Nieuw binnenaanvaringsreglement nog dit jaar gereed Onderzoek in onverminderd ons land duurt voort BANKBILJETTEN GEHEEL DOOR GOUD EN DEVIEZEN GEDEKT BRITSE INVOERRESTRICTIES KOSTTEN ONS f 200.000.- 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 11 AUGUSTUS 1952 JACHTEN HEBBEN GEEN VERSTAND VAN VAREN" Tal van nieuwe bepalingen Tijdens een vaart van Enkhnizen naar Amsterdam heeft mr. W. A. C. van Dam, voorzitter van de Kon. Schippersvereniging „Schuttevaer", voor de deelnemers aan de 28e vac. antieoursus van het Kon. Onderwijs fonds voor de Scheepvaart een inleiding gehouden over de te verwach ten wijzigingen in het binnenaanvaringsreglement en het Rijnvaar t-po- litiereglement. Mr Van Dam merkte allereerst op, dat z.i. de vaarreglementen eigenlijk thuis behoren in een water- wegenwet. Ih 1891 begon voor de schipperij het tranendal, omdat er toen twee wetten ontstonden, waar op gebaseerd werden de reglemen ten, die nu worden aangevochten. De eerste wet beoogde de bescher ming van de Rijkswaterstaatswer ken. Hieruit ontstond een reglement van politie, dat algemeen is, maar daarnevens plm. 60 reglementen voor bepaalde kanalen met vaarregelen voor de scheepvaart. Een tweede re glement werd op de andere wet ge baseerd en bevat bepalingen ter voorkoming van aanvaring. Het treurige is dat in de eerstbedoelde wet aan elke provincie, gemeente, veenschap en waterschap '1e be voegdheid werd gegeven een eigen vaarreglement te ontwerpen. Dit was een geheel foutieve sfeer. Maar ook in de tweede wet kregen deze licna- men eigen bevoegdheden, mits de voorschriften niet in strijd waren met het binnenaanvaringsreglement. Wat de scheepvaart echter nodig heeft is een enkelvoudige uniforme regeling. Maar het tegendeel was het geval, toen ook de spoorwegwet nog mogelijkheden opende voor aparte regelingen ten behoeve van beweeg bare spoorbruggen. Mr. Van Dam wees er dan op, dat sinds 1926 door waterstaat een com missie in het leven is geroepen met de taak van advies te dienen over de bestaande reglementen. Men heeft ingezien dat net binnenaanvarings reglement moet worden herzien, om dat de bestaande toestand inderdaad onhoudbaar is. De commissie is er in geslaagd een reglement te ont werpen waarin alle poütiebepalingen met betrekking tot de waterstaats werken zijn verwerkt en dat minder artikelen bevat dan het oude. Welis waar vallen de provinciale regelin gen er niet onder, maar de provin ciën tonen een geest tot unificatie. Intussen gelooft spreker dat de beste regeling alleen zou gebaseerd kunnen worden op een waterwegen- wet. Spreker deelde mede, dat het nieu- 1 we binnenaanvaringsreglement (vaarreglement), nog dit jaar aan re regering zal worden aangeboden, voor zover dit van de commissie af hangt. Echter moet er rekening mee worden gehouden, dat dit reglement de goedkeuring moet .hebben van België. Toen dit reglement al geheel klaar was is men begonnen internationaal het Rijnvaartpolitiereglement op de helling te zetten. Dit heeft uiteraard vertragend gewerkt. In de interna tionale commissie hadden echter 2 Nederlanders zitting, die ook deel uitmaken van de herzieningscommis sie voor het vaarreglement en deze hebben gestreefd naar het bereiken van overeenstemming tussen het Ne derlandse reglement en het interna tionale. Uiteraard is dat nieuwe re glement niet in overeenstemming met het zee-aanvaringsreglement, hoewel het voor de zeevaart zo ge makkelijk mogelijk is gemaakt. Men stelt zich op het standpunt: laat de zeevaart maar zo gemakkelijk mo gelijk het land binnenkomen. Wèl zijn er speciale regelingen opgeno men voor de vaart op de Schelde ten behoeve van de Belgen, y Het nieuw ontworpen Rijnvaartre glement zal op 25 October van dit jaar in Locarno behandeld en vast gesteld worden -en het zal dus zoveel mogelijk ih overeenstemming zijn met ons vaarreglement. NIEUW