Plan voor Europees wegennet van
54.000 km. ligt klaar
BOEK
Toch is 'i zo!
DE GESCHIEDENIS VAN EEN
KLEINE VOLKSPLANTING
H°
VIJFDUIZEND AVONTURIERS
IN EEN OERWOUD-HEL
DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1952
PROVINCIALE ZEEUW8B COURANT
6
INTERNATIONALE SAMENWERKING HAD SUCCES
Financiering wordt bestudeerd
(Van onze Haagse redacteur).
De Economische Commissie voor Europa, dat is de regionale commissie
van de Verenigde Naties, die in Genève zetelt en die een sub-commissie
heeft voor de bestudering van de vraagstukken het verkeer en de ver
keerswegen betreffende, heeft dezer dagen een resolutie aangenomen,
waarin de wenselijkheid wordt uitgesproken een Europees Verkeersfonds
te stichten voor de financiering van de aanleg van de Europese hoofdver
keerswegen.
Deze resolutie was voorbereid door de International Road Federation,
een particuliere organisatie, waarin vooral zitting hebben vertegenwoor
digers van wegenbouwers, oliemaatschappijen enz. De Economische Com
missie voor Europa had namelijk reeds verleden jaar aan het Internatio
nal Road Federation verzocht na te gaan of het financieel mogelijk
geacht moet worden een Europees Wegenfonds in te stellen en daarvoor
in overleg met de World Bank gelden beschikbaar te kragen.
J"V.
Nederlands aandeel
Door Nederland zullen drie
hoofdverkeerswegen van het
Europese wegenplan lopen en
wel de weg E 8 voor het van
Londen komende verkeer over
Hoek van Holland, Den Haag,
Utrecht, Amersfoort, Olden-
zaal. verder naar Berlijn en
Warschau; de weg E 9, begin
nende in Den Haag en Amster
dam, over Utrecht, Eindhoven,
Maastricht, verder naar Bazel
en Genève en de weg E 10, van
Parijs, over Brussel, Antwer
pen, Breda, Rotterdam, Den
Haag en Amsterdam.
Aan verbindingswegen, op
genomen in het Europese we
gennet, zullen in Nederland
lopen de weg E 35, van Am
sterdam naar Amersfoort,
Zwolle, Groningen, Winschoten
Bremen, Hamburg; E 36, van
Hoek van Holland over Rotter
dam, Gouda, Utrecht, Arnhem
naar Keulen; E 37, van Breda
naar Gorinchem; E 38, van
Breda naar Eindhoven en E 72,
van Oldenzaal over Lingen
naar Bremen.
Wat dat laatste betreft, zyn de
onderhandelingen nog gaande en wat
de gedachte aan een Europees We
genfonds aangaat, hebben de in Ge
nève vertegenwoordigde landen, w.o.
ook Nederland, de International Road
Federation verzocht door te gaan
met haar studie en statuten voor e,en
Europees Wegenfonds te ontwerpen.
Uiteraard zullen de landen pas la
ter, wanneer zo'n fonds theoretisch
is voorbereid, beslissen, of zij er him
medewerking aan kunnen verlenen.
313.
Vele planten zijn tot ware insecten
jagers geworden en voorzien op deze
wijze in de voedingsstoffen welke zij
zich niet of in onvoldoende mate
op andere wijze kunnen verschaffen.
Zij groeien dan ook meestal op arme
gronden.
U kent waarschijnlijk wel de zonne
dauw met haar rood gevlekte en sterk
behaarde bladeren, waarop glanzende
druppels kleverige vloeistof parelen.
In dit vocht plakken de insecten vast,
waarna alle haartjes in de omgeving
zich naar het spartelende dier over-
buigen en het overgieten met een soort
slijm, waarin het beest stikt. Dan wor
den over het dode dier sappen uitge
stort, die het lichaam ontleden en ver
hinderen dat het tot ontbinding over
gaat. Eerst dan scheiden de bladeren
spijsverteringssappen af die, mét de
daarin opgeloste stoffen, tenslotte
weer worden opgezogen.
