c Een kolonie van oeverzwaluwen in tertiair zand 6 JIMMY BROWN als diepzeeduiker Een hoge hoed ALS HET HART SPREEKT.... door Hoe heet ik 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 18 AUGUSTUS 1952 ONDER ZEELAND*s HOGE HEMEL Bezoek aan Nieuw Namen What's in a name? zegt Sheakespeare. Nu, voor wat betreft de naam van dit Zeeuwsch-Vlaamse dorpje: er zit heel wat in. Onwillekeurig komt, wanneer men die naam voor het eerst hoort, het oude Belgische Maasstadje Namen in de gedachten en men vraagt zich af, welke binding er bestaat tussen twee zo ver van elkaar gelegen plaat sen. Maar zover behoeft men niet te zoeken. Nieuw-Namen roept een her innering wakker aan het dorpje Namen, gelegen in een polder van het weggevaagde land van Saaftinge, het verdween in 1717. Mocht men willen weten waar het ligt, dan zou de aanduiding: aan het eind van de wereld niet slecht zijn gekozen. Men vindt het in de uiter ste Z.-Ó.-hoek van Zeeland, daar, waar men gemakkelijker over Ant werpen kan reizen om in 's lands centrum te komen, dan bij gebruik making van de Scheldeveren. Niettemin heeft het dorpje een ze kere vermaardheid verkregen. Eens deels door het bezit van een geolo- door BAREND ZWERFMANS gisch belangrijke zandafgraving, enig in Nederland en anderdeels door de abominabel slechte waarde ring van dit feit. Want wèl heeft de gemeente Clinge dit terrein aangekocht, doch om er een dorpsvuilnisbelt van te maken. EEN HEUVEL. Het dorpje ligt n.l. op een heuvel (een kouter) en op oude kaarten vindt men het zelfs onder de naam Kouter vermeld. Deze heuvel bestaat uit zand en gedeeltelijk zelfs 'uit hard gesteente, dat naar zijn oorsprong niet anders is, dan de bodem van een zee, die in het tertiair tijdperk een groot deel van ons land bedekte. Brj diepborin- §en treft men deze laag telkens aan, .v. nog bij de werken in de siuis- put van Vlissingen-haven. Men her kent de laag aan de schelpen, die er in voorkomen, welke men meest niet meer levend in ons land aantreft. OUDE SCHELPEN. Toen dit zand werd afgegraven in Nw.-Namen, kon men de schelpen van eeuwen en eeuwen terug, daar zo maar oprapen. Binin zekere zin kan men dat nóg (als men de belt niet schuwt). Zwerfmans' programma bevatte sinds lang een bezoek* aan dit ter rein. Toen het plannetje werd uit gevoerd bloeide de wederik achter Hulst, een plant geassocieerd met 'n graaf bijtje dat om de witte behaar de pooteinclen, 't slobkousbijtje wordt genoemd. Zo terloops was het aardig dat diertje ook hier te vinden. Langs de gedeeltelijk zeer hobbe lige landwegen staat het Rapuuzel- klokje te bloeien, een fraai, licht paars gekleurd klokje met lange, stevige stengel en veel bloemen. Een arbeider wijst een verborgen liggend fietspad, kennelijk aange legd met het rode tertiaire zand van Nieuw-Namen. Dat pad brengt dan ook regelrecht., langs een dijk met veel marjolein, veel stalkruid, en veel ijzerhard (Verbena) naar dit dorp. De weg naar de vuilnisbelt is gauw gevonden, maar er is sinds Zwerf mans' laatste (kortstondige) bezoek veel veranderd. De belt is gedeelte lijk in volkstuintjes herschapen en er is een nieuwe afgraving bijgeko men. OEVER-ZWALUWEN. Deze laatste doorboort wel niet de schelpenlaag, maar Zwerfmans vindt er iets, dat hem nog meer trekt. In de steilrand langs de nieu we groeve heeft zich een kersverse oever-zwaluwen-kolonie gevestigd. Verlof tot betreden van de omhein de groeve is spoedig verkregen en nu kunnen de nesten van dichtbij worden bewonderd. Aan het eind van de gang ligt dan het nest. Bijzonder aardig komen bij enkele nestopeningen de door de pootjes der zwaluwen uitgeslepen gigbaantjes naar voren, voor elk pootje eén, met een uitgespaard richeltje er tussen, geven toegang tot een smallere nest gang, die diep in 't zand doordringt. De tientallen gaten in de steilrand Dat is dan de derde bestaande plaats in Zeeland waar zich eens 'n kolonie vestigde; tot heden bekend uit Sas van Gent, Retranchement (1952) en nu deze in Nieuw-Namen. De broedplaats van enkele aan het O.