C Ons horloge moet altijd voor ons klaar staan Geheimzinnige figuren uit het verleden D 15 KILOMETER WEG OP PALEN Op 'i Maije VRIJDAG 15 AUGUSTUS 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VAN STEENTJES, OLIE EN DUIZENDSTE MILLIMETERS Zwitserse techniek nog steeds ongeëvenaard (Van een speciale verslaggever). Een gesprek met een medepassagier op een nachtelijke reis en een wat ge dachteloze opmerking hebben ons toevallig, zoals het zo vaak gebeurt, tot nadere kennismaking met een gebied gebracht, waarop wij waarlijk niet de pakkende details hadden venvacht, die er in overvloed waren. Wij zeiden namelijk zo langs onze neus weg, dat wij niets voelden voor sommige moderne technische vindingen, die de bediening van machines e.d. wat al te makkelijk maken; het toetsenbord, dat stations op de radio auto matisch inschakelt, de automatische schakeling van vele moderne auto's en het zich zelf opwindende horloge. „Oho", zei de „vreemdeling, „maar daar heeft u het flink mis, tenminste wat de horloges betreft. Weet u dat zulk modern wonderwerk helemaal niet in de eerste plaats bedacht is om de luie bezitter het opwinden te besparen, maar om het horloge betrouwbaarder en duurzamer te maken?" De vriendelijke, nog jonge buurman bleek een Zwitser te zijn, die een van de beide voor Zwitserland meest typi sche beroepen uitoefent: horlogemaker (hotelier is de andere)). En hier vol gen dan een paar van de vele dingen, die hij ons vertelde over onze trouwe vriend het horloge, dat, zo bleek, maar slechts van weinigen de goede zorgen krijgt, die het verdient. Horlogemakers schijnen overal ter wereld gewend te zijn aan verwijtende opmerkingen van ongeduldige klanten, die over het hor loge schelden, terwijl de vakman maar al te goed weet, dat niet het horloge doch de slechte behandeling door de bezitter schuld is. Om bij de moderne horloges met automatische zelfopwinding te blijven: de ongelooflijk kunstige mechanismen die elke armbeweging omzetten in een de veer constant gespannen houdende draaibeweging, zijn tegelijk zo gecon strueerd, dat overspanning uitgesloten is. En dat alles in een klokhuisje van normale grootte. Het resultaat is, dat de veer steeds gelijkmatig gespannen blijft, waardoor het horloge gelijkma tiger en nauwkeuriger loopt en veel minder verslijt. SLIJTAGE. Verslijt dat is het wachtwoord voor elk horloge. Ons is in het ge sprek voor het eerst duidelijk gewor den, waarom, Natuurlijk zijn de krach ten, die een horloge_ door de jaren aan het lopen houden miniem. Maar wan neer al die kleine wieltjes honderddui zenden of millioenen keren draaien, wanneer daarbij steeds opnieuw me taal tegen metaal wrijft, dan ontstaat toch slijtage. En ook al bedraagt deze slechts duizendsten van een mm., dat is van betekenis. Bij een goed horloge zijn de belangrijkste onderdelen op een duizendste van een mm. precies bewerkt. Om nu de slijtage tot een minimum te beperken, daartoe dienen de stenen. Ook hieromtrent heerst veelal misver stand. De steentjes worden ook wel juwelen genoemd; het zijn inderdaad robijnen, maar synthetische die niet de waarde van werkelijke stenen hebben. Ze kosten slechts 'n paar cent. De draai ende assen zijn er in gelagerd. Zij ne men dus de plaats in van kogellagers. Er bestaat over de kwestie van het aantal stenen meestal een verkeerd be grip. Vijftien stenen zijn voldoende voor de fijnste horloges, en de Zwit serse industrie verwerkt er nooit meer dan 17. Het aantal stenen is niet van zoveel belang, maar de accuratesse van hun bewerking, hoe zij gesneden, ge polijst en gezet zijn, is het voornaam ste. OLIE. Maar er is nog een andere factor, niet minder belangrijk dan de goede lagering van de draaiende asjes: de juiste smering van uw horloge. Onze vriend verraste ons door te vertellen, dat de horlogier, wanneer hij zegt, dat 't horloge moet worden schoongemaakt, meestal bedoelt: het moet op de juiste manier gesmeerd worden. Zeer vaak speelt niet het