Over lezen en schrijven in
oude Egypte
het
Eddy Cardinael krijgt vele
brieven uit Zeeland
C
c=^peelse
De paleolithische
mens op het filmdoek
'jke monografie
over Hiërogliefen'
De
muze
J'
Radio-spreekster doei haar werk
mei enthousiasme
ZATERDAG 18 OCTOBER 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Aan de bronnen van onze beschaving^
WEET U WAAR ONS TOCH ZO GOED NEDER
LANDS lijkende woord „bijbel" vandaan kómt? Ja, zult
u zeggen, van het Latijnse „biblia", dat „boek" bete
kent. En dan? Eihlia komt op zijn beurt uit het Grieks,
van biblos of byblos, dat ook „boek" betekent. Gaan
we nog verder naar de oorsprong graven dan wordt het
verband minder rechtstreeks en blijkt Byblos de naam
te zün van een stad in Fenicië, die in de oudheid drukke
handel onderhield op Egypte. Vanuit de Nyldelta werd
o.a. het „papyrus" via Byblos ingevoerd, en vanuit die
stad bereikte het papyrus de Griekse wereld. Van pa
pyrus maakte men boeken (ook al zagen die er anders
uit dan de onze, het waren rollen die opgeborgen wer-
den in potten of kokers om ze tegen ongedlertje e.d.
te beschermen) en zo komt het dat het Boek der Boeken
by ons met Bijbel" wordt aangeduid.
Trouwens: de stap van „papyrus" naar ons „papier"
is ook niet ver (via het Latijn uit het Griekse papurus,
dat op zyn beurt uit. het Egyptisch was overgenomen),
en zelfs onze gewoonte om bepaalde zinsneden of ge
deelten in boeken en drukwerk met rood aan te geven
als ze op moeten vallen (rood Latijn, ruber, vandaar
ons „rubriek") gaat terug op de oude Egyptische schrij
vers, die op hun paletje naast zwart ook wat schaars
rood hadden voor de teksten die in het oog moesten
springen of die een bepaalde functie hadden. Uit deze
paar kleinigheden blijkt dat we in ons dagelijkse leven
soms nog rechtstreeks aan de Egyptenaren herinnerd
kunnen worden, vooral op het terrein van het „schrij
ven". Inderdaad zijn de Egyptenaren op dat gebied de
pioniers van onze beschaving geweest.
Weliswaar is het bekende „Spijker
schrift uit Mesopotamia ouder, maar
de Egyptenaren waren de eersten die
niet een stift, kleurstof en water (pen
en inkt, zouden we nu zeggen) op
papyrus schreven. De Mesopotamiërs
waren graveurs": ze krasten hun
inscripties met een houtje in een
vochtige tablet klei die daarna werd
gedroogd. Ook de Egyptenaren heb-
door HANS WARREN
ben prachtige inscripties in steen
aangebracht, maar zij waren toch de
eersten die een soort papier vervaar
digden en „schreven". In de moeras
sige delta van de Nijl groeide in gro
te overvloed een bies-achtig gewas
met lange, driekantige stengels (2 a
3 meter hoog), het Papyrusriet,
waaruit de Egyptenaren (we weten
niet precies hoe) een stevig, vezelig
soort schrijfpapier vervaardigden.
Deze plant is in Egypte thans uitge
storven, al komt hij nog op vele an
dere plaatsen voor, o.a. in de Soedan
en zelfs in Zuid-Italië. De vellen pa
pyrus werden meestal zo groot ge
maakt dat men ze gemakkelijk met
beide handen kon afrollen, maar er
bestaan ook papyri van ruim veertig
meter lengte.
HET ALFABET.
