PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Ook in vroeger tijden bezat Zierikzee een ziekenhuis Restauratie van de Gasthuiskerk voorlopig nog niet gereed Herbouwd Bruinisse ARJ0AN WOU CAE VAERE...., DE WAERELD IN EDITIE SCHOUWEN 195e Jaargang-No. 212 SPECIALE EDITIE VOOR SCHOUWEN-DUIVELAND Dagblad uitgave van de firma Provinciale Zeeuwse Courant. Directie F. van de Velde en F. B. den Boer. Adj. W. de Pagter. Hoofdred. G. Ballintijn. PI. verv.: W. Leertouwer en H. A. Bosshardt. ABONNEMENTSPRIJS 44 ct. per week, f 5.45 p. kw., fr. p. p. f 5.70 per kw. Losse nummers 10 cent. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Dinsdag 9 Sept. 1952 ADVERTENTIEPRIJS 22 ct. per mm. Minimum p. advertentie f 3. Ing. mededelingen driemaal tarief. Kleine advertenties (max. 8 regels) van 1—5 regels f 1.—. Iedere regel meer 20 cent. „Brieven of adres Bureau van dit Blad" 25 cent meer. Giro nr. 359300 P.Z.C.. Middelburg. Bur. Vlissingen Walstr. 5 2355 4 lijnen (b.g.g. 2861 of 2160), Middelburg. Markt 51. telef. 3841; Goes. Lange Vorststraat l telef. 2475 (b.g.g. 2228); Oostburg: Finlandstraat 2. telef. 16; t'e.^euzen Brouwerijstr. 2; Zierikzee: N. Bogerdstr. C 160. telef. 36. NA EEN MINISTERIEEL BESLUIT. Men had echter voortdurend met geldzorgen te kampen Nu het berichfc afgekomen is, dat de minister van sociale zaken èn volksgezondheid aan het bestuur van het ziekenhuis „Schouwen-Duive- land" heeft medegedeeld zich in beginsel te kunnen verenigen met de' bouw van een ziekenhuis, gaan onwillekeurig de gedachten terug naar het verleden. oOk vroeger bezat Zierikzee namelijk een ziekenhuis, dat naar de gewoonte der tijden Gasthuis" genoemd werd. Aan deze inrich ting herinnert ook de Kleine of Ga sthuiskerk, die vroeger een was met het Gasthuis. Deze inrichting stond waarschijn lijk aan de Noordzijde van de kerk, dus niet op de plaats, waai- zich nu de beurs bevindt. Voordien moet er ook een Gasthuis geweest zijn, waar van de plaats niet met zekerheid is aan te wijzen, vermoedelijk in het oudste stadsgedeelte binnen de kring Korte St. Janstraat, Dam. Hem, Grachtweg van de Nobeipoort tot aan de Westbrug, Regenboogstraat en Pieterseliestraat. Omdat het gasthuis in 1339 reeds 107 gemeten 115 roeden lands bezat mag wel aangenomen worden, dat het aanvankelijk in vrij goede fi nanciële omstandigheden verkeerde, zodat een uitbreiding en verbouwing buiten de oude stad wel gerecht vaardigd schijnt geweest. Vast staat wel, dat het gasthuis eerder is ge bouwd dan de gasthuiskerk, omdat enige kleine gedeelten van de kerk tot het gasthuis behoorden, nl.l. het stovenhok, wat vroeger het vleeshok van het gasthuis was en de catechi- saliekamer, welke nog geen eigen dom van de kerk zijn. Het gasthuis was gebouwd in de vorm van de 16e en 17e eeuwse hofjes. Aan de Hoge Molenstraat stond de toegangspoort, welke des win ters om 8 uur en des zomers om 9 uur gesloten werd. Ter weerszijden van de poort stonden kleine huisjes, welke aan het eind van het gast- huiserf Zuidwaarts waren doorge trokken naar het hoofdgebouw. Dit gebouw was tegen de nu bestaande kleine kerk aangebouwd, zodat zelfs nog een paar kleine uitbouwsels bin nen de kerk vielen. OPEN TERREIN. Tussen de gebouwtjes schijnt een vrij groot open terrein geweest te zijn, dat menigmaal verhuurd werd aan de Rederijkers, die daar hun spelen opvoerden, waarvan de oud jes en de