Nederlanders maken zelfs hun
straten echt-huiselijk
c
0
Taft is geen gemakkelijk
heerschap
C
Jimmy Brown en de bende van Dolle Dirk
WOENSDAG 7 MEI 1952.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Hoe ziet een Amerikaan ons land? (II)
Zeeland is: Offensief van land legen zee'
In Eugene Fodor's Modern Guide: „Benelux in 1952",
over welk voortreffelijk werk in een vorig artikel reeds
het een en ander werd verteld, leggen de auteurs (Ame
rikaanse journalisten van naam en faam) telkens weer
de nadruk op het democratisch karakter onzer samen
leving. Ook ons Vorstenhuis wordt in die beschouwing
betrokken: de vorstelijke familie leeft zo schrijven zij
in dit land dat weinig extreme armoede bezit, als een
typische gegoede middenstandsfamilie, symbool van een
typisch middenstandsvolk.
Hier klinkt een toon van critiek.
Eigenlijk niet zozeer critiek dan wel
verbazing; grenzeloze verbluffing.
Men heeft er zeer goede orkesten en
enkele vrij goede toneelgezelschap
pen, zegt de schrijver, maar
men bezit geen eigen, bloeiende mu
ziekliteratuur, geen beroemde compo
nisten, zoals andere landen in Euro
pa, die scheppende toondichters van
internationaal erkend formaat bezit
ten.
En het toneel tracht „internatio
naal" repertoire zo internationaal
mogelijk te brengen; docher is
geen echt Nederlands toneel, want de
Nederlandse dramaturgie is en blijft
zoek en daarmee de kern voor een
eigen toneelkunst met specifiek eigen
speelstijl, zoals wij die kennen uit En
geland, Frankrijk, Duitsland enz.
Men zegt: de taal is te klein: Neder-
land's literatuur (en dus ook: toneel
literatuur) wordt daardoor belem
merd, doch dit kan de oorzaak niet
Onwillekeurig herinnert men zich hier dat andere,
Franse boek over ons land: „l'ame et la vie d'un peup-
le", La Hollandc dans le Monde van Henry Asse-
lin, die spreekt over „Une République couronnée". (Zjju
hoofdstuk over onze veestapel betitelde deze auteur
geestig: „le Taureau de Potter".).
Over de Kunst in Nederland weet Fodor's Modern
Guide ons ook een en ander wetenswaardigs te berich
ten. B.v. over de „prachtige en interessante'' musea. En
over ons muziekleven.
door BEN VAN EYSSELSTEIJN
zijn: landen van niet groter zielental
en taalgebied wisten zich wèl te doen
gelden. En muziek is toch niet aan
taal gebonden? Waarom dan geen
eigen Nederlandse muziek, bekend in
het internationale répertoire? Waar
om bezit dit land geen componisten
van beslist internationale vermaard
heid en formaat?
Kan zo vragen de Amerikanen
zich af de zaak geen andere on
dergrond hebben? En zij merken
daarbij op dat de waardering van de
Hollander voor de vreemdeling, voor
de Hollandse kunstenaar, dit afschu
welijk nadeel heeft, dat men teveel
het „buitenlandse" bewondert.
Er is zo zeggen zrj een Hol
lands snobisme, dat geleid heeft tot
een tekort aan waardering en tekort
aan kansen voor eigen componisten,
solisten, eigen toneelschrijvers, eigen
literatoren. Men kan in Holland als
Hollander zeggen: „Ilt houd niet van
onze letterkunde, ik lees uitsluitend
de grote „buitenlanders", zonder dat
er onmiddellijk protest klinkt.
