PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
„Nu met Hope" wist zich vijftig
jaar te handhaven
I
i
I
i
I
i
Pinkster-kermis van Schuddebeurs
EDITIE SCHOUWEN
HAVENDIJKEN VAN ZIERIKZEE
WORDEN GRONDIG HERSTELD
195e Jaargang No. 124
Dagblad uitgave van de firma
Provinciale Zeeuwse Courant.
Directie F van de Velde en F. B.
den Boer. Adj. W. de Pagter.
Hoofdred. G. Ballintijn. PL verv.:
W. Leertouwer en H. A Bosshardt.
ABONNEMENTSPRIJS 44 ct. per
week, f 6.45 p. kw., £r. p. p. 6.70
per kw. Losse nummers 10 cent
SPECIALE EDITIE VOOR SCHOXJWEN-DUIVELAND
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN
xJinsdag 27 Mei 1952
ADVERTENTIEPRIJS 22 ct per
mm. Minimum p. advertentie 1 3.—
Ing. mededelingen driemaal tarief.
Kleine advertenties (ma* 8 regels)
va» 1—5 regels t L—Iedere regel
meer 20 cent. ..Brieven of adres
Bureau van dit Blad" 25 cent meer.
Giro nr. 359300 P.Z.C. Middelburg.
Bur. Vlisslngen Walstr. 5860, teL 2355 4 lijnen (b.g.g. 2801 of 2160). M'burg Londense Kaai 29, tel. 2077 en 2924; Goes L. Vorststr. 63, teL 2475 (b.g.g. 2228); Oostburg: Finlandstraat 2, telef. 16, Terneuzen: Brouwerj|str. 2; Zi^Hkzee: N. Bogerdstr. C 160. tel. 2<
PALLIETER IN BRUINISSE
Dank zij de volharding van enkelen
Het gezegde, dat te Bruinisse niets stand houdt dan de Varkenshond,
mocht vroeger een grond van waarheid hebben, thans is er het fanfare
corps „Xu met Hope", om te bewijzen, dat er nog wel andere verenigingen
zijn, die zich meer dan een halve eeuw wisten te handhaven. Dit is te
danken aan de volharding en het doorzettingsvermogen van slechts en
kelen. Want menigmaal hing ook het leven van „Nu met Hope" aan een
zijden draad; van de kinderziekten, die elke vereniging moet door maken,
kreeg ook deze vereniging ruimschoots haar deel en reeds in de naam
ligt opgesloten, dat de oprichters aanvankelijk' meer hoop dan moed hadden.
Want de toenmalige oprichters wisten iets, dat nu niet veel mensen
zich meer herinneren, n.L dat er een fanfarecorps geweest was, dat
echter niet had kunnen stand houden. Zo was het met het culturele leven
aan het eind der vorige eeuw in Bruinisse maar sober gesteld. Alleen
de zangvereniging „Euphonia", onder leiding Nvan de heer Willem Okkerse,
vermocht enige belangstelling te wekken, een muziekvereniging was er
niet, de Rederijkerskamer was eveneens reeds jaren opgeheven.
Bij de installatie van burgemeester
Joh. Elenbaas, in 1896, moest zelfs
een muziekgezelschap van Zonnemai-
re worden gehuurd, om voor de on
misbare muziek te zorgen. 1
Zo zat Bruinisse bij de kronings
feesten in 1898 zonder muziek, terwijl
het vanzelfsprekend niet mogelijk
was, uit een naburige gemeente een
muziekgezelschap te laten aantreden.
Ieder dorp had toen zijn eigen Ko-
ninginnefeest en Bruinisse greep er
naast. Maar de heer Joh. van den
Berg wist wel een oplossing: als er
in Nederland geen muziekgezelschap
te krijgen was, dan huurde men er
immers een in België.
