Plan voor Europees wegennet van 54.000 km. ligt klaar BOEK Toch is 'i zo! DE GESCHIEDENIS VAN EEN KLEINE VOLKSPLANTING H° VIJFDUIZEND AVONTURIERS IN EEN OERWOUD-HEL DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1952 PROVINCIALE ZEEUW8B COURANT 6 INTERNATIONALE SAMENWERKING HAD SUCCES Financiering wordt bestudeerd (Van onze Haagse redacteur). De Economische Commissie voor Europa, dat is de regionale commissie van de Verenigde Naties, die in Genève zetelt en die een sub-commissie heeft voor de bestudering van de vraagstukken het verkeer en de ver keerswegen betreffende, heeft dezer dagen een resolutie aangenomen, waarin de wenselijkheid wordt uitgesproken een Europees Verkeersfonds te stichten voor de financiering van de aanleg van de Europese hoofdver keerswegen. Deze resolutie was voorbereid door de International Road Federation, een particuliere organisatie, waarin vooral zitting hebben vertegenwoor digers van wegenbouwers, oliemaatschappijen enz. De Economische Com missie voor Europa had namelijk reeds verleden jaar aan het Internatio nal Road Federation verzocht na te gaan of het financieel mogelijk geacht moet worden een Europees Wegenfonds in te stellen en daarvoor in overleg met de World Bank gelden beschikbaar te kragen. J"V. Nederlands aandeel Door Nederland zullen drie hoofdverkeerswegen van het Europese wegenplan lopen en wel de weg E 8 voor het van Londen komende verkeer over Hoek van Holland, Den Haag, Utrecht, Amersfoort, Olden- zaal. verder naar Berlijn en Warschau; de weg E 9, begin nende in Den Haag en Amster dam, over Utrecht, Eindhoven, Maastricht, verder naar Bazel en Genève en de weg E 10, van Parijs, over Brussel, Antwer pen, Breda, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Aan verbindingswegen, op genomen in het Europese we gennet, zullen in Nederland lopen de weg E 35, van Am sterdam naar Amersfoort, Zwolle, Groningen, Winschoten Bremen, Hamburg; E 36, van Hoek van Holland over Rotter dam, Gouda, Utrecht, Arnhem naar Keulen; E 37, van Breda naar Gorinchem; E 38, van Breda naar Eindhoven en E 72, van Oldenzaal over Lingen naar Bremen. Wat dat laatste betreft, zyn de onderhandelingen nog gaande en wat de gedachte aan een Europees We genfonds aangaat, hebben de in Ge nève vertegenwoordigde landen, w.o. ook Nederland, de International Road Federation verzocht door te gaan met haar studie en statuten voor e,en Europees Wegenfonds te ontwerpen. Uiteraard zullen de landen pas la ter, wanneer zo'n fonds theoretisch is voorbereid, beslissen, of zij er him medewerking aan kunnen verlenen. 313. Vele planten zijn tot ware insecten jagers geworden en voorzien op deze wijze in de voedingsstoffen welke zij zich niet of in onvoldoende mate op andere wijze kunnen verschaffen. Zij groeien dan ook meestal op arme gronden. U kent waarschijnlijk wel de zonne dauw met haar rood gevlekte en sterk behaarde bladeren, waarop glanzende druppels kleverige vloeistof parelen. In dit vocht plakken de insecten vast, waarna alle haartjes in de omgeving zich naar het spartelende dier over- buigen en het overgieten met een soort slijm, waarin het beest stikt. Dan wor den over het dode dier sappen uitge stort, die het lichaam ontleden en ver hinderen dat het tot ontbinding over gaat. Eerst dan scheiden de bladeren spijsverteringssappen af die, mét de daarin opgeloste stoffen, tenslotte weer worden opgezogen. Al Hunnen de vangmethoden der vleesetende planten verschillen, op dit beginsel van de zonnedauw berusten zij toch allen. Hel vetkruid rolt zijn bladen op en sluit het insect in, zodat het niet meer kan ontsnappen; de venusvliegenvanger vouwt haar twee bladhelften tezamen, waardoor de prooi eveneens opgesloten zit en de bekerplanten zorgen door hun gladde wanden dat de slachtoffers linea recta in de verterende sappen glijden, die zich onder in de beker hebben ver zameld. Maar de meest ingenieuze methode wordt wellicht