Droumenpagina
Onze
Zo voelde zich de
aan het Zeeuwse
huisvrouw
waterfront
VAN VROUW TOT VROUW
J
EEN DEUX-PIECES COSTUUM
STAAT ALTIJD CORRECT
OOK „MISS AMERICA" DRAAGT
„EVERGLAZE"
ITALIË BRENGT EEN
„ROMANTISCHE" MODE
ZATERDAG 21 MAART 1953.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
c
KLEIN EN HULPELOOS
Het eerste zandtreintje werd
met vreugde begroet!
RILLAND-BATH, Maart 1953.
In 1944 zaten we hier meer dan een maand aan het front. Aan het
oorlogsfront. Wederom zitten we aan het front. Ditmaal aan het water
front. Klein en hulpeloos voelden wij ons op die grauwe Zondagmorgen
toen wij daar stonden aan de rand van het kolkende water en naar het
verdronken dorp keken. Op dat moment wisten we nog niet welk onheil
er allerwege door de stormvloed was gesticht, want radio en telefoon
zwegen en we hadden alleen contact met het klusje mensen, dat hier op
het droge zat. Reeds spoedig echter rechtten zich onze ruggen en werd
de strijd tegen het water aangebonden. Aanvankelijk slechts met beperk
te middelen. Er moest op te veel fronten gevochten worden om al da
delijk het nodige materiaal bij de hand te hebben. Doch er werd gedaan
wat er gedaan kon worden.
Met welk enthousiasme werkten de
honderden militairen, die werden in
gezet. Niet alleen onze eigen jongens,
maai- ook Amerikanen, Engelsen,
Fransen. Negers reden de zware
trucks met feilloze zekerheid over de
smalle, blubberige dijken. Helicoptè-
res zweefden over ons heersen werden
zo maar op de betonnen weg of op
een stukje weiland neergezet.
Heel dat gewemel van militaire uni
formen, jeeps en trucks versterkte
f door mevrouw
L. N. HuysmanGriep.
in ons het besef, dat we in de voorste
linie lagen.
Ook wij, die op het nippertje waren
droog gebleven, volgden met beklem
mende spanning de uitslag van de
strijd, die tegen de machtige vijand,
„het water", geleverd werd. Met
vreugde zagen we het eerste zand
treintje aankomen. Gelukkig, er was
een begin. Tien, twintig maal per dag
richtten zich onze ogen naar de uit
zandzakken bestaande smalle nood
dijk, die langzaam uit het water ver
rees. Even zo vele malen tikten we
op het weerglas en we schrokken als
de wijzer een milimeter terug sprong.
„Het weer moet meewerken en an
ders is er niet veel te verwachten", zo
hooiden we iedere dag van de mensen,
die het weten kunnen. We leerden van
de gezichten af te lezen hoe de zaken
er bij stonden
Eigen zorgen
En daarnaast hadden we onze eigen
zorgen. Onze huizen zitten vol eva
cuees en daarbij was vooral in het be
gin de huishouding niet gemakkelijk
te voeren. Geen electrisch licht, dus
ook geen stroom voor stofzuiger,
strijkijzer of kookplaten. Lang verge
ten looplampjes werden uit hun
schuilhoeken tevoorschijn gehaald,
een oud kolenfornuis in ere hersteld
en we prezen ons gelukkig nog een
pretroleumstel te bezitten. Maar al
met al liep de zaak niet zo vlot als
anders. Daarbij was er zoveel nodig.
Niet alleen de mensen, die in onze
huizen een toevlucht hadden gevon
den, moesten verzorgd worden, maar
ook de komende en gaande man. Bij
voorbeeld de mensen, die reeds in de
grauwe morgenschemer en bijtende
kou uit hun evacuatie-oord ergens in
Brabant waren vertrokken om gedeel
telijk liftende naar hier te komen. Ze
kwamen bij ons aan om hun schoenen
te laten staan, hun laarzen aan te
trekken, om dan verder liftende met
een truck op het dorp te komen. Hoe
dankbaar waren deze mensen voor
een kop hete koffie en hoe smulden ze
van een beker soep, als ze tegen de
avond terugkeerden uit hun natte
modderige huizen, beladen met zak
ken doornat goed, dat ze toch nog zo
graag wilden meenemen. Verkleumd
van kou, soms met doornatte voeten
kwamen ze aan en terwijl ze zich wat
warmden, doken we maar weer op
nieuw in één van onze kasten om te
zien of er nog iets van kousen of sok
ken was op 'te diepen. Geduldig luis
terden we naar hun trieste verhalen
over hun verdronken huis en de pro
blemen, die ze te verwerken kregen.
