Nieuw binnenaanvaringsreglement nog
dit jaar
gereed
Onderzoek in
onverminderd
ons land duurt
voort
BANKBILJETTEN GEHEEL DOOR
GOUD EN DEVIEZEN GEDEKT
BRITSE INVOERRESTRICTIES
KOSTTEN ONS f 200.000.-
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1952
JACHTEN HEBBEN GEEN VERSTAND VAN VAREN"
Tal van nieuwe bepalingen
Tijdens een vaart van Enkhnizen naar Amsterdam heeft mr. W. A. C.
van Dam, voorzitter van de Kon. Schippersvereniging „Schuttevaer",
voor de deelnemers aan de 28e vac. antieoursus van het Kon. Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart een inleiding gehouden over de te verwach
ten wijzigingen in het binnenaanvaringsreglement en het Rijnvaar t-po-
litiereglement.
Mr Van Dam merkte allereerst
op, dat z.i. de vaarreglementen
eigenlijk thuis behoren in een water-
wegenwet. Ih 1891 begon voor de
schipperij het tranendal, omdat er
toen twee wetten ontstonden, waar
op gebaseerd werden de reglemen
ten, die nu worden aangevochten.
De eerste wet beoogde de bescher
ming van de Rijkswaterstaatswer
ken. Hieruit ontstond een reglement
van politie, dat algemeen is, maar
daarnevens plm. 60 reglementen voor
bepaalde kanalen met vaarregelen
voor de scheepvaart. Een tweede re
glement werd op de andere wet ge
baseerd en bevat bepalingen ter
voorkoming van aanvaring. Het
treurige is dat in de eerstbedoelde
wet aan elke provincie, gemeente,
veenschap en waterschap '1e be
voegdheid werd gegeven een eigen
vaarreglement te ontwerpen. Dit was
een geheel foutieve sfeer. Maar ook
in de tweede wet kregen deze licna-
men eigen bevoegdheden, mits de
voorschriften niet in strijd waren
met het binnenaanvaringsreglement.
Wat de scheepvaart echter nodig
heeft is een enkelvoudige uniforme
regeling. Maar het tegendeel was het
geval, toen ook de spoorwegwet nog
mogelijkheden opende voor aparte
regelingen ten behoeve van beweeg
bare spoorbruggen.
Mr. Van Dam wees er dan op, dat
sinds 1926 door waterstaat een com
missie in het leven is geroepen met
de taak van advies te dienen over de
bestaande reglementen. Men heeft
ingezien dat net binnenaanvarings
reglement moet worden herzien, om
dat de bestaande toestand inderdaad
onhoudbaar is. De commissie is er
in geslaagd een reglement te ont
werpen waarin alle poütiebepalingen
met betrekking tot de waterstaats
werken zijn verwerkt en dat minder
artikelen bevat dan het oude. Welis
waar vallen de provinciale regelin
gen er niet onder, maar de provin
ciën tonen een geest tot unificatie.
Intussen gelooft spreker dat de
beste regeling alleen zou gebaseerd
kunnen worden op een waterwegen-
wet.
Spreker deelde mede, dat het nieu- 1
we binnenaanvaringsreglement
(vaarreglement), nog dit jaar aan
re regering zal worden aangeboden,
voor zover dit van de commissie af
hangt. Echter moet er rekening mee
worden gehouden, dat dit reglement
de goedkeuring moet .hebben van
België.
