c Zeeland oud... Brulez doet grillige worpen op het ganzenbord des levens Culturele Cavalcade DE „CHARLES DICKENS" VAN DE STRIP-TEKENAARS ZEELAND NIEUW MIDDELBURGSE VISMARKT ER WERD EEN „VAN GOGH AMSTERDAM GEVEILD IN ZATERDAG 13 DECEMBER 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 LETTERKUNDIGE KRONIEK Het derde deel van zijn geromanceerde memoires verschenen „DE HAVEN", HET DERDE DEEL VAN RAYMOND BRULEZ' ge romanceerde mémoires is verschenen, en er mocht, na „Het Huis te Borgen" en „Het Pakt der Triumviren", die de schrijver ineens, ook in ons land een vry late (liy is 57 jaar) roem bezorgden, geredelyk wor den verwacht, dat het verschijnen vin dit derde deel een belangrijke gebeurtenis in de letterkundige wereld zou zijn. Een vierde deel dat voor het najaar van 1953 is geprojecteerd, zal de cyclus, die „Mijn Wonin gen" heet, afsluiten. Was „Het Pakt" als schriftuur en als werkstuk te pryzen boven „Het Huis te Borgen", by „De Haven" aarzelt men even: dit boek is minder strak van bouw, ja, het mist vrijwel elke structuur. Het heeft daardoor meer het karakter van werkelyke mémoires gekregen, maar het is min der een „roman" geworden, die zich afzonderlyk lezen Iaat zoals de voorafgaande delen. Herhaaldelijk wordt thans teruggegrepen naar ge beurtenissen uit die boeken. Wat het werk hierdoor verloor aan afgerondheid, won het aan di rectheid: de indruk, dat deze ge denkschriften zeer weinig geroman- ceerd zyn is ongetwijfeld juist. Bru lez gaat zelfs zo ver dat hij niet meer alleen over zichzelf, vrouw en kind, zijn vrienden en zijn leven schryft, neen: hy onthult zijn werk wijze, hij richt zich tot zyn critici, en zelfs doodleuk rechtstreeks tot elke lezeres en lezer, die hij pro beert te interesseren voor zijn vroe ger verschenen verhalenbundel „She- herazade": „Ik zie echter de lezer reeds de neus ophalen, over deze onverbloem de publiciteit. Ik doe ze welbewust, alhoewel met een zekere schroom. Bij het inleveren van het manus cript van mijn eerste roman verkeer- door HANS WARREN de ik nog in de naïve waan, dat hiermede de rol van de auteur ten einde was. De uitgever moest maar zorgen, dat het meesterwerk vlot van stapel liep en een flinke koers zette naar het matei'ieel én moreel succes. De ervaring heeft mij beter geleerd. De schrijvers zijn veeleer te vergelijken met de ouders van een kind. Bij de geboorte mogen ze het wicht niet aan zijn lot overlaten. Zij moeten zijn eerste aarzelende stap pen begeleiden, excuus vragen bij de geburen zo het in hun tuin katte- kwaad aanricht, démarches doen bij 'invloedrijke personen om zijn loop baan te verzekeren. Dergelijke „in vloedrijke personen" zijt U, schrande re lezer, lieftallige lezeres. Doch wat kan ik doen om U mijn geesteskin deren aan te bevelen? Dat ze een goede opvoeding kregen Dat ze Grieks en Latyn leerdèn-?- Hun Frans spreken lijk hun Vlaams?...... De kritiek heeft mij herhaaldelijk voorgehouden dat er te veel geleer de citaten en Franse volzinnen voor komen in mijn boeken." (pag. 161 162). Men komt dus wel in een zeer persoonlijke relatie met de schrijver te staan, en als boekbespreker krygt men op deze manier enigszins het gevoel alsof men een open brief richt tot Raymond Brulez. Men krijgt de neiging om dezelfde vrijheid te nemen en te schryven: „Geachte heer Bridez, persoonlijk vind ik het derde deel van uw mémoires nog in teressanter dan de twee voorafgaan de, u komt er meer als mens en min der als romanfiguur uit naar voren; gy zyt mij door uw boeken een vriend geworden, etcmaar aan gezien ik de lezers van de krant niet dien te verveley met mijn tè persoon lyke visie doch hen een verantwoord verslag èver uw boek behoor