PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT „Nu met Hope" wist zich vijftig jaar te handhaven I i I i I i Pinkster-kermis van Schuddebeurs EDITIE SCHOUWEN HAVENDIJKEN VAN ZIERIKZEE WORDEN GRONDIG HERSTELD 195e Jaargang No. 124 Dagblad uitgave van de firma Provinciale Zeeuwse Courant. Directie F van de Velde en F. B. den Boer. Adj. W. de Pagter. Hoofdred. G. Ballintijn. PL verv.: W. Leertouwer en H. A Bosshardt. ABONNEMENTSPRIJS 44 ct. per week, f 6.45 p. kw., £r. p. p. 6.70 per kw. Losse nummers 10 cent SPECIALE EDITIE VOOR SCHOXJWEN-DUIVELAND WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN xJinsdag 27 Mei 1952 ADVERTENTIEPRIJS 22 ct per mm. Minimum p. advertentie 1 3.— Ing. mededelingen driemaal tarief. Kleine advertenties (ma* 8 regels) va» 1—5 regels t L—Iedere regel meer 20 cent. ..Brieven of adres Bureau van dit Blad" 25 cent meer. Giro nr. 359300 P.Z.C. Middelburg. Bur. Vlisslngen Walstr. 5860, teL 2355 4 lijnen (b.g.g. 2801 of 2160). M'burg Londense Kaai 29, tel. 2077 en 2924; Goes L. Vorststr. 63, teL 2475 (b.g.g. 2228); Oostburg: Finlandstraat 2, telef. 16, Terneuzen: Brouwerj|str. 2; Zi^Hkzee: N. Bogerdstr. C 160. tel. 2< PALLIETER IN BRUINISSE Dank zij de volharding van enkelen Het gezegde, dat te Bruinisse niets stand houdt dan de Varkenshond, mocht vroeger een grond van waarheid hebben, thans is er het fanfare corps „Xu met Hope", om te bewijzen, dat er nog wel andere verenigingen zijn, die zich meer dan een halve eeuw wisten te handhaven. Dit is te danken aan de volharding en het doorzettingsvermogen van slechts en kelen. Want menigmaal hing ook het leven van „Nu met Hope" aan een zijden draad; van de kinderziekten, die elke vereniging moet door maken, kreeg ook deze vereniging ruimschoots haar deel en reeds in de naam ligt opgesloten, dat de oprichters aanvankelijk' meer hoop dan moed hadden. Want de toenmalige oprichters wisten iets, dat nu niet veel mensen zich meer herinneren, n.L dat er een fanfarecorps geweest was, dat echter niet had kunnen stand houden. Zo was het met het culturele leven aan het eind der vorige eeuw in Bruinisse maar sober gesteld. Alleen de zangvereniging „Euphonia", onder leiding Nvan de heer Willem Okkerse, vermocht enige belangstelling te wekken, een muziekvereniging was er niet, de Rederijkerskamer was eveneens reeds jaren opgeheven. Bij de installatie van burgemeester Joh. Elenbaas, in 1896, moest zelfs een muziekgezelschap van Zonnemai- re worden gehuurd, om voor de on misbare muziek te zorgen. 1 Zo zat Bruinisse bij de kronings feesten in 1898 zonder muziek, terwijl het vanzelfsprekend niet mogelijk was, uit een naburige gemeente een muziekgezelschap te laten aantreden. Ieder dorp had toen zijn eigen Ko- ninginnefeest en Bruinisse greep er naast. Maar de heer Joh. van den Berg wist wel een oplossing: als er in Nederland geen muziekgezelschap te krijgen was, dan huurde men er immers een in België. En zo speelde bij het Koninginne- feest in 1898 de heer Stobbelaer met zijn gezelschap, uit een dorpje in de omgeving van Sint Nicolaas, in het land van Waas. Blijkbaar beviel het de heer Stobbelaer zo goed op Brui nisse, of wellicht deed men hem zulke schone beloften, dat hij zich met zjjn zoon in Bruinisse vestigde, hij als mu ziekdirecteur, zijn zoon Fons als klompenmaker. En door zijn komst zorgde de heer Stobbelaer te Brui nisse voor de oprichting van een mu- ziekgezelschap, dat echter nog niet de naam kreeg van „Nu met Hope", doch van „Excelsior-". BELANGSTELLING. Over gebrek aan leden had „Excel sior" aanvankelijk niet te klagen, er kwamen er zelfs zo veel, dat men het onderling oneens werd; er kwam een scheuring en „Nu met. Hope" ont stond. Bij de wederoprichting van een mu ziekvereniging te Bruinisse horen we bekende