Door het spel tot de werkelijkheid JIMMY BROWN a/s diepzeeduiker Mislukte aanslag op Walcheren C C J ALS BABY ZICH GEMELD HEEFT VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 EEN DRAMA IN 1567. Na de mislukking werden bij Antwerpen de troepen vernietigd Het gistte omstreeks 1565 allerwege in ons land, nadat de beeldenstorm vrywel ongestoord in steden en dorpen had gewoed. De landvoogdes had geen troepen genoeg bij de hand; de houding der voorname edelen als Oranje, Egmond en Hoorne was niet hoopgevend; de verarmde adel was tot alles bereid en dat deel van het volk, dat voor de hervorming was gewonnen, was vrijwel niet meer in te tomen. Het verzet was echter nog niet georganiseerd en de gezeten burgers der steden waren afkerig van geweld en oproer, daar ze veel te veel te verliezen hadden. Niemand kon nog voorzien, dat Hol- I dea, met een zucht van verlichting, landse steden maandenlange belege- I achter hen gesloten. Vooreerst kwa- xingen konden doorstaan en een gehe le krijgsmacht zouden binden en ze ker kon geen mens vermoeden, dat de zeerovers, die de kusten onveilig maakten, zoals zij dat onder andere namen en met wisselend succes al eeuwen lang hadden gedaan, met de geuzenvlag in top een havenstad zou den veroveren zonder haar te plunde ren, ja, haar zelfs met behulp van de burgers zouden behouden, EEN PLAN. In tegenstelling tot de zo voorzich tige prins van Oranje achtten velen de tijd rijp voor waagstukken en dol drieste ondernemingen, die op niets konden uitlopen. Zo liet Brederode 's Hertogenbosch bezetten, en ook Ja cob van Marnix, heer van Tholose, de broeder van Marnix van Sint Alde- gonde, zon op een putsch. Hij was beter ingelicht dan Bre derode, want hij had het op Vlissin- gen, de sleutel van de Schelde voor- zien, en wilde daarna, met behulp van zjjn vriend de baljuw van Middelburg, de andere steden van Walcheren be zetten. Het plan van Jacob van Marnix was lang niet gek, want de Zeeuwen, en in het bijzonder de Vlissingers, waren stoutmoedige zeelieden, die als ka pers hadden gevaren in de oorlogen tegen Frankrijk. Nog geen zeven jaar later, na dat Vlissingen de zijde van de prins had gekozen, waren haar burgers in staat om in ongelooflijk korte tijd een vloot uit te rusten, van honderden, zwaar met kanonnen bewapende schepen, die de Schelde afsloten, en op de scheepvaartroutes van de Noordzee opereerden. WEINIG SUCCES. Jacob zou meer kans op succes hebben gehad, wanneer de stemming in de stad anders was geweest. Eerst nadat Alva zijn schrikbewind had uitgeoefend waren de steden rijp voor de opstand en haar burgers vrijwel unaniem bereid om naar de wapens te grijpen en hun rechten te verdedigen. Nu moest hy zijn manschappen voor felcï en goede woorden aanwerven in e havenwijk van de grote, van leven bruisende stad Antwerpen, en hij kon niet al te kieskeurig zijn. Zowel de stadhouder, Willem van Oranje, als de vroedschap van Ant werpen, waren hiervan op de hoog te, maar ze lieten hem begaan. MISLUKTE AANSLAG OP ANTWERPEN. Eerst toen in het begin van het Jaar 1567 zyn luidruchtige troepen macht was. aangegroeid tot zeshon derd man, vond men hun aanwezig heid te gevaarlijk. Men vreesde dat deze gewapenden vandaag of morgen de weg van de minste weerstand zou den kiezen en Antwerpen zouden plunderen. Niemand dacht er echter aan om heer Jacob in zijn plannen te dwarsbomen, door de aangeworven lieden gevangen te nemen en op te sluiten. Men dreef hen integendeel het avontuur tegemoet. Er werd be kend, dat alle krijgslieden, die niet door een officiële instantie waren