Toen dit reglement al geheel klaar
was is men begonnen internationaal
het Rijnvaartpolitiereglement op de
helling te zetten. Dit heeft uiteraard
vertragend gewerkt. In de interna
tionale commissie hadden echter 2
Nederlanders zitting, die ook deel
uitmaken van de herzieningscommis
sie voor het vaarreglement en deze
hebben gestreefd naar het bereiken
van overeenstemming tussen het Ne
derlandse reglement en het interna
tionale. Uiteraard is dat nieuwe re
glement niet in overeenstemming
met het zee-aanvaringsreglement,
hoewel het voor de zeevaart zo ge
makkelijk mogelijk is gemaakt. Men
stelt zich op het standpunt: laat de
zeevaart maar zo gemakkelijk mo
gelijk het land binnenkomen. Wèl
zijn er speciale regelingen opgeno
men voor de vaart op de Schelde ten
behoeve van de Belgen, y
Het nieuw ontworpen Rijnvaartre
glement zal op 25 October van dit
jaar in Locarno behandeld en vast
gesteld worden -en het zal dus zoveel
mogelijk ih overeenstemming zijn
met ons vaarreglement.
NIEUW REGLEMENT.
In het nieuwe binnenaanvaringsre
glement zal de z.g. „opduwer" een
nieuw element vormen. Niet de op
duwer. maar het hoofdschip zal de
vereiste lichten moeten voeren. In
tussen is een en ander -niet in over
eenstemming met het ontworpen
Rijnvaartreglement. De zuiver Ne
derlandse opduwer moet een schip
duwen, of, achteruitslaand, trekken
en behoeft niet bemand te zijn. Komt
de opduwer voor het schip, dan moet
hij bemand zijn en veilig kunnen ma
noeuvreren.
Dit geldt ook als hg naast het
schip is bevestigd. De opduwer is
dan gewoon sleepboot. In het nieuwe
Rijnvaartpolitiereglement blijft de
opduwer opduwer, ook al trekt hg
een schip. Mr. Van Dam meende,
dat dit bepaald fout is, vooral met
't oog op de toestanden op de Waal.
Voor het varen bij mist zal de vol
gende regeling gelden. De varende
man geeft een geluidsstoot, welke
eventueel door de laatste varende
man van een sleep wordt herhaald.
De stilligende man antwoordt daar
op met een kloksignaal of met een
signaal van ijzer op ijzer. Verder
moet men stuurboordwal houden en
anders niet varen.
Een nieuwe regeling in het vaar
reglement is, dat aangenomen wordt,
dat „de jachten geen verstand heb
ben van varen". Een jacht moet dus
uit de buurt van de beroepsvaart
blijven. De jacht- en zeilvaart zelf
erkent, dat dit de enige veilige op
lossing is. Deze jachten moeten te
vens de stuurboordwal houden.
Door artikel 35 wordt eèn streep
gehaald. Het nieuwe vaarreglement
gaat er namelijk van uit, dat „varen
in het midden" normaal is. Bjj tege
moet komen moet men echter stuur
boord wijken. Goed zeemanschap
eist evenwel dat men toch zoveel mo
gelijk stuurboord vaart. Bij het uit
varen van een haven moet men
steeds stuurboord uitvaren, tenzij de
uitvaart overzichtelijk is en er geen
schip in de buurt is. Een uitvarend
schip heeft steeds voorrang.
Mr. Van Dam noemde het dan
jammerlijk, dat „het optreden van
Rijkspolitie te water zonder begrip
voor de vaart is".
Bij de discussie werd door de heer
Van Leeuwen, havenmeester te Rot
terdam, gepleit voor radarbeveiii-
ging op de Rijn. Voorts werd naar
voren gebracht, dat men in de grote
havengebieden niet steeds kan va
ren op de reglementen, maar dat dit
moet geschieden „volgens het goede
zeemanschap". Ook werd terloops
nog opgemerkt, dat het de bedoeling
is, dat de geluidsstoten in de toe
komst gesynchroniseerd worden met
lichtseinen. Deze zullen voorshands
echter nog niet verplicht zijn.
In een slotwoord legde mr. Van
Dam er nog eens de nadruk op, dat
hij steeds de overheid de hand bo
ven het hoofd heeft gehouden, maar
dat hij zich helaas in het laatste half
jaar nog wel eens bitter heeft moe
ten uiten over de wijze waarop de
Rijkspolitie te water optreedt ten
aanzien van het toezien op het na
leven van de voorschriften.
