Het probleem van het menselijk
lijden benaderd in een dagboek
Over een stille revolutie in Hollywood
Professor Lorentz honderd
jaar geleden geboren
Leeszalen in Engeland
bezitten discotheek
ZATERDAG 23 MEI 1953.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
JOURNALVAN PAULE RÉGNIER
De levensgeschiedenis van een
begaafde, maar kwetsbare vrouw
Bij de uitgeverij Pion te Parijs verscheen in het begin van dit jaar
het „Journal" van Paule Régnier, een schrijfster die de Franse literatuur
verrijkt heeft met romans, essais en kinderboeken, en zich twee belang
rijke litteraire bekroningen toegekend zag. Het dagboek opent met een
portret van de schrijfster op 36-jarige leeftijd, en we bekijken het ge
boeid en met een zekere ontsteltenis. Een mooi gezicht, maar een ge
zicht waarin alle levensvreugde ontbreekt. Het verwondert ons dan ook
ternauwernood als we in het voorwoord, dat Jacques Madaule voor dit
dagboek schreef, inderdaad moeten lezen dat ze heel haar leven diep
ongelukkig was en in 1950, op 62-jarige leeftijd, zelfmoord pleegde.
Een dagboek is naar zijn wezen persoonlijk, maar wanneer al wat er-
In meegedeeld wordt in het strikt persoonlijke zou blijven steken, zou
het geen zin hebben en zelfs van onkiesheid getuigen om het te publi
ceren. Dit „journal ïntime" echter, hoe persoonlijk het ook is, gaat daar
toch ook bovenuit. Het verhaalt van een ongelukkig leven, maar stelt
daarmee tevens het grote probleem van het menselijk lijden.
Paule Régnier was mismaakt. Er
is, zegt ze in haar dagboek, maar
één invaliditeit, die het voorrecht ge
niet, als een nobele en ontzag inboe
zemende invaliditeit te worden be.
schouwd, en dat is de blindheid. Maar
de andere vooral de mijne (ze was
gebocheld) worden bespot en be
lachelijk gemaakt.— En hoewel ze
zich in al haar romans een subjectief
schrijfster toont, hoewel ze dus in al
haar personages iets van zichzelf
heeft gelegd, over haar lichamelijk
gebrek heeft ze altijd gezwegen. Ze
meent: Daarover praten zou een be
wijs geweest zijn van gebrek aan
waardigheid en een inbreuk geweest
zijn op de wetten van de kunst. We
voelen hieruit al welk een diep be
zeerde ziel zich achter deze woorden
verbergt. Ze heeft de liefde en het
moederschap moeten ontberen, voelde
zich tot eenzaamheid gedoemd en
uitsluitend aangewezen op de liefde
Gods. Maar hoewel ze onvermoeid
heeft getracht in het Katholicisme
haar innerlijke rust te verzekeren,
was ze te hartstochtelijk op het aard
se en menselijke gericht om tot een
waarachtige resignatie en een my
stiek geluk te kunnen komen.
ONGELUKKIGE LIEFDE.
Als jong meisje leerde ze de dich
ter Paul Drouot kennen voor wie ze
een liefde opvatte, die echter alleen
met een tedere vriendschap beant
woord-werd. Paul Drouot sneuvelde in
de eerste wereldoorlog, en sindsdien
begon Paule haar ongelukkige liefde
voor hem te cultiveren. Heel haar le
ven heeft ze getreurd om deze man,
met wie ze in feite geen enkele lief
deservaring had beleefd. Hoe tra
gisch, dat zij het ook was die de
posthume uitgave verzorgde van zijn
gedicht „Eurydice deux fois perdue",
'n liefdesgedicht, waarin niet zij de
bezongen heldin was; tragisch, juist
doordat ze niet boven zichzelf kon
uitstijgen in belangeloze liefde, maar
Bich, ook na zijn dood, tot hem bleef
verhouden als de hartstochtelijk ja
loerse minnares.