aan geworven, de Scheldestad moesten verlaten; zo nodig zouden de stads soldaten bij hun evacuatie een handje helpen. De mannen van Marnix ver trokken inderdaad en de poorten wer- President van Zuïd-Korea zal herkozen worden. De 77-jarige president van Zuid- Korea, Syngman Rhee, is verzekerd van een nieuwe ambtstermijn van vier jaar. De uitslag voor alle kiesdistric ten, op acht na, geeft Rhee 4.724.000 stemmen en zyn naaste concurrent, de oud-communist Tsjo Bong Ahm, 747.000. Voor het vice-presidentschap heeft de candidaat, die voor Rhee is, Ham Dai Joeng, tot dusver de meeste stemmen behaald. Medisch paviljoen op Utrechtse najaarsbeurs. De Nederlandse industrie en handel op het gebied van medische toestellen en instrumenten, inrichtingen voor ziekenhuizen e.d. zullen ditmaal in aanzienlijk groter omvang dan vroeger jaren aan de Utrechtse najaarsbeurs deelnemen. Tep behoeve van deze exposanten wordt op het Vredenburg een apart paviljoen opgetrokken, het zogenaam de „medisch paviljoen", waarin 47 stands ingericht worden met producten van 111 fabrikanten. Deze producten komen uit Nederland, West-Duitsland, Engeland, de Ver. Staten, Zwitserland. Frankrijk en België. Rode Kruis wil onderzoek in „bacteriën-oorlog". Op de internationale conferentie van het Rode Kruis te Toronto is met 69 tegen 12 stemmen een Belgische resolutie aangenomen, die aandringt op onderzoek van de communistische beschuldigingen betreffende bacte riologische oorlogvoering in Korea. Het hoofd van de Chinese delegatie zei, dat China geen onderzoek door het Rode Kruis zou toelaten, „omdat dit naar onze mening een werktuig van een Westelijke mogendheid is". men ze niet ver, en er was nog enige pressie nodig om hen tot inscheping te bewegen. ZIJ ZAKTEN DE SCHELDE AF In drie schepen zakten zij eindelijk de Schelde af Marnix had blykbaar geen snelle zeilers kunnen bemachti gen, want het marktschip van Ant werpen een doodgewone beurt- vaarder voer hen voorbij en meld de hun komst in Vlissingen. Enige DOOR JACQ. R. W. SINN1NGHE J waarschuwingsschoten overtuigden Marnix dat er van een verrassing van de haven geen sprake meer kon zijn. Hij voer verder naar Amemuiden, waar hy van proviand werd voorzien door Middelburgers, die met hem sympathiseerden. Zij konden hem ech ter geen goede tijdingen brengen, want zowel in Veere als in Middelburg waren de schutters onder de wape nen en stond het geschut op de wal len. Daarom wendde hij de steven, voer de Schelde weer op, .n ging aan land bij Austruweel, niet ver van Ant werpen, waar hij en de zijnen een vlot en vrolijk kampleven leidden, in af wachting dat de Scheldestad in op stand zou komen en haar poorten voor hen zou openen. Dan zou men vandaar opnieuw maar dan met snel le bewapende schepen naar Walche ren varen. De Antwerpse vroedschap voelde er veel voor om hen te verdrijven, maar de prins van Oranje durfde de stad, met zijn onrustig havenkwar tier, niet van troepen ontbloten. Er gebeurde dus niets. VERSTROOID. Ten slotte besloot de landvoogdes maar op te treden en gaf de heer van Beauvais opdracht om de bende te verstrooien. Beauvais had de lijf wacht uit Brussel, vierhonderd man, onder zijn bevelen en kreeg nog ver sterking van ruiters en lansknechten uit de Zeeuwsch-Vlaamse garnizoe nen, altemaal beroepssoldaten. Daar tegenover kon Marnix een véél groter aantal stellen, vooral om dat dit pleizierig kamperen dagelyks mensen uit Antwerpen aantrok. Dit waren echter voornamelijk lieden van de zelfkant, die hun zinnen hadden gezet op de plundering van de stad, en niet in het minst