„De Doopvont", een nieuwe roman
van Bordewijk in grote stijl
C
3
Eerbied voor Diepenbrock, maar
nog te weinig genegenheid
CHAPLINS ..LIMELIGHT" IS
GEEN WONDERWERK
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Voorlopig de kroon op zijn levenswerk
als schrijver
HET LETTERKUNDIGE WINTERSEIZOEN, dat mogelijk nog vel.
verrassingen in petto houdt, Is ai dadelijk begonnen met een evenement:
het verschijnen van de omvangrijke roman „De Doopvont" van F. Borde-
wyk. Het is een werk van ryke levenservaring en grote eruditie; welover
wogen van bouw en uiterst verzorgd van taal, waarin de eigenaardigheden,
die het oeuvre van deze belangrijke auteur de laatste tijd soms dermate
schaadden dat men algemeen van zijn neergang sprak, tot een minimum
zyn teruggebracht; kortom: het is Bordewijk op zijn best, en, voorlopig
althans, de kroon op zijn levenswerk als schrijver.
Alle specifieke Bordewijk-eigenschappen: zijn voorliefde voor satire, de
droomwereld, voor rare namen, bepaalde huizen, lichamelijke afwijkingen
en criminaliteit, voor paranormale verstandhoudingen tussen mensen die
elkaar niet of nauwelijks kennen, e-d„ vindt men erin terug, doch alles met
mate, niet tot het maniakale gechargeerd, doch ondergeschikt gemaakt
aan de grote, zeer eenvoudige lijn -van het verhaal. Al lezend worden soms
geen mindere namen in herinnering gebracht dan Couperus, en zelfs
Proust, doch dat komt voornamelijk door het onderwerp en het milieu.
Men zou diverse benamingen voor
deze roman kunnen verzinnen: „een
Haagse roman", „een familieroman
uit adelijke kringen" e.d., maar bo
venal is „De Doopvont" een roman
van de ouderdom, een roman van
de lichamelijk verschrompelende
doch geestelijk nog steeds groeien
de, veerkrachtige mens. Men moet
de leeftijd der sterken reeds lang
bereikt hebben om een dergelijk
boek te kunnen concipiëren. Dit is,
zoals men begrijpen zal, geenszins
in denigrerende betekenis bedoeld.
Het is in tegendeel gezegd in geest
driftige bewondering voor dit mees-
terwerk van de bijna zeventigjarige
auteur. Het is dan ook typerend
dat Bordewijk tot hoofdpersoon
een rijke Haagse aristocraat van om
en nabij de zeventig heeft gekozen.
Deze de Bleeck, deerlijk geschon
den aan gelaat en linkerhand door
hulpverlening tijdens het bombarde
ment van Rotterdam heeft eens
door BANS WARREN
op een ontvangdag van zijn half
zuster Sax-a, waar hij schitterde te
midden van een uitgelezen dames
gezelschap, galant beweerd dat de
vrouw in het leven op een voetstuk
staat, en dat voetstuk is de man.
Nu was zijn eigen huwelijk niet be
paald een voorbeeld. De Bleecks
vader was driemaal gehuwd geweest,
en had, indachtig aan zyn leus dat
een arendsnest maar één jong be
vat, een rattennest daarentegen een
heleboel, uit elk huwelijk een kind
gehad: Amos de Bleeck, onze hoofd
persoon, en diens halfzusters Lea en
Sara, op wie Amos buitengewoon
gesteld was, vooral op de jongste
zuster Sara. Zijn eigen huwelijk was,
zoals gezegd een mislukking: hy
had een uiterlijk knappe freule ge
trouwd die echter geestelijk verre
zijn mindere was, en hij had die
arme vrouw, Aleida, die van hem
was blijven houden, op zo'n geraf
fineerde manier minderwaardig be
handeld dat zij hem verlaten had en,
onder voor de Bleeck beschamende
omstandigheden, in een Haagse
volksbuurt woonde waar ze, half
debiel geworden, hele dagen muziek
Culturele
Cavalcade
VOLGEND JAAR zal te Brussel on
der auspiciën van de Unesco een inter
nationale conferentie worden gehou
den over de rol van de muziek in de
opvoeding.