Gestolen bestelauto door
Wegenwacht teruggevonden
De opmerkzaamheid van de We
genwacht in Zuid-Limburg heeft er
toe geleid, dat een te Arnhem gesto
len bestelauto weer bij de eigenaar is
teruggekeerd, nog vóór het opspo
ringsbericht van de politie goed en
wel was doorgegeven. De Wegen
wacht zag by Beek tussen Maastricht
en Sittard langs de weg een bestel
auto staan, die gevaar voor het ver
keer opleverde. Hij ontdekte, dat de
wagen niet op slot was. Uit papieren,
die los op de bak lagen, kwam hij te
weten, dat de wagen aan een Arn
hemmer behoorde. Toen hg de wagen
wat meer aan de kant wilde zetten,
bleek dat er geen druppel benzine in
de tank was. De Wegenwacht stelde
de politie te Beek er van in kennis
en juist op dat moment kwam er een
opsporingsbericht per telex binnen.
Dc wagen was de avond te voren in
Arnhem gestolen. De gelukkige eige
naar kon spoedig zgn wagen weer in
ontvangst nemen.
Twee boorhelpers zetten een nieuwe hoorbuis op bg een van de olieborin.
gen van de NA.M, Een karwei op de boorvloer, waarbij een goede
teamgeest vereist wordt- Er vinden op het ogenblik in Nederland zeven
verkenningsboringen plaats, waarbjj dit werk schering en inslag Is.
AARDOLIE EN AARDGAS
Leven en sterven in
nuchtere cijfers
(Van onze Haagse redactie)
Van Januari tot Juni van dit jaar
is de Nederlandse bevolking weer
toegenomen met 78.797 zielen. Dit
leert ons het eenvoudige aftreksom
metje van 118.424 levendgeborenen
in dat tijdvak minus 39.627 overlede
nen.
Scherpslijpers zullen ons natuurlijk
tegenwerpen, dat dit sommetje nog
niet wil zeggen, dat het kleine stukje
grond, dat Nederland heet, ook in
derdaad weer 78.797 zielen meer te
voeden gekregen heeft. Zg zullen dan
denken aan de duizenden, die in die
zelfde periode ons land de rug toe
keerden en emigreerden.
Geven wij deze scherpzinnige lieden
volkomen gelijk, maar constateren
we dan toch tegelijkertijd, dat
met een geboortecijfer van rond 23
per 1000 inwoners in de Europese
volkerengemeenschap nog altijd een
levensstaat voeren, die zou doen ver
moeden. dat de ruimte in ons land
onbeperkt is.
Tegenover dezelfde periode van het
vorig jaar steekt 1952 gunstig af;
meer geboorten, minder sterfgeval
len. Merkwaardigerwijs ongeveer een
gelijk getal, namelijk 2562 geboorten
meer, en 2553 sterfgevallen minder.
Deze tendenz zet zich blijkbaar voort,
want ook in Juni de laatste
maand, waarover het Centraal Bu
reau voor de Statistiek de cijfers pu
bliceerde blijft het aantal geboor
ten toenemen en wordt het aantal
sterfgevallen minder dan in de over
eenkomstige maand van het vorig
jaar.
Daar staat tegenover, dat het aan
tal huwelijken afneemt, In Januari
tot Juni 1951 werden 44.014 huwelij
ken gesloten, in dezelfde periode van
1952 „maar" 42.042.
Nederland kan nog best een
olieveld gebruiken l
(Van onze speciale verslaggever.).
Naast het reeds in de jaren na de oorlog ontwikkelde Schoonebeekvcld
in Drente, waar de Nederlandse Aardolie Maatschappij in het afgelopen
jaar 1951 een hoeveelheid van ruim 700.000 ton ruwe aardolie heeft ge
produceerd, is deze maatschappij druk bezig om elders in den lande de
aanwezigheid van aardolie aan te tonen. Dit uitgebreide onderzoek, waar
toe gedurende een aantal jaren geophysische waarnemingen zijn verricht
en waarvoor nog voortdurend verkenningsboringen worden gedaan in
verschillende delen ran het land, heeft nog niet in de vondst van een
nieuw aardoiieveld geresulteerd. De N.A.M. geeft de hoop daartoe echter
niet op en zoekt onverdroten verder.
