Het verhaal van een zwerftocht naar het geluk Vernieuwing en spanning in R.K. kerk in Frankrijk de c. STRAWINSKY. VEELOMSTREDEN. BEWONDERD EN VERGUISD ZATERDAG 7 JUNI 1952 PROVINCIALE ZEETJWSE COURANT LETTERKUNDIGE KRONIEK. De dichter Louis de Bourbon schreef „De Troubadour HET IS WEL EEN WONDERLIJKE speling van het lot, dat Louis de Bourbon, Hertog van Normandië en afstammeling van de Dauphin van Frankrijk (zyn gelaat vertoont nog duidelijk verwantschap met leden van het roemrijke Franse koningshuis), juist een Nederlands dichter en schrijver is. Hy werd in 1908 te Renltum geboren. Tot op heden publi ceerde hij voornamelijk gedichten in een zwaarmoedige, romantische toon. Religie, liefde en dood waren zijn onderwerpen, ook in de enkele verhalen die van zyn hand verschenen. Thans vloeide hem het eerste werk van langere adem uit de pen, de roman „De Troubadour", een boek vol ro mantiek, zwerflust, verlangen en ontberingen, waarin ook de motieven God, Liefde en Dood, en de melancholie, hem zo vertrouwd, telkens op klinken en uitruisen tegen de duistere, donker resonerende klankbodem van de late middeleeuwen waarin deze roman werd geplaatst. „De Troubadour" is een typisch voorbeeld van een prozawerk, ge schreven door iemand wiens uitings vermogen in de eerste plaats dichter lijk is. Het boek werkt als een ge dicht in proza, een lange ballade; als een navertelde middeleeuwse avontu renroman, waartoe natuurlijk de sfeer, het onderwerp en het feit dat het boek aan het einde van de 12de eeuw speelt, nog medewerken. De bouw van een roman heeft het boek niet, daarvoor is de intrigue te zwak en komen de tegenspelers te slecht uit de verf. Het is dan ook eerder een lange, dichterlijke novelle, een aan eenschakeling van kleurrijke, roman tische taferelen, dan een roman. DE INHOUD. De troubadour is Arnout van Soig- nies, een Frans edelman, die tijdens een ziekte in zijn jeugd door een droomgestalte wordt aangespoord tot avonturen en zwerven door al de wachtende landen en de wijde wereld, om daardoor een antwoord te vin den op alle vragen waarmee hij geen uitweg weet. Een wijze kluizenaar legt hem uit, wat die droom betekent: in Arnout leeft het verlangen te zwerven en ook de drang naar het schone en verhevene. Beide begeer ten te verbinden is Arnouts onbewus te streven, en waarom zou hij niet trachten dat doel te bereiken? „Elk mens is een zwerver naar geluk, maar vergeet nooit dat God het schoonste avontuur is", zegt de kluize naar, en hij geeft de jongen ook nog deze woorden mee: „Eens zul je, hoop ik, de waarheid ontdekken, dat een zaamheid en ontbering een volmaak ter lafenis zijn voor de ziel dan alle rijkdom der aarde kan geven. Ga eerst maar op zwerftocht door de bonte wereld". Arnout groeit op tot een veelzijdig begaafde jongeman. - Twee verschil lende drangen zrjn in hem verenigd: enerzijds hunkert hij naar het ruige, manlijke avontuur, anderzijds is hij een dromer, vol liefde voor de beto veringen van woord en klank. Op een avond, terugkomend van een rit te paard door de najaarsbos- sen, zag hij in de grote zaal van zijn vaderlijk kasteel de zanger Sariada naast zijn harp. Zijn blik vol een zaamheid, die de ruimte van eindeloze Noordelijke zeeën opriep, staarde over allen heen, en Sariada's stem was als het ruisen van golven en wind bij koelte of bij storm. De uit werking van zijn verschijning en zijn liederen was zo sterk, dat Arnout er maandenlang van onder de indruk blijft, ja, dat hij het nooit meer ver geet. Maar inmiddels begint ook zijn Culturele Cavalcade PAOLO GORIN, de Israëlische bari ton, die momenteel bij de Nederland se Opera optreedt, zal de titelrol zin gen in de opera „Le Roi David". Deze opera wordt door de Franse compo nist Darius Miïhaud geschreven ter gelegenheid van het 3000-jarig bestaan van Jeruzalem, dat in 1954 gevierd zal