toegepast o.a. door het blaasjeskruid, dat ook in onze veen- plassen voorkomt. De onder water groeiende plantjes zijn voorzien van blaasjes, die door een deur zijn afge sloten. In de blaasjes bevinden zich bovendien haren, die door osmose water aan het blaasje onttrekken. Er ontstaat in het blaasje dus een on derdruk, waardoor de deur stevig wordt vastgezogen. Wanneer nu een voorbijzwemmend diertje deze deur of de daaromheen gegroepeerde haren maar even beroerd, treedt een vorm verandering op, waardoor de dejur niet meer sluit. Er wordt dan water naar binnen gezogen en het insectje wordt hierdoor meegesleurd. Onmiddellijk wordt dan de vorm van het blaasje weer hersteld, waardoor de deur weer stevig sluit, zodat iedere ontsnapping van het gevangen diertje onmogelijk is. De vertering, waarvan men niet weet of deze plaats vindt door activi teit van bacteriën in het blaasje, of door de werkzaamheid van afgeschei den verteringssappen, kan nu een aan vang nemen. De hele vangst, die vele regels vraagt om te worden verklaard, speelt zich af in 1/16 seconde. Nu we ons hebben verbaasd over de activiteit der zo passief veronderstelde planten, dienen we ook nog even aan dacht te schenken aan schimmels, die nun prooi met een lasso vangen! H. Pétillon. PRACTISCHE UITVOERING WACHT. Van de practische uitvoering in on derlinge samenwerking door de Euro pese landen van het internationale wegenplan staat thans dus nog niets vast. Eerst zal de financieringskwes tie opgelost moeten worden. Dat wil echter allemaal niet zeg gen, dat aan de uitvoering in het feheel niets gedaan wordt. Indivi- ueel hebben ae Europese landen voor een eigen wegennet gezorgd. De daar in voorkomende hoofdwegen zullen in vele gevallen kunnen samenvallen met de wegen, die in het Europese net geprojecteerd zijn. Voor Nederland is dit althans bijna volledig het geval. Omtrent wat Europa aan hoofdver keerswegen nodig heeft en omtrent de wegenkarakteristieken dat zijn breedte, samenstelling, ligging, enz. is men al lang tot overeenstem ming gekomen. Wat dat betreft, heeft men in Genève gunstige resul taten bereikt. In 1947 werd een werk groep belast met de inventarisatie van de wegen. Het toenemend weg verkeer en de grote investeringen in de wegenaanleg maakten het nood zakelijk, dat men met elkaar ging praten, o.a. over een juiste aanslui ting van de wegen aan de grens en over de aanwijzing van een aantal grote wegen, die per se internatio nale wegen behoren te zijn. Dat be perkte bovendien de zaak, ook finan cieel, en dat hield de mogelijkheid in van een project voor een supra-natio- naal, Europees wegennet. Op deze wijze is men gekomen tot een plan voor een snelwegennet van 54.000 kilometer. Duizenden kilome ters bestaan daarvan reeds. GEEN VERSCHILLEN. Al deze wegen moeten precies het- zelfde zijn. Daarover was men het in Genève eens. Er zijn derhalve inter- j nationale regels voor vastgesteld; de directie Wegen van de Nederlandse Rijkswaterstaat heeft daarin een werkzaam aandeel gehad. Men onder- scheidt drie categorieën wegen. Als niet meer dan 600 motorrijtuigen en dat moet tenminste dertig uren per jaar voorkomen de weg pas seren, moet deze zeven meter breed zijn met twee stroken -wan 3% meter breed. Bij uitzondering mag deze breedte in een berggebied tot 6 me ter teruggebracht worden. Passeren meer dan 600 motorrijtui gen per uur, dan moeten de wegen twee gescheiden rijbanen hebben, elk van 7 meter breed. Tenslotte is voorlopig nog een breedte vastgesteld van 10% meter: drie stroken elk van 3% meter. In het Europese wegenplan wil men vooral wegen van de eerste twee categorieën opnemen. Bepaald is ook bovendien, hoe de bochten moeten liggen, hoe het wegdek sa mengesteld dient te zijn, hoe de ver lichting behoort te zijn; er zyn regels opgesteld voor de bruggen, .de tun nels, de telefoonposten, de eerste- hulpposten en wat verder bij de we gen behoort. Deze wegen