„De Doopvont", een nieuwe roman van Bordewijk in grote stijl C 3 Eerbied voor Diepenbrock, maar nog te weinig genegenheid CHAPLINS ..LIMELIGHT" IS GEEN WONDERWERK ZATERDAG 15 NOVEMBER 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT LETTERKUNDIGE KRONIEK Voorlopig de kroon op zijn levenswerk als schrijver HET LETTERKUNDIGE WINTERSEIZOEN, dat mogelijk nog vel. verrassingen in petto houdt, Is ai dadelijk begonnen met een evenement: het verschijnen van de omvangrijke roman „De Doopvont" van F. Borde- wyk. Het is een werk van ryke levenservaring en grote eruditie; welover wogen van bouw en uiterst verzorgd van taal, waarin de eigenaardigheden, die het oeuvre van deze belangrijke auteur de laatste tijd soms dermate schaadden dat men algemeen van zijn neergang sprak, tot een minimum zyn teruggebracht; kortom: het is Bordewijk op zijn best, en, voorlopig althans, de kroon op zijn levenswerk als schrijver. Alle specifieke Bordewijk-eigenschappen: zijn voorliefde voor satire, de droomwereld, voor rare namen, bepaalde huizen, lichamelijke afwijkingen en criminaliteit, voor paranormale verstandhoudingen tussen mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen, e-d„ vindt men erin terug, doch alles met mate, niet tot het maniakale gechargeerd, doch ondergeschikt gemaakt aan de grote, zeer eenvoudige lijn -van het verhaal. Al lezend worden soms geen mindere namen in herinnering gebracht dan Couperus, en zelfs Proust, doch dat komt voornamelijk door het onderwerp en het milieu. Men zou diverse benamingen voor deze roman kunnen verzinnen: „een Haagse roman", „een familieroman uit adelijke kringen" e.d., maar bo venal is „De Doopvont" een roman van de ouderdom, een roman van de lichamelijk verschrompelende doch geestelijk nog steeds groeien de, veerkrachtige mens. Men moet de leeftijd der sterken reeds lang bereikt hebben om een dergelijk boek te kunnen concipiëren. Dit is, zoals men begrijpen zal, geenszins in denigrerende betekenis bedoeld. Het is in tegendeel gezegd in geest driftige bewondering voor dit mees- terwerk van de bijna zeventigjarige auteur. Het is dan ook typerend dat Bordewijk tot hoofdpersoon een rijke Haagse aristocraat van om en nabij de zeventig heeft gekozen. Deze de Bleeck, deerlijk geschon den aan gelaat en linkerhand door hulpverlening tijdens het bombarde ment van Rotterdam heeft eens door BANS WARREN op een ontvangdag van zijn half zuster Sax-a, waar hij schitterde te midden van een uitgelezen dames gezelschap, galant beweerd dat de vrouw in het leven op een voetstuk staat, en dat voetstuk is de man. Nu was zijn eigen huwelijk niet be paald een voorbeeld. De Bleecks vader was driemaal gehuwd geweest, en had, indachtig aan zyn leus dat een arendsnest maar één jong be vat, een rattennest daarentegen een heleboel, uit elk huwelijk een kind gehad: Amos de Bleeck, onze hoofd persoon, en diens halfzusters Lea en Sara, op wie Amos buitengewoon gesteld was, vooral op de jongste zuster Sara. Zijn eigen huwelijk was, zoals gezegd een mislukking: hy had een uiterlijk knappe freule ge trouwd die echter geestelijk verre zijn mindere was, en hij had die arme vrouw, Aleida, die van hem was blijven houden, op zo'n geraf fineerde manier minderwaardig be handeld dat zij hem verlaten had en, onder voor de Bleeck beschamende omstandigheden, in een Haagse volksbuurt woonde waar ze, half debiel geworden, hele dagen muziek Culturele Cavalcade VOLGEND JAAR zal te Brussel on der auspiciën van de Unesco een inter nationale conferentie worden gehou den over de rol van de muziek in de opvoeding. JORIS DIELS zal enige tijd optre den als gast-regisseur bij het opera gezelschap „Camarata", dat de laatste tijd vooral bekendheid verwierf door de opvoering van Menotti's „Medium". IN LUIK wordt thans een expositie gehouden van werken van de Neder landse expressionisten Henk Chabot, Charley Toorop en Herman Kruyder. DE