c
Sjoerd Leiker schreef een knappe
boeiende roman
J
Er komen te veel pianisten in
de Nederlandse muziekwereld
ZUIDAMERIKAANSE DANSKUNST
IN ONS LAND
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
LETTERKUNDIGE KRONIEK
„Drie getuigen", werk met
intrigerende opzet
DE ROMAN „DRIE GETUIGEN" VAN SJOERD LEIKER (geb. 1914;
Ss een zeer boeiend, goed gecomponeerd boek. Het munt uit door een hel
dere, soepele stijl die simpel is en recht op de man af. Vele pagina's beho
ren dan ook mede tot het beste en levendigste proza dat er heden ten dage
in ons land wordt geschreven. Het is alsof Leiker vanuit een overvloed van
ideeën en gegevens slechts datgene heeft medegedeeld wat hem onontbeer
lijk leek. Die concentratie op het meest essentiële van zijn verhaal en zjjn
romanfiguren, heeft hen een sterke levenskracht meegegeven. Zij zjjn
karakters geworden, die men zonder meer aanvaarden kan. Er blijft echter
één onopgeloste factor, die maakt dat dit boek niet volkomen bevredigt
en dat men het niet onvoorwaardelijk tot een meesterwerkje uit kan roe
pen. Doch daarover straits: eerst het gegeven.
De opzet is heel intrigerend. De
schrijver gaat op zoek naar gegevens
omtrent de laatste geheimzinnige be
woner van een huis dat omstreeks
1907 nog in de Friese bossen nabij
Beetsterzwaag stond. Die bewoner
heette Jeltema; hij was een merk
waardig man, waarover onheilspel
lende verhalen in omloop waren. Zijn
voorouders waren arm heidevolk ge
weest met mogelijk overoud Keltisch
bloed in de aderen. De Jeltema's wa
ren in de handel rijk geworden en de
laatste bewoner van het bedoelde huis
was dan ook schatrijk, op en top een
geldman en financier. Hij was zeer
eenzelvig, ging in de volksmond door
voor zeer geleerd, een godloochenaar
en een satanskind. Kortom: hij was
een „verkeerde" voor wie men niette
min beleefd de pet afnam, ook al
ruiste het van praatjes achter zjjn
rug. Jeltema had een dochter gehad
van buitengewone schoonheid, spar-
door BANS WARREN
taans opgevoed en al even vreemd;
die na de dood van haar vader en de
afbraak van het huis uit de streek
verdwenen was en van wie men enkel
wrist te vertellen dat zij, zonder zich
daar ook maar enigszins voor te ge
neren, een kind ter Wereld had ge
bracht zonder getrouwd te zijn.
In Beetsterzwaag woonden nog wel
enkele mensen die méér over dat
alles zouden kunnen vertellen, maar
die trokken zich schuw terug: ze wil
den het verbergen om te vergeten en
om niet als medeplichtige in de on
verkwikkelijke Jeltema-historie te
worden beschouwd. Maar drie andere
mensen, de „drie getuigen", die wil
den zich juist hardnekkig ontdoen
van wat hen al jarenlang ondraaglijk
kwelde en in ontstellende persoonlij
ke biechten beschuldigen zij zich alle
drie van de rampzalige gebeurtenis
sen die ééns hadden plaats gevonden.
Uit hun bekentenissen komen we iets
over Jeltema's leven te weten. De
drie getuigen zjjn: een rijke boer,
schoolvriend van Jeltema; een dame
van goede familie, die uit liefde voor
Jeltema enige tijd Franse lessen
feeft aan zijn dochtertje, en een pre
ikant die ook met Jeltema bevriend
is geweest. Al die mensen waren het
slachtoffer geworden van Jeltema en
toch gaven zij zich zelf de schuld van
wat hen overkwam.
DE GETUIGEN.