binnengedrongen stof een rol, maar het verlies aan olie Idoor indrogen of stollen). De onverbeterlij ke knutselaar, die van geen mechanis me af kan blijven en met spelden e.d. met het uurwerk gaat „spelen", zal bedrogen uitkomen, indien hij soms zijn horloge gaat oliën. Afgezien van de kwaliteit van de olie speelt de juiste dosering hierdebeslissende rol;slechts de vakman weet de weg. Het is verder fout het brave horloge maar zolang te laten lopen tot het door afwijkingen om de horlogemaker begint te schreeu wen. Men moet een zakhorloge om de twee jaren, een herenpolshorloge elk jaar en een extra klein dameshorloge om de zes maanen laten schoonmaken en smeren. Een advies, zo vrezen wij, dat even weinig navolging zal vinden, als het advies om iedere zes maanden naar de tandarts te gaan. Scherpe luchtjes, die het horloge binnendringen, vreten aan de olie. Wij vroegen onze vriend of dit een steek onder water tegen parfum was. Hij ver klaarde lachend, dat hij vooral „be roepsluchtjes" bedoelde. De dokter, tandarts, ziekenhuiszuster e.a., die bij hun werk vaak in de buurt van che micaliën komen, moeten hun horloge twee keer per jaar laten nazien. Bij de fabricage van horloges in Zwitser land heerst om deze reden een anti septische zindelijkheid, die aan een zie kenhuis herinnert. Roken is streng verboden (afgezien van de rook zijn kruimeltjes as natuurlijk katastrofaal voor het uurwerk) en de arbeiders, die de fabriek binnen komen wisselen hun schoenen. Geen horlogemaker mag bloemen in zijn werkplaats hebben. Ook al weer om de lucht zuiver te houden. Indien de veer van uw nieuw horlo ge spoedig breekt, moet u het horloge niet direct plecht noemen. Hoe paradox aal dit klinkt, het is veeleer een be wijs voor een goede kwaliteit. Een goe de veer is zo hard, dat zij wel eens breekt, aangezien zij het meest perfect werkt, indien ze scherp gespannen is. Heeft de meester, die het horloge in elkaar zet, de juiste spanningsgraad gevonden weer een kwestie van duizendste mm. dan loopt het hor loge ook tien jaar of langer op de zelfde veer. Nog twee adviezen: maak het u tot een gewoonte, het horloge 's morgens op te winden. Niet 's avonds. Dan hebt ge overdag de meest regelmatige ser vice. En koop geen extra klein horloge, indien precisie tot op een seconde voor u belangrijk is. Uiteraard geldt, dat hoe groter het klokwerk, hoe gro ter ook de precisie is. VERDREVEN KONINGEN SCHRIKKELJAAR. Onze vriend toonde ons vol trots zijn eigen horloge, inderdaad een bij zonder meesterwerk, en gaf ons een foto ervan. Het bezit buiten de gewo ne tijdwijzers twee stopwijzers; het toont de maan-phases. en de eeuwig durende kalender, heeft de bijzondere clou, dat het ook met de schrikkelja ren rekening houdt. De ongelooflijke hoort, dat dus het wieltje dat om de vier jaren voor de 29ste Februari zorgt, één omdraaiing in deze vier jaren uit voert! Een dergelijk horloge is echter niet een stuk geperfectionneerd speel goed. maar in gewone serie-fabricage. Geen wonder, dat een Zwitsers hor logemaker zich trots voor een van de hoogst gekwalificeei'de handwerkers van de wereld houdt. Tenslotte is de horlogemakerij ten overgroten dele door de eeuwen een Zwitsers monopo lie gebleven. Nergens elders ook in Amerika niet heeft de horlogein dustrie een grote vlucht kunnen ne men. Dit nationale handwerk heeft zich alleen door doorzettingsvermogen kunnen handhaven. Thans is de voor sprong van de eeuwenoude traditie niet meer te achterhalen. (Nadruk verboden). IN DE KRIMPENERW AARD Een „miüioenwegje", dat geen onderhoud vergt en dus toch nog goedkoop wordt. Amsterdam, die grote stad, is gebouwd op palen, zegt een oud kinder, rijmpje. Vandaar dat dit feit geen Nederlander onbekend gebleven is. Maar dat er door de Krimpenenvaard tussen Krimpen aan de Usel en Bergambacht nu ook al vijftien kilometer weg over palen geleid is, dat zal de meeste Nederlanders tot op dit ogenblik stellig ontgaan zijn. De ingenieurs van de Provinciale