Mr A. Roothaert en Jaap Romijn schreven samen detective-roman Concertseizoen van orkest eist vee! zakelijke voorbereidingen ..STERREN STRALEN OVERAL" EEN SCHOT IN DE ROOS ZATERDAG 24 JANUARI 1953 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 LETTERKUNDIGE KRONIEK. Actueel, spannend en ook literair volkomen verantwoord TWEE SCHRIJVERS VAN ZEER UITEENLOPENDE aard en aanleg Lebben samen een literair spel gespeeld (en men kan naproeven hoeveel genoegen het hen al schrijvend moet hebben verschaft) met als resultaat een meeslepende, oorspronkelijke, in één woord: voortreffelijke detec tive-roman; een boek dat ook letterkundig van hoog gehalte is. Dit werk, dat we met vreugde begroeten als ontspanningslectuur van de allerbeste soort, zal zowel de lezer, die weinig eisen stelt als de hartstochtelijke detective-verslinder en de literaire fijnproever volkomen kunnen bevre digen. „Een avondje in Muscadin" heet dit geslaagde product van samen werking tussen de in Antwerpen woonachtige mr. A. Roothaert (die, naast menige detective-story o.a. algemeen geliefde boeken als „Dr. Vlimmen" en „Die Verkeerde Weerelt" heeft geschreven) en de Utrechtse letter kundige Jaap Romijn, wiens werk meer en meer de aandacht begint te trekken. „Een avondje in Muscadin" is een boek geworden, zo bedriegelrjk „echt" dat de lezer tenslotte overtuigd zou raken dat het verhaalde allemaal pre cies zo gebeurd is. Dat komt voor een groot gedeelte doordat de auteurs het vertellen in briefvorm nog wel alsof de hele geschiedenis henzelf en hun vrienden overkomt. De voor letterkundige samenwer king wel vaker gebruikte briefvorm was in dit geval een uitkomst daar, zoals in de aanhef gezegd, mr. Root- V door HANS WARREN haert en Jaap Romijn niet veel ge meen hebben in persoonlijkheid en schrijftrant. De brieven geven hen echter de mogelijkheid, geheel zich zelf te blijven, wat nog een bijzon dere charme aan het boek heeft toe gevoegd. Nu is het met detective-verhalen jneestal zo, dat men niets van de in houd kan vertellen zonder de span ning bij voorbaat te breken; het wordt dèn als een goocheltoer waar van men het trucje kent. Maar iets kunnen we wel verklappen zonder dat de aardigheid er af gaat, want zelfs als men de roman zelf heeft gelezen, weet men het naadje van de kous nog lang niet, en in dat opzicht is deze detective-roman heel origineel: hij be handelt een geval van verdwijning, dat zó uit het leven gegrepen is, met alle mogelijke complicaties, een ge val dat eenvoudig niet op te lossen is omdat alle sporen bijster lopen, zoals zo vaak in werkelijkheid. Denkt nu niet dat de schrijvers geen weg meer wisten met hun verdwenen geestes kinderen of dat u zich bekocht en te leurgesteld moet voelen aan het eind. Nee, u krijgt ten volle waar voor uw geld, niet alleen qua spanning en tot in 't ondraaglijke opgevoerde nieuws gierigheid, maar ook in meesterlijke milieubeschrijvingen en niet minder knappe karaktertyperingen en per soonsuitbeeldingen. Wat is er dan ge beurd EEN NACHTKROEGJE. Bij een bezoek aan Antwerpen, kwamen Jaap Romijn en zyn Utrecht se vriend, de veearts Rem de Koning, *s avonds in het nachtkroegje „Mus cadin" terecht, waar één van de char mante jonge danseresjes, Grete Mül- ler, hen dermate interesseerde, dat Rem de Koning aan het meisje be looft dat hij over een paar weken te rug zal komen. Vanzelfsprekend hou den de heren dat overigens on schuldig verlopende staartje van 't avondje voor hun vrouwen geheim. Grete had aan Rem gevraagd, een klein pakje voor haar mee te brengen dat hem in een Utrechtse kiosk over handigd zou worden. Hij smokkelt het in z^n broekzak over de grens, over handigt het aan Grete die het met een eenvoudig „merci" in haar tasje steekt. En het resultaat van dat sim pele voorval Dat Grete spoorloos verdwijnt, dat Rem in aanraking komt met de politie en met de bin nenlandse veiligheidsdienst kort om, er ontstaat een „thriller" eerste Culturele Cavalcade LILY BOUWMEESTER zal per 1 September geen deel meer uitmaken van het Rotterdams Toneel. Wél zal zij in het volgend, seizoen nog in „Het Hemelbed" optreden. JAN MUL heeft van Polygoon-Pro- filti opdruclit gekregen tot het com poneren van muziek bij een kleuren film over leven en werk van Vincent van Gogh. Debe muziek zal door le den van het Concertgebouworkest worden uitgevoerd onder leiding van de componist. TUSSEN DE directie van de Ne derlandse Oomedie" en het „Amster dams Toneelgezelschap" zijn onder handelingen gaande om tot een vorm te geraken voor een vaste bespeling van de Stadsschouwburg. Getracht zal worden de naam „Nederlandse Comedié" te behouden. HET BESTUUR van het P.E.N.- centrum voor Nederland heeft de let- terkundigen Jac. van der Ster en prof. dr. C. W. Mönnich tot leden van dit centrum benoemd. IN ROTTERDAM is opgericht de Stichting ,JZotterdams Ballet Ensem ble", dat zich ten doel stelt het sti muleren van balletkunst in en buiten Rotterdam. PIERRE MONTEUX komt volgen de week uit New York in Amsterdam aan, waar hij tien concerten van het Concertgebouworkest zal leiden. Mon- teux, die ontslag genomen heeft als dirigent van het San Francisco Sym phony-Orchestrais thans leider van de Metropolitan Opera te Neio York. klas, temeer daar de lezer er van overtuigd blijft dat niet alleen Rem, maar ook Grete volkomen te goeder trouw waren. Nu had Rem de Koning altijd hoog opgegeven van z'n Antwerpse vriend, de schrijver mr. Roohaert, vandaar dat Jaap Romijn zich daarmee rn ver binding stelt met 't verzoek, behulp zaam te zijn bij de ontsluiering van het raadsel. Natuurlijk zou, zoals gezegd, een groot deel van de aardigheid van het boek af zijn wanneer we u de hele intrigue vertelden; laten we enkel nog zeggen dat de spanning steeds wordt opgevoerd tot opeens De Ko ning ook ontvoerd blijkt, en wel even spoorloos als het danseresje. Die spanning blijft tot de laatste bladzij bestaan. PRACHTIGE KARAKTERISERING. Nu is men er tegenwoordig wel aan gewend dat de auteurs van detective romans hun sujetten psychologisch tot op het geraamte blootleggen, maar zowel Roothaert als Romijn geven in dit werk, behalve van grote mensen kennis, beiden bovendien blijk van grote liefde voor milieu- en persoons beschrijving, waardoor men hun boek ook als letterkundig werkstuk ten Journalistenfederatie tegen Kring van Danscritici. De Federatie van Nederlandse Journalisten heeft zich tot de Minis ter van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen gewend met een brief, waarin zij haar bezwaar kenbaar heeft gemaakt over het optreden van de Kring van Nederlandse Danscri tici. Het bestuur van de Federatie van Nederlandse Journalisten is van mening zo wordt in deze brief kenbaar gemaakt dat critici, dan wel een organisatie van critici, op generlei wijze hun verantwoordelijk heid van belangeloze en boven par tijen verheven beoordelaars mogen vermengen met een verantwoorde lijkheid, die zy onvermijdelijk zouden krijgen, indien zij zich tevens gaan mengen in de organisatie van het vak, waarover zij hun oordeel plegen te geven. De algemeen erkende moraalcode van de journalist, in casu de recen sent, sluit in, dat de recensent zich uitsluitend bepaalt tot het beoorde len van de openbare verschijnselen, die hem woraen voorgelegd en zich onthoudt van het medebesturen in de binnenkamers. Derhalve keurt de Federatie van Nederlandse Journalisten de activi teiten van de Kring van Nederlandse