Het Is wel begrijpelijk dat een on
vervuld verlangen niet zo gemakke
lijk overwonnen wordt, dat het voort
woekert als een ongeneeslijke ziekte,
vooral doordat er in dit vrouwenle
ven niets meer gebeurde dat een
compensatie had kunnen zijn. En
waar lag dat aan, dat er niets meer
gebeurde? Aan het leven, of aan
haarzelf? En vond ze geen vervulling
In haar werk als schrijfster? Zolang
ze aan een boek schreef, zeker. Maar
dieper dan de zegen van de arbeid
voelde ze het onheil ln haar verhou
ding tot het geloof. Alleen op emotio
nele wijze kon ze zich af en toe red
den in de verzoeningen die het geloof
de ongelukltigen ban schenken, maar
haar heldere bijna manlijke manier
van denken, haar menselijke, al te
menselijke opvattingen van recht
vaardigheid maakten haar dan weer
ontevreden en wanhopig.
Twee uitspraken, zegt ze, zouden
kunnen dienen als motto voor haar
werk. De eerste is van Goethe: Ten
prooi aan kwellingen die men ge
woonlijk verzwijgt, is het mij gege
ven te zeggen wat ik lijd. En de
tweede: Het is goed dat mensen we
ten hoezeer een medemens geleden
Moderne hélden zoals de film ze ons
nu levert. John Wayne (zittend met
pet op) als de ruigestoere kerel in
The Quiet Man.
heeft. En daarom ook heeft ze
gewenst, dat haar dagboek na haar
dood verschijnen zou.
Haar dood. Wat bracht haar er
uiteindelijk toe om de hand aan zich
zelf te slaan? Haar menselijke en
haar metaphysische vertwijfeling,
haar vrees voor een eenzame ouder
dom waarin misschien nog de enkele
mensen die ze liefhad haar zouden
kunnen voorgaan in de dood, haar
vrees voor een nieuwe oorlog, haar
vrees voor de haar bedreigende ar
moe. En bovenal; ze was strijdens-
moe.
MOEDER.
Laten we haar niet veroordelen, de
ze zeer begaafde, maar al te kwets
bare vrouw. Haar levensgeschiedenis,
zoals die gegevens is in het dagboek
van 1921 tot aan de nacht van 30
November 1950, de nqcht van haar
dood, getuigt van een'diepè mense
lijkheid, van een genereuze bewonde
ring voor al wat mooi is in de wereld,
Paule Régnier.
Bijbelse handschriften bij
Jericho gevonden
Zoals bekend, zgn onlangs in de
buurt van Jericho bij de Dode Zee ver
schillende oude bijbelse handschriften
gevond. De directeur voor oudheden in
Jordanië, de heer G. Lankester Har
ding, heeft deze vondst de belangrijk
ste van deze eeuw genoemd. De rollen
zijn ouder dan die in 1947 bij de Dode
Zee werden gevonden en zij hebben
„de heilige schrift" gevormd van de
secte der Essenen. De collectie werd
in het jaar 70 van onze jaartelling in
grotten verborgen om haar te bescher.
men tegen oorlogshandelingen.
De handschriften, die uit de vierde
eeuw voor Christus dateren, zijn ge
schreven op leer en papyrus en wel
met Phoenlcische letters.
in de mensen en in het rjrjk der
ideeën. Maar ze beleefde het eigen
bestaan met een even diepe mense
lijkheid, met een tragische menselijk
heid, die geen genoegen nam met de
aarde alleen en evenmin genoegen
kon nemen met de beschikkingen des
hemels, die menselijk niet bevredi
gend te peilen zijn. Strijdensmoe
schreef ze de laatste bladzijde van
haar dagboek; een ontroerende blad
zijde, waarmee ze onze liefde wint en
onze eerbied voor het lijden dat hier.
mee een einde vond. Mogen wrj tot
slot twee passages daaruit vertalen:
Moeder. Ik zou haar willen
terugvinden. Zjj alleen heeft van me
gehouden, volkomen, zij alleen. Het
enige dat we ooit voor ons zelf heb
ben is het hart van onze moeder.
Wijsgerige ideeën geven geen
vertroosting. Er is alleen de idee van
de gekruisigde Christus die ons
steunt in zulke ogenblikken. Ik ben
klaarblijkelijk in tegenspraak met
mezelf, aan de ene kant pleeg ik ver
raad, aan de andere kant heb ik lief.
dat is vele anderen eveneens overko
men, om te beginnen de Apostelen.
