Koninklijk Paar van bezoek
aan Denemarken teruggekeerd
Een handboek voor pastorale
sociologie verschenen
/-.mlcLijke JZeis-jDtupzessi.es (V)
ZATERDAG 23 MEI 1953.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
NA EEN HARTELIJK AFSCHEID
Koningin toont belangstelling
voor Groenland-reis
H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard zijn Vrijdagmiddag om
half twee na een prachtige tocht met mooi weer nit Denemarken op Soes-
terberg aangekomen. Het Koninklijk Paar is direct na de landing naar het
paleis Soestilijk vertrokken.
Het afscheid van Denemarken was
typerend voor de sfeer van het gehele
bezoek. Er werd gelachen, er werden
hier en daar schouderklopjes uitge
deeld en allen liepen ongedwongen
rond op het platform van het vlieg
veld Kastrup, waar de Koninklijke
Dakota, met de standaard er op,
stond te wachten. Nadat de koningin
de auto had verlaten, die haar met
Koning Frederik naar Kastrup had
gebracht^ drukte ze de chauffeur, die
haar drie dagen gereden had, warm
de hand en blij lachend liep ze toe op
de prinsen Axel en Knud, die met hun
echtgenoten waren gekomen om de
gasten uitgeleide te doen.
D,e kleine Liesbeth Dyhr uit de ou
de Hollandse nederzetting Amager,
bood koningin Juliana schuchter een
boeketje margrieten aan. „Wat zeg
je nu?", vroeg Koningin Ingrid bij
haar neerknielend. „Ik wens U goede
reis", fluisterde de kleine Liesbeth
en Koningin Ingrid vertaalde het
voor de Nederlandse vorstin. „Man-
ge tak", antwoordde Koningin Julia
na en dolgelukkig rende Liesbeth
naar haar vader terug.
Na een hartelijk afscheid bestegen
de gasten de trap van het vliegtuig.
Prins Bernhard liep direct door naaf
de cockpit, de koningin bleef nog
even in de deuropening staan en
wuifde. Toen begonnen de motoren te
gillen en taxide het vliegtuig, met de
Ridderorden kwamen
uit jaszakken
Er was Donderdag wat on
gerustheid over de Deense on
derscheiding, Ridder in de
Danneborg, die aan de Neder
landse pianist Hans Osick was
toegekend.
De legatie had haar namelijk
niet zoals de gewoonte is, van
Deense zijde ontvangen om
haar aan de pianist uit te rei
ken.
Toen de Nederlandse gezant,
de heer Luden, dit voorzichtig
aan de koning mededeelde, zei
deze: „Oh, die heb ik in mijn
zak". En even later ontving
Hans Osick uit handen van de
koning zijn ridderorde.
Prins Bernhard wilde daarbij
niet achter blijven, dook wat
later ook in zijn zak en haalde
daar de zilveren medaille be
horende bij de Orde van Oranje
Nassau uit, die hij overhandig
de aan de Deense kok, die het
voortreffelijke diner op de lega
tie had verzorgd!
Toen de Arabier Mohammed ibn Müsd
al-Chuwdrizmi in de 9de eeuw syn
wiskundig leerboek schreef dat de on
doorzichtige titel Aldzjebr Walmoe-
kabala droegwelke woorden overeen
komen met „herstelling" en „tegen
overstelling" scheen hij het niet nodig
te vinden de betekenis van deze woor
den te omschrijven of tc verduidelij
ken, hetgeen toch op z'n minst mag
worden verwacht van iemand die iets
nieuws brengt. Sterker nogde wis
kundige bewerkingen, die in het rijk
der Kaliefen met dzjébr en walmoe-
kabala plachten te worden aangeduid,
kivamen in het theoretisch gedeelte
van het aldus genaamde boek in het
geheel niet voor, en de schrijver nam
dus aan dat deze bewerkingen aan de
lezer vólkomen bekend waren. Dit
dxoingt ons tot de conclusie, dat de
auteur van dit algebraboek niet met
een nieuwe methode aan de markt
kwam, doch zich baseerde op een we
tenschap die reeds eeuwen lang in het
Oosten bekend was en waaraan hij
weliswaar nieuwe bewerkingen had
toegevoegd, doch waarin hij geen prin
cipiële veranderingen had aange
bracht.
