Het verhaal van een zwerftocht
naar het geluk
Vernieuwing en spanning in
R.K. kerk in Frankrijk
de
c.
STRAWINSKY. VEELOMSTREDEN.
BEWONDERD EN VERGUISD
ZATERDAG 7 JUNI 1952
PROVINCIALE ZEETJWSE COURANT
LETTERKUNDIGE KRONIEK.
De dichter Louis de Bourbon
schreef „De Troubadour
HET IS WEL EEN WONDERLIJKE speling van het lot, dat Louis de
Bourbon, Hertog van Normandië en afstammeling van de Dauphin van
Frankrijk (zyn gelaat vertoont nog duidelijk verwantschap met leden
van het roemrijke Franse koningshuis), juist een Nederlands dichter en
schrijver is. Hy werd in 1908 te Renltum geboren. Tot op heden publi
ceerde hij voornamelijk gedichten in een zwaarmoedige, romantische toon.
Religie, liefde en dood waren zijn onderwerpen, ook in de enkele verhalen
die van zyn hand verschenen. Thans vloeide hem het eerste werk van
langere adem uit de pen, de roman „De Troubadour", een boek vol ro
mantiek, zwerflust, verlangen en ontberingen, waarin ook de motieven
God, Liefde en Dood, en de melancholie, hem zo vertrouwd, telkens op
klinken en uitruisen tegen de duistere, donker resonerende klankbodem
van de late middeleeuwen waarin deze roman werd geplaatst.
„De Troubadour" is een typisch
voorbeeld van een prozawerk, ge
schreven door iemand wiens uitings
vermogen in de eerste plaats dichter
lijk is. Het boek werkt als een ge
dicht in proza, een lange ballade; als
een navertelde middeleeuwse avontu
renroman, waartoe natuurlijk de sfeer,
het onderwerp en het feit dat het
boek aan het einde van de 12de eeuw
speelt, nog medewerken. De bouw
van een roman heeft het boek niet,
daarvoor is de intrigue te zwak en
komen de tegenspelers te slecht uit
de verf. Het is dan ook eerder een
lange, dichterlijke novelle, een aan
eenschakeling van kleurrijke, roman
tische taferelen, dan een roman.
DE INHOUD.
De troubadour is Arnout van Soig-
nies, een Frans edelman, die tijdens
een ziekte in zijn jeugd door een
droomgestalte wordt aangespoord tot
avonturen en zwerven door al de
wachtende landen en de wijde wereld,
om daardoor een antwoord te vin
den op alle vragen waarmee hij geen
uitweg weet. Een wijze kluizenaar
legt hem uit, wat die droom betekent:
in Arnout leeft het verlangen te
zwerven en ook de drang naar het
schone en verhevene. Beide begeer
ten te verbinden is Arnouts onbewus
te streven, en waarom zou hij niet
trachten dat doel te bereiken? „Elk
mens is een zwerver naar geluk,
maar vergeet nooit dat God het
schoonste avontuur is", zegt de kluize
naar, en hij geeft de jongen ook nog
deze woorden mee: „Eens zul je, hoop
ik, de waarheid ontdekken, dat een
zaamheid en ontbering een volmaak
ter lafenis zijn voor de ziel dan alle
rijkdom der aarde kan geven. Ga
eerst maar op zwerftocht door de
bonte wereld".
Arnout groeit op tot een veelzijdig
begaafde jongeman. - Twee verschil
lende drangen zrjn in hem verenigd:
enerzijds hunkert hij naar het ruige,
manlijke avontuur, anderzijds is hij
een dromer, vol liefde voor de beto
veringen van woord en klank.
