Louis Paul Boon, schrijver met onbeperkte vrijheid Vijf pottenbakkers in museum Boymans Instrumentale" komt met nieuwe werken ZATERDAG 9 MEI 1953. PROVINCIALE ZEEUWSE COURA NI WAARDIGE ZOON UIT BRUEGHEL'S LAND ICapcllekensbaan stevige censtiuctie in schijnbare wanorde DE NIEUWE, OMVANGRIJKE ROMAN van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon (die zich ook wel „Boontje" noemt en met dat verkleinwoord zijn geschriften tekent) is een boek om de boekbespreker enige griize haren te be zorgenWant hoe moet de recensent van een zich respecterend dagblad het in kleden, wil hij zijn waardering, zijn bewondering zelfs, uitspreken voor zo on gerijmd, overdadig, uitbundig en tegelijkertijd tot in het merg triestig ge schrift, waarin» de argeloze lezer waarschijnlijk hopeloos verdwalen zal nog voor hij twintig van de ruim vierhonderd pagina's gelezen heeft; een boek dat bovendien stijf staat van de vloeken en woorden die men in het openbaar niet pleegt te gebruiken en daarom „vuile woorden" noemt? Waardering voor een boek waarin tenslotüe voor wie niet goed leest geen enkele moraal wordt ge huldigd, waarin schijnbaar met alles de draak wordt gestoken, waarin schan dalig wordt gespot en waarin niets, maar dan ook niets wordt ontzien van wat men met een min of meer geveinsde heilige schroom pleegt te naderen? Dat boek is „De Kapellekensbaan" en de lezer zij dus gewaarschuwd eer hij het op vat. Heeft hij de moed om door te lezen, dan zal hij gaan inzien dat heel die schijnbare wanorde een vrij stevig geconstrueerd bouwwerk is rondom een prachtig verhaal gelijk de variaties rondom een thema in de muziek en dat de schrijver zich, in plaats van te vernietigen, doodernstig bezint, ernstiger dan duizenden anderen, op het probleem waarvoor hij weliswaar geen uit komst brengen kan, hoe verdienstelijk hij ook talloze sociale misstanden op de schrijnendste of kluchtigste wijze aan de kaak stelt. Het hoofdmotief van De Kapelle kensbaan is de roman over het meis je Ondine Bosmans die in de vorige eeuw. tijdens de opkomst van het so cialisme, in Vlaanderen leefde. Deze roman van Ondine is in één woord: magnifiek, zeer poëtisch en zeer rea listisch tegelijkertijd, maar hg kan en moet Diet uit het geheel worden gelicht. In principe geeft L, P. Boon ons telkens een hoofdstuk, dat dan op allerlei manieren besproken wordt door een groep figuren, als Johan Janssens, de dichter en dagbladschrij ver, Tippetotje, de schilderes, de Kan- tieke Schoolmeester etc., etc., te veel om op te noemen, mitsgaders door Boontje zelf. Maar het is heel duide- Letterkundige kroniek door nAKS WARREN lijk dat al die figuren slechts facet ten van de auteur zelf zgn, symbolen van het moderne leven bovendien het meest verwant is hem wel Johan Janssens. Deze heeft nog een andere taak in de romanhij werkt er actief aan mee door moderne, ongelooflijk satirieke dierfabels te schrijven met als hoofdpersonen de middeleeuwse Reinaert de Vos en Isengrinus de Wolf; fabels die goeddeels heden daagse politiek en sociale problemen hekelen, want behalve de figuren uit de Ondine-roman, leven alle andere personen in het heden, Boontje in cluis. MOED EN ORIGINALITEIT. De vrijheid, die de schrijver daar door kreeg is in een woord onbe perkt: aan elke gril, elke inval kan hij gehoor geven, en hij schrijft dan ook maar raak, van alles door elk aar; hij springt van de hak op de tak, en dat het boek geen volkomen chaos is geworden, bewijst dat er toch een zeker natuurlijk verband, een soort ingeboren systeem in zit Culturele Cavalcade ER IS EEN comité gevormddat de schrijfster Wtlma (mevrouw W. Ver- maatte Beekbergenzal huldigen in verband met haar tachtigste jaar- dag. Voorzitter van het comité is prof. dr. K. Heeroma, te Oegstgeest. Tot