c
Zeeland oud...
Brulez doet grillige worpen op
het ganzenbord des levens
Culturele
Cavalcade
DE „CHARLES DICKENS" VAN
DE STRIP-TEKENAARS
ZEELAND NIEUW
MIDDELBURGSE
VISMARKT
ER WERD EEN „VAN GOGH
AMSTERDAM GEVEILD
IN
ZATERDAG 13 DECEMBER 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Het derde deel van zijn geromanceerde
memoires verschenen
„DE HAVEN", HET DERDE DEEL VAN RAYMOND BRULEZ' ge
romanceerde mémoires is verschenen, en er mocht, na „Het Huis te
Borgen" en „Het Pakt der Triumviren", die de schrijver ineens, ook in
ons land een vry late (liy is 57 jaar) roem bezorgden, geredelyk wor
den verwacht, dat het verschijnen vin dit derde deel een belangrijke
gebeurtenis in de letterkundige wereld zou zijn. Een vierde deel dat voor
het najaar van 1953 is geprojecteerd, zal de cyclus, die „Mijn Wonin
gen" heet, afsluiten.
Was „Het Pakt" als schriftuur en als werkstuk te pryzen boven „Het
Huis te Borgen", by „De Haven" aarzelt men even: dit boek is minder
strak van bouw, ja, het mist vrijwel elke structuur. Het heeft daardoor
meer het karakter van werkelyke mémoires gekregen, maar het is min
der een „roman" geworden, die zich afzonderlyk lezen Iaat zoals de
voorafgaande delen. Herhaaldelijk wordt thans teruggegrepen naar ge
beurtenissen uit die boeken.
Wat het werk hierdoor verloor
aan afgerondheid, won het aan di
rectheid: de indruk, dat deze ge
denkschriften zeer weinig geroman-
ceerd zyn is ongetwijfeld juist. Bru
lez gaat zelfs zo ver dat hij niet
meer alleen over zichzelf, vrouw en
kind, zijn vrienden en zijn leven
schryft, neen: hy onthult zijn werk
wijze, hij richt zich tot zyn critici,
en zelfs doodleuk rechtstreeks tot
elke lezeres en lezer, die hij pro
beert te interesseren voor zijn vroe
ger verschenen verhalenbundel „She-
herazade":
„Ik zie echter de lezer reeds de
neus ophalen, over deze onverbloem
de publiciteit. Ik doe ze welbewust,
alhoewel met een zekere schroom.
Bij het inleveren van het manus
cript van mijn eerste roman verkeer-
door HANS WARREN
de ik nog in de naïve waan, dat
hiermede de rol van de auteur ten
einde was. De uitgever moest maar
zorgen, dat het meesterwerk vlot
van stapel liep en een flinke koers
zette naar het matei'ieel én moreel
succes. De ervaring heeft mij beter
geleerd. De schrijvers zijn veeleer te
vergelijken met de ouders van een
kind. Bij de geboorte mogen ze het
wicht niet aan zijn lot overlaten. Zij
moeten zijn eerste aarzelende stap
pen begeleiden, excuus vragen bij de
geburen zo het in hun tuin katte-
kwaad aanricht, démarches doen bij
'invloedrijke personen om zijn loop
baan te verzekeren. Dergelijke „in
vloedrijke personen" zijt U, schrande
re lezer, lieftallige lezeres. Doch wat
kan ik doen om U mijn geesteskin
deren aan te bevelen? Dat ze een
goede opvoeding kregen Dat ze
Grieks en Latyn leerdèn-?- Hun
Frans spreken lijk hun Vlaams?......
De kritiek heeft mij herhaaldelijk
voorgehouden dat er te veel geleer
de citaten en Franse volzinnen voor
komen in mijn boeken." (pag. 161
162).
Men komt dus wel in een zeer
persoonlijke relatie met de schrijver
te staan, en als boekbespreker
krygt men op deze manier enigszins
het gevoel alsof men een open brief
richt tot Raymond Brulez. Men
krijgt de neiging om dezelfde vrijheid
te nemen en te schryven: „Geachte
heer Bridez, persoonlijk vind ik het
derde deel van uw mémoires nog in
teressanter dan de twee voorafgaan
de, u komt er meer als mens en min
der als romanfiguur uit naar voren;
gy zyt mij door uw boeken een
vriend geworden, etcmaar aan
gezien ik de lezers van de krant niet
dien te verveley met mijn tè persoon
lyke visie doch hen een verantwoord
verslag èver uw boek behoor te ge
ven sluit ik weer snel de aanha
lingstekens."
