Zeeland oud... Enthousiast over kwaliteiten van Nederlands fokvee ZEELAND NIEUW DINSDAG 10 JUNI 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT (Van een medewerker) ISRAëL, Juni Btf ons bezoek aan Israël viel het ons telkens weer op, hoe allerlei dingen ln dit land soms verrassend eender waren als by ons, maar by nader inzien toch weer anders. In Jeruzalem, een moderne stad, kan men op een open terrein tussen twee huizen ineens een troep witte leghorns zien rondscharrelen, juist als ze dat bij ons ook doen. Maar gaat men naar een dorp, dat zich op kippenteelt heeft toegelegd, dan is alles toch weer anders dan byvoorbeeld op de Veluwe. Men maakt daar overwegend gebruik van de zogenaamde legbatterijen. Een methode, waar bij elke kip afzonderlyk in een klein kooitje ondergebracht is. De mest valt door het rasterwerk naar beneden, de eieren glyden langs de hel lende bodem weg en het water wordt regelmatig door een klein gootje druppelsgewijs toegevoerd. Ik ben niet genoeg deskundig om mij een oordeel over de deugdelijkheid van die methode te kunnen permitteren, maar merkwaardig is het! Ook als men door het land rijdt, ziet men telkens weer kudden Fries aandoend zwartbont vee, maar als men nader komt, vallen u zelfs als leek kleine afwijkingen op. Een des kundige van het departement van landbouw heeft mij dan ook verteld, dat men het Friese ras met een Sy- risch (Damasceens) ras kruist om het meer voor bergachtig terrein ge schikt te maken. Overigens was hij zeer enthousiast over de kwaliteiten van het Nederlandse fokvee en druk te dat uit door mij de groeten op te dragen aan de Nederlandse veehou ders. By deze breng ik dus de dank door: Ds. M. ENKER. van de heer I evy, chef van de afdeling vee tec m het Israëlische ministerie van landbouw, over aan de Nederlandse veehouders. Hij betreur de alleen, dat de deviezenpositie van Israël het op het ogenblik niet toe staat, om meer Nederlands fokvee te kopen. Maar op een andere plaats heb ik ook een klacht gehoord over het Hol landse vee. De bewoners van een tuinvoorstadje beklaagden zich er over, dat de Hollandse koeien van het naburige dorp hun heggen kaal gevreten hadden.... VROUWELIJKE SOLDATEN. Dikwijls zag ik troepen soldaten op oefeningen door het land ryden of marcheren. Op een afstand is dan ook alles precies eender als hier. De zelfde jeeps, dezelfde kleur unifor men, dezelfde vrachtauto's. Maar als we dichterbij komen, sta je toch even te kijken, want een gedeelte heeft lange haren onder hun baret. Het blijken meisjes "te zijn. Er is name lijk in Israël ook dienstplicht voor de vrouw. De jonge meisjes moeten op dezelfde leeftijd als de jonge mannen voor hun nummer opkomen. Ook hierin uit zich de bijzonder gelijk- Toch is 'f zo I I. «MM *VI 278. Dit is geen kunstrubriek. Daarom op deze plaats lof, noch cri- tiek op het Peruaanse gezang dat ons enkele weken geleden door de luid spreker tegenklonk. Ook wanneer men op Amerikaanse wijze tracht deze In diaanse zang te doordesemen met Inca-mystiek, kan ons dat onberoerd laten. Hoe en op welke wijze een scho tel ter tafel moet worden gebracht, dient ieder voor zichzelf uit te maken. Maar wanneer de radiospreker, die de zangplaten van deze Indiaanse bij het publiek inleidt, gaat citeren uit oude Inca-geschriften, dan wordt het toch wel wat al te gortig. Want er be staan geen Inca-geschriften en de Inca's bezaten zelfs geen schrift. U zult wellicht ook wel eens een knoop in uw zakdoek hebben gelegd om U te doen herinneren aan iets dat U beslist niet mocht vergeten. Die zakdoek-met-knoop kunt U (mits schoon) ook aan een ander ter hand stellen, maar die heeft daar niets aan, want de door U gelegde knoop is geen schrift, maar een geheugensteun, die waardeloos is wanneer er niet de no dige uitleg bij gegeven wordt. Een dergelijke knoop betekent voor U dat tante Adèle vandaag jarig is, maar een ander zal er aan herinnerd worden uien mee te brengen voor de avondpot. Welnu, een dergelijke geheugen steun hadden de Inca's in het Quipu, een soort franje, waarin knopen van verschillende betekenis gelegd konden worden. Zonder mondelinge toelich ting kon de betekenis van deze kno pen niet begrepen worden en wanneer koeriers elkaar boodschappen overga ven, dienden de estafettelopers een einaweegs naast elkaar voort te dra ven om tekst en uitleg te geven. Met het schrift, dat met onveranderlijke tekens of symbolen werkt, hebben deze geheugen-knopen dan ook niets uitstaande. En van geschriften uit de Inca-tijd is natuurlijk helemaal geen sprake. Nadat het Inca-rijk in 1532 door de Spanjaarden vernietigd was zijn er weliswaar overleveringen uit de Inca- tijd te boek gesteld, bijv. door Garci- laso de la Vega, welke kroniekschrij ver een Inca-moeder had, doch deze te boekstelling geschiedde in het Spaans en bovendien bijna anderhalve eeuw na de vernietiging van de Inca-heer- schappij. Wil men dergelijke kronie ken als „oude Inca-geschriften" betite len, welaan knipt U dan deze kolom uit en U heeft eveneens een oud Inca- geschrift in handen! Over handen gesproken: vindt U het niet zonderling, dat een ongeoefen de niet in staat is zijn vingers afzon derlijk te buigen of te strekken? Mor gen zullen we zien hoe dat komt. H. Pétillon waardige positie, die de vrouw in Is raël ten opzichte van de man in neemt. Natuurlijk ook de behoefte om tegenover de dreigende buren een sterk leger op de been te houden. Alleen getrouwde vrouwen en meis jes uit zeer orthodoxe huizen zijn van de dienstplicht vrijgesteld. In de opbouw van dat leger heeft men dan ook grote sommen besteed en blijk baar met succes. Het bezit moderne wapenen en ook vliegtuigen; de troe pen maken een stevige, goed getrain de indruk. Een Engelse deskundige heeft nog onlangs medegedeeld, dat Israël des noods onmiddellyk vijf volledig ge trainde divisies op de been zou kun nen brengen. Wy, die zoveel moeite hebben met drie divisies, kunnen ons indenken welk een prestatie dit is voor een land van anderhalf millioen inwoners. GEEN TRAMS* Ik heb heel wat door het land ge reisd en zo heb ik ook de verkeers- en vervoersmiddelen leren kennen. Het moderne verkeer stelt enorme eisen aan organisatie en materiaal en het is dan ook begrijpelijk, dat een zo jong land dit nog niet in de punt jes voor elkaar heeft. Toch heeft men door een verstandig gebruik van de bestaande middelen al aardig wat we ten te bereiken. Het stadsverkeer kent natuurlijk geen trams, maar al leen bussen en taxi's. Het is onge looflijk, hoeveel mensen daar in een bus gaan. Als je denkt, dat die bus nu toch wel helemaal uitpuilt, dan roept de chauffeur „even opschui ven" en er kunnen er altyd weer een paar bij. Het is mij ook overkomen, dat ik in zo'n bus hing (van staan Kanovaarders kregen toch honger. Dr. Alain Bombard, een 27-jarige Franse kanaalzwemmer en Jack Pal mer, een 38-jarige inwoner van Pa nama van Schotse afkomst, die in een rubberboot van Monaco naar Cuba wilden varen, teneinde te bewijzen, dat de mens op zee genoeg voedsel kan verkrijgen om in leven te blijven, hebben na veertien dagen een schip om voedsel verzocht. Zij weigerden echter aan boord van het schip, het Franse