Als eerste praetisch resultaat van
deze vondsten wordt de gemeente
Coevorden thans van gas voorzien
uit het gasveld in de" omgeving van
deze stad. Vorige week heeft men
aldaar in de buurtschap De Krim,
in de gemeente Gramsbergen op.
nieuw in een boring de aanwezig
heid van aardgas geconstateerd en
deze vondst wordt thans op zijn eco
nomische waarde getoetst. Daartoe
wordt het gas door middel van een
knijpstuk vrijgelaten en aan de op
pervlakte in brand gestoken. Een
grote vlam toont een wijde omge
ving, dat een nieuwe vondst is ge
daan. De betekenis hiervan zal eerst
Naast dit onderzoek naar aardolie
heeft de maatschappij in de laatste
vgf jaar eveneens een diepgaand
en kostbaar onderzoek ingesteld
naar de aanwezigheid van aardgas
in de Nederlandse bodem en- dit on
derzoek heeft zoals indertijd reeds
bekend gemaakt de eerste vruch
ten opgeleverd in de vorm van gas-
vondsten op enkele plaatsen in het
Oosten des lands.
In chronologische volgorde kan
genoemd worden dat de aanwezig
heid van aardgas werd geconstateerd
in boringen bij Couvorden-Gramsber-
gen, te Staphorst, De Wijk, Wanne-
perveen, Tubbergen en Denekamp.
Met man en macht probeert men een 2>/2 ton zware vrachtauto, die in de
modder is blgven steken, van de weg te duwen opdat de vieze irij eerst
kan worden verwgderd alvorens men verder kan gaan. De hevi; jenval
in Korea veranderde de wegen in zware modderpoelen, tengev' irvan
de mannen, die belast zijn met de zo zeer belangrijke transp..; U oor een
buitengewoon moeilijke taak gesteld zijn.
over enige tijd kunnen blijken.
De N.A.M. levert het aardgas aan
de Nederlandse Staat en heeft deze
laatste enkele maanden geleden kun
nen mededelen, dat zij in staat is/
een hoeveelheid van ca. 200.000 m3
per dag gedurende de eerstvolgende
tien jaren te garanderen, uit de gas-
velden van Wanneperveen, Tubber
gen en Denekamp. Van staatswege
worden thans pijpleidingen gelegd
voor de afvoer van het gas naar de
consumptie-gebieden. In de genoem
de gasvelden van Wanneperveen,
Tubbergen en Denekamp vinden op
dit ogenblik nog aanvullende borin.
gen plaats.
De betekenis van de genoemde
hoeveelheid van 200.000 m3 per dag
dient niet te worden overschat. In
dien gebruikt als ketelbrandstof be
tekent deze productie een kolenbe-
sparing van 75.000 ton kolen per
jaar, d.i. van de kolenimport
van ons land. Indien gebruikt als
stadsgas, ligt de situatie veel beter,
want "een zevenmaal zo groote hoe
veelheid, dus 1.500.000 m3 per dag,
zou de totale behoefte aan stadgas
van ons land kunnen dekken, voor
zover deze al niet gedekt, is door de
leveranties van Staatsmijnen, Hoog
ovens etc.
ANDERE BORINGEN.
De N.A.M. blijft ook actief óp
oliegebied, waarvan wij in de aanhef
zeiden dat nog geen successen na
de vondsten te Schoonebeek zijn ge
boekt. Om een beeld te geven van
de exploratie-activiteit van de N.A.