JORIS DIELS zal enige tijd optre
den als gast-regisseur bij het opera
gezelschap „Camarata", dat de laatste
tijd vooral bekendheid verwierf door
de opvoering van Menotti's „Medium".
IN LUIK wordt thans een expositie
gehouden van werken van de Neder
landse expressionisten Henk Chabot,
Charley Toorop en Herman Kruyder.
DE TONEELGROEP van en voor
jonge mensen „Puck" heeft een werk
van Shakespeare aan haar repertoire
toegevoegd, namelijk „Romeo en Ju
lia" in de vertaling van Michel van
der Plas. De eerste opvoering in de
„Kleine Komedie" te Amsterdam
werd een groot succes.
DE BEKENDE concertzangeres Berthe
Seroen zal 27 November 70 jaar wor
den. Zij studeerde en werkte aanvan
kelijk in Brussel en kwam in 1914
naar Nederland. Zij treedt de laatste
tijd niet meer als zangeres op, doch
is verbonden als hoofdlerares aan het
Amsterdamse Conservatorium.
TE LONDEN zal op Zaterdag 22
November in de Koninklijke Acade
mie een grote tentoonstelling van Ne
derlandse schilderkunst geopend wor
den. Deze expositie, die tot Maart 1953
zal duren, bevat 644 doeken uit de
periode 1450 tot 1750. Vele stukken,
o.a. „Het straatje" van Vermeer en
Petrus verloochent Christus" van
Rembrandt, zijn door Nederlandse
musea uitgeleend.
TITO SCHIPA, de bekende Italiaan
se zanger zal eind deze maand een
aantal concerten in Nederland geven
met medewerking van de jonge so
praan Elsa Camellini
HET MUZIEKFEEST van de Jnter-
national Society for contemporary
Music" zal in 1953 in Oslo worden ge
houden. De jury voor de beoordeling
van de Nederlandse inzendingen be
staat uit Eduard van Beinum, Lex
van Delden en Wouter Paap.
OP EEN z.g. kopgevel in een nieuwe
Haagse wijk is een grote gevelschil-
dering aangebracht door de kunst
schilder J. G. Goeting. Dit werk is
vervaardigd in opdracht van de ge
meentelijke commissie voor de kunst-
opdrachten.
van César Franck speelde op een
wrakke piano. Het huwelijk was
kinderloos gebleven. Ook de echt
verbintenissen van zijn beide zus
ters waren niet ideaal. Lea had
zich in zijn ogen enigszins gemé-
saillieerd door met een rijk indu
strieel, Bearda, te trouwen. Zij had
drie kinderen. En Sara was genuwd
met een baron: hun arendsnest tel
de althans maar één jong. De Bleeck
verachtte z'n zwagers, hoewel hij
heel goed inzag dat hij daar totaal
geen reden voor had. Het waren
hoogstaande mannen van onberispe
lijke levenswandel, terwyl zijn eigen
gedrag, allereerst tegenover zijn
vrouw Aleida, maar ook tegenover-
anderen, zeker niet goed te praten
was.
Hij gaat een amourette aan met
een uiterst bekoorlijke vijftigjarige
weduwe uit de hoogste kringen, de
markiezin Louise de Violette, die
hem op de meest kiese wijze als
voorwaarde stelt dat hij. wil hij
haar minnaar blijven, zijn wette
lijke vrouw een leven overeenkom
stig lraar stand moet verschaffen,
ook al is een definitieve hereniging
met de geestelijk afgestompte Alei
da niet meer mogelijk. De Bleecks
trots verzet zich, en uiterlijk ont
staat er tussen Louise en hem een
verwijdering.
Ondertussen volgen we de uitvoe
rig getekende huwelijken van Lea
(in Delft) en Sara (in Den Haag).