Danscritici in deze opzichten geheel af. De Federatie meent voorts, dat deze Kring blijkens zijn naam pretendeert een representatieve organisatie te zijn voor de gehele groep van Ned. danscritici, doch zich deze preten tie ten onrechte aanmatigt. De Kring is gesticht door niet meer dan acht leden, die uit hun midden de be stuursfuncties hebben verdeeld en daarna andere critici hebben uitge nodigd tot deze organisatie toe te treden. Men wordt lid op uitnodiging of ballotage en niet krachtens het feit, dat men de functie van dans- criticus feitelijk uitoefent. In de ontstaansgeschiedenis en in de zojuist weergegeven regel ziet de Fedei'atie van Nederlandse Journa listen aanleiding de Minister er van in kennis te stellen, dat zij de Kring van Nederlandse Danscritici niet als een representatieve organisatie van de danscritici in Nederland erkent. De Federatie van Nederlandse Journalisten heeft ook aan het Be stuur van het Prins Bernhard Fonds haar mening in dit opzicht kenbaar gemaakt. Verzameling Henriëtte Roland Holst. Nu met mevrouw H. Roland Holst- van der Schalk een centrale figuur uit het politieke en culturele leven van Nederland in de 20ste eeuw is heengegaan, hebben M. Roland Holst, prof. dr. G. Stuiveling en prof. dr. A. J. C. Rüter het besluit genomen te doen wat mogelijk is, opdat geen brieven en documenten verloren zul len gaan, die in de toekomst voor de studie van het leven en werk van mevrouw Roland Holst en ook voor die van de politieke en culturele ge schiedenis van Nederland van belang kunnen zijn. Het internationaal instituut voor sociale geschiedenis heeft reeds het begin gemaakt met het vormen van een verzameling-Henriëtte Roland Holst, bestaande uit stukken, die zij zelf en verschillende van haar cor respondenten aan het instituut heb ben afgestaan. zeerste bewonderen moet. De uitbeel ding van de sfeer in „Muscadin", de beschrijvig van de verstandhouding van de danseresjes onderling en met de leden van het strijkje; de karakte risering van politie- en andere amb tenaren, het is alles even meesterlijk en raak. Men leze b.v. de uitbarsting van de violist over de te mechanisch spelende pianist, de beschrijving van Yvonne, een der entraineuses uit de kroeg, wanneer zij eens voor zichzelf gaat wandelen. Het is alles zó uit het leven gegrepen. Dan zijn er de koste lijke opmerkingen van de schrijvers aan eikaars adres over hun andere letterkundige producten die ze voor dien niet van elkaar kenden, de ont roerende zin waarin het dappere vrouwtje van Rem de Koning wordt getekend; kortom dit werk is zo'n superieur letterkundig spel, met gro te liefde en vakmanschap voltooid, dat men het tot in alle details gul bewondert. Slechts het slot is moge lijk wat ongemotiveerd optimistisch en mild van oordeel jegens bepaalde toestanden. Er is n.l. een zeer actuele kant aan de geschiedenis waarover niet is gerept om niets van de span ning bij voorbaat te breken wanneer u dit boek zelf wilt gaan lezen. Als u dat doet en waarlijk, deze detec tive-roman kan van harte worden aanbevolen voor enige uren van echte ontspanning dan zult u begrijpen wat we bedoelen, en het er mogelijk mee eens zijn. A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. Albert van Dalsum gastregisseur bij „Theater". Albert van Dalsum zal als gast-re- gisseur optreden bij de nieuwe toneel groep „Theater", die onder leiding van Kees van Iersel en Robert de Vries in het komende seizoen te Arn hem zal optreden. De leiding van dit gezelschap heeft o.a. de volgende stukken op het re pertoire genomen: Shakespeare's „Lo ve's labour lost", Vondel's „Adam in ballingschap", Ibsen's „Hedda Ga- bler", Pieter Langendijk's „Don Qui- chotte of de