c Sjoerd Leiker schreef een knappe boeiende roman J Er komen te veel pianisten in de Nederlandse muziekwereld ZUIDAMERIKAANSE DANSKUNST IN ONS LAND ZATERDAG 1 NOVEMBER 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT LETTERKUNDIGE KRONIEK „Drie getuigen", werk met intrigerende opzet DE ROMAN „DRIE GETUIGEN" VAN SJOERD LEIKER (geb. 1914; Ss een zeer boeiend, goed gecomponeerd boek. Het munt uit door een hel dere, soepele stijl die simpel is en recht op de man af. Vele pagina's beho ren dan ook mede tot het beste en levendigste proza dat er heden ten dage in ons land wordt geschreven. Het is alsof Leiker vanuit een overvloed van ideeën en gegevens slechts datgene heeft medegedeeld wat hem onontbeer lijk leek. Die concentratie op het meest essentiële van zijn verhaal en zjjn romanfiguren, heeft hen een sterke levenskracht meegegeven. Zij zjjn karakters geworden, die men zonder meer aanvaarden kan. Er blijft echter één onopgeloste factor, die maakt dat dit boek niet volkomen bevredigt en dat men het niet onvoorwaardelijk tot een meesterwerkje uit kan roe pen. Doch daarover straits: eerst het gegeven. De opzet is heel intrigerend. De schrijver gaat op zoek naar gegevens omtrent de laatste geheimzinnige be woner van een huis dat omstreeks 1907 nog in de Friese bossen nabij Beetsterzwaag stond. Die bewoner heette Jeltema; hij was een merk waardig man, waarover onheilspel lende verhalen in omloop waren. Zijn voorouders waren arm heidevolk ge weest met mogelijk overoud Keltisch bloed in de aderen. De Jeltema's wa ren in de handel rijk geworden en de laatste bewoner van het bedoelde huis was dan ook schatrijk, op en top een geldman en financier. Hij was zeer eenzelvig, ging in de volksmond door voor zeer geleerd, een godloochenaar en een satanskind. Kortom: hij was een „verkeerde" voor wie men niette min beleefd de pet afnam, ook al ruiste het van praatjes achter zjjn rug. Jeltema had een dochter gehad van buitengewone schoonheid, spar- door BANS WARREN taans opgevoed en al even vreemd; die na de dood van haar vader en de afbraak van het huis uit de streek verdwenen was en van wie men enkel wrist te vertellen dat zij, zonder zich daar ook maar enigszins voor te ge neren, een kind ter Wereld had ge bracht zonder getrouwd te zijn. In Beetsterzwaag woonden nog wel enkele mensen die méér over dat alles zouden kunnen vertellen, maar die trokken zich schuw terug: ze wil den het verbergen om te vergeten en om niet als medeplichtige in de on verkwikkelijke Jeltema-historie te worden beschouwd. Maar drie andere mensen, de „drie getuigen", die wil den zich juist hardnekkig ontdoen van wat hen al jarenlang ondraaglijk kwelde en in ontstellende persoonlij ke biechten beschuldigen zij zich alle drie van de rampzalige gebeurtenis sen die ééns hadden plaats gevonden. Uit hun bekentenissen komen we iets over Jeltema's leven te weten. De drie getuigen zjjn: een rijke boer, schoolvriend van Jeltema; een dame van goede familie, die uit liefde voor Jeltema enige tijd Franse lessen feeft aan zijn dochtertje, en een pre ikant die ook met Jeltema bevriend is geweest. Al die mensen waren het slachtoffer geworden van Jeltema en toch gaven zij zich zelf de schuld van wat hen overkwam. DE GETUIGEN. De boer vertelt dat Jeltema op school reeds eenzelvig was. Groot en sterk was hij, en hij had overwicht, maar hg bemoeide zich vrijwel met niemand. Beiden waren zij vanaf de schoolbanken verliefd op het meisje Doortje. Maar Doortje trouwde Jel tema omdat die nog meer geld had dan de ander, hoewel ze mogelijk meer van de boer hield. Ook na het huwelijk en de geboorte van het dochtertje Janke Everdien blijven de boer en Jeltema bevriend, maar het is een vreemde vriendschap: de boer staat geheel onder Jeltema's terreur. Later, als het huwelijk mislukt is, staat Jeltema Doortje af aan zijn ulfurele cavalcade DE DIRIGENT VAN het Gelders Orkest te Arnhem, Jan Out, heeft in Engeland vier concerten geleid van de Liverpool Philharmonic. DE TONEELGROEP ,£>e Phoenix' heeft in Den Haag de eerste voor stelling gegeven van een nieuwe thril ler van Maurits Dekker „X.OJC.