Zuid-Afrikaanse pers klaagt over benepen immigratie-politiek JIMMY BROWN als diepzeeduiker Toch is 'f zo! r DORSTIGE ROOFDIEREN VIELEN BEWONERS IN DORPEN AAN IS DE CONGO EEN PROBLEEM VOOR BELGIE? DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1952 PROV IN Cl ALB ZEEUWSE COURANT NEDERLANDERS MAAKTEN UITSTEKENDE INDRUK. Twaalfhonderd landgenoten zwierven door Kaapstad (Van onze correspondent in Kaapstad). Vorige week heeft Kaapstad een Invasie van Nederlanders beleefd. Het emigrantenschip „Nelly", dat met ruim twaalfhonderd landgenoten op weg is naar Australië, liep de Tafelbaai binnen en de passagiers kregen verlof om een dag aan land te gaan. De Nederlanders hebben zich niet die kans laten ontgaan om de witte stad van Jan van Riebeeck te bezichtigen. In de morgenuren reeds hoorde men overal in het centrum Nederlands spreken; de emigranten waren te vinden in de dubbel-dekker-bussen en in de enorme warenhuizen, by de bloemenverkoopsters rond het postkantoor en In de tuinen rond het parlementsgebouw. En zy liepen, verbaasd en op getogen om zich heen kijkend, in de zonnige Adderleystraat en in al de straten, die op deze voornaamste aller Zuidafrikaanse winkelstraten uit een goed stuk brood, mijn vrouw en ik waren tevree. Maar de toekomst van je kinderen, daar ben je toch óók verantwoordelijk voor?" „GOED GENOEG" VOOR ZUID-AFRIKA. De aanwezigheid der Nederlandse emigranten die 's avonds weer al lemaal aan boord van de „Nelly" waren teruggekeerd is in Kaap stad niet onopgemerkt gebleven. Zo wel de Afrikaanse als dé Engelse pers publiceerden foto's en berichten en waren het er roerend over eens, Blonde Zuid-Hollandse jongetjes vergaapten zich aan de blauwe ber gen, bezorgde Utrechtse en Zeeuwse en Groningse moeders verzamelden haar kroost bij de drukke oversteek plaatsen in St. George- en Burg straat en mannen uit Drente en N.- Holland. uit Overijssel en Friesland droegen" hun kleine meiskes, hoog op de schouders, door het drukke be weeg van zwart en bruin en blank, dat aan Kaapstad zijn eigenaardige, cosmopolistisehe bekoring geeft. Wij hebben met vele landgenoten gesproken. Onder hen waren bruid jes, die naar him man in Australië gingen, nog maar kort geleden ge trouwde paartjes, voor wie de reis naar het verre land een ietwat ver late huwelijksreis is en vaders en moeders met vier en vijf kinderen. Niemand hunner had veel geld ter beschikking; enkelen wisselden een paar guldens, een handjevol Belgi sche francs of een enkele dollar. Maar de zon scheen over Kaapstad en de emigranten zagen de toekomst optimistisch tegen. Het was duide lijk, dat sommigen nog onder de in druk waren van het afscheid van Nederland („je laat heel wat ach ter mynheer",maar verreweg het merendeel had reeds geleerd al léén vooruit te kijken. „In Europa is geen toekomst meer, Nederland wordt te vol en Australië is een jong land met veel ruimte en veel kan sen". En na al die argumenten steeds weer het hartverwarmende refrein: De kinderen! De toekomst van Wil lem en Jan, de toekomst van Corrie en Maartje. ,,Ik heb vier jongens", zei een ga rageman uit Rotterdam, „voor hèn gaan we naar Australië. Zelf had ik 318. We zijn er een beetje aan gewend geraakt dat de Sowjet-Unie op de meest onverwachte ogenblikken de pa tentrechten komt opeisen voor uitvin dingen waarvan wij nietbeter wisten dan dat zü hun oorsprong in net Wes ten hadden. Zou men afgaan op de lijst van uitvindingen die de Russen sedert de laatste 25 jaar aan zichzelf hebben toegeschreven, dan ontkomt men