Ik ben zo moe en ziek dat al
mijn gedachten vertroebelenMo
ge dit dagboek, een „document hu-
main" van grote echtheid, veel be
grip en liefde vinden.
Bekroonde romans van Paule
Régnier: 1924 La vivante Paix (Prix
Balzac); 1934 L'Abbaye d'Evolayne
(Prix du Roman de 1'Academie- fran-
gaise)
Het confronteren van kerk
en kunst
Volgende week wordt in Amsterdam
een congres gehouden, georganiseerd
door het instituut voor Religieuze en
Kerkelijke kunst. Het doel daarvan is
het confronteren van kerk en kunst,
zo deelde de voorzitter van het comi
té van voorbereiding, ds. W. G. Over-
bosch aan 'h A.N.P.-verslaggever mé
de. De tijd, waarin het standpunt
„l'Art pour l'art" werd gehuldigd, ls
reeds lang voorbij en de openheid naai'
de zijde van de artistieke vormgeving
is in protestantse kring'en de laatste
jaren sterk groeiende. De verwoestin
gen aan kerkgebouwen ,als gevolg van
de oorlog hebben dit proces zeer ver
sneld. Er zijn daarna zoveel kerken
verrezen, als nooit te voren in zulk
klein tijdsbestek, zo zeide ds. Over-
bosch. Dit heeft vele architecten voor
de noodzaak van een verantwoorde
bouw van godshuizen geplaatst. Nog
vele kerken zullen verrijzen. Op welke
architectonische wijze? Welke toe
passing zullen de beeldende kunsten
daarbij vinden? Deze en nog talrijke
andere grotendeels practische vragen
zullen tijdens het congres onder ogen
worden gezien. Het congres wil wegen
zoeken voor een binding tussen eisen
van de godsdienstige gemeenschap en
artistiek verantwoorde vormen. Het
congres is genoemd naar het boek
„Wegen en grenzen" van wijlen prof.
dr. G. de Leeuw, die er altijd de na
druk op heeft gelegd, dat de toenade
ring tussen kerk en kunst slechts ge
toetst kan worden aan geslaagde spe
cimina van kerkelijke kunst (kerkge
bouwen, kerkmuziek bijv.) en gestimu
leerd door de onderlinge bespreking
daarvan, zoals de organisatoren dit
op het congres voornemens zijn te
Aan de rand van Delft is een gro
te circustent verrezen, waarin de vie
ring van het 21e lustrum van het
Delftse Studentencorps haar climax
zal beleven met de opvoering van het
spektakel „Tizzenigi". Deze grootse
show telt enige honderden medewer
kers.
De laatste weken gaan er regelmatig
geruchten, dat Albert van Dalsum
naar de Antillen zou gaan om daar
enige tijd als voordrachtskunstenaar
en toneelspeler op te treden. Hij zou
door zijn vriend en collega. Paul Storm,
die voor ,J5ticusa" op Curagao ver
blijft, uitgenodigd zijn. Fan Dalsum
zélf heeft verklaard, nog geen vaste
plannen te hébben.
Vier Rotterdamse kunstschilders,
Wim Notz, Wim Strörmann, Paul
Suurland en Jaap Visser, zullen ge
zamenlijk in verscheidene plaatsen in
Nederland exposeren. Zij menen, dat
zij samen meer kunnen bereiken, dan
wanneer zij individueel naar buiten
treden. Hun samenwerking berust
daarom niet op een gelijkgerichtheid
van stijl, maar op economische nood-
GRONDLEGGER VAN DE MODERNE PHYSICA
Man van geniale gaven van
hoofd en hart
Wie het waagt in liet bestek van een enkel krantenartikel de betekenis
te schetsen van een figuur als de 18 Juli honderd jaar geleden te Arn
hem geboren Hendrik Anton Lorentz, weet by voorbaat te kort te zullen
schieten in volledigheid. Dit rijke en ongelooflijk arbeidzame leven ls niet
te vertellen in zo klein bestek. Hoogstens zou men er een facet uit kun
nen lichten: Lorentz als Nobelprijswinnaar, Lorentz als theoretische na
tuurkundige, Lorentz als docent, Lorentz als internationale figuur, Lo
rentz als mens, als vader, als vriend van zijn studenten, alsJa, wat
eigenlijk niet?