-Schengen bij Goes (Vleugel en Wilmink 1942'43) is verlaten. Een prettige aanwinst voor de Zeeuwse avifauna (is vogelwereld), die we hopen te mogen behouden. Of gaat de gemeente ook hier weer een vuil nisbelt van maken, wat nog erger is het bestaande randje mee afgraven? Is daar niets aan te doen? Met een beetje goede wil en misschien wat geld is hier iets aardigs te bereiken. tuur laat haar niet onaangeroerd. Er vestigen zich planten in de groeve en op de hellingen, zaadkool en ak- kerwinde, kaasjeskruid, honingkla- vers en ook mossoorten. In de wanden gapen de diepe gan gen van de bijenwolf, een solitair le vende graafwesp, die voor zijn lar ven honingbijen als voedsel vangt. In een donker hoekje zit een prachtig gecamoufleerde, driehoekige nacht vlinder. Bij aanraking ontpopt hij zich als 'n merkwaardige meekrap vlinder, die wel een apart artikeltje waard is. Overigens wemelt het in de zand- put van vlinders, waaronder heel wat vuurvlindertjes en blaüwtjes, on ze kleinste en pittigste dagvlinder soorten. Na toch nog wat waaierschelpjes te hebben verzameld uit een toeval lig ontdekt laagje, de wijde mantel schelp (Chlamys opercularis), de zelfde, waarvan dit jaar enkele (kleine) exemplaren in Yerseke le vend werden gevonden, moet de te rugtocht worden aanvaard. Het zijn aardige schelpjes, waarvan de be woners, nu slechts in Zuidelijker streken, kunnen leven. Bij het afscheid hoort Zwerfmans de oeverzwaluwen weer als in het begin vrolijk te keer gaan en hij ziet ze weer in en uit de nestgaten vlie gen. Alsof ze vol vertrouwen de toe komst tegemoet zien. Laat door de mannen van invloed dit vertrouwen nu eens niet be schaamd worden. SCHELPEN. Van het verzamelen van schelpen komt niet veel meer. de oeverzwalu- wen hebben een brok uit de beschik bare tijd gehapt. Wantom te verzamelen moet men zelf graven, de ontblote laag is uitgeput. Geluk kig heeft het hoofd van de R.K. school er van gered, wat hij kon. Hij toont de schelpen en oude beenderen, waaronder één in stukken gebroken, versteende walvisrib. Hij bewaart deze verzameling vol trots, om -een herinnering te bestendigen, wanneer alles voorbij zal zijn. Want niet alleen de mensen deden een aanval op de groeve, ook de na- LEZERS SCHRIJVEN... (Opname van Ingezonden stukken bete kent niet. dat de redactie met de Inhoud Instemt. Plaatsing geschiedt buiten ver antwoordelijkheid der redactie. De redac tie behoudt zich het recht voor ingezon den stukken te bekorten, of plaatsing te weigeren. Over deze rubriek wordt geen correspondentie gevoerd Stukken, waar van naam en adres van inzender onbe lcend zijn, worden niet opgenomen Niet geplaatste stukken worden niet terugge zonden UIT AS EN WATER HERREZEN Toen ik kort na de bevrijding in Vlissingen terugkeerde, en zag wat er van onze Scheldestad overgebleven was, vroeg ik mijzelf af: „Hoe zal dit ooit weer goed komen?" Staande op de Boulevard, zag ik zover het oog reikte aan de ene zijde een troosteloze watermassa, met hier en daar de da ken van woningen en boerderijen er bovenuitstekend, aan de andere zijde puin en nog eens puin. Nu, zeven jaar later, is niet alleen van dit trieste schouwspel vrijwel niets meer te zien, maar is een stad herrezen uit as en water, waarin het weer een lust mag heten te kunnen werken, leven én' feesten. Wanneer men zich even realiseert hoe het was en hoe het nu is, is ér ook wel alle reden om te feesten. Het is dan ook een gelukkige ge dachte van het V.V.V. alhier geweest, om in haar 60-jarig bestaan de