Door het spel tot de werkelijkheid
JIMMY BROWN a/s diepzeeduiker
Mislukte aanslag op Walcheren
C
C
J
ALS BABY ZICH GEMELD HEEFT
VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
EEN DRAMA IN 1567.
Na de mislukking werden bij
Antwerpen de troepen vernietigd
Het gistte omstreeks 1565 allerwege in ons land, nadat de beeldenstorm
vrywel ongestoord in steden en dorpen had gewoed.
De landvoogdes had geen troepen genoeg bij de hand; de houding der
voorname edelen als Oranje, Egmond en Hoorne was niet hoopgevend; de
verarmde adel was tot alles bereid en dat deel van het volk, dat voor de
hervorming was gewonnen, was vrijwel niet meer in te tomen.
Het verzet was echter nog niet georganiseerd en de gezeten burgers
der steden waren afkerig van geweld en oproer, daar ze veel te veel te
verliezen hadden.
Niemand kon nog voorzien, dat Hol- I dea, met een zucht van verlichting,
landse steden maandenlange belege- I achter hen gesloten. Vooreerst kwa-
xingen konden doorstaan en een gehe
le krijgsmacht zouden binden en ze
ker kon geen mens vermoeden, dat de
zeerovers, die de kusten onveilig
maakten, zoals zij dat onder andere
namen en met wisselend succes al
eeuwen lang hadden gedaan, met de
geuzenvlag in top een havenstad zou
den veroveren zonder haar te plunde
ren, ja, haar zelfs met behulp van de
burgers zouden behouden,
EEN PLAN.
In tegenstelling tot de zo voorzich
tige prins van Oranje achtten velen
de tijd rijp voor waagstukken en dol
drieste ondernemingen, die op niets
konden uitlopen. Zo liet Brederode
's Hertogenbosch bezetten, en ook Ja
cob van Marnix, heer van Tholose, de
broeder van Marnix van Sint Alde-
gonde, zon op een putsch.
Hij was beter ingelicht dan Bre
derode, want hij had het op Vlissin-
gen, de sleutel van de Schelde voor-
zien, en wilde daarna, met behulp van
zjjn vriend de baljuw van Middelburg,
de andere steden van Walcheren be
zetten.
Het plan van Jacob van Marnix was
lang niet gek, want de Zeeuwen, en in
het bijzonder de Vlissingers, waren
stoutmoedige zeelieden, die als ka
pers hadden gevaren in de oorlogen
tegen Frankrijk.
Nog geen zeven jaar later, na dat
Vlissingen de zijde van de prins had
gekozen, waren haar burgers in staat
om in ongelooflijk korte tijd een vloot
uit te rusten, van honderden, zwaar
met kanonnen bewapende schepen,
die de Schelde afsloten, en op de
scheepvaartroutes van de Noordzee
opereerden.
WEINIG SUCCES.
Jacob zou meer kans op succes
hebben gehad, wanneer de stemming
in de stad anders was geweest. Eerst
nadat Alva zijn schrikbewind had
uitgeoefend waren de steden rijp voor
de opstand en haar burgers vrijwel
unaniem bereid om naar de wapens te
grijpen en hun rechten te verdedigen.
Nu moest hy zijn manschappen voor
felcï en goede woorden aanwerven in
e havenwijk van de grote, van leven
bruisende stad Antwerpen, en hij kon
niet al te kieskeurig zijn.
Zowel de stadhouder, Willem van
Oranje, als de vroedschap van Ant
werpen, waren hiervan op de hoog
te, maar ze lieten hem begaan.
MISLUKTE AANSLAG
OP ANTWERPEN.
Eerst toen in het begin van het
Jaar 1567 zyn luidruchtige troepen
macht was. aangegroeid tot zeshon
derd man, vond men hun aanwezig
heid te gevaarlijk. Men vreesde dat
deze gewapenden vandaag of morgen
de weg van de minste weerstand zou
den kiezen en Antwerpen zouden
plunderen. Niemand dacht er echter
aan om heer Jacob in zijn plannen te
dwarsbomen, door de aangeworven
lieden gevangen te nemen en op te
sluiten. Men dreef hen integendeel
het avontuur tegemoet. Er werd be
kend, dat alle krijgslieden, die niet
door een officiële instantie waren aan
geworven, de Scheldestad moesten
verlaten; zo nodig zouden de stads
soldaten bij hun evacuatie een handje
helpen. De mannen van Marnix ver
trokken inderdaad en de poorten wer-
President van Zuïd-Korea
zal herkozen worden.
