c
Vlissinger werd „buitenbeentje"
in het uitgeversvak
<_^peelse
Een gebed in steen en glas
3
De
muze
JEAN GIRADOUX' "0NDINE":
VERRUKKELIJKE BELEVENIS
6
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 7 JULI 1952
EIGEN VOORKEUR NO. 1.
Van Oorschot: dynamische figuur
in de literaire wereld
(Van een eigen redacteur)
EN VERVELEND VERLIEP enige maanden geleden een Utterah
debat in de Haagse Pulchrl.studio lussen een uitgever en een schrijver
over de vraag, of „uitgevers van letterkundige tijdschriften censurerend
mogen optreden". Zo weinig flitsend en brülant was de discussie, zo vol
vaagheden en gemeenplaatsen, dat de aandacht van de talrijke belang
stellenden zienderogen begon te tanen. Tot uitgever Van Oorschot door
een misverstand te laat d,e zaal betrad. En wég was de geeuw-stem-
ming by het publiek en verdwenen de huisvaderlijke toon van het debat:
breed en vierkant stond daar deze Amsterdamse Zeeuw en hield zoals
een opponent het later noemde een „verbijsterende tydrede", waarin
hy fel van leer trok tegen de censuur in welke vorm ook. Zijn bezielende
en soms forse woorden werkten als een krachtige windstoot op een lome
zomernamiddag, waardoor de discussie relief en zwier kreeg en de toe
hoorders geboeid en gespannen luisterden. Pas tegen middernacht toog
men huiswaarts
tussen de moedige vooruitstrevenden
en de gezapige achteraankomers, een
- kalme plaats in het mid.
Deze korte geschiedenis is eigen
lijk al voldoende om de markante fi
guur van de uit Vlissingen afkomsti-
fe Van Oorschot te tekenen. Zo is
ij: overtuigend en dynamisch. Wils
krachtig en idealistisch. Gebruik dit
laatste woord echter niet in een ge
sprek met hem, want dan volgt een
geringschattend gemompel: „Idealis
me? Een versleten cliché. Zeg je
niets meer mee!" By hem komt het
meer aan op de da&d en daarvan
heeft het Nederlandse culturele le
ven reeds meermalen geprofiteerd.
Niet de vraag: „Wat wil het grote
publiek lezen?" is namelyk be
slissend voor de samenstelling van
ziln fonds, maar de voorkeur van de
uitgever-zelf. Die voorkeur is werke
lijk niet alledaags, doch gericht op
goede literatuur en goede poëzie en
vooral ook op de trefpunten van po
litiek en cultuur, de plaatsen, waar de
kunst de maatschappij raakt en waar
het boek een grote sociale functie
kan vervullen,
MOEILIJKE TAAK
Uiterst moeilijk is het echter om
een uitgeverij geheel in dienst van
deze interessen te stellen, want een
man die boeken op de markt brengt
heeft met enkele kei-harde reaütei
ten te maken, zoals een banksaldo
en een kaspositie. In het boekenvak
betekent dit maar al te dikwijls
dat er grondig rekening gehouden
moet worden met de publieke
smaak. Willy Corsari wordt nu een
maal meer gelezen dan Menno ter
Braak, en Ciske de Rat is bij het
grootste deel van het Nederlands pu
bliek populairder dan de kleine Jo
hannes
Onvermoeid echter speurt de scherp
zinnige Van Oorschot naar wegen,
die leiden naar de combinatie van
„eigen voorkeur" met bet „goede
koopmanschap" en reeds vele malen
Is hy er in geslaagd deze moeilijke
route te ontdekken. Daardoor is hij
een buitenbeentje geworden in de
Nederlandse uitgeverswereld, die op-
merkelijke „elite-boeken" uitgeeft en
over wie collega's wel eens lichtelijk
verbaasd het hoofd schudden: „Snap
jy nou, dat die Van Oorschot nooit
failliet gaat?"