REGLEMENT. In het nieuwe binnenaanvaringsre glement zal de z.g. „opduwer" een nieuw element vormen. Niet de op duwer. maar het hoofdschip zal de vereiste lichten moeten voeren. In tussen is een en ander -niet in over eenstemming met het ontworpen Rijnvaartreglement. De zuiver Ne derlandse opduwer moet een schip duwen, of, achteruitslaand, trekken en behoeft niet bemand te zijn. Komt de opduwer voor het schip, dan moet hij bemand zijn en veilig kunnen ma noeuvreren. Dit geldt ook als hg naast het schip is bevestigd. De opduwer is dan gewoon sleepboot. In het nieuwe Rijnvaartpolitiereglement blijft de opduwer opduwer, ook al trekt hg een schip. Mr. Van Dam meende, dat dit bepaald fout is, vooral met 't oog op de toestanden op de Waal. Voor het varen bij mist zal de vol gende regeling gelden. De varende man geeft een geluidsstoot, welke eventueel door de laatste varende man van een sleep wordt herhaald. De stilligende man antwoordt daar op met een kloksignaal of met een signaal van ijzer op ijzer. Verder moet men stuurboordwal houden en anders niet varen. Een nieuwe regeling in het vaar reglement is, dat aangenomen wordt, dat „de jachten geen verstand heb ben van varen". Een jacht moet dus uit de buurt van de beroepsvaart blijven. De jacht- en zeilvaart zelf erkent, dat dit de enige veilige op lossing is. Deze jachten moeten te vens de stuurboordwal houden. Door artikel 35 wordt eèn streep gehaald. Het nieuwe vaarreglement gaat er namelijk van uit, dat „varen in het midden" normaal is. Bjj tege moet komen moet men echter stuur boord wijken. Goed zeemanschap eist evenwel dat men toch zoveel mo gelijk stuurboord vaart. Bij het uit varen van een haven moet men steeds stuurboord uitvaren, tenzij de uitvaart overzichtelijk is en er geen schip in de buurt is. Een uitvarend schip heeft steeds voorrang. Mr. Van Dam noemde het dan jammerlijk, dat „het optreden van Rijkspolitie te water zonder begrip voor de vaart is". Bij de discussie werd door de heer Van Leeuwen, havenmeester te Rot terdam, gepleit voor radarbeveiii- ging op de Rijn. Voorts werd naar voren gebracht, dat men in de grote havengebieden niet steeds kan va ren op de reglementen, maar dat dit moet geschieden „volgens het goede zeemanschap". Ook werd terloops nog opgemerkt, dat het de bedoeling is, dat de geluidsstoten in de toe komst gesynchroniseerd worden met lichtseinen. Deze zullen voorshands echter nog niet verplicht zijn. In een slotwoord legde mr. Van Dam er nog eens de nadruk op, dat hij steeds de overheid de hand bo ven het hoofd heeft gehouden, maar dat hij zich helaas in het laatste half jaar nog wel eens bitter heeft moe ten uiten over de wijze waarop de Rijkspolitie te water optreedt ten aanzien van het toezien op het na leven van de voorschriften. Gestolen bestelauto door Wegenwacht teruggevonden De opmerkzaamheid van de We genwacht in Zuid-Limburg heeft er toe geleid, dat een te Arnhem gesto len bestelauto weer bij de eigenaar is teruggekeerd, nog vóór het opspo ringsbericht van de politie goed en wel was doorgegeven. De Wegen wacht zag by Beek tussen Maastricht en Sittard langs de weg een bestel auto staan, die gevaar voor het ver keer opleverde. Hij ontdekte, dat de wagen niet op slot was. Uit papieren, die los op de bak lagen, kwam hij te weten, dat de wagen aan een Arn hemmer behoorde. Toen hg de wagen wat meer aan de kant wilde zetten, bleek dat er geen druppel benzine in de tank was. De Wegenwacht stelde de politie te Beek er van in kennis en juist op dat moment kwam er een opsporingsbericht per telex binnen. Dc wagen was de avond te voren in Arnhem gestolen. De gelukkige eige naar kon spoedig zgn wagen weer in ontvangst nemen. Twee boorhelpers zetten een nieuwe hoorbuis op bg een van de olieborin. gen van de NA.M, Een karwei op de boorvloer, waarbij een goede teamgeest vereist wordt- Er vinden op