De 77-jarige president van Zuid-
Korea, Syngman Rhee, is verzekerd
van een nieuwe ambtstermijn van vier
jaar. De uitslag voor alle kiesdistric
ten, op acht na, geeft Rhee 4.724.000
stemmen en zyn naaste concurrent,
de oud-communist Tsjo Bong Ahm,
747.000.
Voor het vice-presidentschap heeft
de candidaat, die voor Rhee is, Ham
Dai Joeng, tot dusver de meeste
stemmen behaald.
Medisch paviljoen op
Utrechtse najaarsbeurs.
De Nederlandse industrie en handel
op het gebied van medische toestellen
en instrumenten, inrichtingen voor
ziekenhuizen e.d. zullen ditmaal in
aanzienlijk groter omvang dan vroeger
jaren aan de Utrechtse najaarsbeurs
deelnemen.
Tep behoeve van deze exposanten
wordt op het Vredenburg een apart
paviljoen opgetrokken, het zogenaam
de „medisch paviljoen", waarin 47
stands ingericht worden met producten
van 111 fabrikanten. Deze producten
komen uit Nederland, West-Duitsland,
Engeland, de Ver. Staten, Zwitserland.
Frankrijk en België.
Rode Kruis wil onderzoek in
„bacteriën-oorlog".
Op de internationale conferentie
van het Rode Kruis te Toronto is met
69 tegen 12 stemmen een Belgische
resolutie aangenomen, die aandringt
op onderzoek van de communistische
beschuldigingen betreffende bacte
riologische oorlogvoering in Korea.
Het hoofd van de Chinese delegatie
zei, dat China geen onderzoek door
het Rode Kruis zou toelaten, „omdat
dit naar onze mening een werktuig
van een Westelijke mogendheid is".
men ze niet ver, en er was nog enige
pressie nodig om hen tot inscheping
te bewegen.
ZIJ ZAKTEN DE SCHELDE AF
In drie schepen zakten zij eindelijk
de Schelde af Marnix had blykbaar
geen snelle zeilers kunnen bemachti
gen, want het marktschip van Ant
werpen een doodgewone beurt-
vaarder voer hen voorbij en meld
de hun komst in Vlissingen. Enige
DOOR
JACQ. R. W. SINN1NGHE
J
waarschuwingsschoten overtuigden
Marnix dat er van een verrassing van
de haven geen sprake meer kon zijn.
Hij voer verder naar Amemuiden,
waar hy van proviand werd voorzien
door Middelburgers, die met hem
sympathiseerden. Zij konden hem ech
ter geen goede tijdingen brengen,
want zowel in Veere als in Middelburg
waren de schutters onder de wape
nen en stond het geschut op de wal
len. Daarom wendde hij de steven,
voer de Schelde weer op, .n ging aan
land bij Austruweel, niet ver van Ant
werpen, waar hij en de zijnen een vlot
en vrolijk kampleven leidden, in af
wachting dat de Scheldestad in op
stand zou komen en haar poorten
voor hen zou openen. Dan zou men
vandaar opnieuw maar dan met snel
le bewapende schepen naar Walche
ren varen.
De Antwerpse vroedschap voelde
er veel voor om hen te verdrijven,
maar de prins van Oranje durfde de
stad, met zijn onrustig havenkwar
tier, niet van troepen ontbloten. Er
gebeurde dus niets.
VERSTROOID.
Ten slotte besloot de landvoogdes
maar op te treden en gaf de heer van
Beauvais opdracht om de bende te
verstrooien. Beauvais had de lijf
wacht uit Brussel, vierhonderd man,
onder zijn bevelen en kreeg nog ver
sterking van ruiters en lansknechten
uit de Zeeuwsch-Vlaamse garnizoe
nen, altemaal beroepssoldaten.
Daar tegenover kon Marnix een
véél groter aantal stellen, vooral om
dat dit pleizierig kamperen dagelyks
mensen uit Antwerpen aantrok. Dit
waren echter voornamelijk lieden van
de zelfkant, die hun zinnen hadden
gezet op de plundering van de stad,
en niet in het minst op een gevecht
waren voorbereid.