te ge ven sluit ik weer snel de aanha lingstekens." DE HAVEN. hoe hij eerst mislukt als handelsrei ziger in kolen, en daarna een niets- nuttenleventje slijt op een bureau voor de Oorlogsgravendienst, waar het werk zich beperkt tot het door geven van een dossier over een fic tieve dode, dat gevuld is met dag bladen, en tot kaartspelen. Later komt hij in dienst bij een uitgevery- drukkery. Wanneer hij op een Zaterdagmid- ig, alvorens zijn vrouw van het atelier af te halen, door de stad dwaalt, valt zijn oog op een „uittrpk- kaart", een Eerste Communieprent, die hem in vervoering brengt. Zó tweedimensionaal, met toch een wer kelijke diepte achter de fictieve, wil hij schrijven: treffender dan met een echte derde demensie. Het tweede evenement voor zijn schrijverschap is de stijl van de sprookjes van Grimm, van het begin van Sneeuw witje vooral, dat hij dan ook afschrijft in zijn boek. Merkwaardige polen voor een schrijverschap! BRULEZ' DEBUUT Brulez verhaalt ons ook het wel en wee van zijn debuut, de roman André Terval,.. die hij na eindeloos leuren van uitgever naar uitgever, in 1930 uitgegeven wist te krijgen, en hij verheelt geenszins zijn ijdel- heid van toen: „De zware kapitaal letters van mijn naam, samen met mijn beeltenis, die de uitgever goed had gevonden op het stofomslag af te drukken, schenen mij een soort publiek eerherstel al deed deze jacht op effect veeleer denken aan de weinig flatteuze plakkaten, waar- „De Haven" begint met het relaas van Brulez' kennismaking, verloving en huwelijk met mej. Angèle Sey- nave, een dame die in „Claven" (de schuilnaam voor Brugge, zoals „Bor gen" voor Blankenberge staat, het is zo doorzichtig dat de naamsverande ring wel weg had kunnen blijven, al hadden we dan een heerlijke persi flage op naamsafleidingen gemist) een mode-atelier leidt. Zonder enige opsmuk, erg sympathiek en beheerst, vol humor ook, vertelt de schryver HET JOEGOSLAVISCHE Radiosta tion Ljubljana heeft een uitvoering gegeven van de zes symphonische epigrammen van Willem Pijper. Het waren opnamen, die door de Zuid- westduitse radio ter beschikking wa ren gesteld, DE FRANSE AMBASSADEUR, de heer J. P. Gamier, heeft in Den Haag een tentoonstelling van moderne Fran se wandtapijten geopend. IN DEN HAAG wordt deze maand een „Conferentie der Nederlandse let teren" gehouden, die ten doel heeft de mogelijkheid van een nauwere sa menwerking te bevorderen tussen Ne derland en België op het gebied van letterkunde, uitgeverij en boekhandel, bibliotheekwezen en radio. De Neder landse delegatie staat onder leiding van mr. M. Nijhoff en de Belgische onder dr. Herman Teirlinck. IN HET Palais des beaux arts' Brussel wordt onder auspiciën van de Republik Indonesia een tentoonstel ling gehouden van Indonesische antie ke en moderne kunst. Deze expositie is tot stand gekomen met medewer king van het Koninklijk Instituut voor de tropen. IN ROTTERDAM wordt in het ma ritieme museum „Prins Hendrik" een tentoonstelling gehouden, gewijd aan het werk van de drukkers en kaarten makers Willem Jansz. en Joan Blaeu. Er zijn tal van zeekaarten te zienals mede atlassen en globes. mede de politie een voortvluchtige boosdoener opspoort". Behalve oude bekenden, ontmoe ten we schilderachtige nieuwe figu ren, zoals de mythomaan Smeltinck, een oude rijke zonderling die aan het eind van zijn leven een boek schryft over de gefingeerde wonderdaden van een zekere pater Anselmus, met het doel, een heiligenverering in het leven te roepen; de „Clavense" schil der Lindebrecht, bij wie paranorma le verschijnselen via de beeldende kunst tot uiting komen. We verne men het verdere lot van de triumvi ren, wier „pakt" overigens weinig