c Vlissinger werd „buitenbeentje" in het uitgeversvak <_^peelse Een gebed in steen en glas 3 De muze JEAN GIRADOUX' "0NDINE": VERRUKKELIJKE BELEVENIS 6 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 7 JULI 1952 EIGEN VOORKEUR NO. 1. Van Oorschot: dynamische figuur in de literaire wereld (Van een eigen redacteur) EN VERVELEND VERLIEP enige maanden geleden een Utterah debat in de Haagse Pulchrl.studio lussen een uitgever en een schrijver over de vraag, of „uitgevers van letterkundige tijdschriften censurerend mogen optreden". Zo weinig flitsend en brülant was de discussie, zo vol vaagheden en gemeenplaatsen, dat de aandacht van de talrijke belang stellenden zienderogen begon te tanen. Tot uitgever Van Oorschot door een misverstand te laat d,e zaal betrad. En wég was de geeuw-stem- ming by het publiek en verdwenen de huisvaderlijke toon van het debat: breed en vierkant stond daar deze Amsterdamse Zeeuw en hield zoals een opponent het later noemde een „verbijsterende tydrede", waarin hy fel van leer trok tegen de censuur in welke vorm ook. Zijn bezielende en soms forse woorden werkten als een krachtige windstoot op een lome zomernamiddag, waardoor de discussie relief en zwier kreeg en de toe hoorders geboeid en gespannen luisterden. Pas tegen middernacht toog men huiswaarts tussen de moedige vooruitstrevenden en de gezapige achteraankomers, een - kalme plaats in het mid. Deze korte geschiedenis is eigen lijk al voldoende om de markante fi guur van de uit Vlissingen afkomsti- fe Van Oorschot te tekenen. Zo is ij: overtuigend en dynamisch. Wils krachtig en idealistisch. Gebruik dit laatste woord echter niet in een ge sprek met hem, want dan volgt een geringschattend gemompel: „Idealis me? Een versleten cliché. Zeg je niets meer mee!" By hem komt het meer aan op de da&d en daarvan heeft het Nederlandse culturele le ven reeds meermalen geprofiteerd. Niet de vraag: „Wat wil het grote publiek lezen?" is namelyk be slissend voor de samenstelling van ziln fonds, maar de voorkeur van de uitgever-zelf. Die voorkeur is werke lijk niet alledaags, doch gericht op goede literatuur en goede poëzie en vooral ook op de trefpunten van po litiek en cultuur, de plaatsen, waar de kunst de maatschappij raakt en waar het boek een grote sociale functie kan vervullen, MOEILIJKE TAAK Uiterst moeilijk is het echter om een uitgeverij geheel in dienst van deze interessen te stellen, want een man die boeken op de markt brengt heeft met enkele kei-harde reaütei ten te maken, zoals een banksaldo en een kaspositie. In het boekenvak betekent dit maar al te dikwijls dat er grondig rekening gehouden moet worden met de publieke smaak. Willy Corsari wordt nu een maal meer gelezen dan Menno ter Braak, en Ciske de Rat is bij het grootste deel van het Nederlands pu bliek populairder dan de kleine Jo hannes Onvermoeid echter speurt de scherp zinnige Van Oorschot naar wegen, die leiden naar de combinatie van „eigen voorkeur" met bet „goede koopmanschap" en reeds vele malen Is hy er in geslaagd deze moeilijke route te ontdekken. Daardoor is hij een buitenbeentje geworden in de Nederlandse uitgeverswereld, die op- merkelijke „elite-boeken" uitgeeft en over wie collega's wel eens lichtelijk verbaasd het hoofd schudden: „Snap jy nou, dat die Van Oorschot nooit failliet gaat?" „Maar men weet het antwoord op die vraag dikwijls te vinden", vertel de ons het „buitenbeentje" in een vraaggesprek en er klonk een vleug je vermaak in zijn zware basstem: „Ik heb een rijke vrouw getrouwd, zeggen sommigen, en anderen weten te vertellen, dat mijn politieke vriend de Kadt me zo nu en dan eens wat toestopt De werkeiykheid is minder inge. wikkeld: een onbuigzaam karakter, dat by tijd en wijle kans ziet een luchtkasteel uit de zwevende wolken naar beneden te halen om het stevig neer te planten op Nederlandse bo- dem. HET BEGIN Hoe is Van Oorschot eigenlijk