niet aan de indruk dat het Westerse genie de laatste drie eeuwen een bedenkelijk steriele periode heeft doorgmaakt, waarin de hoogste geestelijke begaafd held in uiterste krachtsinspanning het hoogstens tot de uitvinding van het zwarte garen heeft kunnen brengen, terwijl alle andere geestelijke voort brengselen, welke in gecompliceerd heid daar bovenuit stijgen moesten worden overgelaten 'aan de volstrekt superieure wetenschap en het machtig inventief vermogen der Russen. Deze Russische waan ontmoet bij ons niet beter dan een bemoedigend lachje. Hetzelfde lachje dat wij een kleutertje toewerpen, wanneer het veronderstelt met drie emmertjes zee water de vloed te hebben bewerkstel ligde Maar in onze houding schuilt het ge vaar, dat wij alles over één kam gaan scheren. Dit trad o.a. bij velen aan de dag, toen zij kennis namen van de Russische mededeling, dat het op 3 Mei j.l. op de Noordpool gelande Ame rikaanse vliegtuig 15 jaar te laat was, aangezien de Rus Vodopjanov deze prestatie reeds in 1937 had verricht. De Russen spraken hier volkomen waar heid. Laten we toch ieder de eer laten die hem toekomt! Dan moeten we volmon dig erkennen dat, wat de Russen op het gebied van Poolonderzoek hebben gépresteerd, verbazingwekkend is. De eerste landing, die ooit op de Noord pool werd ondernomen, werd uitge voerd op 21 Mei 1937 door prof. M. V. Vodopjanov, en slaagde schitterend. Twee dagen later was onder leiding van prof. Schmidt een radio-station op de Noordpool Opgericht, dat viermaal daags de weerberichten uitzond en een naam verwierf bij de meteorologische diensten Zoals men weet, bevindt zich op de Noordpool geen 'land, zodat het radio station zich in feite op een ijsschots bevond. Dit ijs geraakte op drift, zodat de radio in 7 maanden tiids niet min der dan 800 km van de Pool was weg gedreven. Hierdoor niet ontmoedigd, richtten de Russen het volgende jaar in de driftgang van het ijs 3 radio stations op, die op een zodanige af stand van elkaar waren gelegen, dat zij om beurten de Pool zouden pas seren. Hoe normaal de Russen het polaire vliegverkeer opvatten, blijkt alleen al uit het feit dat zii in 1938 niet minder dan drie vluchten via de Pool naar California ondernamen! Zij voelen zich hier thuis, dank zij schrik niet de glavsevmqrpoet, het socialistische equivalent van onze vroegere Oost- Indische Compagnie! H. Pétillon. door A. KAPTEIN. dat de Nederlanders in het algemeen een uitstekende indruk maakten. Bijzonder opvallend was het hoofd artikel, dat de volgende dag in „The Cape Argus" verscheen. Het blad beschuldigde er de Zuid-Afrikaanse regering van, het immigratieplan van Smuts (die tienduizenden En gelsen wilde laten komen) vrywel vernietigd te hebben. De minister van binnenlandse zaken, deze han delwijze goedpratend, had verklaard dat alleen het beste goed genoeg was voor Zuid-Afrika. Verwijzend naar de honderden Hollanders, die voor één dag in de straten van Kaap stad werden gezien, schreef 't blad: „Velen hunner leken ons wel terdege „goed genoeg" voor Zuid-Afrika! In geen land, dat dringend behoefte heeft aan nieuw blank bloed, heeft enige regering meer gedaan om de immigratie terug te drukken dan de onze deed. Dit jaar zullen 54.500 Ne derlanders zich vestigen in de lan den van het Gemenebest. Van deze duizenden knappe en hardwerkende mensen zullep er slechts 3500 naar Zuid-Afrika komen. In bijna iedere tak van industrie wordt de ontwik keling geremd door gebrek aan ge schoolde arbeidskrachten. En er is nog geen teken, dat de