Waterstaat hebben hier voor een bij zonder probleem gestaan. Het slap pe veenpakket, waarover de weg ge legd moest worden, had een onge. kende diepte van 10 tot 14 meter. Het bood totaal geen draagvermogen en was te diepgaand om uitgegraven te kunnen worden, zoals gedaan wordt, wanneer de slappe veenlaag niet dikker is dan een paar meter In overleg met het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft pak te de Provinciale Waterstaat van Zuid-Holland dit zelfs voor ons land opmerkelijke vraagstuk aan. Na on derzoekingen op grote schaal kwa men de geleerde practici of practi- sche geleerden, al naar men het zeg gen wil, tot de slotsom, dat drieër lei oplossing mogelijk zou zijn. De eerste oplossing was een doorstorting met zand, zodat het veen zou wor-, den weggedrukt. De tweede-oplossing zou zijn een drukverdelende laag aan te brengen, als hijvoorbeeld een rijzen bed, èen constructie dus van rijshout, waar het grondlichaam van de weg op zou komen te rusten. De derde mogelijkheid was een construc tie, waarbij door middel van palen steun gezocht zou worden in de vas. te bodem onder de veenlaag. In de Krimpener waard bleek de laatste constructie technisch en fi nancieel de meest aantrekkelijke op lossing. Het werk werd aanbesteed en in 1938 gingen de eerste palen op dit tracé nabij Krimpen aan de Tsel zestien meter diep de grond in. ..iet zomaar de grond in echter, als we dat gewend zijn bij de huizen bouw, maar met het dikste eind van de paal naar beneden geheid om het draagvermogen op de vaste bodem te vergroten. Op iedere 1,75 meter weglengte werden vijf palen de bo dem in gedreven. Met het gevolg, dat in iedere kilometer weglengte tussen Krimpen aan de IJsel en Bergambacht 40 a 50 kilometer hou ten paal verwerkt werd. GOUDMAKERS EN PAEREMEESTERS. Vooral in het Oosten van Europa en het Midden-Oosten zijn de laatste jaren meerdere koningen van hun troon verdreven. In 1945 maakte Tito in oJego-Slavië een eind aan het bewind van koning Peter. In 1946 kwam een eind aan de dynastie van het huis-Savoye in Ita lië. Dooi- een volksstemming spra ken de Buigaren zich uit voor de re publiek, terwijl ook in Albanië in dit jaar de communisten de republiek uitriepen, nadat koning Zog reeds in 1939 bij de Italiaanse invasie was gevlucht. Koning Michaëx van Roemenië deed in December 1947 afstand, na onenigheid met de communistische machtshebbers. In het Midden-Oosten verlieten kortelings Faroek en Talal de troon In Perziè vond in 1941 een troons wisseling plaats op aandringen van Rusland en Engeland. In alle landen van het Midden- Oosten werd de monarchie echter wel voortgezet door aanwg'zing van de wettelijke opvolger Het blijkt dus, dat de monarchen van Griekenland. Irak en Saoedi- Arabië hun troon konden behouden. Duivelbanners en alchimisten Aan de zelfkant van het grafelijk hof te 's.Gravenhage of le Gent konden in de vroege middeleeuwen duivelbanners, waarzegsters, schat, zoekers en alchemisten vrywel ongestoord hun bedrijf uitoefenen, omdat zij beschermd werden van hogerhand. Toch was het een riskant beroep, daar de helderziende na een ver. keerde voorspelling in ongenade kon vallen, en de alchemist, na een mis lukte poging om goud te distilleren, zijn hoofd voelde wankelen. Hun reizende collega's hadden het veel moeilijker, maar zij konden zich gelukkig prezen, dat de heren rechters In de steden niet zo goedgelovig waren. Wie in Vlissingen voor de nuchte re, sceptische rechters kwam, be hoefde niet te vrezen dat mén daar een bondgenootschap met de duivel ernstig op zou nemen: als bedrieger kon men gebannen, of desnoods ge brandmerkt worden, maar men werd niet als tovenaar boven een stil vuur verbrand. Dat ondervond meester Jacob Ju- docus de Rosa van Kortrijk, die al jaren de zogenaamde geheimzinnige wetenschappen had beoefend, welke tezamen de zwarte of vrije kunst vormden. Hij liet de geesten der gestorve nen spreken op zijn séances en be zat een ring, waarin een