Wat het amusementsleven betreft,
dit is voor de Amerikaanse smaak
ontoereikend. Een echt „nachtleven"
kent Holland niet. En voor zover aan
wezig is het informeel en naar bui
tenlandse maatstaven gerekend; niet
duur. Speelgelegenheden zijn er pri
vé en ze moeten verdwijnen
Nachtgelegenheden zijn meest dan
cings, de „programma's" zijn er wei
nig brilliant. Grote shows geeft men
niet En uw gastheer in Holland
spreekt er niet graag over. Meestal
weet hij zelf niet de weg (of hij doet
zo). Het nachtleven in „gezellig"
Holland is bepaald „ongezellig". Dat
men geen Hollands verstaat hindert
niet, integendeel, het is een voordeel.
Toch is 'I zo I
Hollanders wijzen u toch niet de weg,
ze gaan uit van de stilzwijgende stel
regel dat na zonsondergang ieder op
zich zelf staat: „zie je maar dat je je
amuseert".
Over het eten en drinken zijn de
Amerikanen echter beter te spreken;
al is het voedsel wat zwaar en een
beetje te veel „sta in de maag".
Dit boek, dat de Amerikaanse tou
rist wil voorlichten (immers, dit werk
is niet voor Hollanders, maar voor
bezoekers uit den vreemde geschre
ven) geeft de lezer adressen van goe
de restaurants, café's, eethuizen, voor
Hollandse journalistieke begrippen
een vreemd iets, maar tochhoe
makkelijk en hoe bruikbaar en nut
tig voor de tourist!
PRIVÉ-LEVEN, EEN
HOLLANDSE UITVINDING.
Het was, zo luidt het Amerikaanse
oordeel, ongetwijfeld een „Dutch
man", die het privé-Ieven heeft uitge
vonden. .Het moet wel een Hollander
geweest zijn die de „familie" en het
„eigen huis" ontdekte. Men vindt de
sporen van Hollands huiselijke cul
tuur en beschaving terug in de be
roemde Hollandse schilderkunst uit
vroeger eeuwen. In de 17e eeuw was
het misschien een revolutionaire
idee dat een huis gezellig en prettig
moest zijn. Maar die idee leeft nu nóg
in het volk en is algemeen goed ge
worden.
En dan: de Hollandse straten! In
Amerika is een straat een publieke
verkeersaangelegenheid. Niet minder,
maar ook niet meer. In Engeland is
een straat de plaats waar de ,men in
the street" leven.Een Engelsman
sluit zijn huis potdicht naar de straat
en noemt de gevangenis die dan ont
staat: „my home is my castle". De
Engelsman wil zo min mogelijk van
waf er buiten is, zién. De Hollander
echter zovéél mogelijk. Daarom is de
Hollander er ook op uit om z'n stra
ten en pleinen zo aangenaam moge
lijk te maken: met behulp van bomen
b.v. En natuurlijk met behulp van
bloemen. In vele huizen ontsteken de
bewoners 's avonds de lichten en zij
laten hun gordijnen open. De huiselij
ke Hollander zou het liefst ook nóg
de straat en z'n hele stad „huiselijk"
willen maken.
Het straatbeeld in Holland wordt
beheerst door fietsers. Holland is ge
maakt voor fietsers. De fiets behoort
bij het Hollandse karakter. U kunt
de Hollander voorhouden dat een mo
tor sneller gaat, dat een auto luxu
euzer is. Hij geeft het toe, maar het
zegt hem niets. Superlatieven hebben
teen vat op hem. Hij fietst, en door
e smalle straten van de oude stadjes
komt hij misschien nog wel eerder
aan z'n doel dan.de luxueuze
auto. Neen, superlatieven hebben
weinig zin bij een volk dat het gezel
lige en kleine bemint en dat zo indi
vidueel is. Holland is een land met
„persoonlijkheid". En zo eindigt
een der medewerkers z'n bijdrage:
„in een wereld waar 10 millioen men
sen éénzelfde krant lezen, 100 milli
oen éénzelfde boks-match volgen op
de televisie en „1000 millioen people
drink the same kind of popular
drink, individuality and personality
mean all the world to me!D: daar be
tekenen individualiteit en persoon
lijkheid dlles voor me!"