vaartuig ,,Sidi Ferruch", naar Marseille terug te keren, doch wens ten, na het ontvangen van water, vlees in blik en gecondenseerde melk, hun tocht voort te zetten. De „Sidi Ferruch" ontdekte de rub berboot bij Gibraltar. De mannen wil den bewijzen, dat een mens voldoende vocht kon vergaren uit een mengsel van zeewater en regenwater en een afscheiding, te vinden in het binnen ste van vissen. De tocht door dr. Bom bard is als een wetenschappelijk ex periment opgezet in het Oceanologi- sche Museum van Monacco. Volgens de bemanning van de „Si di Ferruch" zag dr. Bombard er goed uit. Met de Schot was het min der gesteld. Proces-verbaal op verzoek. In het verslag over de werkzaam heden van de thans ruim dertigjari ge keuringsdienst van Waren voor het district Dordrecht, wordt onder meer geconstateerd, dat nog steeds in zo goed als alle gemeenten de wo.- ningnood zó groot is, dat ten aanzien van gewenste verbeteringen in de ruimten, dienende voor het bereiden, bewaren en verkopen van eet- en drinkwaren dikwijls met provisori sche maatregelen genoegen moest worden genomen. Tegen één kruide nier, die onverpakte eetwaren in een slaapvertrek moest bewaren, werd op zyn verzoek proces verbaal opge maakt kon er niet meer gesproken worden) en dat er op een bankje naast mij 'n Irakse vrouw rustig haar baby zat te voeden en niemand, die daar aan stoot aan nam. Ook het vervoer tussen de steden en dorpen wordt voornamelijk door bussen onderhouden, die op geregel de tyden rijden. De trein verbindt slechts de drie voornaamste steden en maakt daar bij, ook door de grillige grens, zulke omwegen, dat hij niet bijzonder po pulair is. Een hoofdstuk op zichzelf vormen de taxi's, die een veel groter aandeel hebben in het vervoer dan in Neder land. Zij rijden zowel in als tussen de steden. Het zijn meest grote Ameri kaanse wagens, wat zijn reden daarin heeft, dat zij zoveel mogelijk perso nen moeten kunnen vervoeren. Je neemt er een taxi namelijk niet alleen voor eigen rekening, wat over het algemeen veel te duur is, maar meestal gemeenschappelijk. In de stad rijdt zo een wagen dan op één van de hoofdverkeersstraten. Er zit ten twee of drie mensen in en ik houd mijn hand op. waarop hij dan stopt. Na informatie over het kruispunt, dat hij aandoet, noemt hij mijn aan deel in de prijs en mag ik meerijden. Het gekke is, dat ze meestal niet stoppen als er maar één in zit, want dan heeft die inzittende de wagen helemaal gehuurd. (Nadruk verboden). HET TEGENWOORDIGE ISRAEL. De leerlingen van de danscursus 19511952 Soestdijk, waartoe ook de Prinsessen Irene en Margriet behoren, heb ben Zaterdag een uitvoe ring gegeven in het Plan- kenierstheater te Huizen als besluit van het sei zoen. Op de linkse foto zien we 'n gedeelte uit de opvoering van „Circus", waarin Prinses Irene (geheel links) de rol ver vult van zigeunerin. Op de foto rechts een tafe reeltje uit „Dat komt er van", waarin we prinses Marijke geheel links zien en prinses Margriet tweede van links. EEN B O EK OVER, HET LEVEN Degene, die er behoefte aan mocht hebben een „plan voor het leven" op te maken, zou dit kunnen doen aan de hand van dr. E. Chesser's boek „Leef niet om niet", dat in een ver taling van Jac. v. d. Ster verscheen bij de uitgeverij Nieuwe Wieken N.V. te Amsterdam. Dr. Chesser is van mening, dat bij de „practische vraag stukken van alle dag" naar succes kan en moet worden gestreefd en hij geeft daartoe een aantal richtlijnen, die verwarring kunnen verdrijven. Hij komt tot een aantal uitspraken in de geest van „Er zal nimmer vrede in de wereld