Zeeland oud...
Enthousiast over kwaliteiten van
Nederlands fokvee
ZEELAND NIEUW
DINSDAG 10 JUNI 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
(Van een medewerker)
ISRAëL, Juni Btf ons bezoek aan Israël viel het ons telkens weer
op, hoe allerlei dingen ln dit land soms verrassend eender waren als by
ons, maar by nader inzien toch weer anders. In Jeruzalem, een moderne
stad, kan men op een open terrein tussen twee huizen ineens een troep
witte leghorns zien rondscharrelen, juist als ze dat bij ons ook doen. Maar
gaat men naar een dorp, dat zich op kippenteelt heeft toegelegd, dan is
alles toch weer anders dan byvoorbeeld op de Veluwe. Men maakt daar
overwegend gebruik van de zogenaamde legbatterijen. Een methode, waar
bij elke kip afzonderlyk in een klein kooitje ondergebracht is. De mest
valt door het rasterwerk naar beneden, de eieren glyden langs de hel
lende bodem weg en het water wordt regelmatig door een klein gootje
druppelsgewijs toegevoerd. Ik ben niet genoeg deskundig om mij een
oordeel over de deugdelijkheid van die methode te kunnen permitteren,
maar merkwaardig is het!
Ook als men door het land rijdt,
ziet men telkens weer kudden Fries
aandoend zwartbont vee, maar als
men nader komt, vallen u zelfs als
leek kleine afwijkingen op. Een des
kundige van het departement van
landbouw heeft mij dan ook verteld,
dat men het Friese ras met een Sy-
risch (Damasceens) ras kruist om het
meer voor bergachtig terrein ge
schikt te maken. Overigens was hij
zeer enthousiast over de kwaliteiten
van het Nederlandse fokvee en druk
te dat uit door mij de groeten op te
dragen aan de Nederlandse veehou
ders. By deze breng ik dus de dank
door: Ds. M. ENKER.
van de heer I evy, chef van de
afdeling vee tec m het Israëlische
ministerie van landbouw, over aan de
Nederlandse veehouders. Hij betreur
de alleen, dat de deviezenpositie van
Israël het op het ogenblik niet toe
staat, om meer Nederlands fokvee te
kopen.
Maar op een andere plaats heb ik
ook een klacht gehoord over het Hol
landse vee. De bewoners van een
tuinvoorstadje beklaagden zich er
over, dat de Hollandse koeien van
het naburige dorp hun heggen kaal
gevreten hadden....
VROUWELIJKE SOLDATEN.
Dikwijls zag ik troepen soldaten op
oefeningen door het land ryden of
marcheren. Op een afstand is dan
ook alles precies eender als hier. De
zelfde jeeps, dezelfde kleur unifor
men, dezelfde vrachtauto's. Maar als
we dichterbij komen, sta je toch even
te kijken, want een gedeelte heeft
lange haren onder hun baret. Het
blijken meisjes "te zijn. Er is name
lijk in Israël ook dienstplicht voor de
vrouw. De jonge meisjes moeten op
dezelfde leeftijd als de jonge mannen
voor hun nummer opkomen. Ook
hierin uit zich de bijzonder gelijk-
Toch is 'f zo I
I. «MM
*VI
278.
Dit is geen kunstrubriek.
Daarom op deze plaats lof, noch cri-
tiek op het Peruaanse gezang dat ons
enkele weken geleden door de luid
spreker tegenklonk. Ook wanneer men
op Amerikaanse wijze tracht deze In
diaanse zang te doordesemen met
Inca-mystiek, kan ons dat onberoerd
laten. Hoe en op welke wijze een scho
tel ter tafel moet worden gebracht,
dient ieder voor zichzelf uit te maken.
Maar wanneer de radiospreker, die
de zangplaten van deze Indiaanse bij
het publiek inleidt, gaat citeren uit
oude Inca-geschriften, dan wordt het
toch wel wat al te gortig. Want er be
staan geen Inca-geschriften en de
Inca's bezaten zelfs geen schrift.