in het uitgeversvak gekomen? Er kwam niet direct een antwoord op deze vraag. Sigarenrook kringel de door het ruime werkvertrek waar lange ryen boeken de wanden bedek ken. Tja, hoe in het vak ge komen?" Zo'n vraag wekt herinneringen op en doet denken aan jaren, die al zo lang voorby schijnenHet bescheid liet echter niet lang op zich wachten en het bleek een boeiend relaas te worden van een man, die altijd met zijn neus boven op de boeken zat en die eenvoudig niet zonder zou kun nen leven In zijn jonge jaren gaf hij politieke brochures uit („Ik had er plezier in, want het waren dingen, waarvoor je warm liep"), tot hy met Stols uit Maastricht in aanra king kwam. zo om en bij '34, de da gen waarin deze uitgever nog tot de avant-garde behoorde. By hem leer de Van Oorschot een groot deel van het vak om daarna naar Em. Queri- do te gaan in Amsterdam: „Een ras uitgever, zoals je er maar weinig te genkomt" Met enkele woorden typeerde de man tegenover ons de positie van Querido in de litteraire wereld, ergens fyne neus voor datgene wat „men' wilde, revolutionnaire dingen doen, hy vertoonde zich pas als de dei ning was weggeëbd en de rust weer. gekeerd. Dan presenteerde hij wat na de „litteraire ongeregeldheden" goed was gebleken. Bij Querido werd Van Oorschot in de leiding opgenomen en in deze functie maakte hij de bewogen oor logsdagen mee, waarbij het er op aankwam de Joodse firma veilig dooi de bezetting te loodsen. Het waren bewogen dagen, maar de opzet luk. te. ZELF PROBEREN Na de bevrijding ging hij het zelf proberen. De uitgeverij-Van Oor schot werd gesticht en zy verzorg de de werken van de betreurde Menno ter Braak, van Multatuli, van Leopold, om slechts enkelen te noe men. Nu staat Jacob Israël de Haan op het programma, evenals de ver. zamelde werken van Couperus, die op initiatief van Van Oorschot door hem en zes collega's verzorgd zul len worden. RAS-UITGEVER „Een ras-uitgever." Deze qualifi- catie geldt niet alleen voor Querido. maar ook voor zyn leerling, zij het dan in ander opzicht. Dat blijkt uit het antwoord op de laatste vraag in dit interview. „Wanneer U aan uw eigen Voorkeur geen kans meer kunt geven, omdat zy onverkoopbaar blijkt, wat dan?" En onmiddellyk klonk het: „Als het Nederlandse intellectuele publiek dat zijn de mensen met. een eigen denkkracht, of ze nu ingenieur, dok- Musici contra critici. De leden van het philharmonisch orkest van Graz hebben hun misnoe gen tegen de plaatselijke muziekre censenten geuit door te weigeren te spelen, zolang de critici zich in de zaal bevonden. Volgens de musici hebben de recensenten door ongun stige critieken gemaakt, dat de kans op inwilliging van hun looneisen ver minderd is. Toen dirigent Karl Randolf het te ken gaf het concert te beginnen, kwam er geen geluid uit het orkest Eerst na lange besprekingen ver klaarden de musici zich bereid ter wille van de violiste Hedi Gigier het vioolconcert van Mendelssohn te spe len. op voorwaarde echter, dat hierna alle recensenten de zaal zouden ver laten. Na het vioolconcert vertrokken de critici en bloc. zeker© en 1 den. Nooit zou Querido, met zijn Haags seizoen 19521953 Concertgebouw-orkest. Verschenen is het prospectus voor de in Den Haag gedurende het sei zoen 19521953 door het Concert, gebouworkest uit te voeren concer ten. De plannen voor dit seizoen zijn, ingevolge een opdracht van de com missie van vier tot voorbereiding van de nieuwe status van het Con certgebouworkest, ontworpen door mr. G. Wandré, in voortdurend over leg met de vaste dirigenten van het orkest (Eduard van Beinum, Rafael Kubelik, Pierre Monteux, Josef Krips, Ferenc Fricsay). De commis sie van vier heeft aan de plannen, neergelegd in het prospectus, haar goedkeuring gehecht. Op de 10 abonnementsconcerten (Zaterdagavonden tussen 18 Octo ber 1952 en 14 Maart 1953) treden als solisten op: Myra Hess (piano), Peter Pears (zang), Janine Reding en Henri Piette (piano)r Elsa Ca- velli (alt) en Lorenz Fehenberger (tenor), Johanna Martzy (viool), Rudolf Firkusny (piano), André Na- varra (violoncel), Jan Damen (vi ool), Leon Fleisher (piano), Theo van der Pas (piano). ter of arbeider zyn my daartoe niet meer in staat stelt, schei ik er mee uit! Dan word ik vertegenwoor diger van een sigarenfabriek of van een jeneverstokerij". Aldus Geert van Oorschot, uitgever binnen Amsterdam. Een man, wiens portret niet met sierlyke, minutieuze pennelijntjes moet worden getekend, doch met de forse streken van een breed penseel. Een man ook, by wie nog iets over is van de opvatting die Jan Greshof tientallen jaren geleden eens in een gedicht uitte, dat korte lings geciteerd werd in het Salaman der-jubileumgidsje: „Boven 't hysterisch hygen der profeten, Van wereldmeesters en steriele aestheten, Kies ik de man, die barst-an- bonkies zegt!" G. van Oorschot ras-uitgever SPREEUWEN Het was een zwerm van duizend spreeuwen, Ze vlogen, zogezegd, als leeuwen! Ze raasden als een trein voorbij, Ik dacht: was ik daar óók eens bij. Ze raasden langs me als een trein. Ik dacht: wat moet dat zalig zijn, Zo met met z'n allen vóórt te gieren. Wat zijn die spreeuwen felle dieren. Dat race't en zwenkt en draait en keert En spreidt zich wijd en concentreert. Waar hebben ze die kunst geleerd Wat is dat schoon geëxerceerd! Wat gaat dat roekeloos en fel, Wat is dat een opwindend spel! Maar toen begon een uil te sakkeren: Ik vind 't een onverantwoord jakkeren. Ik noem het nutteloze larie. Ik noem het zuivere bombarie. Die bende doet, alsof ze was vergeten, In welke boom ze gister was gezeten. Straks strijken ze daac.toch.weer.neeiu. Zo gaat het elke avond weer. Ik kan het nut er niet van zien. Daarvoor beu ik te wijs misschien. Ik zei: dat is nu juist het fijn' ervan; Hier is precies nix nuttigs an. Dit is 't moment van abondantie, Die spreeuwen houden spreeuw-vacantie Ze maken radicaal klarantie. Hier past ons m.i. tolerantie. De uil keek om O, zei ze, een mens, Jij bent van *t species ludens. Als 'k jou was, zwéég 'k van spelen maar. Jij speelde een atoombom klaar, Ik ga op jacht, daar loopt een muis. Toen viel de nacht. Ik ging naar huis JORINGEL. PLANKEN-PROMENADE. Geslaagd aandeel van Haagse Comedie in toneelgebeuren van Holland Festival. (Van onze speciale correspondent) Met het fantasieryke spel „Ondine" van de Fransman Jean Giradoux heeft de Haagse Comedie in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage haar, uitnemend geslaagde, aandeel geleverd in het toneelgebeuren van het Holland Festival. Met Heieen Pimentel in de hoofdrol en Paul Steen bergen als de aan de waternimf ontrouw wordende man, werd het onder regie van G'ees Laseur een opvoering, die volkomen de geest ademde, zoals de schryver die bedoeld moet hebben: speels, maar met een onmiskenbare ondertoon van bezinning. nering, naar haar rijk terugkeert, moet de ontrouwe ridder sterven. Giradoux is er in geslaagd dit on werkelijke gegeven voor ons aanne- melyk te maken; men ondergaat het als een droom, die ge droomt met wyd open ogen en oren en het ls een vernikkel yke belevenis om zich door Giradoux' fantasie te laten meevoe ren. Jean Giradoux schreef dit sprookjes- sepl met gebruikmaking van motie ven uit de vertelling „Undine" van de Duitse auteur Friedrich de la Mot te Fouqué, waarby hij zich de nodige dichterlijke in casu „toneel-vrij. heden" veroroloofde, die het ver haal als toneelstuk ongetwyfeld aan kracht deden winnen. Het uitgangs punt bleef gehandhaafd: een wezen van een andere orde, dat zich onder de mensen begeeft, kan zich daar niet handhaven en moet ondergang werkstelligen. Dit wezen nu is de waternimf On dine. Uit haar waterrijk begeeft zy zich naar het aardryk, alwaar zich een liefde ontwikkelt tussen haar en de ridder Hans. Helaas; de man blijkt ontrouw; hij huwt de