zijn, zo lang er geen rust heerst in de persoonlijke ziel", het geen voor velen geen schokkende ont hulling zal zijn en zo zal men lezend in dit psychologische werk voortdu rend overeenkomstige algemeenhe den aantreffen. Als een aanwinst op het gebied van de tegenwoordig zo talrijke boeken-met-een-opvoedkundi- ge-strekking kunnen wij „Leef niet om niet" dan ook moeilijk zien. Groeten en dank voor onze veehouders van Urich Levy Het weieidgebeuren Laatste kans Het is langzamerhand een zeer merkwaardige geschiedenis ge worden met de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Sinds enige maanden bestrijden de candidaten van één partij eikaar op leven en dood bil de voorverkiezingen in de verschillende staten en zelfs nu we nog maar enkele weken van de gro te partycongressen, waar de defini tieve beslissingen over de officiële party-candidatuuf zullen vallen, ver- wnderd z(jn, weet het Amerikaanse volk nog niet waar het aan toe is. Met name geldt dit voor de republi keinse party, waarin de strijd tussen generaal Eisenhower en senator Taft eigenlijk pas sedert enkele dagen goed aan de gang is. Taft heeft mis schien nog een voorsprong. Een kleine weliswaar maar toch een die hem in zijn eigen ogen reeds tot overwinnaar maakt. Jammer genoeg voor Taft echter, zijn insiders in de binnenlandse politieke verhoudingen van de Ver. Staten nog volstrekt niet zeker van Eisenhowers nederlaag. Velen zijn zelfs een volkomen tegen overgestelde mening toegedaan. Volgens de laatste berekeningen zou Taft en Eisenhower op het ogen blik kunnen rekenen op de steun van ongeveer 450 kiesmannen ieder. Maar er zijn 604 stemmen nodig en voor een van beiden die bereikt heeft kan er aan de onderlinge krachtsver houding nog heel wat veranderen. Zeer belangrijk is in dit opzicht de houding van de zg. onafhankelijke kiesmannen. Dat zyn zij, die door geen enkel mandaat gebonden zijn en die dus tot het allerlaatste moment een onzeker element blijven vormen. Vooral de staten CaÜfornië en Penn- sylvanië sturen van deze „soort" een respectabel aantal naar de partij- conventie en men kan wel aannemen, dat de houding van deze afgevaardig den vrijwel beslissend zal zijn. Beide republikeinse candidaten strijden op het ogenblik dan ook een felle strijd om elke „kiesman" die maar te „veroveren" valt en zeker naar Nederlandse be grippen gaat men daarbij wel eens zó ver dat het begrip democratie ef maar moeilijk mede te rijmen valt Eisenhower bijv. heeft nog zeer oi^ langs de wens te kennen gegeven, al le gedelegeerden persoonlyk te willen ontmoeten en daarby medegedeeld dat hy daarvoor de reiskosten wel voor zijn rekening wilde nemen. Waarop Taft natuurlyk prompt heeft gereageerd met een beschuldiging van omkoperijMaar ook de Taft- aanhang maakt zo nu en dan vreem de capriolen. Het partijbestuur van Texas byv., dat sterk op de hand van de senator is, negeerde de dui delijke uitspraak van de kiezers in deze staat door in plaats van Eisen- howers-aanhangers vrienden van Taft naar de partij-conventie af te vaar digen. En Eisenhowers aanhang komt natuurlyk toch met een eigen delegatie. Dat kan dan een gezelli ge boel worden op 7 Juli in Washing ton! Voor Senator Taft staat er wel heel veel op het spel. Reeds tweemaal deed hij in het ^verle den een gooi naar de officiële candi- datuur voor de republikeinse partij. Eerst in 1939, maar toen werd hij verslagen door Wendell Wilkie wiens sterke anti-isolationistische neigin gen het ten slotte toch van Tafts meer uitsluitend op de Ver. Staten zelf ge richte politiek wonnen. Wilkie werd de officiële