De Kleine Plevier op Schouwen Geteisterd en verwoest in alle eeuwen, maar altijd herrezen! ZINGENDE CICADEN ZORGEN VOOR VREEMDE KERSTMUZIEK gEd it ie Zeeuws-Vlaanderen PROVINCIALE ZEEVWSE COVRANT WOENSDAG 31 DECEMBER 1953 WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN Practischer en moderner na de laatste wereldoorlog Rest nog de strijd tegen de oude erfvijand West Zeeuwsch-Vlaanderen beeft zich voor een groot deel hersteld van de wonden, geslagen door het laatsteoorlogsgeweld. Nieuwe dorpskernen zjja verrezen, nieuwe boerderijen met rode en zwarte daken zorgen voor afwisseling in het landschap van groene dijken en grauw geploegde akkers. Achteloos gaan we alweer voorbij aan deze gewijzigde situatie en niemand vraagt zich eigenlijk af, hoe het komt, dat dit polderland zich in zo'n korte tijd heeft hersteld en de gelegenheid zelfs heeft benut om zich moderoer en practischer te oriënteren. Het is zo vanzelfsprekend geworden, dat het niet opvalt, hoe zich hier een krachtig volk door een ongekende veerkracht, dit taaie ras eigen, beeft opgericht. Zoals eeuwenlang in dit land na zware slagen het volk zich oprichtte en overging tot de orde van de dag. Eenvou dig en onopgemerkt, maar daarom niet minder heroïsch. door te steken in 1384. Alles wat de vloed van 1377 overgelaten had of I wat hers leid was, werd weer ver- Bij de beschrijving van de eerste m-1 Woest en de geest der stedelingen, die val det Hunnen onder Attila vermei- j üever een verwoest dan een overwon- den oude Vlaamse Kronieken, tót nen jand behielden, bracht er meer Reeds Att'la Aardenburg en Oostburg door dit volk werden verbrand en dat geheel het land door hen werd uitgeplun derd. Deze „Geesel Gods en Verwoes ter der Volken", zoals hij zich noem de. teisterde reeds in 450 als eerste het land van. Cadzand. Honderd jaar later kwamen de Hunnen, verenigd met de Gothen en Vandalen, als Noormannen terug en herhaalden hun invallen gedurig, tot dat na door Karei den Grooten in 800 en door Arnold den Ouden in 900 uit Frankrijk en de Nederlanden^ te zijn verdreven hun de lust verging con terug te komen. De reeds in 643 door St. Amand in o Oostburg en Aardenburg gestichte Vlaanderen. Bij een plakicaat van kloosters en kerken in de streek, gin- 1410, waarin hij zegt, dat zich ir gen hierbij verloren. Aardenburger- en Oostburger-Am- Bjj charter van 939 werd de abdij bacht zulke poelen vormden en zo van St. Pieter weer hersteld in allegrote geulen ontstonden, dat geheel rechten. In ar in oude tijden toege-Vlaanderen met ondergang werd be kend. Hierbij worden genoemd de dreigd, schreef hij een belasting uit tienden van de landen bij de stad j 0ver geheel Vlaanderen. Met de op- Oostburg, waaronder vielen Groede,brengst daarvan herstelde hij wat te Nieuwerkerke, Schoondijké, Gater-herstellen viel en deed hij tevens de iiisse en IJzendgke, ook toen reedsGrave Jansdijk aanleggen, korenland. Nauwelijks was dit werk voltooid, Over de lasten bratond toen reeds of dc M bokende Ellsabethvloed van rampen over, dan stormen en hoge vloeden konden brengen. Pas was de rust hersteld én begon men de dijken te vernieuwen of daar kwam de vloed van 25 November 1404. Weer werden de dijken bg Bier vliet vernield. Tevens sprongen de sluizen bij Slippendamme, waardoor het land van Aardenburg werd ver woest. De IJvedijk, die bij Oostburg ge deeltelijk was blijven bestaan, werd op verscheidene plaatsen weggesla gen en daardoor liep het gedeelte van de IJvewatering, dat na 1377 was ge