Silver Greyhounds: de koeriers van
de Engelse regering
Zeeland oud...
ZEELAND NIEUW
BOEK
VRIJDAG 25 APRIL 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE OOURANT
3
DERTIG MAAL DE AARDE ROND.
Een avontuurlijk, maar toch
vervelend baantje
(Van onze correspondent)
Londen, April Het is goed te weten, dat er in een tijd van deviezen-
bepalingen en visa-restricties tenminste één groep van personen is, die
vrijwel elke grenspost ongehinderd kan passeren. De personen waarop «ij
doelen, zijn de „Queen's Messengers", de speciale koeriers van de Britse
regering, die de wereld in alle richtingen doorkruisen. Deze bijna altijd
onderweg zynde vertrouwenslieden hebben, als bijzonder kenteken, een
penning op zak, waaraan een kleine, zilveren hazewindhond hangt. Dit
is dan ook de reden, waarom zo ook wel eens „Silver "Greyhounds" wor
den genoemd.
Behalve een penning, waarop de
befaamde spreuk van de Orde van de
Kousenband: Honi Soit Qui Mal Y
Pense (Wee degene, die er kwaad
van denkt) is gegraveerd, bezitten
deze wereldreizigers een scharlaken
rood paspoort, waarin een indruk
wekkende lijst van bevoegdheden is
gedrukt. Op vertoon van dit docu
ment kunnen de „Silver Greyhounds"
bijzondere reisfaciliteiten verlangen,
waaronder een lift in een oorlogsbo
dem. Naar gelang der omstandighe
den kunnen ze de piloot van een mili
tair vliegtuig zelfs opdracht geven
zijn koers te wijzigen, of ergens een
tussenlanding te maken.
Over de vraag, waarom de wind
hond het symbool van de „Queen's
r
door L. VAN BRUGGEN
s geworden,
nogal wat verdeeldheid. Volgens de
een heeft men de hazewind om zijn
snelheid genomen; volgens de ander
vanwege het feit, dat koning Hendrik
VU twee windhonden in zijn wapen
droeg. Het is echter waarschijnlijker,
dat het symbool uit de tijd van ko
ning Karei n stamt. Toen deze En
gelse vorst als balling in Holland
verbleef, zond hij twee boodschappers
langs een verschillende route naar
Londen. Opdat de mannen elkaar
zouden kunnen identificeren, gaf hij
ze beiden een zilverkleurige wind
hond mee, die hij van een sierschaal
had afgebroken.
KANARIES VOOR DE SULTAN.
In de tassen, welke de „Queen's
Messengers" bij zich dragen, zitten
niet altijd even belangrijke dingen.
Jaren geleden ging een ongelukkige
koerier met acht zingende en fluiten
de kanaries op stap, die koningin
Victoria aan de Sultan van Turkije
had aangeboden. De man wist niets
van de verzorging van vogels af en
toen de arme diertjes op de plaats
van bestemming aankwamen, waren
ze bijna uitgehongerd'. Een andere
„Silver Greyhound" moest een ver
zameling zeldzame vlinder-eitjes
naar de koning van Roemenië bren
gen. Onderweg kwamen de eitjes uit
en de wanhopige koerier heeft zijn
hele trein-coupé onderste boven moe
ten keren om de rupsen weer in zijn
tas te krijgen.
Sinds de eerste wereldoorlog zijn
alle Engelse koerierstassen van een
loden, geperforeerde bodem voor
zien. Dit is gedaan om de tassen te
laten zinken, als ze op een of andere
wijze te water mochten raken. In
1915 hebben de Duitsers namelijk een
drijvende koerierstas uit Het Kanaal
opgevist, afkomstig van een Engels
schip dat op een mijn was gelopen.
EEN BLUNDER.
Overigens raakt er zelden een koe
rierstas door nalatigheid zoek. Het
enige bekende geval dateert uit 1947,
toen een „Silver Greyhound" tot de
schrikbarende ontdekking kwam,
dat zijn tas met allergeheimste docu
menten uit zijn auto gestolen was.
