Over lezen en schrijven in oude Egypte het Eddy Cardinael krijgt vele brieven uit Zeeland C c=^peelse De paleolithische mens op het filmdoek 'jke monografie over Hiërogliefen' De muze J' Radio-spreekster doei haar werk mei enthousiasme ZATERDAG 18 OCTOBER 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Aan de bronnen van onze beschaving^ WEET U WAAR ONS TOCH ZO GOED NEDER LANDS lijkende woord „bijbel" vandaan kómt? Ja, zult u zeggen, van het Latijnse „biblia", dat „boek" bete kent. En dan? Eihlia komt op zijn beurt uit het Grieks, van biblos of byblos, dat ook „boek" betekent. Gaan we nog verder naar de oorsprong graven dan wordt het verband minder rechtstreeks en blijkt Byblos de naam te zün van een stad in Fenicië, die in de oudheid drukke handel onderhield op Egypte. Vanuit de Nyldelta werd o.a. het „papyrus" via Byblos ingevoerd, en vanuit die stad bereikte het papyrus de Griekse wereld. Van pa pyrus maakte men boeken (ook al zagen die er anders uit dan de onze, het waren rollen die opgeborgen wer- den in potten of kokers om ze tegen ongedlertje e.d. te beschermen) en zo komt het dat het Boek der Boeken by ons met Bijbel" wordt aangeduid. Trouwens: de stap van „papyrus" naar ons „papier" is ook niet ver (via het Latijn uit het Griekse papurus, dat op zyn beurt uit. het Egyptisch was overgenomen), en zelfs onze gewoonte om bepaalde zinsneden of ge deelten in boeken en drukwerk met rood aan te geven als ze op moeten vallen (rood Latijn, ruber, vandaar ons „rubriek") gaat terug op de oude Egyptische schrij vers, die op hun paletje naast zwart ook wat schaars rood hadden voor de teksten die in het oog moesten springen of die een bepaalde functie hadden. Uit deze paar kleinigheden blijkt dat we in ons dagelijkse leven soms nog rechtstreeks aan de Egyptenaren herinnerd kunnen worden, vooral op het terrein van het „schrij ven". Inderdaad zijn de Egyptenaren op dat gebied de pioniers van onze beschaving geweest. Weliswaar is het bekende „Spijker schrift uit Mesopotamia ouder, maar de Egyptenaren waren de eersten die niet een stift, kleurstof en water (pen en inkt, zouden we nu zeggen) op papyrus schreven. De Mesopotamiërs waren graveurs": ze krasten hun inscripties met een houtje in een vochtige tablet klei die daarna werd gedroogd. Ook de Egyptenaren heb- door HANS WARREN ben prachtige inscripties in steen aangebracht, maar zij waren toch de eersten die een soort papier vervaar digden en „schreven". In de moeras sige delta van de Nijl groeide in gro te overvloed een bies-achtig gewas met lange, driekantige stengels (2 a 3 meter hoog), het Papyrusriet, waaruit de Egyptenaren (we weten niet precies hoe) een stevig, vezelig soort schrijfpapier vervaardigden. Deze plant is in Egypte thans uitge storven, al komt hij nog op vele an dere plaatsen voor, o.a. in de Soedan en zelfs in Zuid-Italië. De vellen pa pyrus werden meestal zo groot ge maakt dat men ze gemakkelijk met beide handen kon afrollen, maar er bestaan ook papyri van ruim veertig meter lengte. HET ALFABET. Wat nu het schrijven betreft: hier grijpt de historie wel zeer vreemd in elkaarhoe wij nu precies aan het alfabet gekomen zijn, waarin u deze regels leest, is vrijwel niet meer na te gaan. Voor onze begrippen zijn alle letters immers abstracties. We hebben ze eenmaal geleerd en denken er niet verder bij na. Maar de Egyp tenaren begonnen in „beeldschrift" te schrijven (evenals de Chinezen, overigens). Voor een rund tekenden ze een klein rundje, voor een vorst een man op een troon, voor schrijven een stelletje schrijfgerei: paletje, stiften, waternapje. Zo heel vreemd is dat niet (wij kennen het ook nog, denk o.a. aan de dierfiguurtjes voor veemarkten in de