Vele Walcherse dorpskerken leden
onder het beleg van Middelburg
IN DEN HAAG IS EEN ENORME
NIEUWE WOONWIJK VERREZEN
BELGISCHE SPOORWEGEN IN
GROTE ZORGEN
JIMMY BROWN a/s diepzeeduiker
DINSDAG 5 AUGUSTUS 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
DE RUÏNE VAN HOOGELANDE
Hoogelande was vroeger een
zelfstandige gemeente
In de eerste helft der vorige eeuw telde Walcheren een tiental kerkruïnes.
Hiervan waren in de laatste jaren maar een tweetal overgebleven, n.L die
van Brigdamme en van Hoogelande. De ruïne van Brigdamme is door de
Duitsers in 1944 opgeblazen en de hoge gronden in de omgeving, waar eer
tijds een oud kerkhof lag, werden door de gedwongen „spitters" uit Mid
delburg afgegraven.
Gelukkig is de prachtige ruïne van Hoogelande niet alleen door de Duit
sers, maar ook door de inundatie gepaard gebleven, al heeft de waterwolf
er wel aan geknaagd.
De vele kerkruïnes, zoals die van Krommenhoek, Poppekerke, Marieker-
ke, Boudewynskerke, Ter Buttinge, Poppendamme, Welzinge en Schellach
zyn in de vorige eeuw afgebroken of omgewaaid. De nog gave stenen wer
den gebruikt voor het bouwen van liuizeu, het puin diende tot verbetering
van de vele slijkwegen. Al de ruïnes, behalve die van Brigdamme (de kerk
Is in 1562 afgebrand, doch niet meer opgebouwd) waren oorlogsruïnes,
maar uit de tijd, toen Middelburg door de Geuzen van Willem van Oranje
van 15721574 werd belegerd.
Het is niet bekend wanneer de ve
le oude Walcherse kerken zijn ge
sticht. Meestal wordt bij gissing de
13de, 14de of 15de eeuw genoemd. Het
stichtingsjaar van de kerk te Hooge
lande is echter wel bekend. Zij is een
der oudste dorpskerken. Een charter
in het Zeeuws rijksarchief, daterend
van 1189, vermeldt de stichting van
de parochiekerk Hoogelande. Zg was
Door B. J. DE MEIJ.
een dochterkerk van de Westmonster-
kerk te Middelburg, welke laatste
stond op de Grote Markt en in 1575
is afgebroken. Beide kerken waren
aan Sint Maarten gewijd.
De stichtingsbrief, geschonken door
Boudewijn H, bisschop van Utrecht,
meldt o.m. dat de kerk te Hoogelan
de gebouwd is op verzoek der ingeze
tenen, die klaagden over „dodelijke
veten en vijandige vervolgingen te
Middelburg". De verhouding tussen
stad en platteland was dus niet roos
kleurig. Natuurlijk moesten de Hoo-
gelanders zelf voor het onderhoud
der kerk en voor de kerkdienst
zorgen. Zo moest de pastoor leven
van hetgeen de kerk aan colecten op
bracht. verder genoot hij de tienden
van de veldvruchten. Van elke be
zaaide akker moest bovendien nog
één schoof aan de koster afgestaan
worden.
De kerk is opgebouwd met z.g.
Zeeuwse moppen van verschillende
grootte. Zoals alle oude kerken, was i
zf georiënteerd, d.w.z. het altaar in
het koor stond in het Oosten (Oriënt-
staan hebben, toch is het eenmaal
een dorp met een kerk geweest; het
middelpunt van het ambacht. De he
ren van Hoogelande zullen wel niet
in hun ambacht gewoond hebben,
maar in Middelburg, waar zij in hoog
aanzien waren.
Op een grafsteen in de Westmon-
sterkerk op de Grote Markt stond:
„Heer Huegen van Hoogelande, rid
der, bailliu tot Middelburg, die begra
ven is in de monsterkerke, in de ca-
pelle van die Hooglanders gefondeert
...ende by hem leet begraven joncvr.
Adrana van Bleeswijk". Blijkbaar
was de laatste zijn vrouw. Evenals
alle Walcherse Rooms-Katholieke
kerken heeft de kerk te Hoogelande
het moeten ontgelden door de beel
denstormers in Augustus 1566. De ver
nieling was echter maar inwendig.
Vrij spoedig was het bedehuis weer
voor de kerkdienst in orde gemaakt.
Veel meer hebben de Walcherse
dorpskerken geleden tijdens het lang
durig beleg van Middelburg 1572
1574. Na de overgang hadden alle
elijk een Hervorm
de gemeente gesticht, later in de
grootste dorpen, waarvan eerst de
kerk moest hersteld worden.
