Nikolaj Gogolj stierf honderd
jaar geleden
Titus Leeser ontwierp een
monument voor Viissingen
Modern sprookje met een sterk
realistische inslag
Charley Chaplin filmt weer
Hoffelijkheid
ZATERDAG 12 APRIL 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Een uitstekende keuze uit zijn werk: de
„Petersburgse vertellingen"
MET HOOGGESPANNEN VERWACHTINGEN kwam in 1828 een bijna
twintigjarige kunstzinnige jongeman uit de Oekraïne naar St. Petersburg,
en hy werd diep teleurgesteld, want niemand had hem daar nodig en zijn
verzen vonden er geen weerklank. Na een dwaze vlucht, die enkele maan
den duurde (hy wilde naar Amerika maar kwam niet verder dan op een
schip naar Lübeck) keerde hij in die stad terug, en noodgedwongen aan
vaardde hij in Ptersburg een zeer ondergeschikt baantje aan een van de
departementen (in die tyd waren er in Rusland 14 rangen ambtenaren!).
Wie een tikje fantasie bezit, kan zich indenken wat het voor een uiterst
begaafd maar onevenwichtig, grillig kunstenaar ais Gogolj betekende,
verstrikt en byna verstikt te worden in die uiterst bureaucratische wereld
met haar stokstijve hatelijke hiërarchie; haar nayver, veertien voD.e ran
gen door, en niet te vergeten; haar bittere armoe.
Or. het leve,. aaglijker
te maken, schreef hij in zijn vrrje tijd
vrolijke, humoristische verhalen, spe
lend in de Oekraïne, zijn geboorte
streek. Met deze verhalen slaagde
hij in het literaire leven: hij was op
eens bekend, en reeds in 1834 kreeg
hij als blijk van waardering een pro
fessoraat aangeboden. (Zyn korte
professorale rol werd overigens «en
dwaze mislukking). Tussen 1' n
1842 schreef hy zijn meestei i
met die verrassende vroeg i
die telkens weer opvalt bij Ru.,. .ie
auteurs. Allereerst vei "henen urie
van thans bespr.ken verhalen
daarna het toneelstuk „Te Revisor''
en als laatste zijn chef-d'oeuvre:
„Dode Zielen". Maar ook na zijn aan-
vankelyk succes bleef zijn leven, „een
eeuwig conflict tussen droom en wc -
kelijkheid", beheerst door allerlei
angsten, waarvoor hij telkens op de
vlucht sloeg: letterlijk, naar het bui
tenland, en figuurlijk: in dromen en
fantasieën, zijn werken. Hij vond
geen evenwicht en werd een tragi
sche figuur. Daar zijn meesterwer
ken algemeen op weerstand stuitten,
trok hij opnieuw ontgoocheld naar het
buitenland, waar hij nog tien jaar
lang worstelde met het leven en le
vensproblemen, met ziekten, die zijn
lichaam en zijn geest aantastten. Die
strijd legde hij neer in het tweede
deel van „Dode Zielen", dat hij he
laas aan de vlammen pry's gaf voor
hy, volkomen ontredderd, stierf.
„Het is naargeestig, beste mensen,
in de wereldis één van zijn ge
vleugelde uitspraken en in die simpe
le ironische woorden vindt men Go
golj geheel terug: het was er voor
hem zó naargeestig dat hij er niet
leven kon, maar hij zegt het met een
sneer in zijn stem. En wanneer hij
de pen opvat om die naargeestigheid
te beschryven, zelfs die van die veer
tien rangen, dan blijken zijn humor en
zy'n ironie in staat ons de verstikken
de atmosfeer van dat leven ten volle
te doen proeven, zonder dat we het
evenwel zelf benauwd krygen. Gogolj
spaart zijnlezer evénwel mindér
wanneer zijn demonische angsten en
waanzinnige dromen hem kwelden:
dan wordt men vaak onherroepelyk
meegevoerd in het duis' e ryk van
angst en beklemming en men ont
waakt met een: gelukkig, het is
maar een boek
DE PETERSBURGSE
VERTELLINGEN
Het eerste van de vier prachtige
verhalen, samengebracht onder de
naam „Petersburgse vertellingen"
is „De Njefski Pr vkt" (naam
van een belangrijke straat in St. Pe
tersburg). In dit verhaal komt het
bonte geflaneer uit die dagen tot le
ven, geweven om twee jonge mannen,
een schilder en een officier, die twee
knappe meisjes op straat volgen.
