C
Ons horloge moet altijd voor
ons klaar staan
Geheimzinnige figuren uit het
verleden
D
15 KILOMETER WEG OP PALEN
Op 'i Maije
VRIJDAG 15 AUGUSTUS 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VAN STEENTJES, OLIE EN DUIZENDSTE MILLIMETERS
Zwitserse techniek nog steeds
ongeëvenaard
(Van een speciale verslaggever).
Een gesprek met een medepassagier op een nachtelijke reis en een wat ge
dachteloze opmerking hebben ons toevallig, zoals het zo vaak gebeurt, tot
nadere kennismaking met een gebied gebracht, waarop wij waarlijk niet
de pakkende details hadden venvacht, die er in overvloed waren.
Wij zeiden namelijk zo langs onze neus weg, dat wij niets voelden voor
sommige moderne technische vindingen, die de bediening van machines e.d.
wat al te makkelijk maken; het toetsenbord, dat stations op de radio auto
matisch inschakelt, de automatische schakeling van vele moderne auto's en
het zich zelf opwindende horloge. „Oho", zei de „vreemdeling, „maar daar
heeft u het flink mis, tenminste wat de horloges betreft. Weet u dat zulk
modern wonderwerk helemaal niet in de eerste plaats bedacht is om de luie
bezitter het opwinden te besparen, maar om het horloge betrouwbaarder en
duurzamer te maken?"
De vriendelijke, nog jonge buurman
bleek een Zwitser te zijn, die een van
de beide voor Zwitserland meest typi
sche beroepen uitoefent: horlogemaker
(hotelier is de andere)). En hier vol
gen dan een paar van de vele dingen,
die hij ons vertelde over onze trouwe
vriend het horloge, dat, zo bleek, maar
slechts van weinigen de goede zorgen
krijgt, die het verdient. Horlogemakers
schijnen overal ter wereld gewend te
zijn aan verwijtende opmerkingen van
ongeduldige klanten, die over het hor
loge schelden, terwijl de vakman maar
al te goed weet, dat niet het horloge
doch de slechte behandeling door de
bezitter schuld is.
Om bij de moderne horloges met
automatische zelfopwinding te blijven:
de ongelooflijk kunstige mechanismen
die elke armbeweging omzetten in een
de veer constant gespannen houdende
draaibeweging, zijn tegelijk zo gecon
strueerd, dat overspanning uitgesloten
is. En dat alles in een klokhuisje van
normale grootte. Het resultaat is, dat
de veer steeds gelijkmatig gespannen
blijft, waardoor het horloge gelijkma
tiger en nauwkeuriger loopt en veel
minder verslijt.
SLIJTAGE.
Verslijt dat is het wachtwoord
voor elk horloge. Ons is in het ge
sprek voor het eerst duidelijk gewor
den, waarom, Natuurlijk zijn de krach
ten, die een horloge_ door de jaren aan
het lopen houden miniem. Maar wan
neer al die kleine wieltjes honderddui
zenden of millioenen keren draaien,
wanneer daarbij steeds opnieuw me
taal tegen metaal wrijft, dan ontstaat
toch slijtage. En ook al bedraagt deze
slechts duizendsten van een mm., dat
is van betekenis. Bij een goed horloge
zijn de belangrijkste onderdelen op
een duizendste van een mm. precies
bewerkt.
Om nu de slijtage tot een minimum
te beperken, daartoe dienen de stenen.
Ook hieromtrent heerst veelal misver
stand. De steentjes worden ook wel
juwelen genoemd; het zijn inderdaad
robijnen, maar synthetische die niet de
waarde van werkelijke stenen hebben.
Ze kosten slechts 'n paar cent. De draai
ende assen zijn er in gelagerd. Zij ne
men dus de plaats in van kogellagers.
Er bestaat over de kwestie van het
aantal stenen meestal een verkeerd be
grip. Vijftien stenen zijn voldoende
voor de fijnste horloges, en de Zwit
serse industrie verwerkt er nooit meer
dan 17. Het aantal stenen is niet van
zoveel belang, maar de accuratesse van
hun bewerking, hoe zij gesneden, ge
polijst en gezet zijn, is het voornaam
ste.
