De Kleine Plevier op Schouwen
Geteisterd en verwoest in alle
eeuwen, maar altijd herrezen!
ZINGENDE CICADEN ZORGEN
VOOR VREEMDE KERSTMUZIEK
gEd it ie Zeeuws-Vlaanderen
PROVINCIALE ZEEVWSE COVRANT
WOENSDAG 31 DECEMBER 1953
WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Practischer en moderner
na de laatste wereldoorlog
Rest nog de strijd tegen de oude erfvijand
West Zeeuwsch-Vlaanderen beeft zich voor een groot deel hersteld van
de wonden, geslagen door het laatsteoorlogsgeweld. Nieuwe dorpskernen
zjja verrezen, nieuwe boerderijen met rode en zwarte daken zorgen voor
afwisseling in het landschap van groene dijken en grauw geploegde akkers.
Achteloos gaan we alweer voorbij aan deze gewijzigde situatie en niemand
vraagt zich eigenlijk af, hoe het komt, dat dit polderland zich in zo'n korte
tijd heeft hersteld en de gelegenheid zelfs heeft benut om zich moderoer en
practischer te oriënteren. Het is zo vanzelfsprekend geworden, dat het niet
opvalt, hoe zich hier een krachtig volk door een ongekende veerkracht, dit
taaie ras eigen, beeft opgericht. Zoals eeuwenlang in dit land na zware
slagen het volk zich oprichtte en overging tot de orde van de dag. Eenvou
dig en onopgemerkt, maar daarom niet minder heroïsch.
door te steken in 1384. Alles wat de
vloed van 1377 overgelaten had of
I wat hers leid was, werd weer ver-
Bij de beschrijving van de eerste m-1 Woest en de geest der stedelingen, die
val det Hunnen onder Attila vermei- j üever een verwoest dan een overwon-
den oude Vlaamse Kronieken, tót nen jand behielden, bracht er meer
Reeds Att'la
Aardenburg en Oostburg door dit
volk werden verbrand en dat geheel
het land door hen werd uitgeplun
derd. Deze „Geesel Gods en Verwoes
ter der Volken", zoals hij zich noem
de. teisterde reeds in 450 als eerste
het land van. Cadzand.
Honderd jaar later kwamen de
Hunnen, verenigd met de Gothen en
Vandalen, als Noormannen terug en
herhaalden hun invallen gedurig, tot
dat na door Karei den Grooten in
800 en door Arnold den Ouden in 900
uit Frankrijk en de Nederlanden^ te
zijn verdreven hun de lust verging
con terug te komen.
De reeds in 643 door St. Amand in o
Oostburg en Aardenburg gestichte Vlaanderen. Bij een plakicaat van
kloosters en kerken in de streek, gin- 1410, waarin hij zegt, dat zich ir
gen hierbij verloren. Aardenburger- en Oostburger-Am-
Bjj charter van 939 werd de abdij bacht zulke poelen vormden en zo
van St. Pieter weer hersteld in allegrote geulen ontstonden, dat geheel
rechten. In ar in oude tijden toege-Vlaanderen met ondergang werd be
kend. Hierbij worden genoemd de dreigd, schreef hij een belasting uit
tienden van de landen bij de stad j 0ver geheel Vlaanderen. Met de op-
Oostburg, waaronder vielen Groede,brengst daarvan herstelde hij wat te
Nieuwerkerke, Schoondijké, Gater-herstellen viel en deed hij tevens de
iiisse en IJzendgke, ook toen reedsGrave Jansdijk aanleggen,
korenland. Nauwelijks was dit werk voltooid,
Over de lasten bratond toen reeds of dc M bokende Ellsabethvloed van
rampen over, dan stormen en hoge
vloeden konden brengen.
Pas was de rust hersteld én begon
men de dijken te vernieuwen of daar
kwam de vloed van 25 November
1404. Weer werden de dijken bg Bier
vliet vernield. Tevens sprongen de
sluizen bij Slippendamme, waardoor
het land van Aardenburg werd ver
woest.
De IJvedijk, die bij Oostburg ge
deeltelijk was blijven bestaan, werd
op verscheidene plaatsen weggesla
gen en daardoor liep het gedeelte van
de IJvewatering, dat na 1377 was ge
red, geheel en al onder. Hertog Jan
van Bourgondië was toen graaf van
Bourgondië, waarmee ze zich nieuwe
rampen op de hals haalden.