M. diene dat verkenningsboringen
momenteel gehouden worden in ver
van elkaar gelegen plaatsen als Ried
in Friesland, Haren in Groningen
en Berkel bij Rotterdam. Al deze
boringen zijn niet begonnen met het
directe doel om olie te vinden. Zij
zijn een gevolg van de geophysische
onderzoekingen dat zijn onder
zoekingen met seismische en gravi-
metrische apparatuur aan de opper
vlakte en middel om een beves.
tiging te krijgen van de vermoede
ondergrondse structuur. Al die borin_
gen dragen dus bij tot het verkrijgen
van een beter beeld van* de onder
grond van ons land. Verder wordt
nog bij Zweelo tussen Sleen en Wes-
terbork een boring verricht met een
lichte appartuur," waarbij men dus
niet zo diep kan gaan als in de an
dere genoemde boringen, die een
diepte van 2000 tot 3000 meter kun
nen bereiken. Binnenkort zal men
nog op enkele andere plaatsen in
het land het onderzoek door borin
gen voortzetten, o.m. te Maasbom
mel in het land van Maas en Waal.
Uit deze activiteit moge blyken dat
de NA.M. onverzwakt haar werk
voortzet en gehoopt mag worden dat
al dit werk, waarbij de beste experts,
die de olie-industrie ter beschikking
heeft, zijn ingezet, resultaten zal op
leveren. Nederland, dat niet rgk ge
zegend is met bodemschatten, kan er
nog best een olieveld bij gebruiken.
(Nadruk verboden).
DE „WEEKSTAAT".
Gunstige toestand zal dit jaar nog wel aanhouden.
(Van onze financieel-econoniische redacteur).
De weekstaat van de Nederlandse Bank, die iedere Woensdag gepubli
ceerd wordt, is geen lectuur die veel wordt gelezen. Dat is wel begrypelgk
ivant het zgn taaie cyfers.
Toch verbergt zich achter die droge staat de vooruitgang en de achter
uitgang van ons land op economisch gebied. De weekstaat moge dan droog
en taai zijn, zjj is tevens uiterst belangrijk.
Wy willen daarom er iets van vertellen. Daarvoor is ook nog een bij
zonder aanleiding, want er is iets heel bijzonders mee.-Onze bankbiljet
ten zyn namelijk voor de volle honderd procent gedekt door goud, zilver
en deviezen! Hoe komt dat en wat betekent het? Dit zijn twee vragen,
die in dit verband gesteld moeten worden.
Sinds een jaar is de goudvoorraad
praetisch zonder onderbreken aan 't
stijgen. Enerzijds is dit maar geluk
kig, want in de zomer van 1951 was
de goudvoorraad tot beneden het
milliard gedaald en als wij geen
Marshall-hulp hadden gehad, zou de
regering zeer onaangename maatre
gelen hebben moeten nemen.
In het midden van 1951 verander
de de toestand. Grotendeels moet
dat worden toegeschreven aan het
feit, dat de invoer sterk verminder-
Door
Drs. W. J. van de Woestijne.
de, terwijl de uitvoer groter werd.
Sedert September houden in- en uit
voer elkaar zo ongeveer in even
wicht. Dat betekent, dat alle devie
zen, die wij langs andere weg krg-
gen, bijvoorbeeld voor onze zeevaart,
tot vermeerdering van de voorraad
goud en deviezen bij de Nederlandse
Bank leiden.
ZAL HET DOORGAAN
Zal deze, voor ons land gunstige
toestand nog lang voortduren? We
weten het niet. Enerzijds is het na
jaar voor ons land nogal gunstig,
omdat wij veel land- en tuinbouw
producten uitvoeren. Als wij alleen
daarop zouden letten, dan zouden
wij welhaast met zekerheid kunnen
zeggen, dat de groei van de goud
voorraad het hele jaar 1952 nog wel
zal doorgaan. Maarwg weten
niet, welke gevolgen de beperking
van de invoer in Engeland voor ons
land zal hebben. Dus blijft het ai-
wachten.
Het ziet er evenwel niet naar uit,
dat de goud- en deviezenvoorraad in
de naaste toekomst snel zal afne
men.
