PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Ook in vroeger tijden bezat
Zierikzee een ziekenhuis
Restauratie van de Gasthuiskerk
voorlopig nog niet gereed
Herbouwd
Bruinisse
ARJ0AN WOU CAE VAERE....,
DE WAERELD IN
EDITIE SCHOUWEN
195e Jaargang-No. 212
SPECIALE EDITIE VOOR SCHOUWEN-DUIVELAND
Dagblad uitgave van de firma
Provinciale Zeeuwse Courant.
Directie F. van de Velde en F. B.
den Boer. Adj. W. de Pagter.
Hoofdred. G. Ballintijn. PI. verv.:
W. Leertouwer en H. A. Bosshardt.
ABONNEMENTSPRIJS 44 ct. per
week, f 5.45 p. kw., fr. p. p. f 5.70
per kw. Losse nummers 10 cent.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN
Dinsdag 9 Sept. 1952
ADVERTENTIEPRIJS 22 ct. per
mm. Minimum p. advertentie f 3.
Ing. mededelingen driemaal tarief.
Kleine advertenties (max. 8 regels)
van 1—5 regels f 1.—. Iedere regel
meer 20 cent. „Brieven of adres
Bureau van dit Blad" 25 cent meer.
Giro nr. 359300 P.Z.C.. Middelburg.
Bur. Vlissingen Walstr. 5
2355 4 lijnen (b.g.g. 2861 of 2160), Middelburg. Markt 51. telef. 3841; Goes. Lange Vorststraat l
telef. 2475 (b.g.g. 2228); Oostburg: Finlandstraat 2. telef. 16; t'e.^euzen Brouwerijstr. 2; Zierikzee: N. Bogerdstr. C 160. telef. 36.
NA EEN MINISTERIEEL BESLUIT.
Men had echter voortdurend met
geldzorgen te kampen
Nu het berichfc afgekomen is, dat de minister van sociale zaken èn
volksgezondheid aan het bestuur van het ziekenhuis „Schouwen-Duive-
land" heeft medegedeeld zich in beginsel te kunnen verenigen met de'
bouw van een ziekenhuis, gaan onwillekeurig de gedachten terug naar
het verleden. oOk vroeger bezat Zierikzee namelijk een ziekenhuis, dat
naar de gewoonte der tijden Gasthuis" genoemd werd. Aan deze inrich
ting herinnert ook de Kleine of Ga sthuiskerk, die vroeger een was met
het Gasthuis.
Deze inrichting stond waarschijn
lijk aan de Noordzijde van de kerk,
dus niet op de plaats, waai- zich nu
de beurs bevindt. Voordien moet er
ook een Gasthuis geweest zijn, waar
van de plaats niet met zekerheid
is aan te wijzen, vermoedelijk in het
oudste stadsgedeelte binnen de kring
Korte St. Janstraat, Dam. Hem,
Grachtweg van de Nobeipoort tot
aan de Westbrug, Regenboogstraat
en Pieterseliestraat.
Omdat het gasthuis in 1339 reeds
107 gemeten 115 roeden lands bezat
mag wel aangenomen worden, dat
het aanvankelijk in vrij goede fi
nanciële omstandigheden verkeerde,
zodat een uitbreiding en verbouwing
buiten de oude stad wel gerecht
vaardigd schijnt geweest. Vast staat
wel, dat het gasthuis eerder is ge
bouwd dan de gasthuiskerk, omdat
enige kleine gedeelten van de kerk
tot het gasthuis behoorden, nl.l. het
stovenhok, wat vroeger het vleeshok
van het gasthuis was en de catechi-
saliekamer, welke nog geen eigen
dom van de kerk zijn. Het gasthuis
was gebouwd in de vorm van de 16e
en 17e eeuwse hofjes.
Aan de Hoge Molenstraat stond
de toegangspoort, welke des win
ters om 8 uur en des zomers om 9
uur gesloten werd. Ter weerszijden
van de poort stonden kleine huisjes,
welke aan het eind van het gast-
huiserf Zuidwaarts waren doorge
trokken naar het hoofdgebouw. Dit
gebouw was tegen de nu bestaande
kleine kerk aangebouwd, zodat zelfs
nog een paar kleine uitbouwsels bin
nen de kerk vielen.
OPEN TERREIN.