-won- derdrank." BINNENKORT zal in Oslo worden begonnen met de vervaardiging van een film over Grieg. De film wordt gezamenlijk vervaardigd door Zweed se en Noorse filmmaatschappijen. Met Paul Muni zijn onderhandelingen gaande voor de vertolking van de hoofdrol. DE ZAANSE SCHILDER Frederik Engel wordt Maandag tachtig jaar. Hij verwierf vooral bekendheid door zijn landschappen. IN NOVEMBER en December zullen in het Koninklijk Instituut voor de tropen te Amsterdam drie congressen ioorden gehouden over lekespel, volksdans en volkszang. TE LAREN is overleden de schilder Hendrik J. Wolter oud-hoogleraar aan de rijksacademie voor beeldende kun sten te Amsterdam. Hij werkte o.m. in het Gooi en schilderde ook in Zeeland. DE NEDERLANDSE OPERA trad te Rotterdam op in nieuwe bezetting met Wagner's ,JJer fliegende Hollan der". Het Rotterdams Philharmonisch Orkest verleende hieraan medewer king onder leiding van Eduard Flipse TE AMSTERDAM is men doende een nieuw Nederlands operettegezel schap te vormen. In Maart wil men met dit gezelschap een uitvoering ge ven van het Nederlandse werk „De onbekende stem", scenario en muziek van Nico van der Linden. vriend. De boer geeft haar geld, en Doortje verdwijnt voorgoed met de noorderzon. De boer blijft echter on der de diabolische invloed van Jelte ma, raakt zijn evenwicht meer en meer kwijt en begaat tenslotte per ongeluk een moord die nooit uitkomt maar die hem niettemin vernietigt. Hij heeft de kracht zich uiterlijk van Jeltema los te scheuren, maar inner lijk büjft hij zijn vazal en ook de schim van de vermoorde blijft hem kwellen. De gouvernante, een jonge wedu we, stond geheel onder Jeltema's in vloed zodra ze kennis met hem maak te, want ze werd op slag verliefd. Onder zijn invloed brengt deze overi gens fijngevoelige vrouw het predi kantengezin in het plaatsje ten val, men moet ook hier zeggen; ondanks zichzelf. De domineesvrouw sterft van el lende, en de gouvernante geeft zich daarvan de schuld. Zij vlucht ver geefs en keert even vergeefs weer terug en zij blijft een gevangene van Jeltema, zeis na zijn dood. En dan tenslotte het derde slacht offer, de predikant. Jeltema wist hem te verleiden tot speculaties, waarbij de dominé alles verloor, ook het ka pitaaltje dat hij beheerde voor zijn broer in Amerika. Om aan de schan de te ontkomen had hg geld te leen gevraagd aan de gouvernante. Doch Jeltema had die lening overgenomen en zo was de dominé niet alleen gees telijk, maar ook materieel volkomen in zijn macht. Na de complete dé- bacle vlucht de predikant eveneens, en hij begint een nieuw leven. Via allerlei ondergeschikte baantjes en na bijna volkomen ondergegaan te zijn, brengt hij het tenslotte tot le raar aan een school voor moeilijke jongens in Baarn, waar hij de zoon van Janke Everdien, Jeltema's doch ter, onder zich krijgt. Van Janke Everdien hooit hij de verdere détails van de historie, die gruwelijk genoeg zijn, maar die we u niet allemaal gaan vertellen, in de hoop dat u deze roman zelf gaat lezen. Laten we vol staan met te zeggen dat er zelfs een gelukkig eind aan dit lichtelijk be klemmende, Noordelijk-geheimzinni- fe boek is: tussen Janke Everdien en e niet meer jonge dominé ontstaat een liefde. DE ONOPGELOSTE FACTOR Ondanks vele voortreffelijke eigen schappen die dit werk stempelen tot een roman van allure (hij verscheen ook al in Engelse, Duitse en Friese vertaling) moet één bezwaar worden genoemd: men wordt niet wijs uit de hoofdfiguur Jeltema, die als fatale schim alle touwtjes in handen houdt, maar die de lezer toch moeilijk van zg'n duivels-verderfelijke invloed overtuigen kan. De boer, de gouver nante en de