Op een avond, terugkomend van
een rit te paard door de najaarsbos-
sen, zag hij in de grote zaal van zijn
vaderlijk kasteel de zanger Sariada
naast zijn harp. Zijn blik vol een
zaamheid, die de ruimte van eindeloze
Noordelijke zeeën opriep, staarde
over allen heen, en Sariada's stem
was als het ruisen van golven en
wind bij koelte of bij storm. De uit
werking van zijn verschijning en zijn
liederen was zo sterk, dat Arnout er
maandenlang van onder de indruk
blijft, ja, dat hij het nooit meer ver
geet. Maar inmiddels begint ook zijn
Culturele
Cavalcade
PAOLO GORIN, de Israëlische bari
ton, die momenteel bij de Nederland
se Opera optreedt, zal de titelrol zin
gen in de opera „Le Roi David". Deze
opera wordt door de Franse compo
nist Darius Miïhaud geschreven ter
gelegenheid van het 3000-jarig bestaan
van Jeruzalem, dat in 1954 gevierd
zal worden.
HIMA KESARCODl. de Hindoe
danseres, zal eind Juni een reeks voor
stellingen in Nederland geven, o.m. in
de Kurzaal te Scheveningen tijdens
het Holland-Festival. Zij maakt mo
menteel een tournee door Joego-Sla-
vië, Zwitserland en Zuid-Dxütsland.
COMPTON MACKENZIE, schrijver,
en Carol Reed, regisseur, hebben de
titel van „Sir" gekregen, ter gelegen
heid van de 26ste verjaardag van Ko
ningin Elisabeth van Engeland.
VOOR 1952 zijn door het ministerie
van Onderioiis, Kunsten en Weten
schappen wederom een aantal reis
beurzen ter beschikking gesteld voor
letterkundigen. Gegadigden dienen
voor 1 October een oorspronkelijke no
velle in te zenden.
ÓSSIP ZADKINE, de Franse beeld
houwer, heeft een bezoek gebracht
aan de tentoonstelling van beeldhouw
kunst in het park Sonsbeek te Arn
hem. „Sonsbeek 1952" had zijn warme
waardering en hij zal er nog terug
keren om er een gehele dag door te
brengen. Zadkine is de vervaardiger
van het beeld „Verwoeste Stad", dat
in Rotterdam komt te slaan.
DE NEDERLANDSE Vereniging van
Toneelspelers heeft een afdeling Caba
ret opgericht, met in het voorlopig be
stuur o.a. Martie Verdenius, Wim lbo
en Cor Lemaire.
MAX DENDERMONDE schreef een
Marktspel, getiteld „Delfts Overwin
ning" en spelende in de tijd van de
Hoekse en Kabeljauwse twisten. Onder
regie van Kees van Iersel zal het op
11, 12 en 14 Juni op de Mrakt te Delft
worden opgevoerd. Op de binnen
plaats van het Prinsenhof zullen in de
laatste week van Juni de traditionele
Elckerlyc-vertoningen worden opge
voerd, in het kader van het Holland-
Festival.
leerschool des levens, onder leiding
van een grote, wat ruwe vriend, die
hem in contact brengt met meisjes
en zinnelijk genot. In Arnout blijft
echter steeds een grote schroom, een
kuisheid en een verlangen naar het
verhevene en edele in de liefde.
Steeds zweeft de lichtende gestalte
van zijn verafgode moeder hem voor
door HANS WARREN
de ogen en elk meisje, elke edelvrouw
die hij in zijn avontuurlijk leven dat
weldra begint, ontmoet, meet hrj af
aan de ideale gestalte van zijn moe
der. Steeds verder ontwikkelt hij zich
in manlijke deugden, in het wapen
spel en op de jacht, en weldra ver
breidt zich ook zijn faam als trouba
dour. Wanneer hg tenslotte de leef
tijd heeft bereikt om tot ridder te
worden geslagen en de geloften voor
het ridderleven af zal moeten leggen,
verkiest hg het avontuur en de vrij
heid. Hij wikkelt zich in zijn reisman
tel en wordt zwerver, troubadour,
zanger aan de hoven van de Franse
vorsten en edelen. Hij heeft vele vrou
wen lief en wijdt zich dan weer in
vertwijfeling aan God. Soms is hij ge
vierd, dan weer berooid, en eenmaal,
door wolven overvallen in het winter-
bos, ontkomt hij nauwelijks aan de
dood. Hij componeert zijn liederen
voor de schone edelvrouwen en wint
vele harten, maar het ware geluk
vindt hjj nergens, zrjn gespleten na
tuur drijft hem steeds voort.