kx-acht blijkt te bezitten. Van deze personen uit„Het Pakt" is Juüen Martijn, het „Bellemannetje", het eerste arrivé. Bertrand Daelman, die een onbezorgd rijk leven van reizen en nietsdoen heeft gesleten, neemt na de dood van zijn vader uit piëteit diens zaken over, doch komt daar door financieel in zorgen: er zijn millioenen te kort. Van andere figu ren, als van de actrice Simone Ar- naud en van baron van Ertbom, ver nemen we de dood, en natuurlijk wordt weer menigmaal de schijnwer per op de strijd tussen Vlamingen en Fransen gezet. De schrijver springt nu eens voor uit, dan weer terug in zijn relaas; hij schrijft duidelijk voor zijn eigen genoegen, en hij vergelijkt het zelf met een spel op het onvolprezen ganzebord: een ganzebord, door hem zelf ontworpen, waarop hij de grilli ge dobbelstenen van de fantasie werpt die hem nu eens dwingen vooruit te hollen, dan weer om terug te keren. Het beeldend vermogen van zyn taal is vaak zeer groot en hy is ner gens karig met zyn humor en humo ristische zelfironie; zij is echter soms zo subtiel of particulier dat zy me nige lezer zal ontgaan. Pas wanneer deel IV verschenen is (dat „Het Mirakel der Rozen" heet maar dat o „literatuur als losprijs" niettemin stellig even sterk van „Le Miracle de la Rose" zal ver schillen als de rustig-nette Brulez van de bandeloze," geniale Jêari Ge net) zal het mogelijk zyn, een sa menvattend oordeel te vellen over leze romancyclus, waarvan echter nu reeds vaststaat, dat Brulez er zich een vooraanstaande plaats in de moderne Vlaamse èn Nederlandse letteren mee heeft veroverd. Uitgave: J. M. Meulenhoff, Amsterdam. TEKENAAR CHIC YOUNG Het geheim van zijn succes New York, December Zelfs de knapste massapsycholoog zou niet ge makkelijk het sinds twintig jaar ononderbroken, in de waarste zin van het woord „phenomenale" succes van de „meestgelezen tekenaar te wereld" kunnen verklaren, die in 1200 kranten van 42 verschillende landen en 17 verschillende talen de lezers en toeschouwers weet te boeien. Deze tekenaar is Murat Bernard Young, een van de belangrijkste leveranciers van de beeldromans comic strips", die in Amerika sinds lang tot de dagelijkse bestanddelen van de kranten behoren en tegenwoordig ook in de continen tale pers doordringen. Chic Young was een tamelijk onbe kende tekenaar uit Chicago, die in New York van de hand in de tand leefde, tot hij in 1931 de lievelingsfi guur van zyn internationaal publiek: „Blondie", het meisje met het gou den haar, uitvond, dat toen tijdens de verdere ontwikkeling van dit succes met een jonge man, Dagwood ge naamd, trouwde en kinderen kreeg: Alexander, Cookie en Tootie, die nu tezamen met hun twee honden een felukkig harmonisch gezinsleven lei en, onder de onvoorstelbare belang stelling van meer dan honderd mil- lioen lezers over de gehele wereld, die met spanning de lotgevallen van Young's schepselen volgen, alsof deze producten van zyn potlood werkelijk en waarlijk leefden. PRIMITIVITEIT. Is het de eenvoudigheid van geest, terugkeer tot de primitiviteit of de vervulling van een of andere geeste lijke leegte, die honderdduizenden le zers noopt bij iedere voorkomende ge legenheid uitdrukking te geven aan hun belangstelling voor het leven van Blondie en haar gezin Na de 13e Fe bruari 1933, de dag, waarop Chic Young Blondie met Dagwood liet trouwen. Kreeg hij meer Drieven dan de president van de Verenigde Staten. De geboorte van het eerste kind, Alexander, op 15 April 1934, kreeg het karakter van een gebeurtenis van nationale betekenis en toen na twee jaar „Tootie" op de wereld kwam, kende de geestdrift geen grenzen: 431.275 lezers schreven Chic geduren de drie weken na de heuglijke