Silver Greyhounds: de koeriers van de Engelse regering Zeeland oud... ZEELAND NIEUW BOEK VRIJDAG 25 APRIL 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE OOURANT 3 DERTIG MAAL DE AARDE ROND. Een avontuurlijk, maar toch vervelend baantje (Van onze correspondent) Londen, April Het is goed te weten, dat er in een tijd van deviezen- bepalingen en visa-restricties tenminste één groep van personen is, die vrijwel elke grenspost ongehinderd kan passeren. De personen waarop «ij doelen, zijn de „Queen's Messengers", de speciale koeriers van de Britse regering, die de wereld in alle richtingen doorkruisen. Deze bijna altijd onderweg zynde vertrouwenslieden hebben, als bijzonder kenteken, een penning op zak, waaraan een kleine, zilveren hazewindhond hangt. Dit is dan ook de reden, waarom zo ook wel eens „Silver "Greyhounds" wor den genoemd. Behalve een penning, waarop de befaamde spreuk van de Orde van de Kousenband: Honi Soit Qui Mal Y Pense (Wee degene, die er kwaad van denkt) is gegraveerd, bezitten deze wereldreizigers een scharlaken rood paspoort, waarin een indruk wekkende lijst van bevoegdheden is gedrukt. Op vertoon van dit docu ment kunnen de „Silver Greyhounds" bijzondere reisfaciliteiten verlangen, waaronder een lift in een oorlogsbo dem. Naar gelang der omstandighe den kunnen ze de piloot van een mili tair vliegtuig zelfs opdracht geven zijn koers te wijzigen, of ergens een tussenlanding te maken. Over de vraag, waarom de wind hond het symbool van de „Queen's r door L. VAN BRUGGEN s geworden, nogal wat verdeeldheid. Volgens de een heeft men de hazewind om zijn snelheid genomen; volgens de ander vanwege het feit, dat koning Hendrik VU twee windhonden in zijn wapen droeg. Het is echter waarschijnlijker, dat het symbool uit de tijd van ko ning Karei n stamt. Toen deze En gelse vorst als balling in Holland verbleef, zond hij twee boodschappers langs een verschillende route naar Londen. Opdat de mannen elkaar zouden kunnen identificeren, gaf hij ze beiden een zilverkleurige wind hond mee, die hij van een sierschaal had afgebroken. KANARIES VOOR DE SULTAN. In de tassen, welke de „Queen's Messengers" bij zich dragen, zitten niet altijd even belangrijke dingen. Jaren geleden ging een ongelukkige koerier met acht zingende en fluiten de kanaries op stap, die koningin Victoria aan de Sultan van Turkije had aangeboden. De man wist niets van de verzorging van vogels af en toen de arme diertjes op de plaats van bestemming aankwamen, waren ze bijna uitgehongerd'. Een andere „Silver Greyhound" moest een ver zameling zeldzame vlinder-eitjes naar de koning van Roemenië bren gen. Onderweg kwamen de eitjes uit en de wanhopige koerier heeft zijn hele trein-coupé onderste boven moe ten keren om de rupsen weer in zijn tas te krijgen. Sinds de eerste wereldoorlog zijn alle Engelse koerierstassen van een loden, geperforeerde bodem voor zien. Dit is gedaan om de tassen te laten zinken, als ze op een of andere wijze te water mochten raken. In 1915 hebben de Duitsers namelijk een drijvende koerierstas uit Het Kanaal opgevist, afkomstig van een Engels schip dat op een mijn was gelopen. EEN BLUNDER. Overigens raakt er zelden een koe rierstas door nalatigheid zoek. Het enige bekende geval dateert uit 1947, toen een „Silver Greyhound" tot de schrikbarende ontdekking kwam, dat zijn tas met allergeheimste docu menten uit zijn auto gestolen was. Als gevolg hiervan moest het Britse ministerie van buitenlandse zaken zijn hele code-systeem wijzigen. Wat er met de koerier gebeurd is, is niet moeilijk te raden. De veertig koeriers, waarover de Britse regering thans de beschikking heeft, hebben over 't algemeen een rusteloos en vermoeiend leven. De beroemdste „Silver Greyhound" van deze eeuw, Sir Parker Goff, moest alleen gedurende de eerste wereld oorlog 80 keer Het Kanaal overste ken, terwijl hij de Noordzee en de Middellandse Zee respectievelijk 34 en 20 keer doorkruiste. Tijdens