het ogenblik in Nederland zeven verkenningsboringen plaats, waarbjj dit werk schering en inslag Is. AARDOLIE EN AARDGAS Leven en sterven in nuchtere cijfers (Van onze Haagse redactie) Van Januari tot Juni van dit jaar is de Nederlandse bevolking weer toegenomen met 78.797 zielen. Dit leert ons het eenvoudige aftreksom metje van 118.424 levendgeborenen in dat tijdvak minus 39.627 overlede nen. Scherpslijpers zullen ons natuurlijk tegenwerpen, dat dit sommetje nog niet wil zeggen, dat het kleine stukje grond, dat Nederland heet, ook in derdaad weer 78.797 zielen meer te voeden gekregen heeft. Zg zullen dan denken aan de duizenden, die in die zelfde periode ons land de rug toe keerden en emigreerden. Geven wij deze scherpzinnige lieden volkomen gelijk, maar constateren we dan toch tegelijkertijd, dat met een geboortecijfer van rond 23 per 1000 inwoners in de Europese volkerengemeenschap nog altijd een levensstaat voeren, die zou doen ver moeden. dat de ruimte in ons land onbeperkt is. Tegenover dezelfde periode van het vorig jaar steekt 1952 gunstig af; meer geboorten, minder sterfgeval len. Merkwaardigerwijs ongeveer een gelijk getal, namelijk 2562 geboorten meer, en 2553 sterfgevallen minder. Deze tendenz zet zich blijkbaar voort, want ook in Juni de laatste maand, waarover het Centraal Bu reau voor de Statistiek de cijfers pu bliceerde blijft het aantal geboor ten toenemen en wordt het aantal sterfgevallen minder dan in de over eenkomstige maand van het vorig jaar. Daar staat tegenover, dat het aan tal huwelijken afneemt, In Januari tot Juni 1951 werden 44.014 huwelij ken gesloten, in dezelfde periode van 1952 „maar" 42.042. Nederland kan nog best een olieveld gebruiken l (Van onze speciale verslaggever.). Naast het reeds in de jaren na de oorlog ontwikkelde Schoonebeekvcld in Drente, waar de Nederlandse Aardolie Maatschappij in het afgelopen jaar 1951 een hoeveelheid van ruim 700.000 ton ruwe aardolie heeft ge produceerd, is deze maatschappij druk bezig om elders in den lande de aanwezigheid van aardolie aan te tonen. Dit uitgebreide onderzoek, waar toe gedurende een aantal jaren geophysische waarnemingen zijn verricht en waarvoor nog voortdurend verkenningsboringen worden gedaan in verschillende delen ran het land, heeft nog niet in de vondst van een nieuw aardoiieveld geresulteerd. De N.A.M. geeft de hoop daartoe echter niet op en zoekt onverdroten verder. Als eerste praetisch resultaat van deze vondsten wordt de gemeente Coevorden thans van gas voorzien uit het gasveld in de" omgeving van deze stad. Vorige week heeft men aldaar in de buurtschap De Krim, in de gemeente Gramsbergen op. nieuw in een boring de aanwezig heid van aardgas geconstateerd en deze vondst wordt thans op zijn eco nomische waarde getoetst. Daartoe wordt het gas door middel van een knijpstuk vrijgelaten en aan de op pervlakte in brand gestoken. Een grote vlam toont een wijde omge ving, dat een nieuwe vondst is ge daan. De betekenis hiervan zal eerst Naast dit onderzoek naar aardolie heeft de maatschappij in de laatste vgf jaar eveneens een diepgaand en kostbaar onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van aardgas in de Nederlandse bodem en- dit on derzoek heeft zoals indertijd reeds bekend gemaakt de eerste vruch ten opgeleverd in de vorm van gas- vondsten op enkele plaatsen in het Oosten des lands. In chronologische volgorde kan genoemd worden dat de aanwezig heid van aardgas werd geconstateerd in boringen bij Couvorden-Gramsber- gen, te Staphorst, De Wijk, Wanne- perveen, Tubbergen en Denekamp. Met man en macht probeert men een 2>/2 ton zware vrachtauto, die in de modder is blgven steken, van de weg te duwen opdat de vieze irij eerst kan worden verwgderd alvorens men verder kan gaan. De hevi; jenval in Korea veranderde de wegen in zware modderpoelen, tengev' irvan de mannen, die