Les Paul en Mary Ford komen
naar Nederland
WERKLOOSHEIDSBESTRIJDING
DRINGEND NOODZAKELIJK
We maken een
schemerlampje
i
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DINSDAG 5 AUGUSTUS 1952
Verzamelaar.
De magere jongen, die zijn hoofd
tussen de schouders had gestoken als
een slaperige eend, maakte op mij
althans nu niet bepaald de indruk
gerekend te moeten worden tot de
klasse der super-denkers. Ik zou er
bepaald van hebben opgekeken als hij
bijvoorbeeld Klaas Einstein zou heb
ben geheten, maar die schok bleef ons
bespaard, want hij werd afgeroepen
als Teunis Waterneef, van beroep ma
gazijnbediende en ter wereld gekomen
omstreeks de kuikentjestijd van het
jaar 1931.
Hij was een vreemde jongen. Hy
droeg een wazig-blauw truitje met een
opstaand boordje en een rits van ach
teren. Dat was nogal uitzonderlijk.
Maar zijn manier van doen was toch
nog vreemder dan zijn uniform: hij
staarde onophoudelijk naar de veters
zijner schoenen en keek slechts dan,
als de rechter extra-luid tot hem
sprak, een ogenblik verbluft naar het
groene laken. Direct daarna daalde
het gezicht weer met een ruk omlaag
en iedere keer als het zakte gaf de
jongen een vreemd hikje, als verslikte
hij zich in een dwarse pruimepit.
Deze jongen had gestolen en hy
had de administratie van een maga
zijn vervalst op originele wijze. Hy
had geen verkeerde cijfers van inko
mende en uitgaande goederen neerge
schreven. hij had alleen maar ver
keerd afgetrokken en opgeteld. Het
eindresultaat was zo, dat er in de pa
pieren geen tekorten ontstonden, maar
het gat in de voorraad was niet meer
met drie cijfers te omvamen.
Ik heb het ruwweg geschat op
'n vijftienhonderd gulden, zei een me
neer met een gouden bril en toen
vertelde de rechter even, wat hij dacht
van de controle in het bedrijf. Want
de jongen had zijn goocheltrucs be
oefend gedurende een tijdperk van
bijna twee jaar en als hij niet zo
oprecht bekend had zou de gemoede
lijke meerderheid onzer burgerij hem
gewoon voor een slecht rekenhoofd
hebben versleten.
Wat hebt u met het geld gedaan
dat de goederen opbrachten? wilde de
rechter weten.
Voor postzegels, meneer, zei de
jongen zachtjes.
Had u zoveel te corresponderen?,
vroeg de rechter met verbaasd opge
trokken wenkbrauwen. Maar de jon
gen verhief ziin hoofd met een schril
hikje en fluisterde: Voor me album.
Er was aan deze verzamelzot nogal
heel wat gepsychologiseerd, want de
rechter had vele folio-vellen in een
rose omslag en de advocaat, die bijzon
der verstandige dingen zei over het
handwerk der- opvoeding, verwees
naar dat rapport met een galm van
ontzag.
En omdat het boekdeel nogal on
duidelijk was in de groepering der
neurosen werd de zaak verschoven
naar een latere datum. Men zal nog
wat verder speuren in het hoofd van
Teunis Waterneef. Met wie ik, eerlijk
gezegd, een onbestemd soort medelij
den heb.
En wie dat slap vindt, omdat hij zelf
zo stevig in zijn fatsoenlijk gepoetste
schoenen staat, hij zie maar toe dat
geen van zijn kinderen vallei
25.000 viel op lot 15355
In de 516e staatsloterij, vijfde klas
se, negende lijst is heden de f 25.000
gevallen op lot no. 15355.
GRAM OFOON-MILLlONNAiRS
Zij spelen en zingen met zichzelf,
(Van onze correspondent).