zullen voorzien wor- ji van een bepaald teken en wel tn een witte hoofdletter E, gevolgd door het nummer van de weg, op een groene achtergrond. INTERNATIONALE OVEREENKOMST. l1 deze bepalingen zijn in een in ternationale overeenkomst vastge legd, die ook Nederland heeft gete kend. De landen hebben zich dus ver bonden hun wegen, met name voor zover zij onderdeel uitmaken van het Europese wegenplan, aldus in te rich ten. Zij zijn alleen niet gebonden aan een bepaald tempo. De Nederlandse wegen van het Europese wegenplan bestaan alle reeds, met uitzondering van het stuk Hoek van HollandDen Haag. Wel staat dit trajeot op het Rijkswegen plan. Ook voldoende Nederlandse we gen reeds aan de internationale ka rakteristieken. Sinds het plan is opgesteld zijn ook de wegen van Turkije en Joego-Sla- vië er nog bij gekomen. Spanje is niet aangesloten bij de conventie van Genève, evenmin als Oost-Duitsland. In totaal zijn voor Europa 22 hoofd wegen vastgesteld en talrijke wegen van de tweede groep. In 1950 heeft men uitgerekend, dat het net in de voornaamste landen dat is twee derde van het gehele net 5%, mil liard dollar zal kosten. Nu de varan ties weer zjjn aangebroken, trekken velen er met de tent op uit' naar bos en hel Kamperen is de laatste jaren steeds populairder geworden, temeer ook daar het een goedkope, maar toch een uitermate prettige manier is om van de vacantie èn van de vrye natuur te genieten. TRISTAN DA CUNHA VAN 1506 TOT 1950. Jan Brandes beschreef de verlatenheid van het meest afgelegen woonoord. Een dode vulkaan, steil oprijzend uit de Atlantische Oceaan tot een hoogte van tweeduizend meter; in oppervlakte een derde deel van Wal. cheren; drieduizend kilometers van Kaapstad, verder nog van Zuid. Amerika verwijderd; de diehtstbyzUnde buren op een afstand twee keer zo groot als die van Amsterdam naar Moskou; dat is Tristan da Cunha, het belangrijkste eiland van een groep van drie, welke samen het meest afgelegen woonoord op aarde vormen. Aan deze verlatenheid heeft Jan Brander, oud-leraar aan de Rijks H.B.S. te Vlissingen, jarenlang zyn wetenschappelijke belangstelling ge schonken. (Nadruk verboden). GOUDKOORTS AAN DE AMAZONE. Fantastische prijzen worden betaald (Van onze correspondent) Rio de Janeiro. Een goudkoorts, die herinneringen aan Klondyke doet opkomen, heeft Noord-Brazilië overvallen, sinds twee maanden geleden eni ge goudzoekers die van de Rio Jari, een rechter zyrivier van de Amazone kwamen, in Macapa, de hoofdstad van het gebied van Amapa aan de noor. delijke mondingsarm van de Amazone, goud verkochten. Als een lopend vuurtje verspreidde zich door het land het gerucht, dat de goudklompen aan de Rio Jari maar voor het oprapen lagen. Duizenden zijn sindsdien naar de hel van het oerwoud getrokken om hun geluk te beproeven. De ongekroonde koning van het goudgebied, aan wie iedereen ge hoorzaamt, schynt een van de eerste ontdekkers te zijn. een man genaamd Erroneas Fernandes da Silva die door zijn eigen machtsoverwicht de heerschappij in het oerwoud over de daar samengestroomde woudlopers, delvers, smokkelaars, gevluchte bagno-gevangenen uit Cayenne en plunderaars op zich heeft kunnen ne men, want de arm van de staat reikt niet tot in dit tot dusverre nauwelijks door een blanke man be treden oerwoud. Minstens drie weken moeten de feluksjagers onzegbare moeilijkhe en trotseren om de honderden kilo meters stroomopwaarts over de woes te Jari met zijn meer dan dertig wa tervallen en stroomversnellingen door het dichte oerwoud naar het do. rado af te leggen, waar hun alle tro- penziekten van malaria en moeras koortsen tot de Bubonenpest wach ten en ze onder helse levensvoor. waarden in tropische, vochtige hitte, door muggen geplaagd, aan het goud- zoeken kunnen gaan. Niemand weet nog, of de goudvelden aan de Rio Jari werkelijk zo rijk zijn, als de eerste geruchten beweerden. Sinds twee maanden geleden de eerste ge lukkige