op een gevecht waren voorbereid. Zij kenden geen discipline, hun le gering was ordeloos, en hun bewape ning rondweg slecht te noemen. Mar nix was een avonturier en geen krijgsman. Alleen een krachtige en geniale geest zou in staat zijn ge weest, om deze benden zo op te stel len achter vei'schansingen, dat zij een aanval van geregelde troepen hadden kunnen afweren. Marnix kon dat niet. Hij had zelfs verzuimd, om wachtposten uit te zet ten en werd totaal overrompeld. De ruiters reden de opstandelingen over hoop, de snel oprukkende piekeniers nagelden hen aan de grond en de haakbusschutters troffen maar al te goed hun doel.'Enkele edelen die zich met de degen in de hand verdedigden, werden in het korte, maar heftige ge vecht gedood en Marnix kwam in de vlammen om, toen zyn tydelyk hoofd kwartier- een boerenschuur- in brand werd geschoten. Vijftienhonderd do den bedekten het gevechtsterrein, en driehonderd gevangenen werden haas tig opgeknoopt. Politieagent vrijgesproken. Agent van politie S. A. G., die een in het politiebureau te Veenendaal gedeponeerd oud kinderfietsje, dat in middels was terechtgekomen bij ouae rommel, had meegenomen om te la ten opknappen voor een jarig doch tertje, is door het Arnhemse gerechts hof vrijgesproken. De eis van de procureur-generaal luidde drie dagen gevangenisstraf. De Arnhemse politierechter had de agent veroordeeld tot drie weken gevange nisstraf. nadat de officier een maand had geëist. rmy 3|— V VOORPAS RUGPAS fek, swm ONS MODEHOEKJE. Een gemakkelijk jurkje, dat toch aardig en vlot staat. De toekomstige moeder wenst een doelmatig japonnetje, dat prettig zit, gemakkelijk te verWQden te en dat toch aardig staat. Bovendien wil ze het ook na de bljjde gebeurtenis kunnen dragen zonder er al te veel aan te moeten veranderen. Hier is zo'n jurkje. De wyde voor- en achterbaan zijn aan een schou derpas met aangeknipte mouwtjes genaaid. U kunt hier voor het beste een dunne soepele stof gebruiken, die niet uit gaat staan. U stikt de voorpas op dc even in- gerimpelde voorbaan en de rugpassen op de achterbaan. Zy-. mouw- en schoudernaden sluiten, 't beleg naar binnen vouwen en de knoopsgaten aanbrengen. U werkt de hals met schuine biesjes af. De 5 centimeter brede manchetten kunnen desge wenst vervallen. In de taille stikt u een schuif aan de binnenkant waar door u band of soepel elastiek haalt, dat de ruimte verdeelt Denkt u er aan, dat u het band of het elastiek lang genoeg neemt om het verwijden mogelijk te maken? U zoudt de schuif ook weg kunnen laten en door een circa 3 meter lange omgestrikte ceintuur de ruimte bij elkaar houden, alleen zal deze dan niet zo mooi ver deeld zijn. Het is wel aan te bevelen, een extra zoom aan de voorbaan, te maken, die dan voor de laatste maan den uitgelegd kan worden. Als u de japon zonder knoopslui- ting maakt, wat heel goed kan, dan kunt u ze voordelig knippen door de voorbaan met een siAalfe geer onder aan de zijnaad te nemen. U heeft dan, als u het geheel van dezelfde stof maakt, zonder manchetten en zonder ceintuur, aan 2 80 meter genoeg In het andere geval vraagt het één leng te meer. U ziet dat het ook in twee erlei stof heel aardig is. ELLA BEZEMER. MEVROUW J. VAN NISPEN—VAN WEBY. Gesprek met de leidster van het Nederlandse Padvindstersgilde De grote Engelse radio-commentator, Alistair Cooke, vertelde onlangs in een van zyn Letters from America" dat het grote verschil tussen het on- derwys in de ,Ver. Staten en Engeland daarin zit, dat de Amerikaanse school het kind wenst op te voeden tot een goed lid van de gemeenschap. Wat