Door deskundigen die in staat zijn
de in de oudheid gevolgde wiskundige
methoden te beoordelen hetgeen
gruwelijk ingewikkeld is door de ver
schillende talstelsels en de gecompli
ceerde symbolen welke werden aange
wend, gevoegd bij het feit dat de po
sitionele betekenis der symbolen wis
selde door deze mathematici dusis
vastgesteld dat de Babyloniërs reeds
vergelijkingen aian de tweede en derde
graad wisten op te lossen. Ook de ou
de Grieken hebben zich terdege met
algebraïsche vergelijkingen bezig ge
houden en Diophantos van Alexan
dria, die in de derde eeuw n. Chr. leef
de, heeft in het bijzonder deze weten
schap een krachtige stoot gege
ven. Hoofdzakelijk heeft hij zich bezig
gehouden met bepaalde en onbepaalde
algebraïsche vergelijkingen en een 18-
dèlig standaardwerk, waarin de op
lossingen van tweedemachtsvergelij
kingen voorkomt, legt getuigenis af
van zijn vruchtbaar en langdurig le
ven (hij werd 81/ jaar). Helaas zijn al
leen de eerste 6 boeken van zijn werk
bewaard gebleven, voldoende echter
om ons de overtuiging te schenken dat
de algebra, welke via de Arabieren tot
ons is gekomen, voor het grootste deel
van Griekse oorsprong is.
Zo keuvelend over Arabieren, schiet
het ons te binnen, dat de Moren van
Spanje en Noord--Afrika in onze ge-
dachtengang veelal worden gelijkge
steld met de donkere rassen. Maar
weet u dat de Moren blanken zijn?
H. Pétillon.
prins aan het stuur, naar de start
baan, om enige ogenblikken later op.
te stijgen en de terugreis naar Neder
land te aanvaarden.
Men mag zonder overdrijving
zeggen, dat het koninklijk be
zoek aan Denemarken een groot
succes is geweest. Toen de De
nen na de eerste dag gewend wa
ren aan het idee dat de Neder
landse koningin en prins hier te
gast waren, hebben zij spontaan
en zonder enige terughoudend
heid hun vreugde er over geuit
en naarmate het bezoek vorder
de werd de belangstelling steeds
groter en verschenen er steeds
meer grote en kleine vlaggen in
de straten waar het koninklijke
bezoek passeerde.
Duizenden juichten de koninklijke
gasten toe, toen zij Donderdagmiddag
het raadhuis bezochten en duizenden
stonden Vrijdagochtend in de buurt
van het paleis om een laatste groet te
brengen aan een vorstenpaar, dat
hier in drie dagen een zeer grote po
pulariteit heeft verworven.
Ter gelegenheid van het bezoek
van Koningin Juliana en Prins Bern
hard aan Kopenhagen, vond Woens
dagmiddag ten huize van Harer Ma-
jesteits Gezant te Kopenhagen, Zijne
Excellentie G- P. Luden, een officiële
ontvangst plaats, waarvoor onze me
dewerker Anthony van Kampen en
diens echtgenote, alsmede het echt-
paar Van der Zee, een uitnodiging
hadden ontvangen.
Toen Anthony van Kampen aan
Hare Majesteit en de Prins werd
voorgesteld door de Gezant, deelde
deze het Koninklijke echtpaar mede
om welke reden onze medewerker
zich in Kopenhagen bevond. Met be
langstelling namen Koningin en
Prins kennis van de Groenlandonder
neming en van de opmerking van de
Gezant, dat Van Kampen blijkbaar
enige afkoeling zoekt na diens gloei-
endhete Nieuw-Guinea-avontuur.
Bestuur Rijksacademie
afgetreden
Het bestuur van de Rijksacademie
van beeldende kunsten te Amsterdam
is in zijn geheel afgetreden. Het be
stuur, tevens commissie van toezicht
van de academie, is tot dit besluit
gekomen naar aanleiding van de be
noeming van dr. N. R. A. Vroom,
hoofd van de afdeling kunsten van 't
departement van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, tot directeur van
de rijksacademie.