TONEELGROEP van en voor jonge mensen „Puck" heeft een werk van Shakespeare aan haar repertoire toegevoegd, namelijk „Romeo en Ju lia" in de vertaling van Michel van der Plas. De eerste opvoering in de „Kleine Komedie" te Amsterdam werd een groot succes. DE BEKENDE concertzangeres Berthe Seroen zal 27 November 70 jaar wor den. Zij studeerde en werkte aanvan kelijk in Brussel en kwam in 1914 naar Nederland. Zij treedt de laatste tijd niet meer als zangeres op, doch is verbonden als hoofdlerares aan het Amsterdamse Conservatorium. TE LONDEN zal op Zaterdag 22 November in de Koninklijke Acade mie een grote tentoonstelling van Ne derlandse schilderkunst geopend wor den. Deze expositie, die tot Maart 1953 zal duren, bevat 644 doeken uit de periode 1450 tot 1750. Vele stukken, o.a. „Het straatje" van Vermeer en Petrus verloochent Christus" van Rembrandt, zijn door Nederlandse musea uitgeleend. TITO SCHIPA, de bekende Italiaan se zanger zal eind deze maand een aantal concerten in Nederland geven met medewerking van de jonge so praan Elsa Camellini HET MUZIEKFEEST van de Jnter- national Society for contemporary Music" zal in 1953 in Oslo worden ge houden. De jury voor de beoordeling van de Nederlandse inzendingen be staat uit Eduard van Beinum, Lex van Delden en Wouter Paap. OP EEN z.g. kopgevel in een nieuwe Haagse wijk is een grote gevelschil- dering aangebracht door de kunst schilder J. G. Goeting. Dit werk is vervaardigd in opdracht van de ge meentelijke commissie voor de kunst- opdrachten. van César Franck speelde op een wrakke piano. Het huwelijk was kinderloos gebleven. Ook de echt verbintenissen van zijn beide zus ters waren niet ideaal. Lea had zich in zijn ogen enigszins gemé- saillieerd door met een rijk indu strieel, Bearda, te trouwen. Zij had drie kinderen. En Sara was genuwd met een baron: hun arendsnest tel de althans maar één jong. De Bleeck verachtte z'n zwagers, hoewel hij heel goed inzag dat hij daar totaal geen reden voor had. Het waren hoogstaande mannen van onberispe lijke levenswandel, terwyl zijn eigen gedrag, allereerst tegenover zijn vrouw Aleida, maar ook tegenover- anderen, zeker niet goed te praten was. Hij gaat een amourette aan met een uiterst bekoorlijke vijftigjarige weduwe uit de hoogste kringen, de markiezin Louise de Violette, die hem op de meest kiese wijze als voorwaarde stelt dat hij. wil hij haar minnaar blijven, zijn wette lijke vrouw een leven overeenkom stig lraar stand moet verschaffen, ook al is een definitieve hereniging met de geestelijk afgestompte Alei da niet meer mogelijk. De Bleecks trots verzet zich, en uiterlijk ont staat er tussen Louise en hem een verwijdering. Ondertussen volgen we de uitvoe rig getekende huwelijken van Lea (in Delft) en Sara (in Den Haag). We worden meegevoerd in een bon te mengeling van gebeurtenissen: society-leven op jours en tuinfees ten; we volgen de Bleeck naar de club waar hy zyn vrienden ontmoet, en de zoon van Sara die een zenuw schok gekregen heeft tijdens het on dergronds verze'twerk; we bezoeken het bedompte Woonkamertje van de sigarenhandelaar Hartman die door- de Bleeck uit hel Rotterdamse puin was gered; we komen in aanraking met de wouwen die langs de arends nesten schuimen, belust -op buit, zo als de cocaïnesnuifster Mevr. Ulius, een van de meest curieuze figuren uit dit boek, een geniaal aangelegde maar mislukte vrouw die een uiterst geraffineerde chantage op touw zet om Sara geld af te persen; we be zoeken fabrieken, vergaderingen van commissarissen en aandeelhouders, zijn getuige van de tragische zelf moord van een jong meisje kort om we worden een hele wereld bin nen gevoerd zoals dat alleen in zeer uitvoerige romans mogelijk is. DE DOOPVONT. Op een Zondag beluisterde de Bleeck een preek die hem geweldig trof. Er werd in gewaagd van een antieke byzantijnse doopvont met een Grieks randschrift, dat vertaald luidde „Was de