bruiloft van Kamacho" en een stuk, dat bewerkt zal worden naar de verfilmde roman van Giovan ni Guareschi: „De kleine wereld van Don Camillo." Piet Muyselaar en Willy Walden ontbreken niet in „Sterren stralen overal". Holland-Festival begint op 13 Juni. Het Holland festival 1953 zal 13 Ju ni officieel in Den Haag worden ge opend. Daar het 30 Maart a.s. juist honderd jaar geleden is, dat Vincent van Gogh werd geboren, zal deze kunstenaar tijdens het Holland fes tival met een omvangrijke expositie van zijn werken worden herdacht, die gehouden zal worden in het museum Kröller MUller te Hoendcrlo. In verband hiermede zullen talrijke opera- en concert-programma's ruime aandacht besteden aan werken van Gogh's tijdgenoten waaronder ook werken, die slechts sporadisch op de programma's verschynen. Wordt dus het zwaarteupnt gelegd op de crea ties uit de tweede helft van de 19e eeuw, toch zullen de uitvoeringen, die inmiddels een zekere traditie verwor ven hebben, in het Holland-Festival programma 1953 niet ontbreken. FILMPANOPTICUM. Eindelijk dan toch een geslaagde Nederlandse amusementsfilm. (Van onze filmredacteur) Het is met een nieuwe Nederlandse film precies zoals met een interland- voetbalwedstrijd: zij wordt met spanning verbeid en tevoren worden reeds allerlei speculaties gemaakt over het resultaat, maar dit blijkt niet zelden volkomen anders te zijn dan men had verwacht. Het nieuwste product van vaderlandse bodem, „Sterren stralen overal", dat in een Amerikaans tempo in de Cinetone-studio's werd vervaardigd, was ons geannonceerd al3 een amusementsfilm met een actueel gegeven, de emigratie en die mededeling bracht direct „Een koninkrijk voor een huis" in gedachten, dat (om het min zaam uit te drukken) middelmatige werk, waarin de woningnood slechts als achtergrond fungeerde voor de Henriëtte Davids-gein. Eerlijk, onze ver wachtingen waren dan ook niet hoog gespannen, maar het doet ons daarom temeer plezier, „Sterren stralen overal" als een frisse, goed gemaakte ont- spanningsfilm (zeker niets meer, maar ook gelukkig niets minder) te kun nen begroeten. De producent Rudolf Meyer en de regisseur Gerard Rutten hebben er mee bewezen, dat Nederland het tóch wel kan. Rutten schreef zelf, tezamen met J. Gerhard Toonder, een scenario, waarin het juiste midden werd gehou den: enerzijds werd het voor ons land zo brandende emigratie-vraagstuk op volkomen aanvaardbare wijze in het verhaal tot uitdrukking gebracht, an derzijds is er een humor en menselijk heid in verweven, die ons direct aan spreken en vèr verwijderd zijn van de botte lol en banale sentimentaliteit, welke de vroegere „Hollandse lach- „DIE ZEIT 1ST DA Over orkestmensen, die nooit toegejuicht worden (Van onze muziekmedewerker). IN DE SOLISTENKAMER van het Rotterdams Colosseumtheater, waar het Rotterdams Philliarmonisch Orkest concerteert, is het bijzonder druk: er heerst die nerveuze beweeglijkheid, die men onder musici aan treft vóórdat hun optreden begint. In de hoek van het vertrek staat Theo Olof, die straks Beethoven zal spelen en nu nog even vluchtig en kele passages repeteert. Dirigent Eduard Flipse schijnt zich afgesloten te hebben voor de roezige drukte rondom hem, hij bestudeert de partituur en wendt zich tot Olof om nog een detail van een cadensovergang te bespreken. Concertmeester Salvatoro Tomasso is in een geanimeerd ge sprek gewikkeld met een Rotterdams medicus, die de solistenkamer is binnengewandeld Plotseling echter verstomt alle conversatie. Er is nadrukkelijk op de deur geklopt, die nu langzaam opengaat: een man-ln-uniform verschijnt, naar wie iedereen in het vertrek gespannen kjjkt. In de stilte komt van ver uit de foyer het geluid van tinkelende