worden. HIMA KESARCODl. de Hindoe danseres, zal eind Juni een reeks voor stellingen in Nederland geven, o.m. in de Kurzaal te Scheveningen tijdens het Holland-Festival. Zij maakt mo menteel een tournee door Joego-Sla- vië, Zwitserland en Zuid-Dxütsland. COMPTON MACKENZIE, schrijver, en Carol Reed, regisseur, hebben de titel van „Sir" gekregen, ter gelegen heid van de 26ste verjaardag van Ko ningin Elisabeth van Engeland. VOOR 1952 zijn door het ministerie van Onderioiis, Kunsten en Weten schappen wederom een aantal reis beurzen ter beschikking gesteld voor letterkundigen. Gegadigden dienen voor 1 October een oorspronkelijke no velle in te zenden. ÓSSIP ZADKINE, de Franse beeld houwer, heeft een bezoek gebracht aan de tentoonstelling van beeldhouw kunst in het park Sonsbeek te Arn hem. „Sonsbeek 1952" had zijn warme waardering en hij zal er nog terug keren om er een gehele dag door te brengen. Zadkine is de vervaardiger van het beeld „Verwoeste Stad", dat in Rotterdam komt te slaan. DE NEDERLANDSE Vereniging van Toneelspelers heeft een afdeling Caba ret opgericht, met in het voorlopig be stuur o.a. Martie Verdenius, Wim lbo en Cor Lemaire. MAX DENDERMONDE schreef een Marktspel, getiteld „Delfts Overwin ning" en spelende in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Onder regie van Kees van Iersel zal het op 11, 12 en 14 Juni op de Mrakt te Delft worden opgevoerd. Op de binnen plaats van het Prinsenhof zullen in de laatste week van Juni de traditionele Elckerlyc-vertoningen worden opge voerd, in het kader van het Holland- Festival. leerschool des levens, onder leiding van een grote, wat ruwe vriend, die hem in contact brengt met meisjes en zinnelijk genot. In Arnout blijft echter steeds een grote schroom, een kuisheid en een verlangen naar het verhevene en edele in de liefde. Steeds zweeft de lichtende gestalte van zijn verafgode moeder hem voor door HANS WARREN de ogen en elk meisje, elke edelvrouw die hij in zijn avontuurlijk leven dat weldra begint, ontmoet, meet hrj af aan de ideale gestalte van zijn moe der. Steeds verder ontwikkelt hij zich in manlijke deugden, in het wapen spel en op de jacht, en weldra ver breidt zich ook zijn faam als trouba dour. Wanneer hg tenslotte de leef tijd heeft bereikt om tot ridder te worden geslagen en de geloften voor het ridderleven af zal moeten leggen, verkiest hg het avontuur en de vrij heid. Hij wikkelt zich in zijn reisman tel en wordt zwerver, troubadour, zanger aan de hoven van de Franse vorsten en edelen. Hij heeft vele vrou wen lief en wijdt zich dan weer in vertwijfeling aan God. Soms is hij ge vierd, dan weer berooid, en eenmaal, door wolven overvallen in het winter- bos, ontkomt hij nauwelijks aan de dood. Hij componeert zijn liederen voor de schone edelvrouwen en wint vele harten, maar het ware geluk vindt hjj nergens, zrjn gespleten na tuur drijft hem steeds voort. Tenslotte ontmoet hij Guirant van Borneil, de koning der troubadours, door Dante beschreven als de zan ger der rechtschapenheid. Guirant, die nooit genot en jolijt zocht, die al tijd zijn hart heeft gewijd aan schoon heid en geest, en niet aan vrouwen dienst,- voordeel of -gewin, heeffc-aan het eind van zijn leven, en te laat, de liefde ontmoet in Mélisande, een jonge edelvrouw uit het Afrikaanse Tripo lis. Hij kan haar slechts een lied van stilte, witte, smetteloze stilte zingen. Hij vertelt Arnout met een paar woorden van haar, en in diens jonge gemoed, steeds bereid tot het ver puurde en verhevene, groeit de nooit geziene Mélisande tot het ideaal, on bereikbaar als een godin, vereerd als zijn moeder. Genezend na de over val door de wolven (de strijd in het besneeuwde bos is een der sterkste passages uit het boek) bezint de trou badour zich op zijn bestaan. Een ech te zanger en dichter is hij nooit ge weest. Hij heeft nooit stilte