namen als F. Koopman, M. van Popering, M. de Koning, „mees ter Okkerse", waarbij het niet erg duidelijk meer is, of zij een bestuurs functie hebben gehad in „Excelsior* of in „Nu met Hope". De stoot tot de oprichting van „Nu met Hope" werd gegeven door de heer Piet Ockerse, in zijn dagen een bekend oester- en mosselkweker te Bruinisse. De heer Stobbelaer, die niet alleen uit dezelfde landstreek kwam als Pal lieter, de bekende romanfiggur van Felix Timmermans, maar ook blijk baar vele van zijn minder goede hoe danigheden met hem gemeen had, kon het op de duur hier toch niet aarden. Toen op een goede morgen de buren zich verwonderden, dat er om en bij de klompenmakerij zo weinig leven te bespeuren viel, bleken de klompen maker en zijn vader vertrokken, zon der dat iemand daarvan iets had be merkt. Zij vertrokken met de Noor derzon. Na een kort intermezzo, tijdens welke een ander de dirigeerstok han teerde, kwam „Excelsior" tot aan de opheffing van die vereniging onder leiding van de heer J. F. Theeuwis, uit Zierikzee, terwijl „Nu met Hope" na zijn oprichting in 1899, werd ge leid door de heer P. Jongmans uit- Zierikzee. Twee muziekgezelschappen op een dorp van nog geen 3000 inwoners is echter te veel. Beide verenigingen verkeerdpn in een voortdurende geld verlegenheid, een euvel dat ook nu nog niet is opgelost, nu „Nu met Ho pe" nog alleen bestaat. En niet al leen dat de voortdurende geldzorgen de besturen der verenigingen veel hoofdbrekens kostten, er ontstond ook een zekere animositeit tussen de korpsleden der béide verenigingen, met alle onaangename gevolgen van dien. Een oorlog, ook al komt het wa pengeweld dan niet over de grens, is voor het leven van een muziekvereni ging funest. In de eerste wereldoor log werden van beide verenigingen de repetities gestaakt en de instrumen ten aan de wilgen gehangen. Voor „Excelsior" betekende dit definitief 't einde, maar „Nu met Hope" kwam in 1919 weer tot nieuw leven. Voor zitter was in die tijd de heer M. A. Kesteloo, directeur werd de heer M. Willemse, in wiens werkplaats in de Korte Ring ook de eerste oefeningen werden gehouden. Later verhuisde men naar de zolder van het gebouw, thans in gebruik als graanpakhuis aan de Oude Straat, nog later naar het vergaderlokaal van de openbare lagere school. Vele moeilijkheden wa ren er in de twintiger jaren voor de „muziek". Alleen aan de volharding .van enke lingen, zoals de huidige .voorzitter en anderen, waaronder de gebroeders Kik Wzn., was het te danken dat zjj in stand bleef. De muzikale presta ties waren niet hoog, doch populair was de vereniging wel. Na de ziekte en het overlijden van de heer Willem- se, was de heer A. van den Berge uit Oosterland vele jaren directeur, ter wijl na het overlijden van de heer Kesteloo de voorzittershamer werd overgenomen door de heer C. 'W. de Jonge De komst van de bezetter beteken de in wereldoorlog n opnieuw het einde van de muzikale repetities. De muziekinstrumenten doken onder, na de evacuatie bleken vele instrumen ten onder het puin te liggen, doch gelukkig kon in 1946 uit een bepaald fonds een belangrijke dotatie worden verkregen voor het aanschaffen van nieuwe instrumenten en het clubje van ouwe getrouwen werd aangevuld met nieuw bloed, mensen die van el ders kwamen en die bij het beoefenen van de muziek in hun oude woon plaatsen reeds mooie prestaties had den geleverd. In samenwerking met de heer Hey- boer uit Nieuwerkerk, de ïjveriere di recteur van tegenwoordig, wist men na de bevrijding de muzikale presta ties op te voeren tot een niveau als nimmer te voren. Van de derde afde ling wist men in enkele jaren op te klimmen tot de eerste afdeling en wie thans de repetities hoort vraagt zich af, of het werkelijk wel „Nu met Hope is", dat zich horen