„Het is zo vervelend, dat mijn vrou
we d'r eige nie verbeele kan, dat het
kammenet voorover leit en de kop
deur het raem is wig-edreve?" zegt
een stoere man, terwijl hij zich op een
stoel in de keuken laat neervallen.
„Iedere keer as ik nae Rilland gae,
zeit ze dat ik in dit en dat schuufje
kieke mot, om d'r slot mie kraelen te
vinden. Al onderd keer ek het ezeid,
dat de schuufjes mie de kop bin wig-
edreve, ma ze kan 't nie gloave."
Hij laat een album met foto's zien,
die doornat zijn, maar nog wel behou
den kunnèn big ven. „Ik bi blie, dat ik
dat nog evonden want di za m'n
vrouwe ok blie mie zien." Hij trekt z'n
schoenen aan en gaat weg met z'n al
bum en een klusje nat goed. Even la
ter komen weer twee mensen binnen.
„Ier ei je twi slikmossels" zeggen ze
en inderdaad zitten ze van onder tot
boven onder de modder. „M'n wè
veertig immers mie modder üut d'n
uuzen edroge" zegt de vrouw, terwijl
ze moeizaam haar laarzen uittrekt.
Als deze vertrokken zijn, komen de
laatste klanten van die dag, een echt
paar, dat de kelder onderhanden ge
nomen heeft. Ze milten naar de mod
der en de vrouw vertelt blijmoedig,
dat „de Weck" nog dicht was en ook
de flessen met bessensap, mè de juun-
tjes bin bedurve, die zaete in een
stopflesse en di kon 't waeter bie.
Ze hebben twee honderd emmers
modder uit hun kelder gedragen en
dan was er met een pomp al een klei
ne acht duizend liter water uitge
haald. Zo hoor je het éne verhaal na
het andere en je bent innig dankbaar,
dat je huis is gespaard.
Je leert ook dankbaar zijn voor
allerlei dingen, die je anders als
vanzelfsprekend aanvaardt. Hoe
blij waren we toen op een avond
plotseling het electrisch licht aan
knipte. Het was bekend, dat het
lang zou duren voor de P.Z.E.M.
ons weer van stroom zou kunnen
voorzien, maar mensen uit „de
Saar" waren ons met een noodag-
gregaat ter hulp gesneld. We kon
den het haast niet geloven, dat we
nu weer enkele uren per dag stroom
zouden hebben en omdat we het ze
kere voor het onzekere wensten te
nemen, gingen we die avond onze
kamers eens extra onderhanden ne
men met de stofzuiger. Wat een
weelde om zo af en toe weer eens
electrisch te kunnen strijken, de ra
dio te kunnen horen of, 's morgens
vroeg of, 's avonds laat als je weet
dat er niet veel stroom gebruikt
wordt, gauw wat op je electrisch
fornuis te kunnen koken.
Wat zaten we een paar dagen ge
leden in zak en as, toen het bericht
kwam. dat de Saarlanders met hun
aggregaat weer terug moesten. Ge
lukkig is ook dat weer geregeld eft
we zijn er dankbaar voor.
Innig dankbaar zijn we op deze
zonnige Maartmorgen, nu we weten,
dat de nooddijk, die nog altijd een
zorgenkind is, het vannacht gehouden
heeft, ai zag het er gistermiddag
wat somber uit.
En in de zonnige kamer staan de
eerste narcissen te bloeien, die een
Het kraagloze deux-pièces costuum is zeer gewild en dat is geen wonder.
Het staat altijd correct en kleedt ook oudere en minder slanke dames uit
stekend. Bovendien geven de vele blouses en plastrons, die eronder gedra
gen kunnen worden, er steeds een ander cachet aan, van sportief tot ge
kleed.