U zult wellicht ook wel eens een
knoop in uw zakdoek hebben gelegd
om U te doen herinneren aan iets dat
U beslist niet mocht vergeten. Die
zakdoek-met-knoop kunt U (mits
schoon) ook aan een ander ter hand
stellen, maar die heeft daar niets aan,
want de door U gelegde knoop is geen
schrift, maar een geheugensteun, die
waardeloos is wanneer er niet de no
dige uitleg bij gegeven wordt. Een
dergelijke knoop betekent voor U dat
tante Adèle vandaag jarig is, maar een
ander zal er aan herinnerd worden
uien mee te brengen voor de avondpot.
Welnu, een dergelijke geheugen
steun hadden de Inca's in het Quipu,
een soort franje, waarin knopen van
verschillende betekenis gelegd konden
worden. Zonder mondelinge toelich
ting kon de betekenis van deze kno
pen niet begrepen worden en wanneer
koeriers elkaar boodschappen overga
ven, dienden de estafettelopers een
einaweegs naast elkaar voort te dra
ven om tekst en uitleg te geven. Met
het schrift, dat met onveranderlijke
tekens of symbolen werkt, hebben
deze geheugen-knopen dan ook niets
uitstaande. En van geschriften uit de
Inca-tijd is natuurlijk helemaal geen
sprake.
Nadat het Inca-rijk in 1532 door de
Spanjaarden vernietigd was zijn er
weliswaar overleveringen uit de Inca-
tijd te boek gesteld, bijv. door Garci-
laso de la Vega, welke kroniekschrij
ver een Inca-moeder had, doch deze te
boekstelling geschiedde in het Spaans
en bovendien bijna anderhalve eeuw
na de vernietiging van de Inca-heer-
schappij. Wil men dergelijke kronie
ken als „oude Inca-geschriften" betite
len, welaan knipt U dan deze kolom
uit en U heeft eveneens een oud Inca-
geschrift in handen!
Over handen gesproken: vindt U
het niet zonderling, dat een ongeoefen
de niet in staat is zijn vingers afzon
derlijk te buigen of te strekken? Mor
gen zullen we zien hoe dat komt.
H. Pétillon
waardige positie, die de vrouw in Is
raël ten opzichte van de man in
neemt. Natuurlijk ook de behoefte
om tegenover de dreigende buren een
sterk leger op de been te houden.
Alleen getrouwde vrouwen en meis
jes uit zeer orthodoxe huizen zijn
van de dienstplicht vrijgesteld. In de
opbouw van dat leger heeft men dan
ook grote sommen besteed en blijk
baar met succes. Het bezit moderne
wapenen en ook vliegtuigen; de troe
pen maken een stevige, goed getrain
de indruk.
Een Engelse deskundige heeft nog
onlangs medegedeeld, dat Israël des
noods onmiddellyk vijf volledig ge
trainde divisies op de been zou kun
nen brengen. Wy, die zoveel moeite
hebben met drie divisies, kunnen ons
indenken welk een prestatie dit is
voor een land van anderhalf millioen
inwoners.
GEEN TRAMS*
Ik heb heel wat door het land ge
reisd en zo heb ik ook de verkeers-
en vervoersmiddelen leren kennen.
Het moderne verkeer stelt enorme
eisen aan organisatie en materiaal en
het is dan ook begrijpelijk, dat een
zo jong land dit nog niet in de punt
jes voor elkaar heeft. Toch heeft men
door een verstandig gebruik van de
bestaande middelen al aardig wat we
ten te bereiken. Het stadsverkeer
kent natuurlijk geen trams, maar al
leen bussen en taxi's. Het is onge
looflijk, hoeveel mensen daar in een
bus gaan. Als je denkt, dat die bus
nu toch wel helemaal uitpuilt, dan
roept de chauffeur „even opschui
ven" en er kunnen er altyd weer een
paar bij. Het is mij ook overkomen,
dat ik in zo'n bus hing (van staan
Kanovaarders kregen
toch honger.
Dr. Alain Bombard, een 27-jarige
Franse kanaalzwemmer en Jack Pal
mer, een 38-jarige inwoner van Pa
nama van Schotse afkomst, die in een
rubberboot van Monaco naar Cuba
wilden varen, teneinde te bewijzen,
dat de mens op zee genoeg voedsel
kan verkrijgen om in leven te blijven,
hebben na veertien dagen een schip
om voedsel verzocht. Zij weigerden
echter aan boord van het schip, het
Franse vaartuig ,,Sidi Ferruch", naar
Marseille terug te keren, doch wens
ten, na het ontvangen van water,
vlees in blik en gecondenseerde melk,
hun tocht voort te zetten.