Wie uit de geschriften probeert
zich een beeld te vormen van deze
opmerkelijke persoonlijkheid, krijgt
al deze facetten onder ogen. En tel
kens weer opnieuw wordt men ge
drongen naar dezelfde conclusie: een
geniaal mens. Geniaal voor wat be
treft zijn geleerdheid, maar geniaal
ook wanneer men zijn karakterstruc
tuur in ogenschouw neemt. Een een
voudig en ongekunsteld mens. Be
minnelijk, vriendelijk en van een
grote persoonlijke charme, heeft
iemand uit zijn omgeving geschre
ven die als iedereen, die met hem
in aanraking kwam, een groot be
wonderaar van hem werd. Een op
gewekt mens en huisvader, die gro
te belangstelling voor zijn gezin had,
die de lessen der kinderen overhoor
de, die hen en zelfs hun vriendjes te
hulp kwam bij hun sommen, en die
bijzonder veel plezier kon hebben in
ONMIDDELLIJK POPULAIR
Westminster-bibliotheek beschikt reeds
over 11.000 platen
Sinds enkele jaren bezit een aantal openbare leeszalen in Engeland een
discotheek-afdeling, waaruit men op uiterst billyke voorwaarden platen kan
lenen. Enige jaren geleden begon men met dit werk aan de openbare leeszaal
te Westminster en met een slag was de nieuwe afdeling populair! Een week
na de opening was elke plaat men startte met 5000 stuks in de circula
tie en menige aanvrager moest worden teleurgesteld. Onmiddellijk werd de
verzameling uitgebreid, zodat de Westminster bibliotheek thans over niet
minder dan 11.000 platen beschikt, terwijl er ruim 4000 vaste „hoorders" zjjn
ingeschreven.
Vanzelfsprekend ls het noodzakelijk,
dat de „platenlezers" voorzichtig met
het kostbare materiaal omgaan en
juist op dit punt waren de directies
Van de leeszalen nogal somber ge
stemd. Zij verwachtten aanvankelijk,
dat de teruggebrachte platen terug
zouden komen met krassen, met bars
ten of soms zelfs gebroken. En dat
zou betekenen, dat de plaat waarde
loos was geworden. Vetvlekken of pot-
loodkrassen in boeken zijn weliswaar
niet plezierig, maar zij maken het
boek nog niet volmaakt waardeloos.
Met gramofoonplaten echter ligt de
zaak wel helemaal anders
Maar gelukkig hadden de heren
zich ernstig vergist. Beschadigingen
komen slechts sporadisch voor en over
het algemeen blijkt, dat de meeste mu
ziekliefhebbers de platen met grote
zorg behandelen. Af en toe zijn er
weliswaar beschadigingen, maar dan
wordt aan de gebruiker gevraagd een
kleine vergoeding hiervoor te betalen.
Men heeft daarvoor een tariefje sa
mengesteld: één shilling voor een
krasje, een wat ernstiger beschadi
ging twee shilling, terwijl volledige
vergoeding wordt gevraagd, wanneer
een nieuwe plaat wordt gebroken. En
„nieuw" betekent in dit geval „binnen
zes maanden na de ingebruikneming".
Is de plaat meer dan een jaar in ge
bruik wordt hoogstens de helft van de
aanschaffingskosten gevraagd.
Er worden geen jazz- of swingpla
ten in de discotheek opgenomen, ook
niet van de nieuwste amusements
„hot"-nummers, zódat alles wat te
maken heeft met „lichte populaire mu
ziek" wordt geweerd. Daarentegen
zijn alle bekende werken van het „klas
sieke" repertoire opgenomen, meestal
in de twee-thans bekende snelheden
(78 en 33 omwentelingen).