En zo speelde bij het Koninginne-
feest in 1898 de heer Stobbelaer met
zijn gezelschap, uit een dorpje in de
omgeving van Sint Nicolaas, in het
land van Waas. Blijkbaar beviel het
de heer Stobbelaer zo goed op Brui
nisse, of wellicht deed men hem zulke
schone beloften, dat hij zich met zjjn
zoon in Bruinisse vestigde, hij als mu
ziekdirecteur, zijn zoon Fons als
klompenmaker. En door zijn komst
zorgde de heer Stobbelaer te Brui
nisse voor de oprichting van een mu-
ziekgezelschap, dat echter nog niet
de naam kreeg van „Nu met Hope",
doch van „Excelsior-".
BELANGSTELLING.
Over gebrek aan leden had „Excel
sior" aanvankelijk niet te klagen, er
kwamen er zelfs zo veel, dat men het
onderling oneens werd; er kwam een
scheuring en „Nu met. Hope" ont
stond.
Bij de wederoprichting van een mu
ziekvereniging te Bruinisse horen we
bekende namen als F. Koopman, M.
van Popering, M. de Koning, „mees
ter Okkerse", waarbij het niet erg
duidelijk meer is, of zij een bestuurs
functie hebben gehad in „Excelsior*
of in „Nu met Hope".
De stoot tot de oprichting van „Nu
met Hope" werd gegeven door de
heer Piet Ockerse, in zijn dagen een
bekend oester- en mosselkweker te
Bruinisse.
De heer Stobbelaer, die niet alleen
uit dezelfde landstreek kwam als Pal
lieter, de bekende romanfiggur van
Felix Timmermans, maar ook blijk
baar vele van zijn minder goede hoe
danigheden met hem gemeen had, kon
het op de duur hier toch niet aarden.
Toen op een goede morgen de buren
zich verwonderden, dat er om en bij
de klompenmakerij zo weinig leven te
bespeuren viel, bleken de klompen
maker en zijn vader vertrokken, zon
der dat iemand daarvan iets had be
merkt. Zij vertrokken met de Noor
derzon.
Na een kort intermezzo, tijdens
welke een ander de dirigeerstok han
teerde, kwam „Excelsior" tot aan de
opheffing van die vereniging onder
leiding van de heer J. F. Theeuwis,
uit Zierikzee, terwijl „Nu met Hope"
na zijn oprichting in 1899, werd ge
leid door de heer P. Jongmans uit-
Zierikzee.
Twee muziekgezelschappen op een
dorp van nog geen 3000 inwoners is
echter te veel. Beide verenigingen
verkeerdpn in een voortdurende geld
verlegenheid, een euvel dat ook nu
nog niet is opgelost, nu „Nu met Ho
pe" nog alleen bestaat. En niet al
leen dat de voortdurende geldzorgen
de besturen der verenigingen veel
hoofdbrekens kostten, er ontstond ook
een zekere animositeit tussen de
korpsleden der béide verenigingen,
met alle onaangename gevolgen van
dien.
Een oorlog, ook al komt het wa
pengeweld dan niet over de grens, is
voor het leven van een muziekvereni
ging funest. In de eerste wereldoor
log werden van beide verenigingen de
repetities gestaakt en de instrumen
ten aan de wilgen gehangen. Voor
„Excelsior" betekende dit definitief
't einde, maar „Nu met Hope" kwam
in 1919 weer tot nieuw leven. Voor
zitter was in die tijd de heer M. A.
Kesteloo, directeur werd de heer M.
Willemse, in wiens werkplaats in de
Korte Ring ook de eerste oefeningen
werden gehouden. Later verhuisde
men naar de zolder van het gebouw,
thans in gebruik als graanpakhuis
aan de Oude Straat, nog later naar
het vergaderlokaal van de openbare
lagere school. Vele moeilijkheden wa
ren er in de twintiger jaren voor de
„muziek".