Wat nu het schrijven betreft: hier
grijpt de historie wel zeer vreemd in
elkaarhoe wij nu precies aan
het alfabet gekomen zijn, waarin u
deze regels leest, is vrijwel niet meer
na te gaan. Voor onze begrippen zijn
alle letters immers abstracties. We
hebben ze eenmaal geleerd en denken
er niet verder bij na. Maar de Egyp
tenaren begonnen in „beeldschrift"
te schrijven (evenals de Chinezen,
overigens). Voor een rund tekenden
ze een klein rundje, voor een vorst
een man op een troon, voor schrijven
een stelletje schrijfgerei: paletje,
stiften, waternapje. Zo heel vreemd is
dat niet (wij kennen het ook nog,
denk o.a. aan de dierfiguurtjes voor
veemarkten in de Almanak, aan ver
keersborden, dienstregelingen en toe-
ristenkaarten). Maar op die manier
schrijf-tekenen is tijdrovend en het
leidt tot geweldige complicaties. Om
dan ook wat vlugger te kunnen schrij
ven vereenvoudigde men in vlot
schrift de vormen zo sterk, dat men
weldra de oorspronkelijke nauwelyks
terug kon kennen. Andere volken na
men dat over, nieuwe tekens werden
toegevoegd, en zo ontstond er al om
streeks 1000 jaar voor Chr. een soort
alfabet in Fenicië, dat wel door een
Semiet uitgevonden zal zijn, want in
het Semietisch is alfa rund en beth
huis. Eèn van die alfabetten (er
ontstonden er verscheidene) kwam by
de Grieken terecht, die het vervol
maakten. Het Griekse alfabet ging
over op Egypte, waar men enige eeu
wen na het begin van onze jaartel
ling met Griekse letters het Egyp
tisch schreef, en het bereikte West-
Europa via de Etruriërs en de Romei
nen.
Mogelijk liggen er aan sommige
letters van ons alfabet dus nog Egyp
tische tekens ten grondslag, al zijn
die nu zó onherkenbaar geworden dat
't vele eeuwen en ongelooflijk hoofd
breken gekost heeft eer men de
Egyptische hiërogliefen weer ontcij
feren kon.
CHAMPOLLION.
Immers, voor zover bekend is, wer
den de laatste hiërogliefen (het
schriftsysteem had zich toen overi
gens al lang overleefd) op 24 Au
gustus 394 naar Chr. ingebeiteld, on
der keizer Theodosius; terwijl pas op
14 September 1822 de geniale Frans
man Champollion de sleutel tot de
ontcijfering der hiërogliefen vond.
(En niet, zoals zo vaak wordt be
weerd, enkel door het bestuderen van
de Steen van Rosette, die al in 1799
gevonden was en die Champollion al
Charlie Chaplin, wiens film
„Limelight" Vrijdag 7 November ge
lijktijdig in drie theaters te Amster.
dam, twee in Den Haag en twee in
Rotterdam liaar Nederlandse premiè
re zal beleven.
jaren kende, maar door nieuw gevon
den andere teksten).
Het is overigens wel komisch te
vernemen, dat deze eminente geleer
de na zijn ontdekking voor enige da
gen bezwijmde van emotie. Hoe moei
lijk de ontcijfering van het schrift
was, blijkt wel uit het feit dat op
die steen van Rosette een tekst stond
in twee talen en drie schriftsoorten:
één in hiërogliefen (helaas voor een
groot deel afgebroken), één in ver
eenvoudigd Egyptisch schrift en één
in 't Grieks, die men dus vlot lezen
kon. Ondanks 't feit dus. dat men nu
wist wat er in hiërogliefen staan
moest, kon men er niet uit wijs wor
den. Dat bleek later geenszins een
wonder, en wat Champollion vond,
was slechts het begin. Een onnoeme
lijk zware taak wachtte nog, en tal
loze vergissingen zijn en worden ge
maakt. Het bleek dat de Egyptena
ren vele honderden tekens hadden.
waarvan vele dezelfde klankwaarde
hadden. Zo heeft men b.v. het woord
voor „ambtenaren" op 37 verschil
lende manieren geschreven gevonden,
en ook moet men niet vergeten, dat er
sedert het ontstaan van het' liiëro-
gliefenschrift, plm. 3000 jaar voor
hr., duizenden jaren verliepen. Een
stuk Middelnederlands uit plm. 1300,
dat nog maar een 650 jaar oud is,
blijkt voor ons zonder enige voor
studie vrijwel onleesbaar, alleen al
omdat de taal zo veranderd is. Het
zelfde heeft natuurlijk voor het grote
Egyptische rijk gegolden, ook al hield
men vrjj star aan de eenmaal be
staande vormen vast. Een andere
moeilijkheid is, dat de klinkers nooit
geschreven werden. Zelden zal men
dus weten welke klank tussen de
medeklinkers zal moeten woi*den ge
steld. (Vandaar o.a. de grote verwar
ring ontstaan in de namen van de
Egyptisch Pliarao's).
Als voorbeeld: in Handelingen 8
27 wordt de koningin „Candace" ge
noemd. In Egyptische inscripties
wordt deze naam met de hiërogliefen
voor „ktke" of „kntk" aangegeven.