een tocht naar Rusland werd het schip, waarmee Sir Parker reisde, door een torpedo getroffej. Hij werd met tas en al van de brug op het dek geslin gerd en liep kwetsuren aan benen, armen en ribben op. Toen hij een paar maanden later met een neutraal schip naar Scandinavië voer, moest hij zich, ook weer met zijn kostbare koerierstas, in de boeg verbergen om- Pasen valt op de eerste Zondag na de eerste volle maan op of na de len te. Voor ons is deze uitspraak van Paus Silvester 1 op het concilie van Nicea in 325 n. Chr. belangrijker dan het feit dat tezelfder tijd de leer van Arius werd veroordeeld. Nu lijkt het erg eenvoudig om vast te stellen, wanneer het Pasen is. We hebben niets anders te doen dan op of na 21 Maart naar de hemel te kij ken. Hebben we vastgesteld, dat de maan vol is geworden, welaan, dan is het de volgende Zondag Pasen! Gemakkelijker kan het al niet! Alles goed en wel, maar hoe weten we nu bijv. in Januari wanneer de maan in eind Maart of begin April vol zal zijn? Voor hen, die zich niet met astronomische tabellen bezig hou den is dat niet, of zeer moeilijk, vast te stellen. Inderdaad. En dat het zelfs met as tronomische middelen niet zo een voudig is als het lijkt, bewijst wel het geval dat zich in 1924 heeft voor gedaan. Om dit te begrijpen moeten we een geheimpje verklappen: We hebben twee manen. De ene is de werkelijke maan, die U regelmatig aan de hemel kxmt zien, en die een veel ingewikkelder beweging volgt dan het ons toeschijnt. Daarom heeft men gemakshalve nog een andere maan gemaakt, een denkbeeldige, wel te verstaan, die ongeveer gelijke tred houdt met de werkelijke maan, doch in haar bewegingen aanzienlijk regel matiger is. Nu gaan de kerkelijke berekeningen bij het vaststellen van de Paasdatum uit van deze denkbeeldige maan. Daardoor kunnen er zich wel eens aanzienlijke verschillen voordoen ten opzichte van het werkelijk bestaande hemellichaam. De ware maan was vol op Vrijdag 21 Maart 1924, zodat de volgende Zondag 23 Maart Pa sen had moeten zijn. Maar de denk beeldige maan was in dat jaar reeds een dag eerder vol, t.w. op 20 Maart, zodat de eerstvolgende volle (denkbeeldige) maan vér in April viel. Daardoor viel in 1924 Pasen op 20 April inplaats van op 23 Maart. Zou het, na al dit theoretisch gehar rewar, voor de leek nog steeds moge lijk zijn Pasen op een papiertje uit te rekenen? Ja, beslist! Wanneer we tenminste genegen zijn een paar klei ne getalletjes te onthouden. H. Pétillon. Open brief van v. d. Sigten- horst Mever. Aan staatssecretaris Cals over „De lof der jenever". Zoals bekend verstrekte de staats secretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, in Dêcember 1950 een opdracht aan de componist B. van den Sigten- horst Meyer te Den Haag tot het componeren van een drietal werken vóór koor. De heer van Sigtenhorst Meyer componeerde daarna o.a.. „de lof der jenever". In een begeleidend schrijven vroeg de componist, het werk met financiële steun van het rijk uit te geven. De staatssecretaris besliste hierop afwijzend. Omdat hem daarvoor geen gelden ter beschikking stonden. De heer van den Sigtenhorst Meyer heeft vervolgens „de lof der jenever" opgedragen aan een jene verstokerij. In een open brief aan staatssecretaris Cals schrijft de com ponist mede naar aanleiding van in de Tweede Kamer gestelde vra gen dat elk scheppend kunste naar yerlangt dat „zijn werk, na het doelloze van de schepping er van, sociaal een doel zal krijgen". Volgens de componist heeft een compositie zonder dat deze tot klinken kan wor den gebracht, geen zin. De heer van den Sigtenhorst Mey er hoopt tenslotte, dat het ministe rie van O.. K. en W. aan zijn ver dere opdrachten een zinrijker bete kenis zal geven dan tot heden het geval is geweest. Bovendien, zo schrijft hij verder, zal in de toekomst de mogelijkheid moeten worden ge schapen de in opdracht geschreven werken, welke vermenigvuldiging behoeven, door middel van druk ook practisch nader te brengen tot hun verwezenlijking. Vrijspraak in drama te Beneden-Leeuwen. Het Arnhemse gerechtshof heeft Donderdag uitspraak gedaan in de zaak tegen J. P. G. H., technisch ad viseur te 's-Hertogenbosch, wien ten laste was gelegd dat hij door het ne men van onvoldoende maatregelen het overlijden van zes oude mannen in het St. Jozeph-gesticht te Bene den-Leeuwen in de nacht van 23 op 24 April zou hebben veroorzaakt. De Arnhemse rechtbank had verdachte van het ten laste gelegde vrijgespro ken, nadat de officier 2000.