een hem of haai passend gemaakt type zich privé te gedragen haden ook slechts rollen te spelen kreeg! Na 1930 eerst krejg het eens zo opwindende sex-appea] meer bur gerlijke allure en kwam het zelfs op goede voet met de deugdzaam heid! Marlène Dietrich en Mae West deden geen moeite meer om het man-dom te verleiden, al wa ren zij dan niet van zins zich met wat zij van huis uit aan natuurlijk schoon en overdaad hadden mee gekregen bescheiden op de achter grond te houden. Na 1940 was er van de oorspron kelijke strenge scheiding tussen goed en kwaad, sex en hersens niet veel meer over. Ei™, vamp kon een gerespecteerde vrouw jn en een meisje met hersens had zelfs een aardig figuurtje. Waarschijnlijk heeft de mythe dit door elkaar hutselen van typen niet me. - bij kunnen houden en is zo een na tuurlijke dood gestorven. kleine geestigheden, woordspelingen en zelfskinderspelletjes. Een man die bijzondei- populair in de gunstigste zin was onder zijn studenten in Leiden, al noemden die studenten zijn tentamens dan moei lijk, omdat Lorentz van hen eiste, dat ze een bepaald probleem met eigen woorden uitwerkten, inplaats van een uit het hoofd geleerde les op te spuiten. Een man, die anderen het gevoel gaf in zijn warme be langstelling te staan, door zich van die anderen vaak charmante bij zonderheden en belevenissen te her inneren, die de mensen zelf reeds lang vergeten waren. ENORM GEHEUGEN. Een fenomenaal geheugen heeft deze geleerde ten dienste gestaan. Wat hij eenmaal gelezen had, was onuitwisbaar voor hem geworden. Werd hg op de H.B.S. in zijn jonge jaren niet eens gekapitteld door zijn Engelse leraar, omdat hij in zijn Engels opstel teveel Dicken's stijl had aangehouden? Dertien jaar was deze Lorentz, toen hij in de derde klas H.B.S. zat: 22 jaar, toen hij te Leiden met hoog ste lof promoveerde tot doctor in de natuurkunde op een zeer belangwek kend proefschrift over: „De theorie van de flectie en breking van het licht"; 24 jaar, wanneer hij aan de Leidse universiteit benoemd wordt tot hoogleraar en 49 jaar, wanneer hem tezamen met professor Zeeman de Nobelprijs wordt toegekend. Zijn naam leeft in alle weten schappelijke kringen ter wereld voort. Want met een verbluffend gemak heeft deze geleerde zich in dit in ternationale milieu bewogen. Zijn ta lenkennis maakte het hem mogelijk onmiddellijk over te schakelen van de ene taal op de andere en daarin op geestige vvijze te discussiëren over de moeilijkste onderwerpen. En niet alleen van de moderne talen bediende hij zich met een opvallend gemak, ook van de klassieke. Be kend is van hem, dat hij terloops de drukproeven verzorgde van een La tijnse uitgave van Huygens werken. WETENSCHAPSMAN. Wij hebben het in het begin al ge zegd, de persoon van deze geniale geleerde laat zich niet in zo kort bestek beschrijven. Want wij beseffen het terdege: Nog geen -letter wijd den wij aan wat zijn levenswerk ge worden is. Met nog geen woord rep ten wij ervan, dat vele universitei ten hem onderscheidden en leerstoe len aanboden, die hij stuk voor stuk weigerde, omdat het eigen land hem boven al lief was. Laten wij proberen nog iets over zijn baanbrekend wetenschappelijk werk te vertellen. Hij heeft zich op elk gebied der physica bewogen. Hij doceerde zowel experimentele als theoretische natuurkunde, werd de grondlegger der electronentheorie en heeft door zijn onderzoekingen over de electro-dynamica, de grondslag gelegd tot de door Einstein ontwor pen realiteitstheorie, over welk onderwerp hij trouwens ook vele verhandelingen schreef. Van welke aard die onderzoekingen zijn ge weest, laat zich duidelijk vaststellen, wanneer men bedenkt, dat Lorentz reeds concludeerde, dat de electrici- teit van atomische structuur is en de kleinste deeltjes electronen in een geleider vrij zijn in hun be wegingen maar in een niet-geleider aan bepaalde evenwichtsstanden zijn gebonden. Ter verklaring der aber ratie van het licht nam Lorentz aan, dat bij beweging der stoffelijke licha men door de aether, deze laatste op zijn plaats blijft, niet wordt meege nomen dus Een geniaal mens, die 3 Februari 1928, 75 jaar oud, na een kort ziek bed overleed, en daarna met meer eerbetoon dan een staatshoofd veelal ten deel valt, door vrienden en be wonderaars naar zijn laatste rust plaats werd gebracht. ulturele Cavalcade MATTHIAS KLOTZ, (ie eerste der vermaarde vioolbouwers van Mitten- wald, werd in 1653 geboren. Hij zal i« de week van h tot 11 Juli feestelijk worden herdacht in Mittenwald. Er zal daarbij een tentoonstelling worden gehouden van oude in dit dorp ver vaardigde violen. DE VILLA Hügél te Essende be kende bezitting van de familie Krupp, zal voor het publiek toegankelijk wor den gestéld. Er zullen kostbare wand tapijten, schilderijen en beeldhouw werken uit particulier bezit tentoonge steld worden. TE BORDEAUX is op 66-jarige leeftijd overleden de bekende pianist Walter Rummél, die zich ook wel Wal ter Morse Rummél noemde. Hij was een kleinzoon van de uitvinder van de telegraafMorseen behoorde tot de vriendenkring van Debussy. HET SLOT Nymphenbura te Miin- chen, dat gedurende de oorlog in een speciale kleur was geschilderd om het voor geallieerde vliegers onzichtbaai te maken, wordt thans gerestaureerd De gevels krijgen hun oorspronkelijke wit-grijze klem weer terug.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 7