regering ein delijk verontrust wordt over het feit, dat Zuid-Afrika helemaal achteraan komt in de race van het Gemenebest tot versterking van de blanke bevol king. Daarom ging de „Nelly" rond de Kaap naar Australië, met blank bloed". Deze klacht, die een bijzonder scherp accent kreeg door de aanwe zigheid van de twaalfhonderd Ne derlanders, staat niet op zichzelf. In de Afrikaanse pers worden de laat ste weken voortdurend ingezonden stukken opgenomen van mensen, die werkkrachten uit Europa wilden hebben, maar soms meer dan een jaar vergeefs wachtten op de beno digde vergunningen en papieren. Men richt zijn klachten voorname lijk tegen de Keuringsraad voor Im migranten in Pretoria een zelf standig werkend lichaam, dat nau- ,we contacten onderhoudt met het de partement van arbeid en men zegt dan, dat de Keuringsraad veel te langzaam werkt. De Raad laat de mensen in het onzekere, soms acht, of tien of twaalf maanden lang. De werkgevers, die in tal van gevallen „zitten te springen" om blanke werk krachten, worden moedeloos en. ge ven het maar op. NIET VAN HARTE. Ik geloof, dat deze klachten bij de Keuringsraad niet aan het juiste adres zijn. Eerder staat het voor mij vast, dat de Zuid-Afrikaanse rege ring ten aanzien van het gehele im migratie-vraagstuk nog op twee ge dachten hinkt. Dat is deels een ge voelskwestie. De nationalistische Afrikaners, die thans aan de macht zijn (en dat ook wel definitief zul len blijven), hebben van de „uitlan- ders" nooit veel plezier beleefd. Hun voortdurende strijd tegen buitenland se inmenging heeft hun, hoewel ze dat weigeren te erkennen, een isola tionistische karaktertrek gegeven en die speelt bij een overigens briljant poüticus als dr. Dönges die bin nenlandse zaken beheert stellig een rol. Daar konr: Sij, dat men de jongere generatie der Afrikaners, die voor het eerst hun kansen lsrygen in de opbloeiende industrie, die kansen zeker niet wil ontnemen door een al te ruimhartige immigratie-politiek. Het eigen volk gaat nu eenmaal, vol komen terecht, voor. En dan komt daar voorts' nog bij, dat Zuid-Afrika niet één ongeschool de emigrant kan opnemen. Voor het verlichten van ongeschoolde arbeid zijn hier tien millioen niet-bianken. Op dat principe rust het gehele eco nomische leven. Desniettemin zijn velen van oor deel, dat de regering de deur niet voldoende open zet voor blanke im migranten en dat de voortgaande in dustrialisatie Zuid-Afrika tenslotte toch zal dwingen tot het opnemen van meer emigranten. En men acht die tijd niet verre meer. Dat er dan voor vele duizenden Nederlanders nieuwe kansen geschapen zullen worden is boven iedere twijfel ver heven. Nederland heeft hier nog al tijd een uitstekende naam. Hij durfde wel.... Een 33-jarige tapijthande laar is in het water van de Oude Zijdsvoorburgwal bij het Oudekerksplein te Amsterdam gesprongen. Een kennis had tegen hem gezegd, dat hij niet durfde te springen Door handreiking is de ta pijthandelaar weer op het dro ge gebracht. GROTE DROOGTE IN OOST-AFRIKA Neushoorns rammeiden grote waterreservoirs De langdurige droogte, die in Oost-Afrika heerst, heeft in een ge deelte van de Kenya-kolonie een catastrophe teweeggebracht: een ge hele provincie leeft in voortdurende angst voor de wilde dieren, die door dorst geplaagd in troepen uit het oerwoud te voorschijn komen en in bewoonde gebieden blanken, zowel als inboorlingen, aanvallen. Een groepje militairen, dat er op uittrok om de wilde dieren uit de omgeving van een dorpje te houden, kwam poltseling tegenover