Alleen aan de volharding .van enke
lingen, zoals de huidige .voorzitter en
anderen, waaronder de gebroeders
Kik Wzn., was het te danken dat zjj
in stand bleef. De muzikale presta
ties waren niet hoog, doch populair
was de vereniging wel. Na de ziekte
en het overlijden van de heer Willem-
se, was de heer A. van den Berge uit
Oosterland vele jaren directeur, ter
wijl na het overlijden van de heer
Kesteloo de voorzittershamer werd
overgenomen door de heer C. 'W. de
Jonge
De komst van de bezetter beteken
de in wereldoorlog n opnieuw het
einde van de muzikale repetities. De
muziekinstrumenten doken onder, na
de evacuatie bleken vele instrumen
ten onder het puin te liggen, doch
gelukkig kon in 1946 uit een bepaald
fonds een belangrijke dotatie worden
verkregen voor het aanschaffen van
nieuwe instrumenten en het clubje
van ouwe getrouwen werd aangevuld
met nieuw bloed, mensen die van el
ders kwamen en die bij het beoefenen
van de muziek in hun oude woon
plaatsen reeds mooie prestaties had
den geleverd.
In samenwerking met de heer Hey-
boer uit Nieuwerkerk, de ïjveriere di
recteur van tegenwoordig, wist men
na de bevrijding de muzikale presta
ties op te voeren tot een niveau als
nimmer te voren. Van de derde afde
ling wist men in enkele jaren op te
klimmen tot de eerste afdeling en
wie thans de repetities hoort vraagt
zich af, of het werkelijk wel „Nu met
Hope is", dat zich horen laat.
De jaarlijkse uitvoeringen mogen
zich in een druk bezoek verheugen.
Jammer dat ook de muziektent ver
loren ging en nog niet werd vervan-
fen. De zomerconcerten kwamen
aardoor wel enigszins in het ge
drang. Moge .Nu v™*" op dein-
geslagen weg voort gaan. En moge
ten slotte een goed geslaagd concours
straks voor vele jongeren aanleiding
worden, om zich mee te scharen in
de rijen van „Nu met Hope". Want
ook voor deze vereniging geldt het.
dat jongeren moeten aantreden, wil
men straks opgewekt en met het
zelfde elan van thans het 60-jarig be
staan kunnen vieren.
f
1'
Well»
em in
ruimsse
Zeer gaarne wil ik een inleidend woord schrijven in u\
concourscourant. Het verheugt mij toch bijzonder dat ditman
Bruinsse is uitverkoren tot plaats van uw jaarlijks festijn.
Lang is het geleden, dat wij een muziekconcours binnen onz
gemeente hebben mogen medemaken. Veel is er sedertdien ge
beurd. Rampen zijn ook ons dorp niet bespaand. Dubbel ver
blijdend ls het daarom, dat, nu U uw keus op onze gehaven
de gemeente hebt willen laten vallen, wij thans weer in staa:
zijn U te ontvangen. Zeker, de wederopbouw is nog niet zover
gevorderd, dat wij U een gave en goed uitgeruste plaats kun
nen bieden, doch U leunt ervan opaan dat wij al het mogelijke
zullen doen, opdat het U aan niets zal ontbreken.
Er is nog een geheel andere reden, waarom het mij een
bijzonder genoegen zal zijn U in Bruinisse welkom te heten.
Dat is het feit, dat het muziekleven op ons eiland een zo hoge
vlucht heeft genomen, dat het organiseren van dergelijke con-
coursen mogelijk is. Wat zou het toch een verschrikkelijke ver
arming voor onze dorpen betekenen, wanneer onze korpsen
niet zouden bestaan.
Men spreekt veel over de voordelen van de grote stad, waar
zoveel op cultureel gebied wordt geboden zonder daarbij te
denken aan de waarden, welke schuilen in 'de plaatselijke mu
ziek-, zang- en toneelverenigingen» Het is voor mij de grote
vraag of het gebodene in de grote stad, waaraan de overgrote
massa passief deelneemt, zooveel te preferei-en is boven hetgeen
gedaan wordt in de dorpen, waar velen intensief medeleven
met en actief deelnemen aan de culturele kant van het leven.