zonde, niet enkel 't gelaat". De doopvont was een sa menstel van symbolen: het voetstuk de man, de zuil de vrouw, het bek ken het huwelyk, door die beiden ge schraagd. De prediking maakte op de Bleeck zo'n indruk dat hij nadien twee voor hem zeer zware gangen volbracht. Hij ging naar zijn vrouw Tilly Perin Bouwmeester uit het ziekenhuis. De actrice, Tilly Perin-Bouw- mcester, die onlangs voor een vrij zware maagoperatie in het St. Elisa- bethgasthuis te Haarlem werd opge nomen, is thans zo ver hersteld, dat zij naar haar woning te Heemstede zal terug keren. Begin December hoopt zy weer op de planken te staan brj de gezelschap Johan Kaart. Nobel-prijswinnaar voor de lit eratuur. FRANQOIS MAUKIAC wie door de „Svenska Akademi", de Nobelprijs voor de literatuur werd verleend. en bood haar betere levensomstan digheden aan, en hij bezocht Louise de Violette, zei haar dat hij uitein delijk haar- voorwaarde had vervuld, en bood haar aan in 't ver-volg niets meer dan enkel goede vrienden te zijn. In het laatste school bedrog, en dat wist hij zelf het beste. Daar na verouderde de Bleeck, snel maar waardig. Veel handeling zit er in deze ro man dus niet. Dat men hem niette min van begin tot eind geboeid leest, komt door de afwisseling der taferelen, de innerlijke rijkdom en distinctie die uit alle regels spreekt, het feilloze evenwicht van de com positie; de beeldende kracht van de strakke en tevens veerkrachtige stijl. De karakters zijn tot in de diepste verborgenheden gepeild; de gesprekken gekruid met humor en originele aforismen en de sfeer is onverbeterlijk weergegeven. Het is een onmogelijkheid om in een kort artikel de talrijke facetten van dit meesterlijke boek te belichten. Hier kon alleen de hoofdlijn worden uit gezet en dat het werk daardoor te kort wordt gedaan uw recensent is er zich ten zeerste van bewust. Nijgh en Van Ditmar N.V. Rotterdam 's-Gravenhage. De „Handel-Vereenigir.g" weer in Naardens Grote Kerk. De kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde Gemeente te Kaarden heeft aan de „Nederlandse Handel- Vereeniging" medegedeeld, dat weer gebruik kan worden gemaakt van de Grote Kerk in Naarden voor het hou den van repetities en het geven van concerten. Zoals békend heeft het be stuur der vereniging onlangs excuses aangeboden wegens overtreding van het rookverbod. Uitbreiding van radio-reportagediensten. De radio-omroepen der Westeuro- pese landen zullen binnenkort, in sa menwerking met het Mutual Securi ty Agency, in de gelegenheid worden gesteld, meer radio-reportages te ver zorgen uit andere landen van West- Europa. Het initiatief hiertoe is ge nomen door het Europese bureau van het M.S.A. te Parijs, dat zich ook met de technische verzorging en uit voering zal belasten. De bedoeling is, dat in de hoofd steden van alle daarvoor in aanmer king komende landen radio-reporters werkzaam zullen zijn, die een of meer malen per week hun op de magne tische band vastgelegde reportages van voor hun land belangrijke ge beurtenissen per telefoonlijn zullen doorgeven naar Parijs, dat als het centrale punt van de nieuwe organi satie zal fungeren. In Nederland zullen de N.C.R.V., de VARA en Radio Nederland We reldomroep gebruik maken van deze nieuwe reportagedienst. Daar de bei de eerstgenoemde radio-verenigingen reeds eigen correspondenten in Lon den. Brussel, Parijs en Bonn bezitten, zullen correspondenten worden aan gesteld in andere hoofdsteden, die in net brandpunt van de belangstelling staan, zoals Berlijn, Wenen. Belgra do, Ankara, Lissabon, Athene en Ko penhagen. ALLEDAAGS VERHAAL Geen aureool voor Charlie op grond van deze film Niets is moeilijker dan over een kunstmanifestatie te schrijven, waarvan de roem al tot ons is doorgedrongen. Het risico is groot-, dat men zich in zijn oordeel laat lelden door wat elders werd opgemerkt. Indien Ik mij daarvan niet zou weten los te muken, zou ik ongetwijfeld