Welk een enorm werk er door de
Egyptologen in egn goede eeuw is
verzet, blijkt o.a. uit het feit dat men
er onlangs zelfs in geslaagd is, de
meeste Egyptische „geheimschriften"
te ontcijferen, bewust duister en re-
bus-aehtig gemaakte hiërogliefen
teksten dus.
DE MONOGRAFIE VAN
JOZEF 31. A. JANSSEN.
Over allerlei problemen rondom dit
alleszins belangrijke en tot de ver
beelding sprekende onderwerp, schreef
Jozef M. A. Janssen een buitenge
woon interessant en gedegen werkje:
„Hiërogliefen", aantrekkelijk ver
zorgd uitgegeven door Bril!. Een
werk dat in een grote behoefte, voor
ziet, aangezien er tot nu toe in onze
taal geen monografie over dit onder
werp bestond. Het is een serieus
werkstuk geworden, dat op elke pa
gina van gedegen studie en liefde
voor 't onderwerp getuigt. Het geeft
dan ook geen vlotte leuke verhaaltjes
en geen „geheimzinnige Egyptische
sfeer", neen, het is zakelijk en het
vereist een zekere inspanning van de
lezer, vooral in het tweede, meer
technische gedeelte. Het is deze in
spanning echter overwaard. Wij kun
nen dit boek dan ook met warmte
aanbevelen aan ieder, die zich voor
de bronnen van onze beschaving inte-
ï-esseert.
DE WEERHAAN.
De Weerhaan is een tragisch dier.
Hij staat maar niet voor zijn plezier
Te draaien op die ééne flits
Daar boven op die torenspits.
Hy is veeleer een zielig held,
Die doet wat Eros hem vertelt.
Misschien heeft. U 't nog niet gehoord?
Het is ter wille van de soort,
Dat hij zo wispelturig doet.
Hij doet, wat hij van Amor moet.
Hij spiedt en draait en draait en spiedt,
Of hij de Weerkip nog niet ziet,
Die zich nog altijd wachten laat.
Ze doet, alsof hij niet bestaat.
Misschien ook is ze zéér. sporaad
En bovendien schijnt ze nomaad.
Soms, in de nachten van Sint Jan,
Vindt Zwerfmans er wel veren van.
Waarschijnlijk, dat ze dan wel ruit,
Maar nimmer nog was zij de Bruid.
En niemand vond nog een Weer-ei,
't Weer-kieken is er ook niet bij.
Dat alles is nog puur illusie,
Want nimmer nog kwam het tot fusie
Tussen dit wonder vryerspaai'.
Men zegt: het Weerhoen heeft bezwaar.
Hij zou haar vrijen om het kind
En zij wil om zichzélf bemind.
Dit zou de grond zijn van zijn lot,
Daarom staat hij publiek voor spot.
Daarom werd hij nog nooit verlost
Van zijn verheven uitkijkpost.
Daarom, met al zijn mooi verguld,
Tart zij nog altijd zijn geduld.
Ik geloof: het is niet zo geleerd,
Men zoekt het helemaal verkeerd.
De reden, dat hij nooit wat vindt
Het arme dier is stekeblind.
Joringel.
KT TT W W vf 7T
Jozef M. A. Janssen: Hiërogliefen,
1. J. Brill, Leiden 1952.
James Mason speelt de hoofdrol in do nieuwe Amerikaanse film van Joseph
L Mankiewiez, „Operatie Cicero", een ongemeen boeiende verfilming van
Moyzisch's, ook in ons land bekende boek, waarin de verbluffendstc
spionnage-affaire uit de tweede wereldoorlog wordt beschreven. Cicero
was de schuilnaam van de butler Diello, die in dienst stond van de Engelse
ambassadeur tc Ankara en kans zag de geheimste documenten, oju het
invasieplan, t.- fotograferen en aan de Duitsers te verkopen. Na de ver
schijning van het boek bevestigde Be vin in het Britse Lagerhuis de juist
heid van de daarin vermelde feiten. De film werd in Turkye opgenomen.
Expeditie naar onbekend
gebied in Peru
Met het gaan van de zomer en het komen van de herfst zijn op de plei
nen, van sommige steden weer de bonte najaarskermissen verschenen. Min
stens een week kunt U onder het schetterlawaai van al die tegen elkaar
opbiedend© tenten, draaimolens, zweefbanen, autopaleizen, g f.ezeltenten,
stoomcaroussels, dikke dames en variété's van binnen en van buiten be
kijken. Dan is het weer voorbij. Maar het toneel en de film zijn er per slot
ook nog. Dat er een tyd geweest is, waarin de komst van de kermis te
vens de komst van het filmvermaak betekende, kunnen we ons bijna niet
meer voorstellen. Immers in die dagen was dat, wat we nu film noemen,
niet meer dan een middel om het publiek van het kermisvariété tussen de
bedryven door zoet te houden. En die „bioscoop" was al evenzeer van de
kermissfeer doortrokken als alle andere attracties: overdonderden (door
het nieuwtje van het bewegende beeld) en het wekken van een valse
schyn.