goudzoekers uit het oer woud naar Macapa kwamen, is in het geheel 150 kilogram goud op de markt gebracht, wat al ten gevolge heeft gehad, dat de goudprys ge daald is. OOK UIT GUYANA Niet alleen uit Brazilië, maar ook uit de drie ten Noorden hiervan ge legen gebieden, Nederlands-, Engels en Frans-Guyana, zijn avonturiers door het oerwoud naar de aan de ivo Jari uit de grond opgeschoten gouddelversstad getrokken. Naar het schijnt, nemen de Braziliaanse goud zoekers tegenover de avonturiers uit deze gebieden geen erg vriendelijke houding aan en zijn zy niet bereid hun claims t© geven. Herdenking prof. dr. J. H. van 't Hoff. Op 30 Augustus a.s. zal het. een eeuw geleden zijn dat de grote Neder landse scheikundige en nobelprijswin- naar, prof. dr. J. H. van 't Hoff, te Rotterdam geboren werd. Die dag zal in hoofdzaak worden herdacht te Am sterdam, waar prof. van 't Hoff als hoogleraar zijn wetenschappelijke triomfen vierde, maar in zyn geboor testad, waar ook zijn standbeeld staat, zal die dag niet onopgemerkt voorbij gaan. Over de herdenking is overleg gaande tussen het Bataafs Genootschap voor proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, de Rotterdamse chemi sche kring en het historisch genoot schap Roterodamum. Men hoopt bin nenkort met omlijnde plannen te ko men. DUKE VOORSCHOTTEN Medicijnen, vooral kinine, en le vensmiddelen worden aan de Rio Ja ri voor sprookjesachtige prijzen de man gebracht. Een koopman uit Nacapa, die de gouddelvers tegen la tere betaling in goud van gereed schappen en levensmiddelen voor ziet, werkt met een winst van tach tig procent. Een ander, die met me dicijnen het oerwoud in ging, ver. kocht deze voor een zakje goud van de tienvoudige waarde. Alles wordt aan de Rio Jari met goud betaald, suiker, gedroogd vlees, broodwortel, alcohol en sigaretten. Voor één gram kan men een pakje sigaretten kopen, voor drie gram een fles al cohol. CATASTROPHE Met grote bezorgdheid zien de Bra. ziüaanse autoriteiten deze ontwikke ling. De gouverneur van Amapi heeft reeds verklaard, dat de goud koorts voor het betrokken gebied een catastrophe betekent. De boeren verlaten hun land en het gehele le. ven in Amapi is in wanorde geraakt. Als op een dag de goudvelden waar van nog niemand de omvang kent, uitgeput zijn, zal het land armer zijn dan tevoren. In 1895 werd al eens goud ontdekt in dit gebied, maar de opbrengst bleek armzalig te zijn. Steeds weer circuleerden er geruch ten van nieuwe vondsten, doch er werden geen aders ontdekt, die de moeite waard waren geëxploiteerd te worden. Zo vreest men ook thans, dat op de eerste roes een vreselyke ontnuchtering en een nog grotere el lende zal volgen, als in de herfst de regentijd begint en iedere verbinding met de gouddelvers onmogelijk maakt. (Nadruk verboden) Een Portugees eskader onder bevel van admiraal Tristan da Cunha was in 1506 op weg naar Voor-Indië. Een sterke stroom dreef de schepen naar het Zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan, zo ver, dat enkele opvax-en- den van koude stierven. Onder deze omstandigheden werden een paar eilanden ontdekt. Zij werden naar de vlootvoogd genoemd. Geen zeevarende natie heeft ern stig getracht de kleine groep in haar belangensfeer te trekken. Omstreeks 1650 lieten de bewindhebbers der V.O.C. hun gouverneur aan de Kaap onderzoeken of Tristan da Cunha als verversingsstation te gebruiken was. Het rapport, over de desbetreffende expeditie uitgebracht, was ongun stig: gouverneur Van Riebeeck sprak van „gants barre, clippige, steyle, dorre eylanden, voor geen schepen geraden rhedé le soucken, als synde te periculeus om aen te doen, ten ware by den alderuyttersten noot....' Vóór 1800 hebben slechts avontu riers en schipbreukelingen op Tris tan.da Cunha geleefd. En wat andere dan' een avonturier was de Ameri kaanse staatsburger Lambert, die er zich in 1811 met twee kameraden vestigde! Hij liet in de Boston