DE HAVEN.
hoe hij eerst mislukt als handelsrei
ziger in kolen, en daarna een niets-
nuttenleventje slijt op een bureau
voor de Oorlogsgravendienst, waar
het werk zich beperkt tot het door
geven van een dossier over een fic
tieve dode, dat gevuld is met dag
bladen, en tot kaartspelen. Later
komt hij in dienst bij een uitgevery-
drukkery.
Wanneer hij op een Zaterdagmid-
ig, alvorens zijn vrouw van het
atelier af te halen, door de stad
dwaalt, valt zijn oog op een „uittrpk-
kaart", een Eerste Communieprent,
die hem in vervoering brengt. Zó
tweedimensionaal, met toch een wer
kelijke diepte achter de fictieve, wil
hij schrijven: treffender dan met een
echte derde demensie. Het tweede
evenement voor zijn schrijverschap
is de stijl van de sprookjes van
Grimm, van het begin van Sneeuw
witje vooral, dat hij dan ook afschrijft
in zijn boek. Merkwaardige polen
voor een schrijverschap!
BRULEZ' DEBUUT
Brulez verhaalt ons ook het wel
en wee van zijn debuut, de roman
André Terval,.. die hij na eindeloos
leuren van uitgever naar uitgever,
in 1930 uitgegeven wist te krijgen,
en hij verheelt geenszins zijn ijdel-
heid van toen: „De zware kapitaal
letters van mijn naam, samen met
mijn beeltenis, die de uitgever goed
had gevonden op het stofomslag af
te drukken, schenen mij een soort
publiek eerherstel al deed deze
jacht op effect veeleer denken aan
de weinig flatteuze plakkaten, waar-
„De Haven" begint met het relaas
van Brulez' kennismaking, verloving
en huwelijk met mej. Angèle Sey-
nave, een dame die in „Claven" (de
schuilnaam voor Brugge, zoals „Bor
gen" voor Blankenberge staat, het is
zo doorzichtig dat de naamsverande
ring wel weg had kunnen blijven, al
hadden we dan een heerlijke persi
flage op naamsafleidingen gemist)
een mode-atelier leidt. Zonder enige
opsmuk, erg sympathiek en beheerst,
vol humor ook, vertelt de schryver
HET JOEGOSLAVISCHE Radiosta
tion Ljubljana heeft een uitvoering
gegeven van de zes symphonische
epigrammen van Willem Pijper. Het
waren opnamen, die door de Zuid-
westduitse radio ter beschikking wa
ren gesteld,
DE FRANSE AMBASSADEUR, de
heer J. P. Gamier, heeft in Den Haag
een tentoonstelling van moderne Fran
se wandtapijten geopend.
IN DEN HAAG wordt deze maand
een „Conferentie der Nederlandse let
teren" gehouden, die ten doel heeft
de mogelijkheid van een nauwere sa
menwerking te bevorderen tussen Ne
derland en België op het gebied van
letterkunde, uitgeverij en boekhandel,
bibliotheekwezen en radio. De Neder
landse delegatie staat onder leiding
van mr. M. Nijhoff en de Belgische
onder dr. Herman Teirlinck.
IN HET Palais des beaux arts'
Brussel wordt onder auspiciën van de
Republik Indonesia een tentoonstel
ling gehouden van Indonesische antie
ke en moderne kunst. Deze expositie
is tot stand gekomen met medewer
king van het Koninklijk Instituut voor
de tropen.
IN ROTTERDAM wordt in het ma
ritieme museum „Prins Hendrik" een
tentoonstelling gehouden, gewijd aan
het werk van de drukkers en kaarten
makers Willem Jansz. en Joan Blaeu.
Er zijn tal van zeekaarten te zienals
mede atlassen en globes.
mede de politie een voortvluchtige
boosdoener opspoort".
