Zeeland oud...
Van de zonnewarmte der Rivièra
naar de lente van de Bourgogne
r
D
Toch is 't zo I
NEDERLANDS GEBOORTECIJFER
LIGT ZEER HOOG
ZEELAND NIEUW
Meliskerke
BEN BOEK VAN:
VRIJDAG 9 MEI 1952.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
ZWERVEND DOOR DRIE JAARGETIJDEN
Door de winterse sneeuw van de Alpen
(Van onze Parijse correspondent)
We hadden een paar dagen in Menton doorgebracht. Het was er warm
als op een volzomcrse dag bjj ons in Nederland. Wanneer je tegen elf urn
's morgens ging zwemmen in het glasheldere opvallend zoute water van de
Middellandse Zee, dan moest je daarna niet te lang in de zon blijven bak
ken, wilde je niet op een griezelige manier verbranden. Ging je daarna wat
tegen de berghellingen wandelen, waar de bloeiende en tegelykertyd vruch.
ten dragende sinaasappelenbomen hun heerlijke, typisch zuidelijke geur
verspreiden, dan zocht je al gauw de schaduw op, omdat je vond dat die zon
overdreef.
Je keek over die blauwe zee, die
daar zo onbegrijpelijk stil en glad
lag en waar alleen een heel enkel
fel rood of groen geverfd vissers
bootje een reusachtige V in sneed.
Daarna ging je aan het haventje
eten: een soep, waarin rode visjes
dreven, een bord groente met ailoli
(dat is een soort mayonaise met een
ontstellende hoeveelheid knoflook)
kalfsvlees met kaas en ham, waarna
we als toetje een uien taart proefden
K..
DOOR JAN BRUSSE
en waardeerden. Bij dat alles hoort
natuurlijk eeri fles van die stoere,
rose wijn, die tegen de bergen rond
Menton wordt gewonnen. Aangezien
die druiven zo dicht bjj zee groeien
heeft de wijn daar een zilte smaak
gekregen, waardoor je een steeds
grotere dorst krijgt.
Om de vertering op gang te helpen
ga je dan eerst wat rondslenteren in
het oude Menton. De straatjes zijn er
zo smal, dat twee fietsers er elkaar
niet zouden kunnen passeren. Geluk
kig zijn er geen fietsers in Menton,
zodat er wat dat betreft geen moei
lijkheden zijn. Die oude stadswijk
ziet er al helemaal Italiaans uit. De
mensen spreken er een dialect, dat
je onmogelijk kimt verstaan en ze
zijn "er net zo min op de zon gesteld
als wij op de regen. In de kleine, bij
zonder gezellige winkeltjes, die al
tijd door een kralengordijn van de
buitenwereld worden afgescheiden,
kan je de geheimzinnigste Italiaanse
producten kopen Om er onze dorst
te lessen kochten we er een fles
Italiaanse wijn De gezellige, dikke,
slondige vrouw in het winkeltje ver
telde dat het een zoete, heel licht
sprankelende rode Barb era was. Bij
vrienden trok ik er, niets kwaads
vermoedend de kurk vanaf, waarbij
de fles, als een soort opstandige fon
tein over mijn witte hemmetje spoot.
Eigen domme schuld. Ik wist toch
260.
Zo vreemd het in het naoorlogse Ne
derland ook moge klinken, dat
doodstraf hier te lande sedert 1870 is
afgeschaft, zo zonderling zal het zeker
aandoen te constateren dat dit feit
reeds in 1741 plaats vond in het tsa
ristische Rusland, welk land toch heus
niet als hijzonder humaan en zacht
zinnig bekend stond jegens tegenstan
ders van het regiem of jegens maat
schappelijk ontspoorden.
De terechtstellingen die sedert 1945
in ons land hebben plaats gevonden,
zijn met een beroep op de buitengewo
ne omstandigheden voltrokken, inge
volge het Besluit Buitengewoon Straf
recht. Bovendien is de doodstraf altijd
gehandhaafd gebleven in ons militair
strafrecht, waaronder ook burgers
kunnen vallen. Wanneer in ons land
derhalve gesproken wordt van de af
schaffing van de doodstraf, heeft men
het Wetboek van Strafrecht op het
oog, waarin practisch alle misdrijven
voorkomen die men iii vredestijd te
genover mens en maatschappij kan be
gaan.