Als gevolg hiervan moest het Britse
ministerie van buitenlandse zaken
zijn hele code-systeem wijzigen. Wat
er met de koerier gebeurd is, is niet
moeilijk te raden.
De veertig koeriers, waarover de
Britse regering thans de beschikking
heeft, hebben over 't algemeen een
rusteloos en vermoeiend leven. De
beroemdste „Silver Greyhound" van
deze eeuw, Sir Parker Goff, moest
alleen gedurende de eerste wereld
oorlog 80 keer Het Kanaal overste
ken, terwijl hij de Noordzee en de
Middellandse Zee respectievelijk 34
en 20 keer doorkruiste. Tijdens een
tocht naar Rusland werd het schip,
waarmee Sir Parker reisde, door een
torpedo getroffej. Hij werd met tas
en al van de brug op het dek geslin
gerd en liep kwetsuren aan benen,
armen en ribben op. Toen hij een paar
maanden later met een neutraal
schip naar Scandinavië voer, moest
hij zich, ook weer met zijn kostbare
koerierstas, in de boeg verbergen om-
Pasen valt op de eerste Zondag na
de eerste volle maan op of na de len
te. Voor ons is deze uitspraak van
Paus Silvester 1 op het concilie van
Nicea in 325 n. Chr. belangrijker dan
het feit dat tezelfder tijd de leer van
Arius werd veroordeeld.
Nu lijkt het erg eenvoudig om vast
te stellen, wanneer het Pasen is. We
hebben niets anders te doen dan op
of na 21 Maart naar de hemel te kij
ken. Hebben we vastgesteld, dat de
maan vol is geworden, welaan, dan
is het de volgende Zondag Pasen!
Gemakkelijker kan het al niet!
Alles goed en wel, maar hoe weten
we nu bijv. in Januari wanneer de
maan in eind Maart of begin April
vol zal zijn? Voor hen, die zich niet
met astronomische tabellen bezig hou
den is dat niet, of zeer moeilijk, vast
te stellen.
Inderdaad. En dat het zelfs met as
tronomische middelen niet zo een
voudig is als het lijkt, bewijst wel
het geval dat zich in 1924 heeft voor
gedaan. Om dit te begrijpen moeten
we een geheimpje verklappen: We
hebben twee manen. De ene is de
werkelijke maan, die U regelmatig
aan de hemel kxmt zien, en die een
veel ingewikkelder beweging volgt
dan het ons toeschijnt. Daarom heeft
men gemakshalve nog een andere
maan gemaakt, een denkbeeldige, wel
te verstaan, die ongeveer gelijke tred
houdt met de werkelijke maan, doch
in haar bewegingen aanzienlijk regel
matiger is.
Nu gaan de kerkelijke berekeningen
bij het vaststellen van de Paasdatum
uit van deze denkbeeldige maan.
Daardoor kunnen er zich wel eens
aanzienlijke verschillen voordoen ten
opzichte van het werkelijk bestaande
hemellichaam. De ware maan was vol
op Vrijdag 21 Maart 1924, zodat de
volgende Zondag 23 Maart Pa
sen had moeten zijn. Maar de denk
beeldige maan was in dat jaar reeds
een dag eerder vol, t.w. op 20
Maart, zodat de eerstvolgende volle
(denkbeeldige) maan vér in April
viel. Daardoor viel in 1924 Pasen op
20 April inplaats van op 23 Maart.
Zou het, na al dit theoretisch gehar
rewar, voor de leek nog steeds moge
lijk zijn Pasen op een papiertje uit
te rekenen? Ja, beslist! Wanneer we
tenminste genegen zijn een paar klei
ne getalletjes te onthouden.
H. Pétillon.
Open brief van v. d. Sigten-
horst Mever.
Aan staatssecretaris Cals over
„De lof der jenever".
Zoals bekend verstrekte de staats
secretaris van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, mr. J. M. L. Th.