de leden behoren o.a. ds. J. J. Buskes, Jan H. de Groot, Fedde Scha- rer, dr. P. J. Meertens, dr. W. A. P. Smit en Anne de Vries. MAANDAGAVOND zal in de Noor- derkerk te Amsterdam een concert worden gegeven door de organist Piet Meyer in verband met zijn veertig-ja rig organisten-jubileum. Medewerking wordt verleend door de sopraan Ma- rïe Brinlcerking, de alt Annie Hoogka mer en Tonnie van Pelt, viool. Alle uitvoerenden zijn blind. IN AMSTERDAM werd gisteravond in Tuschinski voor de eerste maal in Nederland een Japanse füm vertoond. Het betrof hier de film ,Jtashomon", die op het lZe filmfestival te Venetië de Grand Prix behaalde. DE PULITZER-PRIJS voor de beste Amerikaanse roman in 1953 is toege kend aan Ernest Hemingway's „The old. man and the sea." EEN AANTAL ALS VIKINGEN uit- gedoste Denen zal deze maand in En schedé arriveren. Zij maken een rond reis door Europa om bekendheid te geven aan een Vikingspél, dat jaar lijks op het eiland Sjaéland wordt op gevoerd. IN STIERMARKEN (Oostenrijk) is het zien van driedimensionale films voor kinderen beneden de zestien jaar verboden. De fihnkeuringsdienst meent, dat de jeugd door het aan schouwen van deze films een zenuw schok zal kunnen oplopen. En dat het boek van het begin tot het eind, op mogelijk enkele pagina's na waarin al te journalistiek over maatschappelijke problemen wordt geboomd, boeit bewijst, dat L. P. Boon een groot en zeer merkwaardig schrijver is, een schrijver met moed, een vlijmend intellect, een warm hart en een welversneden pen. Ongetwijfeld zal men schande roe pen over dit werk uit louter onbegrip, omdat men slecht leest, omdat men benepen is van innerlijk. Want dit boek is ruim, af en toe gToots, en door en door eerlijk. Er zyn bladzijden ln waarbij men uitschiet in een har telijke lach; er zijn er die men gloei end van verontwaardiging leest; er zijn er waarbij men plotseling hevig wondt ontroerd door een zuiverheid en een gevoeligheid die elke valse sentimentaliteit mist. Er zijn blad zijden, geschreven om D bjj de neus te nemen en andere, zo doodernstig van betoog dat ge er een grap ach ter zoekt. En aan het einde van die vierhonderd dikbedrukte bladzijden hebt ge er spijt van dat het uit is, ge zoudt Ondine verder willen volgen, en Boontje met al zijn maskers op. Zoals gezegd: er zijn zoveel motie ven in dit werk naast en rondom de Ondine-geschiedenis, dat het onbe gonnen werk is ze in een paar kolom men aan te snijden. Maar laten we Boon even zelf aan het woord in zjjn eigen spelling (pag. 5): „Het boek over de Kapeliekensbaan dat is het boek over de kinderjaren van Ondineke, die geboren werd in tjaar 1800-en-zoveelen die verliefd werd op meneer achilles dernancourt, directeur van de garenfabriek de fi lature, maar die op het laatste van het boek trouwen zal met het zielige oscarkeover haar broer valeer traleer, met zijn monsterhoofd dat van hier naar daar door het leven waggelt, en over meneerke brvs die. zonder dat hij het wist een der 1ste socialisten wasover haar vader vapeur, die met zijn goddeloze ma chine de wereld redden wou, en oyer al wat mij toevallig niet te binnen schiet, maar dat in zijn grote lijnen de moeizame opgang van het socia lisme wil tekenen, en de ondergang van de burgerij die 2 oorlogen op haar kop kreeg en ineenstuikte. Maar daartussen en daarnaast is het ook een boek dat zich veel later afspeelt, in onze moderne dag van vandaag: terwijl ondineke leeft in tjaar 1800- en-zoveel, leven mossieu colson .van tminnesterie, johan janssens de dag bladschrijver, tippetotje de schilderes, mtr. mots en pr. dr. spothuyzen en gijzelf, boontje ten huidige da ge, op zoek naar de waarden die waarlijk tellen, op zoek naar iets dat de neergang van het socialisme te genhouden kan. Maarde hemel