in myn arsenaal van superlatieven moeten duiken om enige aantekeningen te maken bij de Chaplin-film „Limelight", die Donderdag voor het eerst in ons land werd vertoond. Maar toen ik 2 uur en 23 minuten (of daaromtrent) naar deze film had gekeken, bleef ten slotte in de eerste plaats over een duidelijk gevoel.van onbehagen: deze Clrapllnade Ls helemaal niet zo groots als werd voorgesteld. Ik ben zelfs geneigd mij af te vragen waarom er ter zake van „Limelight" „tant de bruit pour une ommelette" is gemaakt. Nu mag een ommelettc bijzonder, smakelijk zijn, deze film van Chaplin is dat niet. Ik geloof dan ook, dat de gebeurtenissen rond de persoon van Chaplin, de be schuldigingen, die in Amerika tegen hem zijn uitgebracht in verband met het beruchte McCarthyaanse epitethon van „on-anierikaanse activiteiten", het feit, dat men deze kleine man in Amerika liever ziet gaan dan komen, hebben meegewerkt henr een aureool te verschaffen, dat henr op grond van deze laatste film en Ik zeg nadrukkelijk deze laatste film bepaald niet toekomt. Ik heb Chaplin een.': horen kwali ficeren ais de beste publiciteitsmana- ger van zichzelf. De onbevooroor deelde toeschouwer, die prijs stelt op een eigen mening, moet wel tot de overtuiging komen dat Limelight zeker niet op filmische kwaliteiten tot zulk een wonderwerk is geprocla meerd. Integendeel, ik zou zonder moeite Chaplin-films kunnen noe men. die mij vee] dieper- gegrepen hebben dan het alledaagse verhaaltje van de oude clown, die de greep op zijn publiek verlor-en heeft en die de kans* Krijgt allerlei kwasi-filosofische Claire Bioom en Charles Chaplin in „Limelight". ARISTOCRATISCHE MUZIEK Het Residentie-orkest gaf een uitvoering van een Suite uit „Elektra" (Van onze muziek-niedewerker). Met eerbied spreekt men in deze tijd over Alphons Diepenbrock en terecht, want hij is een van de weinigen in ons land, die tot die groten gerekend mogen worden onder de toondichters, wier werken hun eigen tijd hebben overleefd. Daarom is het begrijpelijk, dat men in de meeste Nederlandse handboeken over muziek aan Diepenbrock en zijn compo sities grote aandacht schenkt, maarhelaas is dat niet voldoende I Er moet niet alleen over zyn muziek gesproken worden in het meer of minder theoretische vlak van de vakliteratuur, doelt zij moet voor de gemiddelde concertbezoeker evenveel gaan betekenen als bijvoorbeeld die van Beethoven en van Bralims. Zover is het echter nog niet, ondanks het onverzettelijke volhouden van bekwame Diepenbrock-vereerders. Eer bied heeft men in de concertzaal wel voor deze Nederlandse componist, maat- dat is iets anders dan genegenheid Lange tijd heeft ook bij de vak man wanbegrip anders kan men dit verschijnsel toch niet noemen? bestaan voor de werken van Die penbrock, vooral omdat deze een buiten-muzikale verschijning was. Dat wil zeggen géén man, die uit het muzikantenvak was voortgeko men, maar een wetenschapsmens, die in de toonkunst verzeild was geraakt en zonder de nodige „ondergrond" als componist optrad. „Een dilet tant", zo- noemde men hem, omdat hij het métier niet zo virtuoos be heerste als diegenen, die van hun prille jeugd af bassen hadden uit- gewerkt en volgens oude en be proefde methoden waren opgeleid. Hij mocht dan een voortreffelijk geleerde zyn, een scherpe geest met een brede belangstelling wanneer- men zijn geschriften doorleest, ver baast men zich over de veelheid van onderwerpen, waarover Diepenbrock heeft geschreven en gepolemiseerd als musicus echter, zo redeneerde men, was hij niet bekwaam genoeg. ONGEBAANDE WEGEN. Inderdaad was zijn muzikale op leiding niet langs gebaande wegen gegaan: stap voor stap, zoekend tastend, aarzelend en studerend, was hij het ryk van de toonkunst bin nengekomen. Aaltje Noordewier heeft eens verteld, hoe Diepenbrock sonrs verzuchtte. „Mijn muziek ziet er zo raar uit als ik ze pas heb op geschreven. Het is een compacte