De schilder komt tot de ontstellen
de ontdekking dat zijn aangebedene
een straat-madelief is; hij blijkt niet
in staat, de werkelijkheid te aan
vaarden, gaat geheel op zijn dromen
leven (wat hem tot het gebruik van
opium brengt) en hij pleegt tenslotte
zelfmoord. De schone van de luite
nant blijkt de vrouw te zijn van een
Duitse handwerksman en zijn amou
rette loopt op niets uit.
„Het Portret" is het lugubere ver
haal van een arme, naar talentvolle
schilder, die ergens ee. oud schilde
rij van onder het stof opdiept, getrof
fen door de demonische kracht die
van de ogen van de afgebeelde uit
gaat. Hij reinigt het doek zo goed
mogelijk en wordt de eerste nacht dat
het in zy'n atelier hangt, door aller
lei dromen gekweld. Tenslotte blijkt,
dat in de oude lijst een schat aan
goudstukken verborgen ls. Hij huurt
een prachtig appartement op de
Njefski Prospekt en wordt weldra
een beroemd modeschilder, die kapi
talen verdient, doch wiens ziel leeg
is en wiens sprank talent volkomen
is uitgedoofd. Als hij tenslotte ziet
wat een serieus studiegenoot heeft
gepresteerd: een waar meesterwerk,
waarover hij zijn oordeel moet geven,
vallen hem de schellen van de ogen.
Hij wil zich geringschattend over dat
werk uitlaten, maar hij barst in tra
nen uit.
Wanhopig sluit hij zich op om te
proberen zijn vroegere ware harts
tocht voor de kunst te hervinden,
maar het is te laat. Met zijn millioe-
nen koopt hij al de, prachtigste kunst
werken die hij maar bemachtigen kan
met als enige doel: ze in razernij te
vernielen, ze stuk te slaan en in re
pen te scheuren. Waanzin jaagt hem
de dood in. Het tweede deel van het
verhaal vertelt de geschiedenis van
dat portret en de funeste kracht er
van.
„Uit het dagboek van een krank
zinnige" is de aangrypende eenvoudi
ge historie van een ambtenaar, ver
liefd op de dochter van een van zijn
superieuren. Hij tracht na te gaan
hoe haar leventje verloopt door de
briefwisseling van haar hondje Mag
gy met het hondje Fidel stiekum uit
De Nederlandse regisseur Paul
Storm, die in Paramaribo vertoeft om
aan het toneelleven leiding te geven, re
gisseert op het ogenblik Shakespeare's
„Midzomernachtsdroom" dat gespeeld
wordt gedeeltelijk in het Nederlands, ge
deeltelijk in het Neger-Engels.
Fidels mandje weg te nemen. Die
hondencorrespondentie is kostelijk en
tegelijk schrijnend. Weldra neemt de
waanzin van de ambtenaar andere
vormen aan: hij is de koning van
Spanje, en zijn intrede in het gek
kenhuis staat gelijk met zy'n binnen
komst in het verre Spanje, waar alle
vreemd
manieren zo onbegrijpelijk
zyn......
„De Mantel" tenslotte, wellicht het
mooiste verhaal, vertelt van een dood
arme, oude ambtenaar wiens mantel
volkomen versleten is. Na eindeloze
ontzeggingen kan hij zich een nieuwe
mantel laten maken- Trots als een
kind stapt hij er mee over straat,
maar reeds dezelfde avond wordt hij
van het gewaad beroofd. Als hij zijn
recht tracht te zoeken, wordt hij der
mate door een hooggeplaatst ambte
naar afgeblaft (die man had juist een
jeugdvriend op bezoek en wou eens
laten zien hoe machtig hij wel was)
dat zy'n hart het van schrik begeeft.
Na enkele dagen sterft hij, en lang
nog zwerft zy'n schim, mantels ro
vend, door St. Petersburg
De intrigues van deze verhalen lij
ken wel uitermate somber. Maar zij
zijn omspeeld door een ironie en een
humor die maken dat men zich toch
niet droefgeestig gestemd voelt, doch
de lectuur, zeker van het laatste tra
gische verhaal, eindigt met een
glimlach om de mond. Waardoor?
Het ls ondefinieerbaar: het geheim
van Gogoljs genie.
„Het Parelsnoer", Foreholte,
-Voorhout.
Vertaling: Aleida Schot. Illustraties
van J. F. Doeve.
Titus Leeser bezig aan het model van het Commando-monument.