red, geheel en al onder. Hertog Jan van Bourgondië was toen graaf van Bourgondië, waarmee ze zich nieuwe rampen op de hals haalden. Aardenburg en Oostburg werden zo diep armoedig, dat het te verwonde ren is dat deze steden bleven be staan Begin 1500 was Oostburg zo'n er barmelijk nest, dat Philippine als een dorado kon worden beschouwd. In 1520 telde de stad nog geen 60 Poor ters en Poorteressen. De regering bestond uit 5 personen. Er waren schepenen, die niet konden schrijven en burgemeesteers, die hun naam nauwelijks konden zetten. De een was koemelker, de ander vrachtrijder, ter wijl de posten van gaarder van het straatgeld, marktgeld, bier- en wijn accijns broederyk onder de leden van het college werden verdeeld. De Godsdienstoorlogen deden er nog een schepje op. Tijdens de op standen tegen de Spanjaarden wer den Oostburg en Aardenburg weer verbrand. De verwoesting van Oost burg was zo volledig, dat geen enkele bewoner meer werd gevonden. Uit een verklaring in 1604 afgelegd voor de regering van Vlissingen door de overgebleven leden van de Oost- burgse magistraat van 1583 blijkt, dat Oostburg volle een en twintig jaren onbewoond is gebleven. Het gehele land leverde toen niets anders op, dan een uitgebreid moe ras, waarop niets te zien was, dan de puinhopen van Aardenburg en Oost burg en hier en daar een verwoeste kerk. „zot. "i ue zo ucKenue n,iisaDeinvioeu van geschil, daar de 1421 kwam weer alles verwoesten, en graag oetaaldem Daaiom vaardigdeer bleef van hetgeen een halve eemv Fiups van den ELas, de vroeger had bestaan, niets meer te Dirk, die het H_üige Bloed te B u» herkennen. Het land was zo verarmd ge (5cbl,ao,hl; JS'.P'Ï'1;®" 54 en In zulk nen ellendige toestand, dat waarbij hij zei, dat hg1 de stok en h Aardenburg en Oostburg gebeel af- zwaard hem door God toeverti ouwd, hwUreIijk van Brugge worden. SS^SS^'h^Oortb'u^JS Ce abten van SpBaat e„ St Pie- backt langer nalatig bleet in het op- tere gingen weer aan het hei-bedijken, brengen de UeSden. I f'«~k deBmgse edelen. Het opzicht Aardenburg- en het Oos.tburger-Am- ------- backt langer nalatig bleet in het op- tere gingen weer aan het hei-bedijken, van de tienden alsook de Brugse edelen. Het oozicht de 11e 12e en 13e' eeuw wordt, het verarmde land was slecht en gesproken van Oostburg. Aarden-1 de polders bezweken een voor een. burg en Uzendijke als van hoogst j DIEPE ARMOEDE. esrhoóndHke Desondanks namen de bewoners Cadzand, Grolde en bchoondgk oofe nu weer deel aan de twisten over Met de St. Elisabethsrloeden echter, het regentschap van Maximiliaan van ïn de nacht van 16 November 13 sprong de IJvedijk bij Biervliet en bij Gaternisse, zodat Biervliet, IJzenüij- ke, Schoondijké, Gaternisse, het klooster van Elmare, de kapel van Osmunt en een groot gedeelte van Oostburg werden verwoest, en wel zodanig, dat niet bij benadering meer te zeggen was, waar IJzendijke, Schoondijké en Gaternisse hadden 1 gelegen. DE STRIJD TEGEN HET WATER. Men was intussen niet afgeschrikt, maar begonnen met herdijken, hoofd zakelijk de abten van St. Pieters en St. Baafs. De strijd tegen het water kon beginnen. Maar nu ontstonden de twisten Omstreeks deze tijdén woedden in Vlaanderen de twisten over het pa tronaatschap van Vlaanderen. De Witkappen, onder aanvoering van Artevelde, waren voor de Engelsen, terwijl graaf Lodewijk van Male het met de Fransen hield. Hetzg omdat Oostburg en Aardenburg koopsteden waren en zij dus belang' bij de kwes tie hadden, hetzij tengevolge van een krijgshaftige