Tenslotte ontmoet hij Guirant van
Borneil, de koning der troubadours,
door Dante beschreven als de zan
ger der rechtschapenheid. Guirant,
die nooit genot en jolijt zocht, die al
tijd zijn hart heeft gewijd aan schoon
heid en geest, en niet aan vrouwen
dienst,- voordeel of -gewin, heeffc-aan
het eind van zijn leven, en te laat, de
liefde ontmoet in Mélisande, een jonge
edelvrouw uit het Afrikaanse Tripo
lis. Hij kan haar slechts een lied van
stilte, witte, smetteloze stilte zingen.
Hij vertelt Arnout met een paar
woorden van haar, en in diens jonge
gemoed, steeds bereid tot het ver
puurde en verhevene, groeit de nooit
geziene Mélisande tot het ideaal, on
bereikbaar als een godin, vereerd
als zijn moeder. Genezend na de over
val door de wolven (de strijd in het
besneeuwde bos is een der sterkste
passages uit het boek) bezint de trou
badour zich op zijn bestaan. Een ech
te zanger en dichter is hij nooit ge
weest. Hij heeft nooit stilte en een
zaamheid gezocht om van daaruit tot
de mensen te komen met een lied. dat
nacht en stilte hem ingaven, maar
hij heeft steeds het licht en de vro
lijkheid, de vrouwendienst gezocht.
Nu doet de onbekende schone Méli
sande hem rijpen tot ware liefde. Zg
schrijven elkaar en beiden voelen zij,
dat zij elkaar aanvullen tot een ide
aal liefdespaar, zó volmaakt, dat Ar
nout aan de vervulling van die liefde
geen behoefte heeft. Hij hervat zijn
wisselvallig troubadoursleven en pas
veel later, tijdens een kruistocht,
wordt de ridder doodziek aan land ge
bracht op de Afrikaanse kust. Als
hij dan verneemt, dat het nabij Tri
polis is, laat hij een boodschap zen
den naar het kasteel. Mélisande komt
en het lied van smetteloze stilte be
gint. In de dood of in het leven Het
doet er niet meer toe.
DE VORM.
Een strakke bouw heeft deze ro
man, zoals gezegd, niet. Het verhaal
is een aaneenschakeling van romanti
sche, kleurrijke taferelen en avontu
ren, zoals de oude ridderromans die
geven. In de hoofdpersoon, die veel
verwantschap vertoont met Louis de
Bourbon zelf, is de eeuwige strijd ge
tekend tussen het duister en het
licht, het lage en het verhevene, de
Noorderling met zijn aanleg voor
eenzaamheid en meditatie en de Zui
derling met zijn gloed, die de een
zaamheid in jolijt wil verdrijven. Al
les is echter wat vaag en in het duis
ter gebleven, doordat hier een dich
ter aan het woord is, en geen proza
schrijver. Een dichter, die het vermo
gen heeft prachtige, sterke stem
mingsbeelden te geven, .maar die he
laas een weinig soepel, en soms zelfs
onzuiver Nederlands schrijft.
Uitgave: Elsevier, Amsterdam
Brussel.
Beslag gelegd od werken
van Henri Jonas.
Op last van de rechter-commissaris
te Roermond is op verzoek van de
weduwe JonasServaes te Maastricht
beslèg gelegd op de 59 werken van de
overleden kunstschilder Henri Jonas.
Genoemde werken werden in Venray
geëxposeerd. Vier tentoongestelde
werken vielen buiten deze beslagleg
ging, daar zij door de schilder voor
zijn opneming in een psychiatrische
inrichting te Venray gemaakt werden
Van deze 59 tentoongestelde stukken
zijn er 24 in het bezit van de psychia
trische inrichting St. Servatius. De
overige zijn in het bezit van particulie
ren, allen behorende tot het personeel
van genoemde inrichting.
