Zuid-Afrikaanse pers klaagt over
benepen immigratie-politiek
JIMMY BROWN als diepzeeduiker
Toch is 'f zo!
r
DORSTIGE ROOFDIEREN VIELEN
BEWONERS IN DORPEN AAN
IS DE CONGO EEN PROBLEEM
VOOR BELGIE?
DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1952 PROV IN Cl ALB ZEEUWSE COURANT
NEDERLANDERS MAAKTEN UITSTEKENDE INDRUK.
Twaalfhonderd landgenoten zwierven
door Kaapstad
(Van onze correspondent in Kaapstad).
Vorige week heeft Kaapstad een Invasie van Nederlanders beleefd. Het
emigrantenschip „Nelly", dat met ruim twaalfhonderd landgenoten op weg
is naar Australië, liep de Tafelbaai binnen en de passagiers kregen verlof
om een dag aan land te gaan. De Nederlanders hebben zich niet die kans
laten ontgaan om de witte stad van Jan van Riebeeck te bezichtigen.
In de morgenuren reeds hoorde men overal in het centrum Nederlands
spreken; de emigranten waren te vinden in de dubbel-dekker-bussen en in
de enorme warenhuizen, by de bloemenverkoopsters rond het postkantoor
en In de tuinen rond het parlementsgebouw. En zy liepen, verbaasd en op
getogen om zich heen kijkend, in de zonnige Adderleystraat en in al de
straten, die op deze voornaamste aller Zuidafrikaanse winkelstraten uit
een goed stuk brood, mijn vrouw en
ik waren tevree. Maar de toekomst
van je kinderen, daar ben je toch
óók verantwoordelijk voor?"
„GOED GENOEG" VOOR
ZUID-AFRIKA.
De aanwezigheid der Nederlandse
emigranten die 's avonds weer al
lemaal aan boord van de „Nelly"
waren teruggekeerd is in Kaap
stad niet onopgemerkt gebleven. Zo
wel de Afrikaanse als dé Engelse
pers publiceerden foto's en berichten
en waren het er roerend over eens,
Blonde Zuid-Hollandse jongetjes
vergaapten zich aan de blauwe ber
gen, bezorgde Utrechtse en Zeeuwse
en Groningse moeders verzamelden
haar kroost bij de drukke oversteek
plaatsen in St. George- en Burg
straat en mannen uit Drente en N.-
Holland. uit Overijssel en Friesland
droegen" hun kleine meiskes, hoog op
de schouders, door het drukke be
weeg van zwart en bruin en blank,
dat aan Kaapstad zijn eigenaardige,
cosmopolistisehe bekoring geeft.
Wij hebben met vele landgenoten
gesproken. Onder hen waren bruid
jes, die naar him man in Australië
gingen, nog maar kort geleden ge
trouwde paartjes, voor wie de reis
naar het verre land een ietwat ver
late huwelijksreis is en vaders en
moeders met vier en vijf kinderen.
Niemand hunner had veel geld ter
beschikking; enkelen wisselden een
paar guldens, een handjevol Belgi
sche francs of een enkele dollar.
Maar de zon scheen over Kaapstad
en de emigranten zagen de toekomst
optimistisch tegen. Het was duide
lijk, dat sommigen nog onder de in
druk waren van het afscheid van
Nederland („je laat heel wat ach
ter mynheer",maar verreweg
het merendeel had reeds geleerd al
léén vooruit te kijken. „In Europa is
geen toekomst meer, Nederland
wordt te vol en Australië is een jong
land met veel ruimte en veel kan
sen".
En na al die argumenten steeds
weer het hartverwarmende refrein:
De kinderen! De toekomst van Wil
lem en Jan, de toekomst van Corrie
en Maartje.
,,Ik heb vier jongens", zei een ga
rageman uit Rotterdam, „voor hèn
gaan we naar Australië. Zelf had ik
318.