Daaraan moesten we denken, toen van de schepping Illa-Tica liet plun-
we onlangs de film Kon-Tjki in al
haar directe eenvoud zagen. Het be
wegende beeld doet ons niet meer
verstomd staan en de haast primitie
ve weergaven van de onderzoekings
tocht, die enige mensen van de we
tenschap maakten om een door hen
geponeerde stelling te bewijzen,
draagt zo duidelijk het stempel van
waarachtigheid, dat dit welhaast de
grootste aantrekkelijkheid van de
film is.
Er is dus wel het een en ander ver
anderd sinds de dagen, dat de film
niet meer dan kermisvermaak was.
Sol Lesser, de producer van o.a. de
Tarzanfilms. heeft het plan nu eens
een film ten dienste van de weten
schap te maken. De financiële steun,
die Jiy hiervoor van rijke Californiërs
krijgt, komt ten goede aan een ex
peditie naar Peru in Zuid-Amerika.
Doel is het eiland „Illa-Tica", dat
•voor ingewyden even berueht schijnt
te zijn als zyn smaragden. Want met
die smaragden is het begonnen. Er is
een legende over, en uitgaande daar
van nemen anthropologen aan, dat
er ook nog een totaal vergeten volks
stam te vinden moet zyn, die lichame
lijk en geestelijk gelijkenis zou kun
nen tonen met de mens van 200.000
voor Christus, de zogenaamde paleo
lithische mens.
ZEVEN SMARAGDEN
In 1532, toen een Spaans krijgs
man, Cuzco, Peru veroverde en de
schitterende tempel van de godin
deren, bestond de buit niet alleen uit
een geweldige goudschat die he
den ten dage een twintig millioen
dollar zou hebben opgeleverd maar
ook uit zeven smaragden, die huns
gelijke niet hadden. De buit verviel
aan de Spaanse koning, en de sma
ragden moeten nog steeds een of an
dere Spaanse kroon sieren. Maar, de
Spanjaard was niet tevreden geweest
VI
FILM IN DIENST
DER WETENSCHAP
-::-B*-B*B-::-B*B»B»
met dit zevental. Jarenlang werd er
naar de plaats van herkomst ge
zocht, maar resultaat had het niet,
evenmin het martelen van duizenden
inboorlingen, die niet meer loslieten,
dan dat de stenen van de bodem van
de rivier de Madre de Dios afkomstig
zouden zijn. Aan de.oevers van die
rivier zou een primitieve volksstam
wonen, die tot taak had deze onme
telijke schat te bewaken.
Tot zover de theorie en de legen
de.
De expeditie, die onder leiding zal
staan van de ontdekkingsreiziger
ONTMOETING OP CORSICA
(Van een onzer redacteuren).
Wy hadden liaar reeds vele malen door onze luidspreker gehoord en daar
stond ze na voor ons, in levenden lyve: Eddy Cardinael, de omroepster van
een van de Belgische regionale zendersf die jnist in Zeeland ook zoveel be
luisterd worden. Medewerkster van het vrouwenuurtje van Radio-Hasselt,
die elke Donderdagmorgen met een o pgewekt „Goede morgen dames" ook
vele Zeeuwse vrouwen op prettige en onderhoudende wyze weet bezig te
houden met allerlei voor vrouwen belangryke dingen, maar soms ook wel
met wissewasjes, die de dames evenzeer kunnen interesseren.
„Goeden morgen, meneer", was het
nu, want Eddy stond niet voor de
microfoon, maar samen met Belgi
sche en Nederlandse reisgenoten aan
de waterton in 'n Nederlands kamp in
Corsica, waar we elke morgen ons
blikje water moesten halen voor de
„ochtendbeurt", omdat de waterlei
ding op Corsica na een regenloze pe
riode van vier maanden geen druppel
tje meer gaf.
Eddy was met zoveel anderen in
een Nederlands reisgezelschap naar
Corsica getogen om daar eens een
paar weken de zorgen van microfoon
en vrouwenpraatje te vergeten en on
bekommerd te genieten van de zon en
de wijn, die beide hun verwarmende
stroom rijkelijk over dit „Eiland van
Schoonheid" uitgieten.