aard, het volk nam aan deze twisten deel. De Engelse vloten kwamen altijd door het Zwin binnen, evenals de Franse, zodat dan ook zeegevechten in het Zwin plaatsvonden, waarvan wij ons geen denkbeeld kunnen vor men! De landingen der troepen gebeurden te Cadzand en bij een van die landin gen werd Cadzand totaal verbrand, zo zelfs dat de plaats zich niet meer kon herstellen. Oostburg werd zo vaak geplunderd, dat de inwoners besloten nun dijken In 1604 nam Prins Maurits de stad Sluis en hij maakte zich meester van deze streken. Hij hechtte hieraan zo veel gewicht, dat hij overal waar slechts een droog plaatsje was te vinden een fort of een schans deed opwerpen. Rondom deze schansen begonnen opnieuw de herbedijkingen. Zodra was echter het twaalfjarig bestand afge- lopen of al de dijken werden opnieuw p doorgestoken. Alles bleef in deze toe stand liggen tot de Munsterse Vrede, toen na de formele erkenning van de onafhankelijkheid der Geünieerde Provinciën, het indgkingswerk gere geld werd ondernomen en voortge zet. 1 Deze inDolderingen alleen, van de Generale Prins Willemspolder in 1651 tot en met de van Dunnépolder in 1907, vormen een studie apart. Alle tijden door echter, oorlog of geen oorlog, twisten of geen twisten, brand of overstromingen; de bewoners be gonnen steeds opnieuwimèt de weder opbouw van land en steden. DE ANDERE STEDEN. Wat Oostburg en Aardenburg mee maakten zagen we reeds. Maar wat te denken van Sluis. Ver brand in 1295 door de Zeeuwen, in 1323 door de Bruggelingen, in 1406 door de Engelsen, in 1492 door Duit sers. Engelsen en Vlamingen samen, in 1587 door de Spanjaarden, in 1604 dooi de 'Nederlanders en in 1747 en 1794 door de Flansen, in 1944 door de oprukkende geallieerden, die de SSers verdreven uit de streek. Biervliet, eertijds een der voor naamste steden van Vlaanderen, ver viel tot een steenhoop in 1586 en had nog 18 gezinnen binnen haar veste, die een zware strgd tegen het water voelden voor 400 genieten land. Het gevolg was de indijking van de Oranjepolder door Joos Laureins, baljuw van Axel. Neusen en Biervliet, waardoor Biervliet minder last van het water had. Groede was in 1583 verlaten en on der water en verkeerde dertig jaar in die toestand. In 1612 verschenen de gebroeders Cornells en Jacob Cats in Groede voor de .ndijkingen. Vermoedelijk is het oude Groede en het Nieuwerkerk in die tijd verloren gegaan. Aan Nieu werkerk herinnert slechts de overge bleven zeer diene Nieuwerkerkse- kreek. Ook van Gaternisse bleef slechts een kreek over met die naam. Ook Schoondijké verdween van het toneel. Het oude Schoondijké, later Vulendijke werd na de inpoldering van de Generale Prins Willemspolder teruggelegd temidden van de vierkan te nieuwe kavels en voorlopig ge noemd Willemsdorp, om later de hui dige naam van Schoondijké weer te Ontelbaar zijn de vernielingen en verandei-ingen geweest in dit gewest. Ondanks al deze rampen bleek de veerkracht voldoende om zich weer op te richten. RIJKE* HISTORIE. Zgn er streken met ryker historie dan het West Zeeuvvsch-Vlaamse land? Is het een wonder dat de bewo nen er een aparte trots op na hou- den? Een trots, die hen in staat stelt het bijna onmogelijke toch steeds weer te bereiken! Ieder zal het wel eens zgn met on ze opvatting, dat de laatste weder oprichting historisch en heroïsch was. Deze blik in het verleden doet ons beseffen, dat dit landje van Cadzand niet zo maar een stukje boerengrond is, maar een streek, die het waaris, zelfs ten koste van millioenen