ZEELAND VALT DE ZEE AAN.
Het hoofdstuk, gewyd aan „Zee
land, the land that invades the Sea"
is geschreven door George H. Cope-
land, een veteraan-dagbladschrijver
wiens werk in de grootste en bekend
ste Amerikaanse „Magazines" is ver
schenen. Vóór de oorlog was hij reis-
redacteur van de „New York Times"
(sedert 1937). In 1942 werd hij werk
zaam bij de dienst voor oorlogsinlich
tingen in Washington. Hij doceerde
journalistiek aan de New York Uni
versity en aan Briarcliff Junior Col
lege. Copeland levert nog geregeld
belangrijke bijdragen in dc „New
York Times", meestal over reizen.
Zeeland is schrhft hy precies
wat de naam vermeld: land van de
zee. Maar in tegenstelling met ande
re Hollandse zeeprovincies, waar de
zee binnendringt, en waar men een
land-défensief waarneemt, dringt
Zeeland als het ware de zee binnen:
drie uitgestoken vingers van één
hand. Men spreekt nu nog van de
„Zeeuwse eilanden", hoelang men dat
zal blyven doen is echter onzeker;
reeds nu zyn er eilanden, die in feite
reeds schiereilanden werden. Er is
nog water genoeg tussen die drie uit
gestoken vingers, maar binnen enkele
geslachten kan het beeld totaal ge
wijzigd zijn. Men koestert cr plannen
alle water terug te drijven, uitgezon
derd de Schelde ten Zuiden van Wal
cheren. Eerzuchtige plannen, maar
men moet er rekening mee houden,
in een land waar men even verove
ringszuchtig de Zuiderzee de oorlog
verklaarde enversloeg.
In deze weerbare provincie, agres
sief en „vastberaden-offensief' waar
het water geldt, leeft een vredige,
vriendelijke bevolking; de boerderijen
zijn er even kraak-zindelijk en helder,
de tulpen even fleurig en mooi als in
het Noorden des lands. Een schilder
achtig gewest, met oude gebouwen en
een romantische geschiedenis. Men
vindt er nog lange stroken strand en
voerig over dc Zeeuwse klederdrach
ten „Costums reflect religious affila-
tion", zet hij er aJs titel boven.
Zeeland is een bezoek overwaard,
meent hij. En hij geeft aan „How to
get there", 'n Kleine drie uur van Den
Haag, vier van Amsterdam, en twee
cn een half van Rotterdam. Een mo
derne hoofdweg van Den Haag voert
u door interessante Nederlandse ste
den als Delft en Dordrecht en brengt
u door Bergen op Zoom, waar u een
ter geen „mountains on the river"
moet vernachten.
De auteur raadt zijn Amerikaanse
lezers aan in Zeeland een centraal
gelegen „hoofdkwartier" te betrek
ken, van waaruit men „trips" kan
gaan maken. Hij adviseert Zuid-Be
veland, of Middelburg of Vlissingen
op Walcheren. Men vindt cr goede
hotels, en attracties voor tounsten.
En hy stippelt zelfs een reis-in-drieën
uit. die de moeite loont: Aller
eerst: bezichtig Walcheren en Zuid-
Beveland, per auto of bus. Doe er
een dag over. Of een weekOf
zelfs een maand. Steek dan de Schel
de over, bezichtig Zeeuwsch-Vlaande-
ren en keer terug naar het „hoofd
kwartier" En ten derde: pak jc kof
fers, reken af in je hotel, ga naar
Katse Veer nabij Goes, neem de
boot naar Schouwen, blyf daar zo
lang jc er zelf maar zin in .hebt, neem
dan het veer naar St. Philipsland,
„hit the mailand and then turn
south for a look at Tholen".
Maar vóór men Walcheren gaat
bezoeken wil dc auteur Copeland
eerst iets vertellen over de jongste,
heroïsche geschiedenis van dat land.