Jong en blond, vrolijk en levenslus
tig, genoot ze daar van haar vacan-
tie, genietend van alles wat hier
maar te genieten viel. En dat was
heel veel! Maar toch ook weer direct
bereid tot een praatje over haar werk
met een journalist uit Zeeland.
„Want weet U, juist met Zeeland
heb ik zoveel contacten. Ik geloof,
dat de dames daar wel graag naar
m'n babbeltjes luisteren. Be krijg er
tenminste heel wat brieven vandaan"
„Onder Ons" noemde Eddy Cardi
nael haar vrouwenuurtje voor Radio
Hasselt en wie wel eens Donderdag
morgens tussen tien uur en kwart
voor elf de Belgische regionale zen
der (198,5 meter) op zijn radiotoestel
heeft opgezocht weet dat zij die ti
tel goed heeft gekozen. Het is een
uurtje van de vrouwen onder elkaar,
al komt er ook wel eens een man aan
te pas, en zodra haar herkenningsme
lodie („On a beautiful morning") is
verklonken, babbelt Eddy opgewekt
over allerlei dingen met haar toe
hoorsters. Heel eenvoudigjes, zonder
overbodige mooi-doenerij, maar leven
dig en in een prettige vorm, die het
tot een genoegen maakt naar haar
te luisteren.
„Ja, die vorm. Die kost me nog
wel eens hoofdbrekens, want vóór al
les wil ik m'n praatjes vlot en gezel
lig houden en dan is het heus niet
altijd even gemakkelijk de goede ma
nier te vinden. Heel dikwijls kies ik
de vorm van een gesprek, wanneer
ik m'n teksten voorbereid, maar soms
toch ook weer heel andere. Dat hangt
van het onderwerp af. Voor de radio
spreken is nu eenmaal iets totaal an
ders dan bijv. een artikel schrijven.
ste plaats. Dat klinkt misschien j
maar het is toch heus zo. Vóór
;ek.
gaat het er om puntig en ad-rem te
zijn. En om de dingen, waar het op
aan komt, te herhalen desnoods twee
of driemaal, want even „teruglezen"
kunnen de luisteraars natuurlijk
nooit
Juist dat voorbereiden van de tekst
vind ik enig werk. Véél lezen, véél
met allerlei mensen pratendat
is de manier om telkens weer nieuwe
ideeën op te doen. En gelukkig heb
ik daaraan nog nooit gebrek gehad".
Eddy schudt energiek haar bl< ide
krullen, terwijl ze dit vaststelt en
dan babbelt ze, na een korte vraag
onzerzijds, al weer verder: „Hoe iï
bij de radio ben gekomen? Heel een
voudig! Ik volgde lessen in voor
drachtskunst en toen heb ik maar
eens meegedaan aan een auditieproef
voor de radio. Die viel goed uit en ik
werd aangenomen. Voili. tout!"
Voilé, toutEddy was bij de ra
dio gekomen en daar is ze nu alweer
enige jaren. Tot haar eigen genoegen
en tot dat van haar auditorium.
Radio-spreekster te zijn is geen
full-time-job vertelt ze ons nog, voor
al niet als je als regel maar twee uit
zendingen in de week hebt: Donder
dagsmorgens het vrouwenuurtje en
's Maandagsmorgens een verzoekpro
gramma van door dames gevraagde
gramofoonplaten onder de titel:
mes, zoals U het wenst". Maar ze
vindt het prettig werk. Werk, dat je
de hele week bezig houdt en toch ook
wat vrijheid laat. En dan al die brie
ven, die je regelmatig krijgt.... ook
uit Zeeland.
BRIEVEN UIT ZEELAND.
,,Ja, ook uit Zeeland. Dat wist U
niet hè? Vooral uit Zeeuwsch-Vlaan
deren, uit Terneuzen bijv. en uit Axel.
En Biervliet, dat ligt daar toch ook?
En dan van over de Schelde, uit Yer-
seke, waar ze zulke lekkere oesters
en mosselen hebben. Misschien kan ik
daarover nog wel eens iets voor de
micro vertellen".