laat. De jaarlijkse uitvoeringen mogen zich in een druk bezoek verheugen. Jammer dat ook de muziektent ver loren ging en nog niet werd vervan- fen. De zomerconcerten kwamen aardoor wel enigszins in het ge drang. Moge .Nu v™*" op dein- geslagen weg voort gaan. En moge ten slotte een goed geslaagd concours straks voor vele jongeren aanleiding worden, om zich mee te scharen in de rijen van „Nu met Hope". Want ook voor deze vereniging geldt het. dat jongeren moeten aantreden, wil men straks opgewekt en met het zelfde elan van thans het 60-jarig be staan kunnen vieren. f 1' Well» em in ruimsse Zeer gaarne wil ik een inleidend woord schrijven in u\ concourscourant. Het verheugt mij toch bijzonder dat ditman Bruinsse is uitverkoren tot plaats van uw jaarlijks festijn. Lang is het geleden, dat wij een muziekconcours binnen onz gemeente hebben mogen medemaken. Veel is er sedertdien ge beurd. Rampen zijn ook ons dorp niet bespaand. Dubbel ver blijdend ls het daarom, dat, nu U uw keus op onze gehaven de gemeente hebt willen laten vallen, wij thans weer in staa: zijn U te ontvangen. Zeker, de wederopbouw is nog niet zover gevorderd, dat wij U een gave en goed uitgeruste plaats kun nen bieden, doch U leunt ervan opaan dat wij al het mogelijke zullen doen, opdat het U aan niets zal ontbreken. Er is nog een geheel andere reden, waarom het mij een bijzonder genoegen zal zijn U in Bruinisse welkom te heten. Dat is het feit, dat het muziekleven op ons eiland een zo hoge vlucht heeft genomen, dat het organiseren van dergelijke con- coursen mogelijk is. Wat zou het toch een verschrikkelijke ver arming voor onze dorpen betekenen, wanneer onze korpsen niet zouden bestaan. Men spreekt veel over de voordelen van de grote stad, waar zoveel op cultureel gebied wordt geboden zonder daarbij te denken aan de waarden, welke schuilen in 'de plaatselijke mu ziek-, zang- en toneelverenigingen» Het is voor mij de grote vraag of het gebodene in de grote stad, waaraan de overgrote massa passief deelneemt, zooveel te preferei-en is boven hetgeen gedaan wordt in de dorpen, waar velen intensief medeleven met en actief deelnemen aan de culturele kant van het leven. Laat het als kunstuiting op lager niveau liggen, de wadTde er van voor de ingezetenen is naar mijn smaak des te groter. Het zal voor mij daarom een vreugdevolle dag zijn, wan neer U allen op 2e Pinksterdag in Bruinisse uw beste beentje zult komen voortzetten. Moge het in alle opzichten een goede dag voor U en voor ons worden. De burgemeester van Bruinisse: MICHAELIS Het is een vreemd gezicht. Een buitenmodel giraffe met (wee koppen en acht poten? N'een, twee giraffen uit de London Zoo, die zich met een .ngemeen gevoel voor symme trie (ook terug te vinden In iun huidbekleding!) zó hebben opgesteld dat de fotograaf een geestige opname kon maken. Bruin isse- muziekcentrum Gaarne voldoe ik aan uw verzoek, enkele woorden te schrijven in uw blad, dat zoveel aandacht aan dit mu ziekconcours wijdt. Na ruim 25 jaar valt de Muziekver eniging „Nu met Hope" de eer te beurt dit concours te mogen organiseren. Dat zij daartoe thans weder in staat wordt geacht, is een teken van bloei en vooruitgang, temeer indien men weet met welke moeilijkheden men tengevolge van de oorlog te kampen heelt gehad. Het verheugt mi) in het bijzonder, dat practisch alle muziekgezelschap pen van dit eiland aan dit concours zullen deelnemen. Bruinisse zal op 2e Pinksterdag het muziekcentrum van dit eiland vormen. Ik twijfel er dan ook niet aan, dat, indien de weersomstandigheden gun stig zijn, dit muziekfestijn zal slagen en spreek de hoop en de wens uit, dat dit muziekconcours op 2e Pinksterdag voor de muziekvereniging „Nu met Hope" een mijlpaal in haar geschiede nis zal vormen. De voorzitter van het