Prof. Gielen schreef over moderne wereldliteratuur C 3 Een opvallend leven in de boek over het Sowjet-Unie NEDERLANDSE BIJBELS EN HUN UITGEVERS Editie Zeeuws-Vlaanderen VRIJDAG 19 DECEMBER 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 Uitstekend boekje van Wolthuis over duivelskunsten en Sprookjesgestalten" Het is ongetwijfeld een goede gedachte geweest om deel 5 van de „Al gemene Literatuurgeschiedenis" die verschenen is by de Haan N-V. Utrecht-Standaard Boekhandel Antwerpen etc., apart verkrijgbaar te stel len, want het is een deel dat de belangstelling van velen zal hebben. Dit afzonderlijke deel heet dan „Moderne Wereldliteratuur 1850-1950", de ge schiedenis van de belangrykste figuren en stromingen in de literaturen van onze beschavingskring, en het werd geschreven door prof. dr. Jos. J. Gielen. Laten we beginnen met te zeggen dat dit boek uiterlijk zeer ver zorgd is: stevig, berekend op veelvuldig gebruik, duidelijke, fraaie letter, zorgvuldig gekozen illustratiemateriaal. Wat de tekst betreft, kan men veel minder gemakkelyk een eenvoudig oordeel, in casu „goed" of „onge schikt" vellen. Beschouwt men dit werk louter als een inlichtingenbron voor de gemiddelde belangstellende lezer die zich zelf dus géén oordeel over bepaalde stromingen of figuren gevormd heeft, dan kan men be zwaarlik enthousiast zyn over dit boek, waaruit een sterk persoonlijke, fi losofische, politieke en theologische instelling dermate naar voren springt dat de zuiver letterkundige waarden soms bijna naar het tweede plan lij ken gedrongen. Voor letterkundig gevormde lezers, die niet klakkeloos alles wat prof. Gielen betoogt als alpha en omega van de moderne literatuurgeschie denis beschouwen, is dit werk echter hoogst interessant; het telekens aan getoonde verband tussen de letteren en de wijsbegeerte, de politiek en de andere kunsten, verlevendigt de aan dacht en verruimt de blik en de per soonlijke beschouwingen van de' hu- teur, die tot tegenspraak prikkelen dragen dan vrucht: men gaat stelling nemen en nadenken. Deze literatuurgeschiedenis bevat een schat aan gegevens en vergelij kende détails; meesterlijke hoofd stukken en overzichten, maar nog maals, er spreekt een te persoonlijke voorkeur en levenshouding uit, om hem zonder meer als in informatieve literatuurgeschiedenis aan iedereen te durven aanbevelen. DUIVELSKUNSTEN EN SPROOKJESGESTALTEN Bij de uitgeverij v.h. C. de Boer Jr. te Amsterdam, verscheen deel I van „Duivelskunsten en Sprookjesgestal ten", studiën over literatuur en folklore, van G. W. Wolthuis. Dit deel behandelt het bekende middeleeuwse (vroeg 16de eeuwse) mirakelspel „Mariken van Nieumeghen" en alles wat daarmee in verband staat. Vele jaren lang heeft de auteur zich verdiept in deze materie, en de meeste van de hier in een groot ver band bijeengebrachte opstellen heb ben sinds 1932 in vaktijdschriften ge staan. „Men beschouwe ze als lite- door UAN8 WARREN raire speurtochten op kultuurhisto- risch gebied, die het terrein in alle richtingen doorkruisen en toch een samenvattende behandeling van het onderwerp beogen" staat er in het woord vooraf. Het is een buitenge woon interessant boek geworden, waarin wel letterlijk alles wat met „Mariken" (een van de gaafste en mooiste middeleeuwse toneelstukken) in verband kan worden gebracht, uit voerig en op boeiende, niettemin vol komen wetenschappelijke wijze be handeld wordt. Voor degenen die zich in 't betreffende toneelstuk en in de middeleeuwse „duivelskunsten en sprookjesgestalten" in het algemeen, interesseren, is dit degelijke en ver antwoorde boek van G. W. Wolthuis ten zeerste aan te bevelen. Het bevat 12 interessante illustraties op kunst druk. Het tweede deel, dat o.a. stu diën over het oude Faustdrama, Moe der de Gans e.d. zal bevatten, zien we met grote belangstelling tegemoet, EEN „VOLKSBOEK" Eveneens voor meer gespecialiseer de lezers is het fraai uitgegeven „Volksboek van Margarieta van Lymborch", gedrukt naar de uitgave van 1516, en van aantekeningen voor zien door dr. Fr. J. Sehellart (Uitga ve voor de stichting „Onze Oude Let teren" door de Wereldbibliotheek, A'dam-Antwerpen). Destijds hebben we uitvoerig stil gestaan bij de prach tige uitgave van de „Roman van Heinric en Margriete van Limburch", die ook verschenen is bij de W. B. Het is een verheugend verschijnsel dat deze kleurrijke, boeiende middel eeuwse roman thans de waardering heeft gekregen die hem krachtens zijn kwaliteiten toekomt. Ook voor deze uitgave niets dan lof. Wie in de rijmende roman van omstreeks 1300 afgeschrikt werd door de moeilijkhe den die de taal bood, kan het met de ze volksboek-tekst in proza van 1516 best wagenzelfs voor de oningewijde is dit oud-Nederlands zeer wel lees baar. TWEE BOEKEN UIT HET OOSTEN Wij eindigen deze beschouwing over bijzondere boeken met de ver melding en aanbeveling van twee uitermate belangwekkende werken die uit het Oosten tot ons gekomen zijn„De Redder uit de Dwaling" van de Mohamedaanse geleerde al-Ghaz- zali, uit het Arabisch vertaald door prof. dr. J. Ha Kramers (Arbeiders pers, A'dam) en het Hindoese toneel stuk „Maansopgang der Ontwaking" van Krsjna Misjra (Servire, Den Haag), vertaald uit het Sanskriet door dr. J. W. Boissevain. Al-Ghazzali leefde in Perzië van 1058 tot 1111. Behalve het uit 1947 daterende proefschrift van dr A. Th. van Leeuwen, „Ghazzali als apologeet van de Islam" is er in onze taal wei nig over deze belangrijke Mohame daanse mysticus en denker geschre ven. „De Redder uit de Dwaling" is waarschijnlijk een van de laatste van de talrijke boeken en tractaten die hij schreef tot voorlichting van zijn geloofsgenoten. Het bevat de met ve le autobiografische détails (wat zeld zaam is in de Moh. godsdienstige lite ratuur) gekleurde, aangrijpende uit beelding van al-Ghazzali's worsteling en zielestrijd om te komen tot een godsdienstige zekerheid. De geleerde kwam al vroeg, o.a. onder invloed van de klassieke Griekse filosofie tot twijfel aan de orthodox geworden dogma's; hij wilde zich bevrijden van die gezagsvervolging in de Islamiti sche theologie om te komen tot een zelfstandige beoordeling van de diep ste godsdienstige waarden. Zijn in vloed is buitengewoon groot geweest: hij is herbelever van de Moh. gods dienst geworden; zijn gematigde my stieke opvattingen zijn voorgoed in het Moh. geloof opgenomen en zijn I erenaam luidt in het ArabischHudj- djat al-Islam: Waarheidsbewijs van de Islam. Het boekje werd zeer aan trekkelijk uitgevoerd uitgegeven in de Scriptorium-reeks. De vertaling van „Maansopgang der Ontwaking" vormt eigenlijk het tweede deel van het proefschrift, waarop dr. J. W. Boissevain in 1905 is gepromoveerd, maar aangezien dat proefschrift nimmer in de handel is geweest en thans vrijwel helemaal onvindbaar is geworden, heeft de schrijver in inleiding en aantekenin gen alle gegevens, nodig tot een goed begrip van dit allegorische Hindoese toneelstuk verwerkt, zodat het boek geheel op zichzelf