In ons land waren dus bijzondere
omstandigheden aanleiding om na de
oorlog in 40 gevallen de zwaarste straf
te voltrekken tegen 99 gratieverle
ningen. Maar ook in Rusland golden na
1740 buitengewone omstandigheden,
die echter oorzaak waren van het te
genovergestelde, nl. dat de doodstraf
werd afgeschaft.
Nu was men er in Rusland sedert
overoude tijden aan gewend dat de
tsaarde levens der onderdanen ver
nietigde, al naar de luimen van de dag.
Dat na een strijd om de troon
Elisabeth, de jongste dochter van Pe
ter de Grote, zich in 1741 met behulp
van een garderegiment in de tsafenze-
tel kon nestelen, niet dan na beloofd
te hebben tijdens haar regering geen
doodvonnis te laten voltrekken, pleit
voor de opvatting dat de Russen lang
zamerhand schoon genoeg kregen van
de ongewisheid van het leven onder
het tsarenbewind.
Hoe dit ook zij, Elisabeth legde de
belofte af, die zij met een kus op het
Kruis bezegelde en bevestigde haar
voornemen per oekaze in 1744. Hier
mede was de doodstraf in Rusland of
ficieel afgeschaft.
Hetgeen echter niet betekende dat
ongewenste personen niet uit de weg
geruimd konden worden, of dat er een
einde kwam aan de afschuwelijkste
wreedheden die een brein kan uitden
ken. De Nederlandse zaakgelastigde De
Swart klaagde in 1757 zelfs over de
verschrikkelijke willekeur en de gru
welijke onderdrukking waaraan men
onder het bewind van keizerin Elisa
beth ten prooi was. Dat wilde in die
dagen wel iets zeggen!
We kunnen de ontelbare inbruiken
die in Rusland op de oekaze van 1744
in de loop der eeuwen werden ge
maakt, hier niet ophalen, doch wel
dient in herinnering te blijven, dat ook
de communisten hiermede lelijk in de
knoop zijn geraakt.
H. Pétillon.
immers wel, dat die Zuiderlingen al
tijd overdrijven. Wanneer ze je dus
vertellen, da.t zo'n wijn maar een
beetje sprankelt, dan had je moeten
begrijpen, dat er achter die kurk een
ware atoomkracht in bedwang werd
gehouden.
Toen was ons verblijf om en we
moesten weer terug naar Parijs. De
laatste avond maakte je nog een
beetje sentimentele wandeling langs
zee. Onder de palmen, die onwezenlijk
stil in de zoele, zware zuidelijke
nacht stonden. Het zwarte water was
zo rustig, dat je op de kleine kiezel
strandjes geen geluid hoorde. Alleen
was er een indrukwekkend grote
maan, die een zilveren streep in die
oneindige zwartheid trok.
DE JAS WEER AAN
De volgende morgen reden we de
warmte van het Zuiden uit naar het
Noorden. Op vijftig kilometer van
Menton moesten we onze jassen aan
trekken. Op vijftien honderd meter
hoogte lag sneeuw en de bomen wa
ren nog maar heel spaarzaam en heel
voorzichtig uitgelopen. Onbegrijpelijk
dat je de vorige dag nog in de war
me zon had liggen braden. De pal
men hadden plaats gemaakt voor
dennen met besneeuwde toppen cn
het water, dat in wilde bergstromen
naar beneden kwam, was zo koud,
dat je er je nauwelijks in kon was
sen. Onder Grenoble begon het te on
weren. Donderslagen die tussen die
bergwanden kletterden met een ge
raas, dat je er bang van zou worden.
Weerlichten die de grijze hemel in
tweeën spleten en hagelbuien, die als
tambourstokjes op het dak van de
auto roffelden.