In de grootste van New York's bioscopen, de Paramount, is de afge
lopen weken de zaal vier keer per dag „afgebroken" tijdens het eerste
persoonlyk optreden van Amerika's nieuwste jazz-sensatie, Les Paul en
Mary Ford. Do artisten-ingang wordt 24 uur achtereen belegerd door
handtekeningjagers, die, wadr zich ook een beroemdheid bevindt het
moge een onttfroonde monarch, een gekroonde bokskoning of de uitvinder
van een nieuw mechaniekje zijn als paddestoelen uit het niet opdoe
men-
Les Paul en zijn vrouw. Mary Ford,
hebben in hun carrière vrijwel iedere
emotie meegemaakt die zowel ge
en onttroonde koningen als uitvin
ders kennen. Les is een phenomenaal
guitarist en was dit al vele jaren
voor een sterveling nog ooit van hem
had gehoord.
„Mijn geluk begon pas ten goede te
keren", vertelde hij ons, toen wij in
door ROBERT KIEK
zjjn kleedkamer in de Paramount een
praatje met het artistenechtpaar
kwamen maken, „toen ik in 1946 een
bar auto-ongeluk kreeg in de sneeuw,
waarvan een twee jaar lang verblijf
in het ziekenhuis het gevolg was".
Op dat ogenblik was Les zich uiter
aard nauwelijks bewust van de goede
fortuin, die voor hem in het vat zat.
In 1948 werd hij uit het ziekenhuis
ontslagen. „Maar mijn arm was nog
loodzwaar. Om een klein baantje, als
conferencier en guitarist in een be
scheiden cabaret in Milwaukee te
kunnen houden, zocht ik naar een
partner. Liefst een, die het oog van
de klant zou strelen. Zo ontmoette ik
Mary. En nu ben ik misschien de al
lerbeste guitarist, die er in dit metier
op twee benen rondloopt maar Ma
ry is hét succes van de combinatie".
MULTIPLE RECORDING.
Les Paul was meer dan een voor
treffelijk guitarist; hy had boven
dien een talent voor uitvindingen. Een
daarvan was het systeem der z.g.
„multiple recording". Het was wel
eens eerder gedaan, erkent hij, maar
nimmer zó geraffineerd als hij het
toepaste. Eerst speelde hij de melo
die, die op een geluidsband werd vast
gelegd. Daarna werd de band afge
draaid en Les tokkelde er een „twee
de stem" bij. Het resultaat werd op
een nieuwe geluidsband vastgelegd.
En wanneer die voor een open micro
foon werd teruggespeeld stond Les
met zijn guitaar klaar om er een con-
trapuntisch effect aan toe te voe
gen, of door een nieuwe begeleidende
melodie, die soms, als rails op een
emplacement het bestaande refrein
feheel doorkruiste of het nieuwe
iepte verleende. Er bestaat geen li
miet voor een dergelijke geluidsopna
me. En één man met één guitaar
kan het effect veroorzaken van een
volledig orkest.
Op soortgelijke wyze zong Mary
een quartet of quintet met zichzelf.
Hefe resultaat: een sensatie, die ver-
Les Paul en Mary Ford, die het in Amerika door hun gramofoon-
platcn tot multi- millionnairs brachten.
leden jaar met hun opname van „How
high the moon" begon en nu nog da
gelijks crescendo gaat. De schlager
van het ogenblik is hun versie van
„Tiger Rag", waarin Mary halverwe
ge het refrein de wilde kat tracht te
lokken met een onnavolgbaar „kom
dan, poesje".
Wij vroegen haar of zy deze schla
ger al voor de tijgerkooi van de die
rentuin had gelanceerd. „Pieker er
niet over", antwoordde zij prompt;
„stel je voor dat het beest zich inder
daad van de knellende tralies wil be
vrijden!"
OOK NAAR HOLLAND.
Les en Mary zijn nu multi-million-
nairs althans voorzover het ver
kochte grainofoonplaten betreft:
meer dan 8 millioen! Deze zomer
hebben zy besloten genoegen te ne
men met het succes, dat zy in de af
gelopen jaren geoogst hebben. Een
reis naar Engeland staat op het pro
gramma met concerten in Londen,
Glasgow en elders. „Daarna hopen wij
stiekum vyf dagen er tussen uit te
kunnen gaan en vacantie te nemen
op het vasteland van Europa Pa
rijs zien en Holland. Dan hebben wij
weer voldoende inspiratie opgedaan
om verder te kunnen werken".
Wij nemen afscheid van de Koning
en Koningin van de commerciële gra_
mofoonplaat. Het waarschuwings-
licht om de spiegel flitst aan en uit.