zieken dan mee konden genieten In 1673 werd ook een ont_ leedkamèr gemaakt voor de chirur gijns van het Cosmus en Damianus- gilde, die er htm anatomische lessen gaven. Het gasthuis had een goede naam en was naar de gewoonte dier da gen gewijd aan Sint Elisabeth. Van deze algemene genegenheid gaf Graaf Willem VI (1435) blijk, toen hij zijn aandeel in de verkoop van verse vis overdroeg aan het gasthuis n.l. „zulcke renten en profiten als sï daer jaeriix of plegen te hebben". Dit betekende een zeer gewaardeerde steun en mogelijk vond daarom de verkoop van verse vis later plaats op de gasthuisbrugge. ook wel bre de brugge genoemd. Ook by Philips van Bourgondië had het gasthuis een goede naam, hetgeen t.e bemerken was (1445) in de vrijdom van schot bede en heirvaart. Gezien het vrij grote grondbezit was dit geen klei nigheid. ZORGEN. Niettegenstaande dergelijke voor rechten bleek het later (1573), dat de toestand van de inrichting zor gelijk was, zodat de Raad der stad besloot, dat men ten behoeve van het gasthuis een maandelijkse om gang zou houden langs de huizen in verband met het groot aantal zieken. Deze maatregel schijnt de nood niet geheel te hebben opgeheven, want liet volgende jaar werd de bepaling gemaakt, dat alle binnen de stad ko mende vreemdelingen aan de poor ten (er waren er zes) betalen moes ten een halve stuiver om de nood van het gasthuis en de „Heilige geest" (algemene armen) t.e leni gen. De Raad gaf hetzelfde jaar vrijdom van bieraccijns bier was toen de volksdrank en besloot een aparte belasting ten behoeve van het gasthuis te heffen van het ko ren en de meede. Na de overgave van de stad aan de Spanjaarden zijn de zorgen gro ter geworden, vooral omdat de el lende een algemeen karakter begon te vertonen. De Raad (1578) be sloot om wekelijks twaalf gulden van de impost algemene belas tingen op goederen te betalen aan het gasthuis. In de loop der tij den moest echter steeds gezocht worden naar nieuwe bronnen en zo voerde de stad (1625) een nieuwe belasting in voor de tappers van Franse wyn, die van elk leegge schonken oxhoofd. zes gulden aan het gasthuis moesten betalen, om de grote kosten van ,,de pestlijders" te kunnen voldoen, terwijl tevens in alle herbergen bussen stonden om aalmoezen te geven. Voor noodzakelijke verbetering aan het gasthuis schonk de Raad de erfpacht van de zes huizen voor de Kleine Kerk, tegenwoordig de Beurs. Begrijpelijk, dat men toen met het Sint Nicolaasfeest dat in die dagen een grotere betekenis had dan nu ook aan het gasthuis dacht en op de eerste Maandag na dat feest een algemene inzameling hield by de bewoners voor de verpleegden. SCHILDERIJEN. De in de regentenkamer aanwezige schilderijen zullen wellicht schen kingen geweest zijn van gegoede fa milies, want het is niet aannemelijk dat de in zorgen verkerende instel ling deze heeft laten vervaardigen. Voor de schoorsteen van de regen tenkamer was een conterfeitsel van het gasthuis, dat later het eigendom is geworden van de fam. Nauta van der Gryp en in 1894 te Amsterdam is verkocht. Nog twee andere stuk ken voorstellende het darinckdelven nu geheel vergaan en het be leg van Zieriksee door de Spanjaar den in bruikleen in het museum werden bij opheffing van het gast huis aan het weeshuis geschonken. ANDERE PATIËNTEN. Het gasthuis deed tevens dienst als bewaring van krankzinnigen, waarvoor, naar de gewoonte