beware er ons voor moest het niet meer zijn dan dat: het is een plas, een zee een chaos: het is een boek van al wat er op de kapellekensbaan te horen en te zien viel, van tjaar 1800-en-zoveel tot op deze dag". Wie de moed heeft, alle vooroorde len eens op zij te zetten zal merken dat hier een groot schrijver van het Nederlandse taalgebied aan het woord is, een waardig zoon uit het land van Brueghel en van Willem die Madoe maecte, een schrijver die een zeer origineel, moedig en belangrijk werk heeft toegevoegd aan onze mo derne letteren. V) MUZIEKFEUILLETON ~Dinsèaq a.s. uitoeezinq aan composities o.a. van "flans éjal en 'J-zeèetich H\^e Twee noviteiten voor Zeeland vermeldt het programma van het concert, dul de Vereniging voor Instrumentale Muziek Dinsdag aanstaande te Middelburg zal geven: een Serenade van Hans Gal en een Suite van Fred. Bye, werkjes van tijdgenoten. Helaas slaat menige concertbezoeker de schril: om het hart, wanneer hij het woord tijdgenootin combinatie hoort met ..muziek", omdat hij dan geconfronteerd wordt met een schijnbaar onbegrijpelijke vorm van de toonkunst. Ditmaal echter is deze schrik volkomen overbodig, want noch Gal noch Bye hebben zich „schuldig" gemaakt aan wat men „moderniteiten noemt JURRIAAN ANDRIESSEN heeft in opdracht van <1$ K.R.O. een mis ge schreven „Deo Gratias" ter gelegen heid van het eeuwfeest der bisschop pelijke hiërarchie in Nederland. Dit werk zal voor het eerst op Hemel vaartsdag worden uitgevoerd in de Kathedrale Kerk te Utrecht: speelse /linze POSTZEGEL-WEE Ik ween om bloesems, in de knop gebroken; Om possegels, verkwanseld voor wat snoep. Als 'k daaraan denk, begint mijn bloed te koken, We hielden ruilbeurs daar op gindse stoep. Ik ween om zeven blauwe Willems, Die 'k weggaf voor 't portretje van de kop Van ééns een mooie juffrouw uit de fiilems, Toen ging ze dood ik had de strop! Ik ween om 't Helgoland van Q.ueen Victorie En om die driehoekzegel van de Kaap. Oü sont les timbres poste d'antan verdorie? Ik kreeg er dropjes voor van Jaapje Knaap. Ik ween om 't envelopje met de Rusjes En om die rare briefkaart uit Japan, Verdwaald naar 't „poessie"-album van je zusjes. Wat hadden nu die meiden daér toch an? Ik ween om wat mijn neef Rogiertje Die zwerft van Koeweit tot aan Curagao, Om al de mooie mazzels bij een biertje, Die hg zou künnen maken, als hij woü Ik ween om wat mijn kleine broertje Hij wist niet beter, schraal soelaas! Een keer verpatst heeft tegen een retourtje Van 't Heen-en-Weertje op de Rotterdamse Maas. Ik ween om wat de wind heeft meegenomen, Die zomermiddag door het open raam. Die brandkastzegel is nooit teruggekomen, Een stommiteit, waarvoor 'k me nü nog schaam. Ik ween om 't gauwe neefje, dat mocht kiezen Je was eens gul, je was zijn Oom Eerst later kreeg je 't in de smiezen: Jij had de ondermelk en hij de room Ik ween om 't driemastschip, geboren Uit Opa's lympot en zijn schaar, Benevens honderden verknipte Noren Yvert Tellier vermeldt: trés rare! Ik ween maar waarom zou ik wenen? Wie is er wijzer dan de zot? De één heeft hersens en de ander benen. Wie is er 't snelste buiten schot? Ik kan alleen maar lachen om de slaven. Die wijl ik luier en wat speel Achter complete series draven; 'k Ben liever vrg, dan philateel! En bovendien: 'k heb nu een vrindje, Die niet van toet of blazen weet. Hij ruilt de mooiste series voor een pintje En zo kom ik per slot dantoch compleet! Jo ringel. Hans Gal werd in 1890 in Oosten rijk geboren, waar hij tot 1938 ver bleef om daarna naar Engeland te verhuizen. Het grootste gedeelte van zijn leven woonde hij in Wenen, waar de sfeer van de muzikale stad haar invloed heeft doen gelden op zijn composities. Zijn „Serenade voor strijkorkest", is een melodieus werk, dat ongetwijfeld