.Mevrouw Jonas betwist,, de huidige
bezitters het eigendomsrecht op deze
schilderijen op grond van het feit, dat
haar overleden echtgenoot in de pe
riode van de overdracht dezer kunst
werken niet de volle beschikking had
over zijn geestvermogens en dus geen
schenkingen en geen verkopen van
eigendommen kon doen. De schilde
rijen. waarvan het eigendomsrecht
thans betwist wordt, waren door de
organisatoren van deze tentoonstel
ling verzekerd voor f 30.000.
In tegenwoordigheid van H.M. de Koningin is in Den Haag het Holland-
Festival met een concert in de Ridderzaal geopend.
Van links naar rechts: kolonel F. Bischoff van Heemskerk. Baronesse
van Tuyll van Serooskerken (Grootmeesteres van H.M.), burgemeester
mr. F. M. A. Schokking van Den Haag, H.M. de Koningin, mr. H. J.
Reinink (voorzitter Algemeen Bestuur Holland-Festival).
HET HOLLAND-FESTIVAL.
Bestaat er een antithese in het oeuvre
van deze componist
(Van een bijzondere medewerker)
STRAWINSKY IS IN NEDERLAND en onmiddellijk laaien de discus
sies rond de muzikale borreltafels hoog op en met grote geestdrift storten
de voor- en tegenstanders van deze problematische componistenfiguur zich
in uitgebreide polemieken over diens merkwaardige muziek. Dergelijke
debatten dateren niet van vandaag of gisteren, maar worden sinds jaar
en dag in alle plaatsen gehoord, waar de klanken van Strawinsky tot
leven gewekt worden. Het werk van deze Amerikaanse Rus kan moeilijk
zonder meer worden gedetermineerd, vooral niet omdat hij zich anders
ontwikkeld heeft dan noodzakelijk werd geacht. Daarom is het een vaste
gewoonte geworden om zijn oeuvre eenvoudigweg in twee stukken te knip
pen. Over het eerste deel worden dan juichkreten geslaakt, doch over
het tweede heerst er droefenis
Willem Pijper schreef reeds meer
dan vijf en twintig jaar geleden in
mineurstemming een paraphrase over
„1' Histoire du Soldat". „Strawinsky's
ziel zong indertijd als een toverviool",
zo betoogde hij in 1926. „thans is zijn
muziekvermogen naar de duivel en
baadt hij zich in roem en eer." Hard
nekkig kwam dit thema steeds weer
terug, overal waar verhandelingen
over Strawinsky's werk opdoken, tot
het zelfs een legénde werd, die niet
meer uit te roeien bleek. Strawinsky's
composities dienen nu eenmaal in
twee of zelfs in meer globale
perioden gerangschikt te worden, zo
dictieerden gezaghebbende muziekge
leerden: De eerste periode is de
vruchtbare, de enerverende. Zij wordt
gevormddoor de jaren, waarin de
componist de barbaarse oerklanken
uit de kosmos wist te grijpen en hen
samenvoegde in zijn geladen „Le Sa-
cre du Printemps". En de tweede pe
riode is die van een man, wiens in
spiratiebronnen zijn opgedroogd, die
zich daarom tot het verleden wendt
om daar materiaal te vinden voor
STEMMEN UIT DE KERKEN.
Kerk en volksmassa gingen
ieder een eigen weg....
Frankrijk ls een land, waaraan de Kerk in de wereld heel wat te danken
heeft gehad, nadat de Franken onder Koning Clovïs tot het Christendom
waren over gegaan. Dat was het begin van een nieuwe toekomst voor de
Kerk. Toen zijn de grondslagen gelegd voor de christelijke cultuur van
Europa, waarin wij feitelijk nog altijd leven, ondanks alle stormen die er
over ons werelddeel zijn gegaan.