OLIE.
Maar er is nog een andere factor,
niet minder belangrijk dan de goede
lagering van de draaiende asjes: de
juiste smering van uw horloge. Onze
vriend verraste ons door te vertellen,
dat de horlogier, wanneer hij zegt, dat
't horloge moet worden schoongemaakt,
meestal bedoelt: het moet op de juiste
manier gesmeerd worden. Zeer vaak
speelt niet het binnengedrongen stof
een rol, maar het verlies aan olie Idoor
indrogen of stollen). De onverbeterlij
ke knutselaar, die van geen mechanis
me af kan blijven en met spelden e.d.
met het uurwerk gaat „spelen", zal
bedrogen uitkomen, indien hij soms zijn
horloge gaat oliën. Afgezien van de
kwaliteit van de olie speelt de juiste
dosering hierdebeslissende rol;slechts
de vakman weet de weg. Het is verder
fout het brave horloge maar zolang te
laten lopen tot het door afwijkingen
om de horlogemaker begint te schreeu
wen. Men moet een zakhorloge om de
twee jaren, een herenpolshorloge elk
jaar en een extra klein dameshorloge
om de zes maanen laten schoonmaken
en smeren. Een advies, zo vrezen wij,
dat even weinig navolging zal vinden,
als het advies om iedere zes maanden
naar de tandarts te gaan.
Scherpe luchtjes, die het horloge
binnendringen, vreten aan de olie. Wij
vroegen onze vriend of dit een steek
onder water tegen parfum was. Hij ver
klaarde lachend, dat hij vooral „be
roepsluchtjes" bedoelde. De dokter,
tandarts, ziekenhuiszuster e.a., die bij
hun werk vaak in de buurt van che
micaliën komen, moeten hun horloge
twee keer per jaar laten nazien. Bij
de fabricage van horloges in Zwitser
land heerst om deze reden een anti
septische zindelijkheid, die aan een zie
kenhuis herinnert. Roken is streng
verboden (afgezien van de rook zijn
kruimeltjes as natuurlijk katastrofaal
voor het uurwerk) en de arbeiders,
die de fabriek binnen komen wisselen
hun schoenen. Geen horlogemaker mag
bloemen in zijn werkplaats hebben.
Ook al weer om de lucht zuiver te
houden.
Indien de veer van uw nieuw horlo
ge spoedig breekt, moet u het horloge
niet direct plecht noemen. Hoe paradox
aal dit klinkt, het is veeleer een be
wijs voor een goede kwaliteit. Een goe
de veer is zo hard, dat zij wel eens
breekt, aangezien zij het meest perfect
werkt, indien ze scherp gespannen is.
Heeft de meester, die het horloge in
elkaar zet, de juiste spanningsgraad
gevonden weer een kwestie van
duizendste mm. dan loopt het hor
loge ook tien jaar of langer op de
zelfde veer.
Nog twee adviezen: maak het u tot
een gewoonte, het horloge 's morgens
op te winden. Niet 's avonds. Dan hebt
ge overdag de meest regelmatige ser
vice. En koop geen extra klein horloge,
indien precisie tot op een seconde
voor u belangrijk is. Uiteraard geldt,
dat hoe groter het klokwerk, hoe gro
ter ook de precisie is.
VERDREVEN KONINGEN
SCHRIKKELJAAR.
Onze vriend toonde ons vol trots
zijn eigen horloge, inderdaad een bij
zonder meesterwerk, en gaf ons een
foto ervan. Het bezit buiten de gewo
ne tijdwijzers twee stopwijzers; het
toont de maan-phases. en de eeuwig
durende kalender, heeft de bijzondere
clou, dat het ook met de schrikkelja
ren rekening houdt. De ongelooflijke
hoort, dat dus het wieltje dat om de
vier jaren voor de 29ste Februari zorgt,
één omdraaiing in deze vier jaren uit
voert! Een dergelijk horloge is echter
niet een stuk geperfectionneerd speel
goed. maar in gewone serie-fabricage.