Het besluit van het bestuur is
geenszins beïnvloed door de persoon
van de nieuwbenoemde directeur,
noch door de aanstelling van de schil
der Jan Wiegers als hoogleraar. Het
afgetreden bestuur bestaat uit prof.
dr. j. q. van Regteren Altena, voor
zitter, mr, d'Ailly, secretaris, jhr. D.
C. Röell, jhr. Six van Hillegom en
mr. B. Kist.
Mevr. J. Simon-Kreynen uit Gali-
fornië. overhandigde deze week te
Kruiningen de eerste van de 1000 kg
door haar in Amerika verzamelde kle
ding voor rampslachtoffers aan de
echtgenote van de Commissaris der
Koningin, mevr. S. C. de Casembroot-
baronesse van der Feltz, en aan mevr.
Polderman, echtgenote van de wnd.
burgemeester van Kruiningen.
Generaal Aler zal 1 Nov.
functie neerleggen
Naar het A.N.P. verneemt ligt het
in de verwachting, dat de luitenant-
generaalvlieger j. A. Aler per 1 No
vember a.s. zijn functie van chef
luchtmachtstaf zal neerleggen.
Reeds vorig jaar was zijn dienst
tijd verstreken, doch op verzoek van
de minister van oorlog verklaarde hij
zich bereid aan te blijven. Welke
functies luitenant-generaal-vlieger
Aler na genoemde datum zal vervul
len is nog niet bekend. Wel staat
vast, dat hij zich ter beschikking
houdt. Zijn opvolger wordt generaal-
majoor A. Baretta.
Lang voordat de oude Romeinen het noodzakelijk achtten
naar het barre Noorden te trekken, sloegen zij hun tenten op i;i
Italië zelf en zy droegen er zorg voor, daar steeds de mooiste
oorden voor hun vestiging uit te kiezen, met de weelderigste na
tuur en het mildste klimaat. Moeilijk kunnen zij ergens een ge-
zegender oord hebben gevonden, dan de oevers van het grootste
en beroemdste meer van Italië, het Gar dameer. Sirmione, De-
senzano, Solo, Gar done, Toscolano, Maderno, Gargnano, Val-
vestino, Tignale, TremosineLimone heten de stadjes en dorpen
aan deze oevers en zonder uitzondering zijn zij van Romeinse
oorsprong.
Langs de oevers groeien de sinaasappel- en citroenbomen, de
ceders en de palmen, de cypressen, de wijn en de olijven, tegen
de berghellingen de agaven en op de bergtoppen rondom het
meer glinstert de sneeuw.... Tot op een diepte van vijftien me
ter kan men in het kristalheldere water karpersforellen, sar
dines, snoeken en andere vissen zien zwemmen. Mist is er onbe
kend, zelden waait het er, sedert 1709 is het Gardameer niet met
ijs bedekt geweest1.
En daar zwerft men dan, zo uit Zeeland overgepoot, door dit
aards paradijs. Men ziet in Sirmione de machtige ruïnes van
Romeinse baden en dwaalt dan af naar Moniga. Wij hadden ons
geen enkele voorstelling gemaakt van Moniga. Alleen had een
zinnetje in een reclamefolder de welluidende naam in ons ge
heugen gepriemd en hoewel ons bekend was, dat reclamefol
ders van Verenigingen voor Vreemdelingen Verkeer nimmer
de waarheid spreken, waren wij op zoek gegaan naar Moniga.
Het bleef lang onvindbaar: waar Moniga moest liggen, lag
Cöorp
een kasieelruïnej^
slechts een enorme middeleeuwse kasteelruïne. En om ruïnes
te zien, ach, daarvoor behoeft men immers niet naar Italië te
gatMi....
Reeds wilden wij het zoeken opgeven, toen we besloten de
ruïne zelf dan toch maar even te bekijken. En zie: binnen de
muren van deze ruïne hadden zich de mensen gevestigd, de ge
hele ruimte binnen de meterdikke vestingmuur was volge
bouwd met kleine huisjes, onberispelijk in smalle straatjes ge
ordend, Er scharrelden wat kippen rond en een paard, een paar
varkens en twee koeien. De huisjes zagen er vervallen uit en de
mensen schenen arm, zoals zij arm zijn in alle Italiaanse dor
pen. En intussen woonden zij dan toch maar waar eenmaal de
Romeinen hun eerste vestingen opwierpen en waar later het
middeleeuwse kasteel gebouwd werd, waarvan de vmren alleen
overeind gebleven zijn.