dominé, ze dansen als marionetten in zijn kwaadwillende sterke handen, maar de critische le zer vraagt zich heel nuchter af: waarom? Hij voelt zich niet over tuigd. Een vaag beroep op een duis tere Keltische achtergrond is onvol doende om dit alles aannemelijk te maken, want men wordt zelf hele maal niet door Jeltema geïmponeerd; men ziet hem hoogstens als een zéér curieus mens. De drie getuigenissen óver Jeltema zijn meesterlijk en het boek neemt steeds toe in kracht naar het einde toe. Maar de figuur van Jeltema zelf blijft een zwakke plek. Hij werd een vage mystificatie die men moeilijk au sérieux nemen kan, en dat is, het blijkt uit alles, toch wel de bedoeling van de auteur geweest. De roman is zeer aantrekkelijk uit gegeven. 1952, De Bezige Bij, Amsterdam, geb. 3.95. „Een Ars Amandi" De commissie voor de collectieve propaganda van het Nederlandse boek heeft „weer eens een andere vorm gekozen om het boek nader te brengen, tot hen, wier belangstelling voor het boek nog weinig ontwik keld is." Zo juist heeft de commissie het licht doen zien een boekje van Anne H. Mulder „Een Ars Amandi" de ondertitel luidt: „dat is de kunst van het beminnen van boeken en bruiden, vlinders en rotatiepersen, metro's en paradijsvogels, benevens een reeks suggesties en adviezen om eigendun kelijk en vermetel in de wind te slaan." De bedoeling van deze uitgave is „enthousiasme te wekken voor het vormen van een eigen bibliotheekje, en daartoe een leidraad aan te bie den." Programma van „Een uur muziek" De Stichting voor Muziekonderwijs op Nederlandse Scholen „Een Uur Muziek" heeft voor het schooljaar 19521953 een artistiek belangrijk en paedagogisch gedegen leerplan ontworpen, dat zal kunnen bijdragen tot de culturele ontwikkeling van de Nederlandse jeugd. Naast de meer bekende instrumen ten als piano, viool, fluit, hobo en dergelijke zullen ook het clavecym- bel, de harp, de viola da gamba en hoorn worden bespeeld tijdens mu- ziekuren, waarin zowel de fundamen tele elementen der toonkunst, maat, rhythme, melodie, harmonie enz. als de muzikale vormen en.de grote figuren uit de diverse tgdper- ken behandeld worden. In deze leer gang wordt ook de woordkunst inge voerd. Voor dit onderwerp werd de voordrachtkunstenaar Albert Vogel Jr. uitgenodigd met de pianist Wil lem Hielkema. Onder de medewerkende kunste naars voor het komende schooljaar worden genoemd Willem Andriessen, Cor de Groot, Gerard Hengeveld, Theo Olof, Carel van Leeuwen Boom kamp, Paul Tortelier, Hubert Bar- wahser, Jo Vincent, Herman Schey, John van Kesteren, Anneke van der Graaf en ensembles als het Nieuw Hollands Strijkkwartet, het Concert gebouw Koperkwartet en het Hol lands Piano Trio. Geen provinciale subsidie voor Zuidhollands Orkest. Het bestuur van de stichting „Het Zuidhollands Orkest" heeft provinci ale staten van Zuid-Holland verzocht een subsidie van 250 te verlenen op elk gedurende het seizoen 1952-1953 in de plattelandsgemeenten van deze provincie te geven zelfstandig con cert. Het bestuur rekent op een maximum van 15 concerten. Evenals vorig jaar stellen gedeputeerde sta ten van Zuid-Holland voor ook dit maal afwijzend op de subsidie-aan vrage te beschikken. liet college is van mening dat in williging van het verzoek consequen ties zal veroorzaken voor soortgelijke orkesten in Zuid-Holland. Voorts wordt medegedeeld, dat thans een onderzoek wordt ingesteld naar de culturele behoefte ten plattelande. Ook in verband daarmee lijkt het het college niet wenselijk aan 't verzoek te voldoen, aangezien daardoor op de resultaten van het onderzoek zou worden vooruitgelopen. ZANG EN FOLKLORE. Over het ballet van Joaquin Perez Fernandez (Van onze Haagse redacteur). Na de vele buitenlandse balletten, die Nederland reeds te zien gekregen heeft, heeft zich nu ook Joaquin Perez Fernandez met zijn Zuid-Ameri kaanse ballet aan de dansliefhebbers