Zij kenden geen discipline, hun le
gering was ordeloos, en hun bewape
ning rondweg slecht te noemen. Mar
nix was een avonturier en geen
krijgsman. Alleen een krachtige en
geniale geest zou in staat zijn ge
weest, om deze benden zo op te stel
len achter vei'schansingen, dat zij een
aanval van geregelde troepen hadden
kunnen afweren.
Marnix kon dat niet. Hij had zelfs
verzuimd, om wachtposten uit te zet
ten en werd totaal overrompeld. De
ruiters reden de opstandelingen over
hoop, de snel oprukkende piekeniers
nagelden hen aan de grond en de
haakbusschutters troffen maar al te
goed hun doel.'Enkele edelen die zich
met de degen in de hand verdedigden,
werden in het korte, maar heftige ge
vecht gedood en Marnix kwam in de
vlammen om, toen zyn tydelyk hoofd
kwartier- een boerenschuur- in brand
werd geschoten. Vijftienhonderd do
den bedekten het gevechtsterrein, en
driehonderd gevangenen werden haas
tig opgeknoopt.
Politieagent vrijgesproken.
Agent van politie S. A. G., die een
in het politiebureau te Veenendaal
gedeponeerd oud kinderfietsje, dat in
middels was terechtgekomen bij ouae
rommel, had meegenomen om te la
ten opknappen voor een jarig doch
tertje, is door het Arnhemse gerechts
hof vrijgesproken.
De eis van de procureur-generaal
luidde drie dagen gevangenisstraf. De
Arnhemse politierechter had de agent
veroordeeld tot drie weken gevange
nisstraf. nadat de officier een maand
had geëist.
rmy 3|—
V VOORPAS RUGPAS
fek, swm
ONS MODEHOEKJE.
Een gemakkelijk jurkje, dat toch aardig
en vlot staat.
De toekomstige moeder wenst een doelmatig japonnetje, dat prettig
zit, gemakkelijk te verWQden te en dat toch aardig staat. Bovendien wil
ze het ook na de bljjde gebeurtenis kunnen dragen zonder er al te veel
aan te moeten veranderen.
Hier is zo'n jurkje. De wyde voor- en achterbaan zijn aan een schou
derpas met aangeknipte mouwtjes genaaid. U kunt hier voor het beste
een dunne soepele stof gebruiken, die niet uit gaat staan.
U stikt de voorpas op dc even in-
gerimpelde voorbaan en de rugpassen
op de achterbaan. Zy-. mouw- en
schoudernaden sluiten, 't beleg naar
binnen vouwen en de knoopsgaten
aanbrengen. U werkt de hals met
schuine biesjes af. De 5 centimeter
brede manchetten kunnen desge
wenst vervallen. In de taille stikt u
een schuif aan de binnenkant waar
door u band of soepel elastiek haalt,
dat de ruimte verdeelt Denkt u er
aan, dat u het band of het elastiek
lang genoeg neemt om het verwijden
mogelijk te maken? U zoudt de
schuif ook weg kunnen laten en door
een circa 3 meter lange omgestrikte
ceintuur de ruimte bij elkaar houden,
alleen zal deze dan niet zo mooi ver
deeld zijn. Het is wel aan te bevelen,
een extra zoom aan de voorbaan, te
maken, die dan voor de laatste maan
den uitgelegd kan worden.
Als u de japon zonder knoopslui-
ting maakt, wat heel goed kan, dan
kunt u ze voordelig knippen door de
voorbaan met een siAalfe geer onder
aan de zijnaad te nemen. U heeft dan,
als u het geheel van dezelfde stof
maakt, zonder manchetten en zonder
ceintuur, aan 2 80 meter genoeg In
het andere geval vraagt het één leng
te meer. U ziet dat het ook in twee
erlei stof heel aardig is.
ELLA BEZEMER.
MEVROUW J. VAN NISPEN—VAN WEBY.
Gesprek met de leidster van het
Nederlandse Padvindstersgilde
De grote Engelse radio-commentator, Alistair Cooke, vertelde onlangs in
een van zyn Letters from America" dat het grote verschil tussen het on-
derwys in de ,Ver. Staten en Engeland daarin zit, dat de Amerikaanse
school het kind wenst op te voeden tot een goed lid van de gemeenschap.