Men zou willen weten, wat zich hier afgespeeld heeftbinnen
deze muren, in vette jaren en in magere, aan lief en leed. Maar
geen kroniekschrijver heeft het de moeite waard geacht het vast
te leggen voor het nageslacht. Een koeltje, dat men nauwelijks
wind kan noemen, ruist over Moniga, maar wat het fluistert
kan niemand verstaan.
En ook het blauwe water van het Gardameer, waarin Moniga
zich spiegelt, ontsluiert geen enkel geheim. In dat water drij
ven de bootjes van dë luie Monigcmen, die wat wijn verbouwen
en wat landbouw bedrijven en die uit het water de vis naar de
oppervlakte brengen.
Dat alles schijnt weinig opwekkend. Maar hebben m wezen
de Moniga-nen geen gelijk Waarom zou men zich druk maken,
als men ook zonder dat genoeg te eten heeft, als iedere dag de
zon schijnt en rondom het landschap en het water de mildheid
en de schoonheid hebben van een paradijs
De toeristen hebben het Gardameer ontdekt. Zij hebben casi
no's noodzakelijk gemaakt en gólfli/nks en de eeuwenoude ker
ken zijn bezienswaardigheden geworden, In Moniga trekt men
zich daar niets van aan. Men heeft zich van de wereld terugge
trokken. Men veroorlooft zich de weelde lui te zijn, niet meer te
doen dan nodig is om in leven te blijven.
Ook in ruïnes kan men gelukkig zijn. Waarom dan niet
Kankercentrum Nijmegen
gesticht
In de aula van de R.K. universi
teit te Nijmegen is Vrijdag ten over
slaan van notaris F. H. G. J. Wolters
de stichtingsacte van het universi
tair kankercentrum Nijmegen gepas
seerd.
Voor de centrale commissie van de
kankerbestrijding was dit tevens het
naderend einde van haar actie.
Dinsdag a.s. wordt in Amsterdam
het vijfde kankercentrum opgericht,
waarmee tegelijkertijd een overkoe
peling over het gehele land kan wor
den bereikt met de centra Groningen.
Utrecht, Nijmegen, Amsterdam en
Leiden. De centrale commissie heeft
hierbij haar taak vervuld en acht zich
ontslag en van verdere actie.
STEMMEN UIT DE KERKEN.
Aan Zeeland werd grote aandacht
besteed
Hoe komt- het dat in ons land de ene provincie zulk een heel ander ka
rakter draagt dan de andere? Hoe komt het dat liet gedachtenleven van
de bevolking zo verschillend kan zijn? Hoe komt het dat in het ene deel
van ons land de bevolking kerkelijk een homogeen karakter vertoont,
terwijl in een ander deel een steeds verder gaande splitsing openbaar
wordt? Hoe komt het dat de ene streek kerkelijk meelevend is en de an
dere helemaal niet?
Deze vragen, die nog met vele te vermeerderen zijn, kunnen we ook
stellen van verschillende delen van één provincie. Deze kunnen een ge
heel ander karakter dragen en kerkelijk kunnen de verhoudingen er ge
heel anders zijn. In eigen provincie kennen we heel goed het verschil
dat er is tussen Walcheren \n Zeeuwsch Vlaanderen; tussen Zuid Beve
land en Tholen. Deze verschillen hebben soms heel verre achtergronden.
Om iets te verstaan van een bepaald karakter, een bepaalde geaardheid
van een eiland of streek, moeten we soms ver in de geschiedenis terug
gaan. Soms ook moeten we niet zien naar het verre, maar meer naar
het nabije verleden en letten op bepaalde sociale verhoudingen of struc
tuur-veranderingen.
De wetenschap, die zich met al deze dingen bezig houdt is de sociolo
gie. Het is een wetenschap die in deze eeuw is opgekomen en zich nog
al ontwikkeld heeft. De Ned. Herv. Kerk heeft een eigen sociologisch
instituut. Dit is natuurlijk vooral gericht op de kerkelijke verhoudingen,
al knnnen andere aspecten niet verwaarloosd worden. Wanneer men
daar komt, kan men er allerlei soorten kaarten van ons land vinden, ge
tekend in veschillende kleur, waarmee zo nauwkeurig mogelijk zijn aan
gegeven de kerkelijke verhoudingen. Met één oogopslag kan men zien
hoe ze liggen.