Aardenburg en Oostburg werden zo
diep armoedig, dat het te verwonde
ren is dat deze steden bleven be
staan
Begin 1500 was Oostburg zo'n er
barmelijk nest, dat Philippine als een
dorado kon worden beschouwd. In
1520 telde de stad nog geen 60 Poor
ters en Poorteressen. De regering
bestond uit 5 personen. Er waren
schepenen, die niet konden schrijven
en burgemeesteers, die hun naam
nauwelijks konden zetten. De een was
koemelker, de ander vrachtrijder, ter
wijl de posten van gaarder van het
straatgeld, marktgeld, bier- en wijn
accijns broederyk onder de leden van
het college werden verdeeld.
De Godsdienstoorlogen deden er
nog een schepje op. Tijdens de op
standen tegen de Spanjaarden wer
den Oostburg en Aardenburg weer
verbrand. De verwoesting van Oost
burg was zo volledig, dat geen enkele
bewoner meer werd gevonden.
Uit een verklaring in 1604 afgelegd
voor de regering van Vlissingen door
de overgebleven leden van de Oost-
burgse magistraat van 1583 blijkt,
dat Oostburg volle een en twintig
jaren onbewoond is gebleven.
Het gehele land leverde toen niets
anders op, dan een uitgebreid moe
ras, waarop niets te zien was, dan de
puinhopen van Aardenburg en Oost
burg en hier en daar een verwoeste
kerk.
„zot. "i ue zo ucKenue n,iisaDeinvioeu van
geschil, daar de 1421 kwam weer alles verwoesten, en
graag oetaaldem Daaiom vaardigdeer bleef van hetgeen een halve eemv
Fiups van den ELas, de vroeger had bestaan, niets meer te
Dirk, die het H_üige Bloed te B u» herkennen. Het land was zo verarmd
ge (5cbl,ao,hl; JS'.P'Ï'1;®" 54 en In zulk nen ellendige toestand, dat
waarbij hij zei, dat hg1 de stok en h Aardenburg en Oostburg gebeel af-
zwaard hem door God toeverti ouwd, hwUreIijk van Brugge worden.
SS^SS^'h^Oortb'u^JS Ce abten van SpBaat e„ St Pie-
backt langer nalatig bleet in het op- tere gingen weer aan het hei-bedijken,
brengen de UeSden. I f'«~k deBmgse edelen. Het opzicht
Aardenburg- en het Oos.tburger-Am- -------
backt langer nalatig bleet in het op- tere gingen weer aan het hei-bedijken,
van de tienden alsook de Brugse edelen. Het oozicht
de 11e 12e en 13e' eeuw wordt, het verarmde land was slecht en
gesproken van Oostburg. Aarden-1 de polders bezweken een voor een.
burg en Uzendijke als van hoogst j DIEPE ARMOEDE.
esrhoóndHke Desondanks namen de bewoners
Cadzand, Grolde en bchoondgk oofe nu weer deel aan de twisten over
Met de St. Elisabethsrloeden echter, het regentschap van Maximiliaan van
ïn de nacht van 16 November 13
sprong de IJvedijk bij Biervliet en bij
Gaternisse, zodat Biervliet, IJzenüij-
ke, Schoondijké, Gaternisse, het
klooster van Elmare, de kapel
van Osmunt en een groot gedeelte
van Oostburg werden verwoest, en
wel zodanig, dat niet bij benadering
meer te zeggen was, waar IJzendijke,
Schoondijké en Gaternisse hadden 1
gelegen.
DE STRIJD TEGEN HET
WATER.
Men was intussen niet afgeschrikt,
maar begonnen met herdijken, hoofd
zakelijk de abten van St. Pieters en
St. Baafs. De strijd tegen het water
kon beginnen. Maar nu ontstonden
de twisten
Omstreeks deze tijdén woedden in
Vlaanderen de twisten over het pa
tronaatschap van Vlaanderen. De
Witkappen, onder aanvoering van
Artevelde, waren voor de Engelsen,
terwijl graaf Lodewijk van Male het
met de Fransen hield. Hetzg omdat
Oostburg en Aardenburg koopsteden
waren en zij dus belang' bij de kwes
tie hadden, hetzij tengevolge van een
krijgshaftige aard, het volk nam aan
deze twisten deel.