In tg'den van innerlijk verval zijn er telkens weer vernieuwingsbewegin
gen in de Kerk gekomen, die bijna alle hun oorsprong in Frankrijk vonden
en invloed hebben uitgeoefend in
Mede door Frankrijk is de Kerk in
de middeleeuwen een geweldig
machtsinstituut geworden. Als de
Kerk macht over de wereld krijgt,
krijgt tegelijk de wereld nog meer
macht over d§ Kerk. Het land dat
zijn naam aan de Franken dankt, is
daarvan een voorbeeld. Doch even
eens is het een voorbeeld hoe ook
door de grootste verwordenheid een
zuiverende vloedgolf kan gaan en
hoe, te midden van overdadigheid en
luxe het ideaal van armoede om
Christus wil, vernieuwend kan wer
ken.
Ook in de tijd van de kerkhervor
ming is de invloed van Frankrijk niet
gering geweest. We brengen in her
innering de naam van Calvijn, een
zoon van het Franse volk en de psal
men, die nog steeds over heel de we
reld worden gezongen.
IN VERVAL
Wanneer we in de tegenwoordige
rijd denken aan Frankrijk, komt ons
in gedachten een Kerk die in verval
is. Wie wel eens dat land heeft door
kruist, weet, dat enkele monumen
tale kathedralen goed onderhouden
worden, maar veel kleinere kerken,
juwelen van bouwkunst soms, zoda
nig in verval zyn, dat hun geen lang
leven meer beschoren kan wezen, als
er tenminste niet afdoende wordt in
gegrepen. Dat uiterlijk verval is een
beeld "van het innerlijke. In Europa
wordt Frankrijk wel genoemd het
land dat het meest ontkerkelijkt is.
Toch is er juist in dit land een ver
j landen waar de Chr. Kerk leefde.
nieuwingsbeweging die perspectieven
biedt. Er zijn daar allerlei nieuwe
initiatieven in de Kerk. Dit geldt zo
wel van de Rooms Katholieke als van
de Protestantse.
De vraag waarvan een groep jonge
R.K. geestelijken ls uitgegaan, is de
ze: Hoe komt het toch dat er tegen
woordig zulk een brede kloof is tus
sen de Kerk en het moderne leven?
Het antwoord dat door hen gegeven
is luidt ongeveer: Omdat de Kerl
eigen weg is gegaan. Terwijl het mo
derne leven zich steeds verder ont
wikkelde op de weg van de industria
lisatie, is de Kerk blijven leven en
denken naar regels, die ln vroegere
tijden misschien wel nuttig en nodig
waren, maar tegenwoordig volkomen
onvoldoende zijn om naast de mensen
in hun diepste nood te kannen staan.
Kerk en volksmassa verstaan elkaar
niet meer omdat ze leder hun eigen
weg gaan en belde denken ln een ge-
dachtenwereld, die de ander volkomen
vreemd is.
In de Kerk geven theologen leiding,
„wier vorming, wier milieu, en wier
tradities hen weinig ontvankelijk heb
ben gemaakt voor de angstige kreten
van een wereld, welker ontwikkeling
te snel blijkt te zijn voor him rhyth-
me van denken of leiding-geven"
EEN DAAD.
Na dit antwoord is er een daad ge
volgd, om, bewust van een apostoli
sche roeping, te gaan staan midden in
de grote massa van het volk. ,,Zo al
leen leren wij haar kennen". Zo zijn er
na het eerste kwart van deze eeuw
een steeds groter aantal jonge pries
ters geweest, die als arbeider in de
fabriek, als mijnwerker in de mijn en
als matroos op de koopvaardijvloot
zijn gaan werken. Ze hebben zich
aaneengesloten tot bepaalde orden.
Zo wilden ze een brug slaan over de
kloof, die zulk een diepe scheiding
maakte tussen de Kerk en het mo
derne leven.
Deze geestelijken, die hun habijt
verwisseld hebben voor een werkpak,
wilden deelgenoot zijn van al de mi
sère, om zo des te beter te kunnen
indringen in de verschillende levens
sferen van het overgrote deel van
hun volk. Het ideaal van de armoede
om Christus' wil, dat in de middel
eeuwen verschillende malen tot ver
nieuwing heeft geleid, komt hier in
andere vorm weer naar voren. Deze
mannen zgn nu gaan beseffen hoe
zeer God afwezig is uit het leven van
de grote massa. Er is, over brede li
nie, zelfs geen vijandschap meer.
maar volslagen onverschilligheid.