Concourscomité C. H. VAN DE LINDE. BELANGSTELLING OP DE „SPOORBOOT". Omvangrijke werkzaamheden, die dringend noodzakelijk waren Als tegenwoordig de provinciale boot langzaam de haven van Zierik zee „opstoomt", staan er aan dek dikwijls passagiers vol interesse te kyken naar de werken, die thans aan de beide havendyken worden uit gevoerd. By de glooiing zyn een paar arbeiders met een grote tang bezig om oude verteerde paaltjes te verwijderen een eind verder wordt puin uit de dijk gehaald en in een schip geladen, er worden gaten met klei ge dicht, kortom het is er vol bedrijvigheid en daarom geen wonder, dat men aan boord vait de provinciale boot de spoorboot" zoals men ln Zie rikzee zegt vol belangstelling over de verschansing hangt. De directeur van de Centrale Dienst Noord-Zeeland, de heer A. J. Ar- gelo, onder wiens directie de herstelwerkzaamheden aan de dyken wor den uitgevoerd, was zo bereidwillig om ons een en ander over deze ar. beid te vertellen. er een stuk uit de dijk het kanaal in en ontstond er dus een gat. Dan snelden de poorters van Zierikzee toe met karren vol puin om het te dichten. Reeds geruime tijd was het drin gend noodzakelijk om tot herstel over te gaan. De tegenwoordige scheepvaart heeft èen grote „trek", zoals dat heet, waardoor de glooiing veel te lijden heeft („het rommelt soms als een boot voorbijkomt", ons een opzichter). Toen destijd§ het kanaal werd gegraven, zo om en bij het jaar 1600, viel het met die trek nogal mee, omdat men toen uit sluitend te doen had met langzaam vooruitkomende zeilschepen. Toch schortte 't ook toen wel eens aan de oeververdediging. Zö af en toe rolde EENS EEN GROOT SCHOUWS FEEST De recreatie heeft zich verplaatst Toen zeven eeuwen geleden op de Pinksterdag koning Nobel (de leeuw) open hof hield, stroomden allen naar deze „dingdag". En hoewel een enkele daarheen ging met bitterheid in de ziel, inzonderheid tegen de geestelyk- heid dier dagen, is getracht de bezwaarden daar af te leren dat moeilijk anderen kunnen worden beschuldigd, wanneer men niet zelf rein van hart en handen is. Het denkbeeld, dat men zelf rein zou moeten zijn alvorens men in alle opgewektheid feest kan vieren, spreekt ook uit de traditie van de Pinkstermissen. Men maakte dan eerst een bedevaart, naar de plaats, waar liet feest zoii zijn, bezocht daar de kerk en woonde een dienst bij, om na deze devote uren, enkele uren van vrolijk kermisvermaak te smaken. De heer C. W. de Jonge, voorzittel van „Nu met Hodc", meer dan 30 jaar trouw in voor- en tegenspoed. Dat werden onze Pinkster-kermis sen, die op vele plaatsen werden ge houden en ook te Schuddebeurs. Wat kon nu in dat gehuchtje toch een kermis te beduiden hebben Thans weinig meer, doch in vroe ger dagen was dat anders. Er is daar wel eens kermis ge weest, waarvan de boer-herbergier aldaar „den ouwen Leen" na afloop fetuigde „den oest is binne" want al wam er nu van zijn land niets meer terecht, dan kon het geen slecht jaar meer voor hem worden, terwijl hy toch een boerenbedrijt had van 60 ge meten oppervlakte. Of het daar dan zo banaal toe ging? Inderdaad nogal. HET BURGERRECHT Er bestond te Schuddebeurs eefo oude gewoonte, die men het burger recht drinken noemde. Wanneer een jonge man van buiten de omgeving kermis wilde vieren met een meisje uit het buurtschap, dan moest hij 's morgens in de her berg met de jongens uit die streek zich dat burgerschap verwerven door een kan jenever te geven voor ge- 'Amenlijk gebruik. Deed hij dat niet, dan liep het uit op een grote vecht partij, want alle mannelijke bewoners uit het buurtschap spanden samen om het oude recht te verdedigen te gen elke indringer van buiten, die niet aan de eisen had voldaan. Whren er dus meer jongemannen die een oogje hadden op een der meisjes