Cals, in Dêcember 1950 een opdracht
aan de componist B. van den Sigten-
horst Meyer te Den Haag tot het
componeren van een drietal werken
vóór koor. De heer van Sigtenhorst
Meyer componeerde daarna o.a.. „de
lof der jenever". In een begeleidend
schrijven vroeg de componist, het
werk met financiële steun van het
rijk uit te geven. De staatssecretaris
besliste hierop afwijzend. Omdat hem
daarvoor geen gelden ter beschikking
stonden. De heer van den Sigtenhorst
Meyer heeft vervolgens „de lof der
jenever" opgedragen aan een jene
verstokerij. In een open brief aan
staatssecretaris Cals schrijft de com
ponist mede naar aanleiding van
in de Tweede Kamer gestelde vra
gen dat elk scheppend kunste
naar yerlangt dat „zijn werk, na het
doelloze van de schepping er van,
sociaal een doel zal krijgen". Volgens
de componist heeft een compositie
zonder dat deze tot klinken kan wor
den gebracht, geen zin.
De heer van den Sigtenhorst Mey
er hoopt tenslotte, dat het ministe
rie van O.. K. en W. aan zijn ver
dere opdrachten een zinrijker bete
kenis zal geven dan tot heden het
geval is geweest. Bovendien, zo
schrijft hij verder, zal in de toekomst
de mogelijkheid moeten worden ge
schapen de in opdracht geschreven
werken, welke vermenigvuldiging
behoeven, door middel van druk ook
practisch nader te brengen tot hun
verwezenlijking.
Vrijspraak in drama te
Beneden-Leeuwen.
Het Arnhemse gerechtshof heeft
Donderdag uitspraak gedaan in de
zaak tegen J. P. G. H., technisch ad
viseur te 's-Hertogenbosch, wien ten
laste was gelegd dat hij door het ne
men van onvoldoende maatregelen
het overlijden van zes oude mannen
in het St. Jozeph-gesticht te Bene
den-Leeuwen in de nacht van 23 op
24 April zou hebben veroorzaakt. De
Arnhemse rechtbank had verdachte
van het ten laste gelegde vrijgespro
ken, nadat de officier 2000.— boete
had geëist. Het gerechtshof beves
tigde deze vrijspraak. De procureur-
generaal had 1000.— boete geëist
Labour-oppositie voerde
vertragingstactiek.
Het Britse Lagerhuis heeft na een
debat van twaalf uur met 270 tegen
245 stemmen een geamendeerde rege
ringsmotie aangenomen, waarin het
debat over het wetsontwerp in zake
de nationale gezondheidsdienst wordt
beperkt. Over artikelen of amende
menten op het ontwerp, die niet in
een bepaalde tijd zijn afgewerkt, zal
geen debat meer kunnen worden ge
houden. De Conservatieven zeiden, dat
de beperking nodig is wegens de ver
tragingstactiek van de socialistische
oppositie, die de voorgestelde nieuwe
kosten voor medische behandeling hef
tig eritiseert.
dat een Duits patrouille-vaartuig
langszij was gekomen. Ondanks het
feit, dat het schip van onder tot bo
ven werd doorzocht, vonden de Duit
sers hem niet en Sir Parker kon zijn
opdracht geheel volgens plan uitvoe
ren.
Het Engelse korps van koeriers
heeft in de vijf eeuwen van zijn be
staan alle mogelijke transportmidde
len gebruikt. Muildieren zijn er bij,
ossen, veewagens en sleden. Majoor
Alfred Custance heeft Nederland
zelfs wel eens in een margarine-kist
moeten verlaten omdat Duitse spion
nen op zijn spoor waren gekomen.
Tot voor honderd jaar is het paard
echter het belangrijkste vervoermid
del geweest. De koeriers legden vaak
ware marathonritten in het zadel af
om hun plaats van bestemming te
bereiken. Toen Napoleon uit Elba
ontvluchtte, kreeg een „Silver Grey
hound" in Constantinopel opdracht
dit nieuws aan de Perzische regering
over te brengen. De man legde de
meer dan drieduizend kilometer in
minder dan twintig dagen af en
moest bjj aankomst in de Perzische
hoofdstad de trappen van het paleis
worden opgedragen. Zijn paard, het
vierde, stortte dood ineen.