een kud de van meer dan 400. razende oli fanten te staan. De olifanten om singelden het dorp en de bewoners verdedigden zichzelf en de kostbare watervoorraad met de moed der wanhoop. Zonder de met machine geweren uitgeruste soldaten zouden zij evenwel reddeloos verloren zijn geweest. Honderd kilometer verder, in de onherbergzame heuvels tussen Kenya en Tanganyika waren het de neushoorns, die een paniek onder de bevolking veroorzaakten. Enige van deze dieren hadden lucht gekregen van water, dat in tanks was opge slagen langs een spoorlijn en be stemd was om locomotieven van wa ter te voorzien. Deze tanks, die uit plaatijzer bestaan en een dikte heb ben van enkele centimeters, zijn ter bescherming tegen verdamping met struikgewas bedekt en lijken sterk genoegMaar een rhinoceros, die met zijn 3500 k 4000 kg, gewicht een enorme kracht kan ontwikkelen, fleeft niet eens zoveel moeite tc doen om dit object te veroveren. Twaalf dikhuiden deden een aanval en het plaatijzer scheurde, alsof het karton was. Toen ze des nachts te rugkwamen om zich weer te laven, bleek al het water te zijnweggelo pen. Razend van woede en teleur stelling vertrapten de dieren toen al le struiken en bomen in de omtrek. Thans is er niemand meer te vinden die het reservoir durft te repareren en ook de lust om met de trein te rijden is vergaan, want na de aanval op het reservoir liep een neushoorn een trein tegemoet. Een botsing volgde, waarbij de neushoorn werd gedood, maar de trein ontspoorde! De streek van Igowa was echter van droogte verschoond gebleven en daar trokken geweldig veel dieren naar toe, roofdieren incluis. Wanho pige inboorlingen verkochten haas- tig hun land aan twee slimme Engel se kolonisten, die wel wisten hoe ze van de dieren verlost konden wor den. Vuurwapens hielpen hier niet, maar inplaats daarvan staken ze een ge weldig vuurwerk af. Vol angst over dit verschrikkelijke verschijnsel zoch ten de leeuwen een heenkomen en lieten de Engelsen in het bezit van het land, dat zij zo goedkoop had den weten te bemachtigen. Bij Koninklijk Besluit is een wijziging gebracht in het reglement op het vervoer van ontplofbare stoffen, waardoor een nieuw kenteken op de transportmiddelen voor dit vervoer verplicht is gesteld. Behalve een rode vlag aan de linkervoorzijde van liet voertuig zal voortaan aan de boven- zyde op de bovenachterkant een figuur moeten worden aangebracht op wit vlak in rode kleur, voorstellende een springende bom. De bedoeling is dat dit kenteken weldra internationaal zal gelden. SNELLE ONTWIKKELING Land met vele mogelijkheden, waar tradities doorbroken moeten worden (Van onze Belgische correspondent) BRUSSEL, Augustus. Als men denkt aan de moeilijkheden die Ne- derland gehad heeft met zijn koloniën, kan men niet zeggen dat het bezit van de Congo voor onze Zuiderburen reeds het karakter van een pro bleem aangenomen heeft. Er zyn natuurlyk moeilijkheden, maar niets wjjst erop, dat de Congo zich zou wiUen vrymaken van België en in dit opzicht In het schuitje van Indonesië wil gaan varen. Hoe gelukkig dit voor België is, kan ieder hegrijpen, die bedenkt dat dit land een parasiet van de Congo is en op dezelfde manier ervan leeft als de waterlelie van het water. Wat zou België zonder de Congo zijn? Het Amerikaanse weekblad „Busi ness Week" wees er onlangs op dat de —gische Congo zich momenceel met een grote snelheid ontwikkelt tot een van de belangrijkste Afri kaanse gebieden. In „Keesings finan cieel en economische berichten" gaat men nog verder en noemt men de Congo de rijkste kolonie ter wereld. De Congo is welhaast de enige kolo nie, welke toekomst heeft als zoda nig. Het is een der weinige gebie den op de wereld •aar privaat ka- "piï'aal nog veilig kan worden belegd. Coigo is niet onderhevig aan com munistische infiltratie of een opge zweept nationalisme der inboorlin gen. 