Tussen de gebouwtjes schijnt een
vrij groot open terrein geweest te
zijn, dat menigmaal verhuurd werd
aan de Rederijkers, die daar hun
spelen opvoerden, waarvan de oud
jes en de zieken dan mee konden
genieten In 1673 werd ook een ont_
leedkamèr gemaakt voor de chirur
gijns van het Cosmus en Damianus-
gilde, die er htm anatomische lessen
gaven.
Het gasthuis had een goede naam
en was naar de gewoonte dier da
gen gewijd aan Sint Elisabeth. Van
deze algemene genegenheid gaf
Graaf Willem VI (1435) blijk, toen
hij zijn aandeel in de verkoop van
verse vis overdroeg aan het gasthuis
n.l. „zulcke renten en profiten als
sï daer jaeriix of plegen te hebben".
Dit betekende een zeer gewaardeerde
steun en mogelijk vond daarom de
verkoop van verse vis later plaats
op de gasthuisbrugge. ook wel bre
de brugge genoemd. Ook by Philips
van Bourgondië had het gasthuis
een goede naam, hetgeen t.e bemerken
was (1445) in de vrijdom van schot
bede en heirvaart. Gezien het vrij
grote grondbezit was dit geen klei
nigheid.
ZORGEN.
Niettegenstaande dergelijke voor
rechten bleek het later (1573), dat
de toestand van de inrichting zor
gelijk was, zodat de Raad der stad
besloot, dat men ten behoeve van
het gasthuis een maandelijkse om
gang zou houden langs de huizen in
verband met het groot aantal zieken.
Deze maatregel schijnt de nood niet
geheel te hebben opgeheven, want
liet volgende jaar werd de bepaling
gemaakt, dat alle binnen de stad ko
mende vreemdelingen aan de poor
ten (er waren er zes) betalen moes
ten een halve stuiver om de nood
van het gasthuis en de „Heilige
geest" (algemene armen) t.e leni
gen. De Raad gaf hetzelfde jaar
vrijdom van bieraccijns bier was
toen de volksdrank en besloot
een aparte belasting ten behoeve van
het gasthuis te heffen van het ko
ren en de meede.
Na de overgave van de stad aan
de Spanjaarden zijn de zorgen gro
ter geworden, vooral omdat de el
lende een algemeen karakter begon
te vertonen. De Raad (1578) be
sloot om wekelijks twaalf gulden
van de impost algemene belas
tingen op goederen te betalen
aan het gasthuis. In de loop der tij
den moest echter steeds gezocht
worden naar nieuwe bronnen en zo
voerde de stad (1625) een nieuwe
belasting in voor de tappers van
Franse wyn, die van elk leegge
schonken oxhoofd. zes gulden aan
het gasthuis moesten betalen, om de
grote kosten van ,,de pestlijders" te
kunnen voldoen, terwijl tevens in
alle herbergen bussen stonden om
aalmoezen te geven.
Voor noodzakelijke verbetering
aan het gasthuis schonk de Raad
de erfpacht van de zes huizen voor
de Kleine Kerk, tegenwoordig de
Beurs. Begrijpelijk, dat men toen met
het Sint Nicolaasfeest dat in die
dagen een grotere betekenis had dan
nu ook aan het gasthuis dacht
en op de eerste Maandag na dat
feest een algemene inzameling hield
by de bewoners voor de verpleegden.
SCHILDERIJEN.
De in de regentenkamer aanwezige
schilderijen zullen wellicht schen
kingen geweest zijn van gegoede fa
milies, want het is niet aannemelijk
dat de in zorgen verkerende instel
ling deze heeft laten vervaardigen.
Voor de schoorsteen van de regen
tenkamer was een conterfeitsel van
het gasthuis, dat later het eigendom
is geworden van de fam. Nauta van
der Gryp en in 1894 te Amsterdam
is verkocht. Nog twee andere stuk
ken voorstellende het darinckdelven
nu geheel vergaan en het be
leg van Zieriksee door de Spanjaar
den in bruikleen in het museum
werden bij opheffing van het gast
huis aan het weeshuis geschonken.
ANDERE PATIËNTEN.
Het gasthuis deed tevens dienst
als bewaring van krankzinnigen,
waarvoor, naar de gewoonte dier
tijden, enige hokken waren gebouwd.