Almanak, aan ver keersborden, dienstregelingen en toe- ristenkaarten). Maar op die manier schrijf-tekenen is tijdrovend en het leidt tot geweldige complicaties. Om dan ook wat vlugger te kunnen schrij ven vereenvoudigde men in vlot schrift de vormen zo sterk, dat men weldra de oorspronkelijke nauwelyks terug kon kennen. Andere volken na men dat over, nieuwe tekens werden toegevoegd, en zo ontstond er al om streeks 1000 jaar voor Chr. een soort alfabet in Fenicië, dat wel door een Semiet uitgevonden zal zijn, want in het Semietisch is alfa rund en beth huis. Eèn van die alfabetten (er ontstonden er verscheidene) kwam by de Grieken terecht, die het vervol maakten. Het Griekse alfabet ging over op Egypte, waar men enige eeu wen na het begin van onze jaartel ling met Griekse letters het Egyp tisch schreef, en het bereikte West- Europa via de Etruriërs en de Romei nen. Mogelijk liggen er aan sommige letters van ons alfabet dus nog Egyp tische tekens ten grondslag, al zijn die nu zó onherkenbaar geworden dat 't vele eeuwen en ongelooflijk hoofd breken gekost heeft eer men de Egyptische hiërogliefen weer ontcij feren kon. CHAMPOLLION. Immers, voor zover bekend is, wer den de laatste hiërogliefen (het schriftsysteem had zich toen overi gens al lang overleefd) op 24 Au gustus 394 naar Chr. ingebeiteld, on der keizer Theodosius; terwijl pas op 14 September 1822 de geniale Frans man Champollion de sleutel tot de ontcijfering der hiërogliefen vond. (En niet, zoals zo vaak wordt be weerd, enkel door het bestuderen van de Steen van Rosette, die al in 1799 gevonden was en die Champollion al Charlie Chaplin, wiens film „Limelight" Vrijdag 7 November ge lijktijdig in drie theaters te Amster. dam, twee in Den Haag en twee in Rotterdam liaar Nederlandse premiè re zal beleven. jaren kende, maar door nieuw gevon den andere teksten). Het is overigens wel komisch te vernemen, dat deze eminente geleer de na zijn ontdekking voor enige da gen bezwijmde van emotie. Hoe moei lijk de ontcijfering van het schrift was, blijkt wel uit het feit dat op die steen van Rosette een tekst stond in twee talen en drie schriftsoorten: één in hiërogliefen (helaas voor een groot deel afgebroken), één in ver eenvoudigd Egyptisch schrift en één in 't Grieks, die men dus vlot lezen kon. Ondanks 't feit dus. dat men nu wist wat er in hiërogliefen staan moest, kon men er niet uit wijs wor den. Dat bleek later geenszins een wonder, en wat Champollion vond, was slechts het begin. Een onnoeme lijk zware taak wachtte nog, en tal loze vergissingen zijn en worden ge maakt. Het bleek dat de Egyptena ren vele honderden tekens hadden. waarvan vele dezelfde klankwaarde hadden. Zo heeft men b.v. het woord voor „ambtenaren" op 37 verschil lende manieren geschreven gevonden, en ook moet men niet vergeten, dat er sedert het ontstaan van het' liiëro- gliefenschrift, plm. 3000 jaar voor hr., duizenden jaren verliepen. Een stuk Middelnederlands uit plm. 1300, dat nog maar een 650 jaar oud is, blijkt voor ons zonder enige voor studie vrijwel onleesbaar, alleen al omdat de taal zo veranderd is. Het zelfde heeft natuurlijk voor het grote Egyptische rijk gegolden, ook al hield men vrjj star aan de eenmaal be staande vormen vast. Een andere moeilijkheid is, dat de klinkers nooit geschreven werden. Zelden zal men dus weten welke klank tussen de medeklinkers zal moeten woi*den ge steld. (Vandaar o.a. de grote verwar ring ontstaan in de namen van de Egyptisch Pliarao's). Als voorbeeld: in Handelingen 8 27 wordt de koningin „Candace" ge noemd. In Egyptische inscripties wordt deze naam met de hiërogliefen voor „ktke" of „kntk" aangegeven. Welk een enorm werk er door de Egyptologen in egn goede