DE BETEKENIS.
En nu de tweede vraag. Wat be
tekent deze grote goudvoorraad
Het betekent voor ons land de mo
gelijkheid zo nodig extra goederen
in het buitenland te kopen. Het bete
kent ook, dat wij niet direct in moei
lijkheden komen, als onze uitvoer,
bijvoorbeeld door maatregelen in En-
feland, sterk zou afnemen. Dat Js
elangrijk, want ons land is niet al
leen voor een deel van zijn voedings
middelen (graan, olie. vet) van de
invoer afhankelijk, maar ook voor
onze industriële grondstoffen. Zou
daarvan de invoer ophouden, dan zou
een ernstige werkloosheid niet zijn
tegen te houden. Tot op zekere hoog
te kan men in de goud- en deviezen
voorraad een „verzekering tegen
werkloosheid" zien. Hoe groter die
voorraad, des te beter de regering
maatregelen tegen een eventueel te
sterk toenemende werkloosheid kan'
nemen.
Is nu die voorraad goud en devie
zen drie milliard groot?
Dat hangt ervan af! Tegenover de
bankbiljettencirculatie van eveneens
drie milliard natuurlijk wel. Honderd
procent dekking! Doch onze geld
voorraad bestaat niet alleen uit
bankbiljetten, maar ook uit giro-
geld; en de hoeveelheid, die daar
van in circulatie is, is groter dan die
van de bankbiljetten. Bovendien zijn
er ook nog schatkistbiljetten. Deze
circuleren wel niet als geld, maar zg
kunnen zo. gemakkelijk in geld wor
den omgezet, dat zij in dit verband
toch eigenlijk wel bg het geld gere
kend moeten worden.
De totale hoeveelheid „geldmidde
len" bij het publiek bedraagt onge
veer tien milliard. Tegenover dit be
drag gezien is drie milliard aan
goud en deviezen redelijk, maar
geenszins abnormaal groot. Het feit,
dat de bankbiljetten, maar deze ook
alleen, voor honderd procent gedekt
zijn, is dus wel interessant, maar op
zichzelf niet zo belangrijk als het op
het eerste gezicht lijkt.
De verlaging van de rentetarie
ven, waartoe de Nederlandse Bank
onlangs heeft besloten, staat met de
verbetering van de deviezenpositie
in verband.
Engeland heeft katten-
JV
(Van onze Londense correspondent)
Katten-eigenaars Engeland telt
er meer dan twee millioen kunnen
meestal moeilijk met vaeantie gaan.
Ze dienen hun lievelingen niet alleen
ergens onder te brengen, maar ze
moeten er tevens van overtuigd zgn,
dat ze een goede, en als het enigs,
zins kan, een zelfde verzorging krij
gen als thuis.
In Groot-Brittannië, waar poesen
hooggeschatte huisdieren zijn, heeft
men voor dit probleem een oplossing
gevonden door de opening van zoge
naamde kattenhotels.
Maar elk jaar weer komen duizen
den Britse katten-liefhebbers tot de
teleurstellende conclusie, dat er veel
te weinig van deze tehuizen zijn.
Het Lagerhuislid George Chetwynd
bracht twee weken geleden een hele
middag bij de telefoon door om zijn
drie-maanden-oude poesje in zo'n
kattenhotel onder te brengen. Overal
kreeg hij echter het zelfde, afwijzen
de antwoord: „Sorry, sir, we zijn voor
het hele seizoèn volgeboekt". Ten
einde raad stelde Chetwynd zich met
de dierenbescherming in verbinding.
Hier beloofde men-hem zgn poesje
op een vertrouwd adres onder te
brengen, op voorwaarde, dat hij dit
niet aan Jan en alleman zou rond ba
zuinen.