Verscheidene dorpjes waren te klein
(bovendien grotendeels ontvolkt) om
een kerkelijke gemeente te vormen.
De kerk bleef een ruïne zoals ook te
Hoogelande. Door de ontvolking wer
den veel woonhuizen afgebroken;
slechts enkele boerderijen, wier bewo
ners het land moesten bewerken, ble
ven. De boerdery van de familie
Groenenberg, te voren Corbyn, was
nog lange tijd een herberg; een pleis
terplaats voor de doortrekkende man.
6 April, verklaarde Vlissingen zich
voor Oranje, spoedig gevolgd door
weg leidt thans vanaf de Grypskerkse
Veere. Daarna begon het beleg van
Middelburg. De geestelijkheid van 't
platteland, dus ook de pastoor van
Hoogelande, zocht een veilige schuil
plaats in Middelburg. Aan de vervol
ging om 't geloof was op Walcheren
een einde gekomen.
EEN HOOGELANDSE
MIDDAG.
Vroeger hadden de plattelandsbe
woners geen horloge op zak, vooral
niet als zij op het land werkten. Wie
wat te ver van de dorpstoren woonde,
wist niet altijd hoe laat het was en
bepaalde, vooral des avonds, de tijd
naar de hoogte der zon.
De bewoners van Hoogelande woon
den bijzonder afgelegen, zodat z\j
nooit een dorpsklok hoorden slaan.
Het gebeurde dan ook vaak, dat het
ver over de middag was, voor zij aan
de maaltyd gingen.
En nog altyd spreekt men op Wal-
^elands
laat
Een van de imposante huizenblokken, zoals er in Moerwijk en Morgenstond ontelbare verrezen zjjn.
EUROPA's GROOTSTE BOUWPLAATS
Evenveel inwoners als in Leeuwarden
(Van onze Haagse redacteur).
DEN HAAG, Juli. Wie met de trein van Rotterdam naar Den Haag
reist, ziet dat aan de Westkant van de spoorljjn, even voordat de oude be
bouwing van Den Haag begint, een nieuwe stad verrezen is en dat men
daar nog steeds bezig is met het optrekken van nieuwe enorme huizen
blokken.
Hy rijdt langs het grootste bouwplan van Europa, een gedeelte van
de voormalige residentie, waar binnenkort evenveel mensen zullen wonen
als in een stad als Leeuwarden. En reeds zijn de plannen gemaakt voor
een groot, aansluitend gebied, zodat over enige tijd een nieuwe stad met
ver over de 100.000 inwoners aan Den Haag zal zyn toegevoegd.
De Moerwijk is reeds vrfwel geheel volgebouwd, het plan-Morgenstond
nadert zfn voltooiing, de Escamppolder verwacht eerlang de bouwers,
die er straat na straat zullen optrekken. Waar eens de weilanden zich
uitstrekten, zyn nu brede wegen aangelegd met rijen drie. en vier-ver-
diepingen-woningen. Daar zyn sportvelden en tuinen uitgespaard. Daar
zyn scholen en kerken gebouwd, trekken winkels de kooplustigen en staan
enkele wijkgebouwen da bewoners ten dienste.
De ruïne van de in 1189 gebouwde dorpskerk van de toen nog zelfstandige
gemeente Hoogelande.
Oosten). De kerkbezoekers hadden,
eeuwen lang, de priester de mis ce-
diende, dus ook het gelaat naar het
Oosten gekeerd.
WAT OVER BLEEF.
De ruïne laat alleen het koor der
kerk zien en de scheidingsmuur met
spitsboog tussen het koor en het
schip der kerk. Het schip is, mogelijk
met de toren, tijdens de Spaanse troe
belen verwoest. Het koor is 10 meter
lang en 7 meter breed. Het is nog dui
delijk te zien, waar de drie -amen zijn
geweest. Waar eertijds, bijna vier
eeuwen lang, de priester de mis ca-
lebreerde, groeit nu weilg malva.
Zeer waarschijnlijk had de kerk
van Hoogelande, evenals al de andere
oude Walcherse kerken, een toren,
staande aan de Westzijde.
Meestal was onder de 'toreij de in
gang, zoals b.v. nog te Ritthem, Se-
rooskerke en Souburg. Daar men
vroeger bij afbraak de fondamenten
in de grond achterliet, zou bij opgra
ving nog te zien zijn of er een toren
heeft gestaan.