en een zaamheid gezocht om van daaruit tot de mensen te komen met een lied. dat nacht en stilte hem ingaven, maar hij heeft steeds het licht en de vro lijkheid, de vrouwendienst gezocht. Nu doet de onbekende schone Méli sande hem rijpen tot ware liefde. Zg schrijven elkaar en beiden voelen zij, dat zij elkaar aanvullen tot een ide aal liefdespaar, zó volmaakt, dat Ar nout aan de vervulling van die liefde geen behoefte heeft. Hij hervat zijn wisselvallig troubadoursleven en pas veel later, tijdens een kruistocht, wordt de ridder doodziek aan land ge bracht op de Afrikaanse kust. Als hij dan verneemt, dat het nabij Tri polis is, laat hij een boodschap zen den naar het kasteel. Mélisande komt en het lied van smetteloze stilte be gint. In de dood of in het leven Het doet er niet meer toe. DE VORM. Een strakke bouw heeft deze ro man, zoals gezegd, niet. Het verhaal is een aaneenschakeling van romanti sche, kleurrijke taferelen en avontu ren, zoals de oude ridderromans die geven. In de hoofdpersoon, die veel verwantschap vertoont met Louis de Bourbon zelf, is de eeuwige strijd ge tekend tussen het duister en het licht, het lage en het verhevene, de Noorderling met zijn aanleg voor eenzaamheid en meditatie en de Zui derling met zijn gloed, die de een zaamheid in jolijt wil verdrijven. Al les is echter wat vaag en in het duis ter gebleven, doordat hier een dich ter aan het woord is, en geen proza schrijver. Een dichter, die het vermo gen heeft prachtige, sterke stem mingsbeelden te geven, .maar die he laas een weinig soepel, en soms zelfs onzuiver Nederlands schrijft. Uitgave: Elsevier, Amsterdam Brussel. Beslag gelegd od werken van Henri Jonas. Op last van de rechter-commissaris te Roermond is op verzoek van de weduwe JonasServaes te Maastricht beslèg gelegd op de 59 werken van de overleden kunstschilder Henri Jonas. Genoemde werken werden in Venray geëxposeerd. Vier tentoongestelde werken vielen buiten deze beslagleg ging, daar zij door de schilder voor zijn opneming in een psychiatrische inrichting te Venray gemaakt werden Van deze 59 tentoongestelde stukken zijn er 24 in het bezit van de psychia trische inrichting St. Servatius. De overige zijn in het bezit van particulie ren, allen behorende tot het personeel van genoemde inrichting. .Mevrouw Jonas betwist,, de huidige bezitters het eigendomsrecht op deze schilderijen op grond van het feit, dat haar overleden echtgenoot in de pe riode van de overdracht dezer kunst werken niet de volle beschikking had over zijn geestvermogens en dus geen schenkingen en geen verkopen van eigendommen kon doen. De schilde rijen. waarvan het eigendomsrecht thans betwist wordt, waren door de organisatoren van deze tentoonstel ling verzekerd voor f 30.000. In tegenwoordigheid van H.M. de Koningin is in Den Haag het Holland- Festival met een concert in de Ridderzaal geopend. Van links naar rechts: kolonel F. Bischoff van Heemskerk. Baronesse van Tuyll van Serooskerken (Grootmeesteres van H.M.), burgemeester mr. F. M. A. Schokking van Den Haag, H.M. de Koningin, mr. H. J. Reinink (voorzitter Algemeen Bestuur Holland-Festival). HET HOLLAND-FESTIVAL. Bestaat er een antithese in het oeuvre van deze componist (Van een bijzondere medewerker) STRAWINSKY IS IN NEDERLAND en onmiddellijk laaien de discus sies rond de muzikale borreltafels hoog op en met grote geestdrift storten de voor- en tegenstanders van deze problematische componistenfiguur zich in uitgebreide polemieken over diens merkwaardige muziek. Dergelijke debatten dateren niet van vandaag of gisteren, maar worden sinds jaar en dag in alle plaatsen gehoord, waar de klanken van Strawinsky tot leven gewekt worden. Het werk van deze Amerikaanse Rus kan moeilijk zonder meer worden gedetermineerd, vooral niet omdat hij zich anders ontwikkeld heeft dan noodzakelijk werd geacht. Daarom