Zorgelijke omstandigheden waren
eveneens aanwezig in het tegenover
het gasthuis liggende „proveniers
huis". zodat door de Raad (1680)
een ordonnantie werd gemaakt, die
de mogelijkheid opende dat de beide
instellingen konden samengaan. Het
proveniershuis werd daardoor opge
heven en de goederen werden ver
deeld onder het armkinderenhuis en
het gasthuis.
De doelstelling van het gasthuis
veranderde hierdoor, terwijl de mo-
lijkheid was geschapen dat men zich
op 65-jarige leeftijd in het gasthuis
kon kopen voor een bedrag van 550
gulden met medebrengen van bed,
toebehoren, eet. en drinkgerei en
nog enige dingen, welke zaken bij
overlijden aan het gasthuis kwamen.
Voor de armen, die van Stadswege
in het gasthuis werden besteed,
moest 1,25 gulden per week worden
betaald, terwijl de „Slavenkas" er
oude matrozen mocht onderbrengen
voor 150 gulden per jaar. Na 1803
werd dit bedrag verhoogd tot 175
gulden.
HET EINDE.
Door de moeilijke omstandigheden
waren de gebouwen niet onderhou
den en in en 1805 verklaarde hen
onbruikbaar. Toch bleef men er nog
in wonen. In 1808 telde de instel
ling nog 22 bewoners, totdat de stich
ting op 15 Februari 1811 werd opge
heven en op 18 Februari werd ver
laten. Enkele jaren was het nog be
volkt" (tot 8 December 1813) door de
hier gedetacheerde Franse soldaten,
doch op 6 Augustus 1814 werd het
geheel publiek verkocht om te slo
pen en bracht 1230 gulden op.
Het terrein werd daarna van
Stadswege verpacht en diende aller
eerst a's boomkweekerij, daarna
werd het ingericht als rywielschool
en tennisbaan en tegenwoordig dient
het als stalling voor automobielen.
De geschiedenis van het gasthuis
omvat een tijdperk van meer dan
vyf eeuwen.
Voor de eerste maal in de geschiedenis der Philipsfabrieken werd de
vervaardiging van een lfi m.ni, smalfilmprojector ter hand genomen. Bij
't ontwerpen van deze nieuwe projector werden geheel nieuwe wfjgen inge
slagen. Het resultaat van dit initiatief vormt een apparaat, dat in menig
opzicht afwijkt van bestaande opvattingen. Hier zien we de constructeur,
de heer J. Kotte, met de nieuwe projector van revolutionnair karakter,
welke eerlang zijn intrede in de Nederlandse smalfilmwereld zal doen.
Bruinisse, dat door de oorlog
zwaar getroffen werd, is thans
grotendeels hersteld. De boven
ste foto geeft een indruk van de
verwoestingen in 1944, terwijl
de onderste foto toont hoe de
situatie thans is-
VAN TOEN EN LAETER.
Van een kaerel, die van anpakken wist.
't Gebeurd' in d'n BoswegtZe gienge naer uus, Arjoan in z'n voader.
Ineens bleef Arjoan stae, pakte de schrepel van z'n schoere in sliengerd'n
over de duif, 't laand op, zo vaari as 'h vliege wou. „Dae lelt 'n", zeit 'n,
,.die raep 'k nooif meer op Toen droaid'n z'n eïg'omme in keek z'n
voader brutoal flak in z'n gezicht. Of nee, brutoal is 't goeie woord nie, 't
was meer, dat 'n vastbeslote was.
Z'n voader keek nae zien, z'n aanden op z'n rik in twufel, wat 'n doe
zou... Broerde lummel, die fn was,... die wou ma weg... gae vaere,...
de waereld in... Mar ie kon 'n nie misse,... z'n verdiensten nie;... 'n kot
mit kinders... Ma dan,... op 't leste... „Noe Arjoan, as 't je zó oage zit,
dan md je ma gae
'n Weke laeter, dae gieng Arjoan,
'n groote zak op z'n rik, mit oal z'n
spullen d'r in, nae de boot. Piet, z'n
kammeroad, gieng oak mee, oak a
mit zo'n zak op z'n rik... Die wou
oak in eens gae vaere... De buren
lteke z' achterop en weeuwde en
zwoaide mit 'r neusdoeken, net zo
lank, tot ze d'n droai van de wegt
m -- -■ ip ri'n
omme waere. Toen zei Armesje. d'n
ouwen stroaper mit wie de jongers
zo dikkels mee op marote ëwist wae
re: ,,Dae gae ze", zcit 'n... „ma P:et
kom veromme.... Arjoan... nóóit...