Ga- zette 'n formele proclamatie afdruk ken, waarin hij verklaarde de alleen- bezitter van het eiland te zijn. Sou- vereon Lambert koos een eigen vlag en dreef de comedie zo ver, dat hij de koning van Engeland een bond- Schoolradio 19521953. Begin September 1951 richtten de AVRO, de VARA en de VPRO de Stichting Nederlandse Schoolradio op, met de bedoeling schoolradiolessen te geven en dat op even aantrekkelijke als leerzame wijze. Deze stichting heeft thans haar programma voor het schooljaar 1952 1953 gepubliceerd. De uitzending „Treffende klanken" heeft ten doel het hart te roeren, de geest te ver helderen door middel van muziek, de ze onmiddellijk als klinkende kunst tot de jeugd te doen spreken. „Uit het verre verleden" is een serie tafe relen uit een min of meer afgesloten tijdperk van de geschiedenis der Lage Landen. De serie „Met stuurman Storm naar Hivanova" wil de jeug dige luisteraars enig begrip bijbren gen voor de opbouw en de organisatie van een democratische samenleving. Op deze serie sluit aan de cursus „Dank U! Tot uw dienst!', waarin de sociale voorzieningen, welke de ge meenschap de enkeling ten gerieve stelt, worden behandeld. Andere uit zendingen, welke op het programma staan, zijn „Blijf gezond", „Grote mannen", „Kris-kras door Neder land" en „Rhythme en rym". Nu alleen nog de krijgsgevangenen. De bijeenkomsten van de stafoffi cieren te Pan Moen Djon zijn Dinsdag geëindigd, nadat men het eens was geworden over paragraaf 60 van het ontwerp voor een wapenstilstands overeenkomst, aldus wordt in een of ficieel communiqué gemeld. Volgens kolonel Somerville moet alleen nog de kwestie van de terugkeer der krijgsgevangenen (paragraaf 51) geregeld worden. De Noordelijken hebben de tekst van paragraaf 60 aanvaard, zoals de ze 28 April door de geallieerden was opgesteld. Deze paragraaf bepaalt, dat negentig dagen na ondertekening van de wapenstilstandsovereenkomst een politieke conferentie zal worden gehouden ter regeling van de aange- egenheden van het Verre Oosten. Nederlandse employe's op Java vermoord. Twee Nederlandse employé's van 5 Goenoeng Tjempaka Estates bij Tjibeber in het gebied van Soebang zijn Maandagvermoord. Het betreft F. G. K. ter Haar en J. H. van der Palm. Zij werden door een bende overvallen, toen zij op weg naar de tuinen waren om lonen uit te beta len. De bende behoort vermoedelijk tot de Daroel Islam. genootschap aanbood. Hij kreeg nim mer antwoord De Engelsen kregen pas belang stelling voor Tristan da Cunha toen Napoleon naar Sint Helena verban nen was. Tal van maatregelen wer den genomen om mogelijke bevrij dingspogingen te verijdelen. Hiertoe behoorde ook de bezetting van Tris tan da Cunha, hoewel het van hier naar Sint Helena veertien dagen zei len was. Binnen het jaar werd de maatregel weer ongedaan gemaakt. Van de militaire nederzetting bleven enkelen op het eiland achter. De voornaamste van deze mensen was William Glass, voormalig stukryder bij de artillerie. Hy' en zijn vrouw, een kleurlinge van de Kaap, zijn de fei telijke grondleggers van de kleine volksplanting, die zich tot heden staande heeft gehouden. Het bestaan op Tristan da Cunha was (en is waarschijnlijk nog) uiterst primitief. Een strook vlak land, 6% kilometer lang en zevenhonderd me ter breed, bood gelegenheid tot het beoefenen van landbouw, maar de mogelijkheden waren zeer beperkt. Aardappelen wilden er nog het best groeien, broodkoren gedijde niet en werd bovendien door muizenplaag onmogelijk gemaakt. Kort voor d( nieuwe oogst heerste er dikwijls ge brek en dan voedden velen zich byna uitsluitend met vis en vogeleieren. Er was weinig houtgewas, elk aange spoeld stuk hout was welkom. Eer deur, een raamkozijn gold in de ne derzetting als een gewaardeerd hu- welijksgeschenk. Branders beschrijving van 't eiland en zijn bewoners heeft iets van een Robinsonade, maar dan een die speelt op een kust, welke alleen by voortdurende