is het een vaste gewoonte geworden om zijn oeuvre eenvoudigweg in twee stukken te knip pen. Over het eerste deel worden dan juichkreten geslaakt, doch over het tweede heerst er droefenis Willem Pijper schreef reeds meer dan vijf en twintig jaar geleden in mineurstemming een paraphrase over „1' Histoire du Soldat". „Strawinsky's ziel zong indertijd als een toverviool", zo betoogde hij in 1926. „thans is zijn muziekvermogen naar de duivel en baadt hij zich in roem en eer." Hard nekkig kwam dit thema steeds weer terug, overal waar verhandelingen over Strawinsky's werk opdoken, tot het zelfs een legénde werd, die niet meer uit te roeien bleek. Strawinsky's composities dienen nu eenmaal in twee of zelfs in meer globale perioden gerangschikt te worden, zo dictieerden gezaghebbende muziekge leerden: De eerste periode is de vruchtbare, de enerverende. Zij wordt gevormddoor de jaren, waarin de componist de barbaarse oerklanken uit de kosmos wist te grijpen en hen samenvoegde in zijn geladen „Le Sa- cre du Printemps". En de tweede pe riode is die van een man, wiens in spiratiebronnen zijn opgedroogd, die zich daarom tot het verleden wendt om daar materiaal te vinden voor STEMMEN UIT DE KERKEN. Kerk en volksmassa gingen ieder een eigen weg.... Frankrijk ls een land, waaraan de Kerk in de wereld heel wat te danken heeft gehad, nadat de Franken onder Koning Clovïs tot het Christendom waren over gegaan. Dat was het begin van een nieuwe toekomst voor de Kerk. Toen zijn de grondslagen gelegd voor de christelijke cultuur van Europa, waarin wij feitelijk nog altijd leven, ondanks alle stormen die er over ons werelddeel zijn gegaan. In tg'den van innerlijk verval zijn er telkens weer vernieuwingsbewegin gen in de Kerk gekomen, die bijna alle hun oorsprong in Frankrijk vonden en invloed hebben uitgeoefend in Mede door Frankrijk is de Kerk in de middeleeuwen een geweldig machtsinstituut geworden. Als de Kerk macht over de wereld krijgt, krijgt tegelijk de wereld nog meer macht over d§ Kerk. Het land dat zijn naam aan de Franken dankt, is daarvan een voorbeeld. Doch even eens is het een voorbeeld hoe ook door de grootste verwordenheid een zuiverende vloedgolf kan gaan en hoe, te midden van overdadigheid en luxe het ideaal van armoede om Christus wil, vernieuwend kan wer ken. Ook in de tijd van de kerkhervor ming is de invloed van Frankrijk niet gering geweest. We brengen in her innering de naam van Calvijn, een zoon van het Franse volk en de psal men, die nog steeds over heel de we reld worden gezongen. IN VERVAL Wanneer we in de tegenwoordige rijd denken aan Frankrijk, komt ons in gedachten een Kerk die in verval is. Wie wel eens dat land heeft door kruist, weet, dat enkele monumen tale kathedralen goed onderhouden worden, maar veel kleinere kerken, juwelen van bouwkunst soms, zoda nig in verval zyn, dat hun geen lang leven meer beschoren kan wezen, als er tenminste niet afdoende wordt in gegrepen. Dat uiterlijk verval is een beeld "van het innerlijke. In Europa wordt Frankrijk wel genoemd het land dat het meest ontkerkelijkt is. Toch is er juist in dit land een ver j landen waar de Chr. Kerk leefde. nieuwingsbeweging die perspectieven biedt. Er zijn daar allerlei nieuwe initiatieven in de Kerk. Dit geldt zo wel van de Rooms Katholieke als van de Protestantse. De vraag waarvan een groep jonge R.K. geestelijken ls uitgegaan, is de ze: Hoe komt het toch dat er tegen woordig zulk een brede kloof is tus sen de Kerk en het moderne leven? Het antwoord dat door hen gegeven is luidt ongeveer: Omdat de Kerl eigen weg is gegaan. Terwijl het mo derne leven zich steeds verder ont wikkelde op de weg van de industria lisatie, is de Kerk blijven leven en denken naar regels, die ln vroegere tijden misschien wel nuttig en nodig waren, maar tegenwoordig volkomen onvoldoende zijn om