De zon uit Menton was verdwenen,
het was koud als op een winterse dag
bij ons. Zo reden we door Grenoble,
waar de mensen in dikke truien en
met ski's op hun rug de bergen in
trokken.. Pas toen we verder reden
naar het Noorden en in Bourgogne
belandden, herkenden we het werke
lijke jaargetijde: de lente. De vrucht
bomen stonden volop in bloei, de hel
lingen waar de grote Bourgognes
groeien, begonnen te groenen en in
de weiden dartelden lieve lammetjes
en geitjes. In de bossen hadden kin
deren grote bossen sneeuwklokjes
geplukt en die trachtten ze nu langs
de weg aan de altijd te snel voorbij
schietende automobilisten te verko
pen.
Zo kwamen we tegen de avond Pa
rijs binnen. Na de zomer in het Zui
den, de vinter in de besneeuwde Al
pen en het voorjaar in Bourgogne
vond je de lente in de huizenzee Pa
rijs. Kastanjebomen die in de tien
dagen van ie afwezigheid zich plot
seling rijkelijk in het blad hadden
gestoken. Parisiennes in lichte lente
toiletjes, mensen op terrasjes, auto's
met open daken, oude mannetjes op
banken en luie "vissertjes langs de
Seine.
Je reed door drie jaargetijden. Aan
de Rivièra koesterde je je in de zon.
In de bergen verwonderde je je over
de kou. In Bourgogne ontroerde je
dat voorjaar. Maar in de Parijse len
te kwam je thuis.
Wanneer je je visum
vergeet..-..
Een huilende passagiere
kwam bij de passage-afdeling
Rotterdam vertellen, dat ze die
van de Holland-Amerika lijn in
dag met de „Nieuw Amster
dam" zou meegaan, maar
zij had haar visum in Berlijn
vergeten.
Gelukkig voor haar vertrok
het schip pas 's avonds en dl-
recht wera Berlijn opgebeld. De
zaak werd besproken en haar
vader stapte nu met het vi
sum in een vliegtuig, dat
hem van Berlijn naar Hamburg
bracht. Daar werd het papier
toevertrouwd aan de goede zor
gen van de piloot van het lijn-
toestel naar Amsterdam. Óm
half negen startte een employé
van de H.A.L. met 'n taxi van
Schiphol en zo kon de Berlijnse
dame om half tien met het do
cument worden verblijd.
Toen dan ook om tien uur de
„Nieuw Amsterdam" vertrok,
was zij het niet, die „de boot
had gemist".
HET C.B.S. TELDE
Een bromfiets op elke zeventig Nederlanders.
(Van onze Haagse redactie
DEN 1IAAG Wij zijn ecu intensief levend volk. Dit valt onder andere
iveer af te leiden uit het jongste cijfermateriaal, dat het Centraal Bureau
voor de Statistiek ons verstrekte. Men kan eruit leren, dat Nederland jsjr
J. Juli van het vorig jaar niet minder dan 10.262.000 zielen telde, en dat
ons inwonertal sinds 1 Juli 1945 in zes jaren dus met 10,2% moet
zyn toegenomen. Vergelijken we deze cijfers met die van andere landen,
dan moeten we zeggen, dat Nederland toch wel een opmerkelijk plaatsje
onder <le zon inneemt. Vrijwel nergens was de bevolkingsaanwas zo groot.
Alleen Amerika evenaart ons, cn slechts Canada, dat overigens nog maar
13.893.000 zielen telde op 1 Juli, overtreft ons, met een groeipercentage
van 11.4% in meergenoemde zesjarige periode. Engeland slaat daar te
genover met slechts 2,4% groei een wel heel pover figuur.
Het Internationaal Gerechtshof heeft
Sir Arnold Monair (Groot-Brittannië) ge
kozen tot president. De heer Gustavo
Querrero (Salvador) werd herkozen als
vice-president.
Europese bewegingen gaan
fusie aan.