staat en een af gerond geheel vormt. De „Prabödhacandrödaya" zoals het stuk in het Sanskriet heet, is een theologisch-wijsgerig toneelstuk, dat uitbeeldt hoe het geestelijk bewust zijn in de mens tot ontwaken komt. In de inleiding schrijft dr. Boisse vain: „Evenals de maan de duisternis verdrijft en hierom het zinnebeeld der verlichting is, zo verdrijft het ontwaakte geestelijke besef de onwe tendheid der ziel, waardoor naar Hin doese leer de Bevrijding aanbreekt. Het werk, van de hand van Krsjna Misjra, dateert van rond 1200 en 'het genoot reeds kort na zijn ontstaan een grote faam: zo is bekend dat een BIJ EEN 475 EN EEN 500-JARIG JUBILEUM Nederlandse Bijbeluitgevers verspreiden markant boekwerk AMSTERDAM, December Vier honderd vyf en zeventig jaar is het ge leden, dat in Delft de eerste gedrukte Nederlandse Bijbel gereed kwam en vüfhonderd jaar is het geleden, dat Gutenberg in Mainz als eerste boek een Latjjnse Bijbel drukte. De uitvinder van de boekdrukkunst (naast on ze Laurens Janszoon Coster) koos als eerste bock de Bybel en veel moet er in hem zyn omgegaan, toen hij dit eerste gedrukte boek ter wereld in had, voltooid, een werk, dat niemand voor hem verricht had. ven bij verspeelden of zich door de vlucht moesten redden. De reactie van de Katholieke Kerk op de verschijning van deze Bijbels was de zogenaamde Leuvense Bijbel, die in 1548 verscheen. „Ketterse Bij- bels" verschenen er voor 1600 nog twaalf! DE STATENBIJBEL In 1637 verschijnt dan bij Paulus Aertsz. van Ravensteyn te Leiden de eerste Statenbijbel, bij wiens we duwe in 1657 een verbeterde uitgave Toch zou dit vijfhonderdjarige ju bileum, precies als het 475 jarige ju bileum van de eerste gedrukte Ne derlandse Bijbel, vermoedelijk aan velen onopgemerkt voorbij zijn ge gaan, ware het niet, dat Proost en Brandt N.V. te Amsterdam, sinds on heuglijke tijden vermaarde Bijbel drukkers, er aanleiding in hadden ge zien een uiterst belangwekkend boek werkje gratis ter beschikking van belangstellenden te stellen. Het draagt de titel „Nederlandse Bijbels en hun uitgevers 1477-1952" en geeft door een bondige tekst en twee en twintig illustratïepagina's een boei end beeld van de talloze Bijbelverta lingen en Bijbeluitgaven, die in de loop van de tijd in Nederland ver schenen. Tevens zijn opgenomen zes tien verschillende vertalingen van een zelfde Bijbelfragment (de ge schiedenis van de verloren zoon), die verrassend demonstreren, hoe weinig er in die tekst eigenlijk telkens ver anderde. IN DEN BEGINNE: WEINIG VRAAG De eerste Bijbeldrukkers hebben hun werk onder buitengewoon moei lijke omstandigheden moeten verrich ten. Euwen lang is de Bijbel alleen een boek voor priesters geweest en toen ook het volk er naar begon te grijpen, werd deze belangstelling te gen gegaan. Toch beoefenden de Bij beldrukkers hun riskant bedrijf. De eerste Nederlandse gedrukte Bijbel verscheen in 1477 in Delft: de uitge vers waren Jacob Jacons Soen en Mauritius Yemants Zoen van Mid- delborch. Deze Bijbel herinnert in ve le opzichten nog aan de geschreven Bijbels van voor dien tijd, niet alleen door dat de vorm der drukletters vrij wel gelijk was aan die der geteken de letters van voorheen, maar ook door de zeer fraaie rijk versierde hoofdletters. Het gold hier alleen de uitgaven van het Oude Testament, waarbij een uit 1300 daterende Vlaamse vertaling werd gevolgd. Nog in hetzelfde jaar drukte Ge rard Leuw te Gouda en Jan Velde- ner. te Utrecht. Voor deze Nieuwe Testamenten