De Engelse vloten kwamen altijd
door het Zwin binnen, evenals de
Franse, zodat dan ook zeegevechten
in het Zwin plaatsvonden, waarvan
wij ons geen denkbeeld kunnen vor
men!
De landingen der troepen gebeurden
te Cadzand en bij een van die landin
gen werd Cadzand totaal verbrand,
zo zelfs dat de plaats zich niet meer
kon herstellen.
Oostburg werd zo vaak geplunderd,
dat de inwoners besloten nun dijken
In 1604 nam Prins Maurits de stad
Sluis en hij maakte zich meester van
deze streken. Hij hechtte hieraan zo
veel gewicht, dat hij overal waar
slechts een droog plaatsje was te
vinden een fort of een schans deed
opwerpen.
Rondom deze schansen begonnen
opnieuw de herbedijkingen. Zodra was
echter het twaalfjarig bestand afge-
lopen of al de dijken werden opnieuw
p doorgestoken. Alles bleef in deze toe
stand liggen tot de Munsterse Vrede,
toen na de formele erkenning van de
onafhankelijkheid der Geünieerde
Provinciën, het indgkingswerk gere
geld werd ondernomen en voortge
zet. 1
Deze inDolderingen alleen, van de
Generale Prins Willemspolder in 1651
tot en met de van Dunnépolder in
1907, vormen een studie apart. Alle
tijden door echter, oorlog of geen
oorlog, twisten of geen twisten, brand
of overstromingen; de bewoners be
gonnen steeds opnieuwimèt de weder
opbouw van land en steden.
DE ANDERE STEDEN.
Wat Oostburg en Aardenburg mee
maakten zagen we reeds.
Maar wat te denken van Sluis. Ver
brand in 1295 door de Zeeuwen, in
1323 door de Bruggelingen, in 1406
door de Engelsen, in 1492 door Duit
sers. Engelsen en Vlamingen samen,
in 1587 door de Spanjaarden, in 1604
dooi de 'Nederlanders en in 1747 en
1794 door de Flansen, in 1944 door de
oprukkende geallieerden, die de SSers
verdreven uit de streek.
Biervliet, eertijds een der voor
naamste steden van Vlaanderen, ver
viel tot een steenhoop in 1586 en had
nog 18 gezinnen binnen haar veste,
die een zware strgd tegen het water
voelden voor 400 genieten land. Het
gevolg was de indijking van de
Oranjepolder door Joos Laureins,
baljuw van Axel. Neusen en Biervliet,
waardoor Biervliet minder last van
het water had.
Groede was in 1583 verlaten en on
der water en verkeerde dertig jaar in
die toestand.
In 1612 verschenen de gebroeders
Cornells en Jacob Cats in Groede
voor de .ndijkingen. Vermoedelijk is
het oude Groede en het Nieuwerkerk
in die tijd verloren gegaan. Aan Nieu
werkerk herinnert slechts de overge
bleven zeer diene Nieuwerkerkse-
kreek. Ook van Gaternisse bleef
slechts een kreek over met die naam.
Ook Schoondijké verdween van het
toneel. Het oude Schoondijké, later
Vulendijke werd na de inpoldering
van de Generale Prins Willemspolder
teruggelegd temidden van de vierkan
te nieuwe kavels en voorlopig ge
noemd Willemsdorp, om later de hui
dige naam van Schoondijké weer te
Ontelbaar zijn de vernielingen en
verandei-ingen geweest in dit gewest.
Ondanks al deze rampen bleek de
veerkracht voldoende om zich weer
op te richten.
RIJKE* HISTORIE.
Zgn er streken met ryker historie
dan het West Zeeuvvsch-Vlaamse
land? Is het een wonder dat de bewo
nen er een aparte trots op na hou-
den? Een trots, die hen in staat stelt
het bijna onmogelijke toch steeds
weer te bereiken!
Ieder zal het wel eens zgn met on
ze opvatting, dat de laatste weder
oprichting historisch en heroïsch was.