In sommige bibliotheken is Mozart
de meest gevraagde componist, maar
ook Beethoven, Tsjaikowsky, Schu
bert, Dvorak, Mendelssohn en Dellus
worden veel gevraagd. Saint-Saens,
Chabrier, Bach, Brahms, Haydn, De
bussy, Handel, Rachmaninoff, Grieg,
Ravel, Puccini, Berlioz, Rossini, Sme-
tana en Richard Strauss staan even
eens in de catalogus en worden even
eens vaak uitgeleend. Ook de moder
nen kregen een plaats.
Bij de uitwerking van de diseotheek-
Slannen is niet vergeten te denken aan
iegenen, die niet beschikken over een
eigen gramofoon. Voor hen worden
wekelijks of maandelijks door de lees
zalen bijeenkomsten georganiseerd,
tijdens welke diverse platen worden
gedraaid. Er bestaat voor dergelijke
„draai-avonden" grote belangstelling
zowel bij oudere mensen als bij de
jeugd.
Bij alle revoluties die de wereld
al gehad heeft en die er in stilte
nog aan de gang zijn, mogen we
ook die éne geruisloze uit Holly
wood wel rekenen: de filmster met
zijn rompslomp van verhalen, rod
del en reclame is zo zoetjes aan
verdwenen. De mythen, die het
publiek tientallen jaren zijn opge
drongen om het uit de filmspelers
zijn lievelingen te laten kiezen, die
tot gestandaardiseerde wensdromen
werden met de gladde vanzelfspre
kendheid van iedere illusie en de
stupiditeit van ieder commercieel
bedrog, zijn zelf mythen gewor
den. De komst van de televisie
o-a. dwong de grote filmproducers
zoals een Goldwyn, om in de films
het accent te verleggen van de ster
naar het verhaal. Niet dat de spe
ler van geen importantie meer
was. Hij werd juist de laatste ja
ren van des te groter belang, om
dat men hem niet langer meer be
schouwde als vertegenwoordiger
van een standaardtype, maar als
een individu, als een doodgewoon
mens, als een kunstenaar, die op
eerlijke en verantwoorde wijze zijn
kunst tracht te beleven. De jon
gere acteurs bedden hierbij op die
van de oude garde een voorsprong,
omdat zij niet de last van topzwa-
ï'e reclame in de vorm van een
aandoenlijk levensverhaal en een
waas van halfgodendom met zich
mee hadden te torsen.
Tot in de oorlog is practisch ie
dere filmster in een of ander ty
pen-systeem ingedeeld geweest.
Zo mogelijk werd ieder in een hem
of haar passend hok geperst. Voor
sommige waren de resultaten ni
hil en een Micheline Presle (uit
Frankrijk, ze speelde o.a. in „Le
Diable au Corps") werd evenals de
Italiaanse Valentina Cortese geen
succes in Hollywood. Doch in an
dere gevallen slaagde men beter,
en het merkwaardige is juist, dat
het meestal in die gevallen was,
waar de ster juist een uitzonder
lijke persoonlijkheid bezat. Bewijs
hiervoor is wel, dat vele sterren,
die de gunst van het publiek geno
ten ook voorkwamen op de lijst
van de officiële filmbekroningen!
Of zij nu hun succes bevochten
door of niettegenstaande de my
then. is zo vlug niet uit te maken
Doch een feit is het, dat men de
reclame rond een ster niet zo maai
lukraak verzon, doch wel degelijk
rekening hield met een bepaalde
aanleg en die in sommige gevallen
daardoor zelfs stimuleerde- Zo is
van Katherine Hepburn en Doro
thy McGuire steeds hun groot «ge
voel van vrijheid en hun individua
liteit naar voren gebracht en wer
den zij in de praktijk ook vrij ge
laten hun werk op het toneel te
blijven doen. Doch waar de per
soonlijkheid niet al te groot was,
bleef de mythe overheersen. En
een Garbo en Dietrich zijn altijd
meer mythe dan actrice geweest-
leder gerucht over hen verhoog
de de recettes van de bioscoop-ex
ploitant. In onze dagen zal nie
mand persé Rita Hayworth willen
gaan zien, omdat ze nu wel of niet
weer eens ruzie gehad heeft met
haar gouden Ali. En de scheiding
van Ingrid Bergmann heeft zelfs
velen anoniem uit het publiek tot
verontwaardiging gebracht over
het mensonterende van de uitbui
tende reclame.
