Koninklijk Paar van bezoek aan Denemarken teruggekeerd Een handboek voor pastorale sociologie verschenen /-.mlcLijke JZeis-jDtupzessi.es (V) ZATERDAG 23 MEI 1953. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT NA EEN HARTELIJK AFSCHEID Koningin toont belangstelling voor Groenland-reis H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard zijn Vrijdagmiddag om half twee na een prachtige tocht met mooi weer nit Denemarken op Soes- terberg aangekomen. Het Koninklijk Paar is direct na de landing naar het paleis Soestilijk vertrokken. Het afscheid van Denemarken was typerend voor de sfeer van het gehele bezoek. Er werd gelachen, er werden hier en daar schouderklopjes uitge deeld en allen liepen ongedwongen rond op het platform van het vlieg veld Kastrup, waar de Koninklijke Dakota, met de standaard er op, stond te wachten. Nadat de koningin de auto had verlaten, die haar met Koning Frederik naar Kastrup had gebracht^ drukte ze de chauffeur, die haar drie dagen gereden had, warm de hand en blij lachend liep ze toe op de prinsen Axel en Knud, die met hun echtgenoten waren gekomen om de gasten uitgeleide te doen. D,e kleine Liesbeth Dyhr uit de ou de Hollandse nederzetting Amager, bood koningin Juliana schuchter een boeketje margrieten aan. „Wat zeg je nu?", vroeg Koningin Ingrid bij haar neerknielend. „Ik wens U goede reis", fluisterde de kleine Liesbeth en Koningin Ingrid vertaalde het voor de Nederlandse vorstin. „Man- ge tak", antwoordde Koningin Julia na en dolgelukkig rende Liesbeth naar haar vader terug. Na een hartelijk afscheid bestegen de gasten de trap van het vliegtuig. Prins Bernhard liep direct door naaf de cockpit, de koningin bleef nog even in de deuropening staan en wuifde. Toen begonnen de motoren te gillen en taxide het vliegtuig, met de Ridderorden kwamen uit jaszakken Er was Donderdag wat on gerustheid over de Deense on derscheiding, Ridder in de Danneborg, die aan de Neder landse pianist Hans Osick was toegekend. De legatie had haar namelijk niet zoals de gewoonte is, van Deense zijde ontvangen om haar aan de pianist uit te rei ken. Toen de Nederlandse gezant, de heer Luden, dit voorzichtig aan de koning mededeelde, zei deze: „Oh, die heb ik in mijn zak". En even later ontving Hans Osick uit handen van de koning zijn ridderorde. Prins Bernhard wilde daarbij niet achter blijven, dook wat later ook in zijn zak en haalde daar de zilveren medaille be horende bij de Orde van Oranje Nassau uit, die hij overhandig de aan de Deense kok, die het voortreffelijke diner op de lega tie had verzorgd! Toen de Arabier Mohammed ibn Müsd al-Chuwdrizmi in de 9de eeuw syn wiskundig leerboek schreef dat de on doorzichtige titel Aldzjebr Walmoe- kabala droegwelke woorden overeen komen met „herstelling" en „tegen overstelling" scheen hij het niet nodig te vinden de betekenis van deze woor den te omschrijven of tc verduidelij ken, hetgeen toch op z'n minst mag worden verwacht van iemand die iets nieuws brengt. Sterker nogde wis kundige bewerkingen, die in het rijk der Kaliefen met dzjébr en walmoe- kabala plachten te worden aangeduid, kivamen in het theoretisch gedeelte van het aldus genaamde boek in het geheel niet voor, en de schrijver nam dus aan dat deze bewerkingen aan de lezer vólkomen bekend waren. Dit dxoingt ons tot de conclusie, dat de auteur van dit algebraboek niet met een nieuwe methode aan de markt kwam, doch zich baseerde op een we tenschap die reeds eeuwen lang in het Oosten bekend was en waaraan hij weliswaar nieuwe bewerkingen had toegevoegd, doch waarin