dier tijden, enige hokken waren gebouwd. Zorgelijke omstandigheden waren eveneens aanwezig in het tegenover het gasthuis liggende „proveniers huis". zodat door de Raad (1680) een ordonnantie werd gemaakt, die de mogelijkheid opende dat de beide instellingen konden samengaan. Het proveniershuis werd daardoor opge heven en de goederen werden ver deeld onder het armkinderenhuis en het gasthuis. De doelstelling van het gasthuis veranderde hierdoor, terwijl de mo- lijkheid was geschapen dat men zich op 65-jarige leeftijd in het gasthuis kon kopen voor een bedrag van 550 gulden met medebrengen van bed, toebehoren, eet. en drinkgerei en nog enige dingen, welke zaken bij overlijden aan het gasthuis kwamen. Voor de armen, die van Stadswege in het gasthuis werden besteed, moest 1,25 gulden per week worden betaald, terwijl de „Slavenkas" er oude matrozen mocht onderbrengen voor 150 gulden per jaar. Na 1803 werd dit bedrag verhoogd tot 175 gulden. HET EINDE. Door de moeilijke omstandigheden waren de gebouwen niet onderhou den en in en 1805 verklaarde hen onbruikbaar. Toch bleef men er nog in wonen. In 1808 telde de instel ling nog 22 bewoners, totdat de stich ting op 15 Februari 1811 werd opge heven en op 18 Februari werd ver laten. Enkele jaren was het nog be volkt" (tot 8 December 1813) door de hier gedetacheerde Franse soldaten, doch op 6 Augustus 1814 werd het geheel publiek verkocht om te slo pen en bracht 1230 gulden op. Het terrein werd daarna van Stadswege verpacht en diende aller eerst a's boomkweekerij, daarna werd het ingericht als rywielschool en tennisbaan en tegenwoordig dient het als stalling voor automobielen. De geschiedenis van het gasthuis omvat een tijdperk van meer dan vyf eeuwen. Voor de eerste maal in de geschiedenis der Philipsfabrieken werd de vervaardiging van een lfi m.ni, smalfilmprojector ter hand genomen. Bij 't ontwerpen van deze nieuwe projector werden geheel nieuwe wfjgen inge slagen. Het resultaat van dit initiatief vormt een apparaat, dat in menig opzicht afwijkt van bestaande opvattingen. Hier zien we de constructeur, de heer J. Kotte, met de nieuwe projector van revolutionnair karakter, welke eerlang zijn intrede in de Nederlandse smalfilmwereld zal doen. Bruinisse, dat door de oorlog zwaar getroffen werd, is thans grotendeels hersteld. De boven ste foto geeft een indruk van de verwoestingen in 1944, terwijl de onderste foto toont hoe de situatie thans is- VAN TOEN EN LAETER. Van een kaerel, die van anpakken wist. 't Gebeurd' in d'n BoswegtZe gienge naer uus, Arjoan in z'n voader. Ineens bleef Arjoan stae, pakte de schrepel van z'n schoere in sliengerd'n over de duif, 't laand op, zo vaari as 'h vliege wou. „Dae lelt 'n", zeit 'n, ,.die raep 'k nooif meer op Toen droaid'n z'n eïg'omme in keek z'n voader brutoal flak in z'n gezicht. Of nee, brutoal is 't goeie woord nie, 't was meer, dat 'n vastbeslote was. Z'n voader keek nae zien, z'n aanden op z'n rik in twufel, wat 'n doe zou... Broerde lummel, die fn was,... die wou ma weg... gae vaere,... de waereld in... Mar ie kon 'n nie misse,... z'n verdiensten nie;... 