eeuw is verzet, blijkt o.a. uit het feit dat men er onlangs zelfs in geslaagd is, de meeste Egyptische „geheimschriften" te ontcijferen, bewust duister en re- bus-aehtig gemaakte hiërogliefen teksten dus. DE MONOGRAFIE VAN JOZEF 31. A. JANSSEN. Over allerlei problemen rondom dit alleszins belangrijke en tot de ver beelding sprekende onderwerp, schreef Jozef M. A. Janssen een buitenge woon interessant en gedegen werkje: „Hiërogliefen", aantrekkelijk ver zorgd uitgegeven door Bril!. Een werk dat in een grote behoefte, voor ziet, aangezien er tot nu toe in onze taal geen monografie over dit onder werp bestond. Het is een serieus werkstuk geworden, dat op elke pa gina van gedegen studie en liefde voor 't onderwerp getuigt. Het geeft dan ook geen vlotte leuke verhaaltjes en geen „geheimzinnige Egyptische sfeer", neen, het is zakelijk en het vereist een zekere inspanning van de lezer, vooral in het tweede, meer technische gedeelte. Het is deze in spanning echter overwaard. Wij kun nen dit boek dan ook met warmte aanbevelen aan ieder, die zich voor de bronnen van onze beschaving inte- ï-esseert. DE WEERHAAN. De Weerhaan is een tragisch dier. Hij staat maar niet voor zijn plezier Te draaien op die ééne flits Daar boven op die torenspits. Hy is veeleer een zielig held, Die doet wat Eros hem vertelt. Misschien heeft. U 't nog niet gehoord? Het is ter wille van de soort, Dat hij zo wispelturig doet. Hij doet, wat hij van Amor moet. Hij spiedt en draait en draait en spiedt, Of hij de Weerkip nog niet ziet, Die zich nog altijd wachten laat. Ze doet, alsof hij niet bestaat. Misschien ook is ze zéér. sporaad En bovendien schijnt ze nomaad. Soms, in de nachten van Sint Jan, Vindt Zwerfmans er wel veren van. Waarschijnlijk, dat ze dan wel ruit, Maar nimmer nog was zij de Bruid. En niemand vond nog een Weer-ei, 't Weer-kieken is er ook niet bij. Dat alles is nog puur illusie, Want nimmer nog kwam het tot fusie Tussen dit wonder vryerspaai'. Men zegt: het Weerhoen heeft bezwaar. Hij zou haar vrijen om het kind En zij wil om zichzélf bemind. Dit zou de grond zijn van zijn lot, Daarom staat hij publiek voor spot. Daarom werd hij nog nooit verlost Van zijn verheven uitkijkpost. Daarom, met al zijn mooi verguld, Tart zij nog altijd zijn geduld. Ik geloof: het is niet zo geleerd, Men zoekt het helemaal verkeerd. De reden, dat hij nooit wat vindt Het arme dier is stekeblind. Joringel. KT TT W W vf 7T Jozef M. A. Janssen: Hiërogliefen, 1. J. Brill, Leiden 1952. James Mason speelt de hoofdrol in do nieuwe Amerikaanse film van Joseph L Mankiewiez, „Operatie Cicero", een ongemeen boeiende verfilming van Moyzisch's, ook in ons land bekende boek, waarin de verbluffendstc spionnage-affaire uit de tweede wereldoorlog wordt beschreven. Cicero was de schuilnaam van de butler Diello, die in dienst stond van de Engelse ambassadeur tc Ankara en kans zag de geheimste documenten, oju het invasieplan, t.- fotograferen en aan de Duitsers te verkopen. Na de ver schijning van het boek bevestigde Be vin in het Britse Lagerhuis de juist heid van de daarin vermelde feiten. De film werd in Turkye opgenomen. Expeditie naar onbekend gebied in Peru Met het gaan van de zomer en het komen van de herfst zijn op de plei nen, van sommige steden weer de bonte najaarskermissen verschenen. Min stens een week kunt U onder het schetterlawaai van al die tegen elkaar opbiedend© tenten, draaimolens, zweefbanen, autopaleizen, g f.ezeltenten, stoomcaroussels, dikke dames en variété's van binnen en van buiten be kijken. Dan is het weer voorbij. Maar het toneel en de film zijn er per slot ook nog. Dat er een tyd geweest is, waarin de komst van de kermis te vens de komst van het