De oprichter van de Pan-Europese
beweging voor de Verenigde Staten
van Europa, graaf Coudenhove-Ka-
lergi, heeft Woensdag te Lausanne
medegedeeld, dat zyn beweging een
fusie zal aangaan met de Europese
Parlementaire Unie, onder voorzit
terschap van Paul Henri Spaak.
Hiertoe zal op 21 Mei te Parijs een
conferentie worden gehouden.
Engeland en Ver. Staten
beperken luchtverkeer.
OM DE STAKING IN DE
OLIE-INDUSTRIE
Engeland heeft besloten het bur
gerlijke en militaire luchtverkeer te
beperken in verband met de staking
van 90,000 arbeiders in de Ameri
kaanse olie-industrie.
De Amerikaanse luchtmacht heeft
thans ook in Europa haar activiteit
beperkt. De commissie voor de strijd
krachten uit het Huis van Afgevaar
digden is begonnen met de behande
ling van een wetsontwerp, dat de
regering (als laatste instantie) zal I
machtigen een staking in vitale in
dustrieën te voorkomen door de be
trokken bedrijven en vakverenigin
gen onder beheer te plaatsen.
Ieder ding heeft zijn eigen
karakter. Daarom heeft ieder
ding zijn eigen gezicht. Want
het karakter van ieder ding, zo
goed als het karakter van ie
der mens, staat aan zijn wezen
uitgeschreven. Het is van een
treffende wijsheid, dat de Wal-
cherse taal het woord „wezen"
uitdrukkelijk mede gebruikt in
de betekenis van: gelaat, phy-
sionomie.
Het wezen dan, het gezicht
van Meliskerke 1745 is een
kindergezichtje tegenover de
physionomie van twee eeuwen
later, die de gelaatstrekken
van de volwassene vertoont.
Hoe lieflijk, hoe idyllisch, maar
ook hoe sukkelig en onnozel ligt
dat 18e-eeuwse dorpje daar:
wat toevallig saamgeschoolde
bouwseltjes, die te dromen
staan onder een ietwat grillige,
niet bepaald vrolijke hemel. De
natuur is hier de baas. Gras
en boompjes groeien zo'n beetje
waar het hun belieft, de nederi
ge slikwei wijkt deemoedig
uit voor een willekeurig poel
tje. Een wijs,- wat zorgelijk kij
kend Kerktorentje houdt een
degelijk toezicht op het geheel.
Al met al geen bijster opwek
kend plaatje. Dreigt er een
onweer?
Hoeveel flinker, wilskrachti
ger, helderder staat dat heden
daagse dorp erbij! Deze huizen
weten wat ze willen, dit dorp
is gebouwd. Hier heerst geen
toeval meer. De brede, .rechte
weg. domineert. De jonge
boompjes staan onder strenge
discipline. Deze weg duldt geen
tegenspraak van poeltjes. De
hemel is een onpersoonlijk wit
geworden, waartegen de zelf
bewustheid van het dorp des
te straffer spreekt. Deze hemel
is niet meer de onberekenbare,
romantische overmacht van 1745;
het dorp heeft geleerd, wat er
met proefstation en coöperatie,
met landbouwtechniek en eco
nomie te bouwen valt. De po
sitie van het Kerktorentje is
dan ook totaal veranderd. Het
staat er wat beduusd bij. Het
heeft iets weg van een kinder
lijk, oud Moedertje tussen haar
ruimschoots volwassen kroost,
ze kan het niet allemaal meer
bijbenen en haar hoedje staat
er scheef van. De toren 1745
stond er als de wachter van de
Heren, wier wijzingen de dor
peling te prijzen hadfeodaal
van wezen. Hij heerste. De to
ren 1952 staat er met de fi
guur van de Heren, die te wij
zen hebben wat de dorpeling
prijst: democratisch van wezen.
Hij dient.
Het kinderland is verloren.