candidaat der republi keinen, maar de democraat Roosevelt bleef bewoner van het Witte Huis. Zo ging het ook acht jaar later, toen Dewey de republikeinen in de eind strijd aanvoerde. En nu. in 1952, veent Taft voor zijn laatste kans om nog eens de voetsporen te drukken van zijn vader, die van 1909 tot 1913 Amerikaans president was. Zal hij voor de derde maal weer door zijn eigen partij worden afgewezen? Zoals hiervoor reeds werd uiteen gezet, is het beslist nog te vroeg om een definitief antwoord op deze vraag te geven. Toch blijft één ge vaar dreigen: dat van scheuring in de republikeinse gelederen Eisenho wer heeft weliswaar reeds verklaard dat hij de officiële republikeinse can didaat zal steunen, ook als hij dat zelf niet zou zyn, maar uit de mond van Taft hebben we 'n dergelijke ver zekering nog niet vernomen. En op dit punt zou 't toch niet uitgesloten zijn, dat de historie zich volgens haar aard weer eens zou herha len. In 1912 ging de strijd tussen Ted dy Roosevelt als aftredende president en Taft Senior, die de partij-machi ne achter zich had. Roosevelt, die zich zeker wist van de sympathie van een belangrijk deel van de re publikeinse kiezers, zocht tenslotte onafhankelijk zijn weg naar het pre sidentschap tegen de officiële repu blikeinse candidatuur van Taft Sr. in ende democraat Wilson kwam in het Witte Huis. Waarschijnlijk zullen de republi keinen het nu wel niet op een scheu ring laten aankomen. Er is hun im mers té veel aan gelegen na twintig jaren van democratisch bewind de touwtjes weer eens in handen te krij gen. Maar het gevaar bestddt en bij een toch wel zeer impulsieve en niet geheel en al van „Streberei" vrij te pleiten figuur als Taft weet men nooit zeker, wat er zal gebeuren. Storing in samenwerking met Indonesisch personeel. Stakende bedienden bij de Lloyd nu zonder gage. De Kon. Rotterdamse Lloyd heeft een circulaire uitgegeven, waarin z(j er haar leedwezen over uitspreekt, dat er na jaren van goede samenwer. king met de Indonesische bedienden een storing is ontstaan. Zoals bekend voeren de „Water man" en de „Willem Ruys" onlangs uit zonder Indonesisch personeel. De bedienden eisten een Lebaran-grati- ficatie (uitkering ter gelegenheid van de Mohammedaanse vasten) van mi nimaal 100 roepiah en maximaal 300 roepiah. De Lloyd had bekend ge maakt, zich te zullen richten naar de beslissing van de Indonesische rege ring en van de Scheepvaartvereni ging Djakarta en was bereid alle be dienden een gratificatie van 2 in Nederlands geld toe te kennen, met een minimum van 51 roepiah. Bij een gunstiger regeling van de Indonesi sche regering zou de Lloyd het ver schil alsnog toekennen. Met de eis van de bedienden kon de Lloyd niet accoord gaan, met het gevolg, dat het Indonesisch personeel op 29 Mei j.l. het werk neerlegde. Dit wordt door de Lloyd als con tractbreuk beschouwd en de staken de bedienden ontvangen geen gage meer. Tegen betaling van f 2.per dag kunnen zij in het voor hen te Rotterdam ingerichte verblyf vertoe ven. r "N Hallo Paps heb je even 25 gulden voor me? Dezer dagen werd een inwo ner van Den Haag opgebeld. Toen hij de hoom van de haak nam, hoorde hij een lieve stem, die zeide: „Hallo paps, heb je even f 25.voor mij? Ik ben met een kennis aan het winke len en wilde iets kopen, waar voor ik f 25.nodig heb". Paps die zijn dochter gaarne een ge noegen wilde doen, antwoordde dat dit wel gaan zou, waarop de stem aan de andere kant van de lijn zeidet dat de kennis, er zus en zo uitzag, dan wel even dit bedrag zou komen ha len. Inderdaad verscheen er na enige tyd