We zijn er een beetje aan gewend
geraakt dat de Sowjet-Unie op de
meest onverwachte ogenblikken de pa
tentrechten komt opeisen voor uitvin
dingen waarvan wij nietbeter wisten
dan dat zü hun oorsprong in net Wes
ten hadden. Zou men afgaan op de lijst
van uitvindingen die de Russen sedert
de laatste 25 jaar aan zichzelf hebben
toegeschreven, dan ontkomt men niet
aan de indruk dat het Westerse genie
de laatste drie eeuwen een bedenkelijk
steriele periode heeft doorgmaakt,
waarin de hoogste geestelijke begaafd
held in uiterste krachtsinspanning het
hoogstens tot de uitvinding van het
zwarte garen heeft kunnen brengen,
terwijl alle andere geestelijke voort
brengselen, welke in gecompliceerd
heid daar bovenuit stijgen moesten
worden overgelaten 'aan de volstrekt
superieure wetenschap en het machtig
inventief vermogen der Russen.
Deze Russische waan ontmoet bij
ons niet beter dan een bemoedigend
lachje. Hetzelfde lachje dat wij een
kleutertje toewerpen, wanneer het
veronderstelt met drie emmertjes zee
water de vloed te hebben bewerkstel
ligde
Maar in onze houding schuilt het ge
vaar, dat wij alles over één kam gaan
scheren. Dit trad o.a. bij velen aan de
dag, toen zij kennis namen van de
Russische mededeling, dat het op 3
Mei j.l. op de Noordpool gelande Ame
rikaanse vliegtuig 15 jaar te laat was,
aangezien de Rus Vodopjanov deze
prestatie reeds in 1937 had verricht. De
Russen spraken hier volkomen waar
heid.
Laten we toch ieder de eer laten die
hem toekomt! Dan moeten we volmon
dig erkennen dat, wat de Russen op
het gebied van Poolonderzoek hebben
gépresteerd, verbazingwekkend is. De
eerste landing, die ooit op de Noord
pool werd ondernomen, werd uitge
voerd op 21 Mei 1937 door prof. M. V.
Vodopjanov, en slaagde schitterend.
Twee dagen later was onder leiding
van prof. Schmidt een radio-station op
de Noordpool Opgericht, dat viermaal
daags de weerberichten uitzond en een
naam verwierf bij de meteorologische
diensten
Zoals men weet, bevindt zich op de
Noordpool geen 'land, zodat het radio
station zich in feite op een ijsschots
bevond. Dit ijs geraakte op drift, zodat
de radio in 7 maanden tiids niet min
der dan 800 km van de Pool was weg
gedreven. Hierdoor niet ontmoedigd,
richtten de Russen het volgende jaar
in de driftgang van het ijs 3 radio
stations op, die op een zodanige af
stand van elkaar waren gelegen, dat
zij om beurten de Pool zouden pas
seren.
Hoe normaal de Russen het polaire
vliegverkeer opvatten, blijkt alleen al
uit het feit dat zii in 1938 niet minder
dan drie vluchten via de Pool naar
California ondernamen! Zij voelen zich
hier thuis, dank zij schrik niet
de glavsevmqrpoet, het socialistische
equivalent van onze vroegere Oost-
Indische Compagnie! H. Pétillon.
door A. KAPTEIN.
dat de Nederlanders in het algemeen
een uitstekende indruk maakten.
Bijzonder opvallend was het hoofd
artikel, dat de volgende dag in „The
Cape Argus" verscheen. Het blad
beschuldigde er de Zuid-Afrikaanse
regering van, het immigratieplan
van Smuts (die tienduizenden En
gelsen wilde laten komen) vrywel
vernietigd te hebben. De minister
van binnenlandse zaken, deze han
delwijze goedpratend, had verklaard
dat alleen het beste goed genoeg
was voor Zuid-Afrika. Verwijzend
naar de honderden Hollanders, die
voor één dag in de straten van Kaap
stad werden gezien, schreef 't blad:
„Velen hunner leken ons wel terdege
„goed genoeg" voor Zuid-Afrika! In
geen land, dat dringend behoefte
heeft aan nieuw blank bloed, heeft
enige regering meer gedaan om de
immigratie terug te drukken dan de
onze deed. Dit jaar zullen 54.500 Ne
derlanders zich vestigen in de lan
den van het Gemenebest. Van deze
duizenden knappe en hardwerkende
mensen zullep er slechts 3500 naar
Zuid-Afrika komen. In bijna iedere
tak van industrie wordt de ontwik
keling geremd door gebrek aan ge
schoolde arbeidskrachten. En er is
nog geen teken, dat de regering ein
delijk verontrust wordt over het feit,
dat Zuid-Afrika helemaal achteraan
komt in de race van het Gemenebest
tot versterking van de blanke bevol
king. Daarom ging de „Nelly" rond
de Kaap naar Australië, met blank
bloed".