hü verder daarover zei is voor ons Nederlanders, die het altijd zo druk hebben over het gezinsleven, ook wel interessant. Cooke wees erop, dat het Amerikaanse kind, in tegenstelling tot het Engelse, (dit slaat alleen op kinderen uit tamelijk welgestelde mill ieu's) niet op zijn 7de of 8ste jaar naar kostschool gaat, maar zeker tot zjjn I4de, meest tot zjjn 17de of 18de jaar, thuis blijft en een dagschool bezoekt. Ais een van de belangrijkste redenen daarvoor gaf htf op liet feit, dat alle kleine steden en dorpen in de Ver. Staten inderdaad nog een gemeen schap vormen en dat elk kind, op die ene school die door alle kinderen, ryk en arm, blank pn bruin, bezocht wordt, leert: lid te zyn van die ge meenschap. Natuurlijk denkt de lezer, na deze aanhef, dat ik met het verkeerde ar tikel bezig ben, want wat heeft dat verhaal over de opvoeding in de Ver. Staten nu te maken met mevrouw Van Nispen en de Nederlandse Pad- vindsters? Het heeft er alles mee te maken en het was juist dit radio-ver haal, dat mij te binnen schoot, toen ik zat te luisteren naar hetgeen me vrouw Van Nispen mij vertelde over het ontstaan van de padvindersbewe ging en over het doel dat nu nog al tijd, ook in ons land, wordt nage streefd. Natuurlijk weet men wel, dat het Lord Baden Powell is geweest, die de padvinderij heeft opgericht. Wat hem daarbij voor ogen heeft ge zweefd, was de noodzaak bij de jeugd, bij kinderen uit alle mogelijke mili eu's, verantwoordelijkheidsgevoel en plichtsbesef aan te kweken, de wens tot meewerken te stimuleren en door zelfwerkzaamheid en het geven van verantwoordelijkheid te komen tot een gemeenschapszin, die hy meen de te kunnen bevorderen door licha melijke ontwikkeling zowel als door karaktervorming. Als we dit eenmaal goed begrijpen, dan wordt het ons ook duidelyk, waarom deze vorm van jeugdwerk juist in Engeland is ontstaan en niet in Amerika en waarom de pad vinderij in bijna alle landen zoveel weerklank heeft gevonden. In Ame rika, waar de gemeenschapszin dooi en met de oprichting van de vrije Ver. Staten is ontstaan, was de be hoefte hieraan veel geringer: reeds sinds het eind van de 18de eeuw voedt men daar de kinderen op die wijze op en de ontelbare vrouwen verenigingen (waar wy wel eens de spot mee drijven, maar die dan toch maar een heel belangrijke sociale taak vervullen) en de afwezigheid van de klassentegenstelling zijn er o.a. de logische consequenties van. Het zou onjuist zyn te zeggen, dat er in Engeland geen gemeenschaps zin bestond, maar inderdaad bevor dert het Engelse opvoedingssysteem veel meer de gemeenschapszin in nauw begrensde sociale groepen dan in locale eenheden. De aanleg en de behoefte bestonden; zodra Baden Powell hieraan vorm wist te geven, was het succes verzekerd en de vorm die hij er aan gaf: het beoe. fenen van vaardigheid en hulpvaar digheid door het spel van verken nen en door het kamperen, is over de hele wereld, en nu al een halve eeuw lang, de juiste gebleken. Ook en juist Tn ons land, waar immers de maatschappelijke grenzen heel scherp getrokken waren en dikwijls nog zijn, waar de school zich angst vallig moest onthouden van karak tervorming en waar de samenwerking tussen school en ouders nog maar van zeer recente datum is, juist in ons land was de behop*»e aan de padvinderij heel groot, ook voor de meisjes. SPEL EN OPVOEDING. Wat voor de kinderen dus be doeld is als spel, dat vaardigheid en avontuur, kameraadschap en het gevoel erby te horen, als inzet biedt, is voor de gemeenschap een prach tige opleiding tot werkelijk demo cratisch