„Maar men weet het antwoord op
die vraag dikwijls te vinden", vertel
de ons het „buitenbeentje" in een
vraaggesprek en er klonk een vleug
je vermaak in zijn zware basstem:
„Ik heb een rijke vrouw getrouwd,
zeggen sommigen, en anderen weten
te vertellen, dat mijn politieke vriend
de Kadt me zo nu en dan eens wat
toestopt
De werkeiykheid is minder inge.
wikkeld: een onbuigzaam karakter,
dat by tijd en wijle kans ziet een
luchtkasteel uit de zwevende wolken
naar beneden te halen om het stevig
neer te planten op Nederlandse bo-
dem.
HET BEGIN
Hoe is Van Oorschot eigenlijk in
het uitgeversvak gekomen?
Er kwam niet direct een antwoord
op deze vraag. Sigarenrook kringel
de door het ruime werkvertrek waar
lange ryen boeken de wanden bedek
ken. Tja, hoe in het vak ge
komen?"
Zo'n vraag wekt herinneringen op
en doet denken aan jaren, die al zo
lang voorby schijnenHet bescheid
liet echter niet lang op zich wachten
en het bleek een boeiend relaas te
worden van een man, die altijd met
zijn neus boven op de boeken zat en
die eenvoudig niet zonder zou kun
nen leven In zijn jonge jaren gaf
hij politieke brochures uit („Ik had
er plezier in, want het waren dingen,
waarvoor je warm liep"), tot hy
met Stols uit Maastricht in aanra
king kwam. zo om en bij '34, de da
gen waarin deze uitgever nog tot de
avant-garde behoorde. By hem leer
de Van Oorschot een groot deel van
het vak om daarna naar Em. Queri-
do te gaan in Amsterdam: „Een ras
uitgever, zoals je er maar weinig te
genkomt"
Met enkele woorden typeerde de
man tegenover ons de positie van
Querido in de litteraire wereld, ergens
fyne neus voor datgene wat „men'
wilde, revolutionnaire dingen doen,
hy vertoonde zich pas als de dei
ning was weggeëbd en de rust weer.
gekeerd. Dan presenteerde hij wat
na de „litteraire ongeregeldheden"
goed was gebleken.
Bij Querido werd Van Oorschot in
de leiding opgenomen en in deze
functie maakte hij de bewogen oor
logsdagen mee, waarbij het er op
aankwam de Joodse firma veilig dooi
de bezetting te loodsen. Het waren
bewogen dagen, maar de opzet luk.
te.
ZELF PROBEREN
Na de bevrijding ging hij het zelf
proberen. De uitgeverij-Van Oor
schot werd gesticht en zy verzorg
de de werken van de betreurde
Menno ter Braak, van Multatuli, van
Leopold, om slechts enkelen te noe
men. Nu staat Jacob Israël de Haan
op het programma, evenals de ver.
zamelde werken van Couperus, die
op initiatief van Van Oorschot door
hem en zes collega's verzorgd zul
len worden.
RAS-UITGEVER
„Een ras-uitgever." Deze qualifi-
catie geldt niet alleen voor Querido.
maar ook voor zyn leerling, zij het
dan in ander opzicht. Dat blijkt uit
het antwoord op de laatste vraag in
dit interview. „Wanneer U aan uw
eigen Voorkeur geen kans meer kunt
geven, omdat zy onverkoopbaar blijkt,
wat dan?"
En onmiddellyk klonk het: „Als het
Nederlandse intellectuele publiek
dat zijn de mensen met. een eigen
denkkracht, of ze nu ingenieur, dok-
Musici contra critici.
De leden van het philharmonisch
orkest van Graz hebben hun misnoe
gen tegen de plaatselijke muziekre
censenten geuit door te weigeren te
spelen, zolang de critici zich in de
zaal bevonden. Volgens de musici
hebben de recensenten door ongun
stige critieken gemaakt, dat de kans
op inwilliging van hun looneisen ver
minderd is.