Al Hunnen de vangmethoden der
vleesetende planten verschillen, op dit
beginsel van de zonnedauw berusten
zij toch allen. Hel vetkruid rolt zijn
bladen op en sluit het insect in, zodat
het niet meer kan ontsnappen; de
venusvliegenvanger vouwt haar twee
bladhelften tezamen, waardoor de
prooi eveneens opgesloten zit en de
bekerplanten zorgen door hun gladde
wanden dat de slachtoffers linea recta
in de verterende sappen glijden, die
zich onder in de beker hebben ver
zameld.
Maar de meest ingenieuze methode
wordt wellicht toegepast o.a. door het
blaasjeskruid, dat ook in onze veen-
plassen voorkomt. De onder water
groeiende plantjes zijn voorzien van
blaasjes, die door een deur zijn afge
sloten. In de blaasjes bevinden zich
bovendien haren, die door osmose
water aan het blaasje onttrekken.
Er ontstaat in het blaasje dus een on
derdruk, waardoor de deur stevig
wordt vastgezogen. Wanneer nu een
voorbijzwemmend diertje deze deur of
de daaromheen gegroepeerde haren
maar even beroerd, treedt een vorm
verandering op, waardoor de dejur niet
meer sluit. Er wordt dan water naar
binnen gezogen en het insectje wordt
hierdoor meegesleurd. Onmiddellijk
wordt dan de vorm van het blaasje
weer hersteld, waardoor de deur weer
stevig sluit, zodat iedere ontsnapping
van het gevangen diertje onmogelijk
is. De vertering, waarvan men niet
weet of deze plaats vindt door activi
teit van bacteriën in het blaasje, of
door de werkzaamheid van afgeschei
den verteringssappen, kan nu een aan
vang nemen. De hele vangst, die vele
regels vraagt om te worden verklaard,
speelt zich af in 1/16 seconde.
Nu we ons hebben verbaasd over de
activiteit der zo passief veronderstelde
planten, dienen we ook nog even aan
dacht te schenken aan schimmels, die
nun prooi met een lasso vangen!
H. Pétillon.
PRACTISCHE
UITVOERING WACHT.
Van de practische uitvoering in on
derlinge samenwerking door de Euro
pese landen van het internationale
wegenplan staat thans dus nog niets
vast. Eerst zal de financieringskwes
tie opgelost moeten worden.
Dat wil echter allemaal niet zeg
gen, dat aan de uitvoering in het
feheel niets gedaan wordt. Indivi-
ueel hebben ae Europese landen voor
een eigen wegennet gezorgd. De daar
in voorkomende hoofdwegen zullen in
vele gevallen kunnen samenvallen
met de wegen, die in het Europese net
geprojecteerd zijn. Voor Nederland is
dit althans bijna volledig het geval.
Omtrent wat Europa aan hoofdver
keerswegen nodig heeft en omtrent
de wegenkarakteristieken dat zijn
breedte, samenstelling, ligging, enz.
is men al lang tot overeenstem
ming gekomen. Wat dat betreft,
heeft men in Genève gunstige resul
taten bereikt. In 1947 werd een werk
groep belast met de inventarisatie
van de wegen. Het toenemend weg
verkeer en de grote investeringen in
de wegenaanleg maakten het nood
zakelijk, dat men met elkaar ging
praten, o.a. over een juiste aanslui
ting van de wegen aan de grens en
over de aanwijzing van een aantal
grote wegen, die per se internatio
nale wegen behoren te zijn. Dat be
perkte bovendien de zaak, ook finan
cieel, en dat hield de mogelijkheid in
van een project voor een supra-natio-
naal, Europees wegennet.
Op deze wijze is men gekomen tot
een plan voor een snelwegennet van
54.000 kilometer. Duizenden kilome
ters bestaan daarvan reeds.
GEEN VERSCHILLEN.