De „Queen's Messengers" zijn
vooral tijdens een oorlog, aan vele
gevaren blootgesteld. Verveling is
echter hun grootste vijand. De be
langrijke vliegtuig- en trein-routes
van de wereld kunnen ze dromen en
buitenlandse reizen hebben voor hen
geen enkele aantrekkingskracht
meer. Toen majoor J. S. Oldham in
1948 gepensionneerd werd, beloofde
hij plechtig nooit meer een stap bui
ten de grenzen van Engeland te zet
ten. Geen wonder! Gedurende zijn 25
dienstjaren had deze koerier een af
stand van 1,2 millioen km. afgelegd,
of wel dertig keer de omtrek van de
aarde.
David A. Morse, de directeur-gene
raal van de internationale arbeid»,
organisatie (I.L.O.) die een plan
heeft uitgewerkt voor het oplossen
van de werkloosheid in Europa.
Naast medailles anjers voor
Olympische winnaars.
De winnaars van de verschillende
nummers op de Olympische Zomer
spelen te Helsinki zullen ook nog
iets anders, dan alleen een medaille
voor hun prestatie in ontvangst te
némen krijgen. Dank zij een gift van
Deense kwekers zal namelijk iedere
man of vrouw, die een gouden me
daille in de wacht heeft gesleept 20
rode en 20 witte anjers aangeboden
krijgen. De tweede en derde prijswin
naars zijn ook niet vergeten. Aan de
veroveraars van de zilveren medaille
zullen 20 helrode anjers en aan de
genen. die de bronzen medaille win
nen 20 bronsgekleurde anjers worden
uitgereikt.
Engels schip na aanvaring
met „Meerkerk" gezonken.
Groninger kustvaarder liep
op het wrak.
Het Engelse schip „Holdernile" is
Woensdagmiddag gezonken in de ha
ven van Antwerpen na een botsing
met het Nederlandse stoomschip
..Meerkerk". Een Britse zeeman van
de „Holdernile" is naar men gelooft
verdronken. De „Meerkerk" liep niet
veel schade op.
Dc „Holdernile" was een schip van
600 ton. De romp van het schip werd
opengereten ter hoogte van de ma
chinekamer.
In de nacht van Woensdag op Don
derdag is het Nederlandse 358 ton
metende schip „Rabenhaupt" op het
wrak van de „Holdernile" gelopen.
De ..Rabenhaupt" was met legertanks
onderweg van Engeland naar Den-
dermonde bij Antwerpen. Het achter
schip steekt met een hoek van 45
graden omhoog. Men neemt aan dat
de „Rabenhaupt", een Groninger
kustvaarder, verloren is.
„Sea-Otter" in Westeinder-
plas gestort.
Donderdagmorgen is een „Sea-Ot-
ter" van de Marineluchtvaartdienst
in de Westeinderplas gestort. In het
toestel zaten 4 personen, die alleen
maar een nat pak opliepen.
De „Sea-Otter", van welk type de
Marineluchtvaartdienst enkele exem
plaren bezit speciaal voor de hulp
verlening bij ongelukken met sche
pen en vliegtuigen op zee, is een één-
motorig amphibietoestel.
Elizabeth Schumann
overleden.
De beroemde liederenzangeres Eli
sabeth Schuman is Woensdagavond
na een ziekte van enige weken in
New York overleden. Zij was zestig
jaar.
Elisabeth Schuman was vooral ge- J
liefd om haar vertolkingen van de
liederen van Schubert.
1950
Hei Slot
te Baarland
Laten we niet te somber we
zen. Er zijn altijd nog heel veel
lieden te benijden in deze pes
simistische wereld. Dorpskin-
dertjes bijvoorbeeld. En dorps
dokters. Wat een vrijheid! En
is vrijheid niet het hoogste
goed? Dubbel benijdbaar moe
ten dan wel de kindertjes van
dorpsdokters zijn. En onder
deze gezegenden bijzonder ge
lukkig prijzen we dan nog de
kindertjes van de dokter te
plattélande, bij wie we deze
week aanbelden om éen beetje
wijzer te worden inzake het
Slot te Baarland.