EEN BEELDHOUWER IN OMMEN
In 19S1 ontving hij een prijs voor beeldhouwkunst
(Van een speciale verslaggever)
Temidden van uitgestrekte bossen en landerijen, ligt ongeveer vyf kilo
meter van Ommen in Overrijssel, het kasteel „Eerde". Sinds 1927 wordt
het niet meer als „woonhuis" gebruikt; een kostschool die der Quakers
heeft er sinds 1935 onderdak gevonden.
Het doel van de reis, die we dezer dagen naar dit prachtige landgoed
maakten, was echter niet het kasteel zelf, doch de vlak in de nabijheid
daarvan gelegen, vroegere tuinmans-woning. In dit vriendelijke, geheel
wit geschilderde en aan h>et einde van een grote laan gelegen landhuisje,
woo.nt namelijk de beeldhouwer Titus Leeser. Hy is, zoals men zal weten,
do vervaardiger van het monument, dat op de landingsplaats van het
Britse Commando no. 4 aan de Oranjedijk te Viissingen op 31 Mei zal
worden onthuld.
De heer Leeser werd geboren in
Keulen en ontving zijn eêrste oplei
ding aan de Haagse Academie voor
beeldende kunsten. Slechts één jaar
volgde hij daar de lessen en vertrok
toen voor vyf jaar naar de academie
in Münehen. In 1927 verliet hij deze
instelling en maakte, teneinde zijn
studies te voltooien, reizen naar o.m.
Italië en Engeland. Daarna vestigde
hij zich in Amsterdam, waar hij al
spoedig in het huwelijk trad. Zijn
vrouw is een Middelburgse van ge
boorte.
In 1932 besloot hij van een hem
geboden kans gebruik te maken en
vertrok hij naar Ommen. Aanvanke
lijk was het de bedoeling, slechts en
kele jaren „buiten" te wonen, doch
het beviel hem in deze bosrijke om
geving zo goed, dat hij er nu nog
steeds woont!
TWEE ATELIERS
Waar een beeldhouwer uiteraard
een groot atelier nodig heeft voor
zy'n werk, spreekt het vanzelf, dat
de woning, die hij in Ommen betrok,
gedeeltelijk verbouwd moest worden.
De z.g.n. „deel" van de voormalige
tuinmanswoning werd daarom tot
atelier verbouwd. Na de oorlog werd
in de tuin van het huis een tweede,
kleiner atelier gebouwd. Hierin be
vindt zich ook het toekomstige Vlis-
singse monument.
Het beeld, dat een aanvallende
Commando-soldaat voorstelt, ver
keerde, toen wij het atelier bezoch
ten, nog in een vroeg stadium van
bewerking. Wij zagen het klei model
en van dit klei-model moest nog in
het atelier een gips-afgietsel gemaakt
worden. Vervolgens wordt van dit
gipsafgietsel in de speciale brons
kunst-gieterij Binder te Haarlem
het eigenlijke beeld gegoten.
GRONDIGE VOORBEREIDING
Dat een en ander een grondige
voorbereiding vereist, blijkt wel uit
de twee reizen, die de heer Leeser
naar Engeland ondernam, om zich
volledig op de hoogte te stellen van
de juiste uniform-uitrusting en de
wensen die de leden van het Vierde
Commando ten aanzien van het beeld
hadden.
Bovendien verbleef hij, pas nadat
hij daarvoor speciale toestemming
had verkregen, een hele dag in de
Stormschool te Roosendaal, om de
juiste gegevens te verkrijgen van het
vuurwapen, dat in het beeld is ver
werkt.
Op velé plaatsen in binnen- en bui
tenland kan men werken van Titus
Leeser vinden. Zo zijn de twee levens
grote houten beelden in de „Willem
Ruys" en het borstbeeld van Troelstra
in de Tweede Kamer in Den Haag.
werken van zijn hand. Verder staat
er werk van hem in Meppel, Zwolle,
Elburg. Enschede en Groningen. Ook
de vaste collectie van het Gemeente
Museum in Den Haag en die van het
departement van O. K. en W. bevat
ten werk van Leeser.
Peler Ustinov één dag
in ons land
De schrijver van „De liefde
van vier kolonels", de Engels
man Peter Ustinov, die boven
dien in dit stuk de hoofdrol
reeds gedurende vele maanden
onafgebroken in Londen f
vult, komt Zondagavond (le
Paasdag) te Utrecht de voor
stelling van het Amsterdams
Toneelgezelschap ln de Stads
schouwburg bijwonen. De le
Paasdag is nl.. de enige dag,
waarop de heer Ustinov een
vrije avond ter beschikking
staat en die hij vrij heeft ge
houden om zijn stuk op Neder
landse planken vertolkt te zien.