hij geen prin cipiële veranderingen had aange bracht. Door deskundigen die in staat zijn de in de oudheid gevolgde wiskundige methoden te beoordelen hetgeen gruwelijk ingewikkeld is door de ver schillende talstelsels en de gecompli ceerde symbolen welke werden aange wend, gevoegd bij het feit dat de po sitionele betekenis der symbolen wis selde door deze mathematici dusis vastgesteld dat de Babyloniërs reeds vergelijkingen aian de tweede en derde graad wisten op te lossen. Ook de ou de Grieken hebben zich terdege met algebraïsche vergelijkingen bezig ge houden en Diophantos van Alexan dria, die in de derde eeuw n. Chr. leef de, heeft in het bijzonder deze weten schap een krachtige stoot gege ven. Hoofdzakelijk heeft hij zich bezig gehouden met bepaalde en onbepaalde algebraïsche vergelijkingen en een 18- dèlig standaardwerk, waarin de op lossingen van tweedemachtsvergelij kingen voorkomt, legt getuigenis af van zijn vruchtbaar en langdurig le ven (hij werd 81/ jaar). Helaas zijn al leen de eerste 6 boeken van zijn werk bewaard gebleven, voldoende echter om ons de overtuiging te schenken dat de algebra, welke via de Arabieren tot ons is gekomen, voor het grootste deel van Griekse oorsprong is. Zo keuvelend over Arabieren, schiet het ons te binnen, dat de Moren van Spanje en Noord--Afrika in onze ge- dachtengang veelal worden gelijkge steld met de donkere rassen. Maar weet u dat de Moren blanken zijn? H. Pétillon. prins aan het stuur, naar de start baan, om enige ogenblikken later op. te stijgen en de terugreis naar Neder land te aanvaarden. Men mag zonder overdrijving zeggen, dat het koninklijk be zoek aan Denemarken een groot succes is geweest. Toen de De nen na de eerste dag gewend wa ren aan het idee dat de Neder landse koningin en prins hier te gast waren, hebben zij spontaan en zonder enige terughoudend heid hun vreugde er over geuit en naarmate het bezoek vorder de werd de belangstelling steeds groter en verschenen er steeds meer grote en kleine vlaggen in de straten waar het koninklijke bezoek passeerde. Duizenden juichten de koninklijke gasten toe, toen zij Donderdagmiddag het raadhuis bezochten en duizenden stonden Vrijdagochtend in de buurt van het paleis om een laatste groet te brengen aan een vorstenpaar, dat hier in drie dagen een zeer grote po pulariteit heeft verworven. Ter gelegenheid van het bezoek van Koningin Juliana en Prins Bern hard aan Kopenhagen, vond Woens dagmiddag ten huize van Harer Ma- jesteits Gezant te Kopenhagen, Zijne Excellentie G- P. Luden, een officiële ontvangst plaats, waarvoor onze me dewerker Anthony van Kampen en diens echtgenote, alsmede het echt- paar Van der Zee, een uitnodiging hadden ontvangen. Toen Anthony van Kampen aan Hare Majesteit en de Prins werd voorgesteld door de Gezant, deelde deze het Koninklijke echtpaar mede om welke reden onze medewerker zich in Kopenhagen bevond. Met be langstelling namen Koningin en Prins kennis van de Groenlandonder neming en van de opmerking van de Gezant, dat Van Kampen blijkbaar enige afkoeling zoekt na diens gloei- endhete Nieuw-Guinea-avontuur. Bestuur Rijksacademie afgetreden Het bestuur van de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam is in zijn geheel afgetreden. Het be stuur, tevens commissie van toezicht van de academie, is tot dit besluit gekomen naar aanleiding van de be noeming van dr. N. R. A. Vroom, hoofd van de afdeling kunsten van 't departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, tot directeur van de rijksacademie. Het besluit van het bestuur is geenszins