naast de mensen in hun diepste nood te kannen staan. Kerk en volksmassa verstaan elkaar niet meer omdat ze leder hun eigen weg gaan en belde denken ln een ge- dachtenwereld, die de ander volkomen vreemd is. In de Kerk geven theologen leiding, „wier vorming, wier milieu, en wier tradities hen weinig ontvankelijk heb ben gemaakt voor de angstige kreten van een wereld, welker ontwikkeling te snel blijkt te zijn voor him rhyth- me van denken of leiding-geven" EEN DAAD. Na dit antwoord is er een daad ge volgd, om, bewust van een apostoli sche roeping, te gaan staan midden in de grote massa van het volk. ,,Zo al leen leren wij haar kennen". Zo zijn er na het eerste kwart van deze eeuw een steeds groter aantal jonge pries ters geweest, die als arbeider in de fabriek, als mijnwerker in de mijn en als matroos op de koopvaardijvloot zijn gaan werken. Ze hebben zich aaneengesloten tot bepaalde orden. Zo wilden ze een brug slaan over de kloof, die zulk een diepe scheiding maakte tussen de Kerk en het mo derne leven. Deze geestelijken, die hun habijt verwisseld hebben voor een werkpak, wilden deelgenoot zijn van al de mi sère, om zo des te beter te kunnen indringen in de verschillende levens sferen van het overgrote deel van hun volk. Het ideaal van de armoede om Christus' wil, dat in de middel eeuwen verschillende malen tot ver nieuwing heeft geleid, komt hier in andere vorm weer naar voren. Deze mannen zgn nu gaan beseffen hoe zeer God afwezig is uit het leven van de grote massa. Er is, over brede li nie, zelfs geen vijandschap meer. maar volslagen onverschilligheid. De gedachten van deze „geestelij ken" zijn verder gegaan. Er zijn er onder hen en eveneens onder degenen die rondom hen staan, die hartstoch telijk strijden voor een beter begrip van de afgescheiden Kerken. Wij heb ben elkaar nodig. Men komt ook met mogelijkheden naar voren om in de Kerk aan de leken meer initiatief en verantwoordelijkheid te laten. Deze gedachten, die in de R.K. Kerk nu niet bepaald traditioneel zijn, hebben gemaakt dat bedenkelij ke gezichten werden gezet, tot in Rome toe. Een oecumenische instel ling wekt daar nu eenmaal altijd arg waan. Een waarschuwend woord is dan ook niet uitgebleven tegen de fi guren die „op zekere verkeerde op vatting, de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermij nen" en die een verzoening willen tussen de kerken. In Frankrijk heeft men wel gevoeld dat bepaalde zin sneden van de pauselijke encycliek van 1950 op hen sloegen. In een vooraanstaand Frans blad heeft een „vooraanstaande persoon lijkheid in de Kerk", die zijn naam verzwijgt, duidelijk gemaakt dat er op het ogenblik spanningen zijn tus sen Rome en vele Rooms Katholieken in Frankrijk, waaronder velen, die te genwoordig een bijzondere activiteit aan de dag leggen. H. louter verstandelijke muziek en die aldus een doodlopend slop is ingesla gen PROTEST. Tot óp de huidige dag wordt aldus over Strawinsky geschreven en ge sproken, doch met dezelfde hardnek kigheid, waarmede de legende stand houdt, protesteert de componist zelf tegen de antithese, die men hem wil opdringen. Zijn protest komt in het kort hierop neer: „De vorm, waarin mijn geest zich openbaart, de muziek dus, is inderdaad onderhevig aan ver anderingen, maar de geest zelf is on veranderd gebleven,, als ia de. dagen van „Le Sacre". Heeft men haar destijds soms niet herkend in de klankenextase van dit werk of wil men haar thans niet her kennen, omdat de huidige vorm de luisteraar niet aanstaat? Ziedaar de vragen, die weer in het muzikale brandpunt staan, nu Strawinsky zich in het kader van het Holland-Festival in Nederland bevindt en zijn compo sities hier worden uitgevoerd. Wel licht is het in dit verband goed de dezer dagen veel geciteerde woorden aan te halen, die de componist enkele jaren geleden in Milaan uitsprak: „Muziek