— boete had geëist. Het gerechtshof beves tigde deze vrijspraak. De procureur- generaal had 1000.— boete geëist Labour-oppositie voerde vertragingstactiek. Het Britse Lagerhuis heeft na een debat van twaalf uur met 270 tegen 245 stemmen een geamendeerde rege ringsmotie aangenomen, waarin het debat over het wetsontwerp in zake de nationale gezondheidsdienst wordt beperkt. Over artikelen of amende menten op het ontwerp, die niet in een bepaalde tijd zijn afgewerkt, zal geen debat meer kunnen worden ge houden. De Conservatieven zeiden, dat de beperking nodig is wegens de ver tragingstactiek van de socialistische oppositie, die de voorgestelde nieuwe kosten voor medische behandeling hef tig eritiseert. dat een Duits patrouille-vaartuig langszij was gekomen. Ondanks het feit, dat het schip van onder tot bo ven werd doorzocht, vonden de Duit sers hem niet en Sir Parker kon zijn opdracht geheel volgens plan uitvoe ren. Het Engelse korps van koeriers heeft in de vijf eeuwen van zijn be staan alle mogelijke transportmidde len gebruikt. Muildieren zijn er bij, ossen, veewagens en sleden. Majoor Alfred Custance heeft Nederland zelfs wel eens in een margarine-kist moeten verlaten omdat Duitse spion nen op zijn spoor waren gekomen. Tot voor honderd jaar is het paard echter het belangrijkste vervoermid del geweest. De koeriers legden vaak ware marathonritten in het zadel af om hun plaats van bestemming te bereiken. Toen Napoleon uit Elba ontvluchtte, kreeg een „Silver Grey hound" in Constantinopel opdracht dit nieuws aan de Perzische regering over te brengen. De man legde de meer dan drieduizend kilometer in minder dan twintig dagen af en moest bjj aankomst in de Perzische hoofdstad de trappen van het paleis worden opgedragen. Zijn paard, het vierde, stortte dood ineen. De „Queen's Messengers" zijn vooral tijdens een oorlog, aan vele gevaren blootgesteld. Verveling is echter hun grootste vijand. De be langrijke vliegtuig- en trein-routes van de wereld kunnen ze dromen en buitenlandse reizen hebben voor hen geen enkele aantrekkingskracht meer. Toen majoor J. S. Oldham in 1948 gepensionneerd werd, beloofde hij plechtig nooit meer een stap bui ten de grenzen van Engeland te zet ten. Geen wonder! Gedurende zijn 25 dienstjaren had deze koerier een af stand van 1,2 millioen km. afgelegd, of wel dertig keer de omtrek van de aarde. David A. Morse, de directeur-gene raal van de internationale arbeid», organisatie (I.L.O.) die een plan heeft uitgewerkt voor het oplossen van de werkloosheid in Europa. Naast medailles anjers voor Olympische winnaars. De winnaars van de verschillende nummers op de Olympische Zomer spelen te Helsinki zullen ook nog iets anders, dan alleen een medaille voor hun prestatie in ontvangst te némen krijgen. Dank zij een gift van Deense kwekers zal namelijk iedere man of vrouw, die een gouden me daille in de wacht heeft gesleept 20 rode en 20 witte anjers aangeboden krijgen. De tweede en derde prijswin naars zijn ook niet vergeten. Aan de veroveraars van de zilveren medaille zullen 20 helrode anjers en aan de genen. die de bronzen medaille win nen 20 bronsgekleurde anjers worden uitgereikt. Engels schip na aanvaring met „Meerkerk" gezonken. Groninger kustvaarder liep op het wrak. Het Engelse schip „Holdernile" is Woensdagmiddag gezonken in de ha ven van Antwerpen na een botsing met het Nederlandse stoomschip ..Meerkerk". Een Britse zeeman van de „Holdernile" is naar men gelooft verdronken. De „Meerkerk" liep niet veel schade op. Dc „Holdernile" was een schip van 600 ton. De romp van het schip werd opengereten ter hoogte van de ma chinekamer. In de nacht van Woensdag op Don derdag is het Nederlandse 358 ton metende schip „Rabenhaupt" op het wrak van de „Holdernile" gelopen. De ..Rabenhaupt" was met legertanks onderweg van Engeland naar Den- dermonde bij Antwerpen. Het achter schip steekt met een hoek van 45 graden omhoog. Men neemt aan dat de „Rabenhaupt", een Groninger kustvaarder, verloren is. „Sea-Otter" in Westeinder- plas gestort. Donderdagmorgen is een „Sea-Ot- ter" van de Marineluchtvaartdienst in de Westeinderplas gestort. In het toestel zaten 4 personen, die alleen maar een nat pak opliepen. De „Sea-Otter", van welk type de Marineluchtvaartdienst enkele exem plaren bezit speciaal voor de hulp verlening bij ongelukken met sche pen en vliegtuigen op zee, is een één- motorig amphibietoestel. Elizabeth Schumann overleden. De beroemde liederenzangeres Eli sabeth Schuman is Woensdagavond na een ziekte van enige weken in New York overleden. Zij was zestig jaar. Elisabeth Schuman was vooral ge- J liefd om haar vertolkingen van de liederen van Schubert. 1950 Hei Slot te Baarland Laten we niet te somber we zen. Er zijn altijd nog heel veel lieden te benijden in deze pes simistische wereld. Dorpskin- dertjes bijvoorbeeld. En dorps dokters. Wat een vrijheid! En is vrijheid niet het hoogste goed? Dubbel benijdbaar moe ten dan wel de kindertjes van dorpsdokters zijn. En onder deze gezegenden bijzonder ge lukkig prijzen we dan nog de kindertjes van de dokter te plattélande, bij wie we deze week aanbelden om éen beetje wijzer te worden inzake het Slot te Baarland. Het was aan het Slot 1950 zélf, dat we aanbelden. We hadden het maar gewaagd. Het dorp zeide, dat de dokter daar er wel niet kwaad om wezen zou. Maar er was niemand thuis. Het Huis sliep. De gordijnen waren dicht. Een oude bel mei erde even in een donkere gang, dan zweeg alles weer in een volmaakt verleden tijd. De bie zen in de slotgracht ritselden stilletjes, de wingerdranken wiegden zachtjes met de wind, een geitje mekkerde op de wal- lekant. Het was, of we in een sprookje van Andersen aange land waren. Tussen de lissen van de gracht keek een oeroude snoek ons misprijzend aan, hij had een wit baardje en een gouden kroontje op de kop en hij wist alles wat mensen niet meer weten. Maar hij wilde niets loslaten. Het geitje was mededeelzamer: de familie was niet thuis en dat zou wel avond worden, zeide ze, maar er zou wel geen bezwaar tegen wezen als we wat rondkeken en onze boterhammetjes opaten op het houtblok bij de voordeur. Dat hebben we toen maar gedaan en zo is het, dat we die kinder tjes zijn gaan benijden. Te wonen in een sprookje van Andersen! Te wonen in een huis, dat diep verscholen staat in dat prachtige, stille land van de „Zak van Zuid-Beveland", verscholen in de tijd evenzeer, ivie weet dit te vinden? En wie is er vrijer, dan hij, dien nie mand weet te vinden? De vrijheid stond dit huis op het voorhoofd geschreven. Te wo nen in een huis, zó Frans non chalant van allure, zo verfijnd van kleuring: het verschoten blauw van de dakgoot, de ko ninklijke verveloosheid van de voordeur, het wonderbaarlijk wit van de gebladderde muren, ze spraken van een zeer oude cultuur. Alleen de adel van een volkomen geestelijke vrijheid kan zich zoiets veroorloven in deze overigens wel erg Hollands degelijk gepoetste en geschil derde omgeving. Ons hart sprong ervan open, het was grandioos, deze staat van nog juist beheerste verwildering, deze stijl van zo weinig moge lijk gestoorde natuur. Het was een gelukkig huis, dat daar zo dromen mocht een straal vo- gelgeluk langs zijn ruiten te midden van de furieus bloei ende vruchtbomen, aan zijn weelderig glanzend grasveld, waar een brok arduinen barok van een