gehele Vlissingse volksgemeenschap te be trekken. Een woord van hulde aan de initiatiefnemer(s) en aan de organi sator, die het aandurfde deze feest- weelc te organiseren en aan allen, die zich inspannen om dit feest te doen slagen. Vlissingen, uw stad is waard om in de nationale en internationale belangstelling te staan. U zijt op de goede weg. Laat deze niet meer los en de resultaten van uw moeizame arbeid zullen vruchten afwerpen, di rect en indirect, voor de gehele Vlis singse volksgemeenschap. Stadgenoten, de vlaggen uit. Vlis singen viert feest. Een Vlissinger. 43. „Laten we dan met z'n drieën naar Het Rode Paard rijden," zei Bonkie Biezebijter. „Mis schien lukt het ons die twee kerels in handen te krijgen. Als we ze in één van de kelders van de herberg kunnen opsluiten, is er nog niets verloren en met z'n drieën zjjn we toch wel wat mans." „Hoe rijden?" vroeg Roel Reutelvink. „Hebben jullie dan een auto?" „Natuurlijk," antwoordde Bonkie Biezebijter. „Die taxi hebben wij gehouden. Die staat voor de deur. We wilden hem eigenlijk de plomp in rijden, maar 't -is maar goed dat we dat nog niet gedaan hebben enneRoel Reu telvink was naar 't venster gelopen en keek naar beneden. Hij zag hoe iemand de taxi met een paar handige manoeuvres in de straat omdraaide en toen in volle vaart wegreedHij wendde zich tot zijn twee bezoekers. „Jullie beweerden, dat die taxi voor de deur staat, hè?" vroeg hg sarcas tisch, ..Laat ik je dan vertellen, dat-ie voor de deur gestaan hééft en dat ef zo juist iemand mee vandoor is gegaanBonkie Biezebijter en Sjonnie sprongen bijna gelijktijdig op en renden naar het venster. Sjonnie stak zijn hoofd naar buiten. Heel in de verte zag hij een auto in een stofwolk verdwijnen. „D-d-dat is sterk," mompel de hij. „D-d-die zijn we kwijt, Bonkie!" Roel Reu telvink keek de twee anderen minachtend aan. „Jullie zijn me een paar dilettanten, hoor," zei hg. „Als je maar weet, dat ik met deze affaire niets meer te maken wens te hebben. Die is stuk. Aan zo'n voos zaakje waag ik mijn dure duikapparaten niet en nog minder mijn goede naam. 't Ga de heren goed. Mag ik zo vrij zijn de deur voor hen open te maken?" Brand in gebouw met zeer ontplofbare brandstof Vrijdagmorgen vroeg is door nog onbekende oorzaak brand ontstaan in een gebouwtje bij de lakafdeling van de N.V. chemische fabriek Gem- bo te Winschoten. In het gebouwtje lag een aantal met nitro-cellulose ge vulde vaten opgeslagen, een zeer ont plofbare brandstof. De brandweer wist' te voorkomen, dat zich ontploffingen voordeden. De vaten konden worden verwijderd. Het gebouwtje is echter geheel uitge brand. Volgens voorlopige schatting bedraagt de aangerichte schade enke le tienduizenden guldens. KERKNIEUWS Baptisten gemeenten. Beroepen te Winschoten: J. Reiling te Haulerwijk. ZEEUWSE KERKCONCERTEN Schrijvende over de kerkconcerten, „waartoe het muziekleven in Zeeland zich vaak beperkt", merkt in de P.Z. Ct. dr D. A. de Graaf op, dat het daar geen uitzondering is, als Beethoven als jongste componist ten gehore wordt gebracht. Deze opmerking lijkt mij niet juist, want in aanmerking nemende dat met kêrftconcèrtèh vermoe'délijk voor al orgelconcerten worden bedoeld, kan men constateren, dat juist de en kele Zeeuwse organisten die vrij re gelmatig deze concerten verzorgen, genoeg „geavanceerd" zijn om een ruime plaats te geven aan muziek van moderne en hedendaagse com ponisten. Zo zijn b.v. in de Vlissingse St Jacobskerk de laatste jaren werken uitgevoerd van Franck, Vieme, Tournemire, Peeters, Andriessen, Roussel, Respighi, Monnikendam e.a. Voorts vragen we ons af waar er gens in Zeeland dr De Graaf een kerkeoncert heeft gehoord waar Beet hoven werd gespeeld of gezongen. Or- Ëenée Shann 85 gelmuziek schreef Beethoven