Geen wonder, dat een Zwitsers hor
logemaker zich trots voor een van de
hoogst gekwalificeei'de handwerkers
van de wereld houdt. Tenslotte is de
horlogemakerij ten overgroten dele
door de eeuwen een Zwitsers monopo
lie gebleven. Nergens elders ook in
Amerika niet heeft de horlogein
dustrie een grote vlucht kunnen ne
men. Dit nationale handwerk heeft
zich alleen door doorzettingsvermogen
kunnen handhaven. Thans is de voor
sprong van de eeuwenoude traditie niet
meer te achterhalen.
(Nadruk verboden).
IN DE KRIMPENERW AARD
Een „miüioenwegje", dat geen onderhoud vergt en dus
toch nog goedkoop wordt.
Amsterdam, die grote stad, is gebouwd op palen, zegt een oud kinder,
rijmpje. Vandaar dat dit feit geen Nederlander onbekend gebleven is.
Maar dat er door de Krimpenenvaard tussen Krimpen aan de Usel
en Bergambacht nu ook al vijftien kilometer weg over palen geleid is,
dat zal de meeste Nederlanders tot op dit ogenblik stellig ontgaan zijn.
De ingenieurs van de Provinciale
Waterstaat hebben hier voor een bij
zonder probleem gestaan. Het slap
pe veenpakket, waarover de weg ge
legd moest worden, had een onge.
kende diepte van 10 tot 14 meter.
Het bood totaal geen draagvermogen
en was te diepgaand om uitgegraven
te kunnen worden, zoals gedaan
wordt, wanneer de slappe veenlaag
niet dikker is dan een paar meter
In overleg met het Laboratorium
voor Grondmechanica te Delft pak
te de Provinciale Waterstaat van
Zuid-Holland dit zelfs voor ons land
opmerkelijke vraagstuk aan. Na on
derzoekingen op grote schaal kwa
men de geleerde practici of practi-
sche geleerden, al naar men het zeg
gen wil, tot de slotsom, dat drieër
lei oplossing mogelijk zou zijn. De
eerste oplossing was een doorstorting
met zand, zodat het veen zou wor-,
den weggedrukt. De tweede-oplossing
zou zijn een drukverdelende laag
aan te brengen, als hijvoorbeeld een
rijzen bed, èen constructie dus van
rijshout, waar het grondlichaam van
de weg op zou komen te rusten. De
derde mogelijkheid was een construc
tie, waarbij door middel van palen
steun gezocht zou worden in de vas.
te bodem onder de veenlaag.
In de Krimpener waard bleek de
laatste constructie technisch en fi
nancieel de meest aantrekkelijke op
lossing. Het werk werd aanbesteed
en in 1938 gingen de eerste palen
op dit tracé nabij Krimpen aan de
Tsel zestien meter diep de grond in.
..iet zomaar de grond in echter, als
we dat gewend zijn bij de huizen
bouw, maar met het dikste eind van
de paal naar beneden geheid om het
draagvermogen op de vaste bodem
te vergroten. Op iedere 1,75 meter
weglengte werden vijf palen de bo
dem in gedreven. Met het gevolg,
dat in iedere kilometer weglengte
tussen Krimpen aan de IJsel en
Bergambacht 40 a 50 kilometer hou
ten paal verwerkt werd.
GOUDMAKERS EN PAEREMEESTERS.
Vooral in het Oosten van Europa
en het Midden-Oosten zijn de laatste
jaren meerdere koningen van hun
troon verdreven. In 1945 maakte
Tito in oJego-Slavië een eind aan
het bewind van koning Peter.
In 1946 kwam een eind aan de
dynastie van het huis-Savoye in Ita
lië. Dooi- een volksstemming spra
ken de Buigaren zich uit voor de re
publiek, terwijl ook in Albanië in dit
jaar de communisten de republiek
uitriepen, nadat koning Zog reeds
in 1939 bij de Italiaanse invasie was
gevlucht.
Koning Michaëx van Roemenië
deed in December 1947 afstand, na
onenigheid met de communistische
machtshebbers.