'n kot mit kinders... Ma dan,... op 't leste... „Noe Arjoan, as 't je zó oage zit, dan md je ma gae 'n Weke laeter, dae gieng Arjoan, 'n groote zak op z'n rik, mit oal z'n spullen d'r in, nae de boot. Piet, z'n kammeroad, gieng oak mee, oak a mit zo'n zak op z'n rik... Die wou oak in eens gae vaere... De buren lteke z' achterop en weeuwde en zwoaide mit 'r neusdoeken, net zo lank, tot ze d'n droai van de wegt m -- -■ ip ri'n omme waere. Toen zei Armesje. d'n ouwen stroaper mit wie de jongers zo dikkels mee op marote ëwist wae re: ,,Dae gae ze", zcit 'n... „ma P:et kom veromme.... Arjoan... nóóit... Op 'n aev'nd in 't naejaer zat de meester op z'n ltaemer in Rot terdam, bie de lampe. Dae wier ëklopt Binne En daer in 't deurgat, dae stieng Arjoan, 'n ltnoes- te van 'n vint, 'n kop zo bruun as olie, 'n schipper, dat zag je zöo „Ah, Arjoan, kom binne kaerel, vae zitte In oe gaet 't in wat voer je uut?..." Arjoan zat in verteld' oonderd uut over oal, dat 'n d'n lesten tied be leefd oade. Ie was schippersknecht op 'n rijnaek, die van Rotterdam voer tot Mannheim in Straktsburg toe in BIJ ZIERIKZEESE HAVENPLEIN. Voor de gevelrestauratie werd een „boekhouding" aangelegd 9 Job Padmos uit Zierikzee staat, bij wijze van spreken, met de restauratie van de Gasthuiskerk op en gaat er mee naar bed. Maanden lang werkt hij nu al aan het herstel van dit oude gebouw, zodat hij er als het ware mee is vergroeid. Soms loopt hij dagenlang te piekeren over een probleem, dat zich hier of daar in de kerk heeft voorgedaan en hij rust niet voor er een oplossing is gevonden. Een keer heeft zijn grote liefde voor dit gebouw hem bijna parten gespeeld! Bij het herstel van de voorgevel, die opgetrokken is uit Bentheimer zandsteen, balan ceerde Padmos over een smalle plank, toen hij zijn evenwicht verloor. Nog juist het ging razend snel kon hij de kostbare brok steen op de goede plaats leggen en tuimelde toen omlaag. De steen .was gered,., maar Padmos lag op straat met een gebroken beenI- Na een paar weken strompelde hij al weer met zijn „onderdaan" in het gips naar het werk, om in het kleine kantoortje bij de kerk teken- en administra tief werk te verrichten. Overigens heeft die gevel aan Padmos, die de rechterhand is van aannemer Almkerk uit Zierikzee, de nodige hoofdbrekens gekost. Men heeft namelijk deze muur steen voor steen afgebroken, waarbij elke steen werd genummerd, want na de op bouw moest alles er juist zo uitzien als vóór de restauratie. Om 't zover te krijgen legde Padmos 'n complete boekhouding aan met tekeningen en vele schriften. Het resultaat was boven verwachting: de gevel ziet er thans precies zo uit als vroeger. Dat dit karwei bijzonder moeilijk was, blijkt hieruit wel, dat de muur al lerminst loodrecht was geconstru eerd, zoals trouwens bij de meeste oude gebouwen het geval is. Nauw keurig werden de afwijkingen vast gesteld en even nauwkeurig „ge ïmiteerd", zodat elke steen en elke voeg op dezelfde plaats zijn ge bleven. Eeuwen geleden was de gasthuis kerk kleiner, maar later in 1651 werd de kerk aan de Havenzijde uitgebreid met een galerij, die op pilasters rustte. Onder deze pilasters werd de beurs gevestigd, die van zelfsprekend gemeente-eigendom werd, zodat de restauratie thans niet doch dit betekent allerminst dat dan' alleen een zaak van de kerkelijke gemeente is, maar ook van de plaatselijke overheid. Aanvankelijk besloot men deze galerij, die aan de Zuidzijde ligt, te stutten om eerst de Noordgevel onder handen te nemen. De toestand van de Zuidelijke zijde was echter zo deplorabel, dat het niet verantwoord werd geacht om extra kosten te maken voor het stutten. Besloten werd