uit de buurtschap, dan vloei de er ook meer jenever, waarbij vaak een te grote hoeveelheid van dit vocht over de lippen van de manne lijke streek-bewoners ging. Soms wa ren in de vroege morgenuren de jon gelui reeds dronken, nog voordat de Steedse speellieden „Boogerd en de WijSeman" hun „verheven plaats had den ingenomen in de gelagkamer en de zeurige tonen van de harmonica zich paarden met het geluid des ve dels van Wijseman". VECHTPARTIJEN Ongelukkig wanneer dan zoals drie kwart eeuw geleden enige Brüenaars, met tentwagens daarheen gebracht, als onafhankelijke en vrije schippers- lui zich niet wilden voegen naar de eisen van de streek. Dan ontstond een tumult, dat alleen kon worden opge lost door „Ceel de sompetter", die in de buurtschap zo ongeveer naast Na poleon werd geplaatst of liever in een adem met hem werd genoemd. Nu nog zeggen de stokouden uit deze streek: „Bonaparte joeg de spoken weg, Ceel Verhoek de stroopers." En deze was het die ook op de ver stoorde kennis de orde wist te her stellen. Sommigen heugt het ook nog dat op Pinksteren DRIE de sigarenma kers uit de stad Zierikzee vochten met de bewoners van Schuddebeurs. Er waren toen te Zierikzee verschei dene sigarenfabrieken en honderden mannen verdienden daar hun brood. Het was een wel wat zonderling slag van mensen. Met de derde Pinkster dag was er niemand van hen die aan werken dacht en verreweg de mees ten trokken naar Schuddebeurs naai de kermis. Vaak kwam het daar tot bloedige botsingen en nog heden ten dage zijn daarvan verschrikkelijke verhalen in omloop. Doch Ceel de sompetter schijnt een krachtmens te zijn geweest, want zo dra hy zich tussen de vechtenden wierp met een getrokken pistool, kwam er spoedig een einde aan de hoogopgelaaide ruzie. Een dereerste vereisten voor een goede kermis was goed weer, ook al mocht het dan wat schraal zijn. Was het een kermis met stralen de zonneschijn, dan maakte de „ou we Leen" beste zaken, want het waren niet alleen de arbeiders die daai- mét volle teugen aan bachus offerden, maar bij de grote koepel in de .speeltuin stond met duidelijk zichtbare letters geschreven: „Heden namiddag hier niets dan fyne wijnen." En deze aankondiging had een dubbele betekenis. Zij moest aller eerst uit de koepel weren de gewone man, die geen fijne wijnen dronk en anderzijds wilde men de bewoners van de buitenplaatsen lokken, opdat zij in den namiddag en de avond, iii gezelschap zouden komen genie ten van dit „uitlandse product." DE BUITENPLAATSEN. De buitenplaatsen waren daar in die tijden nog menigvuldig, zodat vele bewoners aan de oproep gehoor ga ven en daar de middag en avond vrolijk doorbrachten. Het was ge woonte, dat dan verscheidene flessen wijn per hoofd werden gedronken. In latere jaren heerste er een ge zellige drukte, vooral toen te Schud debeurs ook een stoomcaroussel stond -terwijl er vele kramen met allerlei snuisterijen waren. Vermakelijk was het om te zien hoe zij. die nimmer een hamer hadden gehanteerd alle krachten moesten Inspannen om te slaan op de kop van Jut, terwijl een jonge knecht daarmee niet de minste moeite had en als een gekroonde Uit de stad reden huurkoetsiers steeds heen en weer met open tent wagens vanaf de Nobelpoort te Zie rikzee naar het kermisterrein. Voor een kwartje kon men zo'n reis mee maken. De heenreis was vaak een tocht van uitbundige jool, maar op de terugweg lagen velen als een zout zak in een hoekje geleund, of ook wel. was „het minnende kind van zulk een jongeling deze tot grote steun." Waarbij zij de uiterste krach ten moest Inspannen om overeind te blijven! Dan was de beurs geschud en het opgespaarde geld was van eigenaar verwisseld. Zelfs in Hagebosch, een café aan de Donkere weg stond nog wel eens een carousel, maar in hoofdzaak concentreerde