Behalve oude bekenden, ontmoe
ten we schilderachtige nieuwe figu
ren, zoals de mythomaan Smeltinck,
een oude rijke zonderling die aan het
eind van zijn leven een boek schryft
over de gefingeerde wonderdaden
van een zekere pater Anselmus, met
het doel, een heiligenverering in het
leven te roepen; de „Clavense" schil
der Lindebrecht, bij wie paranorma
le verschijnselen via de beeldende
kunst tot uiting komen. We verne
men het verdere lot van de triumvi
ren, wier „pakt" overigens weinig
kx-acht blijkt te bezitten. Van deze
personen uit„Het Pakt" is Juüen
Martijn, het „Bellemannetje", het
eerste arrivé. Bertrand Daelman, die
een onbezorgd rijk leven van reizen
en nietsdoen heeft gesleten, neemt
na de dood van zijn vader uit piëteit
diens zaken over, doch komt daar
door financieel in zorgen: er zijn
millioenen te kort. Van andere figu
ren, als van de actrice Simone Ar-
naud en van baron van Ertbom, ver
nemen we de dood, en natuurlijk
wordt weer menigmaal de schijnwer
per op de strijd tussen Vlamingen en
Fransen gezet.
De schrijver springt nu eens voor
uit, dan weer terug in zijn relaas;
hij schrijft duidelijk voor zijn eigen
genoegen, en hij vergelijkt het zelf
met een spel op het onvolprezen
ganzebord: een ganzebord, door hem
zelf ontworpen, waarop hij de grilli
ge dobbelstenen van de fantasie
werpt die hem nu eens dwingen
vooruit te hollen, dan weer om terug
te keren.
Het beeldend vermogen van zyn
taal is vaak zeer groot en hy is ner
gens karig met zyn humor en humo
ristische zelfironie; zij is echter soms
zo subtiel of particulier dat zy me
nige lezer zal ontgaan.
Pas wanneer deel IV verschenen
is (dat „Het Mirakel der Rozen"
heet maar dat o „literatuur als
losprijs" niettemin stellig even sterk
van „Le Miracle de la Rose" zal ver
schillen als de rustig-nette Brulez
van de bandeloze," geniale Jêari Ge
net) zal het mogelijk zyn, een sa
menvattend oordeel te vellen over
leze romancyclus, waarvan echter
nu reeds vaststaat, dat Brulez er
zich een vooraanstaande plaats in de
moderne Vlaamse èn Nederlandse
letteren mee heeft veroverd.
Uitgave: J. M. Meulenhoff,
Amsterdam.
TEKENAAR CHIC YOUNG
Het geheim van zijn succes
New York, December Zelfs de knapste massapsycholoog zou niet ge
makkelijk het sinds twintig jaar ononderbroken, in de waarste zin van het
woord „phenomenale" succes van de „meestgelezen tekenaar te wereld"
kunnen verklaren, die in 1200 kranten van 42 verschillende landen en 17
verschillende talen de lezers en toeschouwers weet te boeien. Deze tekenaar
is Murat Bernard Young, een van de belangrijkste leveranciers van de
beeldromans comic strips", die in Amerika sinds lang tot de dagelijkse
bestanddelen van de kranten behoren en tegenwoordig ook in de continen
tale pers doordringen.
Chic Young was een tamelijk onbe
kende tekenaar uit Chicago, die in
New York van de hand in de tand
leefde, tot hij in 1931 de lievelingsfi
guur van zyn internationaal publiek:
„Blondie", het meisje met het gou
den haar, uitvond, dat toen tijdens de
verdere ontwikkeling van dit succes
met een jonge man, Dagwood ge
naamd, trouwde en kinderen kreeg:
Alexander, Cookie en Tootie, die nu
tezamen met hun twee honden een
felukkig harmonisch gezinsleven lei
en, onder de onvoorstelbare belang
stelling van meer dan honderd mil-
lioen lezers over de gehele wereld, die
met spanning de lotgevallen van
Young's schepselen volgen, alsof deze
producten van zyn potlood werkelijk
en waarlijk leefden.
PRIMITIVITEIT.
Is het de eenvoudigheid van geest,
terugkeer tot de primitiviteit of de
vervulling van een of andere geeste
lijke leegte, die honderdduizenden le
zers noopt bij iedere voorkomende ge
legenheid uitdrukking te geven aan
hun belangstelling voor het leven van
Blondie en haar gezin Na de 13e Fe
bruari 1933, de dag, waarop Chic
Young Blondie met Dagwood liet
trouwen. Kreeg hij meer Drieven dan
de president van de Verenigde Staten.
De geboorte van het eerste kind,
Alexander, op 15 April 1934, kreeg
het karakter van een gebeurtenis van
nationale betekenis en toen na twee
jaar „Tootie" op de wereld kwam,
kende de geestdrift geen grenzen:
431.275 lezers schreven Chic geduren
de drie weken na de heuglijke gebeur
tenis om hem voorstellen te doen
voor de naam en enthousiaste lezeres
sen stuurden zelfsluiers voor de
papieren zuigeling.