Toen dirigent Karl Randolf het te
ken gaf het concert te beginnen,
kwam er geen geluid uit het orkest
Eerst na lange besprekingen ver
klaarden de musici zich bereid ter
wille van de violiste Hedi Gigier het
vioolconcert van Mendelssohn te spe
len. op voorwaarde echter, dat hierna
alle recensenten de zaal zouden ver
laten. Na het vioolconcert vertrokken
de critici en bloc.
zeker© en 1
den. Nooit zou Querido,
met zijn
Haags seizoen 19521953
Concertgebouw-orkest.
Verschenen is het prospectus voor
de in Den Haag gedurende het sei
zoen 19521953 door het Concert,
gebouworkest uit te voeren concer
ten. De plannen voor dit seizoen zijn,
ingevolge een opdracht van de com
missie van vier tot voorbereiding
van de nieuwe status van het Con
certgebouworkest, ontworpen door
mr. G. Wandré, in voortdurend over
leg met de vaste dirigenten van het
orkest (Eduard van Beinum, Rafael
Kubelik, Pierre Monteux, Josef
Krips, Ferenc Fricsay). De commis
sie van vier heeft aan de plannen,
neergelegd in het prospectus, haar
goedkeuring gehecht.
Op de 10 abonnementsconcerten
(Zaterdagavonden tussen 18 Octo
ber 1952 en 14 Maart 1953) treden
als solisten op: Myra Hess (piano),
Peter Pears (zang), Janine Reding
en Henri Piette (piano)r Elsa Ca-
velli (alt) en Lorenz Fehenberger
(tenor), Johanna Martzy (viool),
Rudolf Firkusny (piano), André Na-
varra (violoncel), Jan Damen (vi
ool), Leon Fleisher (piano), Theo
van der Pas (piano).
ter of arbeider zyn my daartoe
niet meer in staat stelt, schei ik er
mee uit! Dan word ik vertegenwoor
diger van een sigarenfabriek of van
een jeneverstokerij".
Aldus Geert van Oorschot, uitgever
binnen Amsterdam. Een man, wiens
portret niet met sierlyke, minutieuze
pennelijntjes moet worden getekend,
doch met de forse streken van een
breed penseel. Een man ook, by wie
nog iets over is van de opvatting die
Jan Greshof tientallen jaren geleden
eens in een gedicht uitte, dat korte
lings geciteerd werd in het Salaman
der-jubileumgidsje:
„Boven 't hysterisch hygen der
profeten,
Van wereldmeesters en steriele
aestheten,
Kies ik de man, die barst-an-
bonkies zegt!"
G. van Oorschot
ras-uitgever
SPREEUWEN
Het was een zwerm van duizend spreeuwen,
Ze vlogen, zogezegd, als leeuwen!
Ze raasden als een trein voorbij,
Ik dacht: was ik daar óók eens bij.
Ze raasden langs me als een trein.
Ik dacht: wat moet dat zalig zijn,
Zo met met z'n allen vóórt te gieren.
Wat zijn die spreeuwen felle dieren.
Dat race't en zwenkt en draait en keert
En spreidt zich wijd en concentreert.
Waar hebben ze die kunst geleerd
Wat is dat schoon geëxerceerd!
Wat gaat dat roekeloos en fel,
Wat is dat een opwindend spel!
Maar toen begon een uil te sakkeren:
Ik vind 't een onverantwoord jakkeren.
Ik noem het nutteloze larie.
Ik noem het zuivere bombarie.
Die bende doet, alsof ze was vergeten,
In welke boom ze gister was gezeten.
Straks strijken ze daac.toch.weer.neeiu.
Zo gaat het elke avond weer.
Ik kan het nut er niet van zien.
Daarvoor beu ik te wijs misschien.
Ik zei: dat is nu juist het fijn' ervan;
Hier is precies nix nuttigs an.
Dit is 't moment van abondantie,
Die spreeuwen houden spreeuw-vacantie
Ze maken radicaal klarantie.
Hier past ons m.i. tolerantie.
De uil keek om O, zei ze, een mens,
Jij bent van *t species ludens.
Als 'k jou was, zwéég 'k van spelen maar.
Jij speelde een atoombom klaar,
Ik ga op jacht, daar loopt een muis.