menige luisteraar zal bekoren. De Suite van Frederick Bye de volledige titel luidt: „A Netherlands Suite" is opgedra gen aan Koningin Wilhelmina en bestaat uit vier delen, waarvan de motieven ontleend zouden zijn aan oude Nederlandse boerendansen. De Gavotte heeft een opgewekt motief je, ingezet door celli, bassen en eventueel altviolen, bij de Siciliano (Andante in 6/8 maat) wordt het themazangerig dit keer ge hoord bij de solo-viool. Ook de ande re stemmen brengen het echter tot klinken. Het derde deel is een pit tige Bourrée, waar het thema (ge heel öf gedeeltelijk) bij alle stemmen klinkt, met uitzondering van de bassen. Tenslotte sluit een markan te, soms wat hoekige Passepied de suite af. Voor de pauze worden o.a. werken uitgevoerd van componisten, wier stijl min of meer aan elkaar verwant is: Corelli en Vivaldi. De Nederlandse concertviolist Jaap Emner heeft te Parijs groot succes ge boekt. Voor een uitgelezen publiek van musiciacteurs en andere kunstenaars gaf hij, met medewerking van de pia nist Max van Doorn aan de vleugel, een recital in de salon van de Franse diri gent Maurice Hewitt. Zowel Hewitt als andere experts roemden in Emners vioolspel de zuiver heid van intonatie, de prachtige toon- geying en de fantasierijke interpretatie. Zij gaven als hun mening te kennen, dat Emner kan wedijveren met de grootsten onder de hedendaagse violis ten Ook Max van Doorn trof het audi torium door zijn grote muzikaliteit, tiet succes was zelfs voor Parijs een evene ment. Jaap Emner werd meteen geënga geerd voor een optreden in Juni; bo vendien werd hij officieel uitgenodigd om deel uit te maken van de jury voor het concours, dat begin Juni in het Pa- rijse Conservatorium wordt gehouden. Na de herleving van de kunst nijverheid heeft ook de potten bakker weer zijn kans gekregen en de afgelopen halve eeuw heef l op dit terrein van de kunst 'n op merkelijke ontwikkeling te zien gegeven. Op het ogenblik is ei een boeiende expositie in mu seum Boymans te Rotterdam te zien, waarin deze ontwikkeling it samengevat in het werk van vy' hedendaagse pottenbakkers. Van de meesters, die vorm er. glazuur voor zich lieten spreken is indertijd Chris Lanooy de mees op de voorgrond tredende verte genwoordiger geweest. Belangrij ker lijkt echter het werk van de in Amsterdam werkzame Gronin ger Bert Nienhuis. Beide kunste naars hebben een verwante ont wikkelingsgang doorgemaakt. Zi begonnen als plateelschilder en -ontwerper en gingen later voor zichzelf werken. Nienhuis heen echter het meest contact met in ternationale stromingen gehad. Onder invloed van wat hij in Duitsland heeft gezien en geleerd heeft hij de decoratie losgelaten en zich beperkt tot de zuivere vormgeving van zgn aardewerk. Alleen het glazuur met zijn voor Nienhuis zo kenmerkende karak ter is „versiering." Zijn vormge ving is strak zgn vazen „staan" in de ruimte maar vaak van een verfijnde slankheid, het opper vlak zeer gevoelig behandeld. Een enkele maal heeft Nienhuis in zijn latere werk decoratie toe gepast. Hierin is hij niet steeds even gelukkig geweest. Nienhuis behoort dus tot de oudste thans levende" generatie. Na hem hebben zich ook schil- Beker van Piet Wiegman, een ty pisch staaltje van zijn welhaast boerse Geramiek. ders aan de vervaardiging van ceramiek gewijd. Zij hebben het probleem oppervlaktebehandeling van een andere kant benaderd en inzonderheid veel aandacht aan de decoratie besteed. Twee be langrijke figuren zgn op de Rot terdamse expositie vertegenwoor digd: De Delftenaar Harm Hen- rick Kamevlingh Onnes en de Ber genaar Piet Wiegman, beiden wel iswaar schilder, maar overigens twee volkomen uiteenlopende per soonlijkheden. Kamerling Onnes heeft door zijn vele reizen, ook naar het Verre Oosten, gevoel ge kregen