'Deze stabiliteit is niet alleen voor België van, betekenis, maar voor alle landen van de vrije wereld. - Mien moet echter niet denken, dat het bezit van de .Congo voor België een sinecure is. Het is veel eerder éen probleem; maar tot haar eer moet gezegd worden, dat zij dit pro bleem in een moderne geest aanpakt en dat zij Profijt blijkt getrokken te hebben uit de bittere ervaringen die andere landen met hun koloniale po litiek hebben opgedaan. HET KERNPUNT. „Koloniale politiek". Hiermede zijn wij gekomen bij het punt waar om het gaat. De kwestie is deze: zal België, gewapend met de lessen dei- jongste geschiedenis, voortgaan een koloniale politiek in de ouderwetse zin te voeren, of zal zij nieuwe ba nen gaan bewandelen, waarop de oude fouten worden vermeden? Zal zy kolonisten uitzenden, die in de Congo 'n Europees proletariaat, vor men en die, ondanks alle protesten van de Belgische regering, toch er op uit zijn zich te verrijken ten koste van de negers? Zal men een politiek blijven volgen die wel eens genoemd is de politiek van de omlijsting der zwarten door de blanken? Of zal men een nieuwe taktiek volgen en bijvoorbeeld zover komen dat men het, helemaal niet meer vreemd vindt als een blanke voor een zwarte pa troon werkt? Er zijn Belgen, die in dit opzicht liefst conservatief zijn en stokstijf op het oude koloniale standpunt blijven staan. Maar toen dit punt onlangs besproken werd op een conferentie van de Jonge Balie, bleek dat de meerderheid der aanwezigen een an der standpunt innam en meer mo derne ideeën huldigde. Zelfs als men erkende, dat de beste oplossing voor Beigië deze is, dat men Belgische burgers naar de Congo zenat om daar te werken, zei men ronduit, dat het oude systeem niet had gedeugd en dat men in het verleden niet het bewijs kon vinden, dat België niet, in de slechte zin, aan koloniale po litiek had gedaan, in de zin van on derdrukking en onrècht aan de in boorlingen. Toen twintig jaar geleden de in boorlingen een zwakke poging on dernamen om een coöperatieve ver eniging op te richten om de land bouw te bevorderen, hadden de „ko lonisten" deze poging in de kiem ge smoord. Ook, zeiden de heren juris ten, waren het de kolonisten ge weest die in de Congo de verhoging der salarissen van de inboorlingen hadden tegengehouden, ondanks de jaren van grote voorspoed en wel vaart. Op het ogenblik, merkte men op, worden pogingen gedaan om be paalde coöperatieve melkohderne- mingen uit de handen van de inboor lingen in die van de Europese groe peringen te doen overgaan. Dit is voldoende om er twee din gen mee aan te tonen: in de eersf plaats, dat een duidelijke wil en ver langen zich openbaart om front te maken tegen de methoden van de oude koloniale politiek, door meer de rechten en belangen van de inboor lingen te beschermen. En in de twee de plaats, dat er wel terdege sprake is van „problemen" rondom de Con go en de meningen verdeeld zijn over de toekomstige wijze van bewind voering in dat land. Voeg daar nog bij, dat in de Congo de bevolking met reuzen schreden vooruitgaat en dat steeds groter wordende eenhe den hun primitief karakter hebben verloren om zich aan te passen aan het Europese mode] van leven en de ambten te vervullen waarvoor Bel gië hen heeft opgeleid, dan verstaat men vanzelf dat er staatsmanwijs heid van de eerste rang nodig zal zyn om de Congo vast te houden en het embleem waarheid te maken, dat de Congolese en Belgische Boy scouts onlangs op hun Jamboree vertoonden: twee saamgevoegde handen, blank en zwart, voor de tri omf van de Christelijke beschaving in de Congo. (Nadruk verboden). 