Deze blik in het verleden doet ons
beseffen, dat dit landje van Cadzand
niet zo maar een stukje boerengrond
is, maar een streek, die het waaris,
zelfs ten koste van millioenen de
strijd voort te zetten tegen de erf
vijand, de zee. Ook nu weer beginnen
de lasten te drukken op de gronden.
De vele polders, thans verenigd in een
groot waterschap, zullen dé histori
sche strgd voortzetten. Niet alleen
voortzetten maar winnen. De namen
van de hoofdingelanden, die thans be
slissen over de te nemen maatregelen
aan zeewering enz. zijn dezelfde na
men, die eeuwenlang voorkomen in
de oude polderreglsters. Die namen
staan er borg voor, dat de oude erf
vijand een verloven spel speelt.
Voor het eerst zijn de vele archie
ven van al die polders bijeengevoegd.
Van onder de schimmel zal men
straks nieuwe historie te voorsohjjn
halen. Historie, welke het land nog
grootser van aanzien zal maken. Hi-
storie, die een waarschuwing zal
vormen voor ons geslacht, welke
waarschuwing ongetwijfeld zal wor
den begrepen, ook al brengt dit lasten
mee. De weg, welke onze voorvade
ren wezen, Is de enige weg, nl. die
naar herstel en opleving.
Een Engelse monnik, broeder Gilbert, vervaardigt in zjjn klooster, Prink-
nash Abbey, in Gloucestershire, beeldjes, die zijn bedoeld als kronings
souvenirs De monniken werken daar in hun eigen pottebakkerijen, en
vervaardigen de beeldjes naar origineel ontwerp, waarbij ze de klei uit
de tuinen van de Abdy gebruiken. Broeder Gilbert maakt ongeveer 30
dozyn van deze beeldjes per week!
UIT DE VOGELWERELD
Hoge waterstand op de
West-Europese rivieren
De sty ging van de waterstand in de
grote rivieren begint op sommige
plaatsen in Europa en in het byzon-
aer in Frankryk onrustbarende vor
men aan te nemen. Bordeaux was het
toneel van een overstroming in de
buitenwijken. Onze kaart geeft een
overzicht van de belangrijkste rivie
ren en de meest kritieke punten
verband met dc waterstanden.
Mysterieuze vogel broedde op het
zeestrand bij Haamstede
Waar de vogel in het broedseizoen, Mei of Juni, verblijft, zal hjj in het
algemeen ook nestelen en broeden, veronderstelt men. Zo zullen de waar
nemingen vau het wouwaapje op Zuid Beveland en in Zeeuw sch-Vlaanderen
Oost en West uil welke laatste gebieden ik naar aanleiding van myn
vorige artikel in de P.Z.C over deze vogel inlichtingen ontving wel broed-
gevallen en dus aanwinsten betreffen, 't Is overigens zeker de vraag, of we
hierin aanwinsten moeten zien in de zin. dat de vogels zich daar pas het
jaar van de waarneming gevestigd hebben, dan wel, of ze er al vorige ja
ren gebroed hebben, doch nu pas „ontdekt" zyn. Ook kunnen we ons af
vragen, of een enkel vogelpaar zeker jaar in een bepaalde omgeving
broedt, om daarna jarenlang weg te blijven (steltklunt) dan wel, óf hy
er zich permanent gevestigd heeft.
de. We twijfelen: 't zal wel de bont-
bek zijn, zegt mijn vriend. Maar de
waarnemer en vinder, de heer Anton
van den Oordt, een Rotterdams orni
tholoog. is wel zeker van zijn zaak
Een waarneming vanuit de schuilhut
plus meerdere foto's doen zien, dat
hij het bij het rechte eind heeft. Het
is inderdaad de kleine plevier. Nóg
denk ik, gezien al die waarnemingen
vele jaren lang in het binnenland en
hier de zoetwaterpias zo vlakbij, dat
het verblijf van deze vogelsoort aan
zoet water gebonden is. Maai dan
vertelt de heer Van den Oordt me,
dat het jaar daarvóór twee paartjes
gebroed hebben op de Beer (eiland
Rozenberg), op het strand dus. Ten
ïn de loop van de laatste kwart
eeuw werden, dank zij de groeiende
belangstelling van ornithologen en le
ken in het vogelleven, het sympathie
ke speurderswerk van de N.J.N (Ne
derlandse Jeugdbond voor Natuurstu
die) tal van „ontdekkingen" als bo
venbedoeld, gedaan.