Deze klacht, die een bijzonder
scherp accent kreeg door de aanwe
zigheid van de twaalfhonderd Ne
derlanders, staat niet op zichzelf. In
de Afrikaanse pers worden de laat
ste weken voortdurend ingezonden
stukken opgenomen van mensen, die
werkkrachten uit Europa wilden
hebben, maar soms meer dan een
jaar vergeefs wachtten op de beno
digde vergunningen en papieren.
Men richt zijn klachten voorname
lijk tegen de Keuringsraad voor Im
migranten in Pretoria een zelf
standig werkend lichaam, dat nau-
,we contacten onderhoudt met het de
partement van arbeid en men
zegt dan, dat de Keuringsraad veel
te langzaam werkt. De Raad laat de
mensen in het onzekere, soms acht,
of tien of twaalf maanden lang. De
werkgevers, die in tal van gevallen
„zitten te springen" om blanke werk
krachten, worden moedeloos en. ge
ven het maar op.
NIET VAN HARTE.
Ik geloof, dat deze klachten bij de
Keuringsraad niet aan het juiste
adres zijn. Eerder staat het voor mij
vast, dat de Zuid-Afrikaanse rege
ring ten aanzien van het gehele im
migratie-vraagstuk nog op twee ge
dachten hinkt. Dat is deels een ge
voelskwestie. De nationalistische
Afrikaners, die thans aan de macht
zijn (en dat ook wel definitief zul
len blijven), hebben van de „uitlan-
ders" nooit veel plezier beleefd. Hun
voortdurende strijd tegen buitenland
se inmenging heeft hun, hoewel ze
dat weigeren te erkennen, een isola
tionistische karaktertrek gegeven en
die speelt bij een overigens briljant
poüticus als dr. Dönges die bin
nenlandse zaken beheert stellig
een rol. Daar konr: Sij, dat men de
jongere generatie der Afrikaners, die
voor het eerst hun kansen lsrygen in
de opbloeiende industrie, die kansen
zeker niet wil ontnemen door een al
te ruimhartige immigratie-politiek.
Het eigen volk gaat nu eenmaal, vol
komen terecht, voor.
En dan komt daar voorts' nog bij,
dat Zuid-Afrika niet één ongeschool
de emigrant kan opnemen. Voor het
verlichten van ongeschoolde arbeid
zijn hier tien millioen niet-bianken.
Op dat principe rust het gehele eco
nomische leven.
Desniettemin zijn velen van oor
deel, dat de regering de deur niet
voldoende open zet voor blanke im
migranten en dat de voortgaande in
dustrialisatie Zuid-Afrika tenslotte
toch zal dwingen tot het opnemen
van meer emigranten. En men acht
die tijd niet verre meer. Dat er dan
voor vele duizenden Nederlanders
nieuwe kansen geschapen zullen
worden is boven iedere twijfel ver
heven. Nederland heeft hier nog al
tijd een uitstekende naam.
Hij durfde wel....
Een 33-jarige tapijthande
laar is in het water van de
Oude Zijdsvoorburgwal bij het
Oudekerksplein te Amsterdam
gesprongen. Een kennis had
tegen hem gezegd, dat hij niet
durfde te springen
Door handreiking is de ta
pijthandelaar weer op het dro
ge gebracht.
GROTE DROOGTE IN OOST-AFRIKA
Neushoorns rammeiden grote waterreservoirs
De langdurige droogte, die in Oost-Afrika heerst, heeft in een ge
deelte van de Kenya-kolonie een catastrophe teweeggebracht: een ge
hele provincie leeft in voortdurende angst voor de wilde dieren, die door
dorst geplaagd in troepen uit het oerwoud te voorschijn komen en in
bewoonde gebieden blanken, zowel als inboorlingen, aanvallen.