40. Jimmy bedacht zich niet lang. Voorzichtig kroop hij onder de achterbank vandaan, gluurde naar buiten en zag dat zyn auto geparkeerd -itond voor een tamelijk net huis, met een lichtgroene gevel, waarop een bord zat getimmerd, waarop te lezen stond: Roel Reutelvink, in scheepsbenodigd- heden. „Zo", dacht Jimmy, „dat is dus die Roé' van wie ze spraken en die vannacht naar het wrak af zou dalen." Jimmy dacht nu scherp na. Hij begreep, dat hij nu snel en gedecideerd moest handelen, maar hij begreep ook, dat als hij op dit ogenblik zou weggaan, hy voor goed zyn taxi zou kwijt zijn. Want die zouden de kerels zeker in het water rijden, teneinde de politie niet op hun spoor te brengen. Dat ging Jimmy zó aan zijn hart, dat hij niet lang aarzelde. Hij zwengelde bliksemsnel zijn auto aan, sprong achter het stuur en ging er met zijn eigen auto vandoor. „Ik moet zo gauw mogelijk naar kapitein Toontje", bromde hij, „en van hem wil ik precies weten waar het wrak ligt. Ik zal dat stelletje eens een kool stoven, die hen zwaar op de maag zal liggen." Jimmy keerde zijn wagen zo snel mogelijk en reed in volle vaart naar „Het Rode Paard" term* Het wereldgebeuren Luxemburg: een eerste stap De grote betekenis van de instal latie van de Hoge Autoriteit van de kolen- en siaalgemeen- acnap van zes West-c. uropese lan den, welke j.l. Zondag in Luxemburg een feit werd, ligt naar onze smaak in de allereerste plaats in het feit, dat met het tot stand brengen van deze gemeenschap een eerste stap is gezet op de ongetwijfeld nog lan ge weg naar een meer vouedige Europese gemeenschap, waarover in het verleden wel veel is gesproken, vooral nadat graaf Caidennoven Cal- lergi en wijlen Aristide Briand de eerste klaroenstoten hadden gege ven maar waarvan men in de prac- tijk," of liever gezegd in concreto, toch nog nimmer iets te zien had gekregen. Frankrijk, West-Duits- land Italië en de drie Benelux-lan- dên hebben de handen ineengeslagen en over een half jaar zullen tussen deze landen althans voor wat kolen en staal betreft, de grenzen volledig komen te vervallen. Een belangrijk besluit ongetwij feld, maar het allerbelangrijKste is toch wel het feit, dat de zes landen er toe hebben kunnen besluiten de gemeenschappelijke markt voor ko len en staal geheel los te maken van het nationale gezag van elk land af zonderlijk. AUeen de Hoge Autori teit van het plan-Schuman beslist, straks eventueel tezamen met het nog te vormen supra-nationale par lement en als er geschillen of con flicten mochten komen, is het alleen een supra-nationaal (en volkomen onafhankelijk) Opperste Gerechts hof, dat uitmaakt hoe in een bepaald omstreden geval gehandeld dient te worden, Het lijdt geen twijfel, of de Schu- man-organisatie zal in de eerstkomende jaren nog me nigmaal voor moeilijkheden en pro blemen worden gesteld. Er zullen misverstanden zijn en verwarringen en ongetwijfeld zullen van tijd tot tyd de nationale en nationalistische gevoelens wel eens in opstand ko men. Men staat immers voor een fonkelnieuwe situatie en velen zullen daaraan nog moeten wennen. La ten we hopen, dat