prac- tisch niet, evenmin als vocale muziek met orgelbegeleiding. Een organist is dus toen daarbij vermoedelijk niet betrokken geweest. Vlissingen. Een organist. „Onzin," zei Barbara, een sigaret opstekend. „Ze zal wel ergens zijn op gehouden." Heather keek haar met een eigen aardige blik aan. „Zeg, Barbara?" „Ja?" „Je gelooft toch niet, dat ze er met Benny Jackson vandoor is Toevallig wëet ik, dat ze hem vanmorgen dooi de telefoon heeft gesproken." Barbara kreeg een schrik. „Hoe laat was dat, Heather?" „Dat weet ik niet precies, maar moeder was in de badkamer en Joan sprak met hem door de telefoon in de hall. Haar stem klonk heel zacht en ik verstond niet veel van wat ze zei, maar er was sprake van een ont moeting vanavond." Barbara stond op, want ze kon geen ogenblik langer stil zitten. Na een blik uit het venster te hebben ge worpen, liep ze naar de voordeur. Toen keerde ze bij Heather terug. „Had me dat maar eerder verteld, Heather!" „Och, ik heb wel op het punt ge- Staan, maar toenja toen wilde ik niet uit de school klappen." „Maar kindlief, dit kan heel ernstig zijn." Op dit ogenblik hoorden ze de lift bij him verdieping stilhouden en de stalen deur openzwaaien. Beiden ke ken elkaar vol verwachting aan. Tot de deur van de flat tegenover hen dichtsloeg. Als met een plotselinge ingeving liep Barbara naar de tele foon, draaide het nummer van Lucie's flat en herinnerde zich toen, dat Lu cie naar het theater was. Daar kreeg ze ten antwoord, dat haar vriendin nu op het toneel was en dus niet aan het toestel kon komen. „Zou 't lang duren? Het is heel be langrijk." „Ongeveer een kwartier, juffrouw." „Dan zal ik nóg eens bellen." „Wat doe je?" vroeg Heather, toen Barbara weer in de zitkamer kwam. „Ik wil Benny Jackson zien te be reiken." „Staat hij niet in de telefoongids?" „Jammer genoeg niet." „Als ze er vandoor zijn, zul je ze niet te pakken krijgen. Vermoedelijk zijn ze nu op weg naar Gretna Green (de plaats in Schotland, waar krach tens een oud privilege huwelijken zon der veel formaliteiten gesloten kun nen worden)," merkte Heather met een wrange glimlach op. ,,'t Zou jam mer voor Joan zijn, wanneer ze in de zelfde trein terecht kwam als moe der." Barbara schudde het hoofd. „Ik denk niet, dat hij haai- naar Gretna Green zal brengen." „Ik dacht, dat daar weggelopen paartjes konden trouwen." Barbara antwoordde niet, maar keek op de klok. Vijf, tien, vijftien minuten. Andermaal nam ze de tele foon op en nu kreeg ze Lucie aan het toestel. „Lucie, herinner jij je nog dat feestje bij Dulcie?" „Natuui-lijk; wat zou dat?" „Daar was ook een zekere Benny Jackson. Zou jij voor mij ook te we ten kunnen komen, waar hij woont?" „Kindlief, dat acht ik al heel on waarschijnlijk. Dulcie kende amper de helft van haar gasten persoonlijk." „Kun je 't haar in elk geval niet vragen? Alsjeblieft, Lucie, het is van groot, belang." Lucie beloofde het en zei toen: ,,'t Klinkt alles nogal geheimzinnig. Waarom wil je het adres van die Jackson hebben?" „Dat zal ik je wel vertellen als ik bij je kom. Maar wil je nu proberen, 't zo gauw mogelijk te krijgen?" „Over een paar minuten bel ik je wel weer op." „Hoe weet je vriendin Lucie waar je Benny kimt vinden?" vroeg Hea ther. „Zg weet het niet, maar één van de meisjes in haar revue kent hem." (Wordt vervolgd). Sjors de grappenmaker Sjors, de bediende uit de manufacturenwinkel is een leuke jongen. Zijn gezicht staat altijd vrolijk en als "lij niet zingt dan fluit hij en als hg niet fluit dan vertelt hij zulke malle verhalen dat zelfs de baas er hard om moet lachen. Maar op ze kere dag. toen Sjors boven Mies, die nu vacantie heeft, Gaat heerlijk naar de zee En om te overnachten Neemt ze fijn een tentje mee. op een trap stond öm een paar tafelkleedjes