Een groepje militairen, dat er op
uittrok om de wilde dieren uit de
omgeving van een dorpje te houden,
kwam poltseling tegenover een kud
de van meer dan 400. razende oli
fanten te staan. De olifanten om
singelden het dorp en de bewoners
verdedigden zichzelf en de kostbare
watervoorraad met de moed der
wanhoop. Zonder de met machine
geweren uitgeruste soldaten zouden
zij evenwel reddeloos verloren zijn
geweest. Honderd kilometer verder,
in de onherbergzame heuvels tussen
Kenya en Tanganyika waren het de
neushoorns, die een paniek onder de
bevolking veroorzaakten. Enige van
deze dieren hadden lucht gekregen
van water, dat in tanks was opge
slagen langs een spoorlijn en be
stemd was om locomotieven van wa
ter te voorzien. Deze tanks, die uit
plaatijzer bestaan en een dikte heb
ben van enkele centimeters, zijn ter
bescherming tegen verdamping met
struikgewas bedekt en lijken sterk
genoegMaar een rhinoceros, die
met zijn 3500 k 4000 kg, gewicht een
enorme kracht kan ontwikkelen,
fleeft niet eens zoveel moeite tc
doen om dit object te veroveren.
Twaalf dikhuiden deden een aanval
en het plaatijzer scheurde, alsof het
karton was. Toen ze des nachts te
rugkwamen om zich weer te laven,
bleek al het water te zijnweggelo
pen. Razend van woede en teleur
stelling vertrapten de dieren toen al
le struiken en bomen in de omtrek.
Thans is er niemand meer te vinden
die het reservoir durft te repareren
en ook de lust om met de trein te
rijden is vergaan, want na de aanval
op het reservoir liep een neushoorn
een trein tegemoet. Een botsing
volgde, waarbij de neushoorn werd
gedood, maar de trein ontspoorde!
De streek van Igowa was echter
van droogte verschoond gebleven en
daar trokken geweldig veel dieren
naar toe, roofdieren incluis. Wanho
pige inboorlingen verkochten haas-
tig hun land aan twee slimme Engel
se kolonisten, die wel wisten hoe ze
van de dieren verlost konden wor
den.
Vuurwapens hielpen hier niet, maar
inplaats daarvan staken ze een ge
weldig vuurwerk af. Vol angst over
dit verschrikkelijke verschijnsel zoch
ten de leeuwen een heenkomen en
lieten de Engelsen in het bezit van
het land, dat zij zo goedkoop had
den weten te bemachtigen.
Bij Koninklijk Besluit is een wijziging gebracht in het reglement op het
vervoer van ontplofbare stoffen, waardoor een nieuw kenteken op de
transportmiddelen voor dit vervoer verplicht is gesteld. Behalve een rode
vlag aan de linkervoorzijde van liet voertuig zal voortaan aan de boven-
zyde op de bovenachterkant een figuur moeten worden aangebracht op
wit vlak in rode kleur, voorstellende een springende bom. De bedoeling is
dat dit kenteken weldra internationaal zal gelden.
SNELLE ONTWIKKELING
Land met vele mogelijkheden, waar tradities doorbroken
moeten worden
(Van onze Belgische correspondent)
BRUSSEL, Augustus. Als men denkt aan de moeilijkheden die Ne-
derland gehad heeft met zijn koloniën, kan men niet zeggen dat het bezit
van de Congo voor onze Zuiderburen reeds het karakter van een pro
bleem aangenomen heeft. Er zyn natuurlyk moeilijkheden, maar niets
wjjst erop, dat de Congo zich zou wiUen vrymaken van België en in dit
opzicht In het schuitje van Indonesië wil gaan varen. Hoe gelukkig dit
voor België is, kan ieder hegrijpen, die bedenkt dat dit land een parasiet
van de Congo is en op dezelfde manier ervan leeft als de waterlelie van
het water. Wat zou België zonder de Congo zijn?