De boer vertelt dat Jeltema op
school reeds eenzelvig was. Groot en
sterk was hij, en hij had overwicht,
maar hg bemoeide zich vrijwel met
niemand. Beiden waren zij vanaf de
schoolbanken verliefd op het meisje
Doortje. Maar Doortje trouwde Jel
tema omdat die nog meer geld had
dan de ander, hoewel ze mogelijk
meer van de boer hield. Ook na het
huwelijk en de geboorte van het
dochtertje Janke Everdien blijven de
boer en Jeltema bevriend, maar het
is een vreemde vriendschap: de boer
staat geheel onder Jeltema's terreur.
Later, als het huwelijk mislukt is,
staat Jeltema Doortje af aan zijn
ulfurele
cavalcade
DE DIRIGENT VAN het Gelders
Orkest te Arnhem, Jan Out, heeft in
Engeland vier concerten geleid van
de Liverpool Philharmonic.
DE TONEELGROEP ,£>e Phoenix'
heeft in Den Haag de eerste voor
stelling gegeven van een nieuwe thril
ler van Maurits Dekker „X.OJC.-won-
derdrank."
BINNENKORT zal in Oslo worden
begonnen met de vervaardiging van
een film over Grieg. De film wordt
gezamenlijk vervaardigd door Zweed
se en Noorse filmmaatschappijen. Met
Paul Muni zijn onderhandelingen
gaande voor de vertolking van de
hoofdrol.
DE ZAANSE SCHILDER Frederik
Engel wordt Maandag tachtig jaar.
Hij verwierf vooral bekendheid door
zijn landschappen.
IN NOVEMBER en December zullen
in het Koninklijk Instituut voor de
tropen te Amsterdam drie congressen
ioorden gehouden over lekespel,
volksdans en volkszang.
TE LAREN is overleden de schilder
Hendrik J. Wolter oud-hoogleraar aan
de rijksacademie voor beeldende kun
sten te Amsterdam. Hij werkte o.m. in
het Gooi en schilderde ook in Zeeland.
DE NEDERLANDSE OPERA trad
te Rotterdam op in nieuwe bezetting
met Wagner's ,JJer fliegende Hollan
der". Het Rotterdams Philharmonisch
Orkest verleende hieraan medewer
king onder leiding van Eduard Flipse
TE AMSTERDAM is men doende
een nieuw Nederlands operettegezel
schap te vormen. In Maart wil men
met dit gezelschap een uitvoering ge
ven van het Nederlandse werk „De
onbekende stem", scenario en muziek
van Nico van der Linden.
vriend. De boer geeft haar geld, en
Doortje verdwijnt voorgoed met de
noorderzon. De boer blijft echter on
der de diabolische invloed van Jelte
ma, raakt zijn evenwicht meer en
meer kwijt en begaat tenslotte per
ongeluk een moord die nooit uitkomt
maar die hem niettemin vernietigt.
Hij heeft de kracht zich uiterlijk van
Jeltema los te scheuren, maar inner
lijk büjft hij zijn vazal en ook de
schim van de vermoorde blijft hem
kwellen.
De gouvernante, een jonge wedu
we, stond geheel onder Jeltema's in
vloed zodra ze kennis met hem maak
te, want ze werd op slag verliefd.
Onder zijn invloed brengt deze overi
gens fijngevoelige vrouw het predi
kantengezin in het plaatsje ten val,
men moet ook hier zeggen; ondanks
zichzelf.
De domineesvrouw sterft van el
lende, en de gouvernante geeft zich
daarvan de schuld. Zij vlucht ver
geefs en keert even vergeefs weer
terug en zij blijft een gevangene van
Jeltema, zeis na zijn dood.