Toen viel de nacht. Ik ging naar huis
JORINGEL.
PLANKEN-PROMENADE.
Geslaagd aandeel van Haagse Comedie
in toneelgebeuren van Holland Festival.
(Van onze speciale correspondent)
Met het fantasieryke spel „Ondine" van de Fransman Jean Giradoux
heeft de Haagse Comedie in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage
haar, uitnemend geslaagde, aandeel geleverd in het toneelgebeuren van
het Holland Festival. Met Heieen Pimentel in de hoofdrol en Paul Steen
bergen als de aan de waternimf ontrouw wordende man, werd het onder
regie van G'ees Laseur een opvoering, die volkomen de geest ademde, zoals
de schryver die bedoeld moet hebben: speels, maar met een onmiskenbare
ondertoon van bezinning.
nering, naar haar rijk terugkeert,
moet de ontrouwe ridder sterven.
Giradoux is er in geslaagd dit on
werkelijke gegeven voor ons aanne-
melyk te maken; men ondergaat het
als een droom, die ge droomt met
wyd open ogen en oren en het ls een
vernikkel yke belevenis om zich door
Giradoux' fantasie te laten meevoe
ren.
Jean Giradoux schreef dit sprookjes-
sepl met gebruikmaking van motie
ven uit de vertelling „Undine" van
de Duitse auteur Friedrich de la Mot
te Fouqué, waarby hij zich de nodige
dichterlijke in casu „toneel-vrij.
heden" veroroloofde, die het ver
haal als toneelstuk ongetwyfeld aan
kracht deden winnen. Het uitgangs
punt bleef gehandhaafd: een wezen
van een andere orde, dat zich onder
de mensen begeeft, kan zich daar niet
handhaven en moet ondergang
werkstelligen.
Dit wezen nu is de waternimf On
dine. Uit haar waterrijk begeeft zy
zich naar het aardryk, alwaar zich
een liefde ontwikkelt tussen haar en
de ridder Hans. Helaas; de man blijkt
ontrouw; hij huwt de vissersdochtf"
Bertha, die voordien leefde als c
pleegdochter van een vorst. De ver
bintenis mens-nimf moest tot ram
pen leiden en wanneer Ondine, ont
daan van haar vermogen tot herin-
Cor van der Lugt Melsert:
een leven lang toneel.
Cor van der Lugt Melsert, wiens
naam synoniem is aan toneel, is Vrij
dag 4 Juli 70 jaar geworden en er
zyn verscheidene jaren verstreken,
sinds liy als hoopvol gestemd be
ginneling in moest vallen als Ba
rend in Herman Heyermans' „Op
Hoop van Zegen"
Sindsdien ging het snel bergop
waarts en op 35-jarige leeftijd zag
hy zich benoemd tot directeur van
het Hofstadtoneel, dat naderhand ge
combineerd werd met een groep uit
Rotterdam.
Als leider van het Hofstadtoneel
vierde Cor van der Lugt Melsert
viermaal een lustrum en vele Ne
derlandse toneelschrijvers zagen hun
stukken bij dit gezelschap in stu
die genomen.
Na het overlijden van Willem Roy-
aards aanvaardde hij het directoraat
van de Stadsschouwburg te Amster
dam, doch deze taak werd hem in
de oorlogsjaren onuitvoerbaar ge
maakt en na de bevryding is hy er
niet teruggekeerd.
Zoals velen bekend zal zyn, dient
Cor van der Lugt Melsert thans het
toneel als recensent van een bekend
weekblad. In al de door hem vervul
de functies voorzover ge het ac
teur zijn een „functie" kunt noemen
zowel dus als acteur, als toneel
directeur en thans als recensent,
heeft Cor van der Lugt Melsert zich
voor het Nederlands toneel uitermate
verdienstelijk gemaakt endient
hij nog steeds!
Remarque werkt aan een
nieuw boek.