iemand, die de f 25. in ontvangst kwam nemen. Toen de dochter thuis kwam, vroeg paps vol belangstelling wat zijn oogappel had gekocht doch deze was zeer verbaasd over deze vraag, omdat zij in het geheel geen inkopen had gedaan. De politie heeft de zaak nu in onderzoek. Vy Max Reiman. de voorzitter van de West-Duitse communistische partij, heeft op de sociaal-democraten een beroep gedaan om te beraadslagen over gemeen schappelijke actie van sociaal-democraten, communisten en vakverenigingsleden te gen de Conventie van Bonn. Heinkenszand loen en Nu Het was een droom, blijkbaar. Twee stemmen praatten. Het was een beetje wazig, zeker om dat het een droom was. Maar het ging over deze twee prent jes, dat was duidelijk. ,Met oude liedje", zei de éne, die nogal brommerig scheen, „van Stijl tot Wan-Stijl". „Van modder en mest en kin derhoofdjes tot een schone straat", repliceerde de ander. „Toch jammer, die mooie, oude toren" kwam de eerste te rug, „die dikke steunberen, een goeiig soort toren. Maar hoe kom ik aan dat gevoel van gro te afstanden, er is iets van vrijde bogen, verre spanningen, wat is dat?" „Hij was tè goeiig", verklaar de de andere stem, „nam zijn hoed af voor Napoleon. Die brak de spits eraf, voor de tele graaf van dien tijd; dat ging door de lucht, lichtschijnsels waarschijnlijk. Ze konden hier de berichten opnemen van de Middelburgse Abdijtoren. Een grote boog inderdaad, die twee torens als pijlers". „Dat was dan collaboratie", bromde de pessimist. „Maar wat "kon hij eraan doen? Moesten ze daarom alles afbreken in 1843?" „Weet ik niet. Zal wel niet," was het antwoord. „Maar ik weet nog wel een paar grote bo gen. Eén pijler stond in Péri- gord, dat is diep in Frankrijk, het land van de Bergerac en de truffels. Eén stond er in Bohe- men, waar nu de Sowjet baas is. Twee mooie edellieden, officie ren, die hier kwamen vechten voor de Zeven Provinciën. De éne heette de Perponcher, de ander Sedlnitzky. De derde pij- Ir was hun nazaat, Cornelis de Perponcher Sedlnitzky, Heer van Wolphaartsdijk, blijkens zijn graftombe een zéér edel en milddadig Heer, die hier pol ders indijkte. Hij lag begraven in die oude kerk. Wat zaadjes ver kunnen waaien." „Inderdaad", hernam de brom- mert. „en verwaaien ook, er is geen spóór meer van over." „Er zijn padvindertjes over", gaf de ander terug, „kijk maar op het prentje 1952. Heel wat frissere ventjes dan de kleine oude mannetjes, die kinderen moeten voorstellen daar op dat plaatje uit de „Vaderlandse Ge zichten" „En toch is het allemaal on nodig kaal en hard nu", hield koppig de eerste vol, „moet je dat oude straatje maar eens zien, die aardige huisjes, die luikjes, dat luifeitje, en dan dat kloeke hoekhuis, daar links van de boom, het lijkt wel, of het model gestaan heeft voor Krop holler. Kijk eens naar dat ge noeglijk kerkemuurtje met die kleine steunbeertjes en verge lijk dat eens met dat dooie ijze ren hek, met die Waterstaats- stijl van school en kerk, nü. De zonden der vaderen noem ik dat; hoe lang moeten we daar nog wél tegenaan kijken?" „Vergeet ook de weldaden van het voorgeslacht niet", ant woordde de optimist, allereerst de moeders, die al die plezierige jongetjes op de kaart gezet heb ben. En dan de vaders, die de bomen plantten. Want wie zijn- het, die het figuur 1952 redden? Wie zijn het, die de Grote Ver zoening brengen, waardoor dit dorpsplein tóch nog zijn waar digheid heeft, zijn rust, zijn houding?" „De bomen, wéét ik wel", zei- de de brombeer, „als er geen bomen waren J. C. v. S.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5