Op 'n aev'nd in 't naejaer zat de
meester op z'n ltaemer in Rot
terdam, bie de lampe. Dae wier
ëklopt Binne En daer in 't
deurgat, dae stieng Arjoan, 'n ltnoes-
te van 'n vint, 'n kop zo bruun
as olie, 'n schipper, dat zag
je zöo
„Ah, Arjoan, kom binne kaerel,
vae zitte In oe gaet 't in wat voer
je uut?..."
Arjoan zat in verteld' oonderd uut
over oal, dat 'n d'n lesten tied be
leefd oade. Ie was schippersknecht op
'n rijnaek, die van Rotterdam voer
tot Mannheim in Straktsburg toe in
BIJ ZIERIKZEESE HAVENPLEIN.
Voor de gevelrestauratie werd een
„boekhouding" aangelegd
9
Job Padmos uit Zierikzee staat, bij wijze van spreken, met de
restauratie van de Gasthuiskerk op en gaat er mee naar bed. Maanden
lang werkt hij nu al aan het herstel van dit oude gebouw, zodat hij
er als het ware mee is vergroeid. Soms loopt hij dagenlang te piekeren
over een probleem, dat zich hier of daar in de kerk heeft voorgedaan
en hij rust niet voor er een oplossing is gevonden. Een keer heeft zijn
grote liefde voor dit gebouw hem bijna parten gespeeld! Bij het herstel
van de voorgevel, die opgetrokken is uit Bentheimer zandsteen, balan
ceerde Padmos over een smalle plank, toen hij zijn evenwicht verloor.
Nog juist het ging razend snel kon hij de kostbare brok steen op
de goede plaats leggen en tuimelde toen omlaag. De steen .was gered,.,
maar Padmos lag op straat met een gebroken beenI- Na een paar
weken strompelde hij al weer met zijn „onderdaan" in het gips naar
het werk, om in het kleine kantoortje bij de kerk teken- en administra
tief werk te verrichten.
Overigens heeft die gevel aan
Padmos, die de rechterhand is van
aannemer Almkerk uit Zierikzee, de
nodige hoofdbrekens gekost. Men
heeft namelijk deze muur steen voor
steen afgebroken, waarbij elke steen
werd genummerd, want na de op
bouw moest alles er juist zo uitzien
als vóór de restauratie. Om 't zover
te krijgen legde Padmos 'n complete
boekhouding aan met tekeningen en
vele schriften. Het resultaat was
boven verwachting: de gevel ziet er
thans precies zo uit als vroeger. Dat
dit karwei bijzonder moeilijk was,
blijkt hieruit wel, dat de muur al
lerminst loodrecht was geconstru
eerd, zoals trouwens bij de meeste
oude gebouwen het geval is. Nauw
keurig werden de afwijkingen vast
gesteld en even nauwkeurig „ge
ïmiteerd", zodat elke steen en elke
voeg op dezelfde plaats zijn ge
bleven.
Eeuwen geleden was de gasthuis
kerk kleiner, maar later in 1651
werd de kerk aan de Havenzijde
uitgebreid met een galerij, die op
pilasters rustte. Onder deze pilasters
werd de beurs gevestigd, die van
zelfsprekend gemeente-eigendom
werd, zodat de restauratie thans niet doch dit betekent allerminst dat dan'
alleen een zaak van de kerkelijke
gemeente is, maar ook van de
plaatselijke overheid. Aanvankelijk
besloot men deze galerij, die aan de
Zuidzijde ligt, te stutten om eerst de
Noordgevel onder handen te nemen.