In het Midden-Oosten verlieten
kortelings Faroek en Talal de troon
In Perziè vond in 1941 een troons
wisseling plaats op aandringen van
Rusland en Engeland.
In alle landen van het Midden-
Oosten werd de monarchie echter
wel voortgezet door aanwg'zing van
de wettelijke opvolger
Het blijkt dus, dat de monarchen
van Griekenland. Irak en Saoedi-
Arabië hun troon konden behouden.
Duivelbanners en alchimisten
Aan de zelfkant van het grafelijk hof te 's.Gravenhage of le Gent
konden in de vroege middeleeuwen duivelbanners, waarzegsters, schat,
zoekers en alchemisten vrywel ongestoord hun bedrijf uitoefenen, omdat
zij beschermd werden van hogerhand.
Toch was het een riskant beroep, daar de helderziende na een ver.
keerde voorspelling in ongenade kon vallen, en de alchemist, na een mis
lukte poging om goud te distilleren, zijn hoofd voelde wankelen.
Hun reizende collega's hadden het veel moeilijker, maar zij konden zich
gelukkig prezen, dat de heren rechters In de steden niet zo goedgelovig
waren.
Wie in Vlissingen voor de nuchte
re, sceptische rechters kwam, be
hoefde niet te vrezen dat mén daar
een bondgenootschap met de duivel
ernstig op zou nemen: als bedrieger
kon men gebannen, of desnoods ge
brandmerkt worden, maar men werd
niet als tovenaar boven een stil vuur
verbrand.
Dat ondervond meester Jacob Ju-
docus de Rosa van Kortrijk, die al
jaren de zogenaamde geheimzinnige
wetenschappen had beoefend, welke
tezamen de zwarte of vrije kunst
vormden.
Hij liet de geesten der gestorve
nen spreken op zijn séances en be
zat een ring, waarin een duivel was
bezworen, aie hij elke vijf dagen
raadpleegde. Door de bezweringen,
die hij uitsprak weken ziekte en
dood: wat gebroken was, heelde hij,
wat verstuikt of verzwikt was, ge
nas hij en als hij het gebood, liet de
kwade hand af van hoeve en stal, en
keerde het gestolen of verloren goed
weerom.
VERBANNEN.
Jacob Judocus de Rosa was een
geheimzinnig en veelzijdig man, maar
dit baatte hem niet. Hij moest toe
zien, dat vóór het raadhuis te Vlis
singen zijn handschriften, waarin de
diverse bezweringsformules waren
opgeschreven, tot pulver werden ver
brand, en hoe zijn duivelsring met
enige fikse hamerslagen werd gebro
ken. Daarna grepen de dienaren hem
en leidden hem naar de gevangen
poort, waai- hij een tijdje verbleef,
omdat hij de kosten niet betalen kon,
die de justitie voor hem had ge
maakt. Eerst toen deze straf er op
zat, werd hg buiten de poort geleid-
hij was voorgoed uit de stad Vlis
singen gebannen en wachtte er zich
wel voor, om nog eens terug te ke
ren, want een dergelijke overtreding
van de uitspraak dér rechters bete
kende een levenslange opsluiting.
Jaren later doorkruiste hij Brabant,
Overgsel en Gelderland met nieuwe
toverboeken en nog probater midde
len: menigeen liet zich door hem be
lezen en hoorde eerbiedig toe hoe
hij met plechtige stem zijn bezwe
ringen uitsprak in een hun onbeken
de taal, maar desondanks onderging
hij soortgelijke vonnissen als te Vlis
singen in Breda, Arnhem en Deven
ter.
Na het jaar 1563 horen wij niets
meer van hem. Evenals zo vele an
dere zwervers, die er vrolijk op los-
leefden zo lang ze geld hadden, zal
hg wel in een gasthuis aan zgn ein
de zijn gekomen.
UIT HET ONBEKENDE.
Reizende alchemisten waren nog
veel raadselachtiger figuren, die hun
namen zelfs verborgen wisten te
houden.
Zij doken uit het onbekende op,
verdwenen weer eer men hun gan
gen had kunnen nagaan en lieten
vaak een onuitwisbare indruk ach
ter.