De bekende schrijver Erich Maria
Remarque werkt op het ogenblik aan
zyn zevende boek. dat speelt in Duits
land in de jaren 19431944. Over dit
nieuwe boek kon hij Zaterdag, toen hij
met de „Nieuw Amsterdam" uit New
York in ons land aankwam, niets ze*-
p;en. Want, zo luidde zyn mening, als
je de inhoud in 'n paar woorden kunt
leggen, dan behoef je geen dik boek
te schrijven. Zyn tweede reden om
niet over het nieuwe boek te praten,
baseerde Remarque op het bijgeloof,
volgens hetwelk een auteur, die over
het boek, waaraan hy bezig
spreekt, dit nooit zal voltooien.
OVATIE VOOR ONDINE.
Heieen Pimentel mocht aan het slot
van de opvoering een ovatie in ont
vangst nemen voor haar dan inder
daad ook betoverend spel als Ondine.
De zware rol het uitbeelden van
een onaardse verschijning heeft zy
op waarlyk unieke wijze vertolkt.
Paul Steenbergen was een koene,
kloeke en bovenal zeer menselijke
ridder; Cruys Voorbergh een koste-
lyke kamerheer en Bob van Leersum
met Gerard Hartkamp twee waardi
ge rechters. Ann Hasekamp wist een
imponerende vorsten-vissersdochter
te scheppen en tenslotte hebben ook
de overige leden der Haagse Comedie
met „Ondine" getoond wat zij vermo
gen. De voortreffelyke vertaling van
de dichter Werumeus Buning, de
sfeervolle muziek van Jurriaan An-
driessen en last but not least de zeer
knappe decors en costuums van Ni
co Wijnberg mogen zeker niet on
vermeld blijven.
Montmartre beklaagt zich.
De bewoners van Montmartre,
het centnim van het Parijse nacht
leven, hebben zich by de politie
beklaagd over het wangedrag van
buitenlandse bezoekers. De Dewo-
ners hebben een petitie ingediend
om maatregelen tegen nachtelijk ru
moer zoals dat veroorzaakt wordt
door „schunnige liederen die al te
luid in cabarets en op straat worden
gezongen, het luide kwaken en sna
teren van speelgoedbeesten, die aan
toeristen verkocht worden, het slaan
met autoportieren en claxonneren en
het lawaai van auto- en motor-knal-
potten".
Nieuwe ontwikkeling op het
gebied van de geluidsfilm.
Een Haagse technicus en zijn me
dewerkers zijn er in geslaagd een
nieuwe stoot te geven aan de ont
wikkeling van de geluidsfilm. De he
ren B. J. Peterson en H. Bussche uit
Den Haag en G. Veltman uit Tilburg
slaagden er in een magnetische toon-
strook op een film aan te brengen,
waardoor het bij voorbeeld voor
amateurs mogelijk zal zijn om hun
eigen muziek en commentaar op
filmpositieven vast te leggen. Nu
kunnen ook vertalingen rechtstreeks
op de filmband en niet langs een
kostbare omweg van nieuwe negatie
ven en geluidstudio's worden aange
bracht.
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Prof. F. v. d. Meer schreef monumentaal
werk over Kathedraal van Chartres
EEN VAN DE SCHOONSTE BOUWWERKEN, ooit door een bescha
ving tot stand gebracht, staat nog vrywel in volle glorie en luister op
het hoogste punt van het Franse stadje Chartres, een goede 80 km. ten
Z.W. van Parys. Het is de uit de 12de en 13de eeuw daterende kathedraal,
die thans algemeen wordt beschouwd als de vohnaakste gothische bis
schopskerk ter wereld. Terecht wordt hy wel eens vergeleken met dat
andere hoogste punt van architectonische volmaaktheid: het uit 440
voor Chr. daterende Parthenon te Athene, waarvan echter helaas niet
veel meer over is dan een indrukwekkende ruïne van goudbruine zuilen
die nog een deel van het dak schragen, en wat heerlijk beeldhouwwerk.
Het Parthenon en Chartres, het zyn de twee indrukwekkendste bouwkun
dige voortbrengselen van de mensheid uit de voorcliristeiyke en de
ohristelyke wereld.