de strijd voort te zetten tegen de erf vijand, de zee. Ook nu weer beginnen de lasten te drukken op de gronden. De vele polders, thans verenigd in een groot waterschap, zullen dé histori sche strgd voortzetten. Niet alleen voortzetten maar winnen. De namen van de hoofdingelanden, die thans be slissen over de te nemen maatregelen aan zeewering enz. zijn dezelfde na men, die eeuwenlang voorkomen in de oude polderreglsters. Die namen staan er borg voor, dat de oude erf vijand een verloven spel speelt. Voor het eerst zijn de vele archie ven van al die polders bijeengevoegd. Van onder de schimmel zal men straks nieuwe historie te voorsohjjn halen. Historie, welke het land nog grootser van aanzien zal maken. Hi- storie, die een waarschuwing zal vormen voor ons geslacht, welke waarschuwing ongetwijfeld zal wor den begrepen, ook al brengt dit lasten mee. De weg, welke onze voorvade ren wezen, Is de enige weg, nl. die naar herstel en opleving. Een Engelse monnik, broeder Gilbert, vervaardigt in zjjn klooster, Prink- nash Abbey, in Gloucestershire, beeldjes, die zijn bedoeld als kronings souvenirs De monniken werken daar in hun eigen pottebakkerijen, en vervaardigen de beeldjes naar origineel ontwerp, waarbij ze de klei uit de tuinen van de Abdy gebruiken. Broeder Gilbert maakt ongeveer 30 dozyn van deze beeldjes per week! UIT DE VOGELWERELD Hoge waterstand op de West-Europese rivieren De sty ging van de waterstand in de grote rivieren begint op sommige plaatsen in Europa en in het byzon- aer in Frankryk onrustbarende vor men aan te nemen. Bordeaux was het toneel van een overstroming in de buitenwijken. Onze kaart geeft een overzicht van de belangrijkste rivie ren en de meest kritieke punten verband met dc waterstanden. Mysterieuze vogel broedde op het zeestrand bij Haamstede Waar de vogel in het broedseizoen, Mei of Juni, verblijft, zal hjj in het algemeen ook nestelen en broeden, veronderstelt men. Zo zullen de waar nemingen vau het wouwaapje op Zuid Beveland en in Zeeuw sch-Vlaanderen Oost en West uil welke laatste gebieden ik naar aanleiding van myn vorige artikel in de P.Z.C over deze vogel inlichtingen ontving wel broed- gevallen en dus aanwinsten betreffen, 't Is overigens zeker de vraag, of we hierin aanwinsten moeten zien in de zin. dat de vogels zich daar pas het jaar van de waarneming gevestigd hebben, dan wel, of ze er al vorige ja ren gebroed hebben, doch nu pas „ontdekt" zyn. Ook kunnen we ons af vragen, of een enkel vogelpaar zeker jaar in een bepaalde omgeving broedt, om daarna jarenlang weg te blijven (steltklunt) dan wel, óf hy er zich permanent gevestigd heeft. de. We twijfelen: 't zal wel de bont- bek zijn, zegt mijn vriend. Maar de waarnemer en vinder, de heer Anton van den Oordt, een Rotterdams orni tholoog. is wel zeker van zijn zaak Een waarneming vanuit de schuilhut plus meerdere foto's doen zien, dat hij het bij het rechte eind heeft. Het is inderdaad de kleine plevier. Nóg denk ik, gezien al die waarnemingen vele jaren lang in het binnenland en hier de zoetwaterpias zo vlakbij, dat het verblijf van deze vogelsoort aan zoet water gebonden is. Maai dan vertelt de heer Van den Oordt me, dat het jaar daarvóór twee paartjes gebroed hebben op de Beer (eiland Rozenberg), op het strand dus. Ten ïn de loop van de laatste kwart eeuw werden, dank zij de groeiende belangstelling van ornithologen en le ken in het vogelleven, het sympathie ke speurderswerk van de N.J.N (Ne derlandse Jeugdbond voor Natuurstu