Wat hü verder daarover zei is voor ons Nederlanders, die het altijd zo druk
hebben over het gezinsleven, ook wel interessant. Cooke wees erop, dat het
Amerikaanse kind, in tegenstelling tot het Engelse, (dit slaat alleen op
kinderen uit tamelijk welgestelde mill ieu's) niet op zijn 7de of 8ste jaar
naar kostschool gaat, maar zeker tot zjjn I4de, meest tot zjjn 17de of 18de
jaar, thuis blijft en een dagschool bezoekt.
Ais een van de belangrijkste redenen daarvoor gaf htf op liet feit, dat
alle kleine steden en dorpen in de Ver. Staten inderdaad nog een gemeen
schap vormen en dat elk kind, op die ene school die door alle kinderen,
ryk en arm, blank pn bruin, bezocht wordt, leert: lid te zyn van die ge
meenschap.
Natuurlijk denkt de lezer, na deze
aanhef, dat ik met het verkeerde ar
tikel bezig ben, want wat heeft dat
verhaal over de opvoeding in de Ver.
Staten nu te maken met mevrouw
Van Nispen en de Nederlandse Pad-
vindsters? Het heeft er alles mee te
maken en het was juist dit radio-ver
haal, dat mij te binnen schoot, toen
ik zat te luisteren naar hetgeen me
vrouw Van Nispen mij vertelde over
het ontstaan van de padvindersbewe
ging en over het doel dat nu nog al
tijd, ook in ons land, wordt nage
streefd.
Natuurlijk weet men wel, dat het
Lord Baden Powell is geweest, die
de padvinderij heeft opgericht. Wat
hem daarbij voor ogen heeft ge
zweefd, was de noodzaak bij de jeugd,
bij kinderen uit alle mogelijke mili
eu's, verantwoordelijkheidsgevoel en
plichtsbesef aan te kweken, de wens
tot meewerken te stimuleren en door
zelfwerkzaamheid en het geven van
verantwoordelijkheid te komen tot
een gemeenschapszin, die hy meen
de te kunnen bevorderen door licha
melijke ontwikkeling zowel als door
karaktervorming.
Als we dit eenmaal goed begrijpen,
dan wordt het ons ook duidelyk,
waarom deze vorm van jeugdwerk
juist in Engeland is ontstaan en
niet in Amerika en waarom de pad
vinderij in bijna alle landen zoveel
weerklank heeft gevonden. In Ame
rika, waar de gemeenschapszin dooi
en met de oprichting van de vrije
Ver. Staten is ontstaan, was de be
hoefte hieraan veel geringer: reeds
sinds het eind van de 18de eeuw
voedt men daar de kinderen op die
wijze op en de ontelbare vrouwen
verenigingen (waar wy wel eens de
spot mee drijven, maar die dan toch
maar een heel belangrijke sociale
taak vervullen) en de afwezigheid
van de klassentegenstelling zijn er
o.a. de logische consequenties van.
Het zou onjuist zyn te zeggen, dat
er in Engeland geen gemeenschaps
zin bestond, maar inderdaad bevor
dert het Engelse opvoedingssysteem
veel meer de gemeenschapszin in
nauw begrensde sociale groepen dan
in locale eenheden. De aanleg en de
behoefte bestonden; zodra Baden
Powell hieraan vorm wist te geven,
was het succes verzekerd en de
vorm die hij er aan gaf: het beoe.
fenen van vaardigheid en hulpvaar
digheid door het spel van verken
nen en door het kamperen, is over
de hele wereld, en nu al een halve
eeuw lang, de juiste gebleken. Ook
en juist Tn ons land, waar immers
de maatschappelijke grenzen heel
scherp getrokken waren en dikwijls
nog zijn, waar de school zich angst
vallig moest onthouden van karak
tervorming en waar de samenwerking
tussen school en ouders nog maar
van zeer recente datum is, juist in
ons land was de behop*»e aan de
padvinderij heel groot, ook voor de
meisjes.
SPEL EN OPVOEDING.