We worden meegevoerd in een bon
te mengeling van gebeurtenissen:
society-leven op jours en tuinfees
ten; we volgen de Bleeck naar de
club waar hy zyn vrienden ontmoet,
en de zoon van Sara die een zenuw
schok gekregen heeft tijdens het on
dergronds verze'twerk; we bezoeken
het bedompte Woonkamertje van de
sigarenhandelaar Hartman die door-
de Bleeck uit hel Rotterdamse puin
was gered; we komen in aanraking
met de wouwen die langs de arends
nesten schuimen, belust -op buit, zo
als de cocaïnesnuifster Mevr. Ulius,
een van de meest curieuze figuren
uit dit boek, een geniaal aangelegde
maar mislukte vrouw die een uiterst
geraffineerde chantage op touw zet
om Sara geld af te persen; we be
zoeken fabrieken, vergaderingen van
commissarissen en aandeelhouders,
zijn getuige van de tragische zelf
moord van een jong meisje kort
om we worden een hele wereld bin
nen gevoerd zoals dat alleen in zeer
uitvoerige romans mogelijk is.
DE DOOPVONT.
Op een Zondag beluisterde de
Bleeck een preek die hem geweldig
trof. Er werd in gewaagd van een
antieke byzantijnse doopvont met
een Grieks randschrift, dat vertaald
luidde „Was de zonde, niet enkel 't
gelaat". De doopvont was een sa
menstel van symbolen: het voetstuk
de man, de zuil de vrouw, het bek
ken het huwelyk, door die beiden ge
schraagd. De prediking maakte op
de Bleeck zo'n indruk dat hij nadien
twee voor hem zeer zware gangen
volbracht. Hij ging naar zijn vrouw
Tilly Perin Bouwmeester uit het
ziekenhuis.
De actrice, Tilly Perin-Bouw-
mcester, die onlangs voor een vrij
zware maagoperatie in het St. Elisa-
bethgasthuis te Haarlem werd opge
nomen, is thans zo ver hersteld, dat
zij naar haar woning te Heemstede
zal terug keren. Begin December
hoopt zy weer op de planken te
staan brj de gezelschap Johan Kaart.
Nobel-prijswinnaar voor de
lit eratuur.
FRANQOIS MAUKIAC
wie door de „Svenska Akademi", de
Nobelprijs voor de literatuur werd
verleend.
en bood haar betere levensomstan
digheden aan, en hij bezocht Louise
de Violette, zei haar dat hij uitein
delijk haar- voorwaarde had vervuld,
en bood haar aan in 't ver-volg niets
meer dan enkel goede vrienden te
zijn. In het laatste school bedrog,
en dat wist hij zelf het beste. Daar
na verouderde de Bleeck, snel maar
waardig.
Veel handeling zit er in deze ro
man dus niet. Dat men hem niette
min van begin tot eind geboeid
leest, komt door de afwisseling der
taferelen, de innerlijke rijkdom en
distinctie die uit alle regels spreekt,
het feilloze evenwicht van de com
positie; de beeldende kracht van de
strakke en tevens veerkrachtige
stijl. De karakters zijn tot in de
diepste verborgenheden gepeild; de
gesprekken gekruid met humor en
originele aforismen en de sfeer is
onverbeterlijk weergegeven. Het is
een onmogelijkheid om in een kort
artikel de talrijke facetten van dit
meesterlijke boek te belichten. Hier
kon alleen de hoofdlijn worden uit
gezet en dat het werk daardoor te
kort wordt gedaan uw recensent
is er zich ten zeerste van bewust.
Nijgh en Van Ditmar N.V.
Rotterdam 's-Gravenhage.
De „Handel-Vereenigir.g" weer
in Naardens Grote Kerk.
De kerkvoogdij van de Nederlands
Hervormde Gemeente te Kaarden
heeft aan de „Nederlandse Handel-
Vereeniging" medegedeeld, dat weer
gebruik kan worden gemaakt van de
Grote Kerk in Naarden voor het hou
den van repetities en het geven van
concerten. Zoals békend heeft het be
stuur der vereniging onlangs excuses
aangeboden wegens overtreding van
het rookverbod.