kan geen gevoelens uitdruk ken, zij geeft slechts geluidsindruk- ken weer". In deze boute uitsprak herkent men de hoekige gestalte van Igor Stra winsky duidelijk en klaar. Zijn mu ziek is een spel van krachten, die zich volkomen losgemaakt hebben van het sentiment en van de klankschoonheid in traditionele zin. Vandaar zijn voor liefde voor hlaas- en slaginstrumen ten, waaraan hij een veel grotere plaats toekent dan aan de strijkers, die immers dikwijls een zoete-gevoois- de klank hebben. Hij ontdekte voorts de waarden van 't Russisch volkseigen en de onweer staanbare macht van het rhythme, waardoor hjj zich tot de dans aange trokken voelde, Een anti-romanticus zou men hem kunnen noemen. Het is daarom ook begrijpelijk, dat hij wars is van een „interpretatie", want daar in is naar zyn oordeel een groot deel van het misverstaan van zijn muziek gelegen. Zijn composities dirigeren betekent mechanisch en nauwkeurig uitvoeren, wat de partituur voor schrijft. Geen gevoelens immers, maar geluidsindrukken DE „TWEEDE' Dit alles slaat niet alleen op de „eerste periode" maar evengoed op de tweede. Na de emoties van „Le Sacre" is Strawinsky allerminst een seniel heer geworden, wiens geest de finitief uitgesproken is. Neen, zijn vernuft en muzikantendom zocht naar nieuwe mogelijkheden, zoals elke componist dient te speuren naar ver rijking van de horizon. Schönberg ontdekte aldus de „Zwölfton-reihe doch Strawinsky richtte zijn aan dacht niet op klanktheoretische mo gelijkheden, maar confronteerde zich met het verleden. Dat verleden „be werkte" hg en maakte hg dienstbaar aan zijn compositie-vermogen. Hg ge bruikte stukken o.a. van Bach. Han del en Tsjaikowsky en zo ontstonden partituren, waarin ondanks dit „neo- classïsme", duidelijk de scherpzinnige geest van Strawinsky, de man uit de 20e eeuw, naar voren kwam. Dezelfde geest, die de primitieve klankenroes van „Le Sacre du Printemps" deed ontstaan, die de krachten van het muzikale spel ontdekte, die de toon kunst ongekende aspecten leerde en die de Europese muziek beïnvloedde als geen ander, sprak ook hier, zij het in een minder aanvaarde vorm. Zijn werk ontwikkelde zich anders dan velen destijds hoopten en ver wachtten, maar het is de vraag of dit een veto tot gevolg moet hebben en of het nodig is van een „dood slop" te spreken. Daarvoor is het nu nog te vroeg! Zelfs al blijkt thans, dat de ontwikkeling van de moderne mu ziek anders gaat dan Strawinsky's evolutie. Hei wereldgebeuren Nog steeds Korea Bij de veel meer spectaculaire ge beurtenissen in Berlyn, Parijs en de Ver. Staten is de toestand in het Verre Oosten, met name in Korea, deze week tamelijk op de ach tergrond geraakt. Men volgde im mers in spanning de ontwikkelingen in Duitsland (W.-Berlijn) na de tot standkoming van de overeenkomsten tussen Bonn en het Westen, men had aandacht voor de moeilijkheden, wel ke de Franse communisten veroor zaakten. ongetwijfeld eveneens op aanwijzing uit Moskou, en men nam kennis van Eisenhowers intrede in de strijd om het Amerikaanse presi dentschap. Maar de voortsukkelende situatie in Korea was blijkbaar min der interessant dan al die andere fei ten, waarbij wg in West-Europa ook zoveel nauwer zyn betrokken. En toch is alles wat daar in het Verre Oosten gebeurt ook voor ons van belang. Om verschillende redenen is de toestand in Korea op het ogen- bilk verre van prettig. In de eerste plaats is er nog altija de impasse in de wapenstilstandsbesprekingen, maar daarnaast heeft men de moei lijkheden met de krijgsgevangenen op Koje en tenslotte het optreden van de Zuid-Koreaanse president Syngh- man Rhee, dat inmiddels ook openlij ke critiek van de Westelijke mogend heden heeft uitgelokt. Al deze dingen grijpen vanzelf sprekend nauw ineen. De kwes tie der krijgsgevangenen b.v. vormt nog altijd het belangrijkste struikelblok