derhalve om eerst de voorgevel te restaureren, met welk omvangrijke arbeid men zo langzamerhand gereed begint te komen. Het werk werd grondig aan gepakt: gezorgd werd aan de bin nenzijde voor een hechte betoncon structie, terwijl de pilasters groten deels werden vernieuwd: slechts één bleek geschikt om de komende periode van de Gasthuiskerk mee te maken. Overigens geen wonder, dat er slechts één deze zware last kon torsen, want alle pilasters werden op 125 ton getest! KOSTEN. De kosten van dit omvangrijke herstellingswerk bedragen in eerste instantie totaal 104.000,waar van 79.000,voor rekening van de kerkelijke gemeente komt, hoofd zakelijk voor de beurs en de kleine toren op het gebouw. Volgend jaar Augustus zal deze eerste aannemingssom besteed zijn,, dan weer veromme 't Beviel best, beter dan in dat gat, en ie was dan tenminste van die eeuwige schre pel of „En Piet?" vroeg de meester. ,,0. die oaue 't a gauw ëzie, nae 'n paer reizen oa die d'r genogt van ...die sterref op z'n durp Mè", zei Arjoan nae 'n stuitje, ,,'lt wou eigelik wat vraege Noe dan, e ik bin zo stom, zie je, da voel 'k iedere dag meer 'k E 't op schole nooit vaarder ëbrocht dan de vierde klasse Toen most 'k mit m'n ribbekasse achter de koeien 't Was erremoeie troef tuus, dat weet je... In noe wou 'k nog zo graeg wat leere Ei jie noe nie 'n paer schoolooekjes voo m'n, 'n tael- boekje in 'n rekenboekje In ka jie m'n dan nie 'n bitje ellepe, mit naezien in zoo 'k E an boord tied genogtA 'k weer van bove kom- me, zoek 'k je ma weer op, 't kan wenen dure..." De meester oad' al -i rekenboekje in z'n aand. „Mè.", zeid'n „die tael zulle m'n is aanders anpakke, je mot mar is beginne mit 'n opstel te maeken, in dan liefst over les. -> zeilis mee. ëmaekt, beleefd eit Schrief ma raek, dan lean 'k daeruut zie, wat of je weet of wat je nie weet. As je dan weer an de wal komt, za 'k 't naezie in verbetere, dae je mit je neuse bie zitZulle m'n dat doe?"... Arjoan mit z'n rekenboekje d'r van deur. el veel aelde 't nie uut, dat leeren van Arjoan. Och, ie wou wel, mar eigelik wist 'n zeilis nie, wat 'n v/ou. op 'n aev'nd, dat 'n weer is bie z'n moat op de i.iemer zat zeid 'n ineens: „Weet je, wa 'k noe weer in m'n kop oa? Overgae nae de groote vaert,... mit 'n zeeboot mee..., de waereld roond,in dan erregenst, m Australië za mè zegge,van boord loape,de wildernis in... ae- v'nturen bel eve „Arjoan Arjoan," lachte de mees. D' ter. „maele die Indiane-en cowboy- boeken je noe nog deu je kop? Da binne toch oalemaele ma verzin sels en wilde - fantasieën! Wees wiesderGoed, gae over nae de groote vaert, de waereld roond, van 't eene vreemde laand nae 't aandere, vreemde mensen zie, prachtig Wees zunig, spaer je geld op... Dae kom 'n tied, da je weer an de wal komtzie tan, da je ge nogt eit, om 'n zaekje te beginnen of zoö an is Arjoan weer 'n paer jaer keviet. De meester is in dien tussentied oofd van een school- tj' op Schouwen ëhore. Mar Arjoan weet 'n te vinden. Ie ei een kadootje voo z'n meeëbrocht,twee mooi be schilderde voasjes, eelemaal uut Ja pan ...Ie is de waereld roont ë- wist „Ma noe 'k weer wat aanders", zeit 'n, ,,'k zou nae de zeevaertseho- le wille 'k E geld opëspaerd om m'n ouwers tuus kostgeld te betae- len A 'k noe toch van d'n öch'nd tot d'n aev'nd leere, dan kan 'ktoch nog a wat opaele, zou 'k dienke... Dan za. 