Laat het als kunstuiting op lager niveau liggen, de wadTde er
van voor de ingezetenen is naar mijn smaak des te groter.
Het zal voor mij daarom een vreugdevolle dag zijn, wan
neer U allen op 2e Pinksterdag in Bruinisse uw beste beentje
zult komen voortzetten. Moge het in alle opzichten een goede
dag voor U en voor ons worden.
De burgemeester van Bruinisse:
MICHAELIS
Het is een vreemd gezicht.
Een buitenmodel giraffe met
(wee koppen en acht poten?
N'een, twee giraffen uit de
London Zoo, die zich met een
.ngemeen gevoel voor symme
trie (ook terug te vinden In
iun huidbekleding!) zó hebben
opgesteld dat de fotograaf een
geestige opname kon maken.
Bruin isse-
muziekcentrum
Gaarne voldoe ik aan uw verzoek,
enkele woorden te schrijven in uw
blad, dat zoveel aandacht aan dit mu
ziekconcours wijdt.
Na ruim 25 jaar valt de Muziekver
eniging „Nu met Hope" de eer te beurt
dit concours te mogen organiseren.
Dat zij daartoe thans weder in staat
wordt geacht, is een teken van bloei
en vooruitgang, temeer indien men
weet met welke moeilijkheden men
tengevolge van de oorlog te kampen
heelt gehad.
Het verheugt mi) in het bijzonder,
dat practisch alle muziekgezelschap
pen van dit eiland aan dit concours
zullen deelnemen. Bruinisse zal op 2e
Pinksterdag het muziekcentrum van
dit eiland vormen.
Ik twijfel er dan ook niet aan, dat,
indien de weersomstandigheden gun
stig zijn, dit muziekfestijn zal slagen
en spreek de hoop en de wens uit, dat
dit muziekconcours op 2e Pinksterdag
voor de muziekvereniging „Nu met
Hope" een mijlpaal in haar geschiede
nis zal vormen.
De voorzitter van
het Concourscomité
C. H. VAN DE LINDE.
BELANGSTELLING OP DE „SPOORBOOT".
Omvangrijke werkzaamheden, die
dringend noodzakelijk waren
Als tegenwoordig de provinciale boot langzaam de haven van Zierik
zee „opstoomt", staan er aan dek dikwijls passagiers vol interesse te
kyken naar de werken, die thans aan de beide havendyken worden uit
gevoerd. By de glooiing zyn een paar arbeiders met een grote tang bezig
om oude verteerde paaltjes te verwijderen een eind verder wordt puin uit
de dijk gehaald en in een schip geladen, er worden gaten met klei ge
dicht, kortom het is er vol bedrijvigheid en daarom geen wonder, dat men
aan boord vait de provinciale boot de spoorboot" zoals men ln Zie
rikzee zegt vol belangstelling over de verschansing hangt.
De directeur van de Centrale Dienst Noord-Zeeland, de heer A. J. Ar-
gelo, onder wiens directie de herstelwerkzaamheden aan de dyken wor
den uitgevoerd, was zo bereidwillig om ons een en ander over deze ar.
beid te vertellen.
er een stuk uit de dijk het kanaal
in en ontstond er dus een gat. Dan
snelden de poorters van Zierikzee
toe met karren vol puin om het te
dichten.