samenwerken. Het is ook Mevrouw J. van Nispen-van Weiy. niet te verwonderen, dat zo veel vrouwen, die op latere leeftijd een functie met grote verantwoordelijk heid in het maatschappelijke leven gingen vervullen, als padvindster de eerste aansporing èn de eerste les sen kregen in het lidmaatschap van een democratische gemeenschap; of dat men in alle mogelijke comité's en besturen zo veel oud-padvindsters vindt: zy hebben leren organiseren en samenwerken. GOEDE HUISVROUWEN. Dit alles en nog veel meer, veel te veel om hier allemaal te kunnen weergeven, vertelt mevrouw Van Nispen over de Nederlandse Pad. vindsters. Heel uitvoerig legt zij precies uit hoe de hele organisatie van onder tot boven in elkaar zit en waar zij telkens weer de nadruk op legt, dat is juist op het zuiver democratische karakter ervan, op het feit, dat van de kleinste groepen af de kinderen zelf haar leidster kiezenen bijna altijd goed kie zen. Waar zij steeds weer op wijst, dat is, dat die eigenschappen, die van een meisje een goede padvind ster maken, haar ook, later, een goede huisvrouw maken: wie goed kan kamperen kan ook goed huis houden, d.w.z. zrj kan onder alle omstandigheden, ook de meest on verwachte, het zaakje laten lopen en er een goed humeur bij houden. Goede huisvrouw, goede kameraad, goede medewerksterhet zijn in derdaad die eigenschappen, waaraan wij behoefte hebben, persoonlijk en als volk. Het is bij alle vrouwen op een belangrijke plaats altijd hetzelfde verhaal: over het werk praten zy graag, met warmte en overtuiging; door ELKA SCHRIJVER. over zichzelf zwijgen zy het liefst, dat vinden zij niet belangrijk en al tijd weer is het heel moeilijk daar iets over te weten te komen. Hier ligt het, volgens mevrouw Van Nis pen, al heel eenvoudig: als klein meisje is zij by de padvinderij ge komen, en omdat zij een heel enthou siaste padvindster was, heeft zy zoet jes aan alle functies bekleed, die in deze hiërarchie naar de top leiden. Volgens haar eigen zeggen is het al lemaal helemaal vanzelf gegaan, dat zij tenslotte presidente is geworden van dit gilde, dat haar sinds haar prille jeugd zo na aan het hart heeft gelegen. WAAROM? Voor de buitenwereld is het natuur lijk niet helemaal zó vanzelfsprekend. In het Jaarverslag heb ik net gezien, dat het Nederlandse Padvindstersgil de op 1 Januari 1951 ruim 23.000 le den telde. Laat ik nu eens aannemen dat 10 net zo enthousiast is begon nen als de kleine Jenny van Wely des tijds, en laat ik nu ook nog eens aan nemen, dat van die 10 enthousias ten maar 10 (dat is 1 van het geheel) in zodanige maatschappelijke omstandigheden verkeert om het pre sidentschap te kunnen bereiken en aanvaarden, dan moet er toch nog al tijd een doorslaande reden zyn, waar om dan juist die ene van 230 het is geworden. En daar zitten wy dan mee, want mevrouw Van Nispen kan er geen en kele reden voor bedenken, dus ik moet het maar zoeken in een extra grote gemeenschapszin, een geweldi ge energie (waaromtrent ik in andere organisaties, waarvan zy lid is, ook wel eens iets heb horen verluiden), een bijzonder doeltreffend organisa tievermogen en tenslotte in die niet te definiëren combinatie van eigen schappen, die wij gemakshalve dan maar persoonlijkheid noemen. Daar door is juist deze kleine vrouw, deze heel aantrekkelijke en bijzonder goed geklede vrouw, blijkbaar de meest geschikte bevonden om aan het hoofd te staan van ruim 23.000 stoere meis jes en vrouwen en tevens om ons land, bij de vele internationale con tacten op dit gebied, op waardige wy- ze te vertegenwoordigen. Eén ding kan ik daar