Al deze wegen moeten precies het-
zelfde zijn. Daarover was men het in
Genève eens. Er zijn derhalve inter- j
nationale regels voor vastgesteld; de
directie Wegen van de Nederlandse
Rijkswaterstaat heeft daarin een
werkzaam aandeel gehad. Men onder-
scheidt drie categorieën wegen. Als
niet meer dan 600 motorrijtuigen
en dat moet tenminste dertig uren
per jaar voorkomen de weg pas
seren, moet deze zeven meter breed
zijn met twee stroken -wan 3% meter
breed. Bij uitzondering mag deze
breedte in een berggebied tot 6 me
ter teruggebracht worden.
Passeren meer dan 600 motorrijtui
gen per uur, dan moeten de wegen
twee gescheiden rijbanen hebben, elk
van 7 meter breed.
Tenslotte is voorlopig nog een
breedte vastgesteld van 10% meter:
drie stroken elk van 3% meter.
In het Europese wegenplan wil
men vooral wegen van de eerste twee
categorieën opnemen. Bepaald is
ook bovendien, hoe de bochten
moeten liggen, hoe het wegdek sa
mengesteld dient te zijn, hoe de ver
lichting behoort te zijn; er zyn regels
opgesteld voor de bruggen, .de tun
nels, de telefoonposten, de eerste-
hulpposten en wat verder bij de we
gen behoort.
Deze wegen zullen voorzien wor-
ji van een bepaald teken en wel
tn een witte hoofdletter E, gevolgd
door het nummer van de weg, op een
groene achtergrond.
INTERNATIONALE
OVEREENKOMST.
l1 deze bepalingen zijn in een in
ternationale overeenkomst vastge
legd, die ook Nederland heeft gete
kend. De landen hebben zich dus ver
bonden hun wegen, met name voor
zover zij onderdeel uitmaken van het
Europese wegenplan, aldus in te rich
ten. Zij zijn alleen niet gebonden aan
een bepaald tempo.
De Nederlandse wegen van het
Europese wegenplan bestaan alle
reeds, met uitzondering van het stuk
Hoek van HollandDen Haag. Wel
staat dit trajeot op het Rijkswegen
plan. Ook voldoende Nederlandse we
gen reeds aan de internationale ka
rakteristieken.
Sinds het plan is opgesteld zijn ook
de wegen van Turkije en Joego-Sla-
vië er nog bij gekomen. Spanje is
niet aangesloten bij de conventie van
Genève, evenmin als Oost-Duitsland.
In totaal zijn voor Europa 22 hoofd
wegen vastgesteld en talrijke wegen
van de tweede groep. In 1950 heeft
men uitgerekend, dat het net in de
voornaamste landen dat is twee
derde van het gehele net 5%, mil
liard dollar zal kosten.
Nu de varan ties weer zjjn aangebroken, trekken velen er met de tent op uit'
naar bos en hel Kamperen is de laatste jaren steeds populairder geworden,
temeer ook daar het een goedkope, maar toch een uitermate prettige
manier is om van de vacantie èn van de vrye natuur te genieten.
TRISTAN DA CUNHA VAN 1506 TOT 1950.
Jan Brandes beschreef de verlatenheid van
het meest afgelegen woonoord.
Een dode vulkaan, steil oprijzend uit de Atlantische Oceaan tot een
hoogte van tweeduizend meter; in oppervlakte een derde deel van Wal.
cheren; drieduizend kilometers van Kaapstad, verder nog van Zuid.
Amerika verwijderd; de diehtstbyzUnde buren op een afstand twee keer
zo groot als die van Amsterdam naar Moskou; dat is Tristan da Cunha,
het belangrijkste eiland van een groep van drie, welke samen het meest
afgelegen woonoord op aarde vormen.
Aan deze verlatenheid heeft Jan Brander, oud-leraar aan de Rijks
H.B.S. te Vlissingen, jarenlang zyn wetenschappelijke belangstelling ge
schonken.
(Nadruk verboden).
GOUDKOORTS AAN DE AMAZONE.