kopjes Dan klinkt het plechtig: „Mijne heren, het is tyd!" Met enige pathos declameert de suppoost zijn aankondiging, als ware hij de oude Graal koning uit Wagner's „Parsival": „Die zeit ist da Over enkele ogenblikken zal het applaus in de zaal opklinken, zal Flip se de dirigeerstok heffen en zullen die vier zachte, mysterieuze pauken slagen gehoord worden, waarvan men vertelt, dat Beethoven ze noteerde, toen een late bezoeker behoedzaam aan zijn deur klopte De luisteraar in de zaal bespeurt weinig van de geestelijke spanning, waarin dirigent, solist en orkest ver keren, een spanning, die een hoogte punt bereikt in de ogenblikken, waar op het podium wordt betreden. Voor hem is een concert een vanzelfspre kende gebeurtenis, waarbij hy zich niet druk behoeft te maken over de intensieve voorbereidingen, die er aan voorafgingen, de dagelijkse repetities, en allerminst over de enorme hoeveel heid werk, die verzet moest worden door diegenen, aan wie de zakelijke leiding en de organisatie van een con certseizoen zijn opgedragen. In de solistenkamer van het Co losseumtheater troffen wij temidden van de musici de heer F. H. Berg- huijs aan, directeur zakelijk leider van 't Rotterdams Philliarmonisch Orkest. Ook hij keek op, toen de sup poost zyn plechtige aankondiging naar binnenriep, want elk concert immers is mede zyn werk en daarom onderging hij de spanning van het ogenblik evenzeer als de mensen van het orkest. In de pauze, tussen Beet hoven en Stravinsky, vertelde hij ons iets van de vele voorbereidingen, die nodig zijn vóórdat het schema van een seizoen voor elkaar is. HET SCHEMA. „Eerst gaan we kijken, welke vaste concerten we moeten maken", zo zei hij (mensen uit de muziekwereld spreken over een concert of een be paald werk „maken" en niet over „geven"), „die concerten vullen we aan met de vaste series in andere plaatsen, b.v. Delft, Gouda, Dor drecht, Leiden, Vlaardingen en met de jeugdconcerten in Rotterdam. Zo komt het „frame" van het seizoen voor elkaar. Voorts gaan we de zalen bespreken helaas heeft Rotterdam nog steeds geen eigen concertzaal en bij de impressariaten informeren, welke solisten ter beschikking zijn en in welke periode. Daaruit maken we vanzelfsprekend alles in nauwe sa menwerking met de dirigent een keuze. Wanneer dan vaststaat met welke werken de solisten komen, kan de heer Flipse bepalen, welke com posities hij met het orkest wil uit voeren. Inmiddels zijn er zo ongeveer zes maanden voorbijgegaan. Van ver schillende kanten hebben we dan al aanvragen lopen voor begeleidingen, bijvoorbeeld van oratoriumverenigin gen. Dat alles moet zo goed en zo kwaad het gaat worden ingepast in ons „frame". Dikwijls is dat een heel gescharrel, terwijl het aantal mani festaties toeneemt. In het seizoen 19511952 hadden we er 148 in to taal". FINANCIëN. „Daarnaast komen natuurlijk de fi nanciële zorgen: er moet op gelet worden, dat het schema precies in de begroting past en by dit alles moet er een nauwe samenwerking be staan met de artistieke leiding, met de dirigent dus, ook al omdat som mige werken enorm duur zijn om uit te voeren, met name noviteiten". De taak van de heer Berghuys en de zijnen is totaal anders dan die van de musici op het podium. Zy doen hun werk op de achtergrond in ci viel. Nooit betreden zij het podium keurig in rok met het instrument on der de arm, nooit worden zij enthousi ast toegejuicht en teruggeroepen door 'n opgetogen publiek, maar toch is hun werk onmisbaar. Zonder deze arbeid zou een goed concert onmoge lijk zyn, want mede dank zij grondige voorbereidingen en onderhandelingen, mede dank zy het passen en meten in een schema en mede dank zij een zakelijk inzicht kan het orkest