het slechts kin derziekten zullen zyn, die door de bevoegde organen en in laatste in stantie door het supra-nationale Op perste Gerechtshof genezen zullen worden zonder verder blijvende scha de aan te richten. Want dat gevaar blijft natuurlijk aanwezig zolang niet elk betrokken land de innerlijke moed zou kunnen opbrengen zich onvoorwaardelijk aan het supra-na tionale gezag te onderwerpen. Zoals in het begin van deze be schouwing reeds gezegd: de in stallatie van de Schuman-Hoge Autoriteit is een eerste stap. Een begin dus, waarop nog heel veel moet volgen voor er werkelyk van een Verenigd Europa sprake zal zijn. In de eerste plaats zal het stre ven er op gericht dienen te zijn an dere West-Europese landen te be wegen tot de gemeenschap toe te treden. Onwillekeurig denken we dan aan de Scandinavische landen en vooral aan Engeland. Engeland, dat zich tot dusver afzydig hield, zo als het zich ook buiten de Europese defensiegemeenschap heeft willen houden, meent dat het zijn positie als grootmacht misschien nog wat kan rekken, wanneer het zich niet al te willig vereenzelvigt met het vasteland. Het is de oude theorie van de „spendid isolation", waarvan de ondeugdelijkheid in de moderne tyd voor iedereen duidelijk lijkt te zyn, behalve voor de Engelsen zelf. Maar behalve uitbreiding van het aantal landen, zal ook uitbreiding tot andere activiteiten op het program ma moeten staan. De Europese De fensie-Gemeenschap is reeds in op bouw en men mag hopen, dat ook zij op korte termijn werkelijkheid kan worden, ook al ziet het daar, bij ai het gekrakeel over de duur van de militaire diensttijd b.v., nog niet on middellijk naar uit. En andere acti viteiten, welke reeds de aandacht hebben, liggen op het terrein van de landbouw (de „groene pool"), het transportwezen en de algemene en onbeperkte omwisselbaarheid van de Europese valuta's. Dit alles zou men horizontale uit bouw kunnen noemen, maar vanzelf sprekend moet het Europese gebouw ook in de hoogte worden opgetrok ken. In de hoogte èn in diepte. De vertrekken, waarin de landen en ac tiviteiten worden ondergebracht, zul len immers moeten steunen op het hechte fundament van een sterk on derling vertrouwen en een vaste wil om het oude en verzwakte Europa te redden door in plaats van ver deeldheid en verbrokkeling 'n krach tige en gezonde eenheid te stellen. En het gezag van de verantwoorde lijke organen, waarvan de Zondag in Luxemburg geïnstalleerde Hoge Au toriteit de eerste is, zal ten slotte moeten uitmonden in één Europese Grondwet, waaraan alle nationale belangen ondergeschikt zouden zyn. Maar zover zijn we helaas nog lang niet! EEN BOEK OVER, RONDOM DE GIDS In Meulenhoffs Bibliotheek van Ned. Schrijvers verscheen als deel 42: „Rondom de Gids", samengesteld door dr Th. H. d'Angremond. Het geeft een keuze uit het werk van Pot gieter, Drost. Heye, Geel, Bakhuizen van den Brink en Busken Huet, en wel op zo'n wijze dat men een goede, zij het uiteraard vluchtige, indruk krijgt van deze persoonlijkheden uit de beginperiode van het tijdschrift „De Gids (opgericht in 1837 en nog steeds in leven). Het is verwonderlijk, dat dit tijdschrift van algemeen (niet enkel letterkundig) karakter het zo lang heeft uitgehouden, want het heeft tenslotte meer perioden van slapte en onbelangrijkheid, dan van bloei gekend. De titel van het boekje, „Rondom de Gids" is wat misleidend: het werkje geeft alleen de bovenge noemde keuze uit de werken van de oude Gids-mannen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5