Het was aan het Slot 1950
zélf, dat we aanbelden. We
hadden het maar gewaagd. Het
dorp zeide, dat de dokter daar
er wel niet kwaad om wezen
zou. Maar er was niemand thuis.
Het Huis sliep. De gordijnen
waren dicht. Een oude bel mei
erde even in een donkere gang,
dan zweeg alles weer in een
volmaakt verleden tijd. De bie
zen in de slotgracht ritselden
stilletjes, de wingerdranken
wiegden zachtjes met de wind,
een geitje mekkerde op de wal-
lekant. Het was, of we in een
sprookje van Andersen aange
land waren. Tussen de lissen
van de gracht keek een oeroude
snoek ons misprijzend aan, hij
had een wit baardje en een
gouden kroontje op de kop en
hij wist alles wat mensen niet
meer weten. Maar hij wilde
niets loslaten. Het geitje was
mededeelzamer: de familie was
niet thuis en dat zou wel avond
worden, zeide ze, maar er zou
wel geen bezwaar tegen wezen
als we wat rondkeken en onze
boterhammetjes opaten op het
houtblok bij de voordeur. Dat
hebben we toen maar gedaan en
zo is het, dat we die kinder
tjes zijn gaan benijden.
Te wonen in een sprookje
van Andersen! Te wonen in een
huis, dat diep verscholen staat
in dat prachtige, stille land van
de „Zak van Zuid-Beveland",
verscholen in de tijd evenzeer,
ivie weet dit te vinden? En wie
is er vrijer, dan hij, dien nie
mand weet te vinden? De
vrijheid stond dit huis op het
voorhoofd geschreven. Te wo
nen in een huis, zó Frans non
chalant van allure, zo verfijnd
van kleuring: het verschoten
blauw van de dakgoot, de ko
ninklijke verveloosheid van de
voordeur, het wonderbaarlijk
wit van de gebladderde muren,
ze spraken van een zeer oude
cultuur. Alleen de adel van een
volkomen geestelijke vrijheid
kan zich zoiets veroorloven in
deze overigens wel erg Hollands
degelijk gepoetste en geschil
derde omgeving. Ons hart
sprong ervan open, het was
grandioos, deze staat van nog
juist beheerste verwildering,
deze stijl van zo weinig moge
lijk gestoorde natuur. Het was
een gelukkig huis, dat daar zo
dromen mocht een straal vo-
gelgeluk langs zijn ruiten te
midden van de furieus bloei
ende vruchtbomen, aan zijn
weelderig glanzend grasveld,
waar een brok arduinen barok
van een voormalig inrïjheknog
juist uit opstak het pendant
lag ergens in de gracht en
de herinnering aan de kinder
tjes overal dansende! Dat zweef
de bij de schommel en de kale
openluchtschoolbankjes en bij
het kindertuintje met de an
derhalve aardbeiplant en de
vergeetmeniet, dat zweefde bij
het etensbakje van een of an
der gedierte en bij de van het
strand meegebrachte schulpen-
familie op het straatje, en het
houtblok-kinderbankje, waar
we zitten mochten, toist er nog
veel meer van. Er was gelach
en geroep en gespring in de
lucht hier en het oude huis zei,
dat het zo goed was, en de ap
pelboom stond er dik van in de
knoppen. Gelukkige kindertjes
van dit Slot, dat geen slot meer
is en het ook nooit geweest is,
want het is alleen maar het
overschot van het vroegere
jachthuis van de familie van
Hoboken. Het Huis te Baarland
1750, dat dan wél het Slot was,
lag in zijn tijd enige honder
den meters verderop.
Dat Huis te Baarland 1750,
waar niets meer van over is,
dan misschien wat oude fun
deringen ergens onder het gras.