Over drie minuten moeten Les en
Mary „op" en zal er een nieuwe aan
slag gepleegd worden op de muren
van de Paramount.
EEN NIET GERINGE TAAK.
Een nieuwe regering zal zich hiermede
ernstig hebben bezig te houden.
De regering, die in 1945, dus direct na de Duitse bezetting, optrad, had
als punt één op haar programma het HERSTEL van ons volkomen uitge
plunderde land. Belangrykc delen van ons land waren onder water gezet,
machines en werktuigen geroofd en voor zoverre dat niet het geval was
ernstig versleten. De noodzakelijke voorraden aan grondstoffen en levens
middelen waren verdwenen.
Het tekort op de landsbeg roting, inclusief dat van het Landbouw-egalisa-
tiefonds, was tot boven de drie milliard gestegen.
De toestand scheen hopeloos, maar achteraf kunnen wij gelukkig zeggen:
Wij hebben liet gered.
HET BANKBILJET VAN 25,—, DAT ONGELDIG WORDT
In 1949 kwam eindelijk land in
zicht. Maar de gebeurtenissen in Ko
rea dreven de prijzen, die wij voor
onze invoer moeten betalen, zo hoog
op, dat de bodem van onze deviezen
pot angstwekkend zichtbaar werd.
Andermaal stond ons land voor een
gevaarlijke situatie. De in Maart '51
optredende regering moest als punt
één op de agenda zettenHerstel van
het betalingsevenwicht door mindere
consumptie, mindere investering en
vergroting van de uitvoer.
De ontwikkeling van onze beta
lingsbalans en van onze uitvoer spe
ciaal in het tweede halfjaar 1951 en
het eerste van 1952 heeft bewezen,
dat ook dat doel werd bereikt.
Weer moet een nieuwe regering
gevormd worden en weer zal men
zich moeten afvragen, wat thans als
punt één vermeld dient te worden.
Als wij het juist zien, dna zal thnas
de bestrijding van een voortgaande
werkloosheid de voornaamste taak
zyn, maar dat behoeft ons niet te
doen wanhopen, want ook de hiervóór
f enoemde taken waren niet gering en
och werden zy met goed gevolg vol
bracht.
In 1938 bewoog zich het werklozen-
cijfer tussen de 300.000 en 400.000. In
1948 was het daarvan een tiende deel,
maar sedert 1948 is het weer lang
zaam aan het stijgen, met zo gemid
deld 17.000 per jaar. Voor een deel zal
dit zeker moeten worden toegeschre
ven aan .de toeneming van de bevol
king, met ongeveer 150.000 zielen of
circa 60 70.000 arbeidskrachten per
jaar. Hiervan werd het grootste ge
deelte door het bedrijfsleven opgeno
men, maai' er was toch enige achter
stand in het ontstaan van „arbeids
plaatsen".
Sedert het najaar van 1951 is er
evenwel 'n wijziging ten ongunste in
getreden. Het totaal aantal werklo
zen, dat in April 1951 81.600 bedroeg
was ki April 1952 136.700 of 55.000
hoger. Dit jaar voor het eerst sedert
de bevrijding is dus de toeneming- van
de werkgelegenheid belangrijk ten
achter gebleven bij de stijging van
het aantal arbeidskrachten. Vooral in
de bouwnijverheid, de metaal- en tex
tielbedrijven en in de landbouw nam
de werkloosheid toe.
Wel is de werkloosheid nog lang
niet zo groot als vóór de oorlog,
maar het feit, dat zij stijgend is houdt
een niet te miskennen waarschuwing
in. Bovendien verkeert Engeland,
waarheen wij veel exporteren, in ern
stige financiële moeilijkheden en ziet
het zich genoodzaakt zijn invoer, ook
uit ons land te beperken. Dit zal dus
weer een ongunstige invloed op de
werkgelegenheid in ons land hebben.
Wij nemen daarom aan, dat punt
één van het programma van de nieu
we regering het bestrijden van de
werkloosheid zal zijn. Een niet gerin
ge taak, maar een taak, die uit so
ciale, economische en politieke over
wegingen eveneens tot een goed ein
de zal moeten worden gebracht.
drs. W. J. van de Woestyne.
(Nadruk verboden).
LEZERS SCHRIJVEN...