belast zijn met de zo zeer belangrijke transp..; U oor een buitengewoon moeilijke taak gesteld zijn. over enige tijd kunnen blijken. De N.A.M. levert het aardgas aan de Nederlandse Staat en heeft deze laatste enkele maanden geleden kun nen mededelen, dat zij in staat is/ een hoeveelheid van ca. 200.000 m3 per dag gedurende de eerstvolgende tien jaren te garanderen, uit de gas- velden van Wanneperveen, Tubber gen en Denekamp. Van staatswege worden thans pijpleidingen gelegd voor de afvoer van het gas naar de consumptie-gebieden. In de genoem de gasvelden van Wanneperveen, Tubbergen en Denekamp vinden op dit ogenblik nog aanvullende borin. gen plaats. De betekenis van de genoemde hoeveelheid van 200.000 m3 per dag dient niet te worden overschat. In dien gebruikt als ketelbrandstof be tekent deze productie een kolenbe- sparing van 75.000 ton kolen per jaar, d.i. van de kolenimport van ons land. Indien gebruikt als stadsgas, ligt de situatie veel beter, want "een zevenmaal zo groote hoe veelheid, dus 1.500.000 m3 per dag, zou de totale behoefte aan stadgas van ons land kunnen dekken, voor zover deze al niet gedekt, is door de leveranties van Staatsmijnen, Hoog ovens etc. ANDERE BORINGEN. De N.A.M. blijft ook actief óp oliegebied, waarvan wij in de aanhef zeiden dat nog geen successen na de vondsten te Schoonebeek zijn ge boekt. Om een beeld te geven van de exploratie-activiteit van de N.A. M. diene dat verkenningsboringen momenteel gehouden worden in ver van elkaar gelegen plaatsen als Ried in Friesland, Haren in Groningen en Berkel bij Rotterdam. Al deze boringen zijn niet begonnen met het directe doel om olie te vinden. Zij zijn een gevolg van de geophysische onderzoekingen dat zijn onder zoekingen met seismische en gravi- metrische apparatuur aan de opper vlakte en middel om een beves. tiging te krijgen van de vermoede ondergrondse structuur. Al die borin_ gen dragen dus bij tot het verkrijgen van een beter beeld van* de onder grond van ons land. Verder wordt nog bij Zweelo tussen Sleen en Wes- terbork een boring verricht met een lichte appartuur," waarbij men dus niet zo diep kan gaan als in de an dere genoemde boringen, die een diepte van 2000 tot 3000 meter kun nen bereiken. Binnenkort zal men nog op enkele andere plaatsen in het land het onderzoek door borin gen voortzetten, o.m. te Maasbom mel in het land van Maas en Waal. Uit deze activiteit moge blyken dat de NA.M. onverzwakt haar werk voortzet en gehoopt mag worden dat al dit werk, waarbij de beste experts, die de olie-industrie ter beschikking heeft, zijn ingezet, resultaten zal op leveren. Nederland, dat niet rgk ge zegend is met bodemschatten, kan er nog best een olieveld bij gebruiken. (Nadruk verboden). DE „WEEKSTAAT". Gunstige toestand zal dit jaar nog wel aanhouden. (Van onze financieel-econoniische redacteur). De weekstaat van de Nederlandse Bank, die iedere Woensdag gepubli ceerd wordt, is geen lectuur die veel wordt gelezen. Dat is wel begrypelgk ivant het zgn taaie cyfers. Toch verbergt zich achter die droge staat de vooruitgang en de achter uitgang van ons land op economisch gebied. De weekstaat moge dan droog en taai zijn, zjj is tevens uiterst belangrijk. Wy willen daarom er iets van vertellen. Daarvoor is ook nog een bij zonder aanleiding, want er is iets heel bijzonders mee.