De geruchtenhandel over de
filmsterren of het indelen in be
paalde klassen, typen was dus wel
degelijk een zeer nauwgezet werk,
waarbij de producers de tijd voor
al '-iet uit het oog mochten verlie
zen.
In de dagen van de stille film
waren de hartstochtelijke zuidelij
ke minnaars favoriet, geflankeerd
door vamps en engelachtige maag
den als representanten van slecht
en goed!
De man, met de fijne neus waar
het 't aanwakkeren van het publiek
kunstgevoel betreft ons aller
Cecil B. de Mille vond in de
twintiger jaren het sex-appeal uit.
Geen wonder dat hij daarmee het
grage publiek aan zijn beurs en
met zorg geselecteerde sterren
bond. De „ster" werd voor de bi-
oscoopganger een onbereikbare
liefde door wie men een paar uur
aan het daagse stof kon ontsnap
pen. Juist die onbereikbaarheid
maakte, dat men zich het wezen
van zijn verering op andere wijze
wilde toeëigenen- Vooral de komst
van de geluidsfilm heeft toen de
doorslag gegeven, dat het privéle-
ven van iedere enigszins belangrij
ke ster gemeengoed werd. Want
men kon dat bepaald type, dat
men tot zijn favoriet had verkozen,
nu de dingen hóren zeggen, die
men tot dan toe er maar zelf bij
had moeten fantaseren. De door
het geluid vacant gekomen fanta
sie vroeg dus ander voedsel Was
er geen „achtergrond" voor een
filmspeler, dan waren er altijd wel
wat handige jongens, die een aan
doenlijk, doch altijd pakkend en
psychologisch, decortje voor wat
harde dollars in elkaar wisten te
timmeren.
Voor de ster brak de tijd aan.
dat hij of zij voortaan slechts in
het kader van een hem of haai
passend gemaakt type zich privé
te gedragen haden ook slechts
rollen te spelen kreeg!
Na 1930 eerst krejg het eens zo
opwindende sex-appea] meer bur
gerlijke allure en kwam het zelfs
op goede voet met de deugdzaam
heid! Marlène Dietrich en Mae
West deden geen moeite meer om
het man-dom te verleiden, al wa
ren zij dan niet van zins zich met
wat zij van huis uit aan natuurlijk
schoon en overdaad hadden mee
gekregen bescheiden op de achter
grond te houden.
Na 1940 was er van de oorspron
kelijke strenge scheiding tussen
goed en kwaad, sex en hersens niet
veel meer over. Ei™, vamp kon een
gerespecteerde vrouw jn en een
meisje met hersens had zelfs een
aardig figuurtje. Waarschijnlijk
heeft de mythe dit door elkaar
hutselen van typen niet me. - bij
kunnen houden en is zo een na
tuurlijke dood gestorven.
kleine geestigheden, woordspelingen
en zelfskinderspelletjes.
Een man die bijzondei- populair
in de gunstigste zin was onder zijn
studenten in Leiden, al noemden die
studenten zijn tentamens dan moei
lijk, omdat Lorentz van hen eiste,
dat ze een bepaald probleem met
eigen woorden uitwerkten, inplaats
van een uit het hoofd geleerde les
op te spuiten. Een man, die anderen
het gevoel gaf in zijn warme be
langstelling te staan, door zich van
die anderen vaak charmante bij
zonderheden en belevenissen te her
inneren, die de mensen zelf reeds
lang vergeten waren.
ENORM GEHEUGEN.
Een fenomenaal geheugen heeft
deze geleerde ten dienste gestaan.
Wat hij eenmaal gelezen had, was
onuitwisbaar voor hem geworden.
Werd hg op de H.B.S. in zijn jonge
jaren niet eens gekapitteld door zijn
Engelse leraar, omdat hij in zijn
Engels opstel teveel Dicken's stijl
had aangehouden?