De „Sidi Ferruch" ontdekte de rub
berboot bij Gibraltar. De mannen wil
den bewijzen, dat een mens voldoende
vocht kon vergaren uit een mengsel
van zeewater en regenwater en een
afscheiding, te vinden in het binnen
ste van vissen. De tocht door dr. Bom
bard is als een wetenschappelijk ex
periment opgezet in het Oceanologi-
sche Museum van Monacco.
Volgens de bemanning van de „Si
di Ferruch" zag dr. Bombard er
goed uit. Met de Schot was het min
der gesteld.
Proces-verbaal op verzoek.
In het verslag over de werkzaam
heden van de thans ruim dertigjari
ge keuringsdienst van Waren voor
het district Dordrecht, wordt onder
meer geconstateerd, dat nog steeds
in zo goed als alle gemeenten de wo.-
ningnood zó groot is, dat ten aanzien
van gewenste verbeteringen in de
ruimten, dienende voor het bereiden,
bewaren en verkopen van eet- en
drinkwaren dikwijls met provisori
sche maatregelen genoegen moest
worden genomen. Tegen één kruide
nier, die onverpakte eetwaren in een
slaapvertrek moest bewaren, werd op
zyn verzoek proces verbaal opge
maakt
kon er niet meer gesproken worden)
en dat er op een bankje naast mij 'n
Irakse vrouw rustig haar baby zat
te voeden en niemand, die daar aan
stoot aan nam.
Ook het vervoer tussen de steden
en dorpen wordt voornamelijk door
bussen onderhouden, die op geregel
de tyden rijden.
De trein verbindt slechts de drie
voornaamste steden en maakt daar
bij, ook door de grillige grens, zulke
omwegen, dat hij niet bijzonder po
pulair is.
Een hoofdstuk op zichzelf vormen
de taxi's, die een veel groter aandeel
hebben in het vervoer dan in Neder
land. Zij rijden zowel in als tussen de
steden. Het zijn meest grote Ameri
kaanse wagens, wat zijn reden daarin
heeft, dat zij zoveel mogelijk perso
nen moeten kunnen vervoeren. Je
neemt er een taxi namelijk niet alleen
voor eigen rekening, wat over het
algemeen veel te duur is, maar
meestal gemeenschappelijk. In de
stad rijdt zo een wagen dan op één
van de hoofdverkeersstraten. Er zit
ten twee of drie mensen in en ik houd
mijn hand op. waarop hij dan stopt.
Na informatie over het kruispunt,
dat hij aandoet, noemt hij mijn aan
deel in de prijs en mag ik meerijden.
Het gekke is, dat ze meestal niet
stoppen als er maar één in zit, want
dan heeft die inzittende de wagen
helemaal gehuurd.
(Nadruk verboden).
HET TEGENWOORDIGE ISRAEL.
De leerlingen van de
danscursus 19511952
Soestdijk, waartoe ook
de Prinsessen Irene en
Margriet behoren, heb
ben Zaterdag een uitvoe
ring gegeven in het Plan-
kenierstheater te Huizen
als besluit van het sei
zoen. Op de linkse foto
zien we 'n gedeelte uit de
opvoering van „Circus",
waarin Prinses Irene
(geheel links) de rol ver
vult van zigeunerin. Op
de foto rechts een tafe
reeltje uit „Dat komt er
van", waarin we prinses
Marijke geheel links zien
en prinses Margriet
tweede van links.
EEN B O EK OVER,
HET LEVEN
Degene, die er behoefte aan mocht
hebben een „plan voor het leven" op
te maken, zou dit kunnen doen aan
de hand van dr. E. Chesser's boek
„Leef niet om niet", dat in een ver
taling van Jac. v. d. Ster verscheen
bij de uitgeverij Nieuwe Wieken N.V.
te Amsterdam. Dr. Chesser is van
mening, dat bij de „practische vraag
stukken van alle dag" naar succes
kan en moet worden gestreefd en hij
geeft daartoe een aantal richtlijnen,
die verwarring kunnen verdrijven. Hij
komt tot een aantal uitspraken in de
geest van „Er zal nimmer vrede in de
wereld zijn, zo lang er geen rust
heerst in de persoonlijke ziel", het
geen voor velen geen schokkende ont
hulling zal zijn en zo zal men lezend
in dit psychologische werk voortdu
rend overeenkomstige algemeenhe
den aantreffen. Als een aanwinst op
het gebied van de tegenwoordig zo
talrijke boeken-met-een-opvoedkundi-
ge-strekking kunnen wij „Leef niet
om niet" dan ook moeilijk zien.