En dan tenslotte het derde slacht
offer, de predikant. Jeltema wist hem
te verleiden tot speculaties, waarbij
de dominé alles verloor, ook het ka
pitaaltje dat hij beheerde voor zijn
broer in Amerika. Om aan de schan
de te ontkomen had hg geld te leen
gevraagd aan de gouvernante. Doch
Jeltema had die lening overgenomen
en zo was de dominé niet alleen gees
telijk, maar ook materieel volkomen
in zijn macht. Na de complete dé-
bacle vlucht de predikant eveneens,
en hij begint een nieuw leven. Via
allerlei ondergeschikte baantjes en
na bijna volkomen ondergegaan te
zijn, brengt hij het tenslotte tot le
raar aan een school voor moeilijke
jongens in Baarn, waar hij de zoon
van Janke Everdien, Jeltema's doch
ter, onder zich krijgt. Van Janke
Everdien hooit hij de verdere détails
van de historie, die gruwelijk genoeg
zijn, maar die we u niet allemaal
gaan vertellen, in de hoop dat u deze
roman zelf gaat lezen. Laten we vol
staan met te zeggen dat er zelfs een
gelukkig eind aan dit lichtelijk be
klemmende, Noordelijk-geheimzinni-
fe boek is: tussen Janke Everdien en
e niet meer jonge dominé ontstaat
een liefde.
DE ONOPGELOSTE FACTOR
Ondanks vele voortreffelijke eigen
schappen die dit werk stempelen tot
een roman van allure (hij verscheen
ook al in Engelse, Duitse en Friese
vertaling) moet één bezwaar worden
genoemd: men wordt niet wijs uit de
hoofdfiguur Jeltema, die als fatale
schim alle touwtjes in handen houdt,
maar die de lezer toch moeilijk van
zg'n duivels-verderfelijke invloed
overtuigen kan. De boer, de gouver
nante en de dominé, ze dansen als
marionetten in zijn kwaadwillende
sterke handen, maar de critische le
zer vraagt zich heel nuchter af:
waarom? Hij voelt zich niet over
tuigd. Een vaag beroep op een duis
tere Keltische achtergrond is onvol
doende om dit alles aannemelijk te
maken, want men wordt zelf hele
maal niet door Jeltema geïmponeerd;
men ziet hem hoogstens als een zéér
curieus mens. De drie getuigenissen
óver Jeltema zijn meesterlijk en het
boek neemt steeds toe in kracht naar
het einde toe. Maar de figuur van
Jeltema zelf blijft een zwakke plek.
Hij werd een vage mystificatie die
men moeilijk au sérieux nemen kan,
en dat is, het blijkt uit alles, toch wel
de bedoeling van de auteur geweest.
De roman is zeer aantrekkelijk uit
gegeven.
1952,
De Bezige Bij, Amsterdam,
geb. 3.95.
„Een Ars Amandi"
De commissie voor de collectieve
propaganda van het Nederlandse
boek heeft „weer eens een andere
vorm gekozen om het boek nader te
brengen, tot hen, wier belangstelling
voor het boek nog weinig ontwik
keld is."
Zo juist heeft de commissie het
licht doen zien een boekje van Anne
H. Mulder „Een Ars Amandi" de
ondertitel luidt: „dat is de kunst van
het beminnen van boeken en bruiden,
vlinders en rotatiepersen, metro's en
paradijsvogels, benevens een reeks
suggesties en adviezen om eigendun
kelijk en vermetel in de wind te
slaan."
De bedoeling van deze uitgave is
„enthousiasme te wekken voor het
vormen van een eigen bibliotheekje,
en daartoe een leidraad aan te bie
den."
Programma van
„Een uur muziek"
De Stichting voor Muziekonderwijs
op Nederlandse Scholen „Een Uur
Muziek" heeft voor het schooljaar
19521953 een artistiek belangrijk
en paedagogisch gedegen leerplan
ontworpen, dat zal kunnen bijdragen
tot de culturele ontwikkeling van de
Nederlandse jeugd.
Naast de meer bekende instrumen
ten als piano, viool, fluit, hobo en
dergelijke zullen ook het clavecym-
bel, de harp, de viola da gamba en
hoorn worden bespeeld tijdens mu-
ziekuren, waarin zowel de fundamen
tele elementen der toonkunst,
maat, rhythme, melodie, harmonie
enz. als de muzikale vormen en.de
grote figuren uit de diverse tgdper-
ken behandeld worden. In deze leer
gang wordt ook de woordkunst inge
voerd. Voor dit onderwerp werd de
voordrachtkunstenaar Albert Vogel
Jr. uitgenodigd met de pianist Wil
lem Hielkema.