Reeds geruime tijd was het drin
gend noodzakelijk om tot herstel
over te gaan. De tegenwoordige
scheepvaart heeft èen grote „trek",
zoals dat heet, waardoor de glooiing
veel te lijden heeft („het rommelt
soms als een boot voorbijkomt",
ons een opzichter). Toen destijd§
het kanaal werd gegraven, zo om
en bij het jaar 1600, viel het met die
trek nogal mee, omdat men toen uit
sluitend te doen had met langzaam
vooruitkomende zeilschepen. Toch
schortte 't ook toen wel eens aan de
oeververdediging. Zö af en toe rolde
EENS EEN GROOT SCHOUWS FEEST
De recreatie heeft zich verplaatst
Toen zeven eeuwen geleden op de Pinksterdag koning Nobel (de leeuw)
open hof hield, stroomden allen naar deze „dingdag". En hoewel een enkele
daarheen ging met bitterheid in de ziel, inzonderheid tegen de geestelyk-
heid dier dagen, is getracht de bezwaarden daar af te leren dat moeilijk
anderen kunnen worden beschuldigd, wanneer men niet zelf rein van hart
en handen is. Het denkbeeld, dat men zelf rein zou moeten zijn alvorens
men in alle opgewektheid feest kan vieren, spreekt ook uit de traditie
van de Pinkstermissen. Men maakte dan eerst een bedevaart, naar de plaats,
waar liet feest zoii zijn, bezocht daar de kerk en woonde een dienst bij,
om na deze devote uren, enkele uren van vrolijk kermisvermaak te smaken.
De heer C. W. de Jonge, voorzittel
van „Nu met Hodc", meer dan 30
jaar trouw in voor- en tegenspoed.
Dat werden onze Pinkster-kermis
sen, die op vele plaatsen werden ge
houden en ook te Schuddebeurs.
Wat kon nu in dat gehuchtje toch
een kermis te beduiden hebben
Thans weinig meer, doch in vroe
ger dagen was dat anders.
Er is daar wel eens kermis ge
weest, waarvan de boer-herbergier
aldaar „den ouwen Leen" na afloop
fetuigde „den oest is binne" want al
wam er nu van zijn land niets meer
terecht, dan kon het geen slecht jaar
meer voor hem worden, terwijl hy
toch een boerenbedrijt had van 60 ge
meten oppervlakte.
Of het daar dan zo banaal toe
ging? Inderdaad nogal.
HET BURGERRECHT
Er bestond te Schuddebeurs eefo
oude gewoonte, die men het burger
recht drinken noemde.
Wanneer een jonge man van buiten
de omgeving kermis wilde vieren
met een meisje uit het buurtschap,
dan moest hij 's morgens in de her
berg met de jongens uit die streek
zich dat burgerschap verwerven door
een kan jenever te geven voor ge-
'Amenlijk gebruik. Deed hij dat niet,
dan liep het uit op een grote vecht
partij, want alle mannelijke bewoners
uit het buurtschap spanden samen
om het oude recht te verdedigen te
gen elke indringer van buiten, die
niet aan de eisen had voldaan.
Whren er dus meer jongemannen
die een oogje hadden op een der
meisjes uit de buurtschap, dan vloei
de er ook meer jenever, waarbij vaak
een te grote hoeveelheid van dit
vocht over de lippen van de manne
lijke streek-bewoners ging. Soms wa
ren in de vroege morgenuren de jon
gelui reeds dronken, nog voordat de
Steedse speellieden „Boogerd en de
WijSeman" hun „verheven plaats had
den ingenomen in de gelagkamer en
de zeurige tonen van de harmonica
zich paarden met het geluid des ve
dels van Wijseman".
VECHTPARTIJEN
Ongelukkig wanneer dan zoals drie
kwart eeuw geleden enige Brüenaars,
met tentwagens daarheen gebracht,
als onafhankelijke en vrije schippers-
lui zich niet wilden voegen naar de
eisen van de streek. Dan ontstond een
tumult, dat alleen kon worden opge
lost door „Ceel de sompetter", die in
de buurtschap zo ongeveer naast Na
poleon werd geplaatst of liever in
een adem met hem werd genoemd.
Nu nog zeggen de stokouden uit
deze streek:
„Bonaparte joeg de spoken weg,
Ceel Verhoek de stroopers."