Het Amerikaanse weekblad „Busi
ness Week" wees er onlangs op dat
de —gische Congo zich momenceel
met een grote snelheid ontwikkelt
tot een van de belangrijkste Afri
kaanse gebieden. In „Keesings finan
cieel en economische berichten" gaat
men nog verder en noemt men de
Congo de rijkste kolonie ter wereld.
De Congo is welhaast de enige kolo
nie, welke toekomst heeft als zoda
nig. Het is een der weinige gebie
den op de wereld •aar privaat ka-
"piï'aal nog veilig kan worden belegd.
Coigo is niet onderhevig aan com
munistische infiltratie of een opge
zweept nationalisme der inboorlin
gen. 'Deze stabiliteit is niet alleen
voor België van, betekenis, maar
voor alle landen van de vrije wereld.
- Mien moet echter niet denken, dat
het bezit van de .Congo voor België
een sinecure is. Het is veel eerder
éen probleem; maar tot haar eer
moet gezegd worden, dat zij dit pro
bleem in een moderne geest aanpakt
en dat zij Profijt blijkt getrokken te
hebben uit de bittere ervaringen die
andere landen met hun koloniale po
litiek hebben opgedaan.
HET KERNPUNT.
„Koloniale politiek". Hiermede
zijn wij gekomen bij het punt waar
om het gaat. De kwestie is deze: zal
België, gewapend met de lessen dei-
jongste geschiedenis, voortgaan een
koloniale politiek in de ouderwetse
zin te voeren, of zal zij nieuwe ba
nen gaan bewandelen, waarop de
oude fouten worden vermeden? Zal
zy kolonisten uitzenden, die in de
Congo 'n Europees proletariaat, vor
men en die, ondanks alle protesten
van de Belgische regering, toch er
op uit zijn zich te verrijken ten koste
van de negers? Zal men een politiek
blijven volgen die wel eens genoemd
is de politiek van de omlijsting der
zwarten door de blanken? Of zal
men een nieuwe taktiek volgen en
bijvoorbeeld zover komen dat men
het, helemaal niet meer vreemd vindt
als een blanke voor een zwarte pa
troon werkt?
Er zijn Belgen, die in dit opzicht
liefst conservatief zijn en stokstijf op
het oude koloniale standpunt blijven
staan. Maar toen dit punt onlangs
besproken werd op een conferentie
van de Jonge Balie, bleek dat de
meerderheid der aanwezigen een an
der standpunt innam en meer mo
derne ideeën huldigde. Zelfs als men
erkende, dat de beste oplossing voor
Beigië deze is, dat men Belgische
burgers naar de Congo zenat om
daar te werken, zei men ronduit, dat
het oude systeem niet had gedeugd
en dat men in het verleden niet het
bewijs kon vinden, dat België niet,
in de slechte zin, aan koloniale po
litiek had gedaan, in de zin van on
derdrukking en onrècht aan de in
boorlingen.
Toen twintig jaar geleden de in
boorlingen een zwakke poging on
dernamen om een coöperatieve ver
eniging op te richten om de land
bouw te bevorderen, hadden de „ko
lonisten" deze poging in de kiem ge
smoord. Ook, zeiden de heren juris
ten, waren het de kolonisten ge
weest die in de Congo de verhoging
der salarissen van de inboorlingen
hadden tegengehouden, ondanks de
jaren van grote voorspoed en wel
vaart. Op het ogenblik, merkte men
op, worden pogingen gedaan om be
paalde coöperatieve melkohderne-
mingen uit de handen van de inboor
lingen in die van de Europese groe
peringen te doen overgaan.
Dit is voldoende om er twee din
gen mee aan te tonen: in de eersf
plaats, dat een duidelijke wil en ver
langen zich openbaart om front te
maken tegen de methoden van de
oude koloniale politiek, door meer de
rechten en belangen van de inboor
lingen te beschermen. En in de twee
de plaats, dat er wel terdege sprake
is van „problemen" rondom de Con
go en de meningen verdeeld zijn over
de toekomstige wijze van bewind
voering in dat land. Voeg daar nog
bij, dat in de Congo de bevolking
met reuzen schreden vooruitgaat en
dat steeds groter wordende eenhe
den hun primitief karakter hebben
verloren om zich aan te passen aan
het Europese mode] van leven en de
ambten te vervullen waarvoor Bel
gië hen heeft opgeleid, dan verstaat
men vanzelf dat er staatsmanwijs
heid van de eerste rang nodig zal
zyn om de Congo vast te houden en
het embleem waarheid te maken, dat
de Congolese en Belgische Boy
scouts onlangs op hun Jamboree
vertoonden: twee saamgevoegde
handen, blank en zwart, voor de tri
omf van de Christelijke beschaving
in de Congo.