Zo heeft ook Schouwen-Duiveland
met zijn toch al kleine honderd soor
ten van broedvogels nog aanwinsten
van recente datum. In 1951 b.v moet
volgens betrouwbare gegevens ondei
Zierikzee de ijsvogel genesteld en zijD
jongen grootgebracht hebben. De be
bossing van de duinen bracht daar de
grote bonte specht. Ik heb de foto's
van de vogel bij de nestholte. In het
broedseizoen werden er de roodborst-
tapuit, de klapekster én de rouw-
kwikstaart geregeld gezien en last
not least werd midden in 't duin-
complex en op het zeestrand de klei
ne plevier nestelende aangetroffen en
gefotografeerd.
In de eerste decennia van deze eeuw
maakte de vogelliteratuur melding
van waarnemingen van een paartje
van deze vogelsoort bij het Wasch-
meer bij Hilversum. Van een broed-
geval was geen sprake, ze hielden er
zich zo maar enkele dagen op. Na
deze waarneming echter dook in de
loop der volgende jaren deze vogel
nü hiér, dèn daar nestelende op.
vooral voorkeur aan de dag leggen
de voor opgespoten terreinen bij on
ze grote steden, zodat thans van zeld
zaam voorkomende feitelijk niet meet
gesproken kan worden. Lange jaren
bleven de meldingen beperkt tot het
binnenland: zandige rivieroevers,
boorden van plassen en zoals ik
zei opgespoten terreinen. Van
waarnemingen of vondsten op het
zeestrand of in de duinen werd voor
alsnog niet gerept.
Dan, opeens, voor ons onverwacht
en ongedacht, wordt in 1951 de vogel
geïdentificeerd en het legsel gevon
den op een zandvlakte bij een zoet-
1 waterplas in de duinen bij Haamste-
overvloede komt de heer R. ten Ka-
te uit Zierikzee me mededelen, dat
hij op het stand een legsel van vier
eieren van een pleviertje gevonden
heeft. Strandplevier is uitgesloten: die
legt maar drie eieren. De bontbek
dan? Mogelijk, maar toch ziet hij iets
voor deze soort afwijkends aan de
eieren. Blijft over de kleine plevier!
De kleine plevier op het zeestrand,
dat lijkt hem maar raar. De foto's
moeten de oplossing brengen en dat
doen ze ook: Het is ook bier de klei
ne plevier. En zie, 1952 bracht weer
een paartje van deze soort nestelen
de op het zelfde strand. Het is dit
^paartje, waarvan U hiernevens de
foto ziet.
De kleine plevier intussen heeft
lange jaren gegolden als een raadsel
achtig wezen in de Nederlandse vo
gelkunde. Zijn Latijnse benaming:
Charadrius dubius legt daarvan mede
getuigenis af. Dubius toch betekent
twijfelachtig, dus is het de twijfel
achtige plevier Zie. we kennen in
ons land drie soorten pleviertjes. alle
niet veel grotei dan onze gewone
huismus, maai' hoger op de poten,
strandplevier, bontbek- en dan de
kleine plevier. Ze lijken op elkaar,
hebben alle drie een donkere of
zwarte halsband. Bij de strandpleviei
is die op de borst onderbroken, loopt
niet door Dit kenmerk sluit verwar
ring met de beide andere soorten uil.
Deze laatste echter hebben deze band
als een volkomen gesloten zwarte
ring om hals en borst. Deze gelijke
nis nu, bij gering verschil in grootte
en op korte afstand reeds te verwaar
lozen verschillen o.a. in kleur van
poten en snavel, brengt zelfs knappe
ornithologen in verwarring. Wat is
het nu? vragen ze zich vaak af, bont
bek of dubius?