voor een zekere bizarre schoonheid. Zijn decoratie is sim pel, maar allerminst primitief; zij verraadt een sterk besef voor de waarde van kleur en lijn voor het versierende element in zgn werk. Daarentegen is Piet Wiegman bijna boers in zijn stukken. Zij sluiten aan bij een bepaald soort volkskunst. Wiegman houdt van betrekkelijk primitief-aandoende versieringen, die hij in vaak zeer mooie, donkere kleuren opbrengt. Hij is op zijn best op kleine opper vlakten. Op kleine bekers en te gels doet hij kostelijke dingen. Vaak ontleent hg zijn decoraties aan de wereld van plant en dier. Geheel anders is het gesteld met de twee ceramisten van de jongste lichting, die zich aanslui ten bij de abstracte stromingen in de beeldende kunsten. Het zijn de Duitser Franz Wildenhain, die gedurende veertien jaar in ons land heeft gewerkt en thans in de Verenigde Staten aan een gro te onderwijsinstelling is verbon den, en de Bergenaar Dirk Hu bers. Wildenhain stamt uit de school van het Bauhaus, de kweekplaats van abstracte kunstenaars uit de periode vóór Hitier. De „construc tie" overweegt: op de voorgrond staat de vorm van zgn vaten, de behandeling van de oppervlakte is een zaak van tweede orde. Over het geheel is zijn werk fors en sprekend van vorm. Het is ge speend van elke mooidoenerij en gevormd in een uiterste bewust heid van de waarde van elk ele ment. Hubers heeft zijn opleiding in de omgeving van Kopenhagen ontvangen en vervolgens nog kor te tijd bij Wildenhain gewerkt. Hoewel er aanrakingsvlakken tus sen beide kunstenaars zijn, heeft de Bergenaar een volkomen per soonlijke stijl ontwikkeld, die hij de laatste paar jaar zeer conse quent verder uitwerkt. Zijn bg zeer hoge temperaturen gebakken aardewerk „zingt". Zgn vormen zgn van een uiterste soberheid en doen ondanks zijn uitgesproken voorkeur voor „open" modellen als schalen en kommen bijna stug aan. Gesloten vormen als kruiken en nauwe vazen ontbreken volko men. Hubers besteedt aan de de coratie zeer veel aandacht, waar bij hg een ongelooflijke artistieke veelzijdigheid ten toon spreidt. Zo geeft deze expositie een beeld van het werk van vijf kunstenaars een beeld van de ontwikke ling der pottenbakkerskunst in drie generaties tevens. Het is een evolutie, die parallel loopt met die van andere beeldende kunsten. Zou men in de opvattingen van Nienhuis nog enigermate een band met het klassieke schoon heidsideaal kunnen weervinden ook hij zoekt immers naar de zuivere vorm en naar een uitslui tend door middel van het gla zuur verkregen decoratieve wer king Wildenhain en Hubers hebben een uitgangspunt tot het hunne gemaakt, dat sterk ver want is met de thans geldende artistieke normen. Kamerlingh Onnes en Wiegman vormen teza men een soort middengroep. Van de eerste wordt het beroemde achtste „Concerto Grosso" gespeeld, „fatto per la notte dl natale ge maakt voor de Kerstnacht. De sa menstelling van een dergelyk con cert is in deze rubriek reeds meer malen uiteengezet. Volledigheidshal ve zij nog vermeld, dat het hier een vorm betreft, welke in het midden der 17e eeuw tot grote bloei kwam en als voorloper van de symphonie kan worden beschouwd. Men vindt in het „Concerto" de oorspronkelij ke betekenis van het woord „con certeren" (concertare) terug, n.l. „wedijveren", doordat het orkest in een groot en een klein deel uiteen valt, die met elkaar als het ware om strijd spelen. De kleine groep wordt aangeduid met de naam „con certino" en bestaat in dit achtste concert van Corelli uit twee violen plus een cello. Overigens valt het wedijver-element in dit werk niet sterk op. Het laatste deel is een pastorale in 12/8 maat, waaraan het concert zijn „Kerst-stemming" ontleent. Vivaldi werd dertig jaar na Co relli geboren en gebruikte de erfenis van