(Opname van Ingezonden stukken bete
kent niet, dat de redactie met de inhoud
instemt. Plaatsing geschiedt buiten ver
antwoordelijkheid der redactie. De redac
tie behoudt zich het recht voor Ingezon
den stukken te bekorten, of plaatsing te
weigeren. Over deze rubriek wordt geen
correspondentie gevoerd. Stukken, waar
van naam en adres van Inzender onbe
kend zijn. worden niet opgenomen. Niet
geplaatste stukken worden niet terugge
zonden).
DE MARKT TE AXEL.
Naai' aanleiding van uw bericht in
uw blad van Dinsdag 29-7-1952 waar
in U schrijft „Veel belangstelling
voor de weekmarkt te Axel", deel ik
U het volgende mede.
De belangstelling is niet groter dan
anders, maar de kooplieden, die ge
plaatst stonden tot aan de hoek
KerkdreefStationsstraat, zyn ver
jaagd van het andere gedeelte. Deze
kooplui bezoeken al geruime tijd de
markt, doch enige winkeliers hebben
gezorgd dat er enkele naar een an
der gedeelte moesten verhuizen. Of
die winkeliers meer verkocht heb
ben? Neen, want na afloop van de
markt verklaarde een der winkeliers
niets meer verkocht te hebben!
Een marktkoopman.
Op de eerste plaats heb
je hiervoor nodig een flesje
of een pulletje van ongeveer
10 cm. hoog. Zoek maar eens
goed, misschien kun je een
leuk model vinden. Her
liefst met een brede voet
dan staat het lampje stevi
ger.
Zo, nu neem je een plaatje
triplex en zet daar met een
passer een cirkel op met een
doorsnede van 24% cm. en
vervolgens teken je figuur B
daarop over. Je zult je af
vragen hoe groot de binnen
ste cirkel moet worden. Ja.
dat hangt af van het öesje
of kruikje dat jullie hebben
gevonden. De binnenste cir
kel moet namelijk precies
om de hals kunnen sluiten,
jullie moeten daar dus zelf
de maat van nemen. Nu
zaag je het triplex uit.
Vervolgens heb je een
stukje lampekap-perkament
nodig. Zoek zelf maar een
leuke kleur uit. Hierop te
ken je een cirkel van 32 cm.
doorsnede. Deze cirkel ver
deel je precies in vier vak
ken en zet dan in het mid
den nog een cirkel van 10
cm. doorsnede. Kyk maar
goed naar tekening A. Een
vierde van de cirkel valt nu
af. Op de rest teken je de
gaatjes en knip je alles keu
rig uit. Met raffia ryg je nu
eerst het kapje vast. daarna
schuur je het triplex goed
glad en ryg je vervolgens
de kap op het triplex. Eigen
lijk is je lampje nu klaar.
Je kunt in de opening van
het flesje een kaarsje ste
ken. En als je oudere broer
misschien een handje wil
helpen kan er zelfs elec-
trisch licht in gemaakt wor
den. Denk er om dat je de
kaars alleen aansteekt oJs
vader of moeder er by zyn.
Veel succes hoor.
ribuufL -ft-
poogsNeoe 52-C.n ^y" (WA
L^Uf
F16UOC? 3
Oooespteoe 24 ^cn
GRIESMEELPAP
Kees was best een aardi
ge jongen, daar niet van, hy
was netjes, beleefd, haalde
af en toe eens kattekwaad
uit, deed elke dag een goede
daad en leerde vlijtig. Maar
er was één ding waar Kees
absoluut niet mee overweg
kon en dat was met... gries
meelpap. Goeie grutten, wat
had die Kees daar een hekel
aan. Hij at liever niets, dan
griesmeelpap en als hij
thuiskwam en het bekende
luchtje hing in de keuken
dan schoot z(jn gezicht di
rect op half elf. Kees kreeg
vacantie en zou gaan loge
ren by oom Daan en tante
An in Drente. Ja. hy had er
best zin in maaroh, die
griesmeelpap. Stel je voor
dat hij het déér te eten
kreeg. Hij moest het voor
zijn fatsoen wel met een
vrolijk gezicht naar binnen
werken en net doen alsof hij
het lekker vond. De koude
rillingen liepen Kees bij die
gedachte over zijn rug. Maar
goed, hij werd door moeder
naar de trein gebracht en
de zelfde avond nog zat de
jongen in het gezellige huis
van oom Daan en tante Ar
in Drente.