gebeur tenis om hem voorstellen te doen voor de naam en enthousiaste lezeres sen stuurden zelfsluiers voor de papieren zuigeling. VELE VRAGEN. Onder de mensen, die zich voor de kleinste bijzonderheden in het leven van Blondie's gezin interesseerden, bevinden zich niet alleen hysterici van beiderlei geslacht, die zich tot een enthousiasme "over het een of ander moeten opwinden, maar ook ernstige zakenlieden, leiders van grote onder nemingen, die vragen welk salaris het fezinshoofd Dagwood verdient, wat ij voor kleding uitgeeft en aan welk automerk hy de voorkeur geeft. Le zeressen willen weten, welke peper soorten Blondie in de keuken gebruikt en sturen als tegenprestatie haar eigen beproefde recepten op, met ad viezen voor de huisvrouw en dergely- ke, terwyl trotse ouders de opmerkin gen van hun spruiten mededelen, op dat Young ze zyn eigen schepselen in de mond kan leggen. Jonge meisjes schryven dwepende gedichten voor Blondie, Keizer Hirohito zou, naar men verneemt, het leven van Blondie's gezin aan zijn eigen kinderen als voorbeeld stellen en Chic Young's huis bij Hollywood loopt over van Eantoffels en nylons, die enthousiaste :zers steeds weer sturen, hoewel de tekenaar zulke cadeautjes heus niet nodig heeft by een jaarlijks inkomen, dat op ongeveer anderhalf millioen gulden geschat wordt. Waarin ligt nu het geheim van dit succes? Zeker niet, naar men zou kunnen denken, in het sensationele, opwindende. Young's recept luidt na melijk heel eenvoudig: eten, drinken, slapen en een harmonisch gezinsleven zijn absoluut voldoende om de lezers aan het lachen te maken. Hij is te- ?en alles wat buitengewoon of fan- astisch is. Young geeft alleen de zor gen en belevenissen van de gemiddel de mens weer. Het leven van Blondie en de haren wordt begrensd door het kleine huis in de voorstad, het kan toor en het gezinshoofd en de autobus en het wordt bevolkt door postboden, melkboeren, buren en vriendinnen van de huisvrouw. De familie Young woont op een ranch by Hollywood, temidden van een gewemel van dieren, die een die rentuin op zichzelf vormen. De enige luxe is een groot zwembassin, waar de dorpsjeugd mag komen zwemmen en men zegt, dat Young hier zijn' bes te ideeën vandaan haalt. In ieder ge val hebben ze Young geholpen dat te woi'den, wat de voorzitter van een groot krantensyndicaat, die in 1931 een langdurig contract met hem af sloot, hem voorspelde: de „Charles Dickens van de tekening!" - V - :i; MiM I De oude dokter de Man, wie kende hem niet in het oude Middelburg van een dikke vijf tig jaar geleden? Hij was een instelling, van ontzag omgeven, -zoiets als het stadhuis van de burgemeester. Iedere dag kwam hij voorbij en soms zwaaide hij met zijn stok naar je, dat was een grote eer! Zelf was je toen een heel klein jongetje in een heel klein huisje aan de Seis- singel en je stond op een stoel voor het raam, je neus tegen de ruiten geplakt, en dan kwam dokter de Man voorbij. Een lan ge, deftige, oude heer, die wel èrg rechtop liep; je was altijd bang, dat hij achterover zou vallen. Misschien leek dat ook maar zo, omdat zijn kameraad een-ottd heertje was, dat bijna vóórover viel. „Dokter de Man", je moeder zei dat héél eerbie dig; vermoedelijk was het een soort tovenaar, een beetje bang was je wel van hem. Diep in je binnenste vond je eigenlijk hel „brik je" van Graaf van Lynden belangrijker, met die mooie koetsier, en 's winters de arrestee van Ter Hooge, met de rode pluimen en de rin kelende bellen, daar deed je eigenlijk dokter de Man voor cadeau. Maar dat heb je nooit durven zeggen. Dokter de Man Nu dan, die oude dokter de Man, die heeft hem nog gekend, de grote, oude Vismarkt van Smallegange, zoals