gepresenteerd. De leider Joaquin Perez Fernandez werd aangekondigd als Amerika's grootste danser. Wan neer er waarheid mocht schuilen in deze kwalificatie, dan moet er wel een geringe dunk van de technische prestaties van de dansers aan de andere zyde van de oceaan by de toeschouwers zjjn achtergebleven. De verdiensten van Joaquin Perez Fernandez liggen niet in een hoge graad van perfectie van zijn dans bewegingen, doch in hetgeen hjj aan folklorische dansen biedt. Hij zelf Een scène uit het ballet „De bruiloft van Pancho en Lucero", uitgevoerd door het Zuid-Amerikaanse ballet. Leo de Leeuwe 85 jaar. De oudste Nederlandse operazan ger Leo de Leeuwe een oom van de actrice Enny Molsde Leeuwe wórdt op 25 November a.s. 85 jaar. Hg behoort tot de vertegenwoordi gers van onze muzick-dramatische cultuur in het buitenland. Als tenor- buffo was hg aan talrijke opera schouwburgen in Duitsland verbon den, zoals bijv. de hoftheaters in Darmstadt en Wiesbaden en ruim twintig, jaar achtereen aan 't Opern- haus té Essen. Het hoogtepunt van zijn loopbaan valt omstreeks 1910, het tijdschrift „Bühne und Welt" noemde hem een der voortreffelijkste vertolkers van de mime-rol in Wag ners Siegfried toen Arthur Nikisch hem uitnodigde om onder zijn leiding de rol van David in Wagners Meis- tersinger te vervullen. WILLEM ANDRIESSEN MEENT Meer spreiding over instrumentale vakken nodig (Van onze muziekmedewerker) Komen er te veel musici in Nederland? Deze vraag wordt de laatste jaren regelmatig gesteld, omdat men zich afvraagt, waar het op de duur naar toe moet, wanneer de conservatoria en de muziekscholen elk jaar steeds meer jonge afgestudeerde musici afleveren. Nog méér werk loosheid in het muzikantenvak? Een nog hardere strijd om het bestaan voor de toonkunstenaar Wanneer men de situatie eens goed doordenkt, komt men allesbehalve tot zonnige conclusies en het is dan ook volko men te begrijpen, dat dit probeem in vakkringen regelmatig een punt van ernstige discussie uitmaakt. Willem Andriessen, de directeur van het Amsterdams Conservatorium, die uit hoofde van zijn functie dage lijks met deze sociale kant van de muzikale opleiding in aanraking komt en met wie we deze kwestie dezer dagen bespraken, toonde zich echter niet zo pessimistisch. „Maar één ding is zeer noodzakelijk", zo zei hg ons, „namelijk méér spreiding van de studenten over de verschillende hoofdvakken." Want wat is het geval? Er wordt teveel piano gestudeerd en daar over maakt Willem Andriessen zich zorgen! „Ik vraag me inderdaad af of het grote aantal jongelui, dat piano als hoofdvak heeft gekozen in de toekomst wel in voldoende mate geplaatst kan worden." Bij de toelatingsexamens gaat men daarom tegenwoordig vrij omzichtig te werk, vooral bij jongemannen. „Bij meisjes klemt dit vraagstuk minder, want er trouwen er vrij veel en komen daardoor in het gezin. Een natuurlgke correctie dus Bij de jongens wordt nauwkeurig de algemene begaafdheid en ook hun algemene ontwikkeling in ogen schouw genomen. „Vooral bij pia nisten is dit laatste zo belangrijk", aldus Willem Andriessen, „want een pianist is in tegenstelling tot de orkestmusicus een dirigent in het klein: hij dirigeert zijn handen en moet interpreteren. Een gebrek aan ontwikkeling en beschaving mani festeert zich dikwijls in zijn spel. Bovendien worden de meesten na hun studie paedagoog, dat wil zeg gen dat zij les moeten geven bij voorbeeld aan leerlingen van middel bare scholen en gymnasia. Wanneer de man in kwestie dan een slechte uitspraak heeft of geestelijk verre de mindere is van zjjn leerling, zal hij zich op den duur niet kunnen handhaven." „MENEIR Onlangs kwam er een jongeman met een sterk Amsterdams accent om theorieles en maakte het zo bont, dat zijn leraar hem adviseerde eens spraakles te gaan nemen. Aldus ge schiedde, maar reeds na het eerste onderricht kwam de jongeman ver baasd bij zijn