bij de besprekingen in Pan Moen Djon en nu blijkt, dat de Amerikanen niet bij machte zgn het kamp op Koje onder controle te hou den, rijst er ook bij goedwillende be schouwers toch wel enige twijfel aan de juistheid van door hen opgegeven aantallen van gevangenen. De Amerikaanse kampleiding blijkt een systeem te hebben toegepast, waarvan jnen op zijn minst toch moet vaststellen, dat het heeft gefaald. Binnen het kamp zgn het de gevan genen, die de lakens uitdelen en een journalist, die ter plaatse is geweest, heeft onlangs al eens gevraagd, waar voor 't prikkeldraad om het kamp nu eigenlijk moet dienen: om de gevan genen i n of om de Amerikanen bui ten het kamp te houden In de kringen van de andere geal lieerden is men over de gang van za ken niet bgster goed te spreken en algemeen wordt dan ook verwacht, dat het nog wel zal uitdraaien op een onderzoek en een rapport vanwe- je de Ver. Naties, hetgeen ongetwij feld voor Washington alles behalve prettig zal zijn. Tenslotte Synghman Rhee. Ook dat is een moeilijk geval. Het de mocratisch bewind, waarvoor de strijd in Korea oorspronkelijk toch werd begonnen, is bij hem niet in de beste handen. Zoals bekend, heeft de Zuid-Koreaanse president bedenke lijke methoden toegepast om van zijn positie verzekerd te blijven. Hij acht te herverkiezing blijkbaar niet veilig bij het parlement dat daarvoor is aangewezen en wilde het met ver kiezingen proberen, terwijl hij de op positie met behulp van een st aat van beleg, waartoe geen aanleiding be stond, te lijf ging. Een deel van ae op positie zit intussen in het gevang, een ander deel is ondergedoken. President Truman heeft er zich nu óók mee bemoeid. Aziaten willen him gezicht niet verliezen, maar de Ver. Naties en de Westelijke landen, die voor Zuid-Korea (dat zijn bestaan aan de U.N.O. dankt) in de bres zijn sprongen, evenmin. Synghman ee is nu wel wat gekalmeerd, maar de staat van beleg heeft hij nog niet opgeheven en de arrestaties maar zeer gedeeltelijk ongedaan gemaakt. De Australische minister van buiten landse zaken heeft ook reeds een per soonlijke boodschap gestuurd. Of de heer Synghman Rhee wat meer in overeenstemming met de grondwet wilde handelen. Het is allemaal nogal onplezierig en ontmoedigend. En het maakt het probleem-Korea er niet helderder op! Gele paradijsvogel voor H. M. de Koningin. GESCHENK UIT NIEUW-GUINEA. Door de autochtfone bevolking van Manokwari op Nieuw-Guinea werd aan H. M. de Koningin een gele pa radijsvogel aangeboden, die door de K.L.M. naar Nederland werd ver voerd en bij de Rotterdamse dieren tuin Blijdorp werd afgeleverd. Het gebeurt zeer zelden, dat paradijsvo gels levend worden gevangen en een dusdanig transport doorstaan. De Koningin heeft het geschenk aanvaard met de bepaling, dat de dierentuin Blijdorp de verzorging op zich zal blyven nemen. Jein Mens schrijft roman over Betje Wolff. De schrijver Jan Mens vertoeft op het ogenblik in huize Betje Wolff te Middenbeemster, waar hij zich voor bereid op het schrijven van een ro man over deze bekende achttiende eeuwse schrijfster. Directeur-generaal van de B.B.C. wordt hoofdredacteur van de Times. Sir William John Haley, directeur- generaal van de B.B.C. is benoemd tot hoofdredacteur van de „Times". Hij zal W. F. Casey, die weldra zal aftreden na 39 jaar aan het blad ver bonden geweest te zijn, opvolgen. ,,Vals en Echt" in het Stedelijk Museum te Amsterdam. De directeur van de laboratoria van de Koninklijke Belgische Musea, prof. Coremans, zal Donderdag de openingsplechtigheid verrichten van de expositie „Vals en Echt", die is ingericht in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Prof. Coremans ver wierf hier te lande vooral bekendheid door zijn aandeel in de onderzoekin gen in de affaire „Vermeer/Van Mee geren".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5