nog aan toe voegen: had ik, in mijn lagere-school- tijd, iemand ontmoet die zó enthousi ast over het Nederlandse Padvind stersgilde had verteld, dan zou ik beslist ook padvindster zijn gewor den. (Nadruk verboden) Eisen van Duitse Tempelieren jegens Israël. Op het ogenblik bevindt zich een delegatie van de „Duitse Tempelie ren" in Nederland, om aan een vorde ring op de staat Israël van 30 mil- lioen pond sterling, kracht b$j te zetten. De Orde van Duitse Tempelieren had in Israël vele bezittingen, die bij het uitbreken van de tweede wereld oorlog door de Britse regering in be slag. zijn geftomen en na de oorlog zyn overgedragen aan de regering van de nieuwe staat Israël. De in Is raël gevestigde Duitse Tempelieren zijn aan het begir. van de tweede we reldoorlog voor een gedeelte naar Australië overgebracht en voor een gedeelte naat een eiland in de Mid dellandse Zee. Later hebben de zich nog in het Nabije Oosten bevindende leden van de orde zich brj hun ge loofsgenoten in Australië gevoegd. Engelse kroonjuwelen in een jampotje. Tijdens oorlog begraven in aardappelveld. (Van onze Londense correspondent; Charles Graves, een welkbekende Britse auteur, heeft in het tijdschrift „208" een fantastisch verhaal gepu bliceerd. Hij vertelt, dat de twee be langrijkste t edelstenen der Engelse kroonjuwelen: de Koh-i-Noor en de Zwarte Prins, gedurende de oorlog in een verzegeld jampotje zijn gestopt en vervolgens in een aardappelveld begraven. Een en ander zou op last van wijlen koning George VI zijn ge schied en wel in September 1940, toen een Duitse invasie in Engeland onvermijdelijk leek. Het vertelsel van de heer Graves is door de „Sunday Dispatch" beves tigd. De krant beweert, dat zij, na het inwinnen van informaties, tot de conclusie is gekomen, dat de beide edelstenen inderdaad uit de Tower xijn verdwenen. Ze zouden in 1940 in het kasteel Windsor verborgen zijn op welke wijze wordt niet verhaald en na de oorlog weer naar hun plaats van herkomst zijn terugge bracht. De Koh-i-Noor heet de kostbaarste edelstenen ter wereld te zyn. Hij is zo groot als een klein kippenei en heeft duizend karaat gewogen. Zijn waarde zou twintig millioen gulden bedragen. 35. Jimmy, kapitein Toontje en Gerrit Gruwel besloten de nacht door te brengen in Het Rode Paard. In de eerste plaats moest er een oogje ge houden worden op de twee gevangenen in de kel der; in de tweede plaats was er altijd nog een kans, dat de twee bandieten die ontsnapt waren, naar de herberg zouden terugkeren en in de derde plaats was het naoht geworden en hadden zij slaap. Zij spraken af dat er telkens twee een paar uren zouden slapen en dat de derde dan de wacht zou houden. „Gaan jullie eerst maar wat maffen", zei Jimmy, „dan waak ik de eerste paar uren". En zo geschiedde het. Kapitein Toontje en Gerrit Gruwel kropen boven typ het hlljarL waarbij zy hun jasjes opgerold als hoofdkussens gebruikten. De bioscoopportier was wel bang, dat Griet, zyn vrouw, zich een beetje ongerust zou maken over 't feit dat hij niet thuis kwam. „Maar", zei hy, „nood breekt wet en morgen zal ik haar alles wel uitleggen". Het duurde niet lang of de twee man nen waren weggezonken in de armen van Mor pheus* Zij begonnen zelfs om het hardst te snur ken en dat verveelde Jimmy na een tijdje zodanig, dat hij de deur zachtjes open maakte en naar bui ten stapte om een luchtje te scheppen. Het was een mooie heldere maannacht. Alles was stil bui ten. Jimmy ging op het kozijn zitten. Heel in de verte sloeg een torenklok tweemaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7