Wie Chartres nadert door het lief
lijk golvende heuvelland van la
Beauce, ziet. al op meer dan 20 km.
afstand de blauwgryze ongelijke to
renvingers van de kathedraal naar
de hemel wijzen. Steeds duidelijker
door HANS WARREN
tekenen zy zich af, de hoogste toren
met zyn sierlrjk-flamboyante, uit
laakt-gothische tijd daterende bekro
ning en de kortere toren aan de
Zuidkant die opvalt door eenvoud en
die getuigt van een vrywel volmaakt
architectonisch vormbesef van zijn
ontwerper. Daar achter het hoog
boven de stad uitrijzende schip met
zyn zijbeuken en luchtbogen, alles
bekroond door een dof, te hoog, ko
pergroen dak, resultaat van een res
tauratie na een brand in de vorige
eeuw.
Wanneer men eindelijk op het plein
staat voor de monumentale Westeiy.
ke hoofdgevel, dan komt men nog
dieper onder de indruk van wat de
middeleeuwse mens hier heeft vol
bracht in Gods dienst. Drie porta
len van geweldige afmetingen vor.
men de hoofdingang tot de kathe
draal. Centraal in net diepe hoog
veld boven de middelste deuren
troont de eHer, zittend in volle ma
jesteit met een uitdrukking van te-
gelyk gestrengheid en droefheid op
het gelaat. Hy' wordt omringd door
de Vier Levende Wezens, de mens
en de leeuw, de arend en de os,
prachtig gestyleerd. Verder zijn dit
böogveld en de twee boven de iets
kleinere zyportalen, geheel met rijk,
goed bewaard gebleven beeldhouw
werk versierd.
Naast de deuren, maar ver boven
reikhoogte, staan als wachters ge
stalten uit het Oude Testament en
voorouders des Heren, veel meer dan
levensgroot. Eigenaardig langgerek
te, styf gedrapeerde figuren zijn het,
die nog geheel deel uitmaken van
de zuil waaruit ze ontstonden en die
niettemin door hun magistrale uit
beelding tot de mooiste, innigste
beeldhouwwerken van alle tijden be
horen. Die gelaten hebben zo iets
verhevens, wetends en tegelijkertijd
menselyk-goeds over zich, dat men
vele er van nooit vergeet. Ook het
beeldhouwwerk aan de Noorder- en
Zuiderportalen dat uit iets later tyd,
begin dertiende eeuw, dateert, (de
„zuilfiguren" zyn daar levendiger,
losser, minder „pilaar") is van on
vergetelijke schoonheid, b.v. de Jo
hannes de Doper van het Noorder
portaal en de Gregorius van het
Zuiderportaal. Dit is een kunst, zó
direct en ook zo beheerst uit een
diep religieus hart gerezen, dat ook
de ongelovigste mens er hevig door
kan worden ontroerd.
Dan. wanneer men tenslotte de kerk
betreedt en de duizelingwekkende
yle hoogte der zuilenryen en spitsbo
gen, het gedempte licht uit de van
juwelen-kleuren en diepzeegloed
flonkerende glas.in-lood ramen op
zich laat inwerken, dan past slechts
een gevoel van zwijgen en nietig
heid en een gebed om een geloof
zoals die middeleeuwers bezielde
toen zy, arm en ryk, edelen en dor
pers, heren en knechten, in scharen
naar de stad trokken om dagenlang
en nachten door stenen te hakken en
aan te slepen en te zwoegen in diepe
stilte of onder het zingen van lof
zangen, zoals een oude kroniek ons
dat vertelt. Zo verrees in enkele
tientallen jaren deze kerk, dit gebed
in steen en glas tot de Moeder
Gods: de Notre Dame de Chartres.
ROEM GROEIT.