beïnvloed door de persoon van de nieuwbenoemde directeur, noch door de aanstelling van de schil der Jan Wiegers als hoogleraar. Het afgetreden bestuur bestaat uit prof. dr. j. q. van Regteren Altena, voor zitter, mr, d'Ailly, secretaris, jhr. D. C. Röell, jhr. Six van Hillegom en mr. B. Kist. Mevr. J. Simon-Kreynen uit Gali- fornië. overhandigde deze week te Kruiningen de eerste van de 1000 kg door haar in Amerika verzamelde kle ding voor rampslachtoffers aan de echtgenote van de Commissaris der Koningin, mevr. S. C. de Casembroot- baronesse van der Feltz, en aan mevr. Polderman, echtgenote van de wnd. burgemeester van Kruiningen. Generaal Aler zal 1 Nov. functie neerleggen Naar het A.N.P. verneemt ligt het in de verwachting, dat de luitenant- generaalvlieger j. A. Aler per 1 No vember a.s. zijn functie van chef luchtmachtstaf zal neerleggen. Reeds vorig jaar was zijn dienst tijd verstreken, doch op verzoek van de minister van oorlog verklaarde hij zich bereid aan te blijven. Welke functies luitenant-generaal-vlieger Aler na genoemde datum zal vervul len is nog niet bekend. Wel staat vast, dat hij zich ter beschikking houdt. Zijn opvolger wordt generaal- majoor A. Baretta. Lang voordat de oude Romeinen het noodzakelijk achtten naar het barre Noorden te trekken, sloegen zij hun tenten op i;i Italië zelf en zy droegen er zorg voor, daar steeds de mooiste oorden voor hun vestiging uit te kiezen, met de weelderigste na tuur en het mildste klimaat. Moeilijk kunnen zij ergens een ge- zegender oord hebben gevonden, dan de oevers van het grootste en beroemdste meer van Italië, het Gar dameer. Sirmione, De- senzano, Solo, Gar done, Toscolano, Maderno, Gargnano, Val- vestino, Tignale, TremosineLimone heten de stadjes en dorpen aan deze oevers en zonder uitzondering zijn zij van Romeinse oorsprong. Langs de oevers groeien de sinaasappel- en citroenbomen, de ceders en de palmen, de cypressen, de wijn en de olijven, tegen de berghellingen de agaven en op de bergtoppen rondom het meer glinstert de sneeuw.... Tot op een diepte van vijftien me ter kan men in het kristalheldere water karpersforellen, sar dines, snoeken en andere vissen zien zwemmen. Mist is er onbe kend, zelden waait het er, sedert 1709 is het Gardameer niet met ijs bedekt geweest1. En daar zwerft men dan, zo uit Zeeland overgepoot, door dit aards paradijs. Men ziet in Sirmione de machtige ruïnes van Romeinse baden en dwaalt dan af naar Moniga. Wij hadden ons geen enkele voorstelling gemaakt van Moniga. Alleen had een zinnetje in een reclamefolder de welluidende naam in ons ge heugen gepriemd en hoewel ons bekend was, dat reclamefol ders van Verenigingen voor Vreemdelingen Verkeer nimmer de waarheid spreken, waren wij op zoek gegaan naar Moniga. Het bleef lang onvindbaar: waar Moniga moest liggen, lag Cöorp een kasieelruïnej^ slechts een enorme middeleeuwse kasteelruïne. En om ruïnes te zien, ach, daarvoor behoeft men immers niet naar Italië te gatMi.... Reeds wilden wij het zoeken opgeven, toen we besloten de ruïne zelf dan toch maar even te bekijken. En zie: binnen de muren van deze ruïne hadden zich de mensen gevestigd, de ge hele ruimte binnen de meterdikke vestingmuur was volge bouwd met kleine huisjes, onberispelijk in smalle straatjes ge ordend, Er scharrelden wat kippen rond en een paard, een paar varkens en twee koeien. De huisjes zagen er vervallen uit en de mensen schenen arm, zoals zij arm zijn in alle Italiaanse dor pen. En intussen woonden zij dan toch maar waar eenmaal de Romeinen hun eerste vestingen opwierpen