voormalig inrïjheknog juist uit opstak het pendant lag ergens in de gracht en de herinnering aan de kinder tjes overal dansende! Dat zweef de bij de schommel en de kale openluchtschoolbankjes en bij het kindertuintje met de an derhalve aardbeiplant en de vergeetmeniet, dat zweefde bij het etensbakje van een of an der gedierte en bij de van het strand meegebrachte schulpen- familie op het straatje, en het houtblok-kinderbankje, waar we zitten mochten, toist er nog veel meer van. Er was gelach en geroep en gespring in de lucht hier en het oude huis zei, dat het zo goed was, en de ap pelboom stond er dik van in de knoppen. Gelukkige kindertjes van dit Slot, dat geen slot meer is en het ook nooit geweest is, want het is alleen maar het overschot van het vroegere jachthuis van de familie van Hoboken. Het Huis te Baarland 1750, dat dan wél het Slot was, lag in zijn tijd enige honder den meters verderop. Dat Huis te Baarland 1750, waar niets meer van over is, dan misschien wat oude fun deringen ergens onder het gras. En de twee stenen leeuwen, die verhuisd zijn naar de „Vae- te" de drinkplaats voor de beesten, in het dorp twee van ouderdom tandeloze, zeer meewarige, zeer eerbiedwaardi ge leeuwen, een geestige vaete overigens, die van Baar land! Maar wie van het oude Huis méér wil weten, die moet duiken in oude boekjes, in ver geelde bladzijden met plecht statige dikke woorden, het is allemaal erg illuster. Het begint al met een samenzweerder te gen Florts V en zo gaat het van glorie tot staatsie, het passeert één der gestrenge Heren Lamp- sens van het geslacht der Ba ronnen van Tabago en het ein digt onder de slopershamer in 1840. Onwillekeurig begin je dan wéér naar kindertjes te zoeken, daar tussen die deftig omslachtige mededelingen. Er staats niets van. Als je héél aandachtig proeft, komt er iets van stijf geregen corsetjes en Hieronymus van Alphen naar boven. Toch zullen de kinder tjes van dat Huis ook wel ge sprongen en gelachen hebben; ook toen immers bloeiden de appelbomen. Maar als we kie zen moesten, we wilden toch liever de kindertjes wezen van het vervallen stuk Jachthuis van heden en niet die van het statig Slot van weléér. J. C. v. S. Het wereldgebeuren Eindspurt in Bonn De eindspurt der lange onderhan delingen over de inschakeling van een souvorein Duitsland in de Westelijke gemeenschap is Ingezet. Het Duitse publick staat er nog aar zelend tegenover, niet wetend of het niet beter is gehoor te schenken aan hen. die van dc daken roepen, dat de verdragen met het Westen de dood steek zullen betekenen voor de nati onale aspiraties tot hereniging van Oost- en Wcst-Duitsland. Daarbij heeft het mislukken van dc onder handelingen met Frankrijk over het Saargebied helaas nog een nieuwe complicatie veroorzaakt. In Bonn zijn het de socialisten, die in hoofdzaak het verzet tegen de be oogde verdragen leiden. Zij dlstancië- ren zich daarbij met bijzondere na druk van de communistische propa ganda. Zij baseren hun verzet nu voornamelijk op dc bewering, dat het Westen niet in voldoende mate ge peild heeft of de huidige ontwikke ling nog te voorkomen zou zijn door met de Russen tot een accoord te ko men over een procedure voor de her eniging van Duitsland. Dit betekent niet, dat de socialisten veel vertrou wen hebben, in de mogelijkheid van zulk een overeenkomst. Zij staan met dezelfde argwaan tegenover de ini tiatieven uit Moskou als de rege ringspartijen. Tegenover de zo sterk naar een hereniging neigende volks mening, willen zij echter de Russen dwingen nog een laatste bewijs te ge ven van de beweerde onoprechtheid van hun voorstellen. Dr. Schumacher, de onverzoenlijke tegenstander van kanselier Adenauer, ia nu weer achter de coulissen van het politieke schouwtoneel der West- Duitse hoofdstad verschenen, her steld van stoornissen in de bloedsom loop, ook al zal hij de eerste maand nog niet In het parlement kunnen verschijnen. Er is in deze laatste dagen der Duits-geallieerde onderhandelin gen nog een lange reek.