Vanuit dit- sociologisch instituut
worden allerlei wetenschappelijke
studies gepubliceerd op dit terrein.
Enige jaren geleden hebben we hier
eens gewezen op de studies over
West Z.-Vlaanderen en Retranche-
ment. Nu is er verschenen het eerste
deel van een handboek over pastora
le sociologie, onder redactie van prof.
dr. W. Banning, de directeur van
het sociologisch instituut der N. H.
Kerk. De kaart van ons land heeft
men daar in 47 stukjes geknipt en
elk van die deeltjes is ter bewerking
gegeven aan één of meerdere perso
nen tegelijk. In het eerste, nu ver
schenen deel, dat ruim 300 bladz.
groot is, wordt de helft van de ruimte
ingenomen door Zeeland. Behalve
onze provincie vinden we hier stu
dies over de Zuid-Hollandse eilan
den, Noord Brabant en Limburg.
Wat is nu de bedoeling van deze
pastorale sociologie? In het voor
woord geeft Prof. Bannink daarvan
rekenschap. „Wij willen voor het ge
hele gebied van Nederland bijeen
brengen en ordenen het materiaal
dat de positie, het leven en werken
der Kerk (speciaal de N.H. Kerk)
te midden van ons volk duidelijk
maakt." „Het is anders op sinds
eeuwen betrekkelijk afgesloten ei
landen dan in een moderne industrie-
streeklanden op de zware Gi'oning-
se klei dan in Twente en de Graaf
schap, anders in de steden dan op
het platteland, anders in een over
wegend Protestants gebied dan in
Brabant en Limburg." Dit „anders
zijn" wordt in dit boek, dat een eer
ste poging is op dit terrein, be
schreven. Dat is gedaan, opdat zij,
die in een andere streek hun werk
kring hebben, op gemakkelijke wijze
een samenvattende indruk kunnen
krijgen van het volksleven in de
streek waarheen zij gaan. Het is ook
geschreven voor hen die ergens wo
nen, opdat zij hun eigen landje beter
zouden leren kennen. In dit boek is
het algemeen karakter dan toege
spitst op de functie van de Kerk in
het geheel van het maatschappelijk
leven. Zo wil dit boek ons beschrij
ven en pogen te verklaren de ziel van
ons volk.
GESCHIEDENIS.
Bij de verklaring komt men dan
onherroepelijk terecht bij een stuk
geschiedenis. Deze heeft invloed tot
op de dag van vandaag. De Hervor
ming is op Walcheren het meest ra
dicaal geweest. Dr. Meertens. die sa
men met H. d'Olivat dit eiland voor
zijn rekening heeft genomen, herin
nert aan het feit dat duizenden Vla
mingen en Brabanders, die na de
val van Antwerpen hierheen zijn ge
trokken, de invloed van het Calvinis
me hebben versterkt, evenals de vele
honderden boeren uit Frans Vlaan
deren en uit de omstreken van Bou
logne, van wie 't grote aantal Fran
se familienamen op Walcheren nog
afkomstig is. Maar, buiten deze in-
Extra treinen met
Pinksteren
De Nederlandse Spoorwegen ver
wachten dat Dinsdagochtend 26 Mei
in de eerste uren na 7 uur niet in
alle treinen van de normale dienst
regeling voldoende plaats zal zijn. In
die uren moeten namelijk ruim 50.000
militairen per trein naar hun garni
zoenen worden teruggevoerd. Voor
dit omvangrijke vervoer is materieel
nodig, dat de spoorwegen anders had
den kunnen gebruiken voor het in die
ochtenduren eveneens omvangrijke
burgervervoer. Buiten deze uren zul
len op Dinsdag 26 Mei en ook reeds
Zaterdag 23 en Maandag 25 Mei
(tweede Pinksterdag) ten behoeve
van het burgervervoer extra treinen
rijden op verscheidene lijnen. Voorts
zijn aan de zomerdienstregeling 1953
behalve de in de reisgids vermelde
treinen, voortaan op bepaalde dagen
enkele voortreinen toegevoegd.