Groeten en dank voor onze veehouders
van Urich Levy
Het weieidgebeuren
Laatste kans
Het is langzamerhand een zeer
merkwaardige geschiedenis ge
worden met de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. Sinds enige
maanden bestrijden de candidaten
van één partij eikaar op leven en
dood bil de voorverkiezingen in de
verschillende staten en zelfs nu we
nog maar enkele weken van de gro
te partycongressen, waar de defini
tieve beslissingen over de officiële
party-candidatuuf zullen vallen, ver-
wnderd z(jn, weet het Amerikaanse
volk nog niet waar het aan toe is.
Met name geldt dit voor de republi
keinse party, waarin de strijd tussen
generaal Eisenhower en senator Taft
eigenlijk pas sedert enkele dagen
goed aan de gang is. Taft heeft mis
schien nog een voorsprong. Een
kleine weliswaar maar toch een die
hem in zijn eigen ogen reeds tot
overwinnaar maakt. Jammer genoeg
voor Taft echter, zijn insiders in de
binnenlandse politieke verhoudingen
van de Ver. Staten nog volstrekt niet
zeker van Eisenhowers nederlaag.
Velen zijn zelfs een volkomen tegen
overgestelde mening toegedaan.
Volgens de laatste berekeningen
zou Taft en Eisenhower op het ogen
blik kunnen rekenen op de steun
van ongeveer 450 kiesmannen ieder.
Maar er zijn 604 stemmen nodig en
voor een van beiden die bereikt heeft
kan er aan de onderlinge krachtsver
houding nog heel wat veranderen.
Zeer belangrijk is in dit opzicht de
houding van de zg. onafhankelijke
kiesmannen. Dat zyn zij, die door
geen enkel mandaat gebonden zijn
en die dus tot het allerlaatste moment
een onzeker element blijven vormen.
Vooral de staten CaÜfornië en Penn-
sylvanië sturen van deze „soort" een
respectabel aantal naar de partij-
conventie en men kan wel aannemen,
dat de houding van deze afgevaardig
den vrijwel beslissend zal zijn.
Beide republikeinse candidaten
strijden op het ogenblik dan
ook een felle strijd om elke
„kiesman" die maar te „veroveren"
valt en zeker naar Nederlandse be
grippen gaat men daarbij wel eens
zó ver dat het begrip democratie ef
maar moeilijk mede te rijmen valt
Eisenhower bijv. heeft nog zeer oi^
langs de wens te kennen gegeven, al
le gedelegeerden persoonlyk te willen
ontmoeten en daarby medegedeeld
dat hy daarvoor de reiskosten wel
voor zijn rekening wilde nemen.
Waarop Taft natuurlyk prompt heeft
gereageerd met een beschuldiging
van omkoperijMaar ook de Taft-
aanhang maakt zo nu en dan vreem
de capriolen. Het partijbestuur van
Texas byv., dat sterk op de hand
van de senator is, negeerde de dui
delijke uitspraak van de kiezers in
deze staat door in plaats van Eisen-
howers-aanhangers vrienden van Taft
naar de partij-conventie af te vaar
digen. En Eisenhowers aanhang
komt natuurlyk toch met een eigen
delegatie. Dat kan dan een gezelli
ge boel worden op 7 Juli in Washing
ton!
Voor Senator Taft staat er wel
heel veel op het spel. Reeds
tweemaal deed hij in het ^verle
den een gooi naar de officiële candi-
datuur voor de republikeinse partij.
Eerst in 1939, maar toen werd hij
verslagen door Wendell Wilkie wiens
sterke anti-isolationistische neigin
gen het ten slotte toch van Tafts meer
uitsluitend op de Ver. Staten zelf ge
richte politiek wonnen. Wilkie werd
de officiële candidaat der republi
keinen, maar de democraat Roosevelt
bleef bewoner van het Witte Huis.