Onder de medewerkende kunste
naars voor het komende schooljaar
worden genoemd Willem Andriessen,
Cor de Groot, Gerard Hengeveld,
Theo Olof, Carel van Leeuwen Boom
kamp, Paul Tortelier, Hubert Bar-
wahser, Jo Vincent, Herman Schey,
John van Kesteren, Anneke van der
Graaf en ensembles als het Nieuw
Hollands Strijkkwartet, het Concert
gebouw Koperkwartet en het Hol
lands Piano Trio.
Geen provinciale subsidie
voor Zuidhollands Orkest.
Het bestuur van de stichting „Het
Zuidhollands Orkest" heeft provinci
ale staten van Zuid-Holland verzocht
een subsidie van 250 te verlenen op
elk gedurende het seizoen 1952-1953
in de plattelandsgemeenten van deze
provincie te geven zelfstandig con
cert. Het bestuur rekent op een
maximum van 15 concerten. Evenals
vorig jaar stellen gedeputeerde sta
ten van Zuid-Holland voor ook dit
maal afwijzend op de subsidie-aan
vrage te beschikken.
liet college is van mening dat in
williging van het verzoek consequen
ties zal veroorzaken voor soortgelijke
orkesten in Zuid-Holland. Voorts
wordt medegedeeld, dat thans een
onderzoek wordt ingesteld naar de
culturele behoefte ten plattelande.
Ook in verband daarmee lijkt het het
college niet wenselijk aan 't verzoek
te voldoen, aangezien daardoor op
de resultaten van het onderzoek zou
worden vooruitgelopen.
ZANG EN FOLKLORE.
Over het ballet van Joaquin Perez Fernandez
(Van onze Haagse redacteur).
Na de vele buitenlandse balletten, die Nederland reeds te zien gekregen
heeft, heeft zich nu ook Joaquin Perez Fernandez met zijn Zuid-Ameri
kaanse ballet aan de dansliefhebbers gepresenteerd. De leider Joaquin
Perez Fernandez werd aangekondigd als Amerika's grootste danser. Wan
neer er waarheid mocht schuilen in deze kwalificatie, dan moet er wel
een geringe dunk van de technische prestaties van de dansers aan de
andere zyde van de oceaan by de toeschouwers zjjn achtergebleven.
De verdiensten van Joaquin Perez
Fernandez liggen niet in een hoge
graad van perfectie van zijn dans
bewegingen, doch in hetgeen hjj aan
folklorische dansen biedt. Hij zelf
Een scène uit het ballet „De bruiloft van Pancho en Lucero", uitgevoerd
door het Zuid-Amerikaanse ballet.
Leo de Leeuwe 85 jaar.
De oudste Nederlandse operazan
ger Leo de Leeuwe een oom van
de actrice Enny Molsde Leeuwe
wórdt op 25 November a.s. 85 jaar.
Hg behoort tot de vertegenwoordi
gers van onze muzick-dramatische
cultuur in het buitenland. Als tenor-
buffo was hg aan talrijke opera
schouwburgen in Duitsland verbon
den, zoals bijv. de hoftheaters in
Darmstadt en Wiesbaden en ruim
twintig, jaar achtereen aan 't Opern-
haus té Essen. Het hoogtepunt van
zijn loopbaan valt omstreeks 1910,
het tijdschrift „Bühne und Welt"
noemde hem een der voortreffelijkste
vertolkers van de mime-rol in Wag
ners Siegfried toen Arthur Nikisch
hem uitnodigde om onder zijn leiding
de rol van David in Wagners Meis-
tersinger te vervullen.