En dan volgt het verhaal over de be
zetting in 1940, door de Duitse weer
macht, op de voet gevolgd door de
duinen, met weinig huizen, als op partij, in 1944 de Duitse versterkin-
Schoufren b.v.: ideaal vacantieoord gen tegen het bevrijde Zuiden: Ant-
voor lieden die van zee, zon en zand
zónder mensenmassa's houden.
Natuurlijk schrijft Copeland uit-
Taft: ik keu U niet..
Voor de derde keer in de verkiezingsstrijd
258.
De steekvliegen vormen een vrij uit
gebreide familie. Het zijn meestal gro
te, platte vliegen, soms dicht behaard
en vaak met opvallend gekleurde
ogen. Vooral de wijfjes zijn in het al
gemeen hinderlijke bloedzuigers,
waarvan mens en dier vaak te tijden
hebben. De grote soorten van het ge
slacht Tabanus dat zijn de z.g.n.
paarde-vliegen kunnen 't de koeien
en paarden vaak zeer lastig maken en
vooral met deze soort zijn belangwek
kende proeven genomen. Een groot
aantal van deze vliegen werd in een
gazen kooi gebracht, waarvoor een
föhn werd geplaatst. Het bleek dat
deze dieren zich juist aan die kant
van de kooi verzamelden, waar de
luchtstroom binnendrong. Een, in deze
luchtstroom gehouden, watje dat met
een paardenrug in aanraking u;as ge
weest, bleek een sterke aantrekkings
kracht op de vliegen uit te oefenen,
evenals vocht en warmte. Maar de
geur van bloed bracht de dieren tot
volledige opwinding. We kunnen ons
nu ook voorstellen hoe deze vliegen
zich steeds voortbewegen tegen de
wind in, die tevoren over het paarden-
lichaam heeft gestreken, zodat het in
extase gebrachte insect vol laaiend
enthousiasme zich op de reusachtige
viervoeter stort en zijn zuigsnuit in
diens huid boort.
De mens heeft vooral te lijden on
der aanvallen van de kleinere soorten,
waarvan er één gesierd is met prach
tige groene ogen. De steek is er ove
rigens niet minder pijnlijk om en de
wond kan zo groot zijn, dat het bloed
er uit druppelt.
Al deze steekvliegen kunnen wor
den samengevat onder de naam Dazen,
onder welke verzamelnaam dus ook
de paardevliegen zijn begrepen. Deze
dieren voeden zich dus met het bloed
van hun slachtoffers en, dat zij tot
hun voordeel gezegd, hun larven ont
wikkelen zich in de grond. Met hor
zels hebben de dazen niets uitstaande,
want horzels steken niet en zuigen
geen bloed.
W. Péüllon.
Veel menselijker eigenschappen
heeft zijn vrouw
(Van onze correspondent)
NEW YORK, Mei Senator Taft, die een greep heeft gedaan naar het
hoogste ambt in de Verenigde Staten, moet de laatste weken de hele dag
door handen schudden en babies kussen; dat hoort er nu eenmaal by. Taft
moet zich echter, om aan deze gewoonte te voldoen en zijn toekomstige
kiezers niet te leur te stellen, geweld aan doen want liartelijkheid is nu
eenmaal niet de sterkste kant van zijn karakter. Onlangs stond hy eens In
een lift samen met een dame, die hem meende te herkennen. „Hoe gaat
het met U, Senator, U kent mij toch nog wel?" Taft liet een ijskoude blik
over haar heen glyden en antwoordde kort: ,,Neen". „Maar IJ weet toch
nog wel", volhardde de dame, ,4k ben toch mevrouw Dinges, ik ben in
1946 samen met U en Martha (mevrouw Taft) een weekend in X geweest.
Nu zult U het zich wel herinneren!". Taft gaf haar nog een yskoude blik
en antwoordde weer: „Neen". ,,Maar Senator", drong de dame aan, „weet
U nog wel we waren bij onze vrienden Y gelogeerd. Zegt U dat niets?"