VELE VRAGEN.
Onder de mensen, die zich voor de
kleinste bijzonderheden in het leven
van Blondie's gezin interesseerden,
bevinden zich niet alleen hysterici
van beiderlei geslacht, die zich tot een
enthousiasme "over het een of ander
moeten opwinden, maar ook ernstige
zakenlieden, leiders van grote onder
nemingen, die vragen welk salaris het
fezinshoofd Dagwood verdient, wat
ij voor kleding uitgeeft en aan welk
automerk hy de voorkeur geeft. Le
zeressen willen weten, welke peper
soorten Blondie in de keuken gebruikt
en sturen als tegenprestatie haar
eigen beproefde recepten op, met ad
viezen voor de huisvrouw en dergely-
ke, terwyl trotse ouders de opmerkin
gen van hun spruiten mededelen, op
dat Young ze zyn eigen schepselen in
de mond kan leggen. Jonge meisjes
schryven dwepende gedichten voor
Blondie, Keizer Hirohito zou, naar
men verneemt, het leven van Blondie's
gezin aan zijn eigen kinderen als
voorbeeld stellen en Chic Young's
huis bij Hollywood loopt over van
Eantoffels en nylons, die enthousiaste
:zers steeds weer sturen, hoewel de
tekenaar zulke cadeautjes heus niet
nodig heeft by een jaarlijks inkomen,
dat op ongeveer anderhalf millioen
gulden geschat wordt.
Waarin ligt nu het geheim van dit
succes? Zeker niet, naar men zou
kunnen denken, in het sensationele,
opwindende. Young's recept luidt na
melijk heel eenvoudig: eten, drinken,
slapen en een harmonisch gezinsleven
zijn absoluut voldoende om de lezers
aan het lachen te maken. Hij is te-
?en alles wat buitengewoon of fan-
astisch is. Young geeft alleen de zor
gen en belevenissen van de gemiddel
de mens weer. Het leven van Blondie
en de haren wordt begrensd door het
kleine huis in de voorstad, het kan
toor en het gezinshoofd en de autobus
en het wordt bevolkt door postboden,
melkboeren, buren en vriendinnen
van de huisvrouw.
De familie Young woont op een
ranch by Hollywood, temidden van
een gewemel van dieren, die een die
rentuin op zichzelf vormen. De enige
luxe is een groot zwembassin, waar
de dorpsjeugd mag komen zwemmen
en men zegt, dat Young hier zijn' bes
te ideeën vandaan haalt. In ieder ge
val hebben ze Young geholpen dat te
woi'den, wat de voorzitter van een
groot krantensyndicaat, die in 1931
een langdurig contract met hem af
sloot, hem voorspelde: de „Charles
Dickens van de tekening!"
-
V
-
:i;
MiM I
De oude dokter de Man, wie
kende hem niet in het oude
Middelburg van een dikke vijf
tig jaar geleden? Hij was een
instelling, van ontzag omgeven,
-zoiets als het stadhuis van de
burgemeester. Iedere dag kwam
hij voorbij en soms zwaaide hij
met zijn stok naar je, dat was
een grote eer! Zelf was je toen
een heel klein jongetje in een
heel klein huisje aan de Seis-
singel en je stond op een stoel
voor het raam, je neus tegen de
ruiten geplakt, en dan kwam
dokter de Man voorbij. Een lan
ge, deftige, oude heer, die wel
èrg rechtop liep; je was altijd
bang, dat hij achterover zou
vallen. Misschien leek dat ook
maar zo, omdat zijn kameraad
een-ottd heertje was, dat bijna
vóórover viel. „Dokter de Man",
je moeder zei dat héél eerbie
dig; vermoedelijk was het een
soort tovenaar, een beetje bang
was je wel van hem. Diep in je
binnenste vond je eigenlijk hel
„brik je" van Graaf van Lynden
belangrijker, met die mooie
koetsier, en 's winters de
arrestee van Ter Hooge, met
de rode pluimen en de rin
kelende bellen, daar deed
je eigenlijk dokter de Man voor
cadeau. Maar dat heb je nooit
durven zeggen. Dokter de Man
Nu dan, die oude dokter de
Man, die heeft hem nog gekend,
de grote, oude Vismarkt van
Smallegange, zoals hel neven
staand prentje hem afbeeld.