WILLEM ANDRIESSEN MEENT
Meer spreiding over instrumentale
vakken nodig
(Van onze muziekmedewerker)
Komen er te veel musici in Nederland? Deze vraag wordt de laatste
jaren regelmatig gesteld, omdat men zich afvraagt, waar het op de
duur naar toe moet, wanneer de conservatoria en de muziekscholen elk
jaar steeds meer jonge afgestudeerde musici afleveren. Nog méér werk
loosheid in het muzikantenvak? Een nog hardere strijd om het bestaan
voor de toonkunstenaar Wanneer men de situatie eens goed doordenkt,
komt men allesbehalve tot zonnige conclusies en het is dan ook volko
men te begrijpen, dat dit probeem in vakkringen regelmatig een punt
van ernstige discussie uitmaakt. Willem Andriessen, de directeur van
het Amsterdams Conservatorium, die uit hoofde van zijn functie dage
lijks met deze sociale kant van de muzikale opleiding in aanraking komt
en met wie we deze kwestie dezer dagen bespraken, toonde zich echter
niet zo pessimistisch. „Maar één ding is zeer noodzakelijk", zo zei hg
ons, „namelijk méér spreiding van de studenten over de verschillende
hoofdvakken."
Want wat is het geval? Er wordt teveel piano gestudeerd en daar
over maakt Willem Andriessen zich zorgen! „Ik vraag me inderdaad
af of het grote aantal jongelui, dat piano als hoofdvak heeft gekozen
in de toekomst wel in voldoende mate geplaatst kan worden."
Bij de toelatingsexamens gaat men
daarom tegenwoordig vrij omzichtig
te werk, vooral bij jongemannen.
„Bij meisjes klemt dit vraagstuk
minder, want er trouwen er vrij veel
en komen daardoor in het gezin.
Een natuurlgke correctie dus
Bij de jongens wordt nauwkeurig de
algemene begaafdheid en ook hun
algemene ontwikkeling in ogen
schouw genomen. „Vooral bij pia
nisten is dit laatste zo belangrijk",
aldus Willem Andriessen, „want een
pianist is in tegenstelling tot de
orkestmusicus een dirigent in het
klein: hij dirigeert zijn handen en
moet interpreteren. Een gebrek aan
ontwikkeling en beschaving mani
festeert zich dikwijls in zijn spel.
Bovendien worden de meesten na
hun studie paedagoog, dat wil zeg
gen dat zij les moeten geven bij
voorbeeld aan leerlingen van middel
bare scholen en gymnasia. Wanneer
de man in kwestie dan een slechte
uitspraak heeft of geestelijk verre
de mindere is van zjjn leerling, zal
hij zich op den duur niet kunnen
handhaven."
„MENEIR
Onlangs kwam er een jongeman
met een sterk Amsterdams accent
om theorieles en maakte het zo bont,
dat zijn leraar hem adviseerde eens
spraakles te gaan nemen. Aldus ge
schiedde, maar reeds na het eerste
onderricht kwam de jongeman ver
baasd bij zijn theorie-leraar aanzet
ten: „Meneir, nau motj'es haure"
zei hij, „nau saat die juffrauw, dat
ik een beitje Amsterdams spreik.
Haddu dat nau wel-es gemerkt?"
Wanneer dergelijke jongelui van
het conservatorium komen, moeten
ook znlke zaken gecorrigeerd zyn en
daarom is het noodzakelijk dat bjj de
toelating de kwaliteiten van elke
candidaat zorgvuldig gewikt en ge
wogen worden. En dan kan het
voorkomen, dat na afloop de direc
teur tot de adspirant-pianist zegt:
„Zoudt u het niet eens met een or
kestinstrument proberen Klarinet,
hoorn of fagot zou best gaan." Dat
de student in zo'n geval van de grond
af moet beginnen is meestal niet zo'n
bezwaar, want de techniek is een
voudiger dan op een piano, terwijl
dat is nu eenmaal de eis de
candidaat over een globale voor-op
leiding beschikt en dus de muzikale
grondbeginselen onder de knie heeft.
HOORN EN FAGOT.