Uitbreiding van
radio-reportagediensten.
De radio-omroepen der Westeuro-
pese landen zullen binnenkort, in sa
menwerking met het Mutual Securi
ty Agency, in de gelegenheid worden
gesteld, meer radio-reportages te ver
zorgen uit andere landen van West-
Europa. Het initiatief hiertoe is ge
nomen door het Europese bureau van
het M.S.A. te Parijs, dat zich ook
met de technische verzorging en uit
voering zal belasten.
De bedoeling is, dat in de hoofd
steden van alle daarvoor in aanmer
king komende landen radio-reporters
werkzaam zullen zijn, die een of meer
malen per week hun op de magne
tische band vastgelegde reportages
van voor hun land belangrijke ge
beurtenissen per telefoonlijn zullen
doorgeven naar Parijs, dat als het
centrale punt van de nieuwe organi
satie zal fungeren.
In Nederland zullen de N.C.R.V.,
de VARA en Radio Nederland We
reldomroep gebruik maken van deze
nieuwe reportagedienst. Daar de bei
de eerstgenoemde radio-verenigingen
reeds eigen correspondenten in Lon
den. Brussel, Parijs en Bonn bezitten,
zullen correspondenten worden aan
gesteld in andere hoofdsteden, die in
net brandpunt van de belangstelling
staan, zoals Berlijn, Wenen. Belgra
do, Ankara, Lissabon, Athene en Ko
penhagen.
ALLEDAAGS VERHAAL
Geen aureool voor Charlie op grond van deze film
Niets is moeilijker dan over een kunstmanifestatie te schrijven, waarvan
de roem al tot ons is doorgedrongen. Het risico is groot-, dat men zich in
zijn oordeel laat lelden door wat elders werd opgemerkt. Indien Ik mij
daarvan niet zou weten los te muken, zou ik ongetwijfeld in myn arsenaal
van superlatieven moeten duiken om enige aantekeningen te maken bij de
Chaplin-film „Limelight", die Donderdag voor het eerst in ons land werd
vertoond. Maar toen ik 2 uur en 23 minuten (of daaromtrent) naar deze
film had gekeken, bleef ten slotte in de eerste plaats over een duidelijk
gevoel.van onbehagen: deze Clrapllnade Ls helemaal niet zo groots als werd
voorgesteld. Ik ben zelfs geneigd mij af te vragen waarom er ter zake van
„Limelight" „tant de bruit pour une ommelette" is gemaakt. Nu mag een
ommelettc bijzonder, smakelijk zijn, deze film van Chaplin is dat niet. Ik
geloof dan ook, dat de gebeurtenissen rond de persoon van Chaplin, de be
schuldigingen, die in Amerika tegen hem zijn uitgebracht in verband met
het beruchte McCarthyaanse epitethon van „on-anierikaanse activiteiten",
het feit, dat men deze kleine man in Amerika liever ziet gaan dan komen,
hebben meegewerkt henr een aureool te verschaffen, dat henr op grond van
deze laatste film en Ik zeg nadrukkelijk deze laatste film bepaald
niet toekomt.
Ik heb Chaplin een.': horen kwali
ficeren ais de beste publiciteitsmana-
ger van zichzelf. De onbevooroor
deelde toeschouwer, die prijs stelt op
een eigen mening, moet wel tot de
overtuiging komen dat Limelight
zeker niet op filmische kwaliteiten
tot zulk een wonderwerk is geprocla
meerd. Integendeel, ik zou zonder
moeite Chaplin-films kunnen noe
men. die mij vee] dieper- gegrepen
hebben dan het alledaagse verhaaltje
van de oude clown, die de greep op
zijn publiek verlor-en heeft en die de
kans* Krijgt allerlei kwasi-filosofische
Claire Bioom en Charles Chaplin in „Limelight".