die) tal van „ontdekkingen" als bo venbedoeld, gedaan. Zo heeft ook Schouwen-Duiveland met zijn toch al kleine honderd soor ten van broedvogels nog aanwinsten van recente datum. In 1951 b.v moet volgens betrouwbare gegevens ondei Zierikzee de ijsvogel genesteld en zijD jongen grootgebracht hebben. De be bossing van de duinen bracht daar de grote bonte specht. Ik heb de foto's van de vogel bij de nestholte. In het broedseizoen werden er de roodborst- tapuit, de klapekster én de rouw- kwikstaart geregeld gezien en last not least werd midden in 't duin- complex en op het zeestrand de klei ne plevier nestelende aangetroffen en gefotografeerd. In de eerste decennia van deze eeuw maakte de vogelliteratuur melding van waarnemingen van een paartje van deze vogelsoort bij het Wasch- meer bij Hilversum. Van een broed- geval was geen sprake, ze hielden er zich zo maar enkele dagen op. Na deze waarneming echter dook in de loop der volgende jaren deze vogel nü hiér, dèn daar nestelende op. vooral voorkeur aan de dag leggen de voor opgespoten terreinen bij on ze grote steden, zodat thans van zeld zaam voorkomende feitelijk niet meet gesproken kan worden. Lange jaren bleven de meldingen beperkt tot het binnenland: zandige rivieroevers, boorden van plassen en zoals ik zei opgespoten terreinen. Van waarnemingen of vondsten op het zeestrand of in de duinen werd voor alsnog niet gerept. Dan, opeens, voor ons onverwacht en ongedacht, wordt in 1951 de vogel geïdentificeerd en het legsel gevon den op een zandvlakte bij een zoet- 1 waterplas in de duinen bij Haamste- overvloede komt de heer R. ten Ka- te uit Zierikzee me mededelen, dat hij op het stand een legsel van vier eieren van een pleviertje gevonden heeft. Strandplevier is uitgesloten: die legt maar drie eieren. De bontbek dan? Mogelijk, maar toch ziet hij iets voor deze soort afwijkends aan de eieren. Blijft over de kleine plevier! De kleine plevier op het zeestrand, dat lijkt hem maar raar. De foto's moeten de oplossing brengen en dat doen ze ook: Het is ook bier de klei ne plevier. En zie, 1952 bracht weer een paartje van deze soort nestelen de op het zelfde strand. Het is dit ^paartje, waarvan U hiernevens de foto ziet. De kleine plevier intussen heeft lange jaren gegolden als een raadsel achtig wezen in de Nederlandse vo gelkunde. Zijn Latijnse benaming: Charadrius dubius legt daarvan mede getuigenis af. Dubius toch betekent twijfelachtig, dus is het de twijfel achtige plevier Zie. we kennen in ons land drie soorten pleviertjes. alle niet veel grotei dan onze gewone huismus, maai' hoger op de poten, strandplevier, bontbek- en dan de kleine plevier. Ze lijken op elkaar, hebben alle drie een donkere of zwarte halsband. Bij de strandpleviei is die op de borst onderbroken, loopt niet door Dit kenmerk sluit verwar ring met de beide andere soorten uil. Deze laatste echter hebben deze band als een volkomen gesloten zwarte ring om hals en borst. Deze gelijke nis nu, bij gering verschil in grootte en op korte afstand reeds te verwaar lozen verschillen o.a. in kleur van poten en snavel, brengt zelfs knappe ornithologen in verwarring. Wat is het nu? vragen ze zich vaak af, bont bek of dubius? Een bekend vogelkundige in de twintiger jaren van deze eeuw schreef me zelfs, dat men de twee soorten slechts onderscheiden kon, als men van elk een exemplaar in de hand had. Toen ik in 1936 voor het eerst op een afstand van slechts een drie tal meters een vis-a,-vis had met de kleine plevier, die wel