filmvermaak betekende, kunnen we ons bijna niet meer voorstellen. Immers in die dagen was dat, wat we nu film noemen, niet meer dan een middel om het publiek van het kermisvariété tussen de bedryven door zoet te houden. En die „bioscoop" was al evenzeer van de kermissfeer doortrokken als alle andere attracties: overdonderden (door het nieuwtje van het bewegende beeld) en het wekken van een valse schyn. Daaraan moesten we denken, toen van de schepping Illa-Tica liet plun- we onlangs de film Kon-Tjki in al haar directe eenvoud zagen. Het be wegende beeld doet ons niet meer verstomd staan en de haast primitie ve weergaven van de onderzoekings tocht, die enige mensen van de we tenschap maakten om een door hen geponeerde stelling te bewijzen, draagt zo duidelijk het stempel van waarachtigheid, dat dit welhaast de grootste aantrekkelijkheid van de film is. Er is dus wel het een en ander ver anderd sinds de dagen, dat de film niet meer dan kermisvermaak was. Sol Lesser, de producer van o.a. de Tarzanfilms. heeft het plan nu eens een film ten dienste van de weten schap te maken. De financiële steun, die Jiy hiervoor van rijke Californiërs krijgt, komt ten goede aan een ex peditie naar Peru in Zuid-Amerika. Doel is het eiland „Illa-Tica", dat •voor ingewyden even berueht schijnt te zijn als zyn smaragden. Want met die smaragden is het begonnen. Er is een legende over, en uitgaande daar van nemen anthropologen aan, dat er ook nog een totaal vergeten volks stam te vinden moet zyn, die lichame lijk en geestelijk gelijkenis zou kun nen tonen met de mens van 200.000 voor Christus, de zogenaamde paleo lithische mens. ZEVEN SMARAGDEN In 1532, toen een Spaans krijgs man, Cuzco, Peru veroverde en de schitterende tempel van de godin deren, bestond de buit niet alleen uit een geweldige goudschat die he den ten dage een twintig millioen dollar zou hebben opgeleverd maar ook uit zeven smaragden, die huns gelijke niet hadden. De buit verviel aan de Spaanse koning, en de sma ragden moeten nog steeds een of an dere Spaanse kroon sieren. Maar, de Spanjaard was niet tevreden geweest VI FILM IN DIENST DER WETENSCHAP -::-B*-B*B-::-B*B»B» met dit zevental. Jarenlang werd er naar de plaats van herkomst ge zocht, maar resultaat had het niet, evenmin het martelen van duizenden inboorlingen, die niet meer loslieten, dan dat de stenen van de bodem van de rivier de Madre de Dios afkomstig zouden zijn. Aan de.oevers van die rivier zou een primitieve volksstam wonen, die tot taak had deze onme telijke schat te bewaken. Tot zover de theorie en de legen de. De expeditie, die onder leiding zal staan van de ontdekkingsreiziger ONTMOETING OP CORSICA (Van een onzer redacteuren). Wy hadden liaar reeds vele malen door onze luidspreker gehoord en daar stond ze na voor ons, in levenden lyve: Eddy Cardinael, de omroepster van een van de Belgische regionale zendersf die jnist in Zeeland ook zoveel be luisterd worden. Medewerkster van het vrouwenuurtje van Radio-Hasselt, die elke Donderdagmorgen met een o pgewekt „Goede morgen dames" ook vele Zeeuwse vrouwen op prettige en onderhoudende wyze weet bezig te houden met allerlei voor vrouwen belangryke dingen, maar soms ook wel met wissewasjes, die de dames evenzeer kunnen interesseren. „Goeden morgen, meneer", was het nu, want Eddy stond niet voor de microfoon, maar samen met Belgi sche en Nederlandse reisgenoten aan de waterton in 'n Nederlands kamp in Corsica, waar we elke morgen ons blikje water moesten halen voor de „ochtendbeurt", omdat de waterlei ding op Corsica na een regenloze pe riode van vier maanden geen druppel tje meer gaf. Eddy was met zoveel anderen in een Nederlands reisgezelschap naar Corsica getogen om