De eerste dag ging het
goed, Kees vermaakte zich
voor tien. De tweede dag
ging hij een grote wande
ling maken met Oom Daan
en op de terugweg besloot
de jongen om aan de span
ning een eind te maken.
„Wat eten we vanavond.
Oom?", vroeg hij ineens.
Ooms ogen begonnen vrolijk
te tintelen „Goeie kost. heb
ik gehoord!", zei hij „echt
iets waar je je buik aan dik
kunt eten na zo'n lange
wandeling!" „Wat is dat
dan?", probeerde Kees voor
de tweede maal, terwijl hy
schijnbaar onverschillig keek
„Dat kan ik je niet zeggen!"
lachte oom. „Ik wil wel los
laten dat er een heleboel
volle melk in gaat... jonge,
jonge, wat zul jij smullen!"
Het was of Kees de grond
onder zich voelde wegzak
ken. „Oh!", zei hij, meer
niet, maar binnensmonds
vervolgde hy als het
maar geen griesmeelpap is...
als 't maar geen griesmeel
pap is
Het was WEL griesmeel
pap. Kees rook het al toen
hy voorby het keukenraam
kwam en een kwartier later
zat hij aan tafel tegen een
eindeloos gxpot bord aan te
kijken. „Heerlijk!", riep
Oom en had direct zyn bord
leeg. „Heerlijk!", riep ook
Kees terwijl hij ongemerkt
zijn neus optrek en jaloerse
blikken wierp naar het lege
bord van oom. „De poes
krijgt ook wat!", zei tante
en deed wat pap op een
schoteltje. „Eet toch wat
door. ventje!", maande ze
vervolgens Kees. „Het is
toch zo lekker!" „Ja tan
te!", lachte Kees zoetzuur
stopte een lepel griesmeel
pap in zijn mond en begon
er wild op te kouwen, hoe
wel er niets te kouwen viel.
Daar ging de bel. „Hé!",
zuchtte oom. „Wie belt er nu
onder het eten...!" Tante
ging kijken en kwam even
later terug en oom Daan
op te halen en zo zat de
jongen alleen aan tafel.
„Miauw!", klonk het. Kees
keek naar de poes, die zijn
schoteltje leeg had en nu
met twee pootjes tegen zijn
stoel opstond. Hij kreeg een
plan. Zette het bord pap op
zijn schoot en liet de poes
heerlijk smikkelen. „Toe
maar. eet zoveel je lust...!",
vuurde hij het beest aan.
„Hoe meer je eet hoe liever
het me isMaar de kat
liet zich spoedig, zo rond als
een ton, op de grond zakken,
en toen zut Kees nóg met
een half bord. Schuchter
keek hij om zich heen, pakte
plots de deksel van de pap
pan en schepte daar zyn
bord in leeg.
Nu kon Kees weer lachen.
Hy hielp tante en oom
Daan de vaat r.aar de keu
ken brengen en zou juist de
deur uitgaan om nog wat te
gaan spelen toen hij tante
in de keuken hoorde roe
pen: „Gunstik dacht
dat de pap op was.moet
je nog een beetje. Kees?"
„Dank U wel tante, eent
niet!", schalde Kees door de
gang en rende holder de
bolder het huis uit.
Het heeft drie dagen
geregend,
Maar nu breekt
de zon weer door,
,jHal", roept Miesje,
„dat gaat beter,
Ik ga fijn wat
wand'len hoor!"
Mies gaat dus een
stukje lopen,
In het mooie zomerweer.
En de leuke jurk van
zijde
Draagt ze voor de
eerste keer.
Daar stapt Miesje al
naar buiten
Zie haar maar de deur
uit gaan
Op de weg zijn
grote plassen
En.... daar komt
een auto aan!
.pions!", daar rijdt die
nare auto
Héél hard door de
modder„Flop/"
En het vieze,
bruine water,
Spuit hoog tegen
't muisje op....
„Hu!", huilt Miesje,
„Hu, wat zonde.,,*
Hé.él mijn jurk is
naar de maan..,*
Gisteren heb ik hem
gekocht pas,...
Nu kan ik hem nooit
meer aan!"