zich alles op de bekende driehoek te Schudde beurs. Dat was in de 19de eeuw de ker mis op Schuddebosse. Heel vroeger is het anders ge weest. Toen begon men niet met het burgerrecht drinken, maar in de grootste devotie ging men op naai de kloosterkerk van de Kaï-thuizers, naar de berg Sion aan de nu nog daarnaar genoemde Kloosterweg, om daar de mis te gaan horen. Daarna zat men onder gezellige kout en een glas bier bij elkaar, omdat deze „kermissen" mensen by elkander brachten, die slechts zelden elkaar zagen en die elkaar veel te vertellen hadden. Maar waar het volk is, ls ook de nering en zo wor den deze devotiedagen geleidelijk tot zwelgpartijen. Doch ook dat is thans voorbij. Met de Pinksterdagen is de Blok- weg nu niet meer zwart van mensen en aan de Nobelpoort te Zierikzee staan niet meer de tafels met aller lei lekkernijen ln vaste en vloeiba re vorm. Noch ziet men er de ,leere-peereboom" en evenmin het „stootbord." De uitroep „Wie de laatste kaarten?" wordt nu niet meer gehoord. De inundatie heeft er het hare toe bijgedragen om ook het laatste restje van de Schuddebeurse kermis verloren te doen gaan, want de eens zo bosrijke streek, die als recreatie oord voor Zierikzee gold is nu niet langer bosryk en door de betere verkeersmiddelen in de recreatie ver legd naar de kop van Schouwen. Nog altyd zit dat puin in de dij ken en een van de onderdelen van de herstelwerken Ls het verwijde ren van die oude steenbrokken om het door goede schorgrond te vervangen. In Zierikzee verwachtte men min of meer, dat er nog oude „schat ten'* voor de dag zouden komen, maar dat is tegengevallen. Res tanten van oude afgebroken mo numenten heeft men tot nog toe niet aangetroffen: „Men mag veronderstellen, dat het puin in het verleden vrij goed is geselec teerd" meende de heer Argelo. Overigens is het wel merkbaar, dat de stenen er honderden jaren geleden reeds in de dijk werden ge stort. Een der werklieden toonde ons bijvoorbeeld een oude baksteen, die door de stroom tot een ronde kogel was geslepen. HET WERK. Beide dijken worden nu geheel van puinstortingen ontdaan, terwijl de paaltjes waartegen het puin rust, eveneens worden verwijderd. De al dus ontstane gaten krijgen nu een „vulling" van zware zeeklei waar mede tevens de dyk onder het juiste profiel wordt gebracht. Voorts krijgt de teen van de dijk een stevige ver sterking in de vorm van een zware betonnen band, die op 1.65 mN.A.P wordt aangelegd. Dezè band rust op stevige en nieuwe perkoenpalen. Tenslotte wordt een nieuw „jasje" aangebracht in de vorm van een glooiing van diaboolblokken, waar van de onderste versterkte koppen hebben voor de golfslag. Hier is een verschil met zeeweringen waar deze koppen op de glooiing aan de boven zijde, op de hoogwaterlijn, wordt aan gebracht. Bij deze dijken echter is uitsluitend sprake van een kanaal- boord-voorziening en niet van een zeewerende verdediging. KOSTEN. Vanzelfsprekend brengt een en an der hoge kosten met zich mee, hoe wel de eerste begrotingen een veel hoger bedrag lieten zien dan de uit eindelijke aannemingssom. Door o.a. alle mogelijkheden van bijv. afkomen de materialen goed uit te buiten, kon men de totale kosten terug bren gen op rond 650.000. Het is nog niet te zeggen, wan neer het werk gereed zal zijn. Tijdens de afgelopen winter ls het wat te- gengelopen doordat er te weinig kansen waren om bij laag water te werken. Een deel van het herstel is namelijk laag water werk, waarvan ook een deel in de komende winter moet worden uitgevoerd. „Maar als alles achter de rug is, zal de glooiing er prachtig uit zien", zo verzekerde de heer Argelo ten slotte. „Een glooiing die zonder twij fel uitstekend zal voldoen en die weer jaren mee kan."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 1