was de belangstelling aanzienlijk groter. Er volgen dan enkele Bijbeluitga ven. die buiten Nederland werden ge drukt, zolas de Keulse Bijbel (1480) te Keulen, die versierd was met hout sneden en naar een R.K. tekst ge drukt werd. Deze uitgave bleef zeer lang populair. Een andere uitgave was een verkorte Bijbel, die in 1513 in Antwerpen werd uitgegeven, waar bij allerlei wonderlijke gebeurtenis sen uit middeleeuwse overleveringen als bijbeldelen dienst deden ERASMUS EN LUTHER Eerst als Luther in 1517 de Her vorming heeft ingeluid verschijnen Bijbels, waarvan de tekst niet meer aan de R.K. Bijbels is ontleend, maar zelfstandig werd vervaardigd. Als eerste was dat bij Cornelis Heyn- richz Lettersnyder te Delft een Nieuw Testament in de vertaling van Erasmus en een zelfde vertaling naar de Latijnse tekst van Erasmus bij Doen Pietersoen in Amsterdam. Prompt werden deze boeken ver boden: het drukken van Bijbels werd een gevaarlijk werk en talrijk zyn de gevallen van drukkers, die er hun le- koning met zyn hele hofhouding een reis ondernam om een opvoering van het stuk bij te wonen. Want merk waardigerwijze is dit leerdrama met al zijn begripsverzinnelijkingen (de „personen" zijn allemaal gesymboli seerde begrippen, als bv. Wellust, Hebzucht, Ik-zueht, Toorn, Schijnhei ligheid, Gelovigheid, Broedermin, Me delijden, Geest-van-Onderzoek, Ver stand, Wil, e.d.) niet alleen opvoer- baar, het is ook zelfs gewoon te „le zen" zonder enige verveling door de afwisseling en de levendigheid. Natuurlijk moet men zich wel enigszins voor de oude Oosterse wijs begeerte en godsdiensten interesse ren. In de zes bedrijven wordt ge toond „hoe de mensengeest, doordat de wereld hem verblindt, zich voor een afzonderlijke eenheid van be wustzijn houdt, totdat hij ontwaakt, het besef van zijn ware aard ver krijgt en in gaat zien dat hy één is met de Goddelijke geest". Korter en juister dan met deze eenregelige ka rakteristiek van dr. Boissevain kan men het niet zeggen. Mogelijk is de ze beknopte vermelding niettemin voldoende om geïnteresseerden op de ze zeer bijzondere uitgave te wijzen mogelijk ook kunnen we er later nog eens uitvoeriger op terug komen. Ook dit boek is typografisch fraai verzorgd; helaas werden de illustra ties van Frans Smits wat te klein ge reproduceerd, waardoor ze aan waar de hebben verloren. MUGGEN EN VLIEGEN. Dr: L. Benden. Dl. 26 van de serie „Wat leeft en groeit". Uitg. Het Spectrum", Utrecht. Over muggen en vliegen schrijven is een ondankbaar werk. In een uit gebreide serie als „Wat leeft en groeit" mag een deeltje over deze insecten echter niet ontbreken. Dr. Senden (f) heeft zich uitstekend van deze moei lijke taak gekweten. Er zijn maar even 3300 soorten in onze streken, men mag dus niet. vergen, dat soort voor soort aan de orde komt,veel minder een determineertabel verwachten. De meest bekende soorten komen aan de orde en daarnaast nog vele andere in vogelvlucht. Vooral van de voor de mens belangrijke soorten wordt veel wetenswaardigs verteld. kwam. Daarna verschenen de meeste Bijbels bij de Nederlandse Bijbelcom pagnie, waaraan J. Brandt en Zoon heden de enige overgebleven combi natie is, die nog steeds Bijbels uit geeft. Eerst na 1844 begon ook het Ne derlandse Bijbelgenootschap bybels uit te geven. Ging vroeger de voorkeur uit naar imponerende Bijbeluitgaven, thans gaat het verlangen uit naar zo dun mogelijke uitgaven. De luxe van het vroegere bindwerk, zij heeft plaats gemaakt voor duurzaam