Maandagmorgen vroeg vliegt
hij weer naar Londen terug.
Jan van Riebeeckstichting
te Hilversum opgericht.
Zaterdag 5 April, de dag waarop de
officiële herdenking begon van het
feit, dat 300 jaar geleden Jan van
Riebeeck bij Kaap de Goede Hoop
voet aan wal zette, is te Hilversum
de Jan van Riebeeckstichting Elcker-
lyc opgericht. Op die dag hebben drie
Nederlanders en drie Zuid-Afrika
ners hun handtekening gezet onder de
stichtingsacte en daarmede de eerste
officiële stap gedaan voor de uitvoe
ring van een groots plan. Het doel
van de stichting is, op een nader te
bepalen plaats in de Kaapprovincie
een internationaal cultuurcentrum te
stichten: een werkgemeenschap voor
studerenden en jonge kunstenaars.
Men hoopt dit plan, dat in de grond
van de zaak niets anders is dan de
stichting van een levend monument
voor Jan van Riebeeck in Zuid Afrika
binnen enkele jaren te kunnen verwe
zenlijken.
PLANKEN-PROMENADE
„De liefde van vier kolonels"
door het Amsterdams Toneelgezelschap
(Van een speciale correspondent)
Het zyn de Amerikanen, de Russen, de Fransen en Engelsen, die op het
wereldtoneel de hoofdrollen vervullen, met op de achtergrond ln een
bijrol de Duitsers.
Van het wereldtoneel, naar het ware toneel; dat is voor een bekwaam
toneelschrijver als de Engelsman Peter Ustinov slechts een stap. Hy deed
die stap en schreef een spel ln drie bedrijven, waarin realiteit en fantasie
tot één boelend geheel werden. „De liefde van vier kolonels"; een stuk
waarin hij de nationale hebbelijkheden van vier vertegenwoordigers uit het
geallieerde kamp goedmoedig bespot; hebbelijkheden, die uitgelokt worden
door de geesten van het Goed en het Kwaad
Het Amsterdams Toneelgezelschap bracht ,,De liefde van vier kolonels"
onder regie van Louis Saalborn in ons land uit op een wijze, die uitsluitend
lof verdient.
Het is een zinrijk spel. Vier kolo
nels een Amerikaan, een Engels
man, een Fransman en een Rus
hebben hun hoofdkwar :r in de Duit
se stad Herzogenburg en in de naby-
heid ligt een toverslot, dat voor hen
onbereikbaar ls. De onsterfelyke
machten Goed en Kwaad mengen
zich evenwel in hun sterfelijke le
vens en de vier officieren worden be
trokken in de eeuwigdurende stryd
tussen deze beide machten.
In het toverslot vertoeft kan het
anders? een Schone Slaapster en
de man, die het Kwaad is, wil hen
de weg tot dit ideaal wyzen. De Goede
Fee komt tussenbeide, doch uiteinde
lijk gaan Goed en Kwaad een over
eenkomst aan, waarbij zy besluiten
de officieren in de Schone Slaapster
~C De Speelse muze
Daar zat een roodborst aan de kant.
Ik vroeg: Wat kyk je zo astrant?
Ze zei: Heb jij hem soms gezien?
Die wurm van zeven meter tien?
Een witte met een groene staart,
Als je 'm soms vindt, hy is véél waard!
Ik zei: M'n beestje, 'k geloof niet recht,
Dat alles waar is, wat jy zegt.
Ben jy die wurm nu wérkelijk kwyt?
Ze zei: Dót heb ik niet gezeid.
Die wurm, dat is ons Ideaal.
Dat is dc Streefwurm-intégraal!
Zolang een roodborst déémaar streeft,
Mag hy beweren, dat hy lééft.
Jy keek wat pips, zo om te zien:
Ik dacht: een ideaal helpt misschien.
Ik zei: Dat was dan zéér attent.
Bedankt en dat je 'n Roodborst bent!
Ze zei bescheiden: pas de quoi,
'k Moet „aweseere", hoor, „kewa".
Als ik een roodborst zie, sindsdien,
Vraag ik beleefd: Heb je 'm gezien?
Zy groet en zegt: Vandaag misschien....