harde arbeid nog slechts povere levensmogelijkheid liet. Heel de negentiende eeuw door kenden de bewoners van Tristan da Cunha maar één opwinding: de na dering van een schip. Schepen bete kenden aanvoer van onmisbare zaken en soms ook aanwas van de kolonie zelf. In 1827, toen de gemeenschap nog zeer klein was en nagenoeg al leen uit mannen bestond, bracht een schip van Sint Helena zaden en ge reedschappen, maar ook een negerin met haar kinderen en vier jonge- dochters. William Glass, die het er kende opperhoofd van de nederzet ting was, liet de eerste keuze aan de man, die het langst op Tristan da Cunha woonde; de laatstgekomene moest gelukkig worden met de ne- ferin en haar kroost. Glass dankte e gouverneur van Sint Helena voor gereedschap en zaaigoed en zond als tegenprestatie twee zakken aardap pelen. Maar met geen woord repte hij over de immigranten EEN LEGER Als deel van het Britse Gemene best werd Tristan da Cunha in de tweede wereldoorlog betrokken. Er kwam een radiostation voor de weer kundige dienst. De kolonie werd be schaafd en dus kwam er een leger, zestien van de flinkste mannen wer den in een corps ..Tristan Defense Volunteers" (afgekort T.D.V.) ver enigd. Zij leerden met bajonet en handgranaat omgaan. In het boek van de heer Brander is het eerste nummer van een gesten cild krantje afgedrukt The Tristan Times. Dit nummer, van 6 Maart 1943, kondigt de opening van een school aan. Geld was er op dat tijdstip nog niet in omloop: een exemplaar van The Tristan Times kostte drie cigaretten of vier grote aardappelen Maar de beschaving schrijdt verder, hoogst waarschijnlijk is de klank van de shilling nu reeds op Tristan bekend. De laatste Robinson Crusoes zijn in de wereldhuishouding opg|pomen. We wensen de heer Brander veel succes met zijn uitvoerige en op elke bladzijde interessante beschrijving van 't meest afgelegen woonoord op aarde, maar constateren met een tik je spijt, dat de civilisatie zelfs deze verste hoek aan de eenzamen ontno men heeft. L. d. B. Jan Brander: Tristan da Cunha, 1506- -1950. Geschiedenis van een Het wereldgebeuren Paciiic- gemeenschap Sedert enkele dagen is in het Verre Oosten, d-W-Z. op Honoloeloe. een conferentie aan de gang van de drie ministers van buitenlandse zaken van de Ver. Staten, Australië en Nieuw-Zeeland. Genoemde drie landen hebben na de totstandkoming van het vredesver drag met Japan, nu alweer bijna een jaar geleden, een defensieve over eenkomst gesloten, welke men met die tussen de Ver. Staten en Japan zelf en tussen de V. Staten en de Phi- lippijnen als behorende tot één sluit stuk op het Japanse vredesverdrag dient te beschouwen. Vrede met Ja pan, dat wensten zy allen, maar zij be grepen tegelijkertijd, dat er ook ga ranties nodig waren. Garanties te genover het communisme, dat zich maar al te graag van een herboren, maar zwak Japan zou meester ma ken om het als springplank voor ver dere agressies in de Pacific te kun nen gebruiken. Maar óók garanties tegen Japan zelf, dat sommige lan den in het Verre Oosten méér vre zen als eventuele toekomstige agres sor dan Rusland. Voor de Ver. Sta ten ligt hierbij het accent kennelijk op het anti-communistisch karakter van het verdragenstelsel, doch Aus tralië en Nieuw-Zeeland plegen meer de nadruk te leggen op het Japanse „gevaar". oe men het echter ook wil beka ken, hoofdzaak is, dat het oog gericht blijft op het grote doel: het behoud van de vrede, ook in het Verre Oosten. Al trachten de Ver. Staten het anti-Japanse karakter van de Anzus (Australia-New Zee- land-Unites States) te verdoezelen en al doen de beide andere landen nog zo hun best juist Moskou niet meer te prikkelen dan strikt onver mijdelijk is, het is toch een niet te miskennen feit, dat in de defensieve samenwerking tussen een aantal Pa- cificlanden een typische tegenhanger moet worden gezien van de Atlanti sche verdragsorganisatie. Met dit be langrijke verschil, dat