Sinds 1559 werd op deze plaats
Vismarkt gehouden daarvóór
gebeurde het op de toen nog
onbebouwde hoek van Lange-
delft en 's Gravenstraat de
brouwerij van de Sint Janshe
ren werd ervoor afgebroken;
vandaar al die ruimte. In 1564
kwam er een Ordonnantie op de
Zeevismarkt aan riviervis
deden we hier niet Middel
burg pakte de zaak degelijk
aan. Het moet een royale gele
genheid zijn geweest, al heeft
de graveur van dit plaatje het
geval kennelijk wat geflatteerd.
In het midden stond het afsla
gershuisje; op de N.O.-hoek lo
geerden, naar dokter de Man in
zen genoeglijk boekje over van-
alles-en-nog-wat verhaalt, een
oaar statige ooievaars en er was
een „knape", die ze onderhield.
Tegenwoordig zeggen we: een
knecht, die de boel schoonhield.
Deze zwierige vis-beurs weer
spiegelt het feit, dat in vroeger
jaren de zeevis hier een veel be
langrijker plaats innam in de
volksvoeding dan thans. Geen
wonder ook, lag Middelburg nog
niet aan de Arne, de zeevisserij
vlak bij de hand? En wat zwom
er toendertijd nog niet allemaal
voor lekkers in overvloed, hier
in de buurt! Daar kunt U Smal
legange op nalezen; zelfs de
Steur, die, naar hij mededeelt,
„van de wind leeft", ontbrak
niet, al verkocht men die liefst
naar Antwerpen, waar men er
veel geld voor gaf. Vervlogen
heerlijkheid! Vervlogen glorie,
tegenwoordig komt de vis in ijs
verpakt, zo dood als een pier;
geen wonder, dat we dat nu ook
maar sufweg zonder sch moeten
spellen. Omstreeks 1830 werd
het alles afgebroken en ons te
genwoordig, veel bescheidener
galerijtje kwam ervoor in de
plaats. In het begin dezer eeuw,
toen dokter de Man zijn boekje
schreef, kwamen er, naar hij
vertelt, nog wel eens wat botjes
en bakvis op de bank, wat schel
vis en kabeljauw. Thans is ook
aal verleden tijd en het ge
bouwtje slaapt de slaap der mo
numenten. Misschien droomt het
nog wel eens van vis. Maar van
ooievaars weet niemand meer.
Dat het nog lang mag dromen
zo! En dat de zeer eerwaarde
lindebomen er nog lang en on
gestoord mogen ruisen om de
oude 18e-eeuwse pomp, de
laatste van een heel geslacht
dergelijke pompen, sinds die op
dë Haringplaats ook al aan de
oorlogscultuur ten offer viel.
Is het geen prachtig plekje?
Middelburg heeft er niet véél
meer zo. Eigenlijk is het voor de
eerste maal in deze serie, dat
het prentje-1952 het wint van
dat der oude Kronieken. Want
die oude vismarkt van 1752, ze
ker, dat was een prettig vitaal
gedoe, maar het doet hard en
koud en zelfgenoegzaam aan,
vergeleken bij de milde wijs
heid, de dromerige berusting
van dit vergeten pleintje van
nü. Natuurlijk komt dat van
de adel der oude bomen. De bo
men. die een 19e eeuw voor ons
plantte. Wat doen wij hier voor
de 21e?
*************-S-*****************#a#.£^#.g.^#^.s.s4fr.s»»,s.s.g***i*fr».£ft#.s.jiHfrs-^jHfr#.g.s.g#^
*■***********************.*****.***.£*****************************************-
KLEURENFILM VAN SCHILDERSLEVEN
Het was maar een schertsveiling
(Van onze speciale verslaggever).
AMSTERDAM, December. „We beginnen met vijftig duizend gul
den. Vyftig duizend gulden. Vijftigduizend, zestigduizend. Wie meer?
Hier vooraan zeventigduizend. Tachtigduizend daar. Negentig duizend
daar in het midden
Afslager H. S. Nienhuis van het bekende kunstveilingbureau S.
Mak van Waay registreert onbewogen de fabelachtige biedingen, dié
snel na elkaar met een simpele handbeweging of hoofdknik gedaan
worden. In minder dan geen tyd ligt het bod op twee ton. Twee hon
derd duizend gulden voor één schilderij. Het schilderij van Vincent van
Gogh, dat „Papaverveld" heet, en waarmee veiling-assistent D. G. Lijn-
bach achteloos voor het publiek loopt te draaien, alsof het een bazar-
stuk is.