hel neven staand prentje hem afbeeld. Sinds 1559 werd op deze plaats Vismarkt gehouden daarvóór gebeurde het op de toen nog onbebouwde hoek van Lange- delft en 's Gravenstraat de brouwerij van de Sint Janshe ren werd ervoor afgebroken; vandaar al die ruimte. In 1564 kwam er een Ordonnantie op de Zeevismarkt aan riviervis deden we hier niet Middel burg pakte de zaak degelijk aan. Het moet een royale gele genheid zijn geweest, al heeft de graveur van dit plaatje het geval kennelijk wat geflatteerd. In het midden stond het afsla gershuisje; op de N.O.-hoek lo geerden, naar dokter de Man in zen genoeglijk boekje over van- alles-en-nog-wat verhaalt, een oaar statige ooievaars en er was een „knape", die ze onderhield. Tegenwoordig zeggen we: een knecht, die de boel schoonhield. Deze zwierige vis-beurs weer spiegelt het feit, dat in vroeger jaren de zeevis hier een veel be langrijker plaats innam in de volksvoeding dan thans. Geen wonder ook, lag Middelburg nog niet aan de Arne, de zeevisserij vlak bij de hand? En wat zwom er toendertijd nog niet allemaal voor lekkers in overvloed, hier in de buurt! Daar kunt U Smal legange op nalezen; zelfs de Steur, die, naar hij mededeelt, „van de wind leeft", ontbrak niet, al verkocht men die liefst naar Antwerpen, waar men er veel geld voor gaf. Vervlogen heerlijkheid! Vervlogen glorie, tegenwoordig komt de vis in ijs verpakt, zo dood als een pier; geen wonder, dat we dat nu ook maar sufweg zonder sch moeten spellen. Omstreeks 1830 werd het alles afgebroken en ons te genwoordig, veel bescheidener galerijtje kwam ervoor in de plaats. In het begin dezer eeuw, toen dokter de Man zijn boekje schreef, kwamen er, naar hij vertelt, nog wel eens wat botjes en bakvis op de bank, wat schel vis en kabeljauw. Thans is ook aal verleden tijd en het ge bouwtje slaapt de slaap der mo numenten. Misschien droomt het nog wel eens van vis. Maar van ooievaars weet niemand meer. Dat het nog lang mag dromen zo! En dat de zeer eerwaarde lindebomen er nog lang en on gestoord mogen ruisen om de oude 18e-eeuwse pomp, de laatste van een heel geslacht dergelijke pompen, sinds die op dë Haringplaats ook al aan de oorlogscultuur ten offer viel. Is het geen prachtig plekje? Middelburg heeft er niet véél meer zo. Eigenlijk is het voor de eerste maal in deze serie, dat het prentje-1952 het wint van dat der oude Kronieken. Want die oude vismarkt van 1752, ze ker, dat was een prettig vitaal gedoe, maar het doet hard en koud en zelfgenoegzaam aan, vergeleken bij de milde wijs heid, de dromerige berusting van dit vergeten pleintje van nü. Natuurlijk komt dat van de adel der oude bomen. De bo men. die een 19e eeuw voor ons plantte. Wat doen wij hier voor de 21e? *************-S-*****************#a#.£^#.g.^#^.s.s4fr.s»»,s.s.g***i*fr».£ft#.s.jiHfrs-^jHfr#.g.s.g#^ *■***********************.*****.***.£*****************************************- KLEURENFILM VAN SCHILDERSLEVEN Het was maar een schertsveiling (Van onze speciale verslaggever). AMSTERDAM, December. „We beginnen met vijftig duizend gul den. Vyftig duizend gulden. Vijftigduizend, zestigduizend. Wie meer? Hier vooraan zeventigduizend. Tachtigduizend daar. Negentig duizend daar in het midden Afslager H. S. Nienhuis van het bekende kunstveilingbureau S. Mak van Waay registreert onbewogen de fabelachtige biedingen, dié snel na elkaar met een simpele handbeweging of hoofdknik gedaan worden. In minder dan geen tyd ligt het bod op twee ton. Twee hon derd duizend gulden voor één schilderij. Het schilderij van Vincent van Gogh, dat „Papaverveld" heet, en waarmee veiling-assistent D. G. Lijn- bach achteloos voor het publiek loopt te draaien, alsof