maar zeer eenvoudig materiaal. Maar de Bybel blijft het meest ge lezen boek, in vele opzichten het Boek der Boeken. Dat Proost en Brandt door hun ju bileumuitgave opnieuw de aandacht vestigen op dit boek, het valt niet anders dan-toe te juichen. En Proost en Brandt zouden Proost en Brandt niet zijn, als dit boekje niet om door een ringetje te halen was. De nieuwste foto van ons koninklijk gezin (Foto Cas Oosthuys, Copyright R.V.D.) Vergi'otingen van deze foto zijn verkrijgbaar by het Koningin Wilhelmina Fonds, Koninginneweg 28, Amsterdam-Z., na overmaking van 1.75. De netto-opbrengst komt ten goede aan de kankerbestrijding. Kerstverhalen van de grote verteller Charles Dickens Het is natuurlijk niet zonder reden, dat de uitgevers van de Dickens- serie juist omstreeks de December maand een aantal Kerstverhalen van de grote verteller het licht deden zien. Vijf verhalen in één deel, na melijk „Een Kerstlied in Proza" (A Christmas Carrol), „De Krekel bij de Haard" (The Cricket on the Hearth), „Het Carillon" (The Chi mes), „De Bezeten Man" (The Haun ted Man) en „Het Slagveld" (The Battle of Life). Van deze vijf verhalen heeft Een Kerstlied in Proza wel de meeste bekendheid verworven en onder de ouderen zullen er maar weinig zyn, die de figuur Scrooge niet kennen, de man, die op Kerstavond huis waarts kerend geconfronteerd wordt met de geest van zijn vroegere com- pagnon-in-de-materie Marley. Mar- ley, die als geest boete moet doen voor zijn schraapzucht bij leven en die als geest Scrooge komt waar schuwen en hem meerdere spook verschijningen aankondigt. Dickens ten voeten uit! Een Dickens, zoals zijn biograaf Chesterton hem eens tekende: „Door voor Kerstmis te vechten, vocht Dickens voor het oude Europese festival. Heidens en christelijk: voor dat drievoudig eten, drinken en bid den, wat voor modernen oneerbiedig schijnt voor de heilige dag, die wer kelijk een feestdag is. Het ideaal van behagelijkheid behoort speciaal tot Engeland (aldus Chesterton), het behoort' speciaal tot Kerstmis en bo ven alles, het behoort speciaal tot Dickens. Hij schiep deze donkere, haard-verlichte verhalen als kleine, donkerrode, juwelen, als een artis tieke noodzakelijkheid. Inderdaad, als „donkerrode juwe- „VISUM VOOR MOSKOU" Michel Gordey sprak met vele Sowjet-Russen Wie is in staat een onbevooroordeeld, objectief beeld te geven van wat er in Rusland gaande is? Zy, die in de gelegenheid waren de U.S.S.R. te bezoeken en er rond te reizen, te spreken met de bevolking, fabrieken te bezichtigen, voorstellingen in schouwburgen bij te wonen, op scholen een kykje te nemen, in winkels en warenhuizen rond te neuzen en het leven in een Sovjet-gezin gade te slaan, gingen meestal met him gevestigde sym- of antipathieën op speurtocht uit, om uit wat zy te zien en te ho ren kregen de rechtvaardiging van deze sym- of antipathieën op te bou wen. Binnenkort zal nu in Nederlandse vertaling onder de titel „Visum voor Moskou" een boek verschynen van Michel Gordey, die getracht heeft elke vooringenomenheid uit te schakelen, toen hij voor een verblyf van drie en zestig dagen naar de Sovjet Unie vertrok. Hij verwachtte niet daar de hemel of de hel aan te treffen. Hij ging er open heen, alleen bezeten door een ontzaggelijke nieuwsgierigheid en met de vaste wil de menselijke we zens te leren begrijpen en aanvoelen. Dat was een uitstekend uitgangs punt. Bovendien leek Michel Gordey door zyn afkomst, door zijn perfecte kennis van de Russische taal en