„Het is mijn ervaring" zo vertel
de Willem Andriessen, „dat er in
de Nederlandse orkesten grote vraag
is naar hoornisten en fagottisten. Er
zijn meestal al aanvragen, voordat
de mensen afgestudeerd zijn. In het
begin vande opleiding kunnen we
natuurlijk niet toestaan, dat de stu
denten in een orkest gaan zitten.
Zij moeten kiezen: öf afstuderen, óf
naar een orkest. Van de algemene
vorming, waaraan we hier zoveel
waarde hechten, komt dan echter
weinig meer terecht."
Een ander facet van het „teveel'
is het concentratieverschijnsel. Een
groot deel van de pianisten, dat
klaar is, blgft in de grote steden
hangen, omdat ze het daar prettig
vinden. Doch de concurrentie wordt
daardoor vrij scherp. En dat, terwijl
in de bepaalde provinciestreken een
groot gebrek is aan goede piano-pae-
dagogen.
Dr. Johan Wagenaar zei jaren gele
den eens: „Ze vergeten wel eens dat
de provincie om goede musici snakt!"
en daarmede is Willem Andriessen
het volkomen eens. Een goede paeda
goog Is dikwgls ook meer waard dan
de man van het podium. De musicus,
die les geeft, werkt veelal in stilte
maar maakt tallozen wegwijs in het
wonderland der muziek „En hij Is
hens niet minder begaafd!"
Dezg opmerking brengt het ge
sprek op de concert-pianist. Kan met
enige benadering worden vastgesteld
Werk vein R. Kimpe op
tentoonstelling in Delft.
In het stedelijk museum „Het Prin
senhof" te Delft is op het ogenblik
een tentoonstelling opengesteld, welke
onder de titel „Contour '52" werk van
de meest representatieve hedendaag
se beeldende kunstenaars samen
brengt. O.m. is hier werk te zien van
de Middelburgse kunstschilder en gla
zenier R. Kimpe.
hoe hoog het percentage begaafden
is, da als het ware de „geroepenen",
de „uitverkorenen" voor het podium
vormt
„Dat percentage is heel laag",
meent Willem Andriessen, „wanneer
men het resultaat van de laatste ia-
ren eens nagaat, kan rustig worden
aangenomen, dat niet meer dan 1%
van de afgestudeerde pianisten een
loopbaan als concertpianist kon kie
zen".
Tenslotte komen nog even de zangers
ter sprake, waarbij Andriessen er op
wees, dat de oratoriumpraktijk in
ons land ertoe heeft geleid, dat een
aantal zangeressen en zangers een
soort monopolie bezit. Elke vereni
ging in het land, die een uitvoering
geeft, wil uitsluitend „die en géén
ander". Gelukkig betekent de Opera
in dit verband een oplossing, omdat
daar ook anderen hun kans krijgen.
Zo ziet dus Willem Andriessen
de toekomst voor jonge musici
voorlopig althans niet zonder per
spectievenmaar dan moeten er
niet te veel pianisten komen!
spreekt van Ballet de l'Amérique, een
dansgroep dus uit Latijns Amerika,
die in 1940 in Buenos Aires werd
opgericht. Zijn shows verraden een
duidelijk Spaanse inslag, doch zij voe
ren de toeschouwers tevens door die
streken van het onmetelijke Zuid-
Amerikaanse land, waar in de oude
volkskunst nog altijd typisch in
heemse dansen verankerd liggen. Zij
confronteren de nuchtere Nederlan
ders met allerlei dansvormen, die
voor hen geheel of vrijwel onbekend
zijn. Een enkele keer komen West-
Europese invloeden om de hoek kij
ken, doch de meest opvallende dansen
zijn toch wel die, welke aan de
Indiaanse folklore verwant zijn.
Aanvankelijk kan men zich b(j het
zien van de Zuidamerikaanse ballet
groep niet aan de indruk onttrekken,
dat er een zekere matheid over dit
gezelschap ligt. Men verwacht van de
Latijns Amerikanen vurige dansen op
een opzwepende muziek. Doch spoe
dig komt men tot de ontdekking, dat
er geen sprake is van matheid, maar
van ingetogenheid; de ingetogenheid,
die ook aan de bewoners van het
Zuidamerikaanse platteland eigen is.