en waar later het middeleeuwse kasteel gebouwd werd, waarvan de vmren alleen overeind gebleven zijn. Men zou willen weten, wat zich hier afgespeeld heeftbinnen deze muren, in vette jaren en in magere, aan lief en leed. Maar geen kroniekschrijver heeft het de moeite waard geacht het vast te leggen voor het nageslacht. Een koeltje, dat men nauwelijks wind kan noemen, ruist over Moniga, maar wat het fluistert kan niemand verstaan. En ook het blauwe water van het Gardameer, waarin Moniga zich spiegelt, ontsluiert geen enkel geheim. In dat water drij ven de bootjes van dë luie Monigcmen, die wat wijn verbouwen en wat landbouw bedrijven en die uit het water de vis naar de oppervlakte brengen. Dat alles schijnt weinig opwekkend. Maar hebben m wezen de Moniga-nen geen gelijk Waarom zou men zich druk maken, als men ook zonder dat genoeg te eten heeft, als iedere dag de zon schijnt en rondom het landschap en het water de mildheid en de schoonheid hebben van een paradijs De toeristen hebben het Gardameer ontdekt. Zij hebben casi no's noodzakelijk gemaakt en gólfli/nks en de eeuwenoude ker ken zijn bezienswaardigheden geworden, In Moniga trekt men zich daar niets van aan. Men heeft zich van de wereld terugge trokken. Men veroorlooft zich de weelde lui te zijn, niet meer te doen dan nodig is om in leven te blijven. Ook in ruïnes kan men gelukkig zijn. Waarom dan niet Kankercentrum Nijmegen gesticht In de aula van de R.K. universi teit te Nijmegen is Vrijdag ten over slaan van notaris F. H. G. J. Wolters de stichtingsacte van het universi tair kankercentrum Nijmegen gepas seerd. Voor de centrale commissie van de kankerbestrijding was dit tevens het naderend einde van haar actie. Dinsdag a.s. wordt in Amsterdam het vijfde kankercentrum opgericht, waarmee tegelijkertijd een overkoe peling over het gehele land kan wor den bereikt met de centra Groningen. Utrecht, Nijmegen, Amsterdam en Leiden. De centrale commissie heeft hierbij haar taak vervuld en acht zich ontslag en van verdere actie. STEMMEN UIT DE KERKEN. Aan Zeeland werd grote aandacht besteed Hoe komt- het dat in ons land de ene provincie zulk een heel ander ka rakter draagt dan de andere? Hoe komt het dat liet gedachtenleven van de bevolking zo verschillend kan zijn? Hoe komt het dat in het ene deel van ons land de bevolking kerkelijk een homogeen karakter vertoont, terwijl in een ander deel een steeds verder gaande splitsing openbaar wordt? Hoe komt het dat de ene streek kerkelijk meelevend is en de an dere helemaal niet? Deze vragen, die nog met vele te vermeerderen zijn, kunnen we ook stellen van verschillende delen van één provincie. Deze kunnen een ge heel ander karakter dragen en kerkelijk kunnen de verhoudingen er ge heel anders zijn. In eigen provincie kennen we heel goed het verschil dat er is tussen Walcheren \n Zeeuwsch Vlaanderen; tussen Zuid Beve land en Tholen. Deze verschillen hebben soms heel verre achtergronden. Om iets te verstaan van een bepaald karakter, een bepaalde geaardheid van een eiland of streek, moeten we soms ver in de geschiedenis terug gaan. Soms ook moeten we niet zien naar het verre, maar meer naar het nabije verleden en letten op bepaalde sociale verhoudingen of struc tuur-veranderingen. De wetenschap, die zich met al deze dingen bezig houdt is de sociolo gie. Het is een wetenschap die in deze eeuw is opgekomen en zich nog al ontwikkeld heeft. De Ned. Herv. Kerk heeft een eigen sociologisch instituut. Dit is natuurlijk vooral gericht op de kerkelijke verhoudingen, al knnnen andere aspecten niet verwaarloosd worden. Wanneer men daar komt, kan men er allerlei soorten kaarten van ons land vinden, ge tekend in veschillende kleur, waarmee zo nauwkeurig mogelijk zijn aan gegeven de kerkelijke verhoudingen. Met één oogopslag kan men zien hoe ze liggen. Vanuit dit- sociologisch instituut worden allerlei wetenschappelijke studies gepubliceerd op dit terrein. Enige jaren geleden hebben we hier eens gewezen op de studies over West Z.