NOG IN GEHEIMZINNIGHEID GEHULD
„Limelight": zijn vijfde grote film
in twintig jaar
(Van onze correspondent).
New-York, April Vijf jaar nadat hy zyn. laatste, zo controver-
sionele „Monsieur Verdoux" voltooide, .vindt men Charles Spencer
(Charley, in het oog van de wereld) Chaplin weer voor en achter de
filmcamera's. Het nieuwe oeuvre zal „Limelight" („In het volle licht
der publiciteit") heten. In conceptie, dialoog, partituur en regie draagt
het opnieuw alle kenmerken van een Chaplin-productie. Geen functie,
die de tragi-komiek zelf kan vervullen geeft hij uit handen.
„Limelight" is gerijpt in een pe
riode, die voor Chaplin opnieuw vol
innerlijke strijd is geweest en waar
in er tal van politieke stormen over
zijn hoofd zijn gegaan. Chaplin is
voor verscheidene Amerikaanse po
litici in Washington wier blik in
de afgelopen jaren herhaaldelijk op
Hollywood's wonderlijke bevolking,
met een groot aantal pseudo- en
echte communisten, is gericht 'n
dankbare steen des aanstoots. On
danks het feit, dat hij in Amerika
zijn reputatie en zijn fortuin maak
te, bleef Chaplin Brit. Hij weigerde
zich te doen naturaliseren. Dat
haalde hem de toom van menig
Amerikaan op de hals.
Het wordingsproces van „Lime
light" heeft opnieuw 2jaar ge
vergd. Over de inhoud ervan wei
gert Chaplin meer los te laten dan
de meest summiere draad: „het is
de geschiedenis van een bejaard
vaudeville-komiek in Engeland",
heeft hij tegenover vrienden ver
klaard, „een man die geleidelijk
zijn vat op het publiek heeft ver
loren, wiens grappen en grollen
oudbakken zijn geworden. Ziels-on-
gelukkig over het feit, dat men niet
meer om hem lacht, zoekt hij zijn
toevlucht tot de drank. Het toeval
brengt hem in aanraking met ^en
jonge danseres, vol talent maar ook
vol problemen, die haar in de ont
plooiing van haar gaven remmen.
De aan-lager-wal-geraakte komiek
vindt- zijn zelfrespect weer terug,
door van het danseresje een ster te
maken".
Oppervlakkig gezien vindt men
in dit gegeven hetzelfde autobio-
graphische thema terug van „Gold
Rush" en, sterker nog. van „City
Lights" de zwerver, die het blin
de bloemenmeisje tracht te helpen.
(Chaplin moge millionnair zy'n
hij voelt zich een verworpene in
onze maatschappij). Maar aan het
geraamte van de „korte inhoud"
kan men Chaplin's werk nimmer
beoordelen. Een verdere aanwijzing
voor de waarschijnlijkheid, dat
Chaplin in „Limelight" terugvalt op
zijn eigen ervaringen in Engeland is
voorts het feit, dat hij een figuur
heeft gecreëerd, die sterk geënt is
op zijn eigen moeder, die, terwijl
haar zoon zich nog een naam op de
planken moest maken, als naaister
een bijverdienste had gevonden.
WEER EEN
ONBEKENDE STER.
Er zijn natuurlijk weer vele ton
gen in beweging gekomen door het
feit, dat Chaplin opnieuw een on
bekende actrice tot ster van zijn
film heeft gebombardeerd. Het is
een Engelse toneliste, Claire Bloom,
die de hoofdrol tegenover Chaplin
speelt. Zij moet tevens een door
Chaplin gecomponeerd ballet (waar
van" de inhoud enigszins naar „De
Rode Schoentjes" zweemt) kunnen
dansen.
ALS COMPONIST.
Ray Rasch, een jong pianist, die
bijna een jaar lang met Chaplin
heeft samengewerkt aan de parti
tuur van de door Chaplin gecompo
neerde illustratieve muziek, heeft
dezer dagen aan buitenstaanders 'n
typisch beeld gegeven van Chap
lin's temperament. „Chaplin speelt
zelf viool, piano, accordeon en or
gel", vertelde hij. „Maar hij kan
geen muziek schrijven. Daarvoor
had hij mij in dienst genomen. Wij
hebben negen maanden aan de par
tituur gewerkt. Chaplin placht dan
door zijn kamer te ijsberen, neu
riënd, zingend en af en toe ook
brullend als een getergde leeuw.