De gedachten van deze „geestelij
ken" zijn verder gegaan. Er zijn er
onder hen en eveneens onder degenen
die rondom hen staan, die hartstoch
telijk strijden voor een beter begrip
van de afgescheiden Kerken. Wij heb
ben elkaar nodig. Men komt ook met
mogelijkheden naar voren om in de
Kerk aan de leken meer initiatief en
verantwoordelijkheid te laten.
Deze gedachten, die in de R.K.
Kerk nu niet bepaald traditioneel
zijn, hebben gemaakt dat bedenkelij
ke gezichten werden gezet, tot in
Rome toe. Een oecumenische instel
ling wekt daar nu eenmaal altijd arg
waan. Een waarschuwend woord is
dan ook niet uitgebleven tegen de fi
guren die „op zekere verkeerde op
vatting, de grondslagen van de
Katholieke leer dreigen te ondermij
nen" en die een verzoening willen
tussen de kerken. In Frankrijk heeft
men wel gevoeld dat bepaalde zin
sneden van de pauselijke encycliek
van 1950 op hen sloegen.
In een vooraanstaand Frans blad
heeft een „vooraanstaande persoon
lijkheid in de Kerk", die zijn naam
verzwijgt, duidelijk gemaakt dat er
op het ogenblik spanningen zijn tus
sen Rome en vele Rooms Katholieken
in Frankrijk, waaronder velen, die te
genwoordig een bijzondere activiteit
aan de dag leggen. H.
louter verstandelijke muziek en die
aldus een doodlopend slop is ingesla
gen
PROTEST.
Tot óp de huidige dag wordt aldus
over Strawinsky geschreven en ge
sproken, doch met dezelfde hardnek
kigheid, waarmede de legende stand
houdt, protesteert de componist zelf
tegen de antithese, die men hem wil
opdringen. Zijn protest komt in het
kort hierop neer: „De vorm, waarin
mijn geest zich openbaart, de muziek
dus, is inderdaad onderhevig aan ver
anderingen, maar de geest zelf is on
veranderd gebleven,, als ia de. dagen
van „Le Sacre".
Heeft men haar destijds soms niet
herkend in de klankenextase van dit
werk of wil men haar thans niet her
kennen, omdat de huidige vorm de
luisteraar niet aanstaat? Ziedaar de
vragen, die weer in het muzikale
brandpunt staan, nu Strawinsky zich
in het kader van het Holland-Festival
in Nederland bevindt en zijn compo
sities hier worden uitgevoerd. Wel
licht is het in dit verband goed de
dezer dagen veel geciteerde woorden
aan te halen, die de componist enkele
jaren geleden in Milaan uitsprak:
„Muziek kan geen gevoelens uitdruk
ken, zij geeft slechts geluidsindruk-
ken weer".
In deze boute uitsprak herkent men
de hoekige gestalte van Igor Stra
winsky duidelijk en klaar. Zijn mu
ziek is een spel van krachten, die zich
volkomen losgemaakt hebben van het
sentiment en van de klankschoonheid
in traditionele zin. Vandaar zijn voor
liefde voor hlaas- en slaginstrumen
ten, waaraan hij een veel grotere
plaats toekent dan aan de strijkers,
die immers dikwijls een zoete-gevoois-
de klank hebben.