Op een donkere winteravond van
het jaar 1604 liet een geheimzinni-
fe vreemdeling de klopper vallen op
e deur van een huis te Middelburg,
op de hoek van de Groenmarkt, waar
de goudsmid Fredrick Muntynckx
woonde.
De vreemdeling gaf voor dat hij
een Schots edelman was, die in de
mysteriën de ralchemie was ingewijd,
JACQ. R. (V. SINNINGHE
en zijn vaderland had verlaten om
op zijn reizen door de wijde wereld
het goud te doen schitteren. Hg kon
namelijk lood en oud ijzer in edel
metaal veranderen, door middel van
een rood gekleurd poeder, dat hij
van de Steen der Wgzen had afge
schraapt.
Na lange en kostbare voorberei
dingen gelukte de proef ook te Mid
delburg in het huis van de goudsmid.
Vier ons lood werden in een kroes
gesmolten met één deel zwavel, en
nadat het metaal veranderd was in
een gloeiend hete, vloeibare massa,
wierp de alchemist er een greintje
van zijn rood poeder in.
Een half uur later werd het meng-
GEEN PALEN MEER.
Van 1938 tot in het begin van de
oorlog van 1940 kon met bekwame
spoed aan het tracé gewerkt wor
den. Toen waren er geen palen meer
te krijgen. Vier vijf kilometer wa
ren er echter nog maar klaar van
de gedachte twintig kilometer.
Teneinde raad besloot men het
werk voort te zetten met een door
storting met zand. Weldra bleek,
dat deze oplossing kostbaarder was
dan de paalfundering. Per strekken
de meter weg was 125 150 kubie
ke meter zand nodig. En in 1950,
toen pas de verharding werd aange.
bracht, bleek de bodem hier nog niet
tot rust gekomen te zijn. Nu prijst
men zich gelukkig, dat er maar
nauwelijks twee kilometer op c
manier werd doodgegaan, en na de
oorlog met bekwame spoed weer
werd vervolgd met de paalconstrue-
tie.
Wie een klein beetje thuis is in
de wegenbouw, zal reeds begrepen
hebben, dat het verharde weggedeel
te niet direct op de palen gelegd is.
Neen, op die palen is een gewapend
betonnen bak gegoten over de volle
wegbreedte met opstaande kanten
van anderhalve meter hoogte. In
deze betonnen bak is naderhand het
zand gestort, waarop de betonverhar-
ding van de rijweg is komen te rus
ten.
Nóg is het werk niet geheel ge
reed: 5% kilometer van het tracé
Lekkei-kerk-Bergambacht (totaal 7Vz
kilometer) kwam klaar; twee kilo
meter moet nog gebeuren. Het be
stek hiervoor ligt gereed, maar het
provinciaal bestuur heeft nog geen
toestemming voor de uitvoering ge
geven.
EN DE KOSTEN?
En nu de kosten. Inderdaad per
strekkende meter is de prijs van deze
weg aanzienlijk hoger dan wij
wend zijn te betalen. Alleen de
tonnen bak kostte op dit traject al
1,4 millioen gulden. Als de weg ge
heel klaar is, mag men rekenen met
een kostprijs van 7% a 8 ton per
kilometer. Normaal ligt de prijs van
een weg op niet al te beste bodem
op 2 y2 ton.
De verwachting is, dat de huidige
constructie tot in lengte van jaren
feen onderhoudskosten zal vergen.
!n wie weet, wat voor onderhoud
der wegen op onze slappe bodem
jaarlijks moet worden uitgegeven,
zonder afdoende resultaat, kan heel
goed begrijpen, dat dit millioenen
wegje-op-palen tussen Krimpen en
Bergambacht op den duur toch nog
goedkoop is.
(Nadruk verboden).
sel sissend uitgestort in een met wa
ter gevulde kroes, die bereidwillig
werd aangereikt door de goudmaker,
en zie, nadat het lood was afgekoeld,
vond men op de bodem een brok
goud, dat een-en-drie-kwart ons
wóog.