daar eens een paar weken de zorgen van microfoon en vrouwenpraatje te vergeten en on bekommerd te genieten van de zon en de wijn, die beide hun verwarmende stroom rijkelijk over dit „Eiland van Schoonheid" uitgieten. Jong en blond, vrolijk en levenslus tig, genoot ze daar van haar vacan- tie, genietend van alles wat hier maar te genieten viel. En dat was heel veel! Maar toch ook weer direct bereid tot een praatje over haar werk met een journalist uit Zeeland. „Want weet U, juist met Zeeland heb ik zoveel contacten. Ik geloof, dat de dames daar wel graag naar m'n babbeltjes luisteren. Be krijg er tenminste heel wat brieven vandaan" „Onder Ons" noemde Eddy Cardi nael haar vrouwenuurtje voor Radio Hasselt en wie wel eens Donderdag morgens tussen tien uur en kwart voor elf de Belgische regionale zen der (198,5 meter) op zijn radiotoestel heeft opgezocht weet dat zij die ti tel goed heeft gekozen. Het is een uurtje van de vrouwen onder elkaar, al komt er ook wel eens een man aan te pas, en zodra haar herkenningsme lodie („On a beautiful morning") is verklonken, babbelt Eddy opgewekt over allerlei dingen met haar toe hoorsters. Heel eenvoudigjes, zonder overbodige mooi-doenerij, maar leven dig en in een prettige vorm, die het tot een genoegen maakt naar haar te luisteren. „Ja, die vorm. Die kost me nog wel eens hoofdbrekens, want vóór al les wil ik m'n praatjes vlot en gezel lig houden en dan is het heus niet altijd even gemakkelijk de goede ma nier te vinden. Heel dikwijls kies ik de vorm van een gesprek, wanneer ik m'n teksten voorbereid, maar soms toch ook weer heel andere. Dat hangt van het onderwerp af. Voor de radio spreken is nu eenmaal iets totaal an ders dan bijv. een artikel schrijven. ste plaats. Dat klinkt misschien j maar het is toch heus zo. Vóór ;ek. gaat het er om puntig en ad-rem te zijn. En om de dingen, waar het op aan komt, te herhalen desnoods twee of driemaal, want even „teruglezen" kunnen de luisteraars natuurlijk nooit Juist dat voorbereiden van de tekst vind ik enig werk. Véél lezen, véél met allerlei mensen pratendat is de manier om telkens weer nieuwe ideeën op te doen. En gelukkig heb ik daaraan nog nooit gebrek gehad". Eddy schudt energiek haar bl< ide krullen, terwijl ze dit vaststelt en dan babbelt ze, na een korte vraag onzerzijds, al weer verder: „Hoe iï bij de radio ben gekomen? Heel een voudig! Ik volgde lessen in voor drachtskunst en toen heb ik maar eens meegedaan aan een auditieproef voor de radio. Die viel goed uit en ik werd aangenomen. Voili. tout!" Voilé, toutEddy was bij de ra dio gekomen en daar is ze nu alweer enige jaren. Tot haar eigen genoegen en tot dat van haar auditorium. Radio-spreekster te zijn is geen full-time-job vertelt ze ons nog, voor al niet als je als regel maar twee uit zendingen in de week hebt: Donder dagsmorgens het vrouwenuurtje en 's Maandagsmorgens een verzoekpro gramma van door dames gevraagde gramofoonplaten onder de titel: mes, zoals U het wenst". Maar ze vindt het prettig werk. Werk, dat je de hele week bezig houdt en toch ook wat vrijheid laat. En dan al die brie ven, die je regelmatig krijgt.... ook uit Zeeland. BRIEVEN UIT ZEELAND. ,,Ja, ook uit Zeeland. Dat wist U niet hè? Vooral uit Zeeuwsch-Vlaan deren, uit Terneuzen bijv. en uit Axel. En Biervliet, dat ligt daar toch ook? En dan van over de Schelde, uit Yer- seke, waar ze zulke lekkere oesters en mosselen hebben. Misschien kan ik daarover nog wel eens iets voor de micro vertellen". Eddy gaat zó in haar werk op, dat ze er ook in de vacantie nog wel over wil praten. Van haar eigen werk en van dat van haar collega's van Radio Hasselt, Radio Gent, Antwerpen, Krippene die een studie maakte over