Hij ontdekte voorts de waarden van
't Russisch volkseigen en de onweer
staanbare macht van het rhythme,
waardoor hjj zich tot de dans aange
trokken voelde, Een anti-romanticus
zou men hem kunnen noemen. Het is
daarom ook begrijpelijk, dat hij wars
is van een „interpretatie", want daar
in is naar zyn oordeel een groot deel
van het misverstaan van zijn muziek
gelegen. Zijn composities dirigeren
betekent mechanisch en nauwkeurig
uitvoeren, wat de partituur voor
schrijft. Geen gevoelens immers, maar
geluidsindrukken
DE „TWEEDE'
Dit alles slaat niet alleen op de
„eerste periode" maar evengoed op
de tweede. Na de emoties van „Le
Sacre" is Strawinsky allerminst een
seniel heer geworden, wiens geest de
finitief uitgesproken is. Neen, zijn
vernuft en muzikantendom zocht naar
nieuwe mogelijkheden, zoals elke
componist dient te speuren naar ver
rijking van de horizon. Schönberg
ontdekte aldus de „Zwölfton-reihe
doch Strawinsky richtte zijn aan
dacht niet op klanktheoretische mo
gelijkheden, maar confronteerde zich
met het verleden. Dat verleden „be
werkte" hg en maakte hg dienstbaar
aan zijn compositie-vermogen. Hg ge
bruikte stukken o.a. van Bach. Han
del en Tsjaikowsky en zo ontstonden
partituren, waarin ondanks dit „neo-
classïsme", duidelijk de scherpzinnige
geest van Strawinsky, de man uit de
20e eeuw, naar voren kwam. Dezelfde
geest, die de primitieve klankenroes
van „Le Sacre du Printemps" deed
ontstaan, die de krachten van het
muzikale spel ontdekte, die de toon
kunst ongekende aspecten leerde en
die de Europese muziek beïnvloedde
als geen ander, sprak ook hier, zij het
in een minder aanvaarde vorm.
Zijn werk ontwikkelde zich anders
dan velen destijds hoopten en ver
wachtten, maar het is de vraag of
dit een veto tot gevolg moet hebben
en of het nodig is van een „dood slop"
te spreken. Daarvoor is het nu nog
te vroeg! Zelfs al blijkt thans, dat
de ontwikkeling van de moderne mu
ziek anders gaat dan Strawinsky's
evolutie.
Hei wereldgebeuren
Nog steeds Korea
Bij de veel meer spectaculaire ge
beurtenissen in Berlyn, Parijs
en de Ver. Staten is de toestand
in het Verre Oosten, met name in
Korea, deze week tamelijk op de ach
tergrond geraakt. Men volgde im
mers in spanning de ontwikkelingen
in Duitsland (W.-Berlijn) na de tot
standkoming van de overeenkomsten
tussen Bonn en het Westen, men had
aandacht voor de moeilijkheden, wel
ke de Franse communisten veroor
zaakten. ongetwijfeld eveneens op
aanwijzing uit Moskou, en men nam
kennis van Eisenhowers intrede in
de strijd om het Amerikaanse presi
dentschap. Maar de voortsukkelende
situatie in Korea was blijkbaar min
der interessant dan al die andere fei
ten, waarbij wg in West-Europa ook
zoveel nauwer zyn betrokken.
En toch is alles wat daar in het
Verre Oosten gebeurt ook voor ons
van belang. Om verschillende redenen
is de toestand in Korea op het ogen-
bilk verre van prettig. In de eerste
plaats is er nog altija de impasse in
de wapenstilstandsbesprekingen,
maar daarnaast heeft men de moei
lijkheden met de krijgsgevangenen op
Koje en tenslotte het optreden van
de Zuid-Koreaanse president Syngh-
man Rhee, dat inmiddels ook openlij
ke critiek van de Westelijke mogend
heden heeft uitgelokt.
Al deze dingen grijpen vanzelf
sprekend nauw ineen. De kwes
tie der krijgsgevangenen b.v.
vormt nog altijd het belangrijkste
struikelblok bij de besprekingen in
Pan Moen Djon en nu blijkt, dat de
Amerikanen niet bij machte zgn het
kamp op Koje onder controle te hou
den, rijst er ook bij goedwillende be
schouwers toch wel enige twijfel aan
de juistheid van door hen opgegeven
aantallen van gevangenen.
De Amerikaanse kampleiding blijkt
een systeem te hebben toegepast,
waarvan jnen op zijn minst toch moet
vaststellen, dat het heeft gefaald.