een minuut lang als versteend in de houding bleef staan, moest me spontaan het essentiële verschil met de bontbek opvallen: het heldergeel gekleurde naakte ooglid, met daarbij de karak teristieke houding van de vogel, de habitus, zoals men dat noemt. Verde re verschillen lieten rne toen gewoon weg koud: het opvallend gele ooglid maakte hem onmiskenbaar tot de kleine plevier. Toen ik tegenover collega's-vogel- mensen er mijn bevreemding ovef uitte, dat een vogelkundige van naam me indertijd schreef, dat hij de beide soorten, bontbek en kleine, ter onder scheiding in de hand moest hebben, zeiden ze te veronderstellen, dat men vroeger als studiemateriaal in hoofd zaak gebruik zaJ hebben gemaakt van opgezette exemplaren en balgen (geprepareerde vogelhuiden) waarby de kleuren vooral van poten en snavel snel vervagen. De ornitholoog van de latere tijd verlaat de studeerkamer of het labo ratorium en gaat de boei op, het veld in. Zijn prisma verkleint de af stand tot het levend object tot op 1/6 of 1/10 of nóg minder, de vogel fotografie brengt hem, in zijn schuil hut gezeten, zijn gasten npgal dich terbij. Het zijn tegenwoordig veel de INSECTEN ALS VERZAMEL-OBJECT Zelfs de bookmakers kunnen ze niet overstemmen. (Van onze correspondent in Sydney). Wanneer de warme dagen van Kerstmis en Nieuwjaar naderen want op het Zuidelijk halfrond naderen dan geen koude maar warme dagen komt ieder jaar weer het koor van de millioenen cicaden het trommelvlies strelen of plagen, al naar men gemutst is. Het ene jaar is het koor groter dan het andere. Doch deze Decembermaand is het koor dor millioeneh cicaden in en om Sydney wel byzouder groot en het lawaai van de millioenen „drummers" is vaak oorverdovend. digen alle cicaden uit de hele buurt hun „gezang" dan steeds al3 het ware op commando? Daarbij houden sommige geleerden vol, dat de cicade doof is, zodat het meisje er toch geen plezier van heeft. Of deze. doofheid waar is, valt echter te betwijfelen. Wel kan men, onder een boom met cicaden een ka non afschieten zonder dat het orkest zijn lawaai ook maai- voor een secon de staakt, doch wij hebben zelf ge hoord, hoe een legertje cicaden het rhytme van een harmonicaspeler tij dens een picnic begon te volgen. Hoe dan ook, het geschreeuw der cicaden behoort bij de Australi sche Kersttjjd, zoals de hulst en de mistletoe bij de Nederlandse kerst sfeer hoort. En wanneer het luid ruchtigste insect van de wereld in Australië zijn lied verheft, dan weet men, dat het tjjd is op te schieten met het kopen van de cadeautjes en het verzenden van de Kerst- en Nieuwjaarskaarten. Wanneer wy oorverdovend dan bedoelen wy letterlijk oorverdo vend. Want tyaens de paardenren nen op de renbaan Warwick Farm bij Sydney gingen de laatste keel de cicaden in ae bomen zo te keer, dat de „bookmakers" er niet boven uit konden schreeuwen en met stom me en wanhopige gezichten op hun borden met prijzen moesten wijzen, terwijl dè luidsprekers van de club er alles wat zij hadden tegenaan moesten gooien, om boven het cica- denorkest uit te schreeuwen. In de oren der schooljeugd is het geschreeuw van deze vreemde in secten ware muziek. Want het ver zamelen en ruilen van exemplaren van de 207 soorten in Australië bekende cicaden verdringt gedurende deze maand de postzegel, het luci fersdoosje of andere voorwerpen van verzamelwoede volkomen. In elke boom in Sydney mogen een duizend of zo cicaden zitten schreeuwen, in deze maand ziet men ook welhaast in iedere boom een schooljongen, op