Zo ging het ook acht jaar later, toen
Dewey de republikeinen in de eind
strijd aanvoerde. En nu. in 1952,
veent Taft voor zijn laatste kans om
nog eens de voetsporen te drukken
van zijn vader, die van 1909 tot 1913
Amerikaans president was. Zal hij
voor de derde maal weer door zijn
eigen partij worden afgewezen?
Zoals hiervoor reeds werd uiteen
gezet, is het beslist nog te vroeg
om een definitief antwoord op deze
vraag te geven. Toch blijft één ge
vaar dreigen: dat van scheuring in
de republikeinse gelederen Eisenho
wer heeft weliswaar reeds verklaard
dat hij de officiële republikeinse can
didaat zal steunen, ook als hij dat
zelf niet zou zyn, maar uit de mond
van Taft hebben we 'n dergelijke ver
zekering nog niet vernomen. En op
dit punt zou 't toch niet uitgesloten
zijn, dat de historie zich volgens
haar aard weer eens zou herha
len. In 1912 ging de strijd tussen Ted
dy Roosevelt als aftredende president
en Taft Senior, die de partij-machi
ne achter zich had. Roosevelt, die
zich zeker wist van de sympathie
van een belangrijk deel van de re
publikeinse kiezers, zocht tenslotte
onafhankelijk zijn weg naar het pre
sidentschap tegen de officiële repu
blikeinse candidatuur van Taft Sr.
in ende democraat Wilson kwam
in het Witte Huis.
Waarschijnlijk zullen de republi
keinen het nu wel niet op een scheu
ring laten aankomen. Er is hun im
mers té veel aan gelegen na twintig
jaren van democratisch bewind de
touwtjes weer eens in handen te krij
gen. Maar het gevaar bestddt en bij
een toch wel zeer impulsieve en niet
geheel en al van „Streberei" vrij te
pleiten figuur als Taft weet men
nooit zeker, wat er zal gebeuren.
Storing in samenwerking
met Indonesisch personeel.
Stakende bedienden bij de Lloyd
nu zonder gage.
De Kon. Rotterdamse Lloyd heeft
een circulaire uitgegeven, waarin z(j
er haar leedwezen over uitspreekt,
dat er na jaren van goede samenwer.
king met de Indonesische bedienden
een storing is ontstaan.
Zoals bekend voeren de „Water
man" en de „Willem Ruys" onlangs
uit zonder Indonesisch personeel. De
bedienden eisten een Lebaran-grati-
ficatie (uitkering ter gelegenheid van
de Mohammedaanse vasten) van mi
nimaal 100 roepiah en maximaal 300
roepiah. De Lloyd had bekend ge
maakt, zich te zullen richten naar de
beslissing van de Indonesische rege
ring en van de Scheepvaartvereni
ging Djakarta en was bereid alle be
dienden een gratificatie van 2 in
Nederlands geld toe te kennen, met
een minimum van 51 roepiah. Bij een
gunstiger regeling van de Indonesi
sche regering zou de Lloyd het ver
schil alsnog toekennen. Met de eis
van de bedienden kon de Lloyd niet
accoord gaan, met het gevolg, dat het
Indonesisch personeel op 29 Mei j.l.
het werk neerlegde.
Dit wordt door de Lloyd als con
tractbreuk beschouwd en de staken
de bedienden ontvangen geen gage
meer. Tegen betaling van f 2.per
dag kunnen zij in het voor hen te
Rotterdam ingerichte verblyf vertoe
ven.
r "N
Hallo Paps heb je even
25 gulden voor me?
Dezer dagen werd een inwo
ner van Den Haag opgebeld.
Toen hij de hoom van de haak
nam, hoorde hij een lieve stem,
die zeide: „Hallo paps, heb je
even f 25.voor mij? Ik ben
met een kennis aan het winke
len en wilde iets kopen, waar
voor ik f 25.nodig heb". Paps
die zijn dochter gaarne een ge
noegen wilde doen, antwoordde
dat dit wel gaan zou, waarop
de stem aan de andere kant
van de lijn zeidet dat de kennis,
er zus en zo uitzag, dan wel
even dit bedrag zou komen ha
len.
Inderdaad verscheen er na
enige tyd iemand, die de f 25.
in ontvangst kwam nemen.