Fantastische prijzen worden betaald
(Van onze correspondent)
Rio de Janeiro. Een goudkoorts, die herinneringen aan Klondyke doet
opkomen, heeft Noord-Brazilië overvallen, sinds twee maanden geleden eni
ge goudzoekers die van de Rio Jari, een rechter zyrivier van de Amazone
kwamen, in Macapa, de hoofdstad van het gebied van Amapa aan de noor.
delijke mondingsarm van de Amazone, goud verkochten. Als een lopend
vuurtje verspreidde zich door het land het gerucht, dat de goudklompen
aan de Rio Jari maar voor het oprapen lagen. Duizenden zijn sindsdien
naar de hel van het oerwoud getrokken om hun geluk te beproeven.
De ongekroonde koning van het
goudgebied, aan wie iedereen ge
hoorzaamt, schynt een van de eerste
ontdekkers te zijn. een man genaamd
Erroneas Fernandes da Silva die
door zijn eigen machtsoverwicht de
heerschappij in het oerwoud over de
daar samengestroomde woudlopers,
delvers, smokkelaars, gevluchte
bagno-gevangenen uit Cayenne en
plunderaars op zich heeft kunnen ne
men, want de arm van de staat
reikt niet tot in dit tot dusverre
nauwelijks door een blanke man be
treden oerwoud.
Minstens drie weken moeten de
feluksjagers onzegbare moeilijkhe
en trotseren om de honderden kilo
meters stroomopwaarts over de woes
te Jari met zijn meer dan dertig wa
tervallen en stroomversnellingen
door het dichte oerwoud naar het do.
rado af te leggen, waar hun alle tro-
penziekten van malaria en moeras
koortsen tot de Bubonenpest wach
ten en ze onder helse levensvoor.
waarden in tropische, vochtige hitte,
door muggen geplaagd, aan het goud-
zoeken kunnen gaan. Niemand weet
nog, of de goudvelden aan de Rio
Jari werkelijk zo rijk zijn, als de
eerste geruchten beweerden. Sinds
twee maanden geleden de eerste ge
lukkige goudzoekers uit het oer
woud naar Macapa kwamen, is in
het geheel 150 kilogram goud op de
markt gebracht, wat al ten gevolge
heeft gehad, dat de goudprys ge
daald is.
OOK UIT GUYANA
Niet alleen uit Brazilië, maar ook
uit de drie ten Noorden hiervan ge
legen gebieden, Nederlands-, Engels
en Frans-Guyana, zijn avonturiers
door het oerwoud naar de aan de
ivo Jari uit de grond opgeschoten
gouddelversstad getrokken. Naar het
schijnt, nemen de Braziliaanse goud
zoekers tegenover de avonturiers uit
deze gebieden geen erg vriendelijke
houding aan en zijn zy niet bereid
hun claims t© geven.
Herdenking
prof. dr. J. H. van 't Hoff.
Op 30 Augustus a.s. zal het. een
eeuw geleden zijn dat de grote Neder
landse scheikundige en nobelprijswin-
naar, prof. dr. J. H. van 't Hoff, te
Rotterdam geboren werd. Die dag zal
in hoofdzaak worden herdacht te Am
sterdam, waar prof. van 't Hoff als
hoogleraar zijn wetenschappelijke
triomfen vierde, maar in zyn geboor
testad, waar ook zijn standbeeld staat,
zal die dag niet onopgemerkt voorbij
gaan. Over de herdenking is overleg
gaande tussen het Bataafs Genootschap
voor proefondervindelijke wijsbegeerte
te Rotterdam, de Rotterdamse chemi
sche kring en het historisch genoot
schap Roterodamum. Men hoopt bin
nenkort met omlijnde plannen te ko
men.
DUKE VOORSCHOTTEN
Medicijnen, vooral kinine, en le
vensmiddelen worden aan de Rio Ja
ri voor sprookjesachtige prijzen
de man gebracht. Een koopman uit
Nacapa, die de gouddelvers tegen la
tere betaling in goud van gereed
schappen en levensmiddelen voor
ziet, werkt met een winst van tach
tig procent. Een ander, die met me
dicijnen het oerwoud in ging, ver.
kocht deze voor een zakje goud van
de tienvoudige waarde. Alles wordt
aan de Rio Jari met goud betaald,
suiker, gedroogd vlees, broodwortel,
alcohol en sigaretten. Voor één
gram kan men een pakje sigaretten
kopen, voor drie gram een fles al
cohol.