Dertien jaar was deze Lorentz,
toen hij in de derde klas H.B.S. zat:
22 jaar, toen hij te Leiden met hoog
ste lof promoveerde tot doctor in de
natuurkunde op een zeer belangwek
kend proefschrift over: „De theorie
van de flectie en breking van het
licht"; 24 jaar, wanneer hij aan de
Leidse universiteit benoemd wordt
tot hoogleraar en 49 jaar, wanneer
hem tezamen met professor Zeeman
de Nobelprijs wordt toegekend.
Zijn naam leeft in alle weten
schappelijke kringen ter wereld voort.
Want met een verbluffend gemak
heeft deze geleerde zich in dit in
ternationale milieu bewogen. Zijn ta
lenkennis maakte het hem mogelijk
onmiddellijk over te schakelen van
de ene taal op de andere en daarin
op geestige vvijze te discussiëren
over de moeilijkste onderwerpen. En
niet alleen van de moderne talen
bediende hij zich met een opvallend
gemak, ook van de klassieke. Be
kend is van hem, dat hij terloops de
drukproeven verzorgde van een La
tijnse uitgave van Huygens werken.
WETENSCHAPSMAN.
Wij hebben het in het begin al ge
zegd, de persoon van deze geniale
geleerde laat zich niet in zo kort
bestek beschrijven. Want wij beseffen
het terdege: Nog geen -letter wijd
den wij aan wat zijn levenswerk ge
worden is. Met nog geen woord rep
ten wij ervan, dat vele universitei
ten hem onderscheidden en leerstoe
len aanboden, die hij stuk voor stuk
weigerde, omdat het eigen land hem
boven al lief was.
Laten wij proberen nog iets over
zijn baanbrekend wetenschappelijk
werk te vertellen. Hij heeft zich op
elk gebied der physica bewogen. Hij
doceerde zowel experimentele als
theoretische natuurkunde, werd de
grondlegger der electronentheorie en
heeft door zijn onderzoekingen over
de electro-dynamica, de grondslag
gelegd tot de door Einstein ontwor
pen realiteitstheorie, over welk
onderwerp hij trouwens ook vele
verhandelingen schreef. Van welke
aard die onderzoekingen zijn ge
weest, laat zich duidelijk vaststellen,
wanneer men bedenkt, dat Lorentz
reeds concludeerde, dat de electrici-
teit van atomische structuur is en
de kleinste deeltjes electronen
in een geleider vrij zijn in hun be
wegingen maar in een niet-geleider
aan bepaalde evenwichtsstanden zijn
gebonden. Ter verklaring der aber
ratie van het licht nam Lorentz aan,
dat bij beweging der stoffelijke licha
men door de aether, deze laatste op
zijn plaats blijft, niet wordt meege
nomen dus
Een geniaal mens, die 3 Februari
1928, 75 jaar oud, na een kort ziek
bed overleed, en daarna met meer
eerbetoon dan een staatshoofd veelal
ten deel valt, door vrienden en be
wonderaars naar zijn laatste rust
plaats werd gebracht.
ulturele
Cavalcade
MATTHIAS KLOTZ, (ie eerste der
vermaarde vioolbouwers van Mitten-
wald, werd in 1653 geboren. Hij zal i«
de week van h tot 11 Juli feestelijk
worden herdacht in Mittenwald. Er
zal daarbij een tentoonstelling worden
gehouden van oude in dit dorp ver
vaardigde violen.
DE VILLA Hügél te Essende be
kende bezitting van de familie Krupp,
zal voor het publiek toegankelijk wor
den gestéld. Er zullen kostbare wand
tapijten, schilderijen en beeldhouw
werken uit particulier bezit tentoonge
steld worden.
TE BORDEAUX is op 66-jarige
leeftijd overleden de bekende pianist
Walter Rummél, die zich ook wel Wal
ter Morse Rummél noemde. Hij was
een kleinzoon van de uitvinder van de
telegraafMorseen behoorde tot de
vriendenkring van Debussy.
HET SLOT Nymphenbura te Miin-
chen, dat gedurende de oorlog in een
speciale kleur was geschilderd om het
voor geallieerde vliegers onzichtbaai
te maken, wordt thans gerestaureerd
De gevels krijgen hun oorspronkelijke
wit-grijze klem weer terug.