verloren schatten zal als gids hebben een Peruaanse jonge, vrouw, die doctor in de anthropologic Is. Na een studie van zeven jaar wist zy het theoretisch bewijs te leveren, dat in het gebied van de Madre de Dios de veelgezoclite. ontbrekende schakel tussen de pithecanthroop en de neoll- tische mens te \inden zou zyn, de pa leolithische mens. Merkwaardigerwijze zijn hier we tenschap en legende op hetzelfde punt uitgekomen. Herman Schopp, die in opdracht van Sol Lesser de film van deze ex peditie gaat maken, zal wat ook het resultaat van de onderzoekingen mag zijn een goede kans krijgen om een onbekend gebied in beeld te brengen. Of wij de film al dan niet met de nakomelingen van de pithe- cantrophen te zien zullen krijgen, hangt niet alleen van zijn capacitei ten af. maar voor een groot gedeelte dunkt ons van het feit, of de primitieve volksstam hem niet met camera en expeditie en al bij de sma ragden gooit en de naar geld en cul tuur smachtende wereld rustig smachten laat. Culturele Cavalcade PIET TE NUYL SR. gaat binnenkort jubileren: vijf en twintig jaar geleden trad hij voor de eerste maal voor de microfoon op een veertig jaar geleden zette hij voor het eerst een voet. op de planken. Hij zal Zaterdagmiddag 8 November gehuldigd worden. DE B.B.C. zal in haar ,£ight Program- me" een serie van zes wekelijkse pro gramma's uitzenden, gewijd aan Ne derlandse folkloristische muziek. De ze muziek zal bestaan uit liederen, ge arrangeerd door Nederlandse compo nisten en uitgevoerd door groepen uit het Concertgebouworkest en het Utrechts Stedelijk Orkest, koor en so listen onder leiding van Felix de Nobel. DE BEROEMDE PIANIST Walter Gieseking is benoemd tot ridder van hel Franse legioen van eer. DE BEKENDE REGISSEUR Joseph L. Mankiewiez is voor Metro-Goldwyn- Mayer begonnen met de opnamen van Shakespeare's „Julius Caesar". De hoofdrollen worden vervuld door Mar lon Brando (bekend uit „Tramlijn Be geerte"). James Mason, de bekende toneelspeler John Gielgud, Deborah Kerr en Greer Garson. VAN 30 OCTOBER tot 4 November wordt in de Marienkirche te Lemgo bij Hannover een congres voor N. Europese orgelmuziek gehouden. Nederlandse muziek uit de 14e en 15e eeuw zal op oude instrumenten en met begeleiding van het uit 1600 stam mende orgel der Murienkirche, be speeld door de Utrechtse organist Lambert Erne, worden uitgevoerd. BINNENKORT ZULLEN weer enkele belangrijke films in Nederlandse pre mière gaan. Zo zal men Marlon Bran do, de Pool uit „Tramlijn Begeerte", terugzien in „Viva Zapata", een brui send verhaal over Mexico's volksheld. Voorts wacht ons een verfilming van Sartre's „De eerbiedige lichtekooi" en van zijn Les mains sales", alsmede van ,De dood van een handelsreiziger" met Frederic March in de rol van Wil ly Loman. Zwitserland stuurt ons wel. dra „Palace Hotel" en Italië het op merkelijke werk „De verboden Chris tus". IN SAMENWERKING met de RK. Stichting 1853—1953 heeft „Ons leken spel" te Bussum een prijsvraag uitge schreven voor een avondvullend to neelspel, waaraan een religieuze ge dachte ten grondslag moet liggen en dat speelbaar moet zijn door amateurs. KortrykWant aan elk van deze studios de gemeenschappelijke zènder staat in Velthem bij Brussel vormen de vaste medewerkers een enthousiast team, dat uitstekend weet samen te werken en zo in de Belgische radio-uitzendingen ook het regionaal-eigene zyn gewaardeerde plaats geeft. Nederland kent iets der- gelylïs nog maar op zeer bescheiden schaal in het Noorden en in L mburg, maar ons radiobestel zou er zeker niet minder om zijn, wanneer men op dit punt het voorbeeld van onze Zui derburen wat meer navolgde. Ook in Zeeland!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 9