zgn muzikale voorgangers bij zonder goed. Hij vervolmaakte het „Concerto Grosso" en was beroemd onder de groten van zijn tyd. Bach bewerkle bijvoorbeeld enige van zijn concerten voor orgel. Dinsdag wordt van hem uitgevoerd een „Stabat Ma ter", voor alt-solo, orgel en stryk- orkest. Als soliste treedt op de alt Aafje Heynis, Amsterdam. Zij zal behalve dit Stabat Mater met bege leiding van de organist Th. C. Fer- werda, nog liederen van Dvorak, Sigtenhorst Meijer en het bekende „Pie Jesu" van Fauré zingen, de K. Amerikaanse uitgaven in Nederland gerukt Het American Institute of Muslco- logy heeft overeenkomsten gesloten met enige Nederlandse drukkers, als gevolg waarvan voortaan alle nieu we uitgaven van dit instituut in Ne derland gedrukt zullen worden. Met het oog hierop is de centrale admi nistratie van deze aanzienlijke inter nationale uitgaven gevestigd ten kantore van pater Jos. Smits van Waesberghe. Pater Smits van Waes- berghe is algemeen redacteur van het „Corpus Scriptorum de Musica" een der uitgaven van het instituut, waarin tractaten van oude schrij vers over muziek opnieuw het licht zien. Tentoonstelling van Bijbels te Utrecht Te Utrecht is in de Janskerk een tentoonstelling geopend van bijbels, afkoyistig uit de verzameling van het Nederlands Bijbelgenootschap. De expositie geeft een overzicht van de oudste exemplaren tot de nieuw ste vertalingen. Een aparte stand is gewijd aan de arbeid, die met het oog op de vertalingen is geschied. Hier worden ook informaties gege ven over het werk van het bijbelge nootschap voor Indonesië, waar voor de verschillende taalgebieden afzon derlijke vertalingen zrjn verzorgd. Tijdens de tentoonstelling worden over het werk filmstroken gedraaid en korte causerieën gehouden. Uit Utrecht is vertrokken een rijdende bijbeltentoonstelling voor een tour nee door het land, waarbij Friesland het eerst wordt bezocht. Succes voor Herman van der Horst Voor de tweede maai in successie heeft de Nederlandse cineast Herman van der Horst op het filmfestival te Cannes van zich doen spreken. De documentaire „Houen Zo", die hij vo rig jaar voor het bureau voor weder zijdse beveiliging (M.S.A.) in Den Haag vervaardigde, is zoals bekend dezer dagen bekroond met de prijs voor de beste realistische film onder de inzendingen. Vorig jaar veroverde de thans 41-jarige inwoner van Aer- denhout ter gelegenheid van hetzelf de festival de Grand Prix voor korte films met „'Te schot is te boord", een documentaire over de haringvisserij die hg in opdracht van de toenmalige „Economic Cooperation Administra tion" (E.C.A.) maakte. De M.S.A.-film „Houen zo", die een vertoningsduur heeft van ongeveer twintig minuten, toont de wederop bouw van Rotterdam als een symbool van het herstel van geheel Nederland. De documentaire herinnert aan de grote verwoestingen, aan de onverzettelijke wil van alle Nederlan ders om op te bouwen wat verloren ging, en aan de wilskracht waarmee dit herstel in samenwerking met an dere landen ter hand werd genofrien. De noodzaak om wat bereikt is en nog dagelijks tot stand komt te be schermen en in vrijheid te behouden, wordt gesymboliseerd door het korps mariniers. Het filmfestival te Cannes heeft dit jaar, behalve voor de internationale introductie van een groot aantal nieu we filmwerken, gezorgd voor een or ganisatorische primeur. Men had na melijk „Grand Prix"-winnaars van vorige jaren uitgenodigd in de jurv zitting te nemen. De Nederlander Bert Haanstra, wiens „Spiegel van Holland" in 1951 met de Grand Prix voor korte films werd bekroond, viel deze eer dit jaar te beurt. Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat Her- m^n van der Horst volgend jaar deel zal uitmaken van de jury.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 5