De efficiency heeft haar intre
de gedaan. De oorlog hielp een
handje. Wat zal er nog over
z{jn van de oude wegelingen,
waar de meien te bloeien ston
den in de tuitte nacht? Van
de Koesjesweg en de Blaauw-
poorte, van de Boomweg en het
Zoetelandse padje, van de Wae-
teramse weg en het padje 't
Pereboompje? Wat is er over
van de geheimzinnigheid van
de „Brouwpit", waar in 1880
nog getoverd werd, zó erg, dat
er met zilveren kogels op de
duvelse dwaallichtjes geschoten
moest worden? Van de befaam-
den „Paeremeester" de Pla,de
gevreesde veearts, die almede
toveren kon? Het is allemaal
nog niet zo lang geleden; onze
al te weinig gekende folklorist
Jan Vader heeft het alles nog
meegemaakt. Maar het is on
herroepelijk verloren, het kin
derland van het 18e-eeuwse
prentje, dat duurde tot het be
gin dezer eeuw. Moeten we er
om treuren?
Is het wel zo juist, hier te
spreken van een verloren pa
radijs? Verliest het kind zijn
landje van Cocagne, of ver
werpt hij het? Ontgroeit hij het
niet veeleer en ij juist dit niet
zijn rijkdom en zijp leven? En
tuds dat kinderland nu zo pa
radijselijk? Vraag er Uw kin
deren eens naar? Wat blijft er
over, als we het uitpeilen uit
de idealiserende herinnering?
De drukkende atmosfeer van
het prentje 1745 was misschien
zo toevallig niet Geef ons het
heldere 1952 maar.
J. C. v. S.
Er zijn twee oorzaken, die Neder-
j land zo'n goed figuur doen slaan op
de internationale bevolkingsmarkt.
De eerste is, ons hoog geboortecijfer,
de tweede ons lage sterftecijfer.
In 1951 waren er in ons land 22,3
levendgeborenen per 1000 inwoners
tegenover in Zweden bijvoorbeeld
maar 18,1 en bij onze Zuiderburen
maar 16,1. Overigens blijven we op
dit punt achter liggen bij Amerika
(24,3) en Canada (27,1), welke twee
landen de enige zijn, waar we het ge
boortecijfer het afgelopen jaar nog
zagen stijgen tegenover de voorgaan
de jaren. Zo goed als elders, daalt
het geboortecijfer in Nederland sinds
1948 geleidelijk, zij het dat we het
lage peil van 1939 (20,3) nog niet
bereikt hebben.
Tegenover ons vrij hoge geboorte
cijfer staat een laag sterftecijfer.
Geen land zoijden we kunnen opge
ven, waar minder doden te begraven
zijn per 1000 inwoners dan juist in
dit Nederland. Slechts 7,6. Zelfs
Amerika (9,7) en Canada (9) kun
nen in dit opzicht niet in onze scha
duw staan. Wij zouden eruit willen
concluderen, a. dat het Nederlandse
ras van een oer-solide constructie
moet zijn; b. dat onze sociale en ge
zondheidsdienst de toets der vergelij
king wel kan doorstaan. Het is altijd
prettig deze dingen weer eens te
kunnen zeggen, omdat we zo licht i
geneigd zijn bij het véle, waarop ge-
mopperd kan worden, het goede in
onze eigen gemeenschap te vergeten.
Van de Europese landen spant
Frankrijk met een sterftecijfer van
13,3 per 1000 inwoners de kroon zij
het dat zijn geboortecijfer (19,5) 'nog
mee mag tellen.
VAREN EN RIJDEN
Er staan in het jongste algemeen
overzicht van het Centraal Bureau
nog andere interessante cijfers, die
direct tot de verbeelding kunnen spre
ken. Onze koopvaardijvloot is in
1951 weer over alle linies gegroeid.
Zij telt thans 1141 schepen, t.w. 35
passagiersschepen 1022 vrachtschepen
en 84 tankschepen. Totaal laadver
mogen 2.983.000 b.r.t. Zowel in aantal
als in laadvermogen overtreft deze
hedendaagse vloot die van 1940 al
weer aanzienlijk. Slechts in de sec
tor passagiersschepen is er nog een
grote achterstand. Voor wat de bin
nenvloot "betreft heeft Nederland zijn
door dc oorlog ontstane achterstand
nog niet volledig kunnen inlopen.