En de twee stenen leeuwen,
die verhuisd zijn naar de „Vae-
te" de drinkplaats voor de
beesten, in het dorp twee
van ouderdom tandeloze, zeer
meewarige, zeer eerbiedwaardi
ge leeuwen, een geestige
vaete overigens, die van Baar
land! Maar wie van het oude
Huis méér wil weten, die moet
duiken in oude boekjes, in ver
geelde bladzijden met plecht
statige dikke woorden, het is
allemaal erg illuster. Het begint
al met een samenzweerder te
gen Florts V en zo gaat het van
glorie tot staatsie, het passeert
één der gestrenge Heren Lamp-
sens van het geslacht der Ba
ronnen van Tabago en het ein
digt onder de slopershamer in
1840. Onwillekeurig begin je
dan wéér naar kindertjes te
zoeken, daar tussen die deftig
omslachtige mededelingen. Er
staats niets van. Als je héél
aandachtig proeft, komt er iets
van stijf geregen corsetjes en
Hieronymus van Alphen naar
boven. Toch zullen de kinder
tjes van dat Huis ook wel ge
sprongen en gelachen hebben;
ook toen immers bloeiden de
appelbomen. Maar als we kie
zen moesten, we wilden toch
liever de kindertjes wezen van
het vervallen stuk Jachthuis
van heden en niet die van het
statig Slot van weléér.
J. C. v. S.
Het wereldgebeuren
Eindspurt in Bonn
De eindspurt der lange onderhan
delingen over de inschakeling
van een souvorein Duitsland in
de Westelijke gemeenschap is Ingezet.
Het Duitse publick staat er nog aar
zelend tegenover, niet wetend of het
niet beter is gehoor te schenken aan
hen. die van dc daken roepen, dat de
verdragen met het Westen de dood
steek zullen betekenen voor de nati
onale aspiraties tot hereniging van
Oost- en Wcst-Duitsland. Daarbij
heeft het mislukken van dc onder
handelingen met Frankrijk over het
Saargebied helaas nog een nieuwe
complicatie veroorzaakt.
In Bonn zijn het de socialisten, die
in hoofdzaak het verzet tegen de be
oogde verdragen leiden. Zij dlstancië-
ren zich daarbij met bijzondere na
druk van de communistische propa
ganda. Zij baseren hun verzet nu
voornamelijk op dc bewering, dat het
Westen niet in voldoende mate ge
peild heeft of de huidige ontwikke
ling nog te voorkomen zou zijn door
met de Russen tot een accoord te ko
men over een procedure voor de her
eniging van Duitsland. Dit betekent
niet, dat de socialisten veel vertrou
wen hebben, in de mogelijkheid van
zulk een overeenkomst. Zij staan met
dezelfde argwaan tegenover de ini
tiatieven uit Moskou als de rege
ringspartijen. Tegenover de zo sterk
naar een hereniging neigende volks
mening, willen zij echter de Russen
dwingen nog een laatste bewijs te ge
ven van de beweerde onoprechtheid
van hun voorstellen.
Dr. Schumacher, de onverzoenlijke
tegenstander van kanselier Adenauer,
ia nu weer achter de coulissen van
het politieke schouwtoneel der West-
Duitse hoofdstad verschenen, her
steld van stoornissen in de bloedsom
loop, ook al zal hij de eerste maand
nog niet In het parlement kunnen
verschijnen.