vissersdochtf" Bertha, die voordien leefde als c pleegdochter van een vorst. De ver bintenis mens-nimf moest tot ram pen leiden en wanneer Ondine, ont daan van haar vermogen tot herin- Cor van der Lugt Melsert: een leven lang toneel. Cor van der Lugt Melsert, wiens naam synoniem is aan toneel, is Vrij dag 4 Juli 70 jaar geworden en er zyn verscheidene jaren verstreken, sinds liy als hoopvol gestemd be ginneling in moest vallen als Ba rend in Herman Heyermans' „Op Hoop van Zegen" Sindsdien ging het snel bergop waarts en op 35-jarige leeftijd zag hy zich benoemd tot directeur van het Hofstadtoneel, dat naderhand ge combineerd werd met een groep uit Rotterdam. Als leider van het Hofstadtoneel vierde Cor van der Lugt Melsert viermaal een lustrum en vele Ne derlandse toneelschrijvers zagen hun stukken bij dit gezelschap in stu die genomen. Na het overlijden van Willem Roy- aards aanvaardde hij het directoraat van de Stadsschouwburg te Amster dam, doch deze taak werd hem in de oorlogsjaren onuitvoerbaar ge maakt en na de bevryding is hy er niet teruggekeerd. Zoals velen bekend zal zyn, dient Cor van der Lugt Melsert thans het toneel als recensent van een bekend weekblad. In al de door hem vervul de functies voorzover ge het ac teur zijn een „functie" kunt noemen zowel dus als acteur, als toneel directeur en thans als recensent, heeft Cor van der Lugt Melsert zich voor het Nederlands toneel uitermate verdienstelijk gemaakt endient hij nog steeds! Remarque werkt aan een nieuw boek. De bekende schrijver Erich Maria Remarque werkt op het ogenblik aan zyn zevende boek. dat speelt in Duits land in de jaren 19431944. Over dit nieuwe boek kon hij Zaterdag, toen hij met de „Nieuw Amsterdam" uit New York in ons land aankwam, niets ze*- p;en. Want, zo luidde zyn mening, als je de inhoud in 'n paar woorden kunt leggen, dan behoef je geen dik boek te schrijven. Zyn tweede reden om niet over het nieuwe boek te praten, baseerde Remarque op het bijgeloof, volgens hetwelk een auteur, die over het boek, waaraan hy bezig spreekt, dit nooit zal voltooien. OVATIE VOOR ONDINE. Heieen Pimentel mocht aan het slot van de opvoering een ovatie in ont vangst nemen voor haar dan inder daad ook betoverend spel als Ondine. De zware rol het uitbeelden van een onaardse verschijning heeft zy op waarlyk unieke wijze vertolkt. Paul Steenbergen was een koene, kloeke en bovenal zeer menselijke ridder; Cruys Voorbergh een koste- lyke kamerheer en Bob van Leersum met Gerard Hartkamp twee waardi ge rechters. Ann Hasekamp wist een imponerende vorsten-vissersdochter te scheppen en tenslotte hebben ook de overige leden der Haagse Comedie met „Ondine" getoond wat zij vermo gen. De voortreffelyke vertaling van de dichter Werumeus Buning, de sfeervolle muziek van Jurriaan An- driessen en last but not least de zeer knappe decors en costuums van Ni co Wijnberg mogen zeker niet on vermeld blijven. Montmartre beklaagt zich. De bewoners van Montmartre, het centnim van het Parijse nacht leven, hebben zich by de politie beklaagd over het wangedrag van buitenlandse bezoekers. De Dewo- ners hebben een petitie ingediend om maatregelen tegen nachtelijk ru moer zoals dat veroorzaakt wordt door „schunnige liederen die al te luid in cabarets en op straat worden gezongen, het luide kwaken en sna teren van speelgoedbeesten, die aan toeristen verkocht worden, het slaan met autoportieren en claxonneren en het lawaai van auto- en motor-knal- potten". Nieuwe ontwikkeling op het gebied van de geluidsfilm. Een Haagse technicus en zijn me dewerkers zijn er in geslaagd een nieuwe stoot te geven aan de ont wikkeling van de geluidsfilm. De he ren B. J. Peterson en H. Bussche uit Den Haag en G. Veltman uit Tilburg slaagden er in een magnetische toon- strook op een film aan te brengen, waardoor het bij voorbeeld voor amateurs mogelijk zal zijn om hun eigen muziek en commentaar