-Vlaanderen en Retranche- ment. Nu is er verschenen het eerste deel van een handboek over pastora le sociologie, onder redactie van prof. dr. W. Banning, de directeur van het sociologisch instituut der N. H. Kerk. De kaart van ons land heeft men daar in 47 stukjes geknipt en elk van die deeltjes is ter bewerking gegeven aan één of meerdere perso nen tegelijk. In het eerste, nu ver schenen deel, dat ruim 300 bladz. groot is, wordt de helft van de ruimte ingenomen door Zeeland. Behalve onze provincie vinden we hier stu dies over de Zuid-Hollandse eilan den, Noord Brabant en Limburg. Wat is nu de bedoeling van deze pastorale sociologie? In het voor woord geeft Prof. Bannink daarvan rekenschap. „Wij willen voor het ge hele gebied van Nederland bijeen brengen en ordenen het materiaal dat de positie, het leven en werken der Kerk (speciaal de N.H. Kerk) te midden van ons volk duidelijk maakt." „Het is anders op sinds eeuwen betrekkelijk afgesloten ei landen dan in een moderne industrie- streeklanden op de zware Gi'oning- se klei dan in Twente en de Graaf schap, anders in de steden dan op het platteland, anders in een over wegend Protestants gebied dan in Brabant en Limburg." Dit „anders zijn" wordt in dit boek, dat een eer ste poging is op dit terrein, be schreven. Dat is gedaan, opdat zij, die in een andere streek hun werk kring hebben, op gemakkelijke wijze een samenvattende indruk kunnen krijgen van het volksleven in de streek waarheen zij gaan. Het is ook geschreven voor hen die ergens wo nen, opdat zij hun eigen landje beter zouden leren kennen. In dit boek is het algemeen karakter dan toege spitst op de functie van de Kerk in het geheel van het maatschappelijk leven. Zo wil dit boek ons beschrij ven en pogen te verklaren de ziel van ons volk. GESCHIEDENIS. Bij de verklaring komt men dan onherroepelijk terecht bij een stuk geschiedenis. Deze heeft invloed tot op de dag van vandaag. De Hervor ming is op Walcheren het meest ra dicaal geweest. Dr. Meertens. die sa men met H. d'Olivat dit eiland voor zijn rekening heeft genomen, herin nert aan het feit dat duizenden Vla mingen en Brabanders, die na de val van Antwerpen hierheen zijn ge trokken, de invloed van het Calvinis me hebben versterkt, evenals de vele honderden boeren uit Frans Vlaan deren en uit de omstreken van Bou logne, van wie 't grote aantal Fran se familienamen op Walcheren nog afkomstig is. Maar, buiten deze in- Extra treinen met Pinksteren De Nederlandse Spoorwegen ver wachten dat Dinsdagochtend 26 Mei in de eerste uren na 7 uur niet in alle treinen van de normale dienst regeling voldoende plaats zal zijn. In die uren moeten namelijk ruim 50.000 militairen per trein naar hun garni zoenen worden teruggevoerd. Voor dit omvangrijke vervoer is materieel nodig, dat de spoorwegen anders had den kunnen gebruiken voor het in die ochtenduren eveneens omvangrijke burgervervoer. Buiten deze uren zul len op Dinsdag 26 Mei en ook reeds Zaterdag 23 en Maandag 25 Mei (tweede Pinksterdag) ten behoeve van het burgervervoer extra treinen rijden op verscheidene lijnen. Voorts zijn aan de zomerdienstregeling 