duivel was bezworen, aie hij elke vijf dagen raadpleegde. Door de bezweringen, die hij uitsprak weken ziekte en dood: wat gebroken was, heelde hij, wat verstuikt of verzwikt was, ge nas hij en als hij het gebood, liet de kwade hand af van hoeve en stal, en keerde het gestolen of verloren goed weerom. VERBANNEN. Jacob Judocus de Rosa was een geheimzinnig en veelzijdig man, maar dit baatte hem niet. Hij moest toe zien, dat vóór het raadhuis te Vlis singen zijn handschriften, waarin de diverse bezweringsformules waren opgeschreven, tot pulver werden ver brand, en hoe zijn duivelsring met enige fikse hamerslagen werd gebro ken. Daarna grepen de dienaren hem en leidden hem naar de gevangen poort, waai- hij een tijdje verbleef, omdat hij de kosten niet betalen kon, die de justitie voor hem had ge maakt. Eerst toen deze straf er op zat, werd hg buiten de poort geleid- hij was voorgoed uit de stad Vlis singen gebannen en wachtte er zich wel voor, om nog eens terug te ke ren, want een dergelijke overtreding van de uitspraak dér rechters bete kende een levenslange opsluiting. Jaren later doorkruiste hij Brabant, Overgsel en Gelderland met nieuwe toverboeken en nog probater midde len: menigeen liet zich door hem be lezen en hoorde eerbiedig toe hoe hij met plechtige stem zijn bezwe ringen uitsprak in een hun onbeken de taal, maar desondanks onderging hij soortgelijke vonnissen als te Vlis singen in Breda, Arnhem en Deven ter. Na het jaar 1563 horen wij niets meer van hem. Evenals zo vele an dere zwervers, die er vrolijk op los- leefden zo lang ze geld hadden, zal hg wel in een gasthuis aan zgn ein de zijn gekomen. UIT HET ONBEKENDE. Reizende alchemisten waren nog veel raadselachtiger figuren, die hun namen zelfs verborgen wisten te houden. Zij doken uit het onbekende op, verdwenen weer eer men hun gan gen had kunnen nagaan en lieten vaak een onuitwisbare indruk ach ter. Op een donkere winteravond van het jaar 1604 liet een geheimzinni- fe vreemdeling de klopper vallen op e deur van een huis te Middelburg, op de hoek van de Groenmarkt, waar de goudsmid Fredrick Muntynckx woonde. De vreemdeling gaf voor dat hij een Schots edelman was, die in de mysteriën de ralchemie was ingewijd, JACQ. R. (V. SINNINGHE en zijn vaderland had verlaten om op zijn reizen door de wijde wereld het goud te doen schitteren. Hg kon namelijk lood en oud ijzer in edel metaal veranderen, door middel van een rood gekleurd poeder, dat hij van de Steen der Wgzen had afge schraapt. Na lange en kostbare voorberei dingen gelukte de proef ook te Mid delburg in het huis van de goudsmid. Vier ons lood werden in een kroes gesmolten met één deel zwavel, en nadat het metaal veranderd was in een gloeiend hete, vloeibare massa, wierp de alchemist er een greintje van zijn rood poeder in. Een half uur later werd het meng- GEEN PALEN MEER. Van 1938 tot in het begin van de oorlog van 1940 kon met bekwame spoed aan het tracé gewerkt wor den. Toen waren er geen palen meer te krijgen. Vier vijf kilometer wa ren er echter nog maar klaar van de gedachte twintig kilometer. Teneinde raad besloot men het werk voort te zetten met een door storting met zand. Weldra bleek, dat deze oplossing kostbaarder was dan de paalfundering. Per strekken de meter weg was 125 150 kubie ke meter zand nodig. En in 1950, toen pas de verharding werd aange. bracht, bleek de bodem hier nog niet tot rust gekomen te zijn. Nu prijst men zich gelukkig, dat er maar nauwelijks twee kilometer op c manier werd doodgegaan, en na de oorlog met bekwame spoed weer werd vervolgd met de paalconstrue- tie. Wie een klein beetje thuis is in de wegenbouw, zal reeds begrepen hebben, dat het verharde weggedeel te niet direct op de palen gelegd is. Neen, op die palen is een gewapend betonnen bak gegoten over de volle wegbreedte met opstaande kanten van anderhalve meter hoogte. In deze betonnen bak is naderhand het zand gestort, waarop de betonverhar- ding van de rijweg is komen