Wat voor de kinderen dus be
doeld is als spel, dat vaardigheid
en avontuur, kameraadschap en het
gevoel erby te horen, als inzet biedt,
is voor de gemeenschap een prach
tige opleiding tot werkelijk demo
cratisch samenwerken. Het is ook
Mevrouw J. van Nispen-van Weiy.
niet te verwonderen, dat zo veel
vrouwen, die op latere leeftijd een
functie met grote verantwoordelijk
heid in het maatschappelijke leven
gingen vervullen, als padvindster de
eerste aansporing èn de eerste les
sen kregen in het lidmaatschap van
een democratische gemeenschap; of
dat men in alle mogelijke comité's
en besturen zo veel oud-padvindsters
vindt: zy hebben leren organiseren
en samenwerken.
GOEDE HUISVROUWEN.
Dit alles en nog veel meer, veel
te veel om hier allemaal te kunnen
weergeven, vertelt mevrouw Van
Nispen over de Nederlandse Pad.
vindsters. Heel uitvoerig legt zij
precies uit hoe de hele organisatie
van onder tot boven in elkaar zit
en waar zij telkens weer de nadruk
op legt, dat is juist op het zuiver
democratische karakter ervan, op
het feit, dat van de kleinste groepen
af de kinderen zelf haar leidster
kiezenen bijna altijd goed kie
zen. Waar zij steeds weer op wijst,
dat is, dat die eigenschappen, die
van een meisje een goede padvind
ster maken, haar ook, later, een
goede huisvrouw maken: wie goed
kan kamperen kan ook goed huis
houden, d.w.z. zrj kan onder alle
omstandigheden, ook de meest on
verwachte, het zaakje laten lopen
en er een goed humeur bij houden.
Goede huisvrouw, goede kameraad,
goede medewerksterhet zijn in
derdaad die eigenschappen, waaraan
wij behoefte hebben, persoonlijk en
als volk.
Het is bij alle vrouwen op een
belangrijke plaats altijd hetzelfde
verhaal: over het werk praten zy
graag, met warmte en overtuiging;
door ELKA SCHRIJVER.
over zichzelf zwijgen zy het liefst,
dat vinden zij niet belangrijk en al
tijd weer is het heel moeilijk daar
iets over te weten te komen. Hier
ligt het, volgens mevrouw Van Nis
pen, al heel eenvoudig: als klein
meisje is zij by de padvinderij ge
komen, en omdat zij een heel enthou
siaste padvindster was, heeft zy zoet
jes aan alle functies bekleed, die in
deze hiërarchie naar de top leiden.
Volgens haar eigen zeggen is het al
lemaal helemaal vanzelf gegaan, dat
zij tenslotte presidente is geworden
van dit gilde, dat haar sinds haar
prille jeugd zo na aan het hart heeft
gelegen.
WAAROM?
Voor de buitenwereld is het natuur
lijk niet helemaal zó vanzelfsprekend.
In het Jaarverslag heb ik net gezien,
dat het Nederlandse Padvindstersgil
de op 1 Januari 1951 ruim 23.000 le
den telde. Laat ik nu eens aannemen
dat 10 net zo enthousiast is begon
nen als de kleine Jenny van Wely des
tijds, en laat ik nu ook nog eens aan
nemen, dat van die 10 enthousias
ten maar 10 (dat is 1 van het
geheel) in zodanige maatschappelijke
omstandigheden verkeert om het pre
sidentschap te kunnen bereiken en
aanvaarden, dan moet er toch nog al
tijd een doorslaande reden zyn, waar
om dan juist die ene van 230 het is
geworden.
En daar zitten wy dan mee, want
mevrouw Van Nispen kan er geen en
kele reden voor bedenken, dus ik
moet het maar zoeken in een extra
grote gemeenschapszin, een geweldi
ge energie (waaromtrent ik in andere
organisaties, waarvan zy lid is, ook
wel eens iets heb horen verluiden),
een bijzonder doeltreffend organisa
tievermogen en tenslotte in die niet
te definiëren combinatie van eigen
schappen, die wij gemakshalve dan
maar persoonlijkheid noemen. Daar
door is juist deze kleine vrouw, deze
heel aantrekkelijke en bijzonder goed
geklede vrouw, blijkbaar de meest
geschikte bevonden om aan het hoofd
te staan van ruim 23.000 stoere meis
jes en vrouwen en tevens om ons
land, bij de vele internationale con
tacten op dit gebied, op waardige wy-
ze te vertegenwoordigen.