Dit laatste zouden we niet graag
willen beweren van ons inotorrijtui-
genpark. Op 1 Augustus 1939 waren
er ln ons land 65.804 motorrijwielen,
5269 motordriewielers, 99.986 perso
nenauto's, 4518 autobussen cn 18.457
vrachtauto's. In 3946 waren deze aan
tallen in enkele sectoren vrijwel ge
halveerd. Per 1 Augustus 1951 echter
op een klein beetje na verdubbeld:
106.404 motorrijwielen. 6173 motor-
driewielers, 157.002 personenauto's,
6160 autobussen en 82.571 vracht
auto's.
Bij dit ontegenzeggelijk omvangrij
ke motorrijtuigenpark heeft zich
sinds 1949 het rijwiel met hulpmotor
gevoegd. Op 1 Augustus van het vo
rig jaar, zo stelde het G.B.S. vast,
reden er al 147.986 langs de weg.
Dat is dus één op elke zeventig Ne
derlanders.
Vandenberg waarschuwt
voor Russische luchtmacht.
De opperbevelhebber van de Ame
rikaanse luchtmacht generaal Van
denberg, heeft de Senaat Woensdag
in een schriftelijk getuigenis mede
gedeeld dat de Sowjet-Unie, „binnen
twee jaar in staat zal zyn de Vei-.
Staten aan te vallen met over lange
afstand opererende vliegtuigen, dit
atoombommen kunnen vervoeren".
Hij ztide dat dergelijke, onverhoeds
uitgevoerde aanvallen zeer ernstig 2
gevolgen zouden hebben, indien er
niet op afdoende wijze tegenstand aan
zou worden geboden
Baal oud papier doodde
voorbijganger.
In de Vierwindenstraat te Amster
dam is een vijftigjarige voorbrjg
ger, D. J. S., dodelijk verwond aoor
een baal oud papier, die van de twee
de verdieping van een papierpakhuis
naar beneden viel. Een arbeider was
met een steekwagentje op de tweede
verdieping een baal oud papier van
275 kg. aan het verkruien. Hij loste
de baal op ongeveer 1% meter af
stand van een geopend luik aan de
straatzijde. De baal kantelde en viel
naar buiten.
Boete van f 75.000 geëist
wegens deviezen-
overtreding
De procureur-generaal by het Ge
rechtshof te Amsterdam heeft tegen
de 56-jarige P. S., van beroep indus
trieel en tegenwoordig in Frankrijk
wonende, een voorwaardelijke gevan
genisstraf van zes maanden, een boe
te van 75.000 gulden subsidiair zes
maanden, en verbeurdverklaring van
ëist, wegens vier deviezenovertrei
gen, begaan in de twee eerste jaren
na de bevrijding.
Verdachte is ontwerper van instal
laties davids en verrichtte na
de bevryding o.m, transacties met
Belgische scheepswerven, waar zon
der vergunning van de Nederlandse
Bank francs werden opgenomen,
waarmee S. uit de bezettingstijd
daterende schulden aan Belgische fa
brikanten betaalde. Voorts zette hij
een deel om voor „zwart" naar Bel-
fië gebrachte Nederlandse guldens,
ie later illegaal naar Nederland ge
transporteerd werden. In totaal voor
rond 250.000 gulden. Verdachte er
kende alle ten laste gelegde feiten.
Het Hof zal 21 Mei a.s. arrest wijzen.
Nieuwe Arnhemse slation
voorjaar 1954 gereed
De bouwplannen voor het nieuwe
Arnhemse station zijn thans in een
definitief stadium gekomen, zodat
verwacht kan worden, dat met de
bouw omstreeks Juli of Augustus
kan worden begonnen en het station
in het voorjaar van 1954 in gebruik
kan worden genomen. Voorts bestaan
er plannen tot het bouwen van een
klein station aan de Velperweg.