te rus ten. Nóg is het werk niet geheel ge reed: 5% kilometer van het tracé Lekkei-kerk-Bergambacht (totaal 7Vz kilometer) kwam klaar; twee kilo meter moet nog gebeuren. Het be stek hiervoor ligt gereed, maar het provinciaal bestuur heeft nog geen toestemming voor de uitvoering ge geven. EN DE KOSTEN? En nu de kosten. Inderdaad per strekkende meter is de prijs van deze weg aanzienlijk hoger dan wij wend zijn te betalen. Alleen de tonnen bak kostte op dit traject al 1,4 millioen gulden. Als de weg ge heel klaar is, mag men rekenen met een kostprijs van 7% a 8 ton per kilometer. Normaal ligt de prijs van een weg op niet al te beste bodem op 2 y2 ton. De verwachting is, dat de huidige constructie tot in lengte van jaren feen onderhoudskosten zal vergen. !n wie weet, wat voor onderhoud der wegen op onze slappe bodem jaarlijks moet worden uitgegeven, zonder afdoende resultaat, kan heel goed begrijpen, dat dit millioenen wegje-op-palen tussen Krimpen en Bergambacht op den duur toch nog goedkoop is. (Nadruk verboden). sel sissend uitgestort in een met wa ter gevulde kroes, die bereidwillig werd aangereikt door de goudmaker, en zie, nadat het lood was afgekoeld, vond men op de bodem een brok goud, dat een-en-drie-kwart ons wóog. In allerijl werd een deskundige ontboden: niemand minder dan ae keurmeester van. de Zeeuwse munt, Herman Cluyssen, toetste het goud op zijn waarde en gehalte, waarna de goudsmid dit drie-en-twintig ka raats goud met zijn teken waarmerk te. NIEUWE TIJDEN. Sinds nieuwe tijden aanbraken, kan men geen reizende alchemisten meer ontmoeten langs de wégen en in de herbergen van Zeeland. Datzelfde kan echter niet gezegd worden van heksenmeesters, tovenaars en duivel banners, waarover men nog zo vaak hoort spreken. Menige „paeremeester" deed niet alleen de veearts concurrentie met zgn „paardenmiddelen", maar hij was ook ervaren in de toverkunst. Hij kon meer dan „rechttoe-recht- aan", en werd daarom vaak geroe pen wanneer de boerin „de kaern nie af kon kriege" en het dus niet wil de boteren. Sterke verhalen doen nog de ron de over „paeremeesters" van Melis- kerke en Zaamslag, die op 'net einde der vorige eeuw leefden. Ook de schaapherders, die met hun kudden het polderland van Zeeuwsch-Vlaanderen doorkruisten, kenden veel wonderlijke middelen en bezweringen, vervaardigden het pro bate „poeder van Sinte Patie" (sym pathie) en stonden practïsch voor niets. En zo waren er meerStoffel Mulder, een schipper uit Yerseke, die omstreeks 1890 van zich deed spreken, omdat hij tovenaars en hek sen wist te ontmaskeren, door middel van twee sleutels, die hij kruiselings op een opengeslagen Bijbel legde, bij een bepaalde tekst; Jan Breen boerenknecht op een van de hoeven in de Noord-Kraayert onder 's-Heer Arendskerke; Willem Dekker, die op Stroodorp woondezij hebben een even diepe indruk gemaakt als hun voorgangers in voorbge eeuwen. SCHAKEN Mevrouw Heemskerk behoudt de titel. Door een overwinning op mej. C. Bouwman in de 4e ronde heeft mevr. F. Heemskerk uit Amersfoort Don derdag het tournooi om het Neder lands kampioenschap schaken voor dames te Maastricht gewonnen. Met 4 punten bezet mevr. Heemskerk thans de eerste plaats, gevolgd door mevr. A. van der Veen cn mevr. C. Roodzant, beiden met 3 pnt Ook al zou mevr. Heemskerk in de vanmid dag te spelen 5e en laatste ronde verliezen, en de dames Van der Veen en Roodzant haar partijen winnen, waardoor dus drie deelneemsters met een zelfde puntenaantal zouden ein digen. dan nog zou het kampioen schap ten deel vallen aan mevr. Heemskerk, daar zij titelhoudster is. Nederland verloor van Rusland. Nederland heeft in het F.I.D.E,- landentournooi te Helsinki met V2 van Rusland verloren. Van Schel- tinga slaagde er in remise te be reiken tegen Keres, doch Prins, Cortlever en Kramer verloren resp. van Smyslov, Brinstein en Geiler. DAMMEN R.D.G. clubkampioen van Nederland. RDG (Den Haag) en DCL (Leeuw arden hebben te Zwolle een beslis