En deze was het die ook op de ver
stoorde kennis de orde wist te her
stellen.
Sommigen heugt het ook nog dat
op Pinksteren DRIE de sigarenma
kers uit de stad Zierikzee vochten
met de bewoners van Schuddebeurs.
Er waren toen te Zierikzee verschei
dene sigarenfabrieken en honderden
mannen verdienden daar hun brood.
Het was een wel wat zonderling slag
van mensen. Met de derde Pinkster
dag was er niemand van hen die aan
werken dacht en verreweg de mees
ten trokken naar Schuddebeurs naai
de kermis. Vaak kwam het daar tot
bloedige botsingen en nog heden ten
dage zijn daarvan verschrikkelijke
verhalen in omloop.
Doch Ceel de sompetter schijnt een
krachtmens te zijn geweest, want zo
dra hy zich tussen de vechtenden
wierp met een getrokken pistool,
kwam er spoedig een einde aan de
hoogopgelaaide ruzie.
Een dereerste vereisten voor een
goede kermis was goed weer, ook al
mocht het dan wat schraal zijn.
Was het een kermis met stralen
de zonneschijn, dan maakte de „ou
we Leen" beste zaken, want het
waren niet alleen de arbeiders die
daai- mét volle teugen aan bachus
offerden, maar bij de grote koepel
in de .speeltuin stond met duidelijk
zichtbare letters geschreven:
„Heden namiddag hier niets dan
fyne wijnen."
En deze aankondiging had een
dubbele betekenis. Zij moest aller
eerst uit de koepel weren de gewone
man, die geen fijne wijnen dronk en
anderzijds wilde men de bewoners
van de buitenplaatsen lokken, opdat
zij in den namiddag en de avond,
iii gezelschap zouden komen genie
ten van dit „uitlandse product."
DE BUITENPLAATSEN.
De buitenplaatsen waren daar in
die tijden nog menigvuldig, zodat vele
bewoners aan de oproep gehoor ga
ven en daar de middag en avond
vrolijk doorbrachten. Het was ge
woonte, dat dan verscheidene flessen
wijn per hoofd werden gedronken.
In latere jaren heerste er een ge
zellige drukte, vooral toen te Schud
debeurs ook een stoomcaroussel stond
-terwijl er vele kramen met allerlei
snuisterijen waren. Vermakelijk was
het om te zien hoe zij. die nimmer
een hamer hadden gehanteerd alle
krachten moesten Inspannen om te
slaan op de kop van Jut, terwijl een
jonge knecht daarmee niet de minste
moeite had en als een gekroonde
Uit de stad reden huurkoetsiers
steeds heen en weer met open tent
wagens vanaf de Nobelpoort te Zie
rikzee naar het kermisterrein. Voor
een kwartje kon men zo'n reis mee
maken. De heenreis was vaak een
tocht van uitbundige jool, maar op de
terugweg lagen velen als een zout
zak in een hoekje geleund, of ook
wel. was „het minnende kind van
zulk een jongeling deze tot grote
steun." Waarbij zij de uiterste krach
ten moest Inspannen om overeind
te blijven!
Dan was de beurs geschud en het
opgespaarde geld was van eigenaar
verwisseld. Zelfs in Hagebosch, een
café aan de Donkere weg stond nog
wel eens een carousel, maar in
hoofdzaak concentreerde zich alles
op de bekende driehoek te Schudde
beurs.
Dat was in de 19de eeuw de ker
mis op Schuddebosse.
Heel vroeger is het anders ge
weest. Toen begon men niet met het
burgerrecht drinken, maar in de
grootste devotie ging men op naai
de kloosterkerk van de Kaï-thuizers,
naar de berg Sion aan de nu nog
daarnaar genoemde Kloosterweg, om
daar de mis te gaan horen.