1953 behalve de in de reisgids vermelde treinen, voortaan op bepaalde dagen enkele voortreinen toegevoegd. De Bermuda-conferentie Verwacht wordt dat premier Chur chill, president Eisenhower en de mi nister-president van Frankrijk hun besprekingen volgende maand aan boord van een Amerikaans oorlogs schip zullen houden, dat binnen ge zichtsafstand van de Amerikaanse marinebasis op de Bermuda-eilanden zal komen te liggen. vloed lagen hier toch reeds reforma torische mogelijkheden, meer dan in andere delen van Zeeland. Dr. Meer tens drukt zich daarover aldus uit. „Als volk van vissers en zeevaar ders waren zij voorbestemd voor een vrijheidszin, die in menige periode der geschiedenis aan het licht is ge komenMaar tegelijk maakte nun vertrouwdheid met de wisselvallig heid en de onberekenbaarheid van de zee hen ontvankelijk voor het leer stuk der praedestinatie, dat hier dan ook van ouds gerede ingang vond." Na een stuk geschiedenis, bij elk van de delen, waarin Zeeland hier verdeeld is, en dat bij de een ai iets langer en belangwekkender is uitge vallen dan bij de ander, volgt een hoofdstuk over de economische en sociale verhoudingen, over de politie ke en kerkelijke verhoudingen. Een korte karakteristiek wordt gegeven van elke gemeente, waarna een reeks tabellen komt, waarin men met een enkele blik kan zien hoe er in de maatschappelijke en kerkelijke verhoudingen langzamerhand veran deringen zijn gekomen en zich nog bezig zijn te voltrekken. Wie dit boek leest en hart heeft voor de Kerk, wordt toch wel onrus tig gemaakt. Hebben we niet te veel de indruk dat hier in Zeeland alles vanzelfsprekend voort gaat, en bij het oude blijft? „De Kerk als geheel leeft nog in een zondige onbewust heid omtrent de maatschappelijke krachten, die haar uithollen en ter zijde schuiven." „Wij hopen het onze bij te dragen om de zondige onbe wustheid in heilige onrast te doen verkeren." Wij hopen dit van harte met Prof. Bannink. h. Het Wereldgebeuren Samen uit Een ttfd lang is Locarno in de mo de geweest als conferentieoord voor vrede-stichters. Men ging daar heen in het drukke jaargetij demaakte het mondaine leven mee. nam een zonnebad en wandelde op een promenadevervolgens at men goed en dronk een glas voortref felijke wijn. Daarna sloeg men dan aan het ver zoenen en het vrede-stichten. In dat schone Locarno aan het straïend-blauwe Maggiore-meer heb ben eerste ministers van grote Euro pese staten heerlijke weken beleefd, maar de tragiek wilde, dat al hun vredesstichterij tenslotte uitliep op de afgrijselijke oorlog van 1939. Vandaag zijn we weer zover, dat na een oorlog de vrede niet wil opbloeien en dus moet er over de vrede gecon fereerd en moet hij kunstmatig „ge sticht" worden. Maar nu moet er anders, degelijker gewerkt worden en dus vermijdt men de luchthartigheden van Locarno. Men heeft zich te Washington her innert. dat de Spanjaard Juan Ber mudas tegen het einde van de zes tiende eeuw de 360 Bermuda-eilanden ontdekte, die als paarlen liggen in de Atlantische Oceaan voor de Zuid kust van Noord-Amerika. Deze eilan den vormen een soort luxe-oord voor rijke Amerikanen, die daar met hun jachten ronddrijven, liggen te zonnen, of de enorme vissen vangen, waarvan Nederlandse hengelaars alleen maar dromen Naar dit oord van zon en zee heeft nu Eisenhower de eerste minis ter van Engeland en de eerste minis ter van Frankrijk uitgenodigd in de komende Junimaand. Die eerste minister van Engeland zal Churchill wel zijn, maar vermoe delijk is de eerste minister van Frankrijk niet René Mayer, want hij bood