De Bermuda-conferentie
Verwacht wordt dat premier Chur
chill, president Eisenhower en de mi
nister-president van Frankrijk hun
besprekingen volgende maand aan
boord van een Amerikaans oorlogs
schip zullen houden, dat binnen ge
zichtsafstand van de Amerikaanse
marinebasis op de Bermuda-eilanden
zal komen te liggen.
vloed lagen hier toch reeds reforma
torische mogelijkheden, meer dan in
andere delen van Zeeland. Dr. Meer
tens drukt zich daarover aldus uit.
„Als volk van vissers en zeevaar
ders waren zij voorbestemd voor een
vrijheidszin, die in menige periode
der geschiedenis aan het licht is ge
komenMaar tegelijk maakte nun
vertrouwdheid met de wisselvallig
heid en de onberekenbaarheid van de
zee hen ontvankelijk voor het leer
stuk der praedestinatie, dat hier dan
ook van ouds gerede ingang vond."
Na een stuk geschiedenis, bij elk
van de delen, waarin Zeeland hier
verdeeld is, en dat bij de een ai iets
langer en belangwekkender is uitge
vallen dan bij de ander, volgt een
hoofdstuk over de economische en
sociale verhoudingen, over de politie
ke en kerkelijke verhoudingen. Een
korte karakteristiek wordt gegeven
van elke gemeente, waarna een
reeks tabellen komt, waarin men met
een enkele blik kan zien hoe er in
de maatschappelijke en kerkelijke
verhoudingen langzamerhand veran
deringen zijn gekomen en zich nog
bezig zijn te voltrekken.
Wie dit boek leest en hart heeft
voor de Kerk, wordt toch wel onrus
tig gemaakt. Hebben we niet te veel
de indruk dat hier in Zeeland alles
vanzelfsprekend voort gaat, en bij
het oude blijft? „De Kerk als geheel
leeft nog in een zondige onbewust
heid omtrent de maatschappelijke
krachten, die haar uithollen en ter
zijde schuiven." „Wij hopen het onze
bij te dragen om de zondige onbe
wustheid in heilige onrast te doen
verkeren." Wij hopen dit van harte
met Prof. Bannink. h.
Het Wereldgebeuren
Samen uit
Een ttfd lang is Locarno in de mo
de geweest als conferentieoord
voor vrede-stichters. Men ging
daar heen in het drukke jaargetij
demaakte het mondaine leven
mee. nam een zonnebad en wandelde
op een promenadevervolgens at
men goed en dronk een glas voortref
felijke wijn.
Daarna sloeg men dan aan het ver
zoenen en het vrede-stichten.
In dat schone Locarno aan het
straïend-blauwe Maggiore-meer heb
ben eerste ministers van grote Euro
pese staten heerlijke weken beleefd,
maar de tragiek wilde, dat al hun
vredesstichterij tenslotte uitliep op de
afgrijselijke oorlog van 1939.
Vandaag zijn we weer zover, dat na
een oorlog de vrede niet wil opbloeien
en dus moet er over de vrede gecon
fereerd en moet hij kunstmatig „ge
sticht" worden.
Maar nu moet er anders, degelijker
gewerkt worden en dus vermijdt men
de luchthartigheden van Locarno.
Men heeft zich te Washington her
innert. dat de Spanjaard Juan Ber
mudas tegen het einde van de zes
tiende eeuw de 360 Bermuda-eilanden
ontdekte, die als paarlen liggen in de
Atlantische Oceaan voor de Zuid
kust van Noord-Amerika. Deze eilan
den vormen een soort luxe-oord voor
rijke Amerikanen, die daar met hun
jachten ronddrijven, liggen te zonnen,
of de enorme vissen vangen, waarvan
Nederlandse hengelaars alleen maar
dromen
Naar dit oord van zon en zee
heeft nu Eisenhower de eerste minis
ter van Engeland en de eerste minis
ter van Frankrijk uitgenodigd in de
komende Junimaand.