In allerijl werd een deskundige
ontboden: niemand minder dan ae
keurmeester van. de Zeeuwse munt,
Herman Cluyssen, toetste het goud
op zijn waarde en gehalte, waarna
de goudsmid dit drie-en-twintig ka
raats goud met zijn teken waarmerk
te.
NIEUWE TIJDEN.
Sinds nieuwe tijden aanbraken, kan
men geen reizende alchemisten meer
ontmoeten langs de wégen en in de
herbergen van Zeeland. Datzelfde
kan echter niet gezegd worden van
heksenmeesters, tovenaars en duivel
banners, waarover men nog zo vaak
hoort spreken.
Menige „paeremeester" deed niet
alleen de veearts concurrentie met
zgn „paardenmiddelen", maar hij
was ook ervaren in de toverkunst.
Hij kon meer dan „rechttoe-recht-
aan", en werd daarom vaak geroe
pen wanneer de boerin „de kaern nie
af kon kriege" en het dus niet wil
de boteren.
Sterke verhalen doen nog de ron
de over „paeremeesters" van Melis-
kerke en Zaamslag, die op 'net einde
der vorige eeuw leefden.
Ook de schaapherders, die met
hun kudden het polderland van
Zeeuwsch-Vlaanderen doorkruisten,
kenden veel wonderlijke middelen en
bezweringen, vervaardigden het pro
bate „poeder van Sinte Patie" (sym
pathie) en stonden practïsch voor
niets.
En zo waren er meerStoffel
Mulder, een schipper uit Yerseke,
die omstreeks 1890 van zich deed
spreken, omdat hij tovenaars en hek
sen wist te ontmaskeren, door middel
van twee sleutels, die hij kruiselings
op een opengeslagen Bijbel legde, bij
een bepaalde tekst; Jan Breen
boerenknecht op een van de hoeven
in de Noord-Kraayert onder 's-Heer
Arendskerke; Willem Dekker, die op
Stroodorp woondezij hebben
een even diepe indruk gemaakt als
hun voorgangers in voorbge eeuwen.
SCHAKEN
Mevrouw Heemskerk
behoudt de titel.
Door een overwinning op mej. C.
Bouwman in de 4e ronde heeft mevr.
F. Heemskerk uit Amersfoort Don
derdag het tournooi om het Neder
lands kampioenschap schaken voor
dames te Maastricht gewonnen. Met
4 punten bezet mevr. Heemskerk
thans de eerste plaats, gevolgd door
mevr. A. van der Veen cn mevr. C.
Roodzant, beiden met 3 pnt Ook al
zou mevr. Heemskerk in de vanmid
dag te spelen 5e en laatste ronde
verliezen, en de dames Van der Veen
en Roodzant haar partijen winnen,
waardoor dus drie deelneemsters met
een zelfde puntenaantal zouden ein
digen. dan nog zou het kampioen
schap ten deel vallen aan mevr.
Heemskerk, daar zij titelhoudster is.
Nederland verloor van
Rusland.
Nederland heeft in het F.I.D.E,-
landentournooi te Helsinki met
V2 van Rusland verloren. Van Schel-
tinga slaagde er in remise te be
reiken tegen Keres, doch Prins,
Cortlever en Kramer verloren resp.
van Smyslov, Brinstein en Geiler.
DAMMEN
R.D.G. clubkampioen
van Nederland.
RDG (Den Haag) en DCL (Leeuw
arden hebben te Zwolle een beslis
singswedstrijd gespeeld om het club
kampioenschap dammen van Neder
land. De ontmoeting eindigde in een
voorlopige 108 uitslag in het voor
deel van "RDG, waarbij één partij
door arbitrage moest worden beshst.
Deze partij is thans remise ver
klaard. Hierdoor is de eindstand dus
119 voor RDG geworden, met welk
resultaat de Hagenaars het clubkam
pioenschap hebben veroverd. Het is
de vierde maal, dat RDG beslag op
de titel legt. Ook in 1939, 1941 en
1949r is de Haagse vereniging er in
geslaagd het kampioenschap te be
nalen.
TENNIS
DE NEDERLANDSE
KAMPIOEN SCHAPPEN.