Er is in deze laatste dagen der
Duits-geallieerde onderhandelin
gen nog een lange reek.-: van ge
schilpunten op te lossen. Wat de
Duitsers daarbij op het ogenblik wel
de meeste zorgen baart is dc regeling
van de Duitse financiële bijdrage
voor de verdediging. De „drie wijzen"
der NATO hebben indertijd deze bij
drage voorlopig op 10,2 milliard
mark vastgesteld. Thans moet ech
ter uitgemaakt worden hoeveel daar
van besteed zal kunnen worden aan
het onderhoud der in Duitsland ge
legerde vreemde troepen om nog vol
doende over te houden voor de eigen
Duitse formaties. De geallieerden
hebben voor het komende jaar 6.8
milliard geëist, zodat er slechts ruim
3 milliard over zou blijven voor de
Duitse troepen. Dit is naar Duitse
opvatting veel te weinig. De Duitse
vertegenwoordiger bij de besprekin
gen over het EuroDese leger heeft
twee plannen opgesteld, een lang
zaam plan, dat 9 milliard per jaar,
en een vlug plan. dat 12 milliard zou
kosten. Ook wanneer men tot een
vertraagde opstelling van Duitse
formaties zou besluiten, zou er dus
nog een tekort van ongeveer 6 mil
liard aan te vullen blijven.
Dat de Duitsers in deze omstan
digheden met versterkte nadruk
blijven aandringen op verminde
ring van de bezettingskosten, is be
grijpelijk. Er wordt naar hun smaak,
vooral door de Amerikanen, nog te
veel uitgegeven om het leven voor de
troepen op Duitse gebied zo aange
naam mogelijk te maken. Het budget,
dat de geallieerden nu in Bonn heb
ben ingediend, is niet veel lager dan
dat van vorig jaar .Daaruit leidt men
af, dat er nog veel bezuinigd zou
kunnen worden zonder aan de verde
digingskracht der troepen afbreuk te
doen. De Amerikanen hebben kort
geleden al wat van hun privileges
prijsgegeven. Zij hebben o.m. bekend
gemaakt, dat zij hun dienstmeisjes
niet meer op kosten van de Duitse
belastingbetalers zullen houden en zjj
zullen ook van hun voorrechten bij
het treinvervoer afzien. Voorts zul
len de geallieerden een groot deel van
de opgevorderde gebouwen terugge
ven. Zo zullen spoedig de geallieerde
vlaggen worden neergehaald van vier
befaamde „steunpunten" der bezet
ting rond Bonn: het Petersberg-hotel,
zetel der Hoge Commissie; het be
faamde hotel Dreesen, het Franse
hoofdkwartier; het hoge slot Ernich,
de woning van de Franse hoge com
missaris Franqois-Poncet. en het slot
Roettgen, waar Sir Ivone Kirkpa-
trick, de Britse hoge-commissaris,
zetelt. Dit zijn niet alleen bezuinigin
gen, maar ook demonstraties om de
Duitsers duidelijk te maken, dat zij
eindelijk toch uit de periode der be
zetting overgaan naar die van bond
genootschap.
Intussen werd uit Bonn gemeld,
dat het verdrag voor de Europese
defensiegemeenschap reeds op 3 Mei
in de West-Duitse hoofdstad gepara
feerd en enkele dagen later in Parijs
door de zes ministers van buitenland
se zaken definitief getekend zal wor
den. Het is natuurlijk zeer de vraag
of dit zal gelukken, maar het bericht
is er toch wel weer een nieuwe aan
wijzing voor, dat de geallieerden
thans vaart achter de zaak zetten.
EEN
VAN:
a**********************»**'*********»**************
- ARNOLD CLERX
In de Salamanderreeks (N.V. Em.
Querido, Amsterdam) verscheen een
herdruk van Arnold Clarx's roman
.,De zoon van de oude Bronsmer". Het
boek verdient deze herdruk tenvolle,
want het is knap geschreven en het
geeft een scherp beeld van het oude
plantersmilieu op Java. Het be
schrijft het leven van een planter,
die als vrijgezel op een onderneming
leeft en die zich tenslotte geheel aan
past bij het Indisch-Nederlandse mi
lieu, met de klemtoon op het woord
Indisch. Zijn zoon die een Soedanese
moeder heeft wordt ons getekend. We
zien hem schoolgaan op Java, daarna op
reis gaan naar Frankrijk en Neder
land. Tenslotte keert hij terug naar
j de cultuurondememing op Java, waar
hij de leiding op zich neemt De kern
van het boek vindt men aan het slot
als op de vraag „Wat is een Sinjo?"
geantwoord wordt: een mensenkind.