De toestand van de Zuidelijke zijde
was echter zo deplorabel, dat het
niet verantwoord werd geacht om
extra kosten te maken voor het
stutten. Besloten werd derhalve om
eerst de voorgevel te restaureren,
met welk omvangrijke arbeid men
zo langzamerhand gereed begint te
komen. Het werk werd grondig aan
gepakt: gezorgd werd aan de bin
nenzijde voor een hechte betoncon
structie, terwijl de pilasters groten
deels werden vernieuwd: slechts één
bleek geschikt om de komende
periode van de Gasthuiskerk mee te
maken. Overigens geen wonder, dat
er slechts één deze zware last kon
torsen, want alle pilasters werden
op 125 ton getest!
KOSTEN.
De kosten van dit omvangrijke
herstellingswerk bedragen in eerste
instantie totaal 104.000,waar
van 79.000,voor rekening van
de kerkelijke gemeente komt, hoofd
zakelijk voor de beurs en de kleine
toren op het gebouw.
Volgend jaar Augustus zal deze
eerste aannemingssom besteed zijn,,
dan weer veromme 't Beviel
best, beter dan in dat gat, en ie was
dan tenminste van die eeuwige schre
pel of
„En Piet?" vroeg de meester.
,,0. die oaue 't a gauw ëzie, nae
'n paer reizen oa die d'r genogt van
...die sterref op z'n durp
Mè", zei Arjoan nae 'n stuitje,
,,'lt wou eigelik wat vraege Noe
dan, e ik bin zo stom, zie je, da
voel 'k iedere dag meer 'k E 't
op schole nooit vaarder ëbrocht dan
de vierde klasse Toen most 'k mit
m'n ribbekasse achter de koeien
't Was erremoeie troef tuus, dat weet
je... In noe wou 'k nog zo graeg
wat leere Ei jie noe nie 'n paer
schoolooekjes voo m'n, 'n tael-
boekje in 'n rekenboekje In ka jie
m'n dan nie 'n bitje ellepe, mit
naezien in zoo 'k E an boord tied
genogtA 'k weer van bove kom-
me, zoek 'k je ma weer op, 't kan
wenen dure..."
De meester oad' al -i rekenboekje
in z'n aand.
„Mè.", zeid'n „die tael zulle m'n is
aanders anpakke, je mot mar is
beginne mit 'n opstel te maeken, in
dan liefst over les. -> zeilis mee.
ëmaekt, beleefd eit Schrief ma
raek, dan lean 'k daeruut zie, wat
of je weet of wat je nie weet. As je
dan weer an de wal komt, za 'k 't
naezie in verbetere, dae je mit je
neuse bie zitZulle m'n dat doe?"...
Arjoan mit z'n rekenboekje d'r van
deur.
el veel aelde 't nie uut, dat leeren
van Arjoan. Och, ie wou wel,
mar eigelik wist 'n zeilis nie,
wat 'n v/ou. op 'n aev'nd, dat 'n weer
is bie z'n moat op de i.iemer zat
zeid 'n ineens:
„Weet je, wa 'k noe weer in m'n
kop oa? Overgae nae de groote
vaert,... mit 'n zeeboot mee..., de
waereld roond,in dan erregenst,
m Australië za mè zegge,van
boord loape,de wildernis in... ae-
v'nturen bel eve
„Arjoan Arjoan," lachte de mees.
D'
ter. „maele die Indiane-en cowboy-
boeken je noe nog deu je kop?
Da binne toch oalemaele ma verzin
sels en wilde - fantasieën! Wees
wiesderGoed, gae over nae de
groote vaert, de waereld roond,
van 't eene vreemde laand nae 't
aandere, vreemde mensen zie,
prachtig Wees zunig, spaer je geld
op... Dae kom 'n tied, da je weer
an de wal komtzie tan, da je ge
nogt eit, om 'n zaekje te beginnen of
zoö
an is Arjoan weer 'n paer jaer
keviet. De meester is in dien
tussentied oofd van een school-
tj' op Schouwen ëhore. Mar Arjoan
weet 'n te vinden. Ie ei een kadootje
voo z'n meeëbrocht,twee mooi be
schilderde voasjes, eelemaal uut Ja
pan ...Ie is de waereld roont ë-
wist
„Ma noe 'k weer wat aanders",
zeit 'n, ,,'k zou nae de zeevaertseho-
le wille 'k E geld opëspaerd om
m'n ouwers tuus kostgeld te betae-
len A 'k noe toch van d'n öch'nd
tot d'n aev'nd leere, dan kan 'ktoch
nog a wat opaele, zou 'k dienke...