Het veelal op de Spaanse dansen ge-
inspireerde voetengetrappel, de
rhythmisehe begeleiding van de cas
tagnetten en de vlugge, levendig uit
gevoerde figuren brachten ook hier
menigmaal een tikje van de zuide
lijke gloed, doch het frappantst wa
ren toch de gestyleerde volksdansen
en de karakteristieke Indiaanse dan-
Veel werk heeft Joaquin Perez
Fernandez besteed aan de décors en
de costuums, die geheel in overeen
stemming zijn met de dracht van de
bewoners uit de streken, waaruit de
verschillende dansen stammen. Zang
en guitaarmuziek begeleidden de op
tredenden. Overigens zorgden Sofia
Knoll en Alfredo Rodriquez Mendoza
op twee vleugels voor het accompag
nement. Het gezelschap heeft de toe
schouwer niet alleen duidelgk laten
zien, hoe een bolero en een samba
gedanst moeten worden, doch ook 'n
beeld gegeven van de eenvoudige en
de bewogen dansen van de Inca's, de
Chamula-Indianen en de Coya's, be
nevens van dansen uit Andalusië, Pa
raguay, Mexico, Argentinië, Asturia,
Equador en Panama.
Het Zuidamerikaanse ballet, waar
in de neef van Joaquin Perez Fer
nandez Nestor Perez .Fernandez
ontegenzeggelijk de beste prestaties
leverde, heeft veel show laten zien,
die geen diepe indruk maakte, doch
het heeft bovendien een aantal in
heemse dansen vertolkt, waarvan we
met grote belangstelling hebben ken
nis genomen.
Beiaardierschool
Amersfoort
Nu de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen op de be
groting 1953 een subsidie van f 2000
heeft uitgetrokken voor de beiaar-
diersschool te Amersfoort, is de
stichting dier onderwijsinrichting
verzekerd. De gemeenteraad stelde
reeds geruime tgd geleden twee ver
trekken in de muurhuizen ter be
schikking als lesruimte en mevrouw
de wed. A. Heeringvan Bosse
te Ooegstgeest gaf aan de gemeente
een oefencarillon in bruikleen, nage
laten door haar zoon, de vroegere
stadsbeiaardier.
Indien de dezer dagen te benoemen
stadsbeiaardier-practgkleraar tijdig
zijn werkzaamheden kan beginnen,
ligt het in de bedoeling in het begin
van het nieuwe jaar met de lessen aan
te vangen.
Overleg is gaande met het ministe
rie van onderwijs, kunsten en weten
schappen om de school het eindexa-
menrecht te geven, zodat het einddi
ploma van de beiaardiersschool te
Amersfoort het officiële Nederlandse
vakdiploma wordt.
Hollywood heeft een film uitgebracht „The Magic Face", waarin wordt
gesuggereerd, dat Adolf Hitler reeds in 1941 stierf.
Dat niemand uit de naaste omgeving van de „Führer" zijn dood merkten,
was volgens de film te danken aan het talent, dat een YVeens acteur
aan de dag wist te leggen, toen hy Hitler vermoord had. Ais huisknecht
namelyk was hy bij hem in dienst gekomen en door zijn gelijkenis met hem
(alleen de snor ontbrak), \yas het hem mogeiyk na Hitier vermoord te heb
ben, diens snor afgeschoren en er zelf een aangeplakt te hebben, de pa
leiswacht op het matje te roepen en deze met boze stem te verzoeken, of ze
in het vervolg wat beter uit wilden kijken, want er was zo juist een dode
huisknecht gevonden in zijn vertrekken. Van het moment van de persoons
verwisseling af gaat alles mis, voor Het Derde Rijk wei te verstaan.
Foto: De toneelspeler Luther Adler vermomt zich om straks als de pseu
do-Hitler Het Derde Ryk naar de ondergang te voeren.