Voor het model van het grootste figuurtje heeft u ca. 2,50 m. stof van
140 cm. breed nodig. Het patroon van het rugzijpand moet van het rugpand
los geknipt en de op het voorzijpand aangegeven voeringzak nog eens apart
getekend worden.
de betreffende zijpanden verbinden,
waarbij u in het voorpand de voering-
zak aanbrengt. Bij effen stof staat
het wel aardig, als u de zakopening
ca. 1 cm. breed afstikt, maar nodig is
dit niet. Zij- en sohoudernaden sluiten,
de rugschouders iets inhouden. U pas-
poileert het knoopsgat en zet tegen
de voorkanten het met een stippellijn
aangegeven belgg- De rughals wordt
eveneens met een belegje afgewerkt.
In de mouw de naden sluiten, het split
met reepjes stof afwerken en van
sluiting voorzien. Over de kop iets in-
gehouaén, naait u de mouw met de
naad ca. 4 cm. voor de zijnaad in.
Heeft u een costuum, waarvan de
kraag en de voorkanten lelijk gewor
den zg'n, of dat u gaat vervelen, dan
kunt u er aan de hand van dit patroon
en een bijpassend lapje stof een gezel
lig pakje van maken, dat u weer met
plezier zult dragen. Kijkt u maar naar
het kleine figuurtje. De driekwart
mouw staat met een stippellijntje in
het patroon aangegeven. Een 3 cm.
breed ceintuurtje van de afstekende
stof is boven de zak in de deetaaad
meegestikt.
Men zou zich bij dit figuurtje ook
een pakje van effen jersey of andere
soepele stof kunnen voorstellen,
waaiwan het gehele voorpandje met
diagonaal lopende naaldplooitjes ver
sierd is. Een heel mooie garnering! U
moet dan eerst in een grotere lap de
plooitjes stikken en pas daarna vol
gens het patroon het voorpand knip
pen Een schoudersteuntje is bij zo'n
pakje wel gewenst.
ELLA BEZEMER.
De rok heeft middenachter een die
pe plooi, die u desgewenst naai- de
voorkant moogt doen verhuizen of la
ten vervallen. legt de plooi op o val
lend in en stikt de figuurnaadjes in
de achterbaan. Zijnaden sluiten en in
de linker een ca. 20 cm. lange rits on-
derstikken. D,e bovenrand zet u even
ingehouden op een tailleband.
.Voor- en rugpand van het jasje met
„Kronings-hoeden" mèt of
zónder struisveren
Jn Oudtshoorn Zuid-Afrika)
lezen struisvogelboeren de mo-
de tijdschrift en met gespannen
X aandacht. Zullen de Engelse da-
ID mes bij de a.s. kroningsplechtig-
-j- heden hoeden dragen met struis-
:j: vogelveren? Zal de gouden tijd k
herleven van een jaar of veertig -j-
geleden, toen struisvogelveren
X fantastische bedragen opbrach-
ten en een vaar mooie vogels
Ij: voor 10.000 gulden verkocht wer-
4= den?
De veren/markt in Oudtshoorn
vertoont tot nu toe geen ople-
ving. Maar een erger lot dan ge-
I's. plukt te worden, bedreigt de
struisvogel de laatste 3 of 4 ja- jjj
ren. Zijn vel levert zacht en mooi X
leer op. dat in Europa en Ame- ;j;
rika. gebruikt wordt voor tassen
en schoenen. Reeds 13.000 van de
25.000 volstruisenin Oudts-
Ij] hoorn zijn gevallen als slachtof-
fer van de stijgende vraag naar
struisvogelhuiden, die vijftig
:j'- gulden per stuk kunnen opbren-
gen.
IC En zo wandelen de volstrui- 5f
sen in hun dorre parken in af-
•;I wachting van hun executie ten Ij.
behoeve van de mode. En het zal
niet helpen, als ze de kop in het
zand steken
evacué uit zijn verdronken tuin voor
ons heeft meegebracht. Bloemen uit
het zoute water.
Zo léven we hier voort aan liet
waterfront met onze zorgen van alle
dag, onze gedachten steeds bij de
nooddijk. die door liet water wordt
belaagd en het eerste begin is van de
overwinning op de golven.
Nieuw katoenweefsel met vele variaties.
Het mooie weer van de laatste weken zal menige vrouw aan 't denken
hebben gezet over haar zomer-garderobe. Verschillende winkels tonen hun
voorjaars-stoffen reeds in de étalages.