Sinds de laatste vijftig jaar is de
jem van dit juweel van gothische
bouwkunst gestadig groeiende, zo.
dat tegenwoordig bijna een ieder bij
het woord „gothiek" eerst aan
Chartres denkt, waar vorige geslach
ten automatisch dachten aan Keu
len. De Keulse Dom, eens toch zo
beroemd, wordt echter heden ten
dage door kenners als een weliswaar
monumentaal, maar onbezield maak
werk beschouwd, en de wat profane
opmerking dat de kathedraal van
Chartres de Dom van Keulen heeft
„gedood" is dan ook een bekende
uitspraak geworden. Groot is het
aantal boeken en plaatwerken dat
de laatste jaren over Chartres ge
publiceerd wordt. Thans verscheen
een geheel Nederlands werk over
deze kathedraal, met tekst van prof.
F. van der Meer en foto's van Hans
Sibbelee, een werk, eenvoudig van
tekst en monumentaal van foto's
dat-zich onmiddellyk naast en zelfs
boven vele van de beste buitenland
se uitgaven stelt.
Prof. van der Meer betoont zich
een bescheiden maar alleswetende
gids, en Hans Sibbelee een kunst
fotograaf die voor een Jean Roubier,
een M>rcel Bovis niet onder hoeft te
doen. Vele van zijn foto's bewijzen
door de visie en de afgewachte be
lichting en ook door de technische
volmaaktheid, dat hij een fotograaf
van internationale topklasse is. Het
boek is voornaam uitgevoerd. Voor
de meer dan tachtig vol-pagina il
lustraties werd autotypie op kunst
druk gekozen, een reproductiewijze
die het meeste voldoet. Vier kleuren
foto's van de glorieuze vensters ver
luchten het tekstgedeelte.
F. van der Meer: Chartres. Contact,
Amsterdam/Antwerpen.
Culturele
Cavalcade
TE BRUSSEL is op 84-jarige leeftijd
de Belgische componist Lodewijk Mor
telmans overleden. Lodewijk Mortel-
mans, oud-directeur van het Kon.
Vlaams Conservatorium te Antwerpen,
heeft vele liederen gecomponeerd, on
der meer op tekst van Guido Geze lie.
MARCEL PROUST (1871—1922), een
van de grootste Franse schrijvers aller
tijden, heeft voor een verrassing ge
zorgd. Men heeft een tot nu toe onbe
kende autobiografische roman van zijn
hand gevonden, waarvan het manus
cript in snippers was gescheurd
Geduldige zielen hebben al de snip
pertjes aan elkaar geplakt en dertig
jaar na Prousts dood verscheen dit
werk onder de titel Jean Santeuil".
In een inleiding bij dit werk schreef
André Maurois: „De liefhebbers van
Proust vinden in dit werk de Proust,
die zij bewonderen, maar jeugdiger;
soms wat onhandig, vaak een groot
kunstenaar, en zij zullen er ook een
onbekende Proust in ontdekken".
ZEVENTIENDE-EEUWSE Neder
landse en Vlaamse meesterwerken zul
len van 11 Juli tot 15 October tentoon
gesteld worden in het kasteel „Cap-
penberg" bij Dortmund. De Duitse
Bondspresident, prof. Theodor Heuss,
zal vermoedelijk de opening van deze
tentoonstelling bijwonen.
IN DE REDACTIE van het tijd
schrift „De Gids" is een wijziging ge
komen. De redacteur J. Romïjn en de
leden van de redactieraad C. J. Kelk,
prof. mr dr K. Kuypers, Ferdinand
Langen, Gabriël Smit en J. W. F. We
rumeus Buning hebben hun plaatsen
ter beschikking gesteld. De redactie is
thans als volgt samengesteld: Prof. dr
W. Asselbergs (Anton v. Duinkerken),
dr E. J. Dijksterhuis (redacteur-seCre
tans), prof. dr B. A. van Groningen,
Emmy van Lokhorst, prof. mr A. N.
Molenaar en Bert Voeten.
IN DE GLAZEN ZAAL van het Rot
terdamse Ahoy-gebouw is een tentoon
stelling geopend van werken van de
Amerikaanse architect Frank Lloyd
Wright, ter afshiiting van het eeuw
feest van de Academie van Beeldende
Kunsten en Technische Weten
schappen.