(Nadruk verboden).
40. Jimmy bedacht zich niet lang. Voorzichtig
kroop hij onder de achterbank vandaan, gluurde
naar buiten en zag dat zyn auto geparkeerd -itond
voor een tamelijk net huis, met een lichtgroene
gevel, waarop een bord zat getimmerd, waarop te
lezen stond: Roel Reutelvink, in scheepsbenodigd-
heden. „Zo", dacht Jimmy, „dat is dus die Roé'
van wie ze spraken en die vannacht naar het
wrak af zou dalen." Jimmy dacht nu scherp na.
Hij begreep, dat hij nu snel en gedecideerd moest
handelen, maar hij begreep ook, dat als hij op dit
ogenblik zou weggaan, hy voor goed zyn taxi zou
kwijt zijn. Want die zouden de kerels zeker in het
water rijden, teneinde de politie niet op hun spoor
te brengen. Dat ging Jimmy zó aan zijn hart, dat
hij niet lang aarzelde. Hij zwengelde bliksemsnel
zijn auto aan, sprong achter het stuur en ging er
met zijn eigen auto vandoor. „Ik moet zo gauw
mogelijk naar kapitein Toontje", bromde hij, „en
van hem wil ik precies weten waar het wrak ligt.
Ik zal dat stelletje eens een kool stoven, die hen
zwaar op de maag zal liggen." Jimmy keerde zijn
wagen zo snel mogelijk en reed in volle vaart
naar „Het Rode Paard" term*
Het wereldgebeuren
Luxemburg: een
eerste stap
De grote betekenis van de instal
latie van de Hoge Autoriteit
van de kolen- en siaalgemeen-
acnap van zes West-c. uropese lan
den, welke j.l. Zondag in Luxemburg
een feit werd, ligt naar onze smaak
in de allereerste plaats in het feit,
dat met het tot stand brengen van
deze gemeenschap een eerste stap is
gezet op de ongetwijfeld nog lan
ge weg naar een meer vouedige
Europese gemeenschap, waarover in
het verleden wel veel is gesproken,
vooral nadat graaf Caidennoven Cal-
lergi en wijlen Aristide Briand de
eerste klaroenstoten hadden gege
ven maar waarvan men in de prac-
tijk," of liever gezegd in concreto,
toch nog nimmer iets te zien had
gekregen. Frankrijk, West-Duits-
land Italië en de drie Benelux-lan-
dên hebben de handen ineengeslagen
en over een half jaar zullen tussen
deze landen althans voor wat kolen
en staal betreft, de grenzen volledig
komen te vervallen.
Een belangrijk besluit ongetwij
feld, maar het allerbelangrijKste is
toch wel het feit, dat de zes landen
er toe hebben kunnen besluiten de
gemeenschappelijke markt voor ko
len en staal geheel los te maken van
het nationale gezag van elk land af
zonderlijk. AUeen de Hoge Autori
teit van het plan-Schuman beslist,
straks eventueel tezamen met het
nog te vormen supra-nationale par
lement en als er geschillen of con
flicten mochten komen, is het alleen
een supra-nationaal (en volkomen
onafhankelijk) Opperste Gerechts
hof, dat uitmaakt hoe in een bepaald
omstreden geval gehandeld dient te
worden,
Het lijdt geen twijfel, of de Schu-
man-organisatie zal in de
eerstkomende jaren nog me
nigmaal voor moeilijkheden en pro
blemen worden gesteld. Er zullen
misverstanden zijn en verwarringen
en ongetwijfeld zullen van tijd tot
tyd de nationale en nationalistische
gevoelens wel eens in opstand ko
men. Men staat immers voor een
fonkelnieuwe situatie en velen zullen
daaraan nog moeten wennen. La
ten we hopen, dat het slechts kin
derziekten zullen zyn, die door de
bevoegde organen en in laatste in
stantie door het supra-nationale Op
perste Gerechtshof genezen zullen
worden zonder verder blijvende scha
de aan te richten. Want dat gevaar
blijft natuurlijk aanwezig zolang
niet elk betrokken land de innerlijke
moed zou kunnen opbrengen zich
onvoorwaardelijk aan het supra-na
tionale gezag te onderwerpen.