Taft zei nog eens bars „Neen". Op dat ogenblik stopte de lift en hij stapte
uit, zonder nog een woord te zeggen.
Zelfs niet tegenover zijn naaste fa
milieleden is Taft toegankelijker. Een
van zijn schoondochters vertelt zelf,
hoe het haar gegaan is, toen ze eens
zijn mening over een bepaalde politie
ke kwestie .wilde weten. Hoewel ze
weken achtereen ieder weekend in
het huis van haar schoonvader door
bracht, speelde ze 't niet klaar hem
ook maar een keer te storen om haar
vraag te stellen. Ze probeerde het
wel verscheidene keren, maar iedere
keef werd haar door Taft of iemand
uit zijn omgeving het woord afgesne-
door ROBERT KIEK
-V
den. Ten slotte bleef haar niets an
ders over, dan naar een politieke
vergadering te gaan, waar Taft zou
spreken en waar aan de toehoorders
uitdrukkelijk verzocht werd vragen
aan de senator te stellen. Taft's
schoondochter vroeg, evenals alle
andere, het woord, stelde haar vraag
en kreeg zo eindelijk de inlichting,
waar ze zo lang op gewacht had.
Veel
DE VROUW VAN TAFT
menselijker eigenschappen
heeft Taft's vrouw, Martha, die tot
groot leedwezen van Taft's aanhan
gers niet aan de verkiezingscam
pagne kan deelnemen, tengevolge
van een ziekte. In de vroegere ver
kiezingsveldtochten was ze de be
langrijkste medewerkster van de se
nator. Met haar opgewekte humeur,
haar spontane aard, haar verbazing
wekkend geheugen voor namen en
gezichten, haar talent om toespra
ken te improviseren, won ze de sym
pathie van velen, die niets voor Taf»
voelden. Nooit liet ze zich door on
verwachte vragen uit het veld slaan.
Twrf»en verkiezinesvereaderine herin
nerde een van de toehoorders haar
aan een verkiezingsbelofte, die haar
man gegeven, maar niet vervuld had.
Mevrouw Taft vertelde, in plaats
van te antwoorden, een verhaaltje en
had meteen de lachers op haar hand:
„Een zieke man legde eens de belofte
af, dat hij, als hij weer gezond zou
worden, 20.000 dollar aan de kerk
zou schenken. Hij werd weer gezond.
Een tijd later kwam de dominee bij
hem, om hem aan zijn belofte te her
inneren. De man brak in lachen uit
en zei: „Wat U zegt dat ik 20.000
dollar beloofd heb? Ik moet toch wel
heel erg ziek geweest zijn!"
Het is nu de derde keer, dat Taft
aan de verkiezingsstryd voor het pre
sidentschap deelneemt. Zijn zuster
verklaart deze hardnekkigheid uit
Taft's jeugdindrukken en vertelt
hierover een zeer karakteristiek ver
haal. Toen Taft's vader. William
Taft, als president geïnstalleerd werd
was Bob (de tegenwoordige candi-
daat) 19, zijn zuster 17 en zijn broer
Charles 11 jaar oud. „Charles en ik",
herinnert zijn zuster zich. „vonden de
lange ceremonie erg vervelend, Char
les zat de hele tijd in „Treasure
Island" te lezen. Alleen Bob scheen
met grote belangstelling iedere bij
zonderheid van de plechtigheid in
zich op te nemen. Is op dat ogenblik
In zijn hoofd het plan ontstaan om
eens de plaats van zijn vader in te
nemen? Ik kan het niet met zeker
heid zeggen in onze familie spreekt
men over zulke dingen niet."