Een nieuw artikel onder ai deze stoffen is „everglaze". Men zal misschien
zeggen: „Maar dat is niet nieuw, want dat hebben wij vorig jaar ook al
gezien". Inderdaad is het artikel „everglaze" vorig jaar reeds gestart- Dit
voorjaar is veel meer variatie in „everglaze" te zien, zowel in effen geïm
pregneerd met verschillende dessins, als In bedrukt.
Het is Interessant eens iets meer
te weten over dit „hobbeltjes-goed",
zoals het in de wandeling nog veel
wordt genoemd.
„Everglaze" is een 100 pet katoe
nen weefsel, dat echter door een spe
ciale behandeling, waarvan het pa
tent bij Joseph Bancroft in Amerika
berust, sterk veredeld is. Het woord
veredeld is hier inderdaad op zijn
plaats, want door deze speciale be
handeling, waaraan o.a. kunstharsen
te pas komen, is deze stof kreukher-
stellend, vuil-afstotend. practisch
krimp- en rek-vrij, sneldrogend en
verder is het artikel gemakkelijk te
strijken en te wassen.
Amerika veroverd
„Everglaze" heeft Amerika enkele
jaren geleden stormenderhand ver
overd en h"°ft daar haar plaats we
ten te behouden door de nauwgezette
controle, die de licentie-houder Ban
croft uitoefent op de kwaliteit van
de door hem voorgeschreven behan
deling. De betekenis, die „everglaze"
op het ogenblik nog in Amerika
heeft, wordt het beste gedemon
streerd door het feit. dat mevrouw
Eisenhower bij de inhuldiging van
haar man als President van de Ver.
Staten een hoedje droeg van „ever
glaze". Ook Miss America laat zich
graag in japonnen van „everglaze"
fotograferen.
Hét is niet verwonderlijk, dat de
Nederlandse katoenindustrie van be
gin af grote interesse in dit artikel
heeft getoond. Het doek zelf stelt
geen bijzondere eisen aan de techni
sche outillage van deze fabrieken, zo
dat het artikel gemakkelijk in de
product! kon worden opgenomen. De
technische moeilijkheden liggen in
dez geheel bij de finisher.
Bancroft heeft aan twee Neder
landse finishers de licentie ver
leend. waarvan thans door zeven
vooraanstaande Nederlandse tex-
,*ww\*ww*ww\
Och heden, wat heb ik mij
daar op de hals gehaald. Heb
ik onlangs in een dartele bui
zo maar een kolommetje ge
schreven over een grappige ont
moeting in een kunsthandel,
waar de eigenaars om personeel
zaten te springen en daar be
gint het van alle kanten epistels
te regenen alsof ik êen premie
per sollicitatie had uitgeloofd.
Het ging mij werkelijk aan
het hart al die liefhebbers te
moeten teleurstellen, en dus heb
ik met een royaal gebaar de ver
antwoordelijkheid op de kunst-
handelende schouders gescho
ven, door alle brieven aan het
bedoelde adres door te geven.
Wie dus niets verneemt weet dat
hij of zij ditmaal met een niet
is uitgekomen en hope getroost
op een volgende keer.
Maar, en dat is altijd het aar
dige, in deze kolom: in die brie-
venregen ruiste lang niet alleen
het motief van het baantje. Nee.
allerhande lieden iwn beiderlei
kunne hadden naar de pen ge
grepen om naar aanleiding van
de strekking mijner bescheiden
regelen hartgrondig te proteste-
Zij meenden te hebben gelezen,
dat ik beweren wilde: het „zelf
standig kunnende werkenis de
wereld uit. Er is geen betrouw
baar, competent personeel meer
le vinden. Wie de kolom nog
eens zou willen nalezen zal een
dergelijke bewering er moeilijk
in kunnen vinden, het enige wat
ik meende te moeten opmerken
ivas: Begrijpt u het? Ik wel. En
daarmede heb ik heel iets an
ders bedoeld.
Dit namelijk: dat „zelfstan
dig kunnende werken", naar
mijn ervaring, 't gros der jeug
dige werknemers niet meer aan
trekt. Men houdt niet van een
werkkringwaarin men op eigen
initiatief, eigen inzicht, eigen
verantwoordelijkheid is aange
wezen. Men laat zich véél lie
ver iets opdragen, en dan bij
voorkeur een eenvoudige, des
noods monotone taak, die een
afgepast, aantal uren duurt en
met een afgepast loon wordt ge-
honóreerd. Al wat daarboven o]
daarbuiten valt is inspannend,
lastig, veeleisend, vergt teveel
moeite en wordt bovendien niet
betaald.