CATASTROPHE
Met grote bezorgdheid zien de Bra.
ziüaanse autoriteiten deze ontwikke
ling. De gouverneur van Amapi
heeft reeds verklaard, dat de goud
koorts voor het betrokken gebied
een catastrophe betekent. De boeren
verlaten hun land en het gehele le.
ven in Amapi is in wanorde geraakt.
Als op een dag de goudvelden waar
van nog niemand de omvang kent,
uitgeput zijn, zal het land armer zijn
dan tevoren. In 1895 werd al eens
goud ontdekt in dit gebied, maar de
opbrengst bleek armzalig te zijn.
Steeds weer circuleerden er geruch
ten van nieuwe vondsten, doch er
werden geen aders ontdekt, die de
moeite waard waren geëxploiteerd
te worden. Zo vreest men ook thans,
dat op de eerste roes een vreselyke
ontnuchtering en een nog grotere el
lende zal volgen, als in de herfst de
regentijd begint en iedere verbinding
met de gouddelvers onmogelijk
maakt.
(Nadruk verboden)
Een Portugees eskader onder bevel
van admiraal Tristan da Cunha was
in 1506 op weg naar Voor-Indië. Een
sterke stroom dreef de schepen naar
het Zuidelijk deel van de Atlantische
Oceaan, zo ver, dat enkele opvax-en-
den van koude stierven. Onder deze
omstandigheden werden een paar
eilanden ontdekt. Zij werden naar de
vlootvoogd genoemd.
Geen zeevarende natie heeft ern
stig getracht de kleine groep in haar
belangensfeer te trekken. Omstreeks
1650 lieten de bewindhebbers der
V.O.C. hun gouverneur aan de Kaap
onderzoeken of Tristan da Cunha als
verversingsstation te gebruiken was.
Het rapport, over de desbetreffende
expeditie uitgebracht, was ongun
stig: gouverneur Van Riebeeck sprak
van „gants barre, clippige, steyle,
dorre eylanden, voor geen schepen
geraden rhedé le soucken, als synde
te periculeus om aen te doen, ten
ware by den alderuyttersten noot....'
Vóór 1800 hebben slechts avontu
riers en schipbreukelingen op Tris
tan.da Cunha geleefd. En wat andere
dan' een avonturier was de Ameri
kaanse staatsburger Lambert, die er
zich in 1811 met twee kameraden
vestigde! Hij liet in de Boston Ga-
zette 'n formele proclamatie afdruk
ken, waarin hij verklaarde de alleen-
bezitter van het eiland te zijn. Sou-
vereon Lambert koos een eigen vlag
en dreef de comedie zo ver, dat hij
de koning van Engeland een bond-
Schoolradio 19521953.
Begin September 1951 richtten de
AVRO, de VARA en de VPRO de
Stichting Nederlandse Schoolradio op,
met de bedoeling schoolradiolessen te
geven en dat op even aantrekkelijke
als leerzame wijze.
Deze stichting heeft thans haar
programma voor het schooljaar 1952
1953 gepubliceerd. De uitzending
„Treffende klanken" heeft ten doel
het hart te roeren, de geest te ver
helderen door middel van muziek, de
ze onmiddellijk als klinkende kunst
tot de jeugd te doen spreken. „Uit
het verre verleden" is een serie tafe
relen uit een min of meer afgesloten
tijdperk van de geschiedenis der Lage
Landen. De serie „Met stuurman
Storm naar Hivanova" wil de jeug
dige luisteraars enig begrip bijbren
gen voor de opbouw en de organisatie
van een democratische samenleving.
Op deze serie sluit aan de cursus
„Dank U! Tot uw dienst!', waarin de
sociale voorzieningen, welke de ge
meenschap de enkeling ten gerieve
stelt, worden behandeld. Andere uit
zendingen, welke op het programma
staan, zijn „Blijf gezond", „Grote
mannen", „Kris-kras door Neder
land" en „Rhythme en rym".
Nu alleen nog de
krijgsgevangenen.