Toen de dochter thuis kwam,
vroeg paps vol belangstelling
wat zijn oogappel had gekocht
doch deze was zeer verbaasd
over deze vraag, omdat zij in
het geheel geen inkopen had
gedaan.
De politie heeft de zaak nu
in onderzoek.
Vy
Max Reiman. de voorzitter van
de West-Duitse communistische partij,
heeft op de sociaal-democraten een beroep
gedaan om te beraadslagen over gemeen
schappelijke actie van sociaal-democraten,
communisten en vakverenigingsleden te
gen de Conventie van Bonn.
Heinkenszand
loen en Nu
Het was een droom, blijkbaar.
Twee stemmen praatten. Het
was een beetje wazig, zeker om
dat het een droom was. Maar
het ging over deze twee prent
jes, dat was duidelijk.
,Met oude liedje", zei de éne,
die nogal brommerig scheen,
„van Stijl tot Wan-Stijl".
„Van modder en mest en kin
derhoofdjes tot een schone
straat", repliceerde de ander.
„Toch jammer, die mooie,
oude toren" kwam de eerste te
rug, „die dikke steunberen, een
goeiig soort toren. Maar hoe
kom ik aan dat gevoel van gro
te afstanden, er is iets van vrijde
bogen, verre spanningen, wat is
dat?"
„Hij was tè goeiig", verklaar
de de andere stem, „nam zijn
hoed af voor Napoleon. Die
brak de spits eraf, voor de tele
graaf van dien tijd; dat ging
door de lucht, lichtschijnsels
waarschijnlijk. Ze konden hier
de berichten opnemen van de
Middelburgse Abdijtoren. Een
grote boog inderdaad, die twee
torens als pijlers".
„Dat was dan collaboratie",
bromde de pessimist. „Maar wat
"kon hij eraan doen? Moesten ze
daarom alles afbreken in 1843?"
„Weet ik niet. Zal wel niet,"
was het antwoord. „Maar ik
weet nog wel een paar grote bo
gen. Eén pijler stond in Péri-
gord, dat is diep in Frankrijk,
het land van de Bergerac en de
truffels. Eén stond er in Bohe-
men, waar nu de Sowjet baas is.
Twee mooie edellieden, officie
ren, die hier kwamen vechten
voor de Zeven Provinciën. De
éne heette de Perponcher, de
ander Sedlnitzky. De derde pij-
Ir was hun nazaat, Cornelis de
Perponcher Sedlnitzky, Heer
van Wolphaartsdijk, blijkens zijn
graftombe een zéér edel en
milddadig Heer, die hier pol
ders indijkte. Hij lag begraven
in die oude kerk. Wat zaadjes
ver kunnen waaien."
„Inderdaad", hernam de brom-
mert. „en verwaaien ook, er is
geen spóór meer van over."
„Er zijn padvindertjes over",
gaf de ander terug, „kijk maar
op het prentje 1952. Heel wat
frissere ventjes dan de kleine
oude mannetjes, die kinderen
moeten voorstellen daar op dat
plaatje uit de „Vaderlandse Ge
zichten"
„En toch is het allemaal on
nodig kaal en hard nu", hield
koppig de eerste vol, „moet je
dat oude straatje maar eens
zien, die aardige huisjes, die
luikjes, dat luifeitje, en dan dat
kloeke hoekhuis, daar links van
de boom, het lijkt wel, of het
model gestaan heeft voor Krop
holler. Kijk eens naar dat ge
noeglijk kerkemuurtje met die
kleine steunbeertjes en verge
lijk dat eens met dat dooie ijze
ren hek, met die Waterstaats-
stijl van school en kerk, nü. De
zonden der vaderen noem ik
dat; hoe lang moeten we daar
nog wél tegenaan kijken?"
„Vergeet ook de weldaden van
het voorgeslacht niet", ant
woordde de optimist, allereerst
de moeders, die al die plezierige
jongetjes op de kaart gezet heb
ben. En dan de vaders, die de
bomen plantten. Want wie zijn-
het, die het figuur 1952 redden?
Wie zijn het, die de Grote Ver
zoening brengen, waardoor dit
dorpsplein tóch nog zijn waar
digheid heeft, zijn rust, zijn
houding?"
„De bomen, wéét ik wel", zei-
de de brombeer, „als er geen
bomen waren
J. C. v. S.