Dan za. 'k dat toelaetingsexamen wè
kunne doe... Vanwege m'n spaerpot
kan 'k anderoalef jaer volouwe... In
noe mot jie m'n ellepe!..."
De meester krauw is achter z'n
oore De Zeevaertschole ma liefst,
dae gae jongers nae toe mit drie
jaer H.B.S.In dan Arjoan mit z'n
vier klassen laegere schole Mar
ie is noe in de twintig, in oe lank eit
'n a nie ëvaëre, de praktijk zal 'n
toch oak wel 'n bitj' ellepe
„Weet je wat", zeit 'n, „de mees
ters op t durp zulle je wè wat les
wille geve, ik za ze wel is spreke
In voo d' oofdzaek 'k 'n aander
op 't oage"...
Arjoan d'r vandeur.
Dan gaet de meester nae de stad,
nae de schoolopziener. Die is zee-
ofcier ëwist, schout-bie-nacht, zegge
ze, 'n beste vint, a geeft 'n zukke
groote schreeuwen, dat de kinders op
schole d'r van zitte te beven. Ma jon
gers, dae wat inzit, die schopt 'n
vooruut, in uut z'n eige zak geeft 'n
priesen an leerlingen, die anpakke
Amper eit de meester z'n booschap
ëdae, of ie begin weer al uut te vae-
ren... 'K za 't mar in oonz' eige tae_
le neerschrive... Wat of 't voor 'n
jongen is.of t'r wat in zit. mit
sukkels bemoeit 'n z'n eige nie,
flienke jongers, die zet 'n op te lad
der, ma se motte zeliis klimme
In ie ei ëvaere, drie jaer?
prachtig vier klassen laegere
scholedan is t'r oak nog niks be_
cturreve Merrigenaev'nd kom-
me..."
Arjoan is present... Sebiet oort
n oonderedompeld in wiskunde,
sterrekunde in wat voor kun
de nog a meer... As ?n 'n paer
uren laeter bute komt ziet 'n ster
retjes, an de lucht, ...in vlak voo
zn oagenWat mot dae van kom-
me
(Vervolg op pag. 2.)
de Gasthuiskerk weer in orde zal
zijn. Integendeel: de Noordgevel en
het interieur komen dan nog aan de
beurt. Het spreekt vanzelf, dat dit
de kosten van dit omvangrijk werk
niet uitsluitend door de kerkelijke
gemeente kunnen worden gedragen,
maar dat evenals bij de eerste aan
nemingssom subsidies nodig zullen
zijn.
ONTDEKKINGEN.
Bij de werkzaamheden kwamen
ook enkele merkwaardige ontdek
kingen voor de dag. Achter het
orgel, de plaats waar vroeger het
altaar heeft gestaan, ontdekte men
de muur overblijfselen van
vroegere raambogen. De ramen
zullen nu opnieuw worden aange
bracht, zodat de oude toestand zo
veel mogelijk wordt benaderd. Aan
de binnenzijde van de Noordgevel
werden eveneens raamlijsten ont
dekt, die breder waren dan van de
bestaande ramen. Het bleek dat men
hier te doen had met een merk
waardige combinatie van gothische
en romaanse bouwstijl: de bestaande
ramen zijn in de laatste styl aange
bracht, maar tengevolge van gothi
sche invloeden maakte men destijds
als een soort versiering ook bredere
lijsten. Ook hier zal de oude toe
stand in ere worden hersteld.
BELANGSTELLING.
In kringen van deskundigen be
staat er grote belangstelling voor
deze restauratie. „Er loopt hier nog
al eens een vreemdeling binnen",
zegt Job Padmos, „heren met flu
welen jasjes en zoEn je kunt
er altyd wel wat van Ieren, want
sommigen weten je soms op dingen
te wijzen, die je zelf niet in de
gaten hadVeel zal echter wel
niet in de Gasthuiskerk zijn, dat aan
Job Padmos ontgaat. Samen met ar
chitect en opzichter kent hij elk
hoekje en elk gaatje van dit oude
gebouw.
Wanneer te zijner tijd dit schone
kerkje weer in oude glorie aan het
Havenplein van Zierikzee staat, zal
dat voor een groot deel mede te
danken zijn aan de liefde, die de
werklieden voor deze restauratie
hebben getoond.