Zoals in het begin van deze be
schouwing reeds gezegd: de in
stallatie van de Schuman-Hoge
Autoriteit is een eerste stap. Een
begin dus, waarop nog heel veel
moet volgen voor er werkelyk van
een Verenigd Europa sprake zal
zijn. In de eerste plaats zal het stre
ven er op gericht dienen te zijn an
dere West-Europese landen te be
wegen tot de gemeenschap toe te
treden. Onwillekeurig denken we
dan aan de Scandinavische landen
en vooral aan Engeland. Engeland,
dat zich tot dusver afzydig hield, zo
als het zich ook buiten de Europese
defensiegemeenschap heeft willen
houden, meent dat het zijn positie
als grootmacht misschien nog wat
kan rekken, wanneer het zich niet
al te willig vereenzelvigt met het
vasteland. Het is de oude theorie
van de „spendid isolation", waarvan
de ondeugdelijkheid in de moderne
tyd voor iedereen duidelijk lijkt te
zyn, behalve voor de Engelsen zelf.
Maar behalve uitbreiding van het
aantal landen, zal ook uitbreiding tot
andere activiteiten op het program
ma moeten staan. De Europese De
fensie-Gemeenschap is reeds in op
bouw en men mag hopen, dat ook zij
op korte termijn werkelijkheid kan
worden, ook al ziet het daar, bij ai
het gekrakeel over de duur van de
militaire diensttijd b.v., nog niet on
middellijk naar uit. En andere acti
viteiten, welke reeds de aandacht
hebben, liggen op het terrein van de
landbouw (de „groene pool"), het
transportwezen en de algemene en
onbeperkte omwisselbaarheid van de
Europese valuta's.
Dit alles zou men horizontale uit
bouw kunnen noemen, maar vanzelf
sprekend moet het Europese gebouw
ook in de hoogte worden opgetrok
ken. In de hoogte èn in diepte. De
vertrekken, waarin de landen en ac
tiviteiten worden ondergebracht, zul
len immers moeten steunen op het
hechte fundament van een sterk on
derling vertrouwen en een vaste wil
om het oude en verzwakte Europa
te redden door in plaats van ver
deeldheid en verbrokkeling 'n krach
tige en gezonde eenheid te stellen.
En het gezag van de verantwoorde
lijke organen, waarvan de Zondag in
Luxemburg geïnstalleerde Hoge Au
toriteit de eerste is, zal ten slotte
moeten uitmonden in één Europese
Grondwet, waaraan alle nationale
belangen ondergeschikt zouden zyn.
Maar zover zijn we helaas nog lang
niet!
EEN BOEK OVER,
RONDOM DE GIDS
In Meulenhoffs Bibliotheek van
Ned. Schrijvers verscheen als deel 42:
„Rondom de Gids", samengesteld
door dr Th. H. d'Angremond. Het
geeft een keuze uit het werk van Pot
gieter, Drost. Heye, Geel, Bakhuizen
van den Brink en Busken Huet, en
wel op zo'n wijze dat men een goede,
zij het uiteraard vluchtige, indruk
krijgt van deze persoonlijkheden uit
de beginperiode van het tijdschrift
„De Gids (opgericht in 1837 en nog
steeds in leven). Het is verwonderlijk,
dat dit tijdschrift van algemeen (niet
enkel letterkundig) karakter het zo
lang heeft uitgehouden, want het
heeft tenslotte meer perioden van
slapte en onbelangrijkheid, dan van
bloei gekend. De titel van het boekje,
„Rondom de Gids" is wat misleidend:
het werkje geeft alleen de bovenge
noemde keuze uit de werken van de
oude Gids-mannen.