Een bekend vogelkundige in de
twintiger jaren van deze eeuw schreef
me zelfs, dat men de twee soorten
slechts onderscheiden kon, als men
van elk een exemplaar in de hand
had. Toen ik in 1936 voor het eerst
op een afstand van slechts een drie
tal meters een vis-a,-vis had met de
kleine plevier, die wel een minuut
lang als versteend in de houding
bleef staan, moest me spontaan het
essentiële verschil met de bontbek
opvallen: het heldergeel gekleurde
naakte ooglid, met daarbij de karak
teristieke houding van de vogel, de
habitus, zoals men dat noemt. Verde
re verschillen lieten rne toen gewoon
weg koud: het opvallend gele ooglid
maakte hem onmiskenbaar tot de
kleine plevier.
Toen ik tegenover collega's-vogel-
mensen er mijn bevreemding ovef
uitte, dat een vogelkundige van naam
me indertijd schreef, dat hij de beide
soorten, bontbek en kleine, ter onder
scheiding in de hand moest hebben,
zeiden ze te veronderstellen, dat men
vroeger als studiemateriaal in hoofd
zaak gebruik zaJ hebben gemaakt
van opgezette exemplaren en balgen
(geprepareerde vogelhuiden) waarby
de kleuren vooral van poten en
snavel snel vervagen.
De ornitholoog van de latere tijd
verlaat de studeerkamer of het labo
ratorium en gaat de boei op, het
veld in. Zijn prisma verkleint de af
stand tot het levend object tot op
1/6 of 1/10 of nóg minder, de vogel
fotografie brengt hem, in zijn schuil
hut gezeten, zijn gasten npgal dich
terbij. Het zijn tegenwoordig veel de
INSECTEN ALS VERZAMEL-OBJECT
Zelfs de bookmakers kunnen ze niet overstemmen.
(Van onze correspondent in Sydney).
Wanneer de warme dagen van Kerstmis en Nieuwjaar naderen
want op het Zuidelijk halfrond naderen dan geen koude maar warme
dagen komt ieder jaar weer het koor van de millioenen cicaden het
trommelvlies strelen of plagen, al naar men gemutst is. Het ene jaar
is het koor groter dan het andere. Doch deze Decembermaand is het
koor dor millioeneh cicaden in en om Sydney wel byzouder groot en het
lawaai van de millioenen „drummers" is vaak oorverdovend.
digen alle cicaden uit de hele buurt
hun „gezang" dan steeds al3 het
ware op commando?
Daarbij houden sommige geleerden
vol, dat de cicade doof is, zodat het
meisje er toch geen plezier van
heeft.
Of deze. doofheid waar is, valt
echter te betwijfelen. Wel kan men,
onder een boom met cicaden een ka
non afschieten zonder dat het orkest
zijn lawaai ook maai- voor een secon
de staakt, doch wij hebben zelf ge
hoord, hoe een legertje cicaden het
rhytme van een harmonicaspeler tij
dens een picnic begon te volgen.
Hoe dan ook, het geschreeuw
der cicaden behoort bij de Australi
sche Kersttjjd, zoals de hulst en de
mistletoe bij de Nederlandse kerst
sfeer hoort. En wanneer het luid
ruchtigste insect van de wereld in
Australië zijn lied verheft, dan weet
men, dat het tjjd is op te schieten
met het kopen van de cadeautjes
en het verzenden van de Kerst- en
Nieuwjaarskaarten.
Wanneer wy oorverdovend
dan bedoelen wy letterlijk oorverdo
vend. Want tyaens de paardenren
nen op de renbaan Warwick Farm
bij Sydney gingen de laatste keel
de cicaden in ae bomen zo te keer,
dat de „bookmakers" er niet boven
uit konden schreeuwen en met stom
me en wanhopige gezichten op hun
borden met prijzen moesten wijzen,
terwijl dè luidsprekers van de club
er alles wat zij hadden tegenaan
moesten gooien, om boven het cica-
denorkest uit te schreeuwen.
In de oren der schooljeugd is het
geschreeuw van deze vreemde in
secten ware muziek. Want het ver
zamelen en ruilen van exemplaren
van de 207 soorten in Australië
bekende cicaden verdringt gedurende
deze maand de postzegel, het luci
fersdoosje of andere voorwerpen van
verzamelwoede volkomen.
In elke boom in Sydney mogen
een duizend of zo cicaden zitten
schreeuwen, in deze maand ziet men
ook welhaast in iedere boom een
schooljongen, op zoek naar zeldzame
soorten als de „Dubbele Drummer"
en de „Zwarte Prins." De cicade, in
het stadium van „gezang" ouder dan
de gemiddelde schooljongen, is ook
een heerlijk verzamelobject, want hg
bijt noch steekt en is in zijn soort
een fraai gedierte.