Mijn taak was het uit zijn „gezang"
de melodieën op te vangen, ze op
de piano te spelen en dan op mu-
ziekpapier vast te leggen. Er gingen
dagen over heen dat er geen noot
op papier werd gezet. Maar opeens
werd de inspiratie over Chaplin
vaardig. Ik moet erkennen, dat ik
nog nooit van mijn leven iemand zó
heb zien componeren. Maar ik ge
loof, dat de muziek zeker aan zijn
doel zal beantwoorden".
ieder hun eigen ideaal voor ogen te
toveren. Elk der vier heren benadert
„Het Ideaal" dan op zyn eigen wyzc
en hierin laat Ustinov zijn ironie de
vrye loop.We zien een hoffelijke
Fransman, een nuchtere, maar geens
zins preutse Brit, een zichzelf in zijn
„oprechtheid" bedriegende Amerikaan
en een loodzware Rus, met voor ieder
een „bijpassend" ideaal.
Vier mannen voeren elk naar hun
geaardheid een stryd tussen geweten
en verlangen. Een stryd, die onbe
slist blijft en waarin hun eigen echt
genoten het. laatste woord hebben...
SUBLIEM SPEL
De leden van het Amsterdams To
neelgezelschap, met Louis Saalborn
in de allereerste plaats, hebben dit
stuk op briiliante wijze recht doen
wedervaren. Saalborn in de allereer
ste plaats, zowel met zyn regie als
met zy'n spel in de rol van het Kwaad
een rol, die hem in steeds wisselende
gedaantes deed zien, als nar, als een
oude, kindse kerel en in al die ver
mommingen steeds als duivel. Ten
voeten uit. De vier kolonels vonden
rake vertolkingen by Lo van Hens-
bergen (Amerikaan), Ben Groenier
(Engelsman), Johan Schmitz (Frans
man) en Robert de Vries (Rus). Elise
Hoomans gaf als de Schone Slaapster
vier kostelyke vrouwengestalten weer
en Annie de Lange was een beminne
lijke, „onsterfelyke" Goede Fee.
Zij allen hebben van Peter Usti
nov's hedendaagse sprookjes-spel
maar een sproke met een sterk rea
listische inslag! een gaaf, sterk
brok toneel gemaakt.
Een combinatie van zes Nederlandse
en één Belgische uitgever zullen een dun-
druk uitgave uitgegeven van het verza
melde werk van Louis Couperus (1863
1923). Het eerste deel wil men in Septem
ber a.s. gereed hebb„
C^ulturele
Cavalcade
DE AMERIKAANSE filmproducent
■James D. Cassidy heeft tn Oslo een
contract getekendwaarbij hij het
recht krijgt de werken van Ibsen te
verfilmen. Hy is van plan om elk
jaar een Ibsenfïlm te maken.
IN AMSTERDAM is opgericht een
Nederlands kleinkunst-ensemblebe
staande uit Hetty Blok, Gruys Voor-
bergh en Cor Lemaire. De bedoeling
is om voorstellingen in het gehele
land te geven.
DE BEKENDE altzangeres Annie
Hermes is benoemd tot hoofdlerarcs
solozang aan het Amsterdams Con
servatorium.
TIJDENS DE Salzburger Festspiele
zullen dit seizoen vijf .opera's worden
opgevoerd, namelijk ,JDie Zauber-
flöte" en Figaro's Hoclizeit" van
Mozart, „Don Pasquale" van Doni
zetti, „Otliello" van Verdi en tenslot
te de eerste opvoering van Richard
Strauss' ..Die Liebe der Danae".
THEO BAYLé zal met Irmgard See-
fried en Hilde Zadek optreden in
Hindemith's ,.Mathis der Maler",
welk werk in concert-vorm te We
nen zal worden uitgevoerd onder lei
ding van de componist.
MORGEN opent het Zuiderzeemu
seum te Enkhuizen zyn poorten weer
voor het publiek. De opstelling is
vernieuwd en legt meer dan tot dus
ver de nadruk op klederdrachten en
visserij. In de schilderijenzaal vindt
men werken van Willy Sluiter, van
Mastenbroek en Huidekoper.
DE MAASTRICHTSE AUTEUR Ber
Hollewijn heeft in verband met het
gouden jubileum van de Staatsmij
nen een stuk geschreven, getiteld
„Mensen", waarin het probleem
temigreren of mijnwerker worden"
behandeld wordt.
CHARLIE CHAPLIN
...weer voor de camera