theorie-leraar aanzet ten: „Meneir, nau motj'es haure" zei hij, „nau saat die juffrauw, dat ik een beitje Amsterdams spreik. Haddu dat nau wel-es gemerkt?" Wanneer dergelijke jongelui van het conservatorium komen, moeten ook znlke zaken gecorrigeerd zyn en daarom is het noodzakelijk dat bjj de toelating de kwaliteiten van elke candidaat zorgvuldig gewikt en ge wogen worden. En dan kan het voorkomen, dat na afloop de direc teur tot de adspirant-pianist zegt: „Zoudt u het niet eens met een or kestinstrument proberen Klarinet, hoorn of fagot zou best gaan." Dat de student in zo'n geval van de grond af moet beginnen is meestal niet zo'n bezwaar, want de techniek is een voudiger dan op een piano, terwijl dat is nu eenmaal de eis de candidaat over een globale voor-op leiding beschikt en dus de muzikale grondbeginselen onder de knie heeft. HOORN EN FAGOT. „Het is mijn ervaring" zo vertel de Willem Andriessen, „dat er in de Nederlandse orkesten grote vraag is naar hoornisten en fagottisten. Er zijn meestal al aanvragen, voordat de mensen afgestudeerd zijn. In het begin vande opleiding kunnen we natuurlijk niet toestaan, dat de stu denten in een orkest gaan zitten. Zij moeten kiezen: öf afstuderen, óf naar een orkest. Van de algemene vorming, waaraan we hier zoveel waarde hechten, komt dan echter weinig meer terecht." Een ander facet van het „teveel' is het concentratieverschijnsel. Een groot deel van de pianisten, dat klaar is, blgft in de grote steden hangen, omdat ze het daar prettig vinden. Doch de concurrentie wordt daardoor vrij scherp. En dat, terwijl in de bepaalde provinciestreken een groot gebrek is aan goede piano-pae- dagogen. Dr. Johan Wagenaar zei jaren gele den eens: „Ze vergeten wel eens dat de provincie om goede musici snakt!" en daarmede is Willem Andriessen het volkomen eens. Een goede paeda goog Is dikwgls ook meer waard dan de man van het podium. De musicus, die les geeft, werkt veelal in stilte maar maakt tallozen wegwijs in het wonderland der muziek „En hij Is hens niet minder begaafd!" Dezg opmerking brengt het ge sprek op de concert-pianist. Kan met enige benadering worden vastgesteld Werk vein R. Kimpe op tentoonstelling in Delft. In het stedelijk museum „Het Prin senhof" te Delft is op het ogenblik een tentoonstelling opengesteld, welke onder de titel „Contour '52" werk van de meest representatieve hedendaag se beeldende kunstenaars samen brengt. O.m. is hier werk te zien van de Middelburgse kunstschilder en gla zenier R. Kimpe. hoe hoog het percentage begaafden is, da als het ware de „geroepenen", de „uitverkorenen" voor het podium vormt „Dat percentage is heel laag", meent Willem Andriessen, „wanneer men het resultaat van de laatste ia- ren eens nagaat, kan rustig worden aangenomen, dat niet meer dan 1% van de afgestudeerde pianisten een loopbaan als concertpianist kon kie zen". Tenslotte komen nog even de zangers ter sprake, waarbij Andriessen er op wees, dat de oratoriumpraktijk in ons land ertoe heeft geleid, dat een aantal zangeressen en zangers een soort monopolie bezit. Elke vereni ging in het land, die een uitvoering geeft, wil uitsluitend „die en géén ander". Gelukkig betekent de Opera in dit verband een oplossing, omdat daar ook anderen hun kans krijgen. Zo ziet dus Willem Andriessen de toekomst voor jonge musici voorlopig althans niet zonder per spectievenmaar dan moeten er niet te veel pianisten komen! spreekt van Ballet de l'Amérique, een dansgroep dus uit Latijns Amerika, die in 1940 in Buenos Aires werd opgericht. Zijn shows verraden een duidelijk Spaanse inslag, doch zij voe ren de toeschouwers tevens door die streken van het onmetelijke Zuid- Amerikaanse land, waar in de oude volkskunst nog altijd typisch in heemse dansen verankerd liggen. Zij confronteren de nuchtere Nederlan ders met allerlei dansvormen, die voor hen geheel of vrijwel onbekend zijn. Een enkele