door zijn werk en zijn ervaring de aange wezen man om een zo eerlijk moge lijke reportage van het leven in de Sovjet Unie te leveren. Om deze re denen verdient „Visum voor Moskou" de bijzondere aandacht, temeer daal de auteur zich volkomen bewust was van de onmogelijkheid om in twee maanden een volledig inzicht in het leven en streven van de U.S.S.R. te krijgen. Hij wijdt in zijn boek hoofdstukken aan de straten en de mensen op straat, aan de erediensten, aan de prijzen en inkomens en de levens standaard, aan het kunstleven, aan de jeugd en de opvoeding, aan de „koeltoera" en het nationalisme, aan de Russische wereldbeschouwing, aan de Sovjet-propaganda, de denkbeel den over oorlog of vrede, aan de ver houding tot Amerika en aan tal van andere facetten van het voor velen nog altijd geheimzinnige Rusland. Michel Gordey werd in 1913 in Rusland geboren uit Wit-Russische gekeurd, die de U.S.S.R. na de oor log, in Europa en elders, heeft toege past". Hij gelooft, dat zijn visum een proefneming was. Een proefne ming, die er in bestond, een „burger lijk" journalist toe te laten, die niet bekend stond als „Communistenvre ter" en die een aanhanger scheen van internationale verstandhouding en samenwerking. EERLIJK GETUIGENIS Het is moeilyk na de bonte menge ling van mededelingen en meningen over Rusland, waarmede wij over stroomd zijn, te beoordelen, in hoe verre Gordey er in geslaagd is een objectief en waarheidsgetrouw ver slag van zijn in boekvorm versche nen bevindingen te leveren; het maakt in elk geval de indruk van een eerlijk getuigenis. Wensen wy ons oordeel het blijft een afwijzend oordeel te funderen op een tegen elkaar afwegen van wat ten voordele en ten nadele van de Sovjet Unie gezegd kan worden, dan treffen wy in „Visum voor Moskou" een boeiende handleiding aan. Het is verleidelijk om uit het boek te citeren. Laten we volstaan met en kele samenvattingen. Bij het zien van een anti-Amerikaans toneelstuk bleek Gordey, dat de primitieve Paris-Presse en in 1946 volgde zijn bruutheid van de Amerikaanse „busi- ouders, die in 1920 het land verlie ten en na omzwervingen in Letland en Duitsland zich uiteindelijk in Frankryk vestigden. Michel studeer de rechten aan de Parijse universiteit en oefende het beroep van advocaat en procureur uit, totdat hij in dienst trad eerst bij de Franse infanterie en later bij de Generale Staf. Hij trok, nadat hij bij de bezetting van Frankrijk gedemobiliseerd \va3 naar Amerika, waar hij in de journalistiek ging. Toen Frankrijk bevrijd was, werd hij Amerikaans correspondent voor I Paris-Presse en in 1946 volgde zijn benoeming tot diplomatiek reizend correspondent voor France-Soir, een van de belangrykste dagbladen van Frankryk. Zijn werk voerde hem o.a. naar de Algemene Vergaderingen van de Verenigde Naties, naar Duitsland. Polen, Joegoslavië, Tsjechoslowakije, Zwitserland, Zweden, India, Indo- China en Australië. Het mag enige verwondering wek ken, dat Gordey zijn visum voor Moskou van de Russische autoritei ten gekregen heeft. „Ik ben nooit bij zonder Sovjetgezind geweest", zegt hy zelf „en overigens ook niet sys tematisch anti-sovjet. Ik heb altijd in mijn artikelen myn hoop op vrede, op een Russisch-Amerikaanse samen werking uitgesproken, maar ik heb nooit bepaalde geweldmethoden goed- nessman", de onzedelijkheid van de jonge Amerikaanse vrouwen en het politieke opportunisme van de Ameri kaanse militairen en leiders breed worden uitgesponnen en door de toe schouwers-gretig