Die eerste minister van Engeland
zal Churchill wel zijn, maar vermoe
delijk is de eerste minister van
Frankrijk niet René Mayer, want hij
bood eergisteren juist zijn ontslag
aan. Ernstige moeilijkheden levert dat
aftreden van Mayer gelukkig niet op,
want Frankrijk heeft zo'n grote scha
re van lieden, die al eens minister
president of minister zijn geweest,
dat het vrij eenvoudig moet zrjn een
andere premier te vinden. Deze nieu
we premier krijgt dan de waarschu
wing mee, dat de.'Franse Nationale
Vergadering niet bereid was aan de
heer Mayer bijzondere rechten toe te
staan, welke hem zouden veroorlo
ven in een tijdvak van vier jaar de
uitgaven voor de openbare diensten in
Frankrijk t.e brengen op een niveau,
dat vergelijkbaar was mot de uitga
ven van 1938
Men wil nu eenmaal deze schriele
zuinigheid niet in la douce France
Dan neemt men liever een paar fikse
leninkjes op.
De nieuwe premier van Frankrijk
dan, zal, ondanks de financiële
nood van zijn land naar de Ber
muda-eilanden moeten. Indien de ge
ruchten waar zijn. zullen Churchill,
Eisenhower en de Franse premier
zich daar inschepen op een Ameri
kaanse oorlogsbodemen dan zal
er gepraat wordenzonder de aar
dige toiletjes van Locarnozon
der zonnebadzonder wandelinge
tjes langs een bergmeerzonder
hotels met goede strijkjes en niet
minder goéde diners.
Op dat grauwe oorlogsschip zal men
het hoofdprobleem van deze drie lan
den moeten aansnijden en dat is niet
de houding tegenover Rusland en
niet de kwestie van Rood China of de
strijd in Korea en helemaal niet het
vredesverdrag met Oostenrijk of de
toekomst van West Duitsland
Dat hoofdprobleem is het buitenland
se politiek program van de Verenigde
Staten.
Men weet in Frankrijk en in En
geland niet wat Amerika wil
en waarop het aanstuurt Men
heeft zelfs de indruk dat de Ameri
kanen een zekere stelselloosheid pre
fereren en in die stelselloosheid een
grote mate van „particulier initia
tief" willen ontplooien. Maar die stel
selloosheid gaat de Engelsen en de
Fransen te ver. Zelf weten ze vrij
goed wat ze willen.
Daarom hebben ze het recht dat
zelfde te verlangen van de Verenigde
Staten.
Eisenhower zal met duidelijke richt
lijnen moeten komen. Dat is een eis
van levensbehoud voor de landen, die
met de Amerikanen samenwerken en
dus voor de gehele wereld!
Knoeierijen bij
Volkshuisvesting
Arie van Nierop stelt vragen
in raad van Hilversum
De heer Arie van Nierop heeft
als leider van de raadsfractie van
de P.v.cLA., het college van B. en W.
te Hilversum wagen gesteld naar
aanleiding van uitlatingen, gedaan
door de president van het Amster
damse gerechtshof op Vrijdag 15
Mei. tijdens de behandeling van een
strafzaak tegen een Hilversumse
makelaar.
Bg die gelegenheid heeft de presi
dent zich gekeerd tegen het feit, dat
ambtenaren van volkshuisvesting in
Hilversum vergunningen verstrek
ken aan makelaars, waardoor cor
ruptie in de hand gewerkt zou kun
nen worden. Voorts heeft de presi
dent ter zitting medegedeeld, dat in
het dossier nog andere zaken ter be
schikking van het Hof staan,
waaruit „eigenaardige gewoonten"
van de huisvestingsambtenaren blij
ken.
De heer Van Nierop vraagt thans
aan B. en W. of het college kennis
genomen heeft van deze uitlatingen,
of het voorts bereid is zich tot het
Hof te wenden om nadere inlichtin
gen hierover en of B. en W. de
raad volledig willen inlichten.
Voorts waagt hij of het college be
reid is te bevorderen, dat geen ver
gunningen meer aan makelaars
worden uitgereikt. Indien na onder
zoek geen aanleiding bestaat tot in
grijpen, dan wenst de heer Van
Nierop tenslotte, dat het college van
B. en W. de betrokken ambtenaren
ten volle rehabiliteert.