een artistiek resultaat bereiken! NA DE PAUZE. De pauze is om. Dit keer heeft de suppoost volstaan met de mededeling, „dat er gebeld is". In de gangen van het theater haastten zich de orkest leden naar het podium en enkele ogenblikken later staat Flipse achter zyn lessenaar en klinken de eerste maten van Strawinsky's „Petrouch- ka", dat brillant-geïnstrumenteerde werk, dat evenwel het uiterste van orkest en dirigent vraagt. Het pu bliek is enthousiast na afloop en ap plaudisseert staande. De dirigent buigt, het orkest is op gerezen. Zij danken. Doch ook namens de werkers „op de achtergrond". de K. films" de byna vulgaire Jordaanpro- óucten zo ongenietbaar maakten. Dit scenario dan verhaalt de bele venissen van een échte Amsterdam- sche taxichauffeur, Piet Amstel ge naamd, die het voortdurend moeilijker krijgt om zijn keurig gezin naar beho ren te onderhouden en die tenslotte besluit, de grote stap emigratie te wagen. Voordat hy echter kan ver trekken,speelt zich nog heel wat af, waarover wij hier verder maar niet willen uitweiden om het element van verrassing te bewaren. UITSTEKEND SPEL. Zeer kennelijk is consequent vastge houden aan het principe; „wy probe ren een goede amusementsfilm te ma ken", en dat is in zoverre jammer, dat filmische uitschietertjes met uitzon dering van de droomscène, ontbreken. Gezien zijn „Dood Water" hadden wy, wat het camerawerk betreft, wel iets meer van Rutten verwacht. Dat de makers in hun opzet geslaagd zyn (dat zy zonder meer vastgesteld) is echter al reden genoeg om verheugd te zijn en dat er zo uitstekend, in de hoofdrollen, maar ook in de bijrolle tjes wordt geacteerd, kan ons met enige nationale trots vervullen. Daar is dan in de eerste plaats Johan Kaart, zeer geloofwaardig als de taxi-eigen aar. Ook Peronne Hosang als zijn vrouw, Kitty Janssen en Guus Oster, Aaf Bouber Matthieu van Eysden, Herman Bouber en de anderen doen ons vergeten, hoe stuntelig en stum perig er destijds in Nederlandse film* werd „gespeeld". Hetty Blok en Hes- bert Joeks brachten een paar koste lijke typen op het celluloid. Jan Musch is voortreffelijk als een verzekerings agent en Hans Kaart is niets meer of minder dan een revelatie in de rol van gangster-in-spé. Zelfs Willy Walden en Piet Muyselaar vallen niet uit de toon, al had hun optreden zonder scha de wat korter kunnen zijn. Van de slotscène, de afvaart van het emigrantenschip, had Rutten o.i. wel wat meer kunnen maken. Heel jam mer, dat daarby het wel melodieuze titellied niet als „background-music" is gebruikt. Nü wordt het zeer op dringerig en akelig wee gezongen door Bert van Dongen. Maar deze wan klank, letterlijk en figuurlyk, kan niet verhinderen, dat w(j een goede indruk van „Sterren stralen overal" meenemen- Zij mag dan niet schitteren als een brillant, er is in ieder geval glans en nu en dan ook gefonkel! EDUARD FLIPSE spanning van het ogenblik Frans Duwaer-prijzen 1952 Burgemeester en Wethouders van Amsterdam hebben op voordracht van de adviescommissie voor de toe kenning van de Frans Duwaerprijzen- 1952, besloten de prijs, groot 200, voor de ontwerper van het typogra fisch best verzorgde boek, tijdschrift of handelsdrukwerk verschenen tus sen 1 October 1951 en 1 October 1952 toe te kennen aan de heer Dick Elf- fers te Amsterdam, voor de typo grafische verzorging van het boek „Verve", samengesteld door W. Jos de Gruyter en Paul Rodenko, uitgege ven door Daamen N.V. te Den Haag en gedrukt door de drukkerij Meyer te Wormerveer. De prijs, groot 200,voor de best verzorgde bibliophiele uitgave verschenen tussen 1 October 1951 en 1 October 1952 kon niet worden toe gekend.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1953 | | pagina 11