Binnen het kamp zgn het de gevan
genen, die de lakens uitdelen en een
journalist, die ter plaatse is geweest,
heeft onlangs al eens gevraagd, waar
voor 't prikkeldraad om het kamp nu
eigenlijk moet dienen: om de gevan
genen i n of om de Amerikanen bui
ten het kamp te houden
In de kringen van de andere geal
lieerden is men over de gang van za
ken niet bgster goed te spreken en
algemeen wordt dan ook verwacht,
dat het nog wel zal uitdraaien op
een onderzoek en een rapport vanwe-
je de Ver. Naties, hetgeen ongetwij
feld voor Washington alles behalve
prettig zal zijn.
Tenslotte Synghman Rhee. Ook dat
is een moeilijk geval. Het de
mocratisch bewind, waarvoor de
strijd in Korea oorspronkelijk toch
werd begonnen, is bij hem niet in de
beste handen. Zoals bekend, heeft de
Zuid-Koreaanse president bedenke
lijke methoden toegepast om van zijn
positie verzekerd te blijven. Hij acht
te herverkiezing blijkbaar niet veilig
bij het parlement dat daarvoor is
aangewezen en wilde het met ver
kiezingen proberen, terwijl hij de op
positie met behulp van een st aat van
beleg, waartoe geen aanleiding be
stond, te lijf ging. Een deel van ae op
positie zit intussen in het gevang,
een ander deel is ondergedoken.
President Truman heeft er zich nu
óók mee bemoeid. Aziaten willen him
gezicht niet verliezen, maar de Ver.
Naties en de Westelijke landen, die
voor Zuid-Korea (dat zijn bestaan
aan de U.N.O. dankt) in de bres zijn
sprongen, evenmin. Synghman
ee is nu wel wat gekalmeerd, maar
de staat van beleg heeft hij nog niet
opgeheven en de arrestaties maar
zeer gedeeltelijk ongedaan gemaakt.
De Australische minister van buiten
landse zaken heeft ook reeds een per
soonlijke boodschap gestuurd. Of de
heer Synghman Rhee wat meer in
overeenstemming met de grondwet
wilde handelen.
Het is allemaal nogal onplezierig
en ontmoedigend. En het maakt het
probleem-Korea er niet helderder op!
Gele paradijsvogel voor
H. M. de Koningin.
GESCHENK UIT NIEUW-GUINEA.
Door de autochtfone bevolking van
Manokwari op Nieuw-Guinea werd
aan H. M. de Koningin een gele pa
radijsvogel aangeboden, die door de
K.L.M. naar Nederland werd ver
voerd en bij de Rotterdamse dieren
tuin Blijdorp werd afgeleverd. Het
gebeurt zeer zelden, dat paradijsvo
gels levend worden gevangen en een
dusdanig transport doorstaan.
De Koningin heeft het geschenk
aanvaard met de bepaling, dat de
dierentuin Blijdorp de verzorging op
zich zal blyven nemen.
Jein Mens schrijft
roman over Betje Wolff.
De schrijver Jan Mens vertoeft op
het ogenblik in huize Betje Wolff te
Middenbeemster, waar hij zich voor
bereid op het schrijven van een ro
man over deze bekende achttiende
eeuwse schrijfster.
Directeur-generaal van de B.B.C.
wordt hoofdredacteur van
de Times.
Sir William John Haley, directeur-
generaal van de B.B.C. is benoemd
tot hoofdredacteur van de „Times".
Hij zal W. F. Casey, die weldra zal
aftreden na 39 jaar aan het blad ver
bonden geweest te zijn, opvolgen.
,,Vals en Echt" in het Stedelijk
Museum te Amsterdam.
De directeur van de laboratoria
van de Koninklijke Belgische Musea,
prof. Coremans, zal Donderdag de
openingsplechtigheid verrichten van
de expositie „Vals en Echt", die is
ingericht in het Stedelijk Museum te
Amsterdam. Prof. Coremans ver
wierf hier te lande vooral bekendheid
door zijn aandeel in de onderzoekin
gen in de affaire „Vermeer/Van Mee
geren".