Voor de inundatie stond om het
kerkhof een laag stenen muurtje, zo
als vroeger om alle oude Walcherse
kerkhoven. De zee heeft het muurtje
weggeslagen en natuurlijk al 't hout
gewas doen sterven. Nu is er een
sloot om het kerkhof gegraven, waar
door iets van de vroegere romantiek
is verdwenen. Wel zijn er weer enke
le populieren en jonge struiken ge
plant. Het is jammer dat het lange
verwilderde gras het aanzien niet
verfraait. Nog wordt het kerkhof als
begraafplaats gebruikt; al zyn er wei
nig bewoners meer van de oude am
bachtsheerlijkheid Hoogelande, dat
slechts 235 h.a. groot is.
VROEGER EEN ZELF
STANDIGE GEMEENTE
Al zullen er niet veel huizen ge
nen. Bij het ploegen en het graven
van sloten stuit men nog vaak op
stenen. Toch werd Hoogelande na de
afschaffing der ambaehtsheerlijke
rechten door de omwenteling van
T 7Q*Ï Can i_ 1.
1795 een zelfstandige gemeente met
een eigen schout. Het bleek echter,
dat de kleine gemeente de lasten niet
kon blijven opbrengen; zodat zij aan
de regering verzocht bij het naburige
Grijpskerke te worden gevoegd Dit
geschiedde in 1816 provisioneel én in
1818 voor goed.
Lange tijd behoorde de ambachts
heerlijkheid Hoogelande aan de Bel
gische familie Neuff te Brussel. In
1910 werd het ambacht in 't openbaar
verkocht voor f 3500 aan de heer P.
W. M. Hoegen, destijds te Middelburg.
Hij heeft later aan de zeer vervallen
ruïne enige herstellingen doen uit
voeren, waardoor zy beter intact is
gebleven.
Een prachtige nieuwe brede asfalt
weg naar Hoogelande. Dat was vroe
ger anders! Door onvoldoende afwa
tering en de laag gelegen slijkwegen
konden de bewoners van Hoogelande
moeilijk met een wagen hun hofstede
verlaten. Niet zelden moesten zij dan
ook in een natte winter met 'n schuit
door de watergangen naar Middel
burg varen. Dit geschiedde nog om
streeks 1880.
LAATSTE MARTELAARS
TE HOOGELANDE.
De eerste martelaars op Walche
ren waren Dirk Arentz te Middelburg
en Adriaan Louwerse te Grijpskerke.
Beiden werden in 1530 te Middelburg
opgehangen. De laatste waren Mat-
theeus Maurisz, 43 jaar, parochiaan
in Hoogelande en zfn vrouw Magda-
lena Jansd. 40 j. De man werd ont
hoofd en de vrouw levend begraven.
Dit geschiedde op 13 Maart 1572 i
Ruim drie weken later, namelijk op
Als men door deze enorme wijk
dwaalt, staat men telkens opnieuw
voor verrassingen. Zo ver het oog
reikt massale huizencomplexen, door
sneden door ruime straten en wijde
hoofdverkeerswegen met hier en daar
een gracht, omzoomd door gazons en
struikbeplantingen, mooie doorkijk
jes, afwisseling van hoge en nog
gere bebouwing, goed aangelegde ge
meenschappelijke tuinen op de bin
nenplaatsen. En op de achtergrond
verdere bouwbedrijvigheid, een ein
deloze nieuwe huizenzee, die tot aan
de torens van Delft schijnt te reiken.
HERSTEL.
De eerste jaren na de oorlog scheen
het, dat Den Haag met zijn woning
bouw lelijk achter zou geraken. Er
verschenen weinig nieuwe huizen.
Het gemeentebestuur legde zich toen
vooral toe op het herstel en weer
bewoonbaar maken van beschadigde
huizen. Maar daarna ging het van
een leien dakje en op het ogenblik
neemt Den Haag van de grote steden
de eerste plaats in: op het eind van
1951 waren in Amsterdam in uitvoe
ring 2530 woningen, in Rotterdam
3149 en in Den Haag 4314.
Er bestaat in de hofstad een tien
jarenplan (van 1950 tot 1959) dat In
totaal omvat het in uitvoering nemen
van 30.924 woningen voor arbeiders
en de kleine middenstand en 11.160
woningen voor de gegoede midden
stand en welgestelden, in totaal dus
42.084 woningen. Wanneer het bouw-
program in het vastgestelde tempo
wordt uitgevoerd, is de voorraad
bouwgrond in Den Haag in 1960 ge
heel uitgeput. Verwacht mag worden,
dat dan het tekort nagenoeg verdwe
nen zal zijn. In 1951 werd in Den
Haag voor het eerst op het woning
tekort ingelopen.