ARISTOCRATISCHE MUZIEK
Het Residentie-orkest gaf een uitvoering
van een Suite uit „Elektra"
(Van onze muziek-niedewerker).
Met eerbied spreekt men in deze tijd over Alphons Diepenbrock en
terecht, want hij is een van de weinigen in ons land, die tot die groten
gerekend mogen worden onder de toondichters, wier werken hun eigen
tijd hebben overleefd. Daarom is het begrijpelijk, dat men in de meeste
Nederlandse handboeken over muziek aan Diepenbrock en zijn compo
sities grote aandacht schenkt, maarhelaas is dat niet voldoende I
Er moet niet alleen over zyn muziek gesproken worden in het meer of
minder theoretische vlak van de vakliteratuur, doelt zij moet voor de
gemiddelde concertbezoeker evenveel gaan betekenen als bijvoorbeeld
die van Beethoven en van Bralims. Zover is het echter nog niet, ondanks
het onverzettelijke volhouden van bekwame Diepenbrock-vereerders. Eer
bied heeft men in de concertzaal wel voor deze Nederlandse componist,
maat- dat is iets anders dan genegenheid
Lange tijd heeft ook bij de vak
man wanbegrip anders kan men
dit verschijnsel toch niet noemen?
bestaan voor de werken van Die
penbrock, vooral omdat deze een
buiten-muzikale verschijning was.
Dat wil zeggen géén man, die uit
het muzikantenvak was voortgeko
men, maar een wetenschapsmens, die
in de toonkunst verzeild was geraakt
en zonder de nodige „ondergrond"
als componist optrad. „Een dilet
tant", zo- noemde men hem, omdat
hij het métier niet zo virtuoos be
heerste als diegenen, die van hun
prille jeugd af bassen hadden uit-
gewerkt en volgens oude en be
proefde methoden waren opgeleid.
Hij mocht dan een voortreffelijk
geleerde zyn, een scherpe geest met
een brede belangstelling wanneer-
men zijn geschriften doorleest, ver
baast men zich over de veelheid van
onderwerpen, waarover Diepenbrock
heeft geschreven en gepolemiseerd
als musicus echter, zo redeneerde
men, was hij niet bekwaam genoeg.
ONGEBAANDE WEGEN.
Inderdaad was zijn muzikale op
leiding niet langs gebaande wegen
gegaan: stap voor stap, zoekend
tastend, aarzelend en studerend, was
hij het ryk van de toonkunst bin
nengekomen. Aaltje Noordewier
heeft eens verteld, hoe Diepenbrock
sonrs verzuchtte. „Mijn muziek ziet
er zo raar uit als ik ze pas heb op
geschreven. Het is een compacte
massa voor ik er zelf uit kan ko
men. Ik ken soms mijn eigen mu
ziek niet......" Hij kon soms vreem
de dingen voor de zangstem schrij
ven, bijvoorbeeld zó, dat er in ee'n
bepaalde passage geen tijd was om
adem te halen. Wanneer mevrouw
Noordewier hem daarop attent
maakte, schrok hij en zei: „Dat
had ik moeten weten". Aan zijn
tijdgenoot, Johan Wagenaar, de vak-
man-tot-in-de-vingertoppen, zou iets
dergelijks niet overkomen zijn, om
dat deze precies en nauwkeurig had
geleerd wat wél en wat niét met de
stem kon worden gedaan. Ook op
het terrein van de instrumentatie
had Diepenbrock moeilijkheden, maar
door regelmatig contact met Men
gelberg en het Concertgebouworkest
kwam hij steeds verder. Willem Pij
per heeft Diepenbrock's instelling
tot het „vakmanschap" eens scherp
geanalyseerd en er daarbij op gewe
zen. dat Diepenbrock het niet meer
heeft beleefd, dat zyn technisch ar
senaal de gereedschappen voor alle
voorkomende situaties bevatte: tot
in zijn laatste werken bleef hij ex
perimenteren. Hij heeft het métier
overschat.