-Onze bankbiljet ten zyn namelijk voor de volle honderd procent gedekt door goud, zilver en deviezen! Hoe komt dat en wat betekent het? Dit zijn twee vragen, die in dit verband gesteld moeten worden. Sinds een jaar is de goudvoorraad praetisch zonder onderbreken aan 't stijgen. Enerzijds is dit maar geluk kig, want in de zomer van 1951 was de goudvoorraad tot beneden het milliard gedaald en als wij geen Marshall-hulp hadden gehad, zou de regering zeer onaangename maatre gelen hebben moeten nemen. In het midden van 1951 verander de de toestand. Grotendeels moet dat worden toegeschreven aan het feit, dat de invoer sterk verminder- Door Drs. W. J. van de Woestijne. de, terwijl de uitvoer groter werd. Sedert September houden in- en uit voer elkaar zo ongeveer in even wicht. Dat betekent, dat alle devie zen, die wij langs andere weg krg- gen, bijvoorbeeld voor onze zeevaart, tot vermeerdering van de voorraad goud en deviezen bij de Nederlandse Bank leiden. ZAL HET DOORGAAN Zal deze, voor ons land gunstige toestand nog lang voortduren? We weten het niet. Enerzijds is het na jaar voor ons land nogal gunstig, omdat wij veel land- en tuinbouw producten uitvoeren. Als wij alleen daarop zouden letten, dan zouden wij welhaast met zekerheid kunnen zeggen, dat de groei van de goud voorraad het hele jaar 1952 nog wel zal doorgaan. Maarwg weten niet, welke gevolgen de beperking van de invoer in Engeland voor ons land zal hebben. Dus blijft het ai- wachten. Het ziet er evenwel niet naar uit, dat de goud- en deviezenvoorraad in de naaste toekomst snel zal afne men. DE BETEKENIS. En nu de tweede vraag. Wat be tekent deze grote goudvoorraad Het betekent voor ons land de mo gelijkheid zo nodig extra goederen in het buitenland te kopen. Het bete kent ook, dat wij niet direct in moei lijkheden komen, als onze uitvoer, bijvoorbeeld door maatregelen in En- feland, sterk zou afnemen. Dat Js elangrijk, want ons land is niet al leen voor een deel van zijn voedings middelen (graan, olie. vet) van de invoer afhankelijk, maar ook voor onze industriële grondstoffen. Zou daarvan de invoer ophouden, dan zou een ernstige werkloosheid niet zijn tegen te houden. Tot op zekere hoog te kan men in de goud- en deviezen voorraad een „verzekering tegen werkloosheid" zien. Hoe groter die voorraad, des te beter de regering maatregelen tegen een eventueel te sterk toenemende werkloosheid kan' nemen. Is nu die voorraad goud en devie zen drie milliard groot? Dat hangt ervan af! Tegenover de bankbiljettencirculatie van eveneens drie milliard natuurlijk wel. Honderd procent dekking! Doch onze geld voorraad bestaat niet alleen uit bankbiljetten, maar ook uit giro- geld; en de hoeveelheid, die daar van in circulatie is, is groter dan die van de bankbiljetten. Bovendien zijn er ook nog schatkistbiljetten. Deze circuleren wel niet als geld, maar zg kunnen zo. gemakkelijk in geld wor den omgezet, dat zij in dit verband toch eigenlijk wel bg het geld gere kend moeten worden. De totale hoeveelheid „geldmidde len" bij het publiek bedraagt onge veer tien milliard. Tegenover dit be drag gezien is drie milliard aan goud en deviezen redelijk, maar geenszins abnormaal groot. Het feit, dat de bankbiljetten, maar deze ook alleen, voor honderd procent gedekt zijn, is dus wel interessant, maar op zichzelf niet zo belangrijk als het op het eerste gezicht lijkt. De verlaging van de rentetarie ven, waartoe de Nederlandse Bank onlangs heeft besloten, staat met de verbetering van de deviezenpositie in verband. Engeland heeft katten- JV (Van onze Londense correspondent) Katten-eigenaars Engeland telt er meer dan twee millioen kunnen meestal moeilijk met vaeantie gaan. Ze dienen hun lievelingen niet alleen ergens onder te brengen, maar ze moeten er tevens van overtuigd zgn, dat ze een goede, en als het enigs, zins kan, een zelfde verzorging krij gen als thuis. In Groot-Brittannië, waar poesen hooggeschatte huisdieren zijn, heeft men voor dit probleem een oplossing gevonden door de opening van zoge naamde kattenhotels. Maar elk jaar weer komen duizen den Britse katten-liefhebbers tot de teleurstellende conclusie, dat er veel te weinig van deze tehuizen zijn. Het Lagerhuislid George Chetwynd bracht twee weken geleden een hele middag bij de telefoon door om zijn drie-maanden-oude poesje in zo'n kattenhotel onder te brengen. Overal kreeg hij echter het