Zoals de mensen tussen gewone en
luxe hotels kunnen kiezen, zo kunnen
de Engelse katten dit ook. Het hotel,
waar elke poes haar snor bij aflikt
het Claridge's in de kattenwereld
is Low Knap in het graafschap So
merset. Alleen katten met een Sia
mese stamboom worden hier toegela
ten en dan nog slechts, als hun eige
naars een geneeskundige verklaring
kunnen overleggen.
De prijs voor een gewone kamer
(inclusief ontbijt, lunch en diner) is
ongeveer twee gulden per dag. De
meer exclusieve katten kunnen ech
ter ook een suite (in de taal der poe
sen „chalet" genoemd) krggen, maar
daar betalen de eigenaars dan ook
3.50 voor
D E BONTE MAG ER WEER UIT..
Betekenis van de door Butler aangekondigde
maatregelen nog niet bekend.
(Van onze
redacteur)
DEN HAAG, Augustus. Dreigend en somber voor ons land klonken
de woorden van de Engelse minister van Financiën, Butler, toen hg in
het Lagerhuis, 11a een triest beelö gegeven te hebben van Engeland's fi
nanciële positie, een aantal maatregelen aankondigde^ die ertoe moeten
bijdragen zgn land er weer bovenop te helpen. Een van die maatregelen
was een drastische beperking van de invoer van levensmiddelen en agra
rische producten.
Als er één land is, dat daardoor getroffen kan wordendan is het wel
Nederland dat altijd een aanzienlijke export van agrarische producten
naar Engeland gehad heeft. Doch reeds in September van het vorig jaar
vaardigde Engeland vergaande invoerrestricties uit. Deze hebben ertoe
geleid, dat de export van agrarische producten van Nederland naar En
geland ongeveer f 200.000.000 minder heeft bedragen dan in het seizoen
1950—1951.
En nu zou de Engelse regering
haar importen verder willen gaan be
perken? Het spreekt vanzelf dat de
niet-gedetailleerde en niet nader ge
preciseerde mededeling van Butler
sterk de aandacht heeft getrokken,
niet alleen van de Nederlandse agra
rische kringen, maar ook van de Ne
derlandse overheid en dat onmiddel
lijk pogingen in het werk gesteld zijn,
om te weten te komen, wat Enge
land van plan is.
De Engelse ambtelijke autoriteiten,
die Butler's voornemens zullen uit
voeren, weten het zelf nietHeeft
hij slechts gerecapituleerd, wat een
feit was, namelijk de invoerrestrictie
van September 1951? Of heeft hg
inderdaad nieuwe invoerbeperkingen
op het oog?
Hierover bestaat nog geen enkele
zekerheid en het is dus onmogelijk
om nu reeds vast te stellen, welke
de gevolgen van Butler's aankondi
ging in het Lagerhuis voor Neder
land zullen zijn. De kans, dat de Ne
derlandse agrarische producten op
nieuw een veer moeten laten, blijft
dus aanwezig.
ONZE KOEIEN WEER OP REIS.
Verheugend is het daarom dat mi-
nister Mansholt met een maatregel
gekomen is die weer wat armslag
belooft te geven. Hg heeft het in
October van het vorige jaar inge
voerde uitvoerverbod van rundvee
opgeheven Dit verbod was ingevoerd
vanwege het veelvuldig heersen in
ons land van mond- en klauwzeer.
Sedertdien heeft de toestand zich
gunstig ontwikkeld. De ziekte is zo
ver teruggedrongen en zij komt nog
slechts zo weinig voor, dat de mi
nister de intrekking van het uitvoer
verbod van rundvee gerechtvaardigd
heeft geacht. Op het ogenblik is ons
land, wat het heersen van mond- en
klauwzeer betreft, zelfs een gunstig
tegen de andere Europese landen af
stekend eiland.
Nederland voerde steeds veel rund
vee uit, naar talrijke landen en voor
al naar Zuid-Amerika en Italië. Naar
laatstgenoemd land exporteerde het
10.000 a 15.000 stuks per jaar. Deze
export is thans dus weer toegestaan.