Gaat u nu alstublieft weer
niet ijlings achter een blocnota
zitten om mij een lange brief te
schrijven dat U zo niet bent en
dat u bosjes jongelui kent die
VWW*A*\*W»/WWW
VERHEUGEND
PROTEST
vvvwv\\vvvwv\wvw
wélWant ik zal u dat dade
lijk met genoegen toegeven, en
er zelf ook nog een ritsje loffe
lijke uitzonderingen op mijn
eigen regel bijvoegen.
Maar dat bewijst niets op het
grote geheel. En mijn ervarin
gen, getoetst aan die van vele
anderen, hebben mij geleerd dat
de voorkeur voor zelfstandig,
nauwgezet, plichtsgetrouw wer
ken steeds geringer wordt.
Dit is trouioens, in het. kader
der algemene tendens van deze
tijd, niet anders dan volstrekt
logisch. De persoonlijkheid is
bezig te verdwijnen: is in elk ge
val een lastig en onbruikbaar
verschijnsel in deze maatschap
pij geworden.
Het is veel gemakkelijker en
voordeliger geleefd te worden,
dan te leven; wie „iemand" we
zen wil stoot zich dagelijks aan
allerlei hoeken en kanten, haalt
zien schrammen aan prikkel
draad en builen tegen hekken
op de hals.
Hoeveel vaders, die zichzelf
met vlijt en doorzettingsvermo
gen omhoog hebben gewerkt tot
de begeerde vrijheid van „zelf
standige", hebben mij niet steen
en been geklaagd over hun
zoons, die vader voor gek ver
klaarden en een baantje prefe
reerden van afgepast acht uur
werken, vast loon, gegarandeer
de vrije tijd en een van staats
wege verzekerde oude dag. Wat
zal een mens zich dan al de last
en het risico van iets méér
doen, zélf doen, ja, eigen werk
gever zijn op de hals halen?
En de samenleving, die vit
noodzaak of principe, de tijd
zal het leren druk bezig is ons
met papier op papier ogen en
oren dicht en handen en voeten
vast. le plakken, werkt die re
denering duchtig in de hand.
Daarom, o verontwaardigde en
hoofdschuddende lezers en le
zeressen, ben ik zo ontzaggelijk
in mijn knollentuin met uw hef
tige protesten al is het maar
een druppel in de zee van brie
ven die in de pen gebleven zijn
uit onverschilligheid of gemak
zucht.
Want deze protesten bewijzen
mij, dat er toch nog altijd, alle
nivellering ten spijt, mensen te
over zijn die iemand wil
len zijn, hoe bescheiden en een
voudig ook. Die met allebei hun
voeten stevig op hun eigen plek
je grond staan en zich daar door
niets en niemand af laten drin
gen. Ik wens hun, uit de grond
van mijn hart, tot heil van het
lieve vaderland, een talrijk na
kroost.
SASKIA.
W*W\AA^WWV\*WW*A*WW\*VWVWWVVWWWWVV
tielfabrieken gebruik wordt ge
maakt Deze fabrikanten hebben in
een zeer korte tijd een behoorlijke
export in deze stof opgebouwd en
zijn tevens in staat in de Neder
landse behoefte te voorzien.
Vele variaties
Het zou overigens een vergissing
zijn te denken, dat „everglaze" alleen
in „hobbeltjes" wordt gebracht,
want in het aanzien van „everglaze"
zijn vele variaties. Men heeft ..cver-
glaze"-taft, -piqué, -moiré, -chintz,
-damast etc. De stof is dus niet uit
sluitend geschikt voor japonstof, doch
ook voor meubelbekleding en ander
huishoudelijk gebruik. Op het ogen
blik zijn zelfs de mogelijkheden in
studie voor „everglaze"-behang.
Verschillende Parijse couturiers
hebben dit jaar „everglaze" in hun
collectie opgenomen. Men zag het in
taft en pioué. Dit wel een bewijs,
dat dit artikel in de grote mode ook
een rol speelt. 9
Dit is Miss America 1953, in het dage
lijks leven luisterend naar de naam
Neva Jane Langley. Zij draagt hier een
tweekleurig japonnetje, uit everglaze
vervaardigd.