„ELEKTRA."
Het Residentie-orkest heeft korte
lings onder Van Otterloo een van de
laatste composities uitgevoerd, een
symphonische suite door Eduard
Reeser samengesteld uit de muziek
by „Elektra" van Sophocles. Na af
loop van de uitvoering was het ap
plaus allerhartelijkst Van Otter
loo weid zelfs teruggeroepen
doch daarbij rees de vraag: gold
deze dank uitsluitend dirigent en
orkest voor de voortreffelijke uitvoe
ring, of was het applaus wellicht
ook bedoeld als een hulde aan Die
penbrock
Dit laatste móet het geval ge
weest zyn dat kan niet anders
want een werk als dit is in staat
om alle critiek van vakman en leek
het zwygen op te leggen, ja om de
luisteraar in vervoering te brengen.
Deze meesterlijke muziek rukt de
gehele Diepenbrock-verering uit de
theorie van het handboek en plaatst
haar in de actualiteit: deze klanken
zijn prachtig! Hartslochtelyk, fel en
bewogen (merkwaardig in dit ver
bind: de hoorns ontbreken) en te
gelijkertijd voornaam-heheerst ver
tellen zij van de wraak van Orestes
en diens zuster Elektra, welke
wraak uiteindelijk de dood van' hun
ontrouwe moeder en haar minnaar
tot gevolg heeft.
Het is niet de bedoeling óm hier
nader in te gaan op de betekenis
van Diepenbrock voor het Neder
landse muziekleven, alleen willen wij
uitdrukkelijk vaststellen dat de
schoonheid van deze „Elektra-suite"
de grootheid van haar schepper
klaar en helder in het licht stelt.
Aan Diepenbrock's vakmanschap
behoeft in dit werk niet te worden
getwijfeld: de zoekende, tastende
componist is tenslotte een toondich
ter- met een sterk eigen-geluid ge
worden. Anderen heeft hij niet slaafs
geïmiteerd, hij heeft niet geschre
ven in een Wagneriaanse, Mahleri-
aanse of Debussiaanse stijl,' maar
heeft invloeden van deze componis
ten op een persoonlijke manier tot
zijn eigendom gemaakt.
Daardoor is zijn stijl on-Neder-
landser dan die- van zyn tijdgenoten
in den lande, aristocratischer ook.
Is het wellicht daarom, dat bij de
gemiddelde concertbezoeker het
respect voor Diepenbrock niet altjjd
vergezeld gaat van een diepe gene
genheid? Veel luisteren is nodig
rnaar dan zyn ook vele uitvoeringen
noodzakelijk!
levenswijsheden uit een imaginair
boekje „Hoe richt ik myn leven in"
los te laten op een jonge danseres,
wier leven in de knoop zit en die
zich instantelijk bij een psychiater
had moeten melden. Dat zij dit niet
deed, vond ik nogal dom. Een geluk
voor haar, dat zy de clown Calvero
ontmoette, die beschikte over een
massa „common sence" en een tikje
levenservaring. Deze Calvero had
overigens heel wat moeite de vanwe
ge psychische stoornissen geparaly
seerde benen van de danseres weer
normaal te laten functionneren.
maar toen het eenmaal zover was,
klom het meisje hoog op de artistie
ke ladder. En de clown viel (uiter
aard vanwege de tegenstelling)
steeds dieper en kwam bij een groep
je straatmuzikanten terecht. Maai-
ziet, op een te zijner ere gegeven be
lief ice-avond krijgt bij het publiiek
weer aan zijn zijde. Hjj vergt teveel
van zichzelf en sterft aan hartver
lamming, nadat hij als laatste clown
eske stunt van het toneel af in de
grote trom is geduikeld.