singswedstrijd gespeeld om het club kampioenschap dammen van Neder land. De ontmoeting eindigde in een voorlopige 108 uitslag in het voor deel van "RDG, waarbij één partij door arbitrage moest worden beshst. Deze partij is thans remise ver klaard. Hierdoor is de eindstand dus 119 voor RDG geworden, met welk resultaat de Hagenaars het clubkam pioenschap hebben veroverd. Het is de vierde maal, dat RDG beslag op de titel legt. Ook in 1939, 1941 en 1949r is de Haagse vereniging er in geslaagd het kampioenschap te be nalen. TENNIS DE NEDERLANDSE KAMPIOEN SCHAPPEN. De vierde dag van de -strijd om de nationale tennistitels leverde en kele verrassingen op. Mevr. Vlielan- derHein wist nl. in het dames en kelspel mevr. Peters te verslaan en In het gemengd dubbelspel verloren Fenny ten Bosch en dr. Van Swol van mej. Fikenscher en ir. Tonjes. GESLOTEN DEUREN Er was een zaak met gesloten deu ren. Dat is altoos een onfrisse bedoe ning, want de mensen, die in zulke omstandigheden terecht staan, heb ben erger dingen op hun geweten dan diefstal of belediging. Meestal hebben zij gegrepen naar een jeugdig leven. En meestal hebben zij dan, behalve lichamelijke schade, óók onherstel bare schade aan de ziel toegebracht. Persoonlijk vind ik aan de meeste kleine zondaars, aan de meeste tob- berige sohobbertjes, die hier komen voor een valsheid in geschrifte, voor een gegapt tientje, voor een klap of een schop of een luidruchtige dron kenschap, altijd nog wel een goeie kant. De omstandigheden, het milieu, ge moet het allemaal in aanmerking nemen. En dan komt ge, eerlijk na denkend, tot de conclusie, dat al die mensen niet zoveel slechter of ge mener zijn dan de keurige burger met zijn gestreken overhemd en zgn pa rate chèque-boek. Maar met die mensen van de ge sloten deuren is het iets anders. Zg vormen een klasse apart. Zij zijn een soort, dat ge instinctief buiten de gemeenschap plaatst. Instede van gevoelens van barmhartigheid wek ken zij altoos de reactie, die het plot selinge verschijnen van een rat wekt. Uw eerste beweging is, er naar te trappen Jazeker, ik weet het wel. ik weet het wel, Freud en al de na hem ko mende heüscharen van psychiaters en zielepeuteraars hebben het alle maal ragfijn uiteengezet. Verwrongen complexen en Oedipus en rammelaar- bijters en libido, ik heb het hoe wel kokhalzend gelezen. En 'k heb het hoofd geschud in verbijstering over zóveel geleerdheid. Van de wieg tot de zitting met gesloten deuren: het is allemaal logisch en uitneem- baar. Ieder misdadig schroefje past op het psychologische boutje; die jon gens van Sigmund-de-Grote hebben het schitterend in elkaar gezet. Maar als dearechtbank aankondigt: zitting met gesloten deuren en als we dan het gangetje op en neer lopen, de pers en de vaste klanten van de tribune, dan denk ik toch vooral aan de ziel van dat kleine, twaalfjarige meisje, dat beteuterd en bleek, aan ae hand van een ontdane moeder de zaal binnen is gegaan. Om getuigenis af te leggen tegen de kerel van drie-en- zestig, die vroeger te hard op zijn ï'ammelaar heeft gebeten. Volgens de psychologen Zc moste zulke lui maar inééns ophangen. Krengetuigzegt een klein, grijs kereltje in een schippers trui. Ik ben geen barbaar. Maar diep in mgn hart zegt een stem: ja. Och, ik ben maar een ouderwets mannetje. Ik kan geen bloed zien. Ik zou waarschijnlijk geen week lang een boterham door mijn keel kunnen krijgen, als ik bij de executie van een veroordeelde aanwezig moest zijn. En daarom begrijp ik de hardheid niet, die er altijd over me komt zodra de rechter zegt: gesloten deuren. Freud zou wel weten, wat me man keert Vermoedelijk ben ik achter ge bleven bij de beschaving. Vermoede lijk ben ik wat te wraakzuchtig. Net als de Bosjesmannen in West-Afrika. Zij binden zo'n „gesloten deuren "-man aan een boom en steken hem dood met botte speren. Zij weten niet beter. Ze hebben nooit van Freud ge hoord, de stakkers.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7