op filmpositieven vast te leggen. Nu kunnen ook vertalingen rechtstreeks op de filmband en niet langs een kostbare omweg van nieuwe negatie ven en geluidstudio's worden aange bracht. LETTERKUNDIGE KRONIEK Prof. F. v. d. Meer schreef monumentaal werk over Kathedraal van Chartres EEN VAN DE SCHOONSTE BOUWWERKEN, ooit door een bescha ving tot stand gebracht, staat nog vrywel in volle glorie en luister op het hoogste punt van het Franse stadje Chartres, een goede 80 km. ten Z.W. van Parys. Het is de uit de 12de en 13de eeuw daterende kathedraal, die thans algemeen wordt beschouwd als de vohnaakste gothische bis schopskerk ter wereld. Terecht wordt hy wel eens vergeleken met dat andere hoogste punt van architectonische volmaaktheid: het uit 440 voor Chr. daterende Parthenon te Athene, waarvan echter helaas niet veel meer over is dan een indrukwekkende ruïne van goudbruine zuilen die nog een deel van het dak schragen, en wat heerlijk beeldhouwwerk. Het Parthenon en Chartres, het zyn de twee indrukwekkendste bouwkun dige voortbrengselen van de mensheid uit de voorcliristeiyke en de ohristelyke wereld. Wie Chartres nadert door het lief lijk golvende heuvelland van la Beauce, ziet. al op meer dan 20 km. afstand de blauwgryze ongelijke to renvingers van de kathedraal naar de hemel wijzen. Steeds duidelijker door HANS WARREN tekenen zy zich af, de hoogste toren met zyn sierlrjk-flamboyante, uit laakt-gothische tijd daterende bekro ning en de kortere toren aan de Zuidkant die opvalt door eenvoud en die getuigt van een vrywel volmaakt architectonisch vormbesef van zijn ontwerper. Daar achter het hoog boven de stad uitrijzende schip met zyn zijbeuken en luchtbogen, alles bekroond door een dof, te hoog, ko pergroen dak, resultaat van een res tauratie na een brand in de vorige eeuw. Wanneer men eindelijk op het plein staat voor de monumentale Westeiy. ke hoofdgevel, dan komt men nog dieper onder de indruk van wat de middeleeuwse mens hier heeft vol bracht in Gods dienst. Drie porta len van geweldige afmetingen vor. men de hoofdingang tot de kathe draal. Centraal in net diepe hoog veld boven de middelste deuren troont de eHer, zittend in volle ma jesteit met een uitdrukking van te- gelyk gestrengheid en droefheid op het gelaat. Hy' wordt omringd door de Vier Levende Wezens, de mens en de leeuw, de arend en de os, prachtig gestyleerd. Verder zijn dit böogveld en de twee boven de iets kleinere zyportalen, geheel met rijk, goed bewaard gebleven beeldhouw werk versierd. Naast de deuren, maar ver boven reikhoogte, staan als wachters ge stalten uit het Oude Testament en voorouders des Heren, veel meer dan levensgroot. Eigenaardig langgerek te, styf gedrapeerde figuren zijn het, die nog geheel deel uitmaken van de zuil waaruit ze ontstonden en die niettemin door hun magistrale uit beelding tot de mooiste, innigste beeldhouwwerken van alle tijden be horen. Die gelaten hebben zo iets verhevens, wetends en tegelijkertijd menselyk-goeds over zich, dat men vele er van nooit vergeet. Ook het beeldhouwwerk aan de Noorder- en Zuiderportalen dat uit iets later tyd, begin dertiende eeuw, dateert, (de „zuilfiguren" zyn daar levendiger, losser, minder „pilaar") is van on vergetelijke schoonheid, b.v. de Jo hannes de Doper van het Noorder portaal en de Gregorius van het Zuiderportaal. Dit is een kunst, zó direct en ook zo beheerst uit een diep religieus hart gerezen, dat ook de ongelovigste mens er hevig door kan worden ontroerd. Dan. wanneer men tenslotte de kerk betreedt en de duizelingwekkende yle hoogte der zuilenryen en spitsbo gen, het gedempte licht uit de van juwelen-kleuren en diepzeegloed flonkerende glas.in-lood ramen op zich laat inwerken, dan past slechts een gevoel van zwijgen en nietig heid en een gebed om een geloof zoals die middeleeuwers bezielde toen zy, arm en ryk, edelen en dor pers, heren en knechten, in