'k dat toelaetingsexamen wè kunne doe... Vanwege m'n spaerpot kan 'k anderoalef jaer volouwe... In noe mot jie m'n ellepe!..." De meester krauw is achter z'n oore De Zeevaertschole ma liefst, dae gae jongers nae toe mit drie jaer H.B.S.In dan Arjoan mit z'n vier klassen laegere schole Mar ie is noe in de twintig, in oe lank eit 'n a nie ëvaëre, de praktijk zal 'n toch oak wel 'n bitj' ellepe „Weet je wat", zeit 'n, „de mees ters op t durp zulle je wè wat les wille geve, ik za ze wel is spreke In voo d' oofdzaek 'k 'n aander op 't oage"... Arjoan d'r vandeur. Dan gaet de meester nae de stad, nae de schoolopziener. Die is zee- ofcier ëwist, schout-bie-nacht, zegge ze, 'n beste vint, a geeft 'n zukke groote schreeuwen, dat de kinders op schole d'r van zitte te beven. Ma jon gers, dae wat inzit, die schopt 'n vooruut, in uut z'n eige zak geeft 'n priesen an leerlingen, die anpakke Amper eit de meester z'n booschap ëdae, of ie begin weer al uut te vae- ren... 'K za 't mar in oonz' eige tae_ le neerschrive... Wat of 't voor 'n jongen is.of t'r wat in zit. mit sukkels bemoeit 'n z'n eige nie, flienke jongers, die zet 'n op te lad der, ma se motte zeliis klimme In ie ei ëvaere, drie jaer? prachtig vier klassen laegere scholedan is t'r oak nog niks be_ cturreve Merrigenaev'nd kom- me..." Arjoan is present... Sebiet oort n oonderedompeld in wiskunde, sterrekunde in wat voor kun de nog a meer... As ?n 'n paer uren laeter bute komt ziet 'n ster retjes, an de lucht, ...in vlak voo zn oagenWat mot dae van kom- me (Vervolg op pag. 2.) de Gasthuiskerk weer in orde zal zijn. Integendeel: de Noordgevel en het interieur komen dan nog aan de beurt. Het spreekt vanzelf, dat dit de kosten van dit omvangrijk werk niet uitsluitend door de kerkelijke gemeente kunnen worden gedragen, maar dat evenals bij de eerste aan nemingssom subsidies nodig zullen zijn. ONTDEKKINGEN. Bij de werkzaamheden kwamen ook enkele merkwaardige ontdek kingen voor de dag. Achter het orgel, de plaats waar vroeger het altaar heeft gestaan, ontdekte men de muur overblijfselen van vroegere raambogen. De ramen zullen nu opnieuw worden aange bracht, zodat de oude toestand zo veel mogelijk wordt benaderd. Aan de binnenzijde van de Noordgevel werden eveneens raamlijsten ont dekt, die breder waren dan van de bestaande ramen. Het bleek dat men hier te doen had met een merk waardige combinatie van gothische en romaanse bouwstijl: de bestaande ramen zijn in de laatste styl aange bracht, maar tengevolge van gothi sche invloeden maakte men destijds als een soort versiering ook bredere lijsten. Ook hier zal de oude toe stand in ere worden hersteld. BELANGSTELLING. In kringen van deskundigen be staat er grote belangstelling voor deze restauratie. „Er loopt hier nog al eens een vreemdeling binnen", zegt Job Padmos, „heren met flu welen jasjes en zoEn je kunt er altyd wel wat van Ieren, want sommigen weten je soms op dingen te wijzen, die je zelf niet in de gaten hadVeel zal echter wel niet in de Gasthuiskerk zijn, dat aan Job Padmos ontgaat. Samen met ar chitect en opzichter kent hij elk hoekje en elk gaatje van dit oude gebouw. Wanneer te zijner tijd dit schone kerkje weer in oude glorie aan het Havenplein van Zierikzee staat, zal dat voor een groot deel mede te danken zijn aan de liefde, die de werklieden voor deze restauratie hebben getoond.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 1