Eén ding kan ik daar nog aan toe
voegen: had ik, in mijn lagere-school-
tijd, iemand ontmoet die zó enthousi
ast over het Nederlandse Padvind
stersgilde had verteld, dan zou ik
beslist ook padvindster zijn gewor
den.
(Nadruk verboden)
Eisen van Duitse
Tempelieren jegens Israël.
Op het ogenblik bevindt zich een
delegatie van de „Duitse Tempelie
ren" in Nederland, om aan een vorde
ring op de staat Israël van 30 mil-
lioen pond sterling, kracht b$j te
zetten.
De Orde van Duitse Tempelieren
had in Israël vele bezittingen, die bij
het uitbreken van de tweede wereld
oorlog door de Britse regering in be
slag. zijn geftomen en na de oorlog
zyn overgedragen aan de regering
van de nieuwe staat Israël. De in Is
raël gevestigde Duitse Tempelieren
zijn aan het begir. van de tweede we
reldoorlog voor een gedeelte naar
Australië overgebracht en voor een
gedeelte naat een eiland in de Mid
dellandse Zee. Later hebben de zich
nog in het Nabije Oosten bevindende
leden van de orde zich brj hun ge
loofsgenoten in Australië gevoegd.
Engelse kroonjuwelen
in een jampotje.
Tijdens oorlog begraven in
aardappelveld.
(Van onze Londense correspondent;
Charles Graves, een welkbekende
Britse auteur, heeft in het tijdschrift
„208" een fantastisch verhaal gepu
bliceerd. Hij vertelt, dat de twee be
langrijkste t edelstenen der Engelse
kroonjuwelen: de Koh-i-Noor en de
Zwarte Prins, gedurende de oorlog in
een verzegeld jampotje zijn gestopt
en vervolgens in een aardappelveld
begraven. Een en ander zou op last
van wijlen koning George VI zijn ge
schied en wel in September 1940,
toen een Duitse invasie in Engeland
onvermijdelijk leek.
Het vertelsel van de heer Graves is
door de „Sunday Dispatch" beves
tigd. De krant beweert, dat zij, na
het inwinnen van informaties, tot de
conclusie is gekomen, dat de beide
edelstenen inderdaad uit de Tower
xijn verdwenen. Ze zouden in 1940 in
het kasteel Windsor verborgen zijn
op welke wijze wordt niet verhaald
en na de oorlog weer naar hun
plaats van herkomst zijn terugge
bracht.
De Koh-i-Noor heet de kostbaarste
edelstenen ter wereld te zyn. Hij is
zo groot als een klein kippenei en
heeft duizend karaat gewogen. Zijn
waarde zou twintig millioen gulden
bedragen.
35. Jimmy, kapitein Toontje en Gerrit Gruwel
besloten de nacht door te brengen in Het Rode
Paard. In de eerste plaats moest er een oogje ge
houden worden op de twee gevangenen in de kel
der; in de tweede plaats was er altijd nog een
kans, dat de twee bandieten die ontsnapt waren,
naar de herberg zouden terugkeren en in de derde
plaats was het naoht geworden en hadden zij
slaap. Zij spraken af dat er telkens twee een paar
uren zouden slapen en dat de derde dan de wacht
zou houden. „Gaan jullie eerst maar wat maffen",
zei Jimmy, „dan waak ik de eerste paar uren". En
zo geschiedde het. Kapitein Toontje en Gerrit
Gruwel kropen boven typ het hlljarL waarbij zy
hun jasjes opgerold als hoofdkussens gebruikten.
De bioscoopportier was wel bang, dat Griet, zyn
vrouw, zich een beetje ongerust zou maken over
't feit dat hij niet thuis kwam. „Maar", zei hy,
„nood breekt wet en morgen zal ik haar alles wel
uitleggen". Het duurde niet lang of de twee man
nen waren weggezonken in de armen van Mor
pheus* Zij begonnen zelfs om het hardst te snur
ken en dat verveelde Jimmy na een tijdje zodanig,
dat hij de deur zachtjes open maakte en naar bui
ten stapte om een luchtje te scheppen. Het was
een mooie heldere maannacht. Alles was stil bui
ten. Jimmy ging op het kozijn zitten. Heel in de
verte sloeg een torenklok tweemaal.