massa voor ik er zelf uit kan ko men. Ik ken soms mijn eigen mu ziek niet......" Hij kon soms vreem de dingen voor de zangstem schrij ven, bijvoorbeeld zó, dat er in ee'n bepaalde passage geen tijd was om adem te halen. Wanneer mevrouw Noordewier hem daarop attent maakte, schrok hij en zei: „Dat had ik moeten weten". Aan zijn tijdgenoot, Johan Wagenaar, de vak- man-tot-in-de-vingertoppen, zou iets dergelijks niet overkomen zijn, om dat deze precies en nauwkeurig had geleerd wat wél en wat niét met de stem kon worden gedaan. Ook op het terrein van de instrumentatie had Diepenbrock moeilijkheden, maar door regelmatig contact met Men gelberg en het Concertgebouworkest kwam hij steeds verder. Willem Pij per heeft Diepenbrock's instelling tot het „vakmanschap" eens scherp geanalyseerd en er daarbij op gewe zen. dat Diepenbrock het niet meer heeft beleefd, dat zyn technisch ar senaal de gereedschappen voor alle voorkomende situaties bevatte: tot in zijn laatste werken bleef hij ex perimenteren. Hij heeft het métier overschat. „ELEKTRA." Het Residentie-orkest heeft korte lings onder Van Otterloo een van de laatste composities uitgevoerd, een symphonische suite door Eduard Reeser samengesteld uit de muziek by „Elektra" van Sophocles. Na af loop van de uitvoering was het ap plaus allerhartelijkst Van Otter loo weid zelfs teruggeroepen doch daarbij rees de vraag: gold deze dank uitsluitend dirigent en orkest voor de voortreffelijke uitvoe ring, of was het applaus wellicht ook bedoeld als een hulde aan Die penbrock Dit laatste móet het geval ge weest zyn dat kan niet anders want een werk als dit is in staat om alle critiek van vakman en leek het zwygen op te leggen, ja om de luisteraar in vervoering te brengen. Deze meesterlijke muziek rukt de gehele Diepenbrock-verering uit de theorie van het handboek en plaatst haar in de actualiteit: deze klanken zijn prachtig! Hartslochtelyk, fel en bewogen (merkwaardig in dit ver bind: de hoorns ontbreken) en te gelijkertijd voornaam-heheerst ver tellen zij van de wraak van Orestes en diens zuster Elektra, welke wraak uiteindelijk de dood van' hun ontrouwe moeder en haar minnaar tot gevolg heeft. Het is niet de bedoeling óm hier nader in te gaan op de betekenis van Diepenbrock voor het Neder landse muziekleven, alleen willen wij uitdrukkelijk vaststellen dat de schoonheid van deze „Elektra-suite" de grootheid van haar schepper klaar en helder in het licht stelt. Aan Diepenbrock's vakmanschap behoeft in dit werk niet te worden getwijfeld: de zoekende, tastende componist is tenslotte een toondich ter- met een sterk eigen-geluid ge worden. Anderen heeft hij niet slaafs geïmiteerd, hij heeft niet geschre ven in een Wagneriaanse, Mahleri- aanse of Debussiaanse stijl,' maar heeft invloeden van deze componis ten op een persoonlijke manier tot zijn eigendom gemaakt. Daardoor is zijn stijl on-Neder- landser dan die- van zyn tijdgenoten in den lande, aristocratischer ook. Is het wellicht daarom, dat bij de gemiddelde concertbezoeker het respect voor Diepenbrock niet altjjd vergezeld gaat van een diepe gene genheid? Veel luisteren is nodig rnaar dan zyn ook vele uitvoeringen noodzakelijk! levenswijsheden uit een imaginair boekje „Hoe richt ik myn leven in" los te laten op een jonge danseres, wier leven in de knoop zit en die zich instantelijk bij een psychiater had moeten melden. Dat zij dit niet deed, vond ik nogal dom. Een geluk voor haar, dat zy de clown Calvero ontmoette, die beschikte over een massa „common sence" en een tikje levenservaring. Deze Calvero had overigens heel wat moeite de vanwe ge psychische stoornissen geparaly seerde benen van de danseres weer normaal te laten functionneren. maar toen het eenmaal zover was, klom het meisje hoog op de artistie ke ladder. En de clown viel (uiter aard vanwege de tegenstelling) steeds dieper en kwam bij een groep je straatmuzikanten