(Nadruk verboden)
werpen en de Schelde. Dan: de harde,
voor Walcheren's arme bevolking
bittere noodzaak van een groot of
fensief. ter beveiliging van de Ant-
werpense haven: de dykverwoesting
en o%*erstrorning van het land
Copeland herinnert aan de schade
j die de zee aan de vruchtbare Walche-
rense bodem toebracht. Hij verhaalt
van de wanhoop en het lijden: het
leek een ogenblik dat het grootste
I deel van Walcheren verloren zou
1 gaan. Maar Nederlandse moed en
vindingrijkheid, met behulp der geal
lieerden, wisten de dijk te herstellen
en het water uit te bannen. Een ge
weldige taak. Reeds vroeg in Mei
1945 werd begonnen. Nieuwe en hero-
1 ische methodes werden gebezigd, met
uiteindelijk succes bekroond, zodat,
I trouw aan zijn wapenspreuk „Luctor
i et Emergo", heteiland Walcheren
i „emerged from the sea and will
again become the Garden of Zee-
i land
j De auteur beschrijft stad voor stad,
noemt hotels, restaurants er bij, er
bij vermeldend hoe het eten er is en
hoe de prijzen er zijn; hij vertelt over
Hendrik Willem van Loon's huis in
Veere, waar deze Amerikaanse Ne
derlander en Nederlandse Amei-ikaan
leefde en werkte, „De Houttuin", ge
bouwd in 1572
En zo trekt men de provincie rond:
in Zierikzee wordt herinnerd aan het
testament van Peter Mogge; Schou
wen noemt hy een heerlijk land, een
parades voor vogel-liefhebbers, ide
aal land voor rustzoekers: „some
Dutch friends hope they .will never
get poulard"
Als Amerikaan en buitenlander
staat de schrijver er verbaasd over de
vele „dode" dijken, waar nu veelal
wegen over heen gaan, kris-kras door
het land; stomme getuigen van de
oorsprong van het eiland, dat vroe-
fer uit eilanden bestond, tenslotte tot
énheid saamgebracht door al deze
taaie landveroveraars. Over Jacoba
van Beieren en Frank van Borselen
op Zuid-Beveland bericht hij. Over
„Dame Jake's" romantisch leven en
over de legendarische „Jacoba-kan-
netjes".
En natuurlijk hoort de lezer van de
vondst in Oud-Vossemeer: „repor
ted to have been the family seat of
the ancestors of the late President
Franklin D. Roosevelt".
Op Tholen wonen de Tholenaren,
boeren en werkers in oester- en mos
selenwinning.
Zij houden van Tholen, van Zeeland
en Nederland, als alle Zeeuwen. Ze
houden van hun eigen manier van le
ven en als er grote dingen gebeuren
in de vreemde buitenwereld, zeggen
ze „Bel, bel", zoals Amerikanen zou
den zeggen: „Well, well"om het
er verder bij te laten.
Ziehier een greep uit Eugene Fo
dor's Moderne Gids over Holland.
Het boek is lijvig genoeg en brengt
een schat aan gegevens; aoch terwil-
le van de lezers, heb ik uit dit voor
treffelijk werk (dat men in oplaag na
oplaag in de handen van niet-Neder-
landers en ook van eigen landgenoten
zou wensen) slechts d&t naar voren
gebracht, wat merkwaardig is als
typisch Amerikaans oordeel over ons
vaderland en ons zelf; zijn bewoners.
Hulde aan de samensteller en zijn
medewerkers.