het een bazar- stuk is. Hoewel wat we hier schreven vol komen waarheidsgetrouw gebeurd is, en volkomen echt zou kunnen zyn ook, is het fragment van het weergegeven veilingbeeld toch maar een schertsbeeld. Een schertsbeeld Een voorbeeld van Young's tekenkunst: de gehele familie (met „Blondie" links) op één plaatje. voor de film, die Polygoon-Profilti nagenoeg gereed heeft over het leven en werken van de 27 Maart honderd jaar geleden in Zundert (N.Br.) ge boren kunstschilder Vincent van Gogh. KLEURENFILM. Een kleurenfilm wordt het, waar mee Polygoon-Profilti zo verrassend foed de natuurlijke kleuren heeft unnen treffen, dat de verwachtin gen over het effect van deze opmer kelijke documentaire, waarvan eind Maart e.k. de première vermoede lijk in Den Haag zal gaan, bijzonder hoog gespannen zyn. Het wordt een filmpje van ongeveer zeshonderd meter, dat in ruim twintig minuten gedraaid kan worden. Maar de ge heel zomer van dit jaar is er al aan gewerkt. In Arles, Saint Remi, Auvers, de Borinage, Parijs, in het Kröller Mu seum van de „Hoge Veluwe" en in het Stedelijk Museum in Amsterdam zyn de filmbeelden verzameld. Soms onder omstandigheden, die de uiter ste vindingrijkheid van de cineasten vergden. De hitte van de zomer eiste zelfs, dat de gevoelige kleurenfilms met ijs op juiste temperatuur ge houden werden. Nog slecht één scène ontbrak ten slotte aan dit verfilmde levensbeeld van de schilder, waarin hij zelf nim mer naar voren komt, zijn leven en werken alleen geschetst wordt aan de hand van de brieven, die hij schreef aan zyn broer Theo. Dat was het beeld van een veiling, waar op kunstkenners plotseling zijn genie ontdekken en fabelachtige sommen voor zyn werk betalen, terwyl Vin cent eenmaal aan zijn broer zijn nood klaagde, dat tien francs nog alles was, waarvan hij had te leven. Het veilingkantoor Mak van Waay aan het Amsterdamse Rokin bleek bereid deze leemte aan te vullen. Mr. L. J. F. Wijsenbeek, directeur van de afdeling Schone Kunsten te 's- Gravenhage, bleek bereid met een echte Van Gogh uit het Haags Ge meentemuseum naar Amsterdam te komen. „Het Papaverveld", welks huidige waarde rustig op twee ton geschat kan worden. De hele kunst handelaarswereld van Nederland wil de voorts graag meewerken door eni ge uren onder de felle schijnwerpers plaats te nemen en' te biedèn tot vervelens toe te bieden naar de twee ton, die regisseur en scenario schrijver dr. J. Hulsker, hoofd van de afdeling Kunstzaken der gemeen te 's-Gravenhage als limiet gesteld had. Allen waren ze er. De makelaars Van Groningen, De Laaf, Ortman en Tal, de kunsthandel Staal en vele par ticulieren. die de heer Nienhuis als regelmatige klanken van zijn kunst veilingen kent. Eindeloos repeteerden ze tot productieleider J. Jansen en cameraman P. Out de juiste compo sitie gevonden hadden om in ..him" filmverhaal te verwerken. Zeventig duizend Watt lamplicht straalde over hun vaak karakteristieke hoofden. Dat wil zeggen, niet voortdurend. Niet omdat de technici medelijden kenden met de acteurs-voör-één- avond. Geen sprake van. Alleen om dat het Gemeentelijk Electriciteitsbe- drijf de enorme stroomvraag van deze avond niet kon bijhouden. Twee tech nici van de G.E.B. assisteerden om de herhaaldelijke storingen van door slaande stoppen op te heffen. Voelend en tastend naar mogelijke tempera- tuursverhogingen van het kabelmate- riaal, dat in grillige kronkelingen door het lokaal warrelde, probeerden ze het werk gaande te houden Aldus hun steentje bijdragend aan dit zes honderd meter lange filmbeeld van Vincent van Gogh. waarvoor zeker vijf kilometer opnamen gemaakt wer den.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7