In Moerwijk en Morgenstond in
de nieuwe stad is de strijdvraag
hoogbouw of laagbouw beslecht. In
eerstgenoemde wijk verrezen aan
vankelijk complexen met drie woon
lagen. Er zyn er nu ook met vier
woonlagen. In Morgenstond worden
uitsluitend complexen met vier woon
lagen gebouwd.
TUSSEN PARK EN BOS.
Een groot voordeel voor de bewo
ners is, dat het gehele project aan de
ene zijde aanleunt tegen het uitge
strekte Zuiderpark en aan de andere
kant tegen het bos Overvoorde. Het
Zuiderpark, dat vijf en twintig jaar
geleden werd aangelegd de toen
malige gemeentebestuurders hadden
een vooruitziende blik is 100 ha.
groot en daarmede het grootste
volkspark van Nederland. Het heeft
sportvelden, een zwembad, een open
luchttheater, school- en kindertuinen,
een wetenschappelijke kruidentuin en
een eendenkooi.
Overvoorde ligt op grondgebied
van de gemeente Rijswijk, doch is
door Den Haag aangekocht.
Europa's grootste bouwplan heeft
uiteraard sterk de aandaent getrok
ken, ook van buitenlanders. Het
loont de moeite, als men ln Den Haag
komt, er eens een kijkje te nemen.
(Nadruk verboden)
Reorganisatie Indonesisch
Hoge Commissariaat
Binnenkort zal onder leiding van
dr Darmasetiawan, de secretaris-ge
neraal van het Indonesische ministe
rie van buitenlandse zaken, een mis
sie naar Nederland reizen om een
complete reorganisatie van het In
donesische Hoge Commissariaat uit
te voeren, zo heeft dr Darmasetia
wan meegedeeld. De missie zal een
interdepartementaal karakter dra
gen.
Gezinsuitbreiding op „Waterman"
Zondag vertrok uit Amsterdam het
s s. „Waterman" van de Holland
Afrikalrjn, met 832 emigranten naar
Kaapstad. 24 uur na het vertrek was
het aantal passagiers reeds verhoogd
tot 833. Mevrouw Martin uit Maas
tricht schonk namelijk op de tweede
dag van de reis het leven aan een
zoon. Moeder en zoon maken het yjt-
stekend. seinde de .Waterman"
Maandagmorgen.
70.000 GEPENSIONNEERDEN.
In oorlogstijd werd uit menslievende overwegingen
onbeperkt personeel aangenomen.
(Van onze corresppndent).
BRUSSEL, Juli Er zou haast een litanie te zingen zijn op het lot
van (1e Belgische Spoorwegen. Zo in de zin van „Wie zal dat betalen,
zoete lieve Gerritje?" Waarbij Gerritje beurtelings de Staat en de Na
tionale Spoorwegmaatschappij is. Het gaat deze Maatschappij al lang
niet naar den vleze en de oorzaak ervan is niet te vinden in de hoge
kosten, die de gewone exploitatie der Belgische Spoorwegen vraagt,
maar in een zeer bijzondere uitgave, waarvoor zij zich zien gesteld.
Een donker punt voor de Spoorwegen vormen de pensioenen. Het aan
tal gepensionneerden gaat elke verbeelding te boven: méér dan 70.000
bij een effectieve personeelssterkte van 116.000 man. Er bestaat geen
enkele onderneming in de wereld, die een dergelijke financiële last zou
kunnen dragen.
Als men vraagt hoe deze toestand
is ontstaan, moet men teruggaan
naar de jaren vóór de oorlog. In
1926 nam de Maatschappij 't spoor
wegnet van de Staat over, die het
tot dat tijdstip beheerd had. In die
dageil was er bij de Maatschappij
een teveel aan personeel. Men re
kende uit, dat minstens 35.000 man
konden afvloeien. De grote vraag
was, hoe men dit zou doen. Hen
eenvoudig op straat zetten ging niet.
Met overplaatsing zou ook niets te
bereiken zijn. Toen kwam men op
de gedachte, die toenmaals als de
verstandigste werd aangezien, om
't pensionneren van de ambtenaren
te bespoedigen. De pensioengerech
tigde leeftijd werd verschoven naar
de 55-jarige en 60-jarige leeftijd; 55
jaar voor machinisten, locomotief-
voerders en conducteurs en 60 jaar
voor andere beambten. Dit besluit
leek heel verstandig, want het kost
minder om een pensioengeld te be
talen dan een traktement voor een
werker, die in werkelijkheid geen
werk verzet.