Zeemeeuw inspireerde
Charles Montaigne
Het is langzamerhand dc gewoonte
van de „Hollandse Parijzenaar"
Charles Montaigne geworden om, na
dat hij op de eerste Februari zijn
collectie aan het internationale pu
bliek te Parijs heeft getoond, de
buitenlandse primeur aan het Am
sterdamse Doelen Hotel te geven.
Dit keer is Montaigne's collectie ge
ïnspireerd op de zo sierlijke vogel de
zeemeeuw. Kragen, strikken en slip
pen vertonen een duidelijke vleugel-
lijn die nu eens gepliseerd, dan weer
gesteven is. Montaigne's rokken zijn
voor de japonnen en tailleurs over
wegend aansluitend en elk model
vestigt de indruk alsof de stof over
het lichaam van de draagster werd
gelegd, zoals de veren van de meeuw
het lijfje van dit dier omsluiten. De
draperiën, gestrikte blouses en der
gelijke zorgen dan weer voor het
vleugeleffect. Heel goed bedacht en
uiterst elegant zijn deze effecten,
terwijl elk stuk voor honderd pro
cent „draagbaar" is.
öz. g
a zszex w
In de Bianca-zaal van het palazzo
Pitti te Florence kan men zijn eigen
stem byna niet meer verstaan. Het
wemelt er van kopers en koopsters,
die beslist lang niet allemaal tot de
particulieren behoren; naast rijke
.Amerikaanse vrouwen ziet men hier
vele confectionnalrs. De Italianen
brengen voor het komende seizoen
een „romantische" mode: lijnen die
elke vrouw, of zij nu komt uit Zuid-
Amerika, Alaska of Azië, tevreden
zullen stellen.
De jeugdige Roberto Capueci
kleedt zijn prachtige, aristocratische
mannequins in modellen die haar
(mooie) figuren accentueren en die
jeugdig maken. Hg brengt voor
de mantels en de japonnen de „ligne
princesse", die hoewel zeer zwierig,
toch minder overdaad vertoont dan
de collectie die hij in October in Ne
derland vertoonde. Capucci begint,
hoewel hg nog zeer jong is, zgn
„wilde mode-haren" kwijt te raken.
Carossa brengt een oneindig ge
varieerd aantal tailleurs in wollen
zomer-kwaliteiten. Zijn kleurengam
ma ligt tussen marineblauw en grijs.
Voor de ochtend brengt Carossa fla
nellen costumes, terwijl hij voor de
middag fgne lakense stoffen prefe
reert.
Naast Carossa is Antonelli de tail
leur-specialist in Rome. Hij comple
teert zijn tailleurs voor het komen
de voorjaar met bijpassende tamelijk
wijde mantels. Deze vertonen niet
meer direct, maar wel indirect de
pyramidelijn. De mouwen van dit
huis zijn ook nog steeds aangeknipt
en kunnen meestal driekwart en lang
worden gedragen.
Femandi vecht voor de terugkeer
van het klassieke mantelcostume.
Zijn mantels vertonen de tube-lijn,
terwijl bijna al zijn creaties ra wol
len materialen worden verwaardigd,
te weten: pastelkleurige tweeds, fla
nel en wollen ottoman voor de tail
leurs; tweed, flauseh en een enkele
visgraat voor de mantels.
Giovanelli-Scïara creëerde niet te
wijde mantels met grote kr agen, die
boothalzen vertonen en zowel hoog
als laag kunnen worden gedragen.
Bijzonder* chic zgn zijn japonnen die
óf het model princesse vertonen, óf
zeer aansluitend zijn en voor-zien van
slippen. Bijna al zijn modellen ver
tonen de aangeknipte mouwlijn.
Schubert, hoe Duits zijn naam ook
moge klinken, is een rasechte Itali
aan. Dat bewijst trouwens het al
lereerste zijn fijn en exotische kleu
rengamma. Licht rose en azuur zijn
Schubert's tinten voor de donkere
vrouwen. De Kimonolijn is één van
zijn hobbies, die hij voorlopig niet
zal opgeven.
Veneziani creëerde een zeer harmo
nische collectie mantels en tailleurs.
Zijn tinten zgn rose, groen en parel
grijs.