de Atlantische gemeenschap op papier althans vry- wel op poten staat en dat van de Anzus nog slechts gesproken kan worden van eerste voorzichtige, om niet te zeggen wankele, schreden. Een belangrijke handicap, welke de drie landen op hun weg ontmoeten, ligt in de geringe bereidheid van an dere landen zich bij de plannen aan te sluiten. India, Pakistan en ook Indo nesië byv. staan tot dusver afwijzend tegenover de plannen tot het vormen van een Pacific-gemeenschap en ge ven de voorkeur aan een neutrali teitspolitiek. De vrees voor een over heersing van het Westen, met name door het machtige Amerika, schynt daarbij wel een belangrijke rol te spelen. Voorlopig kan men dus slechts vaststellen, dat er een begin is, een bescheiden begin, waarvan men de -betekenis overigens mag overdrijven noch onderschatten. Het feit op zich zelf, dat drie landen, die tezamen en ieder afzonderlijk een zeer belangrijke plaats innemen rond de Pacific, zijn overeengekomen elke aanval op één van de drie als een aanval op allen te beschouwen, is in elk geval moedgevend voor de verde re ontwikkeling van de situatie. Ter uitvoering van hetgeen in het Anzus- verdrag werd overeengekomen is de daarby in het leven geroepen Pacific- raad, welke uit de drie ministers van buitenlandse zaken bestaat, thans dus op Honoloeloe bijeen onder lei ding van minister Acheson. Van de punten, die ditmaal in Ho noloeloe op de agenda staan, noemen wij in de eerste plaats de opbouw van een meer completer veiligheidssy steem, maar hetgeen wij hierboven reeds schreven, zal de lezer dui delijk maken, dat-men in deze rich ting zijn verwachtingen niet te hoog mag stellen. Br zijn echter nog enige practische kwesties, welke ongetwij feld door de drie ministers onder de loupe genomen zullen worden. Aan genomen mag bijv. worden, dat Ache son zal trachten zijn Australische collega te interesseren voor de ver dediging van Indo-China, dat nog al tijd een zeer kwetsbaar punt vormt. Ook de verhouding tot Tsjang Kai Tsjek en diens strijd tegen commu nistisch China in Noord-Birma baart nog al wat zorgen, welke Acheson wel eens met Casey en Webb zal wil len doorspreken. En ten slotte kan men moeilijk aannemen, dat Korea niet aan de orde zou komen. Om te besluiten met woorden, welke de geestelijke vader van da Pacific- gemeenschap, John Foster Dulles eens in verband met de Anzus heeft ge sproken: er is een begin en men moet nu verder zien te komen. In de naaste toekomst dient met ernst te worden gestreefd naar een innige sa menwerking met èlle Aziatische vol ken, die de vrijheid liefhebben. Met de thans geldende verdragen is in elk geval de reeds bereikte positie voor- lopig geconsolideerd. EEN VAN: JOSEPH ROTH „Tarabas, een vreemdeling op aar de", is een roman van de bekende Oostenrijkse schrijver Joseph Roth, die in 1933 Hitfer-Duitsland verliet om daarna tot aan zijn dood, tijdens de laatste wereldoorlog, een rusteloos zwerversbestaan te leiden. Het is dit rusteloze bestaan, dat mede een stempel drukte op de roman „Tara bas", waarin op uiterst suggestieve en boeiende wijze de belevenissen ver haald worden van een man, die in de bewogen jaren van 1914 tot 1920 als militair en vrijbuiter door de Balti- sche landen zwerft. „Kolonel Tara- is een man van uitersten, die inderdaad leeft zoals hem door een zigeunerin werd voorspeld: als moor denaar en heilige, als zondaar en boetedoener. Roth schildert het on stuimige leven van de mens Tara bas uiterst doorwrocht, met een zeer verfijnd gevoel voor atmosfeer en met een verrassend doorzicht voor het subtiele in de vele gebeurtenissen en omstandigheden, waaronder zo wel de moordenaar, als de boetedoe ner Tarabas komt te verkeren. Een uitstekende roman, uitgege- volksplantlng. Uitgeversmaatschap-1 ven door de uitgeverij Het Spec- py West-Friesland. Hoorn. 1952. I trum" in de Prisma-boeké'nreeks.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5