De bijeenkomsten van de stafoffi
cieren te Pan Moen Djon zijn Dinsdag
geëindigd, nadat men het eens was
geworden over paragraaf 60 van het
ontwerp voor een wapenstilstands
overeenkomst, aldus wordt in een of
ficieel communiqué gemeld. Volgens
kolonel Somerville moet alleen nog
de kwestie van de terugkeer der
krijgsgevangenen (paragraaf 51)
geregeld worden.
De Noordelijken hebben de tekst
van paragraaf 60 aanvaard, zoals de
ze 28 April door de geallieerden was
opgesteld. Deze paragraaf bepaalt,
dat negentig dagen na ondertekening
van de wapenstilstandsovereenkomst
een politieke conferentie zal worden
gehouden ter regeling van de aange-
egenheden van het Verre Oosten.
Nederlandse employe's
op Java vermoord.
Twee Nederlandse employé's van
5 Goenoeng Tjempaka Estates bij
Tjibeber in het gebied van Soebang
zijn Maandagvermoord. Het betreft
F. G. K. ter Haar en J. H. van der
Palm. Zij werden door een bende
overvallen, toen zij op weg naar de
tuinen waren om lonen uit te beta
len. De bende behoort vermoedelijk
tot de Daroel Islam.
genootschap aanbood. Hij kreeg nim
mer antwoord
De Engelsen kregen pas belang
stelling voor Tristan da Cunha toen
Napoleon naar Sint Helena verban
nen was. Tal van maatregelen wer
den genomen om mogelijke bevrij
dingspogingen te verijdelen. Hiertoe
behoorde ook de bezetting van Tris
tan da Cunha, hoewel het van hier
naar Sint Helena veertien dagen zei
len was. Binnen het jaar werd de
maatregel weer ongedaan gemaakt.
Van de militaire nederzetting bleven
enkelen op het eiland achter. De
voornaamste van deze mensen was
William Glass, voormalig stukryder
bij de artillerie. Hy' en zijn vrouw, een
kleurlinge van de Kaap, zijn de fei
telijke grondleggers van de kleine
volksplanting, die zich tot heden
staande heeft gehouden.
Het bestaan op Tristan da Cunha
was (en is waarschijnlijk nog) uiterst
primitief. Een strook vlak land, 6%
kilometer lang en zevenhonderd me
ter breed, bood gelegenheid tot het
beoefenen van landbouw, maar de
mogelijkheden waren zeer beperkt.
Aardappelen wilden er nog het best
groeien, broodkoren gedijde niet en
werd bovendien door muizenplaag
onmogelijk gemaakt. Kort voor d(
nieuwe oogst heerste er dikwijls ge
brek en dan voedden velen zich byna
uitsluitend met vis en vogeleieren.
Er was weinig houtgewas, elk aange
spoeld stuk hout was welkom. Eer
deur, een raamkozijn gold in de ne
derzetting als een gewaardeerd hu-
welijksgeschenk.
Branders beschrijving van 't eiland
en zijn bewoners heeft iets van een
Robinsonade, maar dan een die
speelt op een kust, welke alleen by
voortdurende harde arbeid nog
slechts povere levensmogelijkheid
liet.
Heel de negentiende eeuw door
kenden de bewoners van Tristan da
Cunha maar één opwinding: de na
dering van een schip. Schepen bete
kenden aanvoer van onmisbare zaken
en soms ook aanwas van de kolonie
zelf. In 1827, toen de gemeenschap
nog zeer klein was en nagenoeg al
leen uit mannen bestond, bracht een
schip van Sint Helena zaden en ge
reedschappen, maar ook een negerin
met haar kinderen en vier jonge-
dochters. William Glass, die het er
kende opperhoofd van de nederzet
ting was, liet de eerste keuze aan de
man, die het langst op Tristan da
Cunha woonde; de laatstgekomene
moest gelukkig worden met de ne-
ferin en haar kroost. Glass dankte
e gouverneur van Sint Helena voor
gereedschap en zaaigoed en zond als
tegenprestatie twee zakken aardap
pelen. Maar met geen woord repte
hij over de immigranten
EEN LEGER
Als deel van het Britse Gemene
best werd Tristan da Cunha in de
tweede wereldoorlog betrokken. Er
kwam een radiostation voor de weer
kundige dienst. De kolonie werd be
schaafd en dus kwam er een leger,
zestien van de flinkste mannen wer
den in een corps ..Tristan Defense
Volunteers" (afgekort T.D.V.) ver
enigd. Zij leerden met bajonet en
handgranaat omgaan.