Nu komt echter de ellende van
het geval, een ellende die des te
32. Jimmy en kapitein Toontje behoefden er
niet lang over te piekeren, waar zy Siem Soep
moesten laten. Zy pakten hem met z'n tweeën
beet en droegen hem langs de stenen wenteltrap
naar beneden. Daar ontgrendelde Jimmy het hole
waar zy Bouk Bitter, de waard, een paar uur ge
leden reeds hadden ingesmeten. Zij grepen de
scheepskok ieder by' een arm en een been en jo
nasten hem op die manier naar binnen. Siem Soep
kwam op de schoot 'cerecht van de herbergier,
die juist bezig was een tikje bij te komen en die
er niet weinig van schrok dat hij er op deze
bruuske manier een lotgenoot bij kreeg. „Siem,
wat is cr met jou gebeurd?" Maar de kok gaf
geen antwoord. Hij had voorlopig zyn bekomst
van de klap, waarop kapitein Toontje hem
had getracteerd. Jimmy sloot de deur goed af en
samen met kapitein Toontje klom hij naar boven.
Nog voordat zij de gelagkamer weer hadden be
reikt, vernam Jimmy daar enig geruchtHij
beduidde kapitein Toontje dat h9 hoorde
Op de tenen slopen zij naderbijDe buitendeur
stond open en midden in het vertrek stonden de
twee kerels, die Jimmy met zijn taxi naar deze
herberg had moeten brengen. Zij waren echter
niet alleen, want tussen hen in hing meer dan
hij stond een derde persoon. Hf droeg een prach
tig blauw uniform vol met goudgallon en had een
schitterende pet op met een brede gouden band
er omheen. Óp het eerste gezicht leek het wel
een admiraal.
tragischer is, omdat zij het gevolg
is van een in zichzelf mooie daad
van de Spoorwegen in de oorlogs
jaren. Toen in die tijd de ene de
portatie van jonge Belgen op de an
dere volgde, nam de Spoorwegmaat
schappij niet minder dan 30.000
mannelijke krachten in dienst met
de bedoeling om ze voor het lot der
deportatie te bewaren. Men kan de
edele bedoeling hiervan waarderen
en toch zeggen, dat van te voren
uit te rekenen was, dat dit op mi
sère moest uitlopen. Wat ook ge
schied is. Want al waren deze
krachten „tijdelijk" aangenomen en
al was het de bedoeling dat zij la
ter weer zouden afvloeien, mense
lijke overwegingen speelden na de
oorlog een grote rol; en zo werden
niet slechts deze 30.000 mannen
aangehouden, maar de toenmalige
Rongvaux stelde nog 20.000 nieuwe
werkkrachten méér aan.
70.000 GEPENSIONNEERDEN.
Bovendien gingen tallozen in die
dagen met pensioen uit hoofde van
vroegtijdige invaliditeit, wat een
aanzienlijke verhoging van het aan
tal gepensionneerden ten gevolge
had. Neemt men hierbij nog in aan
merking, dat de mensen tegenwoor
dig langer leven, dan staat men er
niet versteld van, dat de Spoorweg
maatschappij in België op het ogen
blik tot haar last heeft een aantal
van 70.000 gepensionneerden, die in
1951 2.515 millioen francs gekost
hebben. Voor 1952 heeft men een
bedrag van 2.650 millioen berekend.
Men kan werkelijk spreken van
een afgrond, waarin de Belgische
Spoorwegen staren. Wat moet men
beginnen? En wie zal het woord
spreken, dat uitkomst brengt. De
grote moeilijkheid ligt bij de zoge
naamde Paritaire Commissie, die
alleen het recht heeft de statuten
van de Belgische Spoorwegen te
wyzigen, maar tot hiertoe pertinent
geweigerd heeft dit te doen. Het
enige wat nog geprobeerd zou kun
nen worden, is dat de minister een
wetsvoorstel bij het parlement in
dient, om de statuten te wijzigen.
Men neigt op het ogenblik tot de ge
dachte dat de minister van Ver
voer voor zulk een stap niet zal te
rugdeinzen. Slechts op deze manier
zou een eind gemaakt kunnen wor
den aan veel zorgen van een Maat
schappij, die misschien in de oor
logsjaren niet altijd zakelijk genoeg
gehandeld heeft, maar tot welker
eer men zal moeten zeggen dat zij
een menslievende daad uit vader-
landsliefde verrichtte, een daad, die
haar veel gekost heeft en op het
ogenblik met ondergang bedreigt.
(Nadruk verboden).