tegen de muur te etaleren verloor hij zijn evenwicht. Hg tuimelde achterover en viel tussen de toonbank en de ladenkast. Iedereen schoot geschrok ken toe en hoewel Sjors nog steeds lachte was het aan zijn gezicht te zien dat hij zich echt pijn had gedaan. Een paar uur later consta- tèerde de dokter dan ook dat Sjors zijn pols had ge- breven. Er werd een stevig verband om gedaan en de jongen mocht voorlopig niet werken. Nu. dat vond Sjors maar niets. Mag ik nu helemaal die arm niet gebruiken?" vroeg hij de dokter. „Nee, Sjors!". antv/oordde de ge neesheer. „Als je je een paar weken rustig houdt is alles weer voorbij!" Het kostte Sjors moeite maar hg hield zgn woord en toen de dokter na de af gesproken tijd het verband van zijn pols draaide sprak deze: „Keurig hoor Sjors. het leed is weer geleden. Je bent weer helemaal de oude!" „Fijn, dokter!", lachte Sjors „en mag ik nu weer timmeren?". „Je mag nu weer timmeren", sprak de dokter. „En ook weer schrijven?" „Je schrijft maai zoveel je wilt" antwoordde de dokter weer „En kan ik nu ook pianospelen?" „Na tuurlijk kun jij pianospe len!". herhaalde de dokter voor de derde maal. Toen schoot Sjors in een lach. „Wat is er jongen!", vroeg de gemoedelijke dok ter. „Oh" lachte Sjors. „Ik kan helemaal niet piano spelen!" We maken deze mooie hoed van stevig doch buig zaam karton, liefst zwart. Meet eerst een stuk af van 25x11 cm., (fig. A). Langs de boven-, onder- en zijkant zet je een lijn van 2 cm. van de rand. Knip de strook uit en daarna de lipjes (let op de tekening). Plak vervol gens de voorzijde van de strook met lip D. aan de achterkant. Je krijgt nu een korte kachelpijp. Het tentje staat al overeind En onze muis is moe. Ze kruipt dus snel onder de wol En doet haar oogjes toe. Maar als de muis te slapen ligt, Gaat plots het water stijgen, Hoe moet dat nu met arme Mies? Wat zullen we nu krijgen? Mies ziet gelukkig het gevaar. Geen vijf minuten later, Daar staat ze. drijfnat op het strand En de tent staat ver in 't water. Nu teken je een ovaal van 11x13 cm. Zet de kachelpijp er in het midden bovenop en trek de omtrek over (E). Weer alles uitknippen, ook de binnenkant (E), want die heb je nog nodig. Druk nu de kachelpijp door het gat ln de ovaal, vouw de lipjes naar buiten om en plak ze tegen de onderkant van de rand vast De lipjes aan de bovenkant van de hoed buig je naar binnen en daar plak je de kleine ovaal (E) op. De hoed is nu klaar. Alleen nog een mooi lintje er om doen en de zij randen van de hoed rond naar boven buigen. ■u i§a x^ ekt had 4 ■?2 5~ /■Z /<r ~SA BEL. KRüEi DAAROM vraagt het hondje. Zou hij het vergeten zijn? Dan zul len wij zijn geheugen eens wat gaan opfrissen. Rond de tekening van de hond staan drie opgaven. Neem de opgave waar 1 voor staat. Er staan drie woorden in. Neem de vol gende letters uit de woor den en zet ze eronder ach ter elkaar op de elf puntjes: De middelste drie van een, de laatste vier van twee, de eerste vier van drie. Als je dit gedaan hebt neem je van de elf letters steeds de even Dus no. 2-4-6 enz. De uit komst is de naam van een plaats in Nederland. Nu opgave II: Hier zie je vijf tekeningen. Neem de eerste letter van elke voor stelling en wéér krijg je een Nederlandse plaatsnaam. Tenslotte opgave Hl: Kier staan vijf getallen De ge tallen geven het nummer aan van de letter in het al phabet. Je zoekt dus de 22e letter, de 5e Letter enz. enz. De vijf letters achter elkaar vormen weer een plaats in Nederland. Je hebt nu drie plaats namen onder elkar staan. Schrijf achter iedere naam de provincie waarin de plaats ligt Schrijf tenslotte de eerste letter van deze drie provincies achter el kaar en zó heel het handje. (Noord Brabant Brabant)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 14