Het wereldgobeuren
86. Toen comiüissaris Kwabberteen en Kees
Kleuntjes in het duister van de voorraadkelder
waren verdwenen, besloot Jimmy zich, het kos
te wat het wilde, van de sleutel van de tussen
deur meester te maken. „Wabbel" zei hij drei
gend; „geef mij goedschiks de sleutel of anders
kom ik 'm by je halen. Ik ransel een vrouw niet
graag af, maar als 't moet en als 't om mensen
levens gaat dan kan ik van sommige principes
wel afstappen. Dus.je kimt kiezen of de
len...!" De weduwe Wabbel, die op dat ogenblik
inderdaad iets weg had van een slang, begon
zenuwachtig te lachen. „Heus meneer Brown",
zei ze, voorzichtig achteruit schuivelend, „ik heb
die sleutel niet, ik heb 'm zeker verlóóóren!" Dit
maakte Jimmy Brown waarlijk razend. Knerse-
tandend van kwaadheid deed hij een stap voor
uitmaar hij kon niet meer verhinderen dat
de weduwe Wabbel plotseling een fluitje aan
haar mond bracht en daarop driemaal hardgron-
dig bliesSnerpend klonk het hoge geluid door
de gewelvenJimmy stormde op haar af,
maar vliegensvlug sprong zij achteruit, trapte
een leeg vat om dat op Jimmy afroldeHet
botste hem onverhoeds tegen zijn rechter knie...
Jimmy tuimelde tegen de grondDe weduwe
Wabbel snelde langs hem heen naar de deur
„De sleutel, meneer Brown", gilde ze zegevierend,
„ik heb de sleutel tóch gevonden!" En voordat
Jimmy overeind had kunnen krabbelen, was het
mens in de voorraadkelder verdwenen en had zij
de deur achter zich op slot gedraaid.
Europa tegenover
Amerika
De kwestie van het opperbevel
over de vlootstrijdkrachten in
de Middellandse Zcc nam Dins
dag ccn belangrijke plaats in Sn de
Bntse pers. De bladen van alle scha
keringen bleken het cr over eens te
zyn, dat dit commando aan een Brit
se admiraal behoort te komen. Oor
zaak van het weer oplaaien van dc
strijd tussen de Ver. Staten en Enge
land over deze kwestie zyn dc bespre
kingen, welke op het ogenblik te
Londen worden gehouden tussen dc
stafchef der Amerikaanse marine,
admiraal Fechteler, en bevelhebbers
van de Britse vlootstr(jdkrachten.
Laatstgenoemden houden vast aan
de opvatting, dat de voornaamste
taak van dc Westelijke geallieerde
marine in de Middellandse Zee in ge
val van oorlog het waarborgen van
de vitale verbindingen met het Mid
den-Oosten en het Britse gemenebest
is. De Britten wensen daarom een af
zonderlijk overkoepelend marine-op
perbevel in dit gebied, dat direct ver
antwoordelijk zal zijn aan het mili
taire toporgaan van de NAT.O., de
permanente groep te Washington.
Dit opperbevel zou dan door een Brit
se admiraal worden bekleed. De Ame
rikanen willen daarentegen alle
vlootstrijdkrachten in het genoemde
gebied onder admiraal Carney plaat
sen. de N. A.T.O.-opperbevelhebber in
de Zuidelijke sector van Europa.
Voor het Engelse standpunt wor
den in de Britse bladen verschil
lende argumenten aangevoerd.
De conservatieve „Daily Mail" legt
de nadruk op het belang van de Bnt
se vloottraditie en de grote rol, die
Engeland in het Midden-Oosten
speelt. Wat kunnen de Ver. Staten
hier tegenover stellen? Zij weten
niets van het Midden-Oosten. Het
heeft jaren geduurd, voordat zij zich
voor dit gebied hebben geïnteres
seerd, aldus de „Daily Mail'
De Labour-gezinde „Daily Mirror"
zegt, dat er een groot gebrek aan
tact is getoond bij het verzoek aan
Engeland om accoord te gaan met de
benoeming van een Amerikaan tot
opperbevelhebber. Het blad spreekt
zelfs van een flater, die niet alleen
iedere matroos op de vloot misselijk
zal maken, maar een belediging
vormt voor de gehele bevolking, die
trots is op de lange Britse geschiede
nis ter zee. De liberale „News Chro
nicle" verklaart te hopen, dat pre
mier Churchill niet van het Britse
standpunt zal afwijken, en zegt, dat
de N.A.T.O. alleen maar in discrediet
kan worden gebracht door geruchten,
dat de Amerikanen pogen zich van
alle sleutelposities meester te maken.