In het boek van de heer Brander
is het eerste nummer van een gesten
cild krantje afgedrukt The Tristan
Times. Dit nummer, van 6 Maart
1943, kondigt de opening van een
school aan.
Geld was er op dat tijdstip nog niet
in omloop: een exemplaar van The
Tristan Times kostte drie cigaretten
of vier grote aardappelen Maar de
beschaving schrijdt verder, hoogst
waarschijnlijk is de klank van de
shilling nu reeds op Tristan bekend.
De laatste Robinson Crusoes zijn in
de wereldhuishouding opg|pomen.
We wensen de heer Brander veel
succes met zijn uitvoerige en op elke
bladzijde interessante beschrijving
van 't meest afgelegen woonoord op
aarde, maar constateren met een tik
je spijt, dat de civilisatie zelfs deze
verste hoek aan de eenzamen ontno
men heeft.
L. d. B.
Jan Brander: Tristan da Cunha,
1506- -1950. Geschiedenis van een
Het wereldgebeuren
Paciiic-
gemeenschap
Sedert enkele dagen is in het Verre
Oosten, d-W-Z. op Honoloeloe. een
conferentie aan de gang van de
drie ministers van buitenlandse zaken
van de Ver. Staten, Australië en
Nieuw-Zeeland.
Genoemde drie landen hebben na de
totstandkoming van het vredesver
drag met Japan, nu alweer bijna een
jaar geleden, een defensieve over
eenkomst gesloten, welke men met
die tussen de Ver. Staten en Japan
zelf en tussen de V. Staten en de Phi-
lippijnen als behorende tot één sluit
stuk op het Japanse vredesverdrag
dient te beschouwen. Vrede met Ja
pan, dat wensten zy allen, maar zij be
grepen tegelijkertijd, dat er ook ga
ranties nodig waren. Garanties te
genover het communisme, dat zich
maar al te graag van een herboren,
maar zwak Japan zou meester ma
ken om het als springplank voor ver
dere agressies in de Pacific te kun
nen gebruiken. Maar óók garanties
tegen Japan zelf, dat sommige lan
den in het Verre Oosten méér vre
zen als eventuele toekomstige agres
sor dan Rusland. Voor de Ver. Sta
ten ligt hierbij het accent kennelijk
op het anti-communistisch karakter
van het verdragenstelsel, doch Aus
tralië en Nieuw-Zeeland plegen meer
de nadruk te leggen op het Japanse
„gevaar".
oe men het echter ook wil beka
ken, hoofdzaak is, dat het oog
gericht blijft op het grote doel:
het behoud van de vrede, ook in het
Verre Oosten. Al trachten de Ver.
Staten het anti-Japanse karakter
van de Anzus (Australia-New Zee-
land-Unites States) te verdoezelen
en al doen de beide andere landen
nog zo hun best juist Moskou niet
meer te prikkelen dan strikt onver
mijdelijk is, het is toch een niet te
miskennen feit, dat in de defensieve
samenwerking tussen een aantal Pa-
cificlanden een typische tegenhanger
moet worden gezien van de Atlanti
sche verdragsorganisatie. Met dit be
langrijke verschil, dat de Atlantische
gemeenschap op papier althans vry-
wel op poten staat en dat van de
Anzus nog slechts gesproken kan
worden van eerste voorzichtige, om
niet te zeggen wankele, schreden.