-: van ge schilpunten op te lossen. Wat de Duitsers daarbij op het ogenblik wel de meeste zorgen baart is dc regeling van de Duitse financiële bijdrage voor de verdediging. De „drie wijzen" der NATO hebben indertijd deze bij drage voorlopig op 10,2 milliard mark vastgesteld. Thans moet ech ter uitgemaakt worden hoeveel daar van besteed zal kunnen worden aan het onderhoud der in Duitsland ge legerde vreemde troepen om nog vol doende over te houden voor de eigen Duitse formaties. De geallieerden hebben voor het komende jaar 6.8 milliard geëist, zodat er slechts ruim 3 milliard over zou blijven voor de Duitse troepen. Dit is naar Duitse opvatting veel te weinig. De Duitse vertegenwoordiger bij de besprekin gen over het EuroDese leger heeft twee plannen opgesteld, een lang zaam plan, dat 9 milliard per jaar, en een vlug plan. dat 12 milliard zou kosten. Ook wanneer men tot een vertraagde opstelling van Duitse formaties zou besluiten, zou er dus nog een tekort van ongeveer 6 mil liard aan te vullen blijven. Dat de Duitsers in deze omstan digheden met versterkte nadruk blijven aandringen op verminde ring van de bezettingskosten, is be grijpelijk. Er wordt naar hun smaak, vooral door de Amerikanen, nog te veel uitgegeven om het leven voor de troepen op Duitse gebied zo aange naam mogelijk te maken. Het budget, dat de geallieerden nu in Bonn heb ben ingediend, is niet veel lager dan dat van vorig jaar .Daaruit leidt men af, dat er nog veel bezuinigd zou kunnen worden zonder aan de verde digingskracht der troepen afbreuk te doen. De Amerikanen hebben kort geleden al wat van hun privileges prijsgegeven. Zij hebben o.m. bekend gemaakt, dat zij hun dienstmeisjes niet meer op kosten van de Duitse belastingbetalers zullen houden en zjj zullen ook van hun voorrechten bij het treinvervoer afzien. Voorts zul len de geallieerden een groot deel van de opgevorderde gebouwen terugge ven. Zo zullen spoedig de geallieerde vlaggen worden neergehaald van vier befaamde „steunpunten" der bezet ting rond Bonn: het Petersberg-hotel, zetel der Hoge Commissie; het be faamde hotel Dreesen, het Franse hoofdkwartier; het hoge slot Ernich, de woning van de Franse hoge com missaris Franqois-Poncet. en het slot Roettgen, waar Sir Ivone Kirkpa- trick, de Britse hoge-commissaris, zetelt. Dit zijn niet alleen bezuinigin gen, maar ook demonstraties om de Duitsers duidelijk te maken, dat zij eindelijk toch uit de periode der be zetting overgaan naar die van bond genootschap. Intussen werd uit Bonn gemeld, dat het verdrag voor de Europese defensiegemeenschap reeds op 3 Mei in de West-Duitse hoofdstad gepara feerd en enkele dagen later in Parijs door de zes ministers van buitenland se zaken definitief getekend zal wor den. Het is natuurlijk zeer de vraag of dit zal gelukken, maar het bericht is er toch wel weer een nieuwe aan wijzing voor, dat de geallieerden thans vaart achter de zaak zetten. EEN VAN: a**********************»**'*********»************** - ARNOLD CLERX In de Salamanderreeks (N.V. Em. Querido, Amsterdam) verscheen een herdruk van Arnold Clarx's roman .,De zoon van de oude Bronsmer". Het boek verdient deze herdruk tenvolle, want het is knap geschreven en het geeft een scherp beeld van het oude plantersmilieu op Java. Het be schrijft het leven van een planter, die als vrijgezel op een onderneming leeft en die zich tenslotte geheel aan past bij het Indisch-Nederlandse mi lieu, met de klemtoon op het woord Indisch. Zijn zoon die een Soedanese moeder heeft wordt ons getekend. We zien hem schoolgaan op Java, daarna op reis gaan naar Frankrijk en Neder land. Tenslotte keert hij terug naar j de cultuurondememing op Java, waar hij de leiding op zich neemt De kern van het boek vindt men aan het slot als op de vraag „Wat is een Sinjo?" geantwoord wordt: een mensenkind.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5