Eddy gaat zó in haar werk op, dat
ze er ook in de vacantie nog wel over
wil praten. Van haar eigen werk en
van dat van haar collega's van Radio
Hasselt, Radio Gent, Antwerpen,
Krippene die een studie maakte
over verloren schatten zal als gids
hebben een Peruaanse jonge, vrouw,
die doctor in de anthropologic Is. Na
een studie van zeven jaar wist zy het
theoretisch bewijs te leveren, dat in
het gebied van de Madre de Dios de
veelgezoclite. ontbrekende schakel
tussen de pithecanthroop en de neoll-
tische mens te \inden zou zyn, de pa
leolithische mens.
Merkwaardigerwijze zijn hier we
tenschap en legende op hetzelfde
punt uitgekomen.
Herman Schopp, die in opdracht
van Sol Lesser de film van deze ex
peditie gaat maken, zal wat ook
het resultaat van de onderzoekingen
mag zijn een goede kans krijgen
om een onbekend gebied in beeld te
brengen. Of wij de film al dan niet
met de nakomelingen van de pithe-
cantrophen te zien zullen krijgen,
hangt niet alleen van zijn capacitei
ten af. maar voor een groot gedeelte
dunkt ons van het feit, of de
primitieve volksstam hem niet met
camera en expeditie en al bij de sma
ragden gooit en de naar geld en cul
tuur smachtende wereld rustig
smachten laat.
Culturele
Cavalcade
PIET TE NUYL SR. gaat binnenkort
jubileren: vijf en twintig jaar geleden
trad hij voor de eerste maal voor de
microfoon op een veertig jaar geleden
zette hij voor het eerst een voet. op de
planken. Hij zal Zaterdagmiddag 8
November gehuldigd worden.
DE B.B.C. zal in haar ,£ight Program-
me" een serie van zes wekelijkse pro
gramma's uitzenden, gewijd aan Ne
derlandse folkloristische muziek. De
ze muziek zal bestaan uit liederen, ge
arrangeerd door Nederlandse compo
nisten en uitgevoerd door groepen uit
het Concertgebouworkest en het
Utrechts Stedelijk Orkest, koor en so
listen onder leiding van Felix de
Nobel.
DE BEROEMDE PIANIST Walter
Gieseking is benoemd tot ridder van
hel Franse legioen van eer.
DE BEKENDE REGISSEUR Joseph L.
Mankiewiez is voor Metro-Goldwyn-
Mayer begonnen met de opnamen van
Shakespeare's „Julius Caesar". De
hoofdrollen worden vervuld door Mar
lon Brando (bekend uit „Tramlijn Be
geerte"). James Mason, de bekende
toneelspeler John Gielgud, Deborah
Kerr en Greer Garson.
VAN 30 OCTOBER tot 4 November
wordt in de Marienkirche te Lemgo
bij Hannover een congres voor N.
Europese orgelmuziek gehouden.
Nederlandse muziek uit de 14e en
15e eeuw zal op oude instrumenten en
met begeleiding van het uit 1600 stam
mende orgel der Murienkirche, be
speeld door de Utrechtse organist
Lambert Erne, worden uitgevoerd.
BINNENKORT ZULLEN weer enkele
belangrijke films in Nederlandse pre
mière gaan. Zo zal men Marlon Bran
do, de Pool uit „Tramlijn Begeerte",
terugzien in „Viva Zapata", een brui
send verhaal over Mexico's volksheld.
Voorts wacht ons een verfilming van
Sartre's „De eerbiedige lichtekooi" en
van zijn Les mains sales", alsmede
van ,De dood van een handelsreiziger"
met Frederic March in de rol van Wil
ly Loman. Zwitserland stuurt ons wel.
dra „Palace Hotel" en Italië het op
merkelijke werk „De verboden Chris
tus".
IN SAMENWERKING met de RK.
Stichting 1853—1953 heeft „Ons leken
spel" te Bussum een prijsvraag uitge
schreven voor een avondvullend to
neelspel, waaraan een religieuze ge
dachte ten grondslag moet liggen en
dat speelbaar moet zijn door amateurs.
KortrykWant aan elk van deze
studios de gemeenschappelijke
zènder staat in Velthem bij Brussel
vormen de vaste medewerkers een
enthousiast team, dat uitstekend
weet samen te werken en zo in de
Belgische radio-uitzendingen ook het
regionaal-eigene zyn gewaardeerde
plaats geeft. Nederland kent iets der-
gelylïs nog maar op zeer bescheiden
schaal in het Noorden en in L mburg,
maar ons radiobestel zou er zeker
niet minder om zijn, wanneer men op
dit punt het voorbeeld van onze Zui
derburen wat meer navolgde. Ook in
Zeeland!