keer komen West- Europese invloeden om de hoek kij ken, doch de meest opvallende dansen zijn toch wel die, welke aan de Indiaanse folklore verwant zijn. Aanvankelijk kan men zich b(j het zien van de Zuidamerikaanse ballet groep niet aan de indruk onttrekken, dat er een zekere matheid over dit gezelschap ligt. Men verwacht van de Latijns Amerikanen vurige dansen op een opzwepende muziek. Doch spoe dig komt men tot de ontdekking, dat er geen sprake is van matheid, maar van ingetogenheid; de ingetogenheid, die ook aan de bewoners van het Zuidamerikaanse platteland eigen is. Het veelal op de Spaanse dansen ge- inspireerde voetengetrappel, de rhythmisehe begeleiding van de cas tagnetten en de vlugge, levendig uit gevoerde figuren brachten ook hier menigmaal een tikje van de zuide lijke gloed, doch het frappantst wa ren toch de gestyleerde volksdansen en de karakteristieke Indiaanse dan- Veel werk heeft Joaquin Perez Fernandez besteed aan de décors en de costuums, die geheel in overeen stemming zijn met de dracht van de bewoners uit de streken, waaruit de verschillende dansen stammen. Zang en guitaarmuziek begeleidden de op tredenden. Overigens zorgden Sofia Knoll en Alfredo Rodriquez Mendoza op twee vleugels voor het accompag nement. Het gezelschap heeft de toe schouwer niet alleen duidelgk laten zien, hoe een bolero en een samba gedanst moeten worden, doch ook 'n beeld gegeven van de eenvoudige en de bewogen dansen van de Inca's, de Chamula-Indianen en de Coya's, be nevens van dansen uit Andalusië, Pa raguay, Mexico, Argentinië, Asturia, Equador en Panama. Het Zuidamerikaanse ballet, waar in de neef van Joaquin Perez Fer nandez Nestor Perez .Fernandez ontegenzeggelijk de beste prestaties leverde, heeft veel show laten zien, die geen diepe indruk maakte, doch het heeft bovendien een aantal in heemse dansen vertolkt, waarvan we met grote belangstelling hebben ken nis genomen. Beiaardierschool Amersfoort Nu de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen op de be groting 1953 een subsidie van f 2000 heeft uitgetrokken voor de beiaar- diersschool te Amersfoort, is de stichting dier onderwijsinrichting verzekerd. De gemeenteraad stelde reeds geruime tgd geleden twee ver trekken in de muurhuizen ter be schikking als lesruimte en mevrouw de wed. A. Heeringvan Bosse te Ooegstgeest gaf aan de gemeente een oefencarillon in bruikleen, nage laten door haar zoon, de vroegere stadsbeiaardier. Indien de dezer dagen te benoemen stadsbeiaardier-practgkleraar tijdig zijn werkzaamheden kan beginnen, ligt het in de bedoeling in het begin van het nieuwe jaar met de lessen aan te vangen. Overleg is gaande met het ministe rie van onderwijs, kunsten en weten schappen om de school het eindexa- menrecht te geven, zodat het einddi ploma van de beiaardiersschool te Amersfoort het officiële Nederlandse vakdiploma wordt. Hollywood heeft een film uitgebracht „The Magic Face", waarin wordt gesuggereerd, dat Adolf Hitler reeds in 1941 stierf. Dat niemand uit de naaste omgeving van de „Führer" zijn dood merkten, was volgens de film te danken aan het talent, dat een YVeens acteur aan de dag wist te leggen, toen hy Hitler vermoord had. Ais huisknecht namelyk was hy bij hem in dienst gekomen en door zijn gelijkenis met hem (alleen de snor ontbrak), \yas het hem mogeiyk na Hitier vermoord te heb ben, diens snor afgeschoren en er zelf een aangeplakt te hebben, de pa leiswacht op het matje te roepen en deze met boze stem te verzoeken, of ze in het vervolg wat beter uit wilden kijken, want er was zo juist een dode huisknecht gevonden in zijn vertrekken. Van het moment van de persoons verwisseling af gaat alles mis, voor Het Derde Rijk wei te verstaan. Foto: De toneelspeler Luther Adler vermomt zich om straks als de pseu do-Hitler Het Derde Ryk naar de ondergang te voeren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7