Laten wij vooral niet vergeten, dat
iedere goede clown een melancholi
cus is. een spotter met de menselijke
waardigheid, die hij met alle mogelij
ke middelen belachelijk maakt. Mis
schien zijn wij mensen ook wel ridi
cuul met ons gevoel van eigenwaar
de met onze conventies, onze alle
daagse hebbelijkheden en vooral on
hebbelijkheden. En het is zelfs wel
goed, dat wy ons eens een lachspie-
fel voorhouden, opdat wy bemerken
oe volkomen idioot wy eruit zien,
indien wy disproportie brengen in
onze van nature rechte ledematen.
Het kan uitermate interessant zyn
de therapie van de geestelijke lach
spiegel toe te passen. Accoord, maar
dan amuseren wij ons toch om ande
re dingen dan Chaplin ons in Lime
light wil doen geloven.
NIET GESLAAGD
Om deze redenen is Limelight als-
geheel niet geslaagd. Chaplin heeft
de kleinheid en onbelangrijkheid van
de mens nog eens willen verbeelden,
maar hij greep naar een taal, die hij
niet meester was. Vandaar ook, dat
de dialogen niet slaagden. Ze waren
niet alleen te lang, ze waren boven
dien doorspekt met wijsheden, die o
zo vriendelijk neerkwamen op het
hoofd van een geestelijk-labiel wicht,
dat bereid was alles te slikken en
tenslotte natuurlijk op weg aan deze
oude clown haar ziel en zaligheid op
te offeren. Deze en ik zeg weer
met nadruk „deze" wijsheden kan
ieder zich in een uur verwerven; zij
hebben geen diepere betekenis geen
andere achtergrond dan die van te
leurstelling om wat het leven soms
de mens aandoet.
Het is dunkt my een teken des
tijds, dat deze opmerkingen tot wijs
heid werden verheven. Wy zullen er
goed aan doen, dat te blijven beden
ken, opdat wij geen deel hebben aan
deze Chaplin-Umwertung aller Wer-
te.
Is er dan in deze film niets tc
waarderen? O. zeker: Chaplin's tech
niek is ongelooflijk knap, zijn een
voud is verbluffend: maar wy geven
bijvoorbeeld het spel met de twee
vlooien en het van Crock afgekeken
muzikale nummer gaarne voor de
prachtige laatste meters van Gold
Rush waar Chaplin de woestijn in
loopt, voor het spel met de wereldbol
in de Dictator of de scène aan de lo
pende band van Modern Times. Die
zeggingskracht heeft Chaplin in
Limelight nergens kunnen bereiken.
En hij had toch ai les mee: 'n prach
tige rol van Claire Bloom, uitmunten
de dansen van Eglevsky als Harlekijn
en Melissa Haydn als Columbine,
voortreffelijke fotografie en een ca-
merauitvoering, die een geheel eigen
rol speelde. Chaplin's muziek deed
mij eerlijk gezegd niets.
Chaplin heeft in Limelight evenals
altijd zichzelf gespeeld. Is deze le
vensmoede clown werkelyk geen po
se, dan zouden wij eigenlyk diep me
delijden met hem moeten hebben!
H.M.K.
Kasteel van Versailles kan
als „gered" worden
beschouwd
Het kasteel van Versailles, dat da
nig in verval geraakt bleek te zijn,
kan thans als „gered" beschouwd
worden, aldus heeft de Franse staats
secretaris voor schone kunsten, An-
-dré Conu, in antwoord op een vraag
in het Franse parlement meegedeeld.
De nodige herstellingswerkzaamhe-
den zullen in de nabije toekomst wor
den uitgevoerd- De regering heeft
een som, overeenkomend met bhna
vier millioen gulden, ter beschikking
gesteld en voorts krijgt men voor de
restauratie de opbrengst van een
trekking van de staatsloterij, hetgeen
ook op een dergelijke som gelds neer
komt. Aan schenkingen van particu
liere zijde wordt nog meer verwacht.
Het .Hotterdams toneel" zal als eerst
volgende première uitbrengen. „The
grand tour" door Elmer Rice. De repe
tities hiervan hebben reeds een aanvang
genomen onder leiding van Max Croiset.
Voorts is aangekocht „De kamer, waarin
leven" van Graham Greene.