Hel wereldgebeuren
Spanje actief
Het trókfc zeer slcrk dc aandacht,
dat Spanje de laatste tijd een
grote activiteit ontplooit op het
terrein van dc buitenlandse politiek.
Enerzijds maakt men voor bepaalde
gebeurtenissen cnomc propaganda,
aan de andere kant betracht men
voor zekere problemen grote geheim
zinnigheid.
Wat dc propaganda betreft, is de
reis, welke de Spaanse minister van
buitenlandse zaken kortgeleden naar
het Midden-Oosten heeft gemaakt een
sprekend voorbeeld. Met alle midde
len wordt de betekenis van Artajo's
missie opgeschroefd. De minister
werd op zijn reis vergezeld door een
groot aantal journalisten, die er da
genlang over hebben uitgewyd in hun
bladen. Men wijst er daarbij dan voor-
ai op dat de tocht door de zes Ara
bische landen niet onmiddellijk tot
gevolg zal hebben het sluiten van een
militair of politiek verdrag tussen
Spanje en de Arabische staten, maar
laat dooi'schemeren, dat dergelijke
verdragen niet uitgesloten zouden
zyn, wanneer dc tijd er rijp voor is.
De missie van Atajo heeft intus
sen alleen maar de sluiting van een
aantal vriendschapsverdragen en cul
turele overeenkomsten opgeleverd.
De propaganda wordt echter met
onverminderde kracht voortgezet.
Gisteren bracht de regent van Irak
een tegenbezoek aan Madrid, dat met
veel officieel vertoon werd opgelui
sterd.
De bezoeken van Artajo en het te
genbezoek van de Irakse regerings
leiders kunnen gezien worden als een
uiting van „de nieuwe Spaanse poli
tiek van vriendschap ten aanzien
van de Islam, zoals enkele buiten
landse bladen schrijven.
panje heeft de laatste tijd nog
meer pijlen gebruikt voor de
boog van Franco's internatio
nale politiek. De actie in Tanger tot
terugkeer van de vooroorlogse status
heeft Franco gemeend een rugge-
steuntje te moeten geven, door on
langs een nota aan de internationale
commissie ln Tanger aan te bieden.
Voorts tracht men begrip te kwe
ken voor een Middellandse zee-pact,
waarbij Spanje vooral het oog heeft
gericht op Italië en Turkye. Ook wijst
men steeds maar weer op de goede
betrekkingen met de Zuid-Ameri
kaanse landen.
Al deze activiteit heeft vanzelf
sprekend een achtergrond. Er
is namelijk een overeenkomst
op handen met de Verenigde Staten
voor economische hulp en militaire
dienstverlening. Het lijkt niet on
waarschijnlijk, dat Spanje de prijs
voor een overeenkomst of zelfs een
bondgenootschap zo hoog mogelijk
wil opvoeren.
Engeland en Frankrijk staan echter
sceptisch tegenover de huidige Spaan
se activiteit. Vooral het feit dat men
hoewel voorzichtig, betrekkingen met
de Duitsers orde houdt, heeft in Pa
rijs en Londen een onprettige indruk
gemaakt. Men spreekt daar reeds
van een Spaanse samenzwering, in-
plaats van een ernstige buitenlandse
politiek.
m JOH AN FABRICiUSm
Fabrlcius' „Venetiaans avontuur"
bewijst wederom welk een meesterlijk
verteller deze schryver is. Ook dit
boek is zo boeiend geschreven, dat de
lezer het achter elkaar uitleest. De
held van het verhaal is een jong
Oostenrijker, die met wereldher
vormingsideeën behept in zyn
werk als employé in een handelszaak
in Wenen geen voldoening vindt. Om
zijn blik te verruimen maakt hij een
vacantiereis naar Venetië, in de be
doeling niet naar huis terug te keren.
Op spannende en geestige wijze wor
den de avonturen en amourettes van
de wereldhervormer in de Dogenstad
verhaald. Het happy-end is aardig
gevonden en stelt de lezer niet te
leur.
(Uitgave P. Leopold's Uitgevers Mij.,
Den Haag)