Hoewel wat we hier schreven vol
komen waarheidsgetrouw gebeurd
is, en volkomen echt zou kunnen
zyn ook, is het fragment van het
weergegeven veilingbeeld toch maar
een schertsbeeld. Een schertsbeeld
Een voorbeeld van Young's tekenkunst: de gehele familie (met „Blondie"
links) op één plaatje.
voor de film, die Polygoon-Profilti
nagenoeg gereed heeft over het leven
en werken van de 27 Maart honderd
jaar geleden in Zundert (N.Br.) ge
boren kunstschilder Vincent van
Gogh.
KLEURENFILM.
Een kleurenfilm wordt het, waar
mee Polygoon-Profilti zo verrassend
foed de natuurlijke kleuren heeft
unnen treffen, dat de verwachtin
gen over het effect van deze opmer
kelijke documentaire, waarvan eind
Maart e.k. de première vermoede
lijk in Den Haag zal gaan, bijzonder
hoog gespannen zyn. Het wordt een
filmpje van ongeveer zeshonderd
meter, dat in ruim twintig minuten
gedraaid kan worden. Maar de ge
heel zomer van dit jaar is er al aan
gewerkt.
In Arles, Saint Remi, Auvers, de
Borinage, Parijs, in het Kröller Mu
seum van de „Hoge Veluwe" en in
het Stedelijk Museum in Amsterdam
zyn de filmbeelden verzameld. Soms
onder omstandigheden, die de uiter
ste vindingrijkheid van de cineasten
vergden. De hitte van de zomer eiste
zelfs, dat de gevoelige kleurenfilms
met ijs op juiste temperatuur ge
houden werden.
Nog slecht één scène ontbrak ten
slotte aan dit verfilmde levensbeeld
van de schilder, waarin hij zelf nim
mer naar voren komt, zijn leven en
werken alleen geschetst wordt aan
de hand van de brieven, die hij
schreef aan zyn broer Theo. Dat
was het beeld van een veiling, waar
op kunstkenners plotseling zijn genie
ontdekken en fabelachtige sommen
voor zyn werk betalen, terwyl Vin
cent eenmaal aan zijn broer zijn
nood klaagde, dat tien francs nog
alles was, waarvan hij had te leven.
Het veilingkantoor Mak van Waay
aan het Amsterdamse Rokin bleek
bereid deze leemte aan te vullen. Mr.
L. J. F. Wijsenbeek, directeur van
de afdeling Schone Kunsten te 's-
Gravenhage, bleek bereid met een
echte Van Gogh uit het Haags Ge
meentemuseum naar Amsterdam te
komen. „Het Papaverveld", welks
huidige waarde rustig op twee ton
geschat kan worden. De hele kunst
handelaarswereld van Nederland wil
de voorts graag meewerken door eni
ge uren onder de felle schijnwerpers
plaats te nemen en' te biedèn tot
vervelens toe te bieden naar de
twee ton, die regisseur en scenario
schrijver dr. J. Hulsker, hoofd van
de afdeling Kunstzaken der gemeen
te 's-Gravenhage als limiet gesteld
had.
Allen waren ze er. De makelaars
Van Groningen, De Laaf, Ortman en
Tal, de kunsthandel Staal en vele par
ticulieren. die de heer Nienhuis als
regelmatige klanken van zijn kunst
veilingen kent. Eindeloos repeteerden
ze tot productieleider J. Jansen en
cameraman P. Out de juiste compo
sitie gevonden hadden om in ..him"
filmverhaal te verwerken. Zeventig
duizend Watt lamplicht straalde over
hun vaak karakteristieke hoofden.
Dat wil zeggen, niet voortdurend.
Niet omdat de technici medelijden
kenden met de acteurs-voör-één-
avond. Geen sprake van. Alleen om
dat het Gemeentelijk Electriciteitsbe-
drijf de enorme stroomvraag van deze
avond niet kon bijhouden. Twee tech
nici van de G.E.B. assisteerden om de
herhaaldelijke storingen van door
slaande stoppen op te heffen. Voelend
en tastend naar mogelijke tempera-
tuursverhogingen van het kabelmate-
riaal, dat in grillige kronkelingen
door het lokaal warrelde, probeerden
ze het werk gaande te houden Aldus
hun steentje bijdragend aan dit zes
honderd meter lange filmbeeld van
Vincent van Gogh. waarvoor zeker
vijf kilometer opnamen gemaakt wer
den.