Een belangrijke handicap, welke de
drie landen op hun weg ontmoeten,
ligt in de geringe bereidheid van an
dere landen zich bij de plannen aan te
sluiten. India, Pakistan en ook Indo
nesië byv. staan tot dusver afwijzend
tegenover de plannen tot het vormen
van een Pacific-gemeenschap en ge
ven de voorkeur aan een neutrali
teitspolitiek. De vrees voor een over
heersing van het Westen, met name
door het machtige Amerika, schynt
daarbij wel een belangrijke rol te
spelen.
Voorlopig kan men dus slechts
vaststellen, dat er een begin is,
een bescheiden begin, waarvan
men de -betekenis overigens mag
overdrijven noch onderschatten. Het
feit op zich zelf, dat drie landen,
die tezamen en ieder afzonderlijk een
zeer belangrijke plaats innemen rond
de Pacific, zijn overeengekomen elke
aanval op één van de drie als een
aanval op allen te beschouwen, is in
elk geval moedgevend voor de verde
re ontwikkeling van de situatie. Ter
uitvoering van hetgeen in het Anzus-
verdrag werd overeengekomen is de
daarby in het leven geroepen Pacific-
raad, welke uit de drie ministers van
buitenlandse zaken bestaat, thans
dus op Honoloeloe bijeen onder lei
ding van minister Acheson.
Van de punten, die ditmaal in Ho
noloeloe op de agenda staan, noemen
wij in de eerste plaats de opbouw van
een meer completer veiligheidssy
steem, maar hetgeen wij hierboven
reeds schreven, zal de lezer dui
delijk maken, dat-men in deze rich
ting zijn verwachtingen niet te hoog
mag stellen. Br zijn echter nog enige
practische kwesties, welke ongetwij
feld door de drie ministers onder de
loupe genomen zullen worden. Aan
genomen mag bijv. worden, dat Ache
son zal trachten zijn Australische
collega te interesseren voor de ver
dediging van Indo-China, dat nog al
tijd een zeer kwetsbaar punt vormt.
Ook de verhouding tot Tsjang Kai
Tsjek en diens strijd tegen commu
nistisch China in Noord-Birma baart
nog al wat zorgen, welke Acheson
wel eens met Casey en Webb zal wil
len doorspreken. En ten slotte kan
men moeilijk aannemen, dat Korea
niet aan de orde zou komen.
Om te besluiten met woorden, welke
de geestelijke vader van da Pacific-
gemeenschap, John Foster Dulles eens
in verband met de Anzus heeft ge
sproken: er is een begin en men moet
nu verder zien te komen. In de
naaste toekomst dient met ernst te
worden gestreefd naar een innige sa
menwerking met èlle Aziatische vol
ken, die de vrijheid liefhebben. Met
de thans geldende verdragen is in elk
geval de reeds bereikte positie voor-
lopig geconsolideerd.
EEN
VAN:
JOSEPH ROTH
„Tarabas, een vreemdeling op aar
de", is een roman van de bekende
Oostenrijkse schrijver Joseph Roth,
die in 1933 Hitfer-Duitsland verliet
om daarna tot aan zijn dood, tijdens
de laatste wereldoorlog, een rusteloos
zwerversbestaan te leiden. Het is dit
rusteloze bestaan, dat mede een
stempel drukte op de roman „Tara
bas", waarin op uiterst suggestieve
en boeiende wijze de belevenissen ver
haald worden van een man, die in de
bewogen jaren van 1914 tot 1920 als
militair en vrijbuiter door de Balti-
sche landen zwerft. „Kolonel Tara-
is een man van uitersten, die
inderdaad leeft zoals hem door een
zigeunerin werd voorspeld: als moor
denaar en heilige, als zondaar en
boetedoener. Roth schildert het on
stuimige leven van de mens Tara
bas uiterst doorwrocht, met een zeer
verfijnd gevoel voor atmosfeer en
met een verrassend doorzicht voor
het subtiele in de vele gebeurtenissen
en omstandigheden, waaronder zo
wel de moordenaar, als de boetedoe
ner Tarabas komt te verkeren.
Een uitstekende roman, uitgege-
volksplantlng. Uitgeversmaatschap-1 ven door de uitgeverij Het Spec-
py West-Friesland. Hoorn. 1952. I trum" in de Prisma-boeké'nreeks.