eergisteren juist zijn ontslag aan. Ernstige moeilijkheden levert dat aftreden van Mayer gelukkig niet op, want Frankrijk heeft zo'n grote scha re van lieden, die al eens minister president of minister zijn geweest, dat het vrij eenvoudig moet zrjn een andere premier te vinden. Deze nieu we premier krijgt dan de waarschu wing mee, dat de.'Franse Nationale Vergadering niet bereid was aan de heer Mayer bijzondere rechten toe te staan, welke hem zouden veroorlo ven in een tijdvak van vier jaar de uitgaven voor de openbare diensten in Frankrijk t.e brengen op een niveau, dat vergelijkbaar was mot de uitga ven van 1938 Men wil nu eenmaal deze schriele zuinigheid niet in la douce France Dan neemt men liever een paar fikse leninkjes op. De nieuwe premier van Frankrijk dan, zal, ondanks de financiële nood van zijn land naar de Ber muda-eilanden moeten. Indien de ge ruchten waar zijn. zullen Churchill, Eisenhower en de Franse premier zich daar inschepen op een Ameri kaanse oorlogsbodemen dan zal er gepraat wordenzonder de aar dige toiletjes van Locarnozon der zonnebadzonder wandelinge tjes langs een bergmeerzonder hotels met goede strijkjes en niet minder goéde diners. Op dat grauwe oorlogsschip zal men het hoofdprobleem van deze drie lan den moeten aansnijden en dat is niet de houding tegenover Rusland en niet de kwestie van Rood China of de strijd in Korea en helemaal niet het vredesverdrag met Oostenrijk of de toekomst van West Duitsland Dat hoofdprobleem is het buitenland se politiek program van de Verenigde Staten. Men weet in Frankrijk en in En geland niet wat Amerika wil en waarop het aanstuurt Men heeft zelfs de indruk dat de Ameri kanen een zekere stelselloosheid pre fereren en in die stelselloosheid een grote mate van „particulier initia tief" willen ontplooien. Maar die stel selloosheid gaat de Engelsen en de Fransen te ver. Zelf weten ze vrij goed wat ze willen. Daarom hebben ze het recht dat zelfde te verlangen van de Verenigde Staten. Eisenhower zal met duidelijke richt lijnen moeten komen. Dat is een eis van levensbehoud voor de landen, die met de Amerikanen samenwerken en dus voor de gehele wereld! Knoeierijen bij Volkshuisvesting Arie van Nierop stelt vragen in raad van Hilversum De heer Arie van Nierop heeft als leider van de raadsfractie van de P.v.cLA., het college van B. en W. te Hilversum wagen gesteld naar aanleiding van uitlatingen, gedaan door de president van het Amster damse gerechtshof op Vrijdag 15 Mei. tijdens de behandeling van een strafzaak tegen een Hilversumse makelaar. Bg die gelegenheid heeft de presi dent zich gekeerd tegen het feit, dat ambtenaren van volkshuisvesting in Hilversum vergunningen verstrek ken aan makelaars, waardoor cor ruptie in de hand gewerkt zou kun nen worden. Voorts heeft de presi dent ter zitting medegedeeld, dat in het dossier nog andere zaken ter be schikking van het Hof staan, waaruit „eigenaardige gewoonten" van de huisvestingsambtenaren blij ken. De heer Van Nierop vraagt thans aan B. en W. of het college kennis genomen heeft van deze uitlatingen, of het voorts bereid is zich tot het Hof te wenden om nadere inlichtin gen hierover en of B. en W. de raad volledig willen inlichten. Voorts waagt hij of het college be reid is te bevorderen, dat geen ver gunningen meer aan makelaars worden uitgereikt. Indien na onder zoek geen aanleiding bestaat tot in grijpen, dan wenst de heer Van Nierop tenslotte, dat het college van B. en W. de betrokken ambtenaren ten volle rehabiliteert.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 5