De gewoonste soorten zgn de Yel
low Monday en de Green Monday
de gele en groene Maandag. Deze
vreemde namen zgn te danken aan
het feit, dat de matrozen van de
eerste Engelse vloot welke Austra
lië aandeed, de Austraalnegers vroe
gen, wie er toch zo'n kabaal trapte
en als antwoord „yellowmundee"
kregen. Hetgeen natuurlijk prompt
in „yellow monday" verbasterd
werd.
WAAROM
Waarom het leger van de cicaden
uren lang zo vreselijk schreeuwt?
De geleerden zijn het er nauwelijks
over eens. Oorspronkelijk meende
men, dat het een liefdeslied van de
mannetjes was, want de vrouwtjes
'schreeuwen niet. Maar wie gaat nu
uren lang tegen zgn buurvrouw zit
ten schreeuwen om haar te verove
ren? En waarom beginnen en ein-
z.g. veldkenmerken, waarop men af
gaat.
Toen ik dan ook, In 1951 en 1952,
op het zeestrand bij Haamstede het
beleg sloeg voor het legse) van mijn
pleviertje om algehele zekerheid om
trent de soort te krijgen, zocht ik, zo
dra de vogel mijn groene doekje ging
naderen, allereerst naar het alle ver
warring uitsluitende criterium: het
heldergele, naakte ooglid. De eieren,
in tint, tekening en vorm ook, hoewel
weinig, van die van de bontbek af
wijkend, hadden mij al half overtuigd,
maar de gele ring om het oog hief
de laatste twijfel op.
De opname, op kleurenfilm, gaf de
gele kleur uitstekend weer. Het wit-
zwarte negatief, dat ik er naar maak
te, gaf een afdruk, waarop dit ken
merk. thans natuurlijk als een witte
of lichte ovaal, duidelijk naar voren
komt.
N,
J. V.
Petitionnement van pension
houders en kamerverhuurders
Enige leden van het hoofdbestuur
van de Nederlandse Vakbond voor het
Pension-, Rusthuis- en Kamerverhuur
bedrijf „Peruka" hebben ter griffie
van de Tweede Kamer een petitionne
ment aangeboden met de bedoeling de
leden dei Tweede Kamer te overtui
gen van de noodzakelijkheid van een
herziening van de omzetbelasting en
van de personele belasting. Het peti
tionnement ging vergezeld van circa
drieduizend handtekeningen van pen
sion- en rusthuishouders en kamer
verhuurders.
KERKNIEUWS
DS. A. VAN GRIETHUYSEN TE
WASPIK 45 JAAR PREDIKANT.
Maandag 5 Januari a.s. zal het 45
jaar zijn geleden, dat ds. A. van Griet-
huysen. emeritus predikant van
Mijdrecht en thans wonende te
Waspik, het predikambt In de Ned.
Herv. Kerk aanvaardde.
Ds. Van Griethuysen werd 22 Fe
bruari 1881 te Overschie geboren en
in 1907 door het Provinciaal Kerkbe
stuur van Friesland toegelaten tot de
Evangeliebediening in de Ned. Herv.
Kerk. Op 5 Januari van het daaropvol
gend jaar verbond cand. Van Griet
huysen zich, na vooraf te zyn beves
tigd door wijlen ds. M. van Grieken,
toen predikant te Ameide, aan zijn
eerste gemeente Langerak bezuiden
de Lek (classis Gorichem). Daarna
stond de jubilaris achtereenvolgens
nog te Hagestein (classis Gorinchem)
.19101917; Oud-Vossemeer (classis
Zierikzee) 19171924 en te Zuid-
Beyerland (classis Dordrecht) 1924
1932. Op 6 November 1932 verbond ds.
Van Griethuysen zich, na vooraf te
zijn bevestigd door ds. L. Vroeginde-
wey, toen predikant te Wilnis, aan
zijn vijfde en laatste gemeente
Mijdrecht (classis Breukelen), welke
hy diende tot 5 Januari 1948, toen hem
na 40 volbrachte dienstjaren emeritaat
werd verleend.