Daarna zat men onder gezellige
kout en een glas bier bij elkaar,
omdat deze „kermissen" mensen by
elkander brachten, die slechts zelden
elkaar zagen en die elkaar veel te
vertellen hadden. Maar waar het
volk is, ls ook de nering en zo wor
den deze devotiedagen geleidelijk
tot zwelgpartijen.
Doch ook dat is thans voorbij.
Met de Pinksterdagen is de Blok-
weg nu niet meer zwart van mensen
en aan de Nobelpoort te Zierikzee
staan niet meer de tafels met aller
lei lekkernijen ln vaste en vloeiba
re vorm. Noch ziet men er de
,leere-peereboom" en evenmin het
„stootbord." De uitroep „Wie de
laatste kaarten?" wordt nu niet meer
gehoord.
De inundatie heeft er het hare
toe bijgedragen om ook het laatste
restje van de Schuddebeurse kermis
verloren te doen gaan, want de eens
zo bosrijke streek, die als recreatie
oord voor Zierikzee gold is nu niet
langer bosryk en door de betere
verkeersmiddelen in de recreatie ver
legd naar de kop van Schouwen.
Nog altyd zit dat puin in de dij
ken en een van de onderdelen van
de herstelwerken Ls het verwijde
ren van die oude steenbrokken
om het door goede schorgrond te
vervangen.
In Zierikzee verwachtte men min
of meer, dat er nog oude „schat
ten'* voor de dag zouden komen,
maar dat is tegengevallen. Res
tanten van oude afgebroken mo
numenten heeft men tot nog toe
niet aangetroffen: „Men mag
veronderstellen, dat het puin in
het verleden vrij goed is geselec
teerd" meende de heer Argelo.
Overigens is het wel merkbaar,
dat de stenen er honderden jaren
geleden reeds in de dijk werden ge
stort. Een der werklieden toonde ons
bijvoorbeeld een oude baksteen, die
door de stroom tot een ronde kogel
was geslepen.
HET WERK.
Beide dijken worden nu geheel
van puinstortingen ontdaan, terwijl
de paaltjes waartegen het puin rust,
eveneens worden verwijderd. De al
dus ontstane gaten krijgen nu een
„vulling" van zware zeeklei waar
mede tevens de dyk onder het juiste
profiel wordt gebracht. Voorts krijgt
de teen van de dijk een stevige ver
sterking in de vorm van een zware
betonnen band, die op 1.65 mN.A.P
wordt aangelegd. Dezè band rust
op stevige en nieuwe perkoenpalen.
Tenslotte wordt een nieuw „jasje"
aangebracht in de vorm van een
glooiing van diaboolblokken, waar
van de onderste versterkte koppen
hebben voor de golfslag. Hier is een
verschil met zeeweringen waar deze
koppen op de glooiing aan de boven
zijde, op de hoogwaterlijn, wordt aan
gebracht. Bij deze dijken echter is
uitsluitend sprake van een kanaal-
boord-voorziening en niet van een
zeewerende verdediging.
KOSTEN.
Vanzelfsprekend brengt een en an
der hoge kosten met zich mee, hoe
wel de eerste begrotingen een veel
hoger bedrag lieten zien dan de uit
eindelijke aannemingssom. Door o.a.
alle mogelijkheden van bijv. afkomen
de materialen goed uit te buiten,
kon men de totale kosten terug bren
gen op rond 650.000.
Het is nog niet te zeggen, wan
neer het werk gereed zal zijn. Tijdens
de afgelopen winter ls het wat te-
gengelopen doordat er te weinig
kansen waren om bij laag water te
werken. Een deel van het herstel is
namelijk laag water werk, waarvan
ook een deel in de komende winter
moet worden uitgevoerd.
„Maar als alles achter de rug is,
zal de glooiing er prachtig uit zien",
zo verzekerde de heer Argelo ten
slotte. „Een glooiing die zonder twij
fel uitstekend zal voldoen en die
weer jaren mee kan."