Intussen heeft premier Churchill
geweigerd op vragen in het Lager
huis meer te antwoorden, dat hij „op
het ogenblik niet in een positie ver
keerde om enige verklaring over het
geschilpunt af te leggen". Churchill
is een voorzichtige oude rot in het
moeilijke vak der diplomatie, en wij
geloven, dat zijn terughoudendheid
op dit moment slechts kan betekenen,
dat hy van plan is nu eens niet aan
de Amerikaanse wensen toe te geven.
Dan zou de „News Chronicle" dus ge
rust kunnen zijn.
Het vertrek van admiraal Fechte
ler uit Londen naar Washington,
toont overigens wel aan. dat het me
ningsverschil op een nóg hoger ni
veau zal moeten worden opgelost
Ook op een ander punt ziet het er
naar uit, dat de Westelijke we
reld niet bereid is voetstoots op
elk Amerikaans voorstel in te gaan.
Wij bedoelen de Amerikaanse sugges
tie om een conferentie van de vier
geallieerde hoge commissarissen te
beleggen mét de Rus dus over
de mogelijkheid van vrije verkiezin
gen in geheel Duitsland. Dit heeft zo
veel weerstand ondervonden in En
gelse en vooral in Franse diplomatie
ke kringen, dat Washington er van
heeft afgezien 'n definitief voorstel in
deze richting te doen. Dat behoeft
eigenlijk niemand te verbazen, want 'n
gesprek met de Russen over 'n zo ne
telige kwestie kan op dit ogenblik
natuurlijk onmogelijk tot enig resul
taat leiden. Men spreekt nu eenmaal
verschillende talen, waarin de woor
den „vrije verkiezingen" zeker 'n ge
heel verschillende betekenis hebben.
De Amerikaanse suggestie was on
getwijfeld een reactie op de mening
van oppositionele groepen in Enge
land (Labour) en Duitsland zelf,
waarin de mening heerst, dat men de
mogelykheid, dat de Russische voor
stellen toch ernstig gemeend zouden
zijn, niet voorbij gelopen mocht wor
den. Maar in officiële kringen in Pa
rijs en Londen (en ook in Eonn)
heersen nu eenmaal andere opvattin
gen en het pleit voor een gezond zelf
bewustzijn, dat men daar ook in deze
kwestie niet bereid is zich terstond
bij elk Amerikaans voorstel neer te
leggen. Blijkbaar acht men het nog
steeds mogelijk de „contracten" met
Duitsland over 't herstel van de sou'
vereiniteit en 't verdrag betreffend*
de Europese verdedigingsgemeen
schap op korte termijn te verwezen
lijken en geeft men daaraan de voor
keur boven een vertragend gesprek
met de Russen, dat hoogstens van
nut zou kunnen zijn om de Duitse, op
positie de ware bedoelingen van Mos
kou te leren doorzien.
EEN BOEK OVER,
SCHOOLREIZEN
Voor de vier cn twintigste maal
is de Gids voor Schoolreizen versche
nen by Dykstra's uitgeverij te Zeist.
Het boekje, dat meer dan 100 blad
zijden telt, geeft een overzicht van
plekjes in Nederland, waar in het
bijzonder de jeugd vacantievermaak
kan vinden. Er is gelukkig niet al
te veel paedagogiek gemengd tussen
de onverdeelde genoegens zoals ba
den, zwemmen, kamperen, speeltuin
en dierentuinbezoek, we vinden dus
maar spaarzaam het bezoek aan mu
sea etc. vermeld.
De gids maakt een uitgebreide
keuze mogelyk uit velerlei vacantie
vermaak. Ook Zeeland is voor een
deel in de gids opgenomen. We vin
den namelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.
Walcheren, Beveland en Schouwen
vermeld.