zelfde, afwijzen de antwoord: „Sorry, sir, we zijn voor het hele seizoèn volgeboekt". Ten einde raad stelde Chetwynd zich met de dierenbescherming in verbinding. Hier beloofde men-hem zgn poesje op een vertrouwd adres onder te brengen, op voorwaarde, dat hij dit niet aan Jan en alleman zou rond ba zuinen. Zoals de mensen tussen gewone en luxe hotels kunnen kiezen, zo kunnen de Engelse katten dit ook. Het hotel, waar elke poes haar snor bij aflikt het Claridge's in de kattenwereld is Low Knap in het graafschap So merset. Alleen katten met een Sia mese stamboom worden hier toegela ten en dan nog slechts, als hun eige naars een geneeskundige verklaring kunnen overleggen. De prijs voor een gewone kamer (inclusief ontbijt, lunch en diner) is ongeveer twee gulden per dag. De meer exclusieve katten kunnen ech ter ook een suite (in de taal der poe sen „chalet" genoemd) krggen, maar daar betalen de eigenaars dan ook 3.50 voor D E BONTE MAG ER WEER UIT.. Betekenis van de door Butler aangekondigde maatregelen nog niet bekend. (Van onze redacteur) DEN HAAG, Augustus. Dreigend en somber voor ons land klonken de woorden van de Engelse minister van Financiën, Butler, toen hg in het Lagerhuis, 11a een triest beelö gegeven te hebben van Engeland's fi nanciële positie, een aantal maatregelen aankondigde^ die ertoe moeten bijdragen zgn land er weer bovenop te helpen. Een van die maatregelen was een drastische beperking van de invoer van levensmiddelen en agra rische producten. Als er één land is, dat daardoor getroffen kan wordendan is het wel Nederland dat altijd een aanzienlijke export van agrarische producten naar Engeland gehad heeft. Doch reeds in September van het vorig jaar vaardigde Engeland vergaande invoerrestricties uit. Deze hebben ertoe geleid, dat de export van agrarische producten van Nederland naar En geland ongeveer f 200.000.000 minder heeft bedragen dan in het seizoen 1950—1951. En nu zou de Engelse regering haar importen verder willen gaan be perken? Het spreekt vanzelf dat de niet-gedetailleerde en niet nader ge preciseerde mededeling van Butler sterk de aandacht heeft getrokken, niet alleen van de Nederlandse agra rische kringen, maar ook van de Ne derlandse overheid en dat onmiddel lijk pogingen in het werk gesteld zijn, om te weten te komen, wat Enge land van plan is. De Engelse ambtelijke autoriteiten, die Butler's voornemens zullen uit voeren, weten het zelf nietHeeft hij slechts gerecapituleerd, wat een feit was, namelijk de invoerrestrictie van September 1951? Of heeft hg inderdaad nieuwe invoerbeperkingen op het oog? Hierover bestaat nog geen enkele zekerheid en het is dus onmogelijk om nu reeds vast te stellen, welke de gevolgen van Butler's aankondi ging in het Lagerhuis voor Neder land zullen zijn. De kans, dat de Ne derlandse agrarische producten op nieuw een veer moeten laten, blijft dus aanwezig. ONZE KOEIEN WEER OP REIS. Verheugend is het daarom dat mi- nister Mansholt met een maatregel gekomen is die weer wat armslag belooft te geven. Hg heeft het in October van het vorige jaar inge voerde uitvoerverbod van rundvee opgeheven Dit verbod was ingevoerd vanwege het veelvuldig heersen in ons land van mond- en klauwzeer. Sedertdien heeft de toestand zich gunstig ontwikkeld. De ziekte is zo ver teruggedrongen en zij komt nog slechts zo weinig voor, dat de mi nister de intrekking van het uitvoer verbod van rundvee gerechtvaardigd heeft geacht. Op het ogenblik is ons land, wat het heersen van mond- en klauwzeer betreft, zelfs een gunstig tegen de andere Europese landen af stekend eiland. Nederland voerde steeds veel rund vee uit, naar talrijke landen en voor al naar Zuid-Amerika en Italië. Naar laatstgenoemd land exporteerde het 10.000 a 15.000 stuks per jaar. Deze export is thans dus weer toegestaan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 4