worden aanvaard. Doch na een ander stuk gezien te hebben, waarin de Russische weten schap verheei'lijkt wordt, kwam hij tot de conclusie, dat de plompe vast stelling van de superioriteit van de sovjetwetenschap", de volslagen min achting voor de geleerden van de „andere wereld", de zeer duidelijke aanwijzing, dat internationale samen werking onder de huidige omstandig heden onmogelijk is, tal van sovjet- inintellectuelen moeten schokken vooral van de oudere generatie. Gordey ontdekte de volkomen een- len", warm flonkerend aan het lit teraire firmament en even onver- gangelijk als echte edelstenen; van blijvende waarde voor allen, die een meesterlijke vertelling op prijs we ten te stellen. Voor wie, gezeten aan de huiselijke haard, mét Dickens be hagen weet te scheppen in de door de grote sfchrijver opgeroepen klare tegenstellingen, zonder duizend-en- een nuancen in de zwart-witmaterie. Bekoorlijk, en van een wellicht wat naive, maar ontegenzeggelijk welda dig aandoende zuiverheid. Van een menselijkheid, die na een eeuw nog niets aan „actualiteit" heeft inge boet! In merendeels uitstekende verta lingen van Antoon Coolen, J. C. Bloem en P. J. M. Boezeman-Droog verschenen deze Kerstverhalen in de Prisma-reeks „Werken van Charles Dickens" bij „Het Spectrum" te Utrecht/Antwerpen. Het boek kan tegen een uiterst billijke prijs worden gekocht, zonder dat men op de reeks heeft ingetekend. CHARLES DICKENS Nog altijd actueel...., zijdigheid van de kunst, het absolute geloof, ook van intellectuelen, in de waarheid van de sovjet-propaganda en de immense verering van de alwe tende en algoede Stalin. In een ge sprek, dat hij had met een zekere Tserkassow over het wezen van de vrijheid, antwoordde laatstgenoemde: „Wij hebben geen tijd te verliezen met nietige controversen. Wij moeten het socialisme en vervolgens het communisme opbouwen. Al deze ijde- le discusies dienen nergens toe. Ik heb vertrouwen in Stalin: hij heeft van mijn land gemaakt wat net op het ogenblik is. Hij heeft de oorlog gewonnen. Hij heeft dus ook in lite raire of wetenschappelijke kwesties gelijk". Aan de andere kant geeft Gordey een beschrijving van een met grote blijdschap in de kathedraal van Mos kou gevierd Paasfeest en vertelt hij van de toenemende welvaart en de toenemende koopkracht pok van de eenvoudigste Sovjetburgers. Hieruit blijkt, dat de auteur al besclWijft hy veel feiten en ver schijnselen, die ons niet onbekend waren er ernstig naar gestreefd heeft beide kanten van de Sovjet Unie zo eerlijk mogelijk te belichten. Tenslotte blijkt dat ook uit zyn „in ventaris van misvattingen". Wat de Westerse wereld betreft, somt hy als zodanig op: de Sovjetmensen zyn barbaren; de Sovjetmensen zyn (in vergelijking met het Westen) tech nisch achterlijk; de sovjetmensen staan op het punt een agressie te gen het Westen te beginnen; de sov jetmensen zyn slaven, die er slechts op wachten uit hun slavernij bevrijd te worden. De misvattingen van de Russen zyn: de beschaving van de Westerse landen is in volledig ver val; de Westerse leiders zijn oorlogs ophitsers, maar de volkeren van het Westen verdedigen de vrede en zijn vol sympathie voor de Sovjet Unie; het Westen maakt zich gereed de Sovjet Unie aan te vallen, omdat „het kapitalisme oorlog in zich draagt als een wolk het onweer"; de Westerse l volken leven in ellende en verdruk- j king. Zij wachten er slechts op er van bevrijd te worden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 18