terecht. Maai- ziet, op een te zijner ere gegeven be lief ice-avond krijgt bij het publiiek weer aan zijn zijde. Hjj vergt teveel van zichzelf en sterft aan hartver lamming, nadat hij als laatste clown eske stunt van het toneel af in de grote trom is geduikeld. Laten wij vooral niet vergeten, dat iedere goede clown een melancholi cus is. een spotter met de menselijke waardigheid, die hij met alle mogelij ke middelen belachelijk maakt. Mis schien zijn wij mensen ook wel ridi cuul met ons gevoel van eigenwaar de met onze conventies, onze alle daagse hebbelijkheden en vooral on hebbelijkheden. En het is zelfs wel goed, dat wy ons eens een lachspie- fel voorhouden, opdat wy bemerken oe volkomen idioot wy eruit zien, indien wy disproportie brengen in onze van nature rechte ledematen. Het kan uitermate interessant zyn de therapie van de geestelijke lach spiegel toe te passen. Accoord, maar dan amuseren wij ons toch om ande re dingen dan Chaplin ons in Lime light wil doen geloven. NIET GESLAAGD Om deze redenen is Limelight als- geheel niet geslaagd. Chaplin heeft de kleinheid en onbelangrijkheid van de mens nog eens willen verbeelden, maar hij greep naar een taal, die hij niet meester was. Vandaar ook, dat de dialogen niet slaagden. Ze waren niet alleen te lang, ze waren boven dien doorspekt met wijsheden, die o zo vriendelijk neerkwamen op het hoofd van een geestelijk-labiel wicht, dat bereid was alles te slikken en tenslotte natuurlijk op weg aan deze oude clown haar ziel en zaligheid op te offeren. Deze en ik zeg weer met nadruk „deze" wijsheden kan ieder zich in een uur verwerven; zij hebben geen diepere betekenis geen andere achtergrond dan die van te leurstelling om wat het leven soms de mens aandoet. Het is dunkt my een teken des tijds, dat deze opmerkingen tot wijs heid werden verheven. Wy zullen er goed aan doen, dat te blijven beden ken, opdat wij geen deel hebben aan deze Chaplin-Umwertung aller Wer- te. Is er dan in deze film niets tc waarderen? O. zeker: Chaplin's tech niek is ongelooflijk knap, zijn een voud is verbluffend: maar wy geven bijvoorbeeld het spel met de twee vlooien en het van Crock afgekeken muzikale nummer gaarne voor de prachtige laatste meters van Gold Rush waar Chaplin de woestijn in loopt, voor het spel met de wereldbol in de Dictator of de scène aan de lo pende band van Modern Times. Die zeggingskracht heeft Chaplin in Limelight nergens kunnen bereiken. En hij had toch ai les mee: 'n prach tige rol van Claire Bloom, uitmunten de dansen van Eglevsky als Harlekijn en Melissa Haydn als Columbine, voortreffelijke fotografie en een ca- merauitvoering, die een geheel eigen rol speelde. Chaplin's muziek deed mij eerlijk gezegd niets. Chaplin heeft in Limelight evenals altijd zichzelf gespeeld. Is deze le vensmoede clown werkelyk geen po se, dan zouden wij eigenlyk diep me delijden met hem moeten hebben! H.M.K. Kasteel van Versailles kan als „gered" worden beschouwd Het kasteel van Versailles, dat da nig in verval geraakt bleek te zijn, kan thans als „gered" beschouwd worden, aldus heeft de Franse staats secretaris voor schone kunsten, An- -dré Conu, in antwoord op een vraag in het Franse parlement meegedeeld. De nodige herstellingswerkzaamhe- den zullen in de nabije toekomst wor den uitgevoerd- De regering heeft een som, overeenkomend met bhna vier millioen gulden, ter beschikking gesteld en voorts krijgt men voor de restauratie de opbrengst van een trekking van de staatsloterij, hetgeen ook op een dergelijke som gelds neer komt. Aan schenkingen van particu liere zijde wordt nog meer verwacht. Het .Hotterdams toneel" zal als eerst volgende première uitbrengen. „The grand tour" door Elmer Rice. De repe tities hiervan hebben reeds een aanvang genomen onder leiding van Max Croiset. Voorts is aangekocht „De kamer, waarin leven" van Graham Greene.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 9