zoek naar zeldzame soorten als de „Dubbele Drummer" en de „Zwarte Prins." De cicade, in het stadium van „gezang" ouder dan de gemiddelde schooljongen, is ook een heerlijk verzamelobject, want hg bijt noch steekt en is in zijn soort een fraai gedierte. De gewoonste soorten zgn de Yel low Monday en de Green Monday de gele en groene Maandag. Deze vreemde namen zgn te danken aan het feit, dat de matrozen van de eerste Engelse vloot welke Austra lië aandeed, de Austraalnegers vroe gen, wie er toch zo'n kabaal trapte en als antwoord „yellowmundee" kregen. Hetgeen natuurlijk prompt in „yellow monday" verbasterd werd. WAAROM Waarom het leger van de cicaden uren lang zo vreselijk schreeuwt? De geleerden zijn het er nauwelijks over eens. Oorspronkelijk meende men, dat het een liefdeslied van de mannetjes was, want de vrouwtjes 'schreeuwen niet. Maar wie gaat nu uren lang tegen zgn buurvrouw zit ten schreeuwen om haar te verove ren? En waarom beginnen en ein- z.g. veldkenmerken, waarop men af gaat. Toen ik dan ook, In 1951 en 1952, op het zeestrand bij Haamstede het beleg sloeg voor het legse) van mijn pleviertje om algehele zekerheid om trent de soort te krijgen, zocht ik, zo dra de vogel mijn groene doekje ging naderen, allereerst naar het alle ver warring uitsluitende criterium: het heldergele, naakte ooglid. De eieren, in tint, tekening en vorm ook, hoewel weinig, van die van de bontbek af wijkend, hadden mij al half overtuigd, maar de gele ring om het oog hief de laatste twijfel op. De opname, op kleurenfilm, gaf de gele kleur uitstekend weer. Het wit- zwarte negatief, dat ik er naar maak te, gaf een afdruk, waarop dit ken merk. thans natuurlijk als een witte of lichte ovaal, duidelijk naar voren komt. N, J. V. Petitionnement van pension houders en kamerverhuurders Enige leden van het hoofdbestuur van de Nederlandse Vakbond voor het Pension-, Rusthuis- en Kamerverhuur bedrijf „Peruka" hebben ter griffie van de Tweede Kamer een petitionne ment aangeboden met de bedoeling de leden dei Tweede Kamer te overtui gen van de noodzakelijkheid van een herziening van de omzetbelasting en van de personele belasting. Het peti tionnement ging vergezeld van circa drieduizend handtekeningen van pen sion- en rusthuishouders en kamer verhuurders. KERKNIEUWS DS. A. VAN GRIETHUYSEN TE WASPIK 45 JAAR PREDIKANT. Maandag 5 Januari a.s. zal het 45 jaar zijn geleden, dat ds. A. van Griet- huysen. emeritus predikant van Mijdrecht en thans wonende te Waspik, het predikambt In de Ned. Herv. Kerk aanvaardde. Ds. Van Griethuysen werd 22 Fe bruari 1881 te Overschie geboren en in 1907 door het Provinciaal Kerkbe stuur van Friesland toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk. Op 5 Januari van het daaropvol gend jaar verbond cand. Van Griet huysen zich, na vooraf te zyn beves tigd door wijlen ds. M. van Grieken, toen predikant te Ameide, aan zijn eerste gemeente Langerak bezuiden de Lek (classis Gorichem). Daarna stond de jubilaris achtereenvolgens nog te Hagestein (classis Gorinchem) .19101917; Oud-Vossemeer (classis Zierikzee) 19171924 en te Zuid- Beyerland (classis Dordrecht) 1924 1932. Op 6 November 1932 verbond ds. Van Griethuysen zich, na vooraf te zijn bevestigd door ds. L. Vroeginde- wey, toen predikant te Wilnis, aan zijn vijfde en laatste gemeente Mijdrecht (classis Breukelen), welke hy diende tot 5 Januari 1948, toen hem na 40 volbrachte dienstjaren emeritaat werd verleend.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 2