De vierde dag van de -strijd om
de nationale tennistitels leverde en
kele verrassingen op. Mevr. Vlielan-
derHein wist nl. in het dames en
kelspel mevr. Peters te verslaan en
In het gemengd dubbelspel verloren
Fenny ten Bosch en dr. Van Swol
van mej. Fikenscher en ir. Tonjes.
GESLOTEN DEUREN
Er was een zaak met gesloten deu
ren. Dat is altoos een onfrisse bedoe
ning, want de mensen, die in zulke
omstandigheden terecht staan, heb
ben erger dingen op hun geweten dan
diefstal of belediging. Meestal hebben
zij gegrepen naar een jeugdig leven.
En meestal hebben zij dan, behalve
lichamelijke schade, óók onherstel
bare schade aan de ziel toegebracht.
Persoonlijk vind ik aan de meeste
kleine zondaars, aan de meeste tob-
berige sohobbertjes, die hier komen
voor een valsheid in geschrifte, voor
een gegapt tientje, voor een klap of
een schop of een luidruchtige dron
kenschap, altijd nog wel een goeie
kant. De omstandigheden, het milieu,
ge moet het allemaal in aanmerking
nemen. En dan komt ge, eerlijk na
denkend, tot de conclusie, dat al die
mensen niet zoveel slechter of ge
mener zijn dan de keurige burger met
zijn gestreken overhemd en zgn pa
rate chèque-boek.
Maar met die mensen van de ge
sloten deuren is het iets anders. Zg
vormen een klasse apart. Zij zijn een
soort, dat ge instinctief buiten
de gemeenschap plaatst. Instede van
gevoelens van barmhartigheid wek
ken zij altoos de reactie, die het plot
selinge verschijnen van een rat wekt.
Uw eerste beweging is, er naar te
trappen
Jazeker, ik weet het wel. ik weet
het wel, Freud en al de na hem ko
mende heüscharen van psychiaters
en zielepeuteraars hebben het alle
maal ragfijn uiteengezet. Verwrongen
complexen en Oedipus en rammelaar-
bijters en libido, ik heb het hoe
wel kokhalzend gelezen. En 'k heb
het hoofd geschud in verbijstering
over zóveel geleerdheid. Van de wieg
tot de zitting met gesloten deuren:
het is allemaal logisch en uitneem-
baar. Ieder misdadig schroefje past
op het psychologische boutje; die jon
gens van Sigmund-de-Grote hebben
het schitterend in elkaar gezet.
Maar als dearechtbank aankondigt:
zitting met gesloten deuren en als
we dan het gangetje op en neer lopen,
de pers en de vaste klanten van de
tribune, dan denk ik toch vooral aan
de ziel van dat kleine, twaalfjarige
meisje, dat beteuterd en bleek, aan ae
hand van een ontdane moeder de zaal
binnen is gegaan. Om getuigenis af
te leggen tegen de kerel van drie-en-
zestig, die vroeger te hard op zijn
ï'ammelaar heeft gebeten. Volgens de
psychologen
Zc moste zulke lui maar inééns
ophangen. Krengetuigzegt een
klein, grijs kereltje in een schippers
trui.
Ik ben geen barbaar. Maar diep in
mgn hart zegt een stem: ja.
Och, ik ben maar een ouderwets
mannetje. Ik kan geen bloed zien. Ik
zou waarschijnlijk geen week lang
een boterham door mijn keel kunnen
krijgen, als ik bij de executie van een
veroordeelde aanwezig moest zijn. En
daarom begrijp ik de hardheid niet,
die er altijd over me komt zodra de
rechter zegt: gesloten deuren.
Freud zou wel weten, wat me man
keert Vermoedelijk ben ik achter ge
bleven bij de beschaving. Vermoede
lijk ben ik wat te wraakzuchtig. Net
als de Bosjesmannen in West-Afrika.
Zij binden zo'n „gesloten deuren "-man
aan een boom en steken hem dood
met botte speren. Zij weten niet
beter. Ze hebben nooit van Freud ge
hoord, de stakkers.