scharen naar de stad trokken om dagenlang en nachten door stenen te hakken en aan te slepen en te zwoegen in diepe stilte of onder het zingen van lof zangen, zoals een oude kroniek ons dat vertelt. Zo verrees in enkele tientallen jaren deze kerk, dit gebed in steen en glas tot de Moeder Gods: de Notre Dame de Chartres. ROEM GROEIT. Sinds de laatste vijftig jaar is de jem van dit juweel van gothische bouwkunst gestadig groeiende, zo. dat tegenwoordig bijna een ieder bij het woord „gothiek" eerst aan Chartres denkt, waar vorige geslach ten automatisch dachten aan Keu len. De Keulse Dom, eens toch zo beroemd, wordt echter heden ten dage door kenners als een weliswaar monumentaal, maar onbezield maak werk beschouwd, en de wat profane opmerking dat de kathedraal van Chartres de Dom van Keulen heeft „gedood" is dan ook een bekende uitspraak geworden. Groot is het aantal boeken en plaatwerken dat de laatste jaren over Chartres ge publiceerd wordt. Thans verscheen een geheel Nederlands werk over deze kathedraal, met tekst van prof. F. van der Meer en foto's van Hans Sibbelee, een werk, eenvoudig van tekst en monumentaal van foto's dat-zich onmiddellyk naast en zelfs boven vele van de beste buitenland se uitgaven stelt. Prof. van der Meer betoont zich een bescheiden maar alleswetende gids, en Hans Sibbelee een kunst fotograaf die voor een Jean Roubier, een M>rcel Bovis niet onder hoeft te doen. Vele van zijn foto's bewijzen door de visie en de afgewachte be lichting en ook door de technische volmaaktheid, dat hij een fotograaf van internationale topklasse is. Het boek is voornaam uitgevoerd. Voor de meer dan tachtig vol-pagina il lustraties werd autotypie op kunst druk gekozen, een reproductiewijze die het meeste voldoet. Vier kleuren foto's van de glorieuze vensters ver luchten het tekstgedeelte. F. van der Meer: Chartres. Contact, Amsterdam/Antwerpen. Culturele Cavalcade TE BRUSSEL is op 84-jarige leeftijd de Belgische componist Lodewijk Mor telmans overleden. Lodewijk Mortel- mans, oud-directeur van het Kon. Vlaams Conservatorium te Antwerpen, heeft vele liederen gecomponeerd, on der meer op tekst van Guido Geze lie. MARCEL PROUST (1871—1922), een van de grootste Franse schrijvers aller tijden, heeft voor een verrassing ge zorgd. Men heeft een tot nu toe onbe kende autobiografische roman van zijn hand gevonden, waarvan het manus cript in snippers was gescheurd Geduldige zielen hebben al de snip pertjes aan elkaar geplakt en dertig jaar na Prousts dood verscheen dit werk onder de titel Jean Santeuil". In een inleiding bij dit werk schreef André Maurois: „De liefhebbers van Proust vinden in dit werk de Proust, die zij bewonderen, maar jeugdiger; soms wat onhandig, vaak een groot kunstenaar, en zij zullen er ook een onbekende Proust in ontdekken". ZEVENTIENDE-EEUWSE Neder landse en Vlaamse meesterwerken zul len van 11 Juli tot 15 October tentoon gesteld worden in het kasteel „Cap- penberg" bij Dortmund. De Duitse Bondspresident, prof. Theodor Heuss, zal vermoedelijk de opening van deze tentoonstelling bijwonen. IN DE REDACTIE van het tijd schrift „De Gids" is een wijziging ge komen. De redacteur J. Romïjn en de leden van de redactieraad C. J. Kelk, prof. mr dr K. Kuypers, Ferdinand Langen, Gabriël Smit en J. W. F. We rumeus Buning hebben hun plaatsen ter beschikking gesteld. De redactie is thans als volgt samengesteld: Prof. dr W. Asselbergs (Anton v. Duinkerken), dr E. J. Dijksterhuis (redacteur-seCre tans), prof